NL1026448C2 - Animal enclosure and method for refreshing an atmosphere present in such an animal enclosure. - Google Patents

Animal enclosure and method for refreshing an atmosphere present in such an animal enclosure. Download PDF

Info

Publication number
NL1026448C2
NL1026448C2 NL1026448A NL1026448A NL1026448C2 NL 1026448 C2 NL1026448 C2 NL 1026448C2 NL 1026448 A NL1026448 A NL 1026448A NL 1026448 A NL1026448 A NL 1026448A NL 1026448 C2 NL1026448 C2 NL 1026448C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
animal
cages
air flow
guide means
Prior art date
Application number
NL1026448A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Cornelis Albertus Achterberg
Original Assignee
A H Jansen Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by A H Jansen Holding B V filed Critical A H Jansen Holding B V
Priority to NL1026448A priority Critical patent/NL1026448C2/en
Priority to DE102005028236A priority patent/DE102005028236A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1026448C2 publication Critical patent/NL1026448C2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/0047Air-conditioning, e.g. ventilation, of animal housings
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/002Poultry cages, e.g. transport boxes
    • A01K31/005Battery breeding cages, with or without auxiliary features, e.g. feeding, watering, demanuring, heating, ventilation
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/14Nest-boxes, e.g. for singing birds or the like
    • A01K31/16Laying nests for poultry; Egg collecting
    • A01K31/17Laying batteries including auxiliary features, e.g. feeding, watering, demanuring, heating, ventilation

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

Dierenverblijf en werkwijze voor het verversen van een in een dergelijk dierenverblijf aanwezige atmosfeer ; De uitvinding heeft betrekking op een dierenverblijf, omvattende: meerdere op ' ’ ! 5 verschillende niveaus gepositioneerde hokken voor stalling van dieren, middelen voor het opwekken van ten minste één luchtstroom. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het verversen van een in een dergelijk dierenverblijf aanwezige atmosfeer.Animal enclosure and method for refreshing an atmosphere present in such an animal enclosure; The invention relates to an animal enclosure, comprising: several on ""! 5 different level positioned pens for storing animals, means for generating at least one air stream. The invention also relates to a method for refreshing an atmosphere present in such an animal enclosure.

10 Het in aanhef genoemde dierenverblijf is bekend en wordt met name toegepast in de pluimvee-industrie, teneinde de atmosferische leefomstandigheden binnen de hokken voor het pluimvee te kunnen optimaliseren. Het opleggen en handhaven van een relatief schone en warme atmosfeer in de hokken draagt doorgaans significant bij aan het welzijn van het zich in de hokken bevindend pluimvee, hetgeen resulteert in een 15 verbeterde opbrengst van het pluimvee. Daartoe is het noodzakelijk om continu, of althans in intervallen, de in de hokken heersende atmosfeer te verversen, teneinde ongewenste ophoping van uit mest afkomstige geurstoffen, zoals ammoniak en distikstofmonoxide te kunnen voorkomen. Het Nederlands octrooischrift NL1012453 beschrijft een dergelijk dierenverblijf, waarin de atmosfeer in de hokken wordt ververst 20 middels een al dan niet verwarmde luchtstroom. Het bekende dierenverblijf heeft echter een belangrijk nadeel. Gebleken is dat het met het bekende dierenverblijf niet mogelijk is om de atmosfeer in de lager gelegen hokken op diervriendelijke wijze te verversen, id est op een wijze waarbij de luchtstroomsnelheid wordt geminimaliseerd. Het verhogen van de luchtstroomsnelheid van de opgewekte luchtstroom vormt hierbij geen 25 oplossing, daar alsdan in verschillende hokken, in het bijzonder in de hoger gelegen hokken, een relatief hoge luchtverplaatsing per tijdseenheid (tocht) zal ontstaan, hetgeen het dierenwelzijn en daarmee de productie van de dieren in de hokken aanzienlijk negatief zal beïnvloeden 30 De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterd dierenverblijf, waarin de atmosfeer in elk hok op diervriendelijke wijze kan worden ververst.The animal enclosure mentioned in the preamble is known and is used in particular in the poultry industry, in order to be able to optimize the atmospheric living conditions within the cages for the poultry. The imposition and maintenance of a relatively clean and warm atmosphere in the cages generally contributes significantly to the well-being of the poultry present in the cages, which results in an improved yield of the poultry. To that end, it is necessary to refresh the atmosphere prevailing in the cages continuously, or at least at intervals, in order to prevent undesirable accumulation of fragrances from manure, such as ammonia and nitrous oxide. Dutch patent NL1012453 describes such an animal enclosure, in which the atmosphere in the cages is refreshed by means of an air stream, heated or not heated. However, the known animal enclosure has a major drawback. It has been found that with the known animal enclosure it is not possible to refresh the atmosphere in the lower cages in an animal-friendly manner, in such a way that the airflow velocity is minimized. Increasing the air flow velocity of the generated air flow does not form a solution here, since in different lofts, in particular in the higher lofts, a relatively high air displacement per unit of time (draft) will arise, which will affect animal welfare and hence the production of the animals in the pens will have a considerably negative influence. The object of the invention is to provide an improved animal accommodation in which the atmosphere in each pen can be refreshed in an animal-friendly manner.

De uitvinding verschaft daartoe een dierenverblijf van het in aanhef genoemde type, met het kenmerk, dat het dierenverblijf tevens omvat geleidingsmiddelen voor het geleiden 1026448 ) 2 van de luchtstroom naar ten minste een onderste hok-. Middels de geleidingsmiddelen kan de opgewekte luchtstroom specifiek naar het onderste hok worden geleid, waardoor het mogelijk wordt gemaakt de atmosfeer in het onderste hok op geleidelijke, gecontroleerde en diervriendelijke wijze te verversen. Alzo is het mogelijk om middels 5 fysieke geleidingsmiddelen actief relatief verse lucht op diervriendelijke wijze toe te voeren aan het onderste hok, waarbij de verplaatsingssnelheid van de luchtstroom kan worden geminimaliseerd. Na doorstroming van het onderste hok zal de verwarmde lucht doorgaans als gevolg van convectiewerking en/of vanwege een aanvullende fysieke geleiding opstijgen en alzo de bovéngelegen hokken doorstromen en alzo verversen. Op 10 deze wijze wordt het aldus mogelijk gemaakt om in elk hok, ongeacht het niveau waarop het hok is gepositioneerd, op diervriendelijke wijze een atmosfeer met eenzelfde samenstelling en temperatuur te creëren, hetgeen het dierenwelzijn van de zich in het dierenverblijf bevindende dieren ten goede komt. Opgemerkt zij dat de hokken zich niet beperken tot het houden van pluimvee, zoals kippen, kalkoenen en slachtkuikens. Het is IS tevens denkbaar om varkens en runderen, in het bijzonder (meststal)koeien, in het bijzonder mestkalveren, te herbergen in het dierenverblijf. Bij voorkeur zijn de geleidingsmiddelen ingericht voor éénzijdige toevoer van de luchtstroom aan ten minste het onderste hok. Een overliggende zijde van het hok is doorgaans voorzien van een afvoer, waardoor volledige doorstroming en daarmee verversing van het hok mogelijk 20 wordt gemaakt. Het is voordelig indien de geleidingsmiddelen zijn ingericht voor toevoer aan de op verschillende niveaus gepositioneerde hokken. Aldus worden in hoofdzaak parallelle luchtstromen verkregen voor verversing van boven elkaar gelegen hokken. Aldus wordt mogelijk gemaakt elk hok van een vergelijkbare kwaliteit ververste lucht te voorzien.To this end, the invention provides an animal enclosure of the type mentioned in the preamble, characterized in that the animal enclosure also comprises guide means for guiding the air flow to at least one lower cage. By means of the guide means, the generated air flow can be specifically directed to the lower loft, making it possible to refresh the atmosphere in the lower loft in a gradual, controlled and animal-friendly manner. It is thus possible to actively supply relatively fresh air in an animal-friendly manner to the lower cage by means of physical guide means, wherein the speed of movement of the air flow can be minimized. After flow through the lower cage, the heated air will generally rise as a result of convection and / or due to an additional physical guidance and thus flow through and refresh the upper cages. In this way it is thus made possible to create an animal-friendly manner in each pen, irrespective of the level at which the pen is positioned, an atmosphere with the same composition and temperature, which benefits the animal welfare of the animals present in the animal enclosure. . It should be noted that the lofts are not limited to keeping poultry, such as chickens, turkeys and broilers. It is also conceivable to house pigs and cattle, in particular (manure stable) cows, in particular manure calves, in the animal enclosure. The guide means are preferably adapted for one-sided supply of the air flow to at least the lower cage. An opposite side of the loft is usually provided with a drain, whereby full flow-through and thus refreshing of the loft is made possible. It is advantageous if the guide means are adapted for feeding to the cages positioned at different levels. Substantially parallel air flows are thus obtained for refreshing lofts located one above the other. It is thus made possible to provide each loft with a comparable quality of refreshed air.

2525

In een voorkeursuitvoering omvatten de geleidingsmiddelen ten minste één kokervormig lichaam. Het kokervormig lichaam is daarbij ingericht voor het geleiden van de luchtstroom naar een vooraf bepaalde locatie, doorgaans langs of nabij het onderste hok. Het kokervormig lichaam is daarbij bij voorkeur ten minste gedeeltelijk 30 flexibel uitgevoerd als een slurf voor het geleiden van de luchtstroom. Een dergelijke voorkeursuitvoering is doorgaans bijzonder voordelig, daar het kokervormig lichaam veelal is aangebracht in een gangpad in het dierenverblijf. Door het kokervormig lichaam ten minste gedeeltelijk of in hoofdzaak flexibel uit te voeren kan het kokervormig lichaam relatief eenvoudig door een passerend persoon worden verplaatst, 1026448 3 in het bijzonder worden gedeformeerd, waardoor het kokervormig lichaam de toegankelijkheid Van het gangpad niet of althans nauwelijks belemmert. Het is eveneens denkbaar om het kokervormig lichaam ten minste gedeeltelijk star uit te voeren. Daarbij zal het kokervormig lichaam doorgaans zijn voorzien van een mantel voor het geleiden 5 van de luchtstroom naar de hokken. Het is daarbij denkbaar dat de mantel enigszins, en bij voorkeur plaatsselectief ter hoogte van de hokken, geperforeerd is teneinde de luchtstroom direct toe te kunnen voeren aan ten opzichte van het onderste hok bovengelegen hokken. De perforaties dienen daarbij zodanig te zijn gevormd, dat voldoende verversing van de atmosfeer in alle hokken, vanaf het bovenste hok tot en 10 met het onderste hok, gewaarborgd blijft.In a preferred embodiment, the guide means comprise at least one tubular body. The tubular body is then arranged for guiding the air flow to a predetermined location, usually along or near the lower cage. The tubular body is preferably at least partially flexible in this case as a trunk for guiding the air flow. Such a preferred embodiment is generally particularly advantageous, since the tubular body is often arranged in an aisle in the animal enclosure. By designing the tubular body at least partially or substantially flexibly, the tubular body can be relatively easily displaced by a passing person, in particular deforming the tubular body, so that the tubular body does not, or at least hardly, obstruct the accessibility of the aisle. It is also conceivable to make the tubular body at least partially rigid. The tubular body will thereby be provided with a jacket for guiding the air flow to the cages. It is conceivable in this connection that the casing is slightly, and preferably site-selective, at the level of the cages, in order to be able to directly feed the air flow to cages situated above the lower cage. The perforations must be shaped in such a way that sufficient refresh of the atmosphere in all lofts, from the upper loft up to and including the lower loft, is guaranteed.

In een andere voorkeursuitvoering zijn de geleidingsmiddelen ingericht voor het geleiden van de luchtstroom naar meerdere hokken. Deze hokken kunnen daarbij op eenzelfde niveau zijn gelegen, maar kunnen tevens op verschillende niveaus, in het 15 bijzonder boven elkaar, zijn gelegen. Een dérgelijke voorkeursuitvoering is reeds in het voorgaande toegelicht.In another preferred embodiment, the guide means are adapted to guide the air flow to a plurality of cages. These lofts can be located at the same level, but can also be located at different levels, in particular above each other. Such a preferred embodiment has already been explained in the foregoing.

Bij voorkeur sluiten de geleidingsmiddelen in hoofdzaak aan op de luchtstroomopwekkende middelen. Doorgaans zijn de luchtstroomopwekkende 20 middelen daarbij ingericht voor aanzuiging van lucht die voorts via de geleidingsmiddelen naar de toevoerzijde van de hokken wordt geleid. Alzo ontstaat aan de toevoerzijde een overdruksituatie, in vergelijking met de aan de afvoerzijde heersende atmosferisch druk, waardoor alle hokken op geleidelijke en gecontroleerde wijze kunnen worden doorspoeld met relatief verse lucht. Het is tevens denkbaar om de 25 luchtstroomopwekkende middelen te positioneren aan een afvoerzijde van de hokken, waardoor een onderdruksituatie aan de afvoerzijde ontstaat, hetgeen tevens resulteert in een luchtverplaatsing, en derhalve in een verversing van de in de hokken aanwezige atmosfeer. In een voorkeursuitvoering sluiten de geleidingsmiddelen in hoofdzaak aan op, of althans strekken zich uit tot nabij, het onderste hok, teneinde een doorstroming, 30 en daarmee verversing, van alle hokken, vanaf het bovenste hok tot en met het onderste hok, te kunnen garanderen.The guide means preferably connect substantially to the air-flow generating means. The air-flow generating means are generally adapted to suck in air, which is further guided via the guide means to the supply side of the cages. In this way an overpressure situation arises on the supply side, in comparison with the atmospheric pressure prevailing on the discharge side, whereby all the cages can be flushed gradually and in a controlled manner with relatively fresh air. It is also conceivable to position the air-flow generating means on a discharge side of the cages, as a result of which a negative pressure situation arises on the discharge side, which also results in an air displacement, and therefore in a refresh of the atmosphere present in the cages. In a preferred embodiment the guide means connect substantially to, or at least extend to, near the lower cage, in order to be able to guarantee a flow through, and thereby refresh, of all cages, from the upper cage up to and including the lower cage. .

De luchtstroomopwekkende middelen zijn bij voorkeur op een niveau boven de hokken gepositioneerd. Veelal is een dierenverblijf, zoals een stal, voorzien van diverse relatief 1026448 4 hoog in de stal aangebrachte ventilatievoorzieningen. Dergelijke ventilatievoorzieningen zijn veelal aangebracht in of nabij een dakconstructie van de stal. De ventilatievoorzieningen kunnen alsdan worden aangewend om de luchtstroom te genereren die voorts via de geleidingsmiddelen naar de hokken wordt geleid.The air flow generating means are preferably positioned at a level above the cages. Often an animal enclosure, such as a shed, is provided with various ventilation facilities arranged relatively high in the shed. Such ventilation provisions are often arranged in or near a roof construction of the shed. The ventilation provisions can then be used to generate the air flow which is further directed to the lofts via the guide means.

I .'i5 : \ In een voorkeursuitvoering zijn de hokken gerangschikt in kolommen, waarbij tussen de • i kolommen een gangpad is gevormd, in welk gangpad de geleidingsmiddelen ten minste gedeeltelijk zijn aangebracht. Elke kolom is daarbij opgebouwd uit meerdere op elkaar aangebrachte hokken. Teneinde de toegankelijkheid van het gangpad te waarborgen zijn 10 de geleidingsmiddelen bij voorkeur zodanig gedimensioneerd dat zich in het gangpad bevindend persoon de geleidingsmiddelen (tamelijk) ongehinderd kan passeren. Het is tevens denkbaar, zoals reeds uit het voorgaande is gebleken, om de geleidingsmiddelen in hoofdzaak flexibel, zwenkbaar of opvouwbaar uit te voeren, waardoor een eventuele blokkering van het gangpad door de geleidingsmiddelen relatief eenvoudig ongedaan IS kan worden gemaakt.In a preferred embodiment the cages are arranged in columns, wherein an aisle is formed between the columns, in which aisle the guide means are arranged at least partially. Each column is then composed of several lofts arranged on top of each other. In order to ensure accessibility of the aisle, the guide means are preferably dimensioned such that a person present in the aisle can pass the guide means (fairly) unhindered. It is also conceivable, as has already been shown from the foregoing, to make the guide means substantially flexible, pivotable or foldable, whereby a possible blocking of the aisle by the guide means can be relatively easily undone.

In een andere voorkeursuitvoering is het dierenverblijf voorzien van verwarmingsmiddelen voor het verwarmen van de opgewekte luchtstroom alvorens deze wordt toegevoerd aan de hokken. Het verwarmen van de luchtstroom is doorgaans 20 bijzonder voordelig voor het dierenwelzijn. Met name relatief jonge dieren hebben doorgaans behoefte aan een relatief warme omgeving om zich op optimale wijze te kunnen ontwikkelen. Middels toepassing van de geleidingmiddelen is verwarming van de luchtstroom tevens bijzonder effectief, daar de veiplaatsingssnelheid van de luchtstroom geminimaliseerd kan worden, hetgeen resulteert in een gevoelstemperatuur 25 voor de zich in de hokken bevindende dieren die althans in hoofdzaak overeenkomt met de werkelijke temperatuur van de verwarmde luchtstroom. Na of tijdens doorstroming van de geleidingsmiddelen, zal de verwarmde luchtstroom zich als gevolg van natuurlijke convectie splitsen en alzo elk hok verversen,, hetgeen resulteert in een uniforme opwarming van alle hokken van het dierenverblijf. Alzo kan relatief 30 eenvoudig op in elk hok een uniform microklimaat worden gegenereerd en worden gehandhaafd dat volledig kan worden afgestemd aan de behoeften van de zich in de hokken bevindende dieren. Alzo kan bijvoorbeeld gedurende de eerste vier dagen na de geboorte van de dieren een verversende atmosfeer met een temperatuur van circa 35 °C worden opgelegd, waarna de temperatuur geleidelijk en stapsgewijs kan worden 1026448 5 gereduceerd naar lagere waarden. De verwarmingsmiddelen worden doorgaans gevormd door conventionele verwarmingsmiddelen, zoals heteluchtkanonnen, elektrische stralingselementen, verwarmingslampen, et cetera. In een bijzondere ( > voorkeursuitvoering zijn de luchtstroomopwekkende middelen en/of de ' ' ! 5 verwarmingsmiddelen gekoppeld aan een besturingseenheid. Alzo is het mogelijk om de hoeveelheid en de temperatuur van de zich door de hokken verplaatsende luchtstroom te reguleren. Eventueel kan daarbij gebruik worden gemaakt van in de hokken aangebrachte sensoren, teneinde de temperatuur in elk hok te kunnen waarnemen en afhankelijk daarvan de besturingseenheid te kunnen aansturen.In another preferred embodiment, the animal enclosure is provided with heating means for heating the generated air flow before it is supplied to the cages. Heating the air stream is generally particularly advantageous for animal welfare. Relatively young animals in particular usually need a relatively warm environment in order to develop optimally. By using the guide means, heating of the air flow is also particularly effective, since the speed of placement of the air flow can be minimized, which results in a feeling temperature for the animals present in the cages, which at least substantially corresponds to the actual temperature of the heated air. air flow. After or during flow of the guide means, the heated air flow will split as a result of natural convection and thus refresh each pen, resulting in uniform heating of all the pens of the animal enclosure. It is thus relatively easy to generate and maintain a uniform microclimate in each pen that can be fully adapted to the needs of the animals in the pens. Thus, for example, during the first four days after the birth of the animals, a refreshing atmosphere with a temperature of approximately 35 ° C can be imposed, after which the temperature can be gradually and gradually reduced to lower values. The heating means are usually formed by conventional heating means, such as hot air guns, electric radiation elements, heating lamps, etc. In a special (preferred) embodiment, the air flow generating means and / or the heating means are coupled to a control unit. It is thus possible to regulate the amount and the temperature of the air flow moving through the cages. Optionally use can be made thereby made of sensors arranged in the cages, in order to be able to detect the temperature in each cage and to be able to control the control unit depending on this.

1010

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het verversen van een in een dergelijk dierenverblijf heersende atmosfeer, omvattende de stappen: a) het opwekken van een luchtstroom, b) het middels de geleidingsmiddelen ten minste aan het onderste hok eenzijdig toevoeren van de luchtstroom, en c) het na doorstroming van 15 het onderste hok laten stijgen van de lucht, zodanig dat bovengelegen hokken tevens worden doorstroomd door de luchtstroom. Op deze wijze kan de atmosfeer in hokken op verschillende niveaus op diervriendelijke wijze worden ververst Teneinde het dierenwelzijn verder te vergroten wordt de luchtstroom bij voorkeur vooreerst verwarmd, alvorens deze wordt toegevoerd aan het minste het onderste hok volgens stap 20 b). In een verdere bijzondere voorkeursuitvoering geschiedt het na doorstroming van het onderste hok laten stijgen van de verwarmde lucht volgens stap c) in hoofdzaak middels convectiestroming. Een dergelijke situatie zal zich doorgaans slechts voordoen ingeval de luchtstroom verwarmd is. Ingeval geen temperatuurverschillen tussen verschillende luchtlagen aanwezig zijn, en convectie zich aldus niet voordoet, kan de door het 25 onderste hok geleide luchtstroom middels aanvullende geleidingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld een wand van het dierenverblijf, langs de bovengelegen hokken worden geleid.The invention also relates to a method for refreshing an atmosphere prevailing in such an animal enclosure, comprising the steps of: a) generating an air flow, b) supplying the air flow unilaterally by means of the guide means at least to the lower cage, and c) raising the air after the lower loft has flowed through, so that upper lofts are also flowed through by the air stream. In this way the atmosphere in pens at different levels can be refreshed in an animal-friendly manner. In order to further increase animal welfare, the air flow is preferably first heated before it is supplied to the least the lower loft according to step 20b). In a further particular preferred embodiment, after the flow of the lower cage, the heated air is raised according to step c) substantially by means of convection flow. Such a situation will usually only occur if the air flow is heated. In case no temperature differences between different air layers are present, and thus convection does not occur, the air flow guided through the lower cage can be guided along the upper cages by means of additional guide means, such as for example a wall of the animal enclosure.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren 30 weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een schematisch aanzicht op een dierenverblijf overeenkomstig de uitvinding, figuur 2 een schematisch aanzicht op een ander dierenverblijf overeenkomstig de uitvinding, 1026448 * 6 figuur 3 een schematisch aanzicht op weer een ander dierenverblijf overeenkomstig de uitvinding, en figuur 4 een schematisch aanzicht op een alternatief dierenverblijf overeenkomstig de uitvinding.The invention will be elucidated on the basis of non-limitative exemplary embodiments shown in the following figures. Herein: figure 1 shows a schematic view of an animal enclosure according to the invention, figure 2 shows a schematic view of another animal enclosure according to the invention, 1026448 * 6 figure 3 shows a schematic view of yet another animal enclosure according to the invention, and figure 4 shows a schematic view view of an alternative animal enclosure according to the invention.

55

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht op een dierenverblijf 1 overeenkomstig de uitvinding. Het dierenverblijf 1 omvat een achterwand 2, twee zijwanden 3 en een voorwand (thans niet weergegeven) waarop een dak 4 is aangebracht. In het dierenverblijf 1 zijn twaalf hokken 5 aangebracht welke in vier kolommen 6 zijn 10 gerangschikt. De hokken 5 zijn ingericht voor het stallen van dieren, zoals bijvoorbeeld pluimvee, varkens of koeien. Teneinde de in de hokken 5 heersende atmosfeer in het belang van het dierenwelzijn te kunnen verversen zijn in het dak 4 twee luchtschachten 7 aangebracht, elk voorzien van een ventilator 8. Doorgaans zijn de luchtschachten 7 ingericht voor zowel aanzuiging van verse lucht alsook afzuiging van in het 15 dierenverblijf 1 vervuilde lucht. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de luchtschachten 7 ingericht voor het aanzuigen van verse buitenlucht Teneinde de atmosfeer in de hokken 5 te kunnen verversen, zonder daarbij de luchtstroomsnelheid het dierenwelzijn op negatieve wijze te laten beïnvloeden, is elke luchtschacht 7 gekoppeld aan een tunnelvormige flexibele inrichting 9. De inrichtingen 9 fungeren als 20 geleiding voor geleiding van de door de ventilatoren 8 opgewekte luchtstroom richting de onderste alsmede de daar boven gelegen hokken 5. Bijzonder voordeel van de inrichting 9 is dat geen relatief hoge luchtverplaatsingssnelheid benodigd is voor het kunnen verversen van met name de onderste hokken 5. De luchtstroom kan reeds met een zeer geringe verplaatsingssnelheid de hokken S doorstromen, hetgeen de 25 leefomstandigheden van de dieren, en aldus het dierenwelzijn, ten goede komt. De inrichtingen 9 strekken zich daarbij uit in een tussen de kolommen 6 aangebracht gangpad 10 tot aan de onderste hokken 5. Daar de inrichtingen 9 flexibel zijn uitgevoerd kan een passerend persoon relatief eenvoudig de inrichting 9 in zijwaartse richting verplaatsen, waardoor de persoon geen of althans nauwelijks hinder ondervindt tijdens 30 het passeren van de inrichting 9. In figuur 1 zijn de opgewekte luchtstromen weergegeven middels pijlen. Alvorens elke luchtstroom wordt toegevoerd aan de (onderste) hokken 5 wordt elke luchtstroom verwarmd tot een gewenste temperatuur middels een in elke tunnelvormige inrichting 9 gepositioneerd verwarmingselement 11. Het verwarmingselement 11 kan daarbij zijn bevestigd aan de corresponderende 1026448 4 7 luchtschacht 7. Na doorstroming van de tunnelvormige inrichting zal een deel van de luchtstroom de onderste hokken 5 doorstromen, onderwijl een overig deel van de luchtstroom zich als gevolg van natuurlijke convectie in opwaartse richting zal verplaatsen, waardoor de bovengelegen hokken 5 tevens kunnen worden doorspoeld. De 5 opwaarts gerichte luchtstroom verplaatst zich daarbij via een tussen de hokken 5 en tunnelvormige inrichting 9 gevormde doorvoerruimte of kanaal. Na doorstroming van de hokken 5 met de verwarmde lucht - hetgeen resulteert in een verversing van de in de hokken 5 heersende atmosfeer - zal de verwarmde lucht zich als gevolg van een convectiewerking in opwaartse richting verplaatsen en alzo langs eventuele 10 bovengelegen hokken 5 stromen. Op deze wijze wordt de verwarmde lucht op diervriendelijke wijze langs elk van de hokken 5 geleid, waardoor relatief eenvoudig en efficiënt een uniform microklimaat met een uniforme temperatuur in de hokken 5 kan worden aangebracht en worden gehandhaafd. De langs de hokken 5 geleide lucht kan voorts via tussen de zijwanden 3 en het dak 4 aangebrachte uitvoeropeningen worden 15 afgevoerd uit het dierenverblijf 1.Figure 1 shows a schematic view of an animal enclosure 1 according to the invention. The animal enclosure 1 comprises a rear wall 2, two side walls 3 and a front wall (not currently shown) on which a roof 4 is arranged. Twelve cages 5 are arranged in the animal enclosure 1, which are arranged in four columns 6. The pens 5 are designed for storing animals, such as, for example, poultry, pigs or cows. In order to be able to refresh the atmosphere prevailing in the cages 5 in the interest of animal welfare, two air shafts 7 are provided in the roof 4, each provided with a fan 8. The air shafts 7 are generally adapted for both fresh air intake and extraction of fresh air. the animal enclosure 1 polluted air. In the exemplary embodiment shown, the air shafts 7 are adapted to suck in fresh outside air. In order to be able to refresh the atmosphere in the cages 5, without thereby having the air flow speed adversely affect animal welfare, each air shaft 7 is coupled to a tunnel-shaped flexible device 9. The devices 9 act as a guide for guiding the air flow generated by the fans 8 towards the lower and upper cages 5. A particular advantage of the device 9 is that no relatively high air displacement speed is required for being able to refresh, in particular the lower cages 5. The air flow can already flow through the cages S at a very low displacement speed, which benefits the living conditions of the animals, and thus animal welfare. The devices 9 then extend in an aisle 10 arranged between the columns 6 up to the lower cages 5. Since the devices 9 are flexible, a passing person can relatively easily move the device 9 in the lateral direction, so that the person has no or at least hardly experiences any nuisance during the passage of the device 9. In figure 1 the generated air flows are represented by arrows. Before each air flow is supplied to the (lower) cages 5, each air flow is heated to a desired temperature by means of a heating element 11 positioned in each tunnel-shaped device 9. The heating element 11 can thereby be attached to the corresponding air shaft 7. After flow through of In the tunnel-shaped device a part of the air flow will flow through the lower cages 5, while another part of the air flow will move upwards as a result of natural convection, whereby the upper cages 5 can also be flushed. The upwardly directed air stream then moves via a passage space or channel formed between the cages 5 and tunnel-shaped device 9. After flowing through the cages 5 with the heated air - which results in a change in the atmosphere prevailing in the cages 5 - the heated air will move upwards as a result of a convection action and thus flow past any upper cages 5. In this way the heated air is guided in an animal-friendly manner along each of the cages 5, whereby a uniform microclimate with a uniform temperature can be applied and maintained in a relatively simple and efficient manner. The air guided along the cages 5 can further be discharged from the animal enclosure 1 via outlet openings arranged between the side walls 3 and the roof 4.

Figuur 2 toont een schematisch aanzicht op een ander dierenverblijf 12 overeenkomstig de uitvinding. Het dierenverblijf 12 omvat vier op elkaar aansluitende zijwanden 13 waarop een dakconstructie 14 is aangebracht. Tussen twee overliggende zijwanden 13 20 en de dakconstructie 14 zijn doorvoeropeningen 15 voor lucht 16 aangebracht. In de dakconstructie 14 is een ventilatiekanaal 17 aangebracht, waarin een ventilator 18 is aangebracht. De ventilator 18 draait in een zodanige richting dat lucht uit het dierenverblijf 1 wordt afgezogen. Alzo wordt in het dierenverblijf 1 een zekere onderdruk gecreëerd. In het dierenverblijf 1 is een aantal boven elkaar gepositioneerde 25 kooien 19 voor dieren, zoals bijvoorbeeld kalkoenen, aangebracht. Teneinde het leefklimaat in elke kooi 19 te optimaliseren is verversing van de in elk van de kooien 13 heersende atmosfeer noodzakelijk. Teneinde een gelijkmatige doorstroming van elk van de kooien 19 te waarborgen, waardoor in elke kooi 19 een uniforme atmosfeer kan worden gegenereerd, is het ventilatiekanaal 17 gekoppeld aan een in hoofdzaak starre 30 mantel 20 die zich tot aan de onderste kooi 19 uitstrekt. De mantel 20 is voorzien van meerdere perforaties 21, teneinde langs elke kooi 13 een situatie van onderdruk te kunnen creëren. Daar een vrij uiteinde 22 van de mantel 19 open is uitgevoerd, zal de onderste kooi 13 de sterkste zuigende werking hebben. Alzo zal via de doorvoeropeningen 15 aangezogen lucht 16 zich in hoofdzaak gelijkmatig verspreiden 1 02644 ft 8 oyer de verschillende kooien 19, waardoor een gelijkmatige doorspoeling van de kooien 13 met relatief verse lucht kan worden gerealiseerd. De stroomsnelheid van de lucht 16 kan daarbij worden geminimaliseerd middels regulatie van de rotatiesnelheid van de ventilator 18, doch dient evenwel zodanig te zijn dat alle kooien 18 in hoofdzaak met , ! 5 gelijke intensiteit worden doorspoeld met de aangezogen lucht 16.Figure 2 shows a schematic view of another animal enclosure 12 according to the invention. The animal enclosure 12 comprises four adjoining side walls 13 on which a roof construction 14 is arranged. Between two opposite side walls 13 and the roof construction 14, passage openings 15 for air 16 are provided. A ventilation channel 17 is provided in the roof construction 14, in which a fan 18 is arranged. The fan 18 rotates in such a direction that air is extracted from the animal enclosure 1. A certain underpressure is thus created in the animal enclosure 1. A number of animal cages 19, such as for example turkeys, are arranged in the animal enclosure 1 above each other. In order to optimize the living climate in each cage 19, an update of the atmosphere prevailing in each of the cages 13 is necessary. In order to ensure a uniform flow of each of the cages 19, whereby a uniform atmosphere can be generated in each cage 19, the ventilation channel 17 is coupled to a substantially rigid casing 20 which extends up to the lower cage 19. The casing 20 is provided with a plurality of perforations 21 in order to be able to create a situation of underpressure along each cage 13. Since a free end 22 of the casing 19 is open, the lower cage 13 will have the strongest suction effect. Thus, air 16 drawn in via the passage openings 15 will spread substantially uniformly through the various cages 19, whereby a uniform flushing of the cages 13 with relatively fresh air can be realized. The flow speed of the air 16 can thereby be minimized by regulating the rotational speed of the fan 18, but it must, however, be such that all the cages 18 are substantially equipped with: 5 equal intensity are flushed with the intake air 16.

\\

Figuur 3 toont een schematisch aanzicht op weer een ander dierenverblijf 23 overeenkomstig de uitvinding. Het dierenverblijf 23 omvat een behuizing 24 voorzien van meerdere afVoeropeningen 25 voor lucht (zie pijlen). In de behuizing 24 zijn 10 meerdere, op verschillende niveaus, aangebrachte etages 26 gepositioneerd, welke etages 26 zijn ingericht voor het houden van dieren, zoals bijvoorbeeld pluimvee. Het dierenverblijf 1 is tevens voorzien van een verversingsinrichting 27 voor het verversen van de op elke etage 26 heersende atmosfeer. De verversingsinrichting 27 omvat daarbij een buisvormig lichaam 28 waarin een ventilator 29 is aangebracht ingericht voor 15 aanzuiging van verse buitenlucht. De aangezogen lucht wordt vervolgens opgewarmd middels een in het buisvormig lichaam 28 aangebracht verwarmingselement 30 en wordt voorts geleid naar een verdeeleenheid 31. In de verdeeleenheid 31 wordt de aangezogen lucht verdeeld over een drietal op de etages 26 aansluitende leidingen 32 voor het gelijkmatig met de verse verwarmde lucht laten doorstromen van de etages 26. 20 Alzo kan het microklimaat op elke etage 26 op geleidelijke, gecontroleerde en diervriendelijke wijze worden gereguleerd en worden gecontroleerd, hetgeen het dierenwelzijn en de opbrengst van de dieren bevordert.Figure 3 shows a schematic view of yet another animal enclosure 23 according to the invention. The animal enclosure 23 comprises a housing 24 provided with several exhaust openings 25 for air (see arrows). A plurality of floors 26 arranged at different levels are positioned in the housing 24, which floors 26 are adapted to hold animals, such as, for example, poultry. The animal enclosure 1 is also provided with a refreshing device 27 for refreshing the atmosphere prevailing on each floor 26. The refreshing device 27 herein comprises a tubular body 28 in which a fan 29 is arranged adapted to suck in fresh outside air. The sucked-in air is subsequently heated by means of a heating element 30 arranged in the tubular body 28 and is further guided to a distributing unit 31. In the distributing unit 31 the sucked-in air is distributed over three conduits 32 connecting to the floors 26 for uniformity with the fresh air. allowing heated air to flow through the floors 26. Thus, the microclimate on each floor 26 can be regulated and controlled in a gradual, controlled and animal-friendly manner, which promotes animal welfare and the yield of the animals.

Figuur 4 toont een schematisch aanzicht op een alternatief dierenverblijf 33 25 overeenkomstig de uitvinding. Het dierenverblijf 33 omvat een meerdere onderling verbonden opstaande wanden 34 waarop een dakconstructie 35 is gepositioneerd, zodanig dat tussen de wanden 34 en de dakconstructie 35 meerdere ventilatieopeningen 36 zijn aangebracht. Het dierenverblijf 33 omvat tevens meerdere, in vier kolommen 37 gerangschikte hokken 38 voor het herbergen van dieren. De kolommen 37 zijn daarbij 30 op afstand van elkaar gepositioneerd, teneinde tussenliggende gangpaden 39 te creëren om toegang tot de hokken 38 te kunnen faciliteren. Teneinde het klimaat in de hokken 38 te kunnen optimaliseren is de dakconstructie 35 voorzien van meerdere luchtkanalen 40. In elk luchtkanaal 40 is een ventilator 41 gepositioneerd thans ingericht voor aanzuiging van verse buitenlucht. Via een met elk luchtkanaal 40 gekoppeld flexibele 1 02R448 • 9 huls 42 kan de aangezogen lucht naar en door de onderste hokken 38 worden geleid. Daarbij is tussen elk luchtkanaal 40 en elke huls 42 een mengeenheid 43 voorzien voor het reguleren van de onderlinge verhouding van de hoeveelheid aangezogen verse / buitenlucht en de hoeveelheid aanzogen zich reeds in het dierenverblijf 33 verblijvende ' ' ! 5 lucht. Alzo kan een zekere recirculatiestroom worden gecreëerd om het klimaat in de , i hokken 38 te verversen en alzo te optimaliseren. In een zolder 44 onder de dakconstructie 35 zijn meerdere verwarmingselementen 45 aangebracht om de zich in de zolder 44 bevindende lucht te verwarmen tot een gewenste temperatuur. In elke mengeenheid 43 zal deze opgewarmde lucht, althans een deel daarvan, zich vermengen 10 met de verse, relatief koude buitenlucht. Het alsdan gevormde luchtmengsel zal zich voorts via de corresponderende huls 42 door twee aangrenzende onderste hokken 38 verplaatsen, waarna het relatief warme luchtmengsel zich als gevolg van natuurlijke convectie in opwaartse richting zal verplaatsen en daarbij de bovengelegen hokken 38 zal verversen. Een deel van de opstijgende luchtstroom zal daarbij via de 15 ventilatieopeningen 36 uit het dierenverblijf 33 worden gevoerd, onderwijl een overig deel van deze opstijgende luchtstroom zich naar de zolder 44 zal verplaatsen om vervolgens te worden opgewarmd en voorts (opnieuw) via de mengeenheid 43 en de huls 42 te worden toegevoerd aan de hokken 38. Afhankelijk van bepaalde factoren, zoals bijvoorbeeld de temperatuur van de het dierenverblijf 33 omgevende atmosfeer, 20 kan via de mengeenheid 43 een hoeveelheid verse buitenlucht aan de aan de hokken 38 toe te voeren opgewarmde lucht worden toegevoegd.Figure 4 shows a schematic view of an alternative animal enclosure 33 according to the invention. The animal enclosure 33 comprises a plurality of mutually connected upright walls 34 on which a roof construction 35 is positioned, such that a plurality of ventilation openings 36 are arranged between the walls 34 and the roof construction 35. The animal enclosure 33 also comprises several pens 38 arranged in four columns 37 for accommodating animals. The columns 37 are thereby positioned at a distance from each other, in order to create intermediate aisles 39 to facilitate access to the lofts 38. In order to be able to optimize the climate in the cages 38, the roof construction 35 is provided with several air channels 40. In each air channel 40, a fan 41 is positioned, now arranged for suction of fresh outside air. Via a flexible sleeve 42 coupled to each air duct 40 the sucked-in air can be led to and through the lower cages 38. A mixing unit 43 is provided between each air duct 40 and each sleeve 42 for regulating the mutual ratio of the amount of fresh / outside air sucked in and the amount of sucked-in animals already residing in the animal enclosure 33. 5 air. A certain recirculation flow can thus be created to refresh the climate in the cages 38 and thus optimize it. Several heating elements 45 are arranged in an attic 44 under the roof construction 35 to heat the air contained in the attic 44 to a desired temperature. In each mixing unit 43, this heated air, at least a part thereof, will mix with the fresh, relatively cold outside air. The air mixture then formed will furthermore move via the corresponding sleeve 42 through two adjacent lower cages 38, whereafter the relatively warm air mixture will move upwards as a result of natural convection and thereby refresh the upper cages 38. A part of the ascending air stream will thereby be led through the ventilation openings 36 from the animal enclosure 33, while a remaining part of this ascending air stream will move to the attic 44 to be subsequently heated and further (again) via the mixing unit 43 and the sleeve 42 to be supplied to the pens 38. Depending on certain factors, such as for example the temperature of the atmosphere surrounding the animal enclosure 33, an amount of fresh outside air can be supplied via the mixing unit 43 to the heated air to be supplied to the pens 38 added.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande 25 conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.It will be clear that the invention is not limited to the exemplary embodiments shown and described here, but that within the scope of the appended claims, countless variants are possible which will be obvious to those skilled in the art.

10264481026448

Claims (15)

1. Dierenverblijf, omvattende: - meerdere op verschillende niveaus gepositioneerde hokken voor stalling van 5 dieren, - middelen voor het opwekken van ten minste één luchtstroom, en met het kenmerk, dat het dierenverblijf tevens omvat geleidingsmiddelen voor het geleiden van de luchtstroom naar ten minste een onderste hok.An animal enclosure, comprising: - a plurality of cages positioned at different levels for storing animals, - means for generating at least one air stream, and characterized in that the animal enclosure also comprises guide means for guiding the air stream to at least a lower loft. 2. Dierenverblijf volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen zijn ingericht voor éénzijdige toevoer van de luchtstroom aan ten minste het onderste hok.2. Animal housing as claimed in claim 1, characterized in that the guide means are adapted for one-sided supply of the air flow to at least the lower cage. 3. Dierenverblijf volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen ten minste één kokervormig lichaam omvatten.An animal shelter according to claim 1 or 2, characterized in that the guide means comprise at least one tubular body. 4. Dierenverblijf volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het kokervormig lichaam ten minste gedeeltelijk flexibel is uitgevoerd. 20An animal enclosure according to claim 3, characterized in that the tubular body is at least partially flexible. 20 5. Dierenverblijf volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het kokervormig lichaam ten minste gedeeltelijk star is uitgevoerd.Animal housing according to claim 3 or 4, characterized in that the tubular body is at least partially rigid. 6. Dierenverblijf volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 25 geleidingsmiddelen zijn ingericht voor het geleiden van de luchtstroom naar meerdere hokken.6. Animal housing as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the guide means are adapted to guide the air flow to a plurality of pens. 7. Dierenverblijf volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen in hoofdzaak aansluiten op de luchtstroomopwekkende middelen 307. Animal housing as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the guide means substantially connect to the air-flow generating means 30 8. Dierenverblijf volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen in hoofdzaak aansluiten op, of althans zich uitstrekken tot nabij, het onderste hok. 1026448 *8. Animal housing as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the guide means substantially connect to, or at least extend to, close to the lower cage. 1026448 * 9. Dierenverblijf volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de luchtstroomopwekkende middelen in hoofdzaak boven de hokken zijn gepositioneerd.An animal shelter according to any one of the preceding claims, characterized in that the air-flow generating means are positioned substantially above the cages. 10. Dierenverblijf volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de r 1 ’ ! 5 hokken zijn gerangschikt in kolommen, waarbij tussen de kolommen een gangpad is t gevormd, in welk gangpad de geleidingsmiddelen ten minste gedeeltelijk zijn aangebracht.10. Animal housing as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the r 5 cages are arranged in columns, an aisle being formed between the columns, in which aisle the guide means are arranged at least partially. 11. Dierenverblijf volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 10 dierenverblijf is voorzien van verwarmingsmiddelen voor het verwarmen van de luchtstroom alvorens deze door ten minste het onderste hok wordt geleid.11. Animal housing as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the animal housing is provided with heating means for heating the air flow before it is guided through at least the lower cage. 12. Dierenverblijf volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de luchtstroomopwekkende middelen en/of de verwarmingsmiddelen zijn gekoppeld aan 15 een besturingseenheid.12. Animal housing as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the air flow generating means and / or the heating means are coupled to a control unit. 13. Werkwijze voor het verwarmen van een dierenverblijf volgens een der conclusies 1-12, omvattende de stappen: a) het opwekken van een luchtstroom, 20 b) het middels de geleidingsmiddelen ten minste aan het onderste hok eenzijdig toevoeren van de verwarmde luchtstroom, en c) het na doorstroming van het onderste hok laten stijgen van de verwarmde lucht, zodanig dat bovengelegen hokken worden verwarmd door de luchtstroom.13. Method for heating an animal shelter according to any of claims 1-12, comprising the steps of: a) generating an air flow, b) supplying the heated air flow unilaterally by means of the guide means to the lower cage, and c) allowing the heated air to rise after flowing through the lower cage, such that upper cages are heated by the air flow. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de luchtstroom wordt verwarmd alvorens de luchtstroom aan het onderste hok wordt toegevoerd volgens stap b).A method according to claim 13, characterized in that the air flow is heated before the air flow is supplied to the lower loft according to step b). 15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat het na 30 doorstroming van het onderste hok laten stijgen van de verwarmde lucht volgens stap c) in hoofdzaak geschiedt middels convectiestroming. 102644815. Method as claimed in claim 13 or 14, characterized in that after flowing through the lower cage, the heated air according to step c) is raised substantially by means of convection flow. 1026448
NL1026448A 2004-06-18 2004-06-18 Animal enclosure and method for refreshing an atmosphere present in such an animal enclosure. NL1026448C2 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026448A NL1026448C2 (en) 2004-06-18 2004-06-18 Animal enclosure and method for refreshing an atmosphere present in such an animal enclosure.
DE102005028236A DE102005028236A1 (en) 2004-06-18 2005-06-17 Animal e.g. chicken, housing for use in poultry industry, has guidance unit arranged in such manner that supply of airflow takes place on one side of cages at different levels, where opposite side of each cage is provided with outlet

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026448 2004-06-18
NL1026448A NL1026448C2 (en) 2004-06-18 2004-06-18 Animal enclosure and method for refreshing an atmosphere present in such an animal enclosure.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1026448C2 true NL1026448C2 (en) 2005-12-20

Family

ID=34973902

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026448A NL1026448C2 (en) 2004-06-18 2004-06-18 Animal enclosure and method for refreshing an atmosphere present in such an animal enclosure.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE102005028236A1 (en)
NL (1) NL1026448C2 (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102946719A (en) * 2010-04-20 2013-02-27 海区特克集团股份有限公司 Climate chamber provided with circulation system
WO2021108818A1 (en) 2019-11-26 2021-06-03 Farschi Amir Incubator

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITUA20161885A1 (en) * 2016-03-22 2017-09-22 Officine Facco & C S P A INTEGRATED SHED FOR BREAD BREEDING
NL2019344B1 (en) * 2017-07-25 2019-02-18 Proti Farm R & D B V Method and system for controlling the climate of an insect rearing climate area.
WO2020210739A1 (en) * 2019-04-10 2020-10-15 HiveTech Solutions LLC Mobile indoor controlled apiary system

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2257734A (en) * 1935-08-05 1941-10-07 Austin O Martin Husbandry system
US3396703A (en) * 1965-08-12 1968-08-13 Harry B. Trussell Poultry hatching apparatus
WO1998003058A1 (en) * 1996-07-23 1998-01-29 Bruin Ton Johanna Petrus Anton Cage battery for broiler rearing
NL1012453C1 (en) 1999-06-28 2001-01-02 Vencomatic B V Animal House.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2257734A (en) * 1935-08-05 1941-10-07 Austin O Martin Husbandry system
US3396703A (en) * 1965-08-12 1968-08-13 Harry B. Trussell Poultry hatching apparatus
WO1998003058A1 (en) * 1996-07-23 1998-01-29 Bruin Ton Johanna Petrus Anton Cage battery for broiler rearing
NL1012453C1 (en) 1999-06-28 2001-01-02 Vencomatic B V Animal House.

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102946719A (en) * 2010-04-20 2013-02-27 海区特克集团股份有限公司 Climate chamber provided with circulation system
CN102946719B (en) * 2010-04-20 2014-12-03 海区特克集团股份有限公司 Climate chamber provided with circulation system
WO2021108818A1 (en) 2019-11-26 2021-06-03 Farschi Amir Incubator

Also Published As

Publication number Publication date
DE102005028236A1 (en) 2006-01-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5107792A (en) Arrangement for keeping livestock
RU2556405C2 (en) Method of breeding or growing poultry
KR101677086B1 (en) Weaning piglet house
RU2531615C2 (en) Climate chamber equipped with circulating system
US6374623B1 (en) Stable providing with a climate control system, and also a method for controlling the climate in such a stable
EP2174081A1 (en) Heat exchanger, climate chamber provided with a heat exchanger and use of a climate chamber
US20130125826A1 (en) Accommodation for chicken
NL1026448C2 (en) Animal enclosure and method for refreshing an atmosphere present in such an animal enclosure.
IE48890B1 (en) Animal rearing house
US4314527A (en) Rearing unit
WO2001000013A1 (en) Animal housing
US5168832A (en) Portable frame for a chicken brooder conditioned air system
EP0965266A1 (en) Device for keeping poultry
RU2254712C2 (en) Apparatus for creating microclimate in poultry house
USRE26183E (en) Tinflatable poultry house] ventilated poultry house
JP2547407B2 (en) Ventilation system for windless barn for raising small animals
JPH06197654A (en) Chicken breeding apparatus having ventilation means
EP0001170B1 (en) An improved rearing unit
JPH01101830A (en) Breeding coop for animal of mixed blood
JPS5832603Y2 (en) Feeding equipment
US2019710A (en) Chicken brooder and finishing battery
EP4251928A1 (en) Livestock-housing ventilation system
JP2007330231A (en) Method for blowing wind in barn and device for blowing wind in the same
IE47523B1 (en) An improved rearing unit
HU176826B (en) Cross ventilated coop system

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20100101