NL1026004C2

NL1026004C2 - Combination of two bicycles.

Info

Publication number: NL1026004C2
Application number: NL1026004A
Authority: NL
Inventors: Cornelis Maria Diepstraten
Original assignee: Cornelis Maria Diepstraten
Priority date: 2004-04-22
Filing date: 2004-04-22
Publication date: 2005-10-25

Description

Combinatie van een tweetal fietsen.Combination of two bicycles.

BESCHRIJVINGDESCRIPTION

De uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een 5 tweetal fietsen.The invention relates to a combination of two bicycles.

Gebruikelijk worden fietsen los van elkaar toegepast. Bij gebruikmaken van dergelijke losse fietsen is het weliswaar mogelijk met een tweetal fietsen naast elkaar te rijden, maar zeker indien een van de fietsers onervaren of onzeker is bestaat het gevaar, dat bijvoorbeeld de 10 sturen van de fietsen in elkaar haken en/of dat de ene fietser achterblijft bij de andere fietser en/of dat in het bijzonder een minder ervaren fietser zodanig op het fietsen zelf geconcentreerd 1s, dat het voeren van een gesprek met een dergelijk onervaren fietser onmogelijk is.Usually bicycles are used separately. When such separate bicycles are used, it is indeed possible to ride alongside each other with two bicycles, but certainly if one of the cyclists is inexperienced or uncertain, there is a danger that, for example, the handlebars of the bicycles hook into one another and / or that the one cyclist remains behind the other cyclist and / or that in particular a less experienced cyclist is concentrated on the cycling itself in such a way that it is impossible to have a conversation with such an inexperienced cyclist.

De uitvinding heeft nu betrekking op een combinatie van een 15 tweetal fietsen, waarbij de fietsen naast elkaar zijn opgesteld en waarbij de frames van de fietsen met behulp van tenminste twee op afstand van elkaar gelegen koppelorganen zodanig met elkaar zijn gekoppeld, dat de frames, gezien 1n hun lengterichting, althans nagenoeg onbeweeglijk ten opzichte van elkaar zijn, terwijl de bestuurbare wielen van beide 20 fietsen met behulp van een verder koppel orgaan zodanig met elkaar zijn gekoppeld, dat zij tijdens bedrijf van de fietsen gezamenlijk en in dezelfde richting zullen draaien.The invention now relates to a combination of two bicycles, wherein the bicycles are arranged next to each other and wherein the frames of the bicycles are coupled to each other with the aid of at least two spaced apart coupling members such that the frames, seen In their longitudinal direction, they are at least substantially immovable with respect to each other, while the steerable wheels of both bicycles are coupled to each other by means of a further coupling member such that they will rotate together and in the same direction during operation of the bicycles.

Een dergelijke combinatie van een tweetal fietsen heeft vele voordelen. Zo kunnen een tweetal personen met de fietsen naast 25 elkaar rijden zonder dat de sturen in elkaar kunnen komen. Verder kan het sturen zelf overgelaten worden aan de meest ervaren fietser, terwijl een minder ervaren fietser respectievelijk Iemand die niet meer alleen durft te fietsen, zoals ouderen of mensen met een lichte handicap, ontspannen mee kunnen rijden. Daarbij zal in stilstand de combinatie een stabiele 30 stand innemen, zodat de fietsers niet behoeven af te stappen, hetgeen bijvoorbeeld bij opstoppingen of verkeerslichten een groot voordeel met 1026004= 2 zich mee brengt. Verder zal daarbij bij het weer in beweging stellen van de combinatie geen ongewenste slingerbewegingen optreden,, zoals het geval kan zijn bij het in beweging brengen van een enkele fiets.Such a combination of two bicycles has many advantages. For example, two people can ride the bicycles next to each other without the handlebars coming together. Furthermore, the steering itself can be left to the most experienced cyclist, while a less experienced cyclist or someone who no longer dares to cycle alone, such as the elderly or people with a slight handicap, can ride along relaxed. In combination, the combination will assume a stable position in standstill, so that cyclists do not have to dismount, which, for example, entails a great advantage with 1026004 = 2 in the case of congestion or traffic lights. Furthermore, when the combination is put into motion again, no undesired swinging movements will occur, as may be the case when a single bicycle is set into motion.

Bij voorkeur zijn de koppelorganen loskoppelbaar 5 aangebrachto zodat men de fietsen ook afzonderlijk kan gebruiken en ook gemakkelijk kan opbergen. Ook verkeersomstandigheden„ zoals bijvoorbeeld smalle paden„ kunnen het noodzakclijk maken„ dat de fietsen van elkaar worden losgekoppeld.The coupling members are preferably arranged releasably so that the bicycles can also be used separately and can also be easily stored. Traffic conditions "such as, for example, narrow paths" may make it necessary "for the bicycles to be disconnected from each other.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de 10 hand van enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to a number of embodiments of the construction according to the invention schematically shown in the accompanying figures.

Figuur 1 toont een vooraanzicht op een tweetal naast elkaar geplaatste fietsen.Figure 1 shows a front view of two bicycles placed next to each other.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht op een tweetal fietssturen 15 met een op afstand daarvan weergegeven koppel orgaan.Figure 2 shows a top view of two bicycle handlebars 15 with a coupling member shown at a distance therefrom.

Figuur 3 toont op grotere schaal een deel van de in figuur 2 weergegeven onderdelen in een ten opzichte van figuur 2 over 90° verdraaide stand.Figure 3 shows on a larger scale a part of the parts shown in Figure 2 in a position that is rotated through 90 ° with respect to Figure 2.

Figuur 4 toont een bovenaanzicht op onderdelen gebruikt 20 voor het met elkaar verbinden van de voorste delen van een tweetal naast elkaar opgestelde fietsen.Figure 4 shows a top view of parts used for joining together the front parts of two bicycles arranged next to each other.

Figuur 5 toont een bovenaanzicht op op afstand van elkaar weergegeven onderdelen vóór het verbinden van de frames van een tweetal naast elkaar geplaatste fietsen ter hoogte van de zadels van belde 25 fietsen.Figure 5 shows a top view of parts that are shown at a distance from each other before connecting the frames of two bicycles placed next to each other at the saddles of the bicycles.

Figuur 6 toont op grotere schaal een mogelijke uitvoeringsvorm van een deel van een verbindingsconstructle voor het ter hoogte van de zadels met elkaar verbinden van een tweetal fietsframes.Figure 6 shows on a larger scale a possible embodiment of a part of a connecting structure for connecting two bicycle frames to each other at the height of the saddles.

Figuur 7 toont delen van een koppel orgaan voor het ter 30 hoogte van de zadels met elkaar verbinden van een tweetal fietsframes.Figure 7 shows parts of a coupling member for connecting two bicycle frames to each other at the height of the saddles.

Figuur 8 toont een doorsnede over figuur 7 gezien volgens 1 026004“! 3 de lijn VIII-VIII.Figure 8 shows a cross-section over Figure 7 as viewed according to 026004! 3 the line VIII-VIII.

Figuur 9 toont een doorsnede over figuur 7 gezien volgens de lijn XX-IX.Figure 9 shows a section through Figure 7, taken on the line XX-IX.

Figuren 10 en 11 tonen verschillende standen, die de in 5 figuren 8 en 9 weergegeven delen ten opzichte van elkaar kunnen innemen.Figures 10 and 11 show different positions which the parts shown in Figures 8 and 9 can assume with respect to each other.

Figuur 12 toont een verdere uitvoeringsvorm van een koppel orgaan voor het ter hoogte van de fietssturen met elkaar verbinden van een tweetal fletsframes.Figure 12 shows a further embodiment of a coupling member for connecting two bottle frames to each other at the level of the bicycle handlebars.

Figuur 13 toont een verder koppelorgaan dat in combinatie 10 met het in figuur 12 weergegeven koppelorgaan wordt gebruikt voor het met elkaar verbinden van een tweetal fletsframes ter hoogte van de sturen.Figure 13 shows a further coupling member which in combination with the coupling member shown in Figure 12 is used for connecting two bottle frames at the level of the handlebars.

Figuur 14 toont de aankoppelIng van de in figuren 12 en 13 weergegeven koppel organen aan een aan een fietsframe te bevestigen (bevestigd) verbindingsdeel.Figure 14 shows the coupling of the coupling members shown in Figures 12 and 13 to a connecting part (attached) to a bicycle frame.

15 Figuur 15 toont een bovenaanzicht op een koppelorgaan, dat een tweetal naast elkaar opgestelde fietsframes ter hoogte van de zadels met elkaar verbindt en dat wordt toegepast in combinatie met de 1n figuren 12 en 13 weergegeven koppel organen.Figure 15 shows a top view of a coupling member which connects two bicycle frames arranged next to each other at the height of the saddles and which is used in combination with the coupling members shown in Figures 12 and 13.

Figuur 16 toont een zijaanzicht op figuur 15.Figure 16 shows a side view of Figure 15.

