NL1025855C2 - Conveyor for conveying material through tube circuit, has drive mechanism having coils that generate varying magnetic field to drive conveyor flights in drive direction - Google Patents

Conveyor for conveying material through tube circuit, has drive mechanism having coils that generate varying magnetic field to drive conveyor flights in drive direction Download PDF

Info

Publication number
NL1025855C2
NL1025855C2 NL1025855A NL1025855A NL1025855C2 NL 1025855 C2 NL1025855 C2 NL 1025855C2 NL 1025855 A NL1025855 A NL 1025855A NL 1025855 A NL1025855 A NL 1025855A NL 1025855 C2 NL1025855 C2 NL 1025855C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
circuit
disc
tube
shaped body
Prior art date
Application number
NL1025855A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Leon Fatima Peter H Raijmakers
Original Assignee
Leon Fatima Peter H Raijmakers
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Leon Fatima Peter H Raijmakers filed Critical Leon Fatima Peter H Raijmakers
Priority to NL1025855A priority Critical patent/NL1025855C2/en
Priority to PCT/NL2004/000840 priority patent/WO2005054093A1/en
Priority to EP04808756A priority patent/EP1699715A1/en
Priority to US10/581,337 priority patent/US20070170043A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1025855C2 publication Critical patent/NL1025855C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G54/00Non-mechanical conveyors not otherwise provided for
    • B65G54/02Non-mechanical conveyors not otherwise provided for electrostatic, electric, or magnetic
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G19/00Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors
    • B65G19/14Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors for moving bulk material in closed conduits, e.g. tubes

Abstract

A series of conveyor flights (63) is movably arranged in a circulating tube circuit (61). The conveyor flights are spaced apart by an endless circulating cable (62). A drive mechanism is comprised of coils (70,80,81) that generate a varying magnetic field within a drive path for driving the conveyor flights situated within the drive path in a drive direction. Independent claims are also included for the following: (A) a drive mechanism; (B) a guiding device; (C) a conveyor flight; (D) a conveyance tube; and (E) a method for conveying material.

Description

TransporteurTransporter

De uitvinding heeft betrekking op een transporteur voor materiaal met fluïde eigenschappen, in het bijzonder voor vloeistoffen, gassen en stortgoed zoals bijvoorbeeld granulaten (bijvoorbeeld zand, cement, granen, 5 suiker, pinda's, cacaobonen of melkpoeder), maar ook andere materialen zoals tabak- of theebladeren. De uitvinding heeft verder betrekking op een aandrijfinrichting voor een transporteur.The invention relates to a conveyor for material with fluid properties, in particular for liquids, gases and bulk materials such as, for example, granulates (e.g. sand, cement, grains, sugar, peanuts, cocoa beans or milk powder), but also other materials such as tobacco or tea leaves. The invention further relates to a drive device for a conveyor.

Voor het transport van stortgoed wordt tot op 10 heden bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een schijvenelevator omvattende een rond zijn hartlijn roteerbare nestenschijf die voorzien is van een uitwendig loopvlak waaromheen een eindloze kabel of ketting geleid is. Deze eindloze kabel of ketting draagt een reeks transportschijven die op regelma-15 tige afstand langs de kabel of ketting verdeeld zijn. De transportschijven zijn opneembaar in de nesten van de nestenschijf. De eindloze kabel of ketting is aandrijfbaar door de nestenschijf zodanig dat in een aandrijftoestand '102 5855 2 telkens tenminste één van de transportschijven aanligt tegen een aanslagvlak behorende bij het nest waarin die transportschijf is opgenomen.For the transport of bulk goods, use has been made, for example, up to now of a disc elevator comprising a nesting disc rotatable about its axis and provided with an external tread around which an endless cable or chain is guided. This endless cable or chain carries a series of transport discs which are distributed along the cable or chain at regular intervals. The transport discs can be accommodated in the nests of the nest disc. The endless cable or chain is drivable through the nesting disc such that, in a driving state, at least one of the transport discs abuts against an abutment surface associated with the nest in which said transport disc is accommodated.