20 Figuur 1 toont schematisch een vooraanzicht op een tweetal naast elkaar geplaatste fietsen 1 =en 2, die op gebruikelijke wijze zijn voorzien van met behulp van sturen 3 bestuurbare voorwielen 4 en van niet nader weergegeven achterwielen.Figure 1 shows diagrammatically a front view of two bicycles 1 = and 2 placed next to each other, which are provided in the usual manner with front wheels 4 that can be controlled with the aid of handlebars 3 and with rear wheels not further shown.

Aan een onder het fietsstuur 3 gelegen bal hoofd 5 van het 25 frame van iedere fiets is een verbindingsstuk β bevestigd. Dit verbindingsstuk kan onder gebruikmaken van op zich bekende en niet nader weergegeven bevestigingsmiddelen vast aan het bal hoofd 5 zijn bevestigd.A connecting piece β is attached to a ball head 5 of the frame of each bicycle located under bicycle handlebar 3. This connecting piece can be fixedly attached to the ball head 5 using per se known and not further shown fixing means.

Ieder verbindingsstuk 6 is voorzien van een tweetal een geheel met het verbindingsstuk vormende en zich vanaf tegenover elkaar 30 gelegen zijkanten van het verbindingsstuk uitstrekkende vleugels 7, die zich evenwijdig uitstrekken aan esn zich loodrecht op de lengterichting 1026004“ 4 van het frame van de desbetreffende fiets uitstrekkend vlak. ïn iedere vleugel 7 zijn een tweetal horizontaal en zich evenwijdig aan de lengterichting van het frame uitstrekkende gaten 8 aangebracht. Voor het ter hoogte van de beide sturen met elkaar verbinden van de beide frames 5 van de fietsen 1 en 2 wordt verder; gebruik gemaakt van koppelorgaan in de vorm van een in doorsnede ronde stang 9, die aan zijn uiteinden is voorzien van uitstekende lippen 10. Aan ieder van deze lippen 10 is een tweetal pennen 11 bevestigd. Verder zijn op de stang een tweetal bussen 12 schuifbaar aangebracht.Each connecting piece 6 is provided with two wings 7 which are integral with the connecting piece and extend from opposite sides of the connecting piece, which wings extend parallel to and perpendicular to the longitudinal direction 1026004 "4 of the frame of the relevant bicycle extended plane. In each wing 7 there are provided two holes 8 extending horizontally and extending parallel to the longitudinal direction of the frame. To connect the two frames 5 of the bicycles 1 and 2 to each other at the level of the two handlebars, it is further necessary; use is made of coupling member in the form of a rod 9 which is round in cross section and which is provided with protruding lips 10 at its ends. Two pins 11 are attached to each of these lips 10. Furthermore, two bushes 12 are slidably mounted on the rod.

10 Uit figuur 4 zal het duidelijk zijn, dat voor het verbinden van de beide fietsframes met elkaar de met het koppel orgaan 9 verbonden pennen 11 in de in de lippen 7 aangebrachte gaten 8 kunnen worden gestoken. Vervolgens kan het koppel orgaan vast met de desbetreffende lippen 7 van de verbindingsstukken 6 worden verbonden door de bussen 12 15 over de tegen elkaar aanliggende! lippen 7 en 10 te schuiven. ïn deze stand kunnen de bussen 12 worden vergrendeld met behulp van in de bussen opgenomen verende grendel kogels 13, die in de vergrendelde stand in geschikte» 1n de vleugels 7 en/of 10 aangebrachte uitsparingen zullen snappen.From figure 4 it will be clear that for connecting the two bicycle frames to each other the pins 11 connected to the coupling member 9 can be inserted into the holes 8 provided in the lips 7. The coupling member can then be fixedly connected to the respective lips 7 of the connecting pieces 6 by the sleeves 12 over the abutting ones. sliding lips 7 and 10. In this position the bushes 12 can be locked with the aid of resilient locking balls 13, which in the locked position will snap into suitable recesses arranged in the wings 7 and / or 10.

20 Door de verbindingsstukken 6 aan weerszijden te voorzien van een vleugel 7 is ten alle tijden een geschikt aankoppelen van een tweetal fietsen met elkaar mogelijk. Indien steeds dezelfde fietsen met elkaar worden gekoppeld zal het eventueel mogelijk zijn om bijvoorbeeld de in figuur 1 weergegeven meest linkse vleugel en meest rechtse vleugel 25 7 weg te laten.By providing the connecting pieces 6 on both sides with a wing 7, suitable coupling of two bicycles with each other is possible at all times. If the same bicycles are always coupled to each other, it will possibly be possible, for example, to omit the leftmost wing and rightmost wing 7 shown in figure 1.

Zoals nader in figuur 2 is weergegeven zijn aan de sturen 3 al dan niét losmaakbare verbindingsorganèn 14 bevestigd, die ieder zijn voorzien van een uitstekende vleugel 15, welke zich in de stand, die het stuur 3 inneemt tijdens recht uit rijden, evenwijdig aan de 30 lengterichting van de fiets uitstrekt. Daarbij zijn In iedere vleugel 15 een tweetal horizontaal verlopende gaten 16 aangebracht, die zich in 1026004- I- 5 bovengenoemde stand van de vleugels 15 loodrecht op de lengterichting van de fiets uitstrekken.As is further shown in Figure 2, the handlebars 3 are connected to detachable or non-detachable connecting members 14, each of which is provided with a protruding wing 15 which, in the position which the handlebar 3 assumes during straight-ahead driving, is parallel to the handlebars. lengthwise direction of the bicycle. In each wing 15 there are provided two horizontally extending holes 16 which extend perpendicularly to the longitudinal direction of the bicycle in the above-mentioned position of the wings 15.

Een door een koppelstang 17 gevormd koppel orgaan is met behulp van zich evenwijdig aan de draaiingsassen van de sturen 5 3 uitstrekkende scharnierpennen 18 scharnierend verbonden met de uiteinden van een tweetal verbindingsstangen 19. Aan de van de scharnierpennen 18 afgekeerde uiteinden van de verbindingsstangen 19 zijn uitstekende vleugels 20 aangebracht. Aan iedere vleugel 20 is een tweetal pennen 21 bevestigd. Het zal duidelijk zijn, dat voor het met behulp van 10 het koppel orgaan 17 onderling verbinden van de beide sturen 3 de aan de vleugels 20 bevestigde pennen 21 kunnen worden ingestoken in de in de vleugels 15 aangebrachte gaten 16, zodanig, dat de vleugels 15 en 20 tegen elkaar aan komen te liggen.A coupling member formed by a coupling rod 17 is pivotally connected by means of hinge pins 18 extending parallel to the rotational axes of the handlebars 3 to the ends of two connecting rods 19. The ends of the connecting rods 19 remote from the hinge pins 18 are projecting wings 20 mounted. Two pins 21 are attached to each wing 20. It will be clear that for connecting the two handlebars 3 to each other with the aid of the coupling member 17, the pins 21 fixed to the wings 20 can be inserted into the holes 16 arranged in the wings 15, such that the wings 15 and 20 come together.

Vervolgens kunnen over de verbindingsstangen 19 geschoven 15 bussen 22 vanuit de in figuur 2 weergegeven stand over de tegen elkaar aanliggende vleugels 15 en 20 worden geschoven» zoals in figuur 3 is weergegeven» waarbij ieder van de bussen 22 in deze stand zal worden vergrendeld door een schematisch aangegeven verende kogel 23, die in een 1n hef verbindingsstuk 14 aangebrachte uitsparing zal snappen.Subsequently, bushes 22 slid over the connecting rods 19 can be slid from the position shown in Figure 2 over the wings 15 and 20 abutting against each other »as shown in Figure 3, each of the bushes 22 being locked in this position by a schematically shown resilient ball 23, which will snap into a recess provided in the connecting piece 14.

20 Naast bovenbeschreven koppel organen 9 en 17, die ter hoogte van de sturen van de beide fietsen tussen de frames van de beide fietsen worden aangebracht zullen de frames van de beide fietsen ook ter hoogte van de zadels met elkaar worden verbonden.In addition to the above-described coupling members 9 and 17, which are arranged between the frames of the two bicycles at the height of the handlebars of the two bicycles, the frames of the two bicycles will also be connected to each other at the height of the saddles.

Hiertoe is iedere fiets voorzien van een verbindingsorgaan 25 24» dat kan zijn bevestigd aan een door een framebuis, een zadelpen of een de zadelpen omgevende buis of dergelijke gevormd orgaan 25 (figuren 5» 6). Het verbindingsorgaan 24 is voorzien van een uitstekende vleugel 26» waarin een tweetal blinde sleufgaten 27 is aangebracht» waarvan de lange assen zich althans nagenoeg verticaal uifstrekken.For this purpose each bicycle is provided with a connecting member 24 which can be attached to a member 25 formed by a frame tube, a seat post or a tube or the like surrounding the seat post (figures 5 - 6). The connecting member 24 is provided with a protruding wing 26 in which two blind slotted holes 27 are provided, the long axes of which extend at least substantially vertically.

30 De zo ter hoogte van de zadels 28 van beide met elkaar te verbinden fietsen aangebrachte verbindingsorganen 24 met de vleugels 26 i> 020004 = 6 en de daarin aangebrachte sleufgaten 27 zijn bestemd voor het met de fietsen koppelen van een koppel orgaan 29. Dit stangvormig koppel orgaan 29 is aan zijn uiteinden voorzien van een tweetal zich loodrecht op de lengterichting van dit koppelorgaan uitstrekkende armen 30 waarover 5 bussen 31 verschuifbaar zijn. Aan de vrije uiteinden van de armen 30 zijn uitstekende vleugels 32 aangebracht. Aan ieder van de vleugel 32 Is een tweetal in doorsnede ronde pennen 33 bevestigd.The connecting members 24 with wings 26 i> 020004 = 6 and the slot holes 27 arranged therein at the level of the saddles 28 of the two bicycles to be connected to each other are intended for coupling a coupling member 29 to the bicycles. coupling member 29 is provided at its ends with two arms 30 extending perpendicularly to the longitudinal direction of this coupling member, over which bushes 31 can be slid. Protruding wings 32 are provided at the free ends of the arms 30. To each of the wing 32 is attached two pins 33 which are round in section.

In het bijzonder uit figuur 5 zal het duidelijk zijn, dat voor het met elkaar koppelen van de beide fietsframes de pennen 33 in de 10 gaten 27 kunnen worden gestoken, waarna de bussen 31 over de tegenover elkaar liggende vleugels 26 en 32 kunnen worden geschoven.In particular from Figure 5 it will be clear that for coupling the two bicycle frames to each other the pins 33 can be inserted into the holes 27, whereafter the bushes 31 can be slid over the opposite wings 26 and 32.

In deze stand kunnen de bussen 31, zoals hierboven ook reeds aangeduid, voor de bussen 12 en 22 worden vergrendeld met behulp van een onder veerdruk staande kogel 34, die kan snappen in een in het 15 verbindingsstuk 24 aangebrachte uitsparing 35.In this position, the bushes 31, as already indicated above, can be locked for the bushes 12 and 22 with the aid of a ball 34 under spring pressure, which can snap into a recess 35 arranged in the connecting piece 24.

Zoals verder uit figuur 8 blijkt sluiten een tweetal begrenzingsvlakken 36 en 37 van de vleugel, waarin de blinde sleufvormige uitsparing 27 uitmondt, een stompe hoek met elkaar in. Het begrenzingsvlak 38 van de vleugel 32, waarop de pennen 33 aansluiten, 20 strekt zich echter evenwijdig uit aan een zich in de lengterichting van de fiets uitstrekkend verticaal staand vlak (figuur 9).As is furthermore apparent from Figure 8, two boundary surfaces 36 and 37 of the wing, into which the blind slot-shaped recess 27 opens, form an obtuse angle with each other. However, the boundary surface 38 of the wing 32, to which the pins 33 connect, extends parallel to a vertical plane extending in the longitudinal direction of the bicycle (Figure 9).

Indien de vleugels 32 en 26 tegen elkaar aanliggen en de beide met elkaar gekoppelde fietsen staan loodrecht, dan zullen de begrenzingsvlakken 36 en 37 ten opzichte van het begrenzingsvlak 38 de in 25 figuur 10 weergegeven stand Innemen. Zoals ook uit deze figuur 10 duidelijk is is de lengte van het sleuf gat 27 waarin een pen 33 is opgenomen groter dan de diameter van de pen 30, terwijl de diameter van de pen 30 tenminste nagenoeg overeen zal komen met de horizontale afmeting van het sleufgat 27. Door deze uitvoering van de verbinding 30 tussen de star met de fietsframes verbonden vleugels 26 en de met het koppel orgaan 29 verbonden vleugels 32 is het mogelijk, dat de fietsen, 1026004- 7 bijvoorbeeld voor aanpassing aan oneffenheden van het grondoppervlak, enigszins ten opzichte van elkaar kunnen verzwenken om zich in de lengterichting van de fietsen uitstrekkende zwenkassen, waarbij de beide vleugels bijvoorbeeld de in figuur 11 weergegeven stand innemen, waarin 5 het begrenzingsvlak 36 van een vleugel 26 aanligt tegen het begrenzingsvlak 38 van een vleugel 32, of een stand waarin het begrenzingsvlak 37 van de vleugel 26 aanligt tegen het begrenzingsvlak 28 van de vleugel 32.If the wings 32 and 26 abut each other and the two bicycles coupled to each other are perpendicular, the boundary surfaces 36 and 37 will assume the position shown in Figure 10 relative to the boundary surface 38. As is also clear from this figure 10, the length of the slot hole 27 in which a pin 33 is received is larger than the diameter of the pin 30, while the diameter of the pin 30 will substantially correspond to the horizontal dimension of the slot hole 27. Due to this embodiment of the connection 30 between the wings 26 rigidly connected to the bicycle frames and the wings 32 connected to the coupling member 29, it is possible that the bicycles 1026004-7, for example for adaptation to unevenness of the ground surface, may slightly can pivot relative to each other about pivot axes extending in the longitudinal direction of the bicycles, the two wings taking, for example, the position shown in Fig. 11, wherein the boundary surface 36 of a wing 26 abuts the boundary surface 38 of a wing 32, or a position in which the boundary surface 37 of the wing 26 rests against the boundary surface 28 of the wing 32.

U1t bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat indien de 10 beide koppel organen 29 en 9 tussen de fietsframes zijn aangebracht deze naast elkaar opgestelde fietsframes in de lengterichting van de fietsen althans nagenoeg onbeweeglijk met elkaar zijn verbonden, terwijl zoals hierboven uiteengezet aan de hand van in het bijzonder de figuren 10 en 11 een zekere beweeglijkheid van de frames ten opzichte van het achterste 15 koppel orgaan 29 om zich in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekkende scharnierassen mogelijk is.From the above it will be clear that if the two coupling members 29 and 9 are arranged between the bicycle frames, these bicycle frames arranged next to each other are at least practically immovably connected to each other in the longitudinal direction of the bicycles, while as explained above with reference to 10 and 11 in particular, a certain mobility of the frames relative to the rear coupling member 29 about pivot axes extending substantially in the horizontal direction is possible.

Verder zal het duidelijk zijn, dat het mogelijk is om nieuwe fietsen standaard uit te rusten met de voor het met de frames verbinden van de koppel organen geschikte verbindingsstukken of dergelijke 20 terwijl aan bestaande fietsen dergelijke verbindingsstukken of dergelijke al dan niet losneembaar aan te brengen zijn.Furthermore, it will be clear that it is possible to equip new bicycles as standard with the connecting pieces or the like suitable for connecting the coupling members to the frames, while on existing bicycles such connecting pieces or the like can be fitted releasably or not. .

De beide van de met elkaar gekoppelde fietsen gebruikmakende personen zullen tijdens het rijden steeds naast elkaar zijn gezeten, hetgeen het onderling contact tussen beide personen 25 bevordert. Daarbij zal een van de beide personen de combinatie van de beide fietsen kunnen besturen daar het door deze persoon te bedienen stuur met behulp van de koppel stang 17 zodanig gekoppeld is met het .The two persons using the bicycles coupled to each other will always be seated next to each other while driving, which promotes mutual contact between the two persons. In this case, one of the two persons will be able to control the combination of the two bicycles, since the handlebar to be operated by this person is coupled to the.

andere stuur, dat beide sturen gelijkmatig en in dezelfde richting zullen verdraaien. Daar de koppel organen tussen de beide fietsen gemakkelijk aan 30 te brengen en te verwijderen zijn kan op eenvoudige en snelle wijze naar wens worden gewisseld tussen gecombineerd gebruik van beide fietsen en 1028004" 8 apart gebruik van een of beide fietsen.other handlebar, that both handlebars will rotate evenly and in the same direction. Since the coupling members between the two bicycles are easy to fit and remove, it is possible to switch easily and quickly between the combined use of the two bicycles and the separate use of one or both bicycles as desired.

Verder kunnen in het bijzonder de bovenbeschreven koppel organen 9 en 29 bijvoorbeeld worden gebruikt voor het aanbrengen van accessoires. Zo kan het aan de voorzijde van de beide fietsen gelegen 5 koppelorgaan 9 zijn voorzien van een witte reflector en het aan de achterzijde gelegen koppelorgaan 29 zijn voorzien van een rode reflector. Verder kunnen de koppel organen 9 en 29 bijvoorbeeld ook worden benut voor het aanbrengen van een regenscherm,, een kaarthouder of dergelijke.Furthermore, in particular the coupling members 9 and 29 described above can be used, for example, for fitting accessories. For example, the coupling member 9 located at the front of the two bicycles can be provided with a white reflector and the coupling member 29 situated at the rear can be provided with a red reflector. Furthermore, the coupling members 9 and 29 can for instance also be used for arranging a rain cover, a card holder or the like.

ïn de figuren 12-16 is een verdere uitvoeringsvorm 10 weergegeven van het met behulp van enige koppel organen met elkaar koppelen van een tweetal naast elkaar geplaatste fietsframes. Daarbij is ieder frame voorzien van een aan het bal hoofd of dergelijk deel van het frame bevestigd verbindingsstuk 39 waaraan een zich althans in hoofdzaak in de horizontale en evenwijdig aan de lengterichting van de fiets 15 uitstrekkende scharnierpen 40 is bevestigd. Om deze scharnierpen is een bus 41 draaibaar maar onverschuifbaar aangebracht. Aan het vrije uiteinde van een stangvormlg deel 43 respectievelijk 44 van een tussen de beide fietsen aan te brengen koppelorgaan 45 is een dergelijke bus 44 bevestigd. De beide stangdelen 43 en 44 zijn aan hun naar elkaar 20 toegekeerde uiteinden voorzien van met de bovenbeschreven lippen 26 en 33 overeenkomende lippen 46 en 47 met daarin aangebrachte sleufgaten 48 respectievelijk daaraan bevestigde pennen 49. De beide stangdelen 43 en 44 worden daarbij in de met elkaar gekoppelde stand vastgehouden met behulp van een over de stangdelen 43 en 44 verschuifbare» met de bus 31 25 overeenkomende bus 50.12-16 shows a further embodiment 10 of coupling two bicycle frames placed next to each other with the aid of some coupling members. Each frame is herein provided with a connecting piece 39 attached to the ball head or like part of the frame, to which a hinge pin 40 extending at least substantially in the horizontal and parallel to the longitudinal direction of the bicycle 15 is attached. A bush 41 is rotatably but non-slidably arranged around this hinge pin. At the free end of a rod-shaped part 43 and 44 of a coupling member 45 to be arranged between the two bicycles, such a bush 44 is attached. The two rod parts 43 and 44 are provided at their ends facing each other with lips 46 and 47 corresponding with the lips 26 and 33 described above with slots 49 arranged therein and pins 49 attached thereto. The two rod parts 43 and 44 are then inserted into the position mutually coupled with the aid of a sleeve 50 which is slidable over the rod parts 43 and 44 and which corresponds to the sleeve 31.

Verder is tussen de beide verbindingsstukken 39 een verdere koppelstang 51 aangebracht, waarvan de uiteinden met behulp van kogel gewrichten 52 losmaakbaar met de verbindingsorganen 39 zijn gekoppeld.A further coupling rod 51 is further arranged between the two connecting pieces 39, the ends of which are releasably coupled to the connecting members 39 by means of ball joints 52.

30 Nabij het zadel is iedere fiets weer op soortgelijke wijze als hierboven aangegeven voorzien van een verbindingsstuk 53 waaraan een 1026004- 9 zich horizontaal uitstrekkende pen 54 is bevestigd (figuren 15, 16). Om de pen 54 is een bus 55 aangebracht,, die tijdens gebruik van de combinatie vrij om de pen 54 kan verdraaien maar niet in lengterichting van de pen 54 kan verschuiven. De beide bussen 55 zijn onderling 5 verbonden met behulp van een aan deze bussen bevestigd koppel orgaan of koppelstang 56.Near the saddle, each bicycle is again provided, in a similar manner as indicated above, with a connecting piece 53 to which a horizontally extending pin 54 is attached (figures 15, 16). Arranged around pin 54 is a bushing 55, which can freely rotate about pin 54 during use of the combination, but cannot shift longitudinally of pin 54. The two bushes 55 are mutually connected by means of a coupling member or coupling rod 56 attached to these bushes.

Deze aan de hand van de figuren 12-16 weergegeven uitvoeringsvorm is in het bijzonder gedacht voor het snel en sportief rijden. Daarbij kunnen bijvoorbeeld bij het rijden door bochten de beide 10 met elkaar gekoppelde fietsen 1 en 2 een schuine stand innemen, schematisch aangeduid in figuur 16, onder het handhaven van hun evenwijdige ligging. Door de bovenbeschreven mogelijkheid tot verzwenken van de de vooreinden van de fietsen met elkaar verbindende koppelstangen kunnen oneffenheden in het wegoppervlak worden opgevangen.This embodiment, shown with reference to Figs. 12-16, has been thought in particular for fast and sporty driving. In this case, for example, when driving through bends, the two bicycles 1 and 2 coupled to each other can assume an inclined position, schematically indicated in Figure 16, while maintaining their parallel position. Due to the above-described possibility of pivoting the coupling bars connecting the front ends of the bicycles, unevenness in the road surface can be absorbed.

15 Zoals nog nader weergegeven in figuur 14 Is althans aan een van de bussen 41 een uitstekend oor 57 bevestigd. Verder is aan het verbindingsstuk 39 een bus 58 bevestigd, waarin een pen 59 verschuifbaar is opgenomen. Daarbij is de pen 59 verschuifbaar tussen een eerste stand, waarin het uiteinde van de pen 59 gelegen is In een gat, dat is 20 aangebracht in het oor 57, en een tweede stand, waarin de pen 59 uit dit gat is teruggetrokken. In laatstgenoemde stand van de pen 59 kunnen de fietsen hellende standen innemen, zoals hierboven beschreven, terwijl indien de pen 59 in het gat in het oor 57 gestoken is een verzwenking van de fietsen niet mogelijk is en de fietsen eenzelfde stand ten opzichte 25 van elkaar zullen innemen als bij de uitvoeringsvorm zoals beschreven aan de hand van de figuren 1-11.As further shown in Figure 14, at least one of the sleeves 41 has a protruding ear 57 attached. Furthermore, a sleeve 58 is attached to the connecting piece 39, in which a pin 59 is slidably received. The pin 59 is thereby slidable between a first position, in which the end of the pin 59 is located, in a hole arranged in the ear 57, and a second position, in which the pin 59 is withdrawn from this hole. In the last-mentioned position of the pin 59 the bicycles can assume inclined positions, as described above, while if the pin 59 is inserted into the hole in the ear 57 a pivoting of the bicycles is not possible and the bicycles have the same position relative to each other as in the embodiment as described with reference to Figures 1-11.

1028004"1028004 "

Claims

1. Combination of two bicycles wherein the bicycles are arranged next to each other and wherein the frames of the bicycles are coupled to each other with the aid of at least two spaced apart coupling members such that the frames »at least seen in their longitudinal direction» are practically immovable with respect to each other, while the steerable wheels of both bicycles are coupled to each other with the aid of a further coupling member such that they will rotate together and in the same direction during use of the bicycles.

2. Combination as claimed in claim 1, characterized in that the coupling members are detachably connected to the frames of the bicycles.

3. Combination as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the coupling member and a connecting piece connected to the frame are provided with lips which can be placed against each other for connecting the coupling member to the respective frame, one of the lips are provided with protruding pins and the other lip is provided with holes for receiving the pins and furthermore a bush is slidable over the lips 20 for holding the lips in the mutually coupled position.

4. Combination as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the lips are arranged at the ends of a coupling rod forming a coupling member, while the bushes are slidable over the coupling rod.

5. Combination as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the coupling member connecting the handlebars with its ends is hingedly connected to connecting pieces which are provided with the lips at their ends remote from the coupling rod, while the bushings over the connecting pieces are slidable.

6. Combination as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that a coupling member arranged near a rear end of the bicycle is freely pivotable over a limited angle with respect to the frame of the bicycle about a substantially horizontal and in pivot axis extending in the longitudinal direction of the bicycle.

7. Combination as claimed in claim 6, characterized in that the pivotability is effected in that at least one of the lips on its side facing the other lip is bounded by two boundary surfaces enclosing an obtuse angle with one another, while the bounding surfaces in one of the lips Holes provided for receiving the pins attached to the other lip are formed by slotted holes, the long axes of which extend substantially parallel to a vertical plane.

8. Combination as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the two frames are connected near the front with the aid of two coupling members located at different heights.

9. Combination as claimed in claim 8, characterized in that one of the coupling members is made up of two parts which can be pivoted through a limited angle about a pivot axis extending at least substantially horizontally and extending transversely to the longitudinal direction of the bicycles.

10. Combination as claimed in claim 8 or 9, characterized in that one of the coupling rods is provided at its ends with ball hinges for connection to the frame »

11. Combination as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the coupling members connecting the frames near their ends are freely pivotable relative to the respective frames about pivot axes extending substantially horizontally and extending in the longitudinal direction of the frames.

12. Combination as claimed in claim 11, characterized in that at least one of the coupling members can be locked against pivoting about the pivot axes extending at least substantially horizontally and in the longitudinal direction of the frames. 1026ΟΘ4 "