De eindloze kabel of ketting wordt door kokers 5 geleid welke een inlaat en een uitlaat voor het stortgoed bezit. In bedrijf voeren de transportschijven het te transporteren stortgoed van de inlaat naar de uitlaat. Hierbij wordt de eindloze kabel of ketting blootgesteld aan trek-belastingen, waardoor rek kan optreden. Een dergelijke rek 10 van de kabel of ketting heeft onder meer tot gevolg dat de lengte van de kabel of ketting toeneemt, de afstand tussen de transportschijven verloopt, en slijtageverschijnselen aan de nestenschijf, kabel en/of transportschijven optreden.The endless cable or chain is guided through tubes 5 which have an inlet and an outlet for the bulk material. In operation, the transport discs carry the bulk material to be transported from the inlet to the outlet. The endless cable or chain is hereby subjected to tensile loads, which can cause elongation. Such a stretch of the cable or chain has, inter alia, the result that the length of the cable or chain increases, the distance between the transport discs extends, and signs of wear occur on the nest disc, cable and / or transport discs.

Daarnaast is de nestenschijf aan zijn omtrek 15 voorzien van uitsparingen of nesten die plaats bieden aan de transportschijven. De eindloze kabel of ketting die de transportschijven draagt is om het uitwendig loopvlak van de nestenschijf geleid. Het punt waar het uitwendig loopvlak overgaat in een uitsparing, veroorzaakt een puntbelas-20 ting op de kabel of ketting en een puntbelasting op de randen waar het loopvlak overgaat in de uitsparingen. Deze gedeelten van de bekende inrichting zijn hierdoor extra gevoelig voor slijtage.In addition, the nesting disc is provided at its circumference with recesses or nests that can accommodate the transport discs. The endless cable or chain that carries the transport discs is guided around the external tread of the nesting disc. The point where the external tread changes into a recess causes a point load on the cable or chain and a point load on the edges where the tread changes into the recesses. These parts of the known device are therefore extra susceptible to wear.

Een doel van de uitvinding is om hierin verbete-25 ring te brengen.An object of the invention is to improve on this.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een transporteur voor materiaal, omvattende een omlopend buiscircuit, een reeks materiaalmeenemers, 30 een of meer af standhouders voor het afstand van elkaar houden van de materiaalmeenemers in het omlopend buiscircuit, en '102 5855 3 een aandrijf inrichting voor het opwekken van een aandrijvende kracht over een aandrijftraject langs althans een deel van het omlopend . buiscircuit, waarbij de aandrijvende kracht aandrijvend aangrijpt op de 5 materiaalmeenemers die zich binnen het aandrijftraject bevinden.To this end, the invention provides a material conveyor comprising a circulating tubing circuit, a series of material carriers, one or more spacers for spacing the material carriers in the circulating tubing circuit, and a drive device for generating of a driving force over a driving path along at least a part of the surrounding. tubing circuit, the driving force engagingly engaging the material drivers located within the driving path.

De aandrijvende kracht grijpt op materiaalmeenemers aan die zich binnen het aandrijftraject bevinden, onafhankelijk van de positie van de materiaalmeenemers 10 binnen het aandrijftraject. Hierdoor kunnen de materiaalmeenemers worden a'angedreven, onafhankelijk van de onderlinge afstand tussen de materiaalmeenemers. Slijtage-verschijnselen die voortkomen uit een verandering in de onderlinge afstand tussen de materiaalmeenemers kunnen 15 sterk gereduceerd worden.The driving force acts on material drivers that are located within the driving path, independently of the position of the material drivers 10 within the driving path. This allows the material drivers to be driven independently of the mutual distance between the material drivers. Wear phenomena resulting from a change in the mutual distance between the material drivers can be greatly reduced.

De transporteur volgens de uitvinding voorzien van een aandrijving onafhankelijk van de afstand tussen de materiaalmeenemers heeft verder het voordeel dat een regelmatige controle en/of bijstelling van de aandrijf-20 inrichting voor een verandering van de onderlinge afstand tussen de materiaalmeenemers, minder frequent noodzakelijk is of zelfs geheel achterwege kan blijven.The conveyor according to the invention provided with a drive independent of the distance between the material carriers furthermore has the advantage that a regular check and / or adjustment of the drive device for a change in the mutual distance between the material carriers is required less frequently or even completely omitted.

In een eerste uitvoeringsvorm omvatten de een of meer afstandhouders een omlopend eindloos transportmiddel, 25 waarbij genoemde materiaalmeenemers op althans regelmatige afstand van elkaar, aan het transportmiddel gekoppeld zijn. Het transportmiddel omvat bij voorkeur een eindloze kabel of ketting die voorzien is van de reeks materiaalmeenemer, bijvoorbeeld in de vorm van transportschijven, die op 30 regelmatige afstand langs de kabel of ketting verdeeld zijn.In a first embodiment, the one or more spacers comprise a circumferential endless transport means, wherein said material carriers are coupled to the transport means at least at regular intervals from each other. The transport means preferably comprises an endless cable or chain which is provided with the series of material carrier, for example in the form of transport discs, which are distributed along the cable or chain at regular intervals.

102 5855102 5855

( I(I

44

In een tweede uitvoeringsvorm omvat elk van de genoemde materiaalmeenemers een afstandhouder, waarbij de afstandhouder vanaf de materiaalmeenemers in de richting van een volgende naastgelegen materiaalmeenemer in het 5 buiscircuit uitsteekt. Daar de aandrijfinrichting aangrijpt op de materiaalmeenemers en de afstandhouder van de materiaalmeenemers zorgen voor de juiste onderlinge afstand tussen de materiaalmeenemers is een onderlinge koppeling van de materiaalmeeners door middel van een eindloze kabel 10 of ketting zoals gebruikt in de bekende schijvenelevator niet meer nodig. De individuele materiaalmeenemers kunnen achtereenvolgens in het buiscircuit geplaatst worden, waarbij een afstandhouder van een eerste materiaalmeenemer tegen een naburige tweede materiaalmeenemer kan aanliggen. 15 Bij een aandrijven van deze eerste materiaalmeenemer, zal deze de stroomafwaarts gelegen tweede en verdere materiaalmeenemers voort duwen. Op een dergelijke wijze vormen de achter elkaar geplaatste materiaalmeenemers een trein van elkaar voortduwende materiaalmeenemers.In a second embodiment, each of said material carriers comprises a spacer, the spacer protruding from the material carriers in the direction of a next adjacent material carrier in the tubing circuit. Since the driving device engages with the material carriers and the spacer of the material carriers ensure the correct mutual distance between the material carriers, an interconnection of the material carriers by means of an endless cable or chain as used in the known disk elevator is no longer necessary. The individual material carriers can be successively placed in the tubing circuit, whereby a spacer of a first material carrier can abut against an adjacent second material carrier. When this first material carrier is driven, it will push the second and further material carriers downstream. In such a way, the material drivers placed one behind the other form a train of material drivers moving along one another.

20 Deze tweede uitvoeringsvorm biedt grote voordelen ten opzichte van de bekende inrichtingen:This second embodiment offers great advantages over the known devices:

Ten eerste kunnen de materiaalmeenemers eenvoudig afzonderlijk in het buiscircuit geplaatst worden en uit het buiscircuit genomen worden. Door het gebruik van losse 25 materiaalmeenemers is onderhoud en reiniging van de transporteur gemakkelijker uit te voeren. Bovendien wordt de montage van de transporteur aanzienlijk vereenvoudigd; de kabel of ketting hoeft niet meer door het buiscircuit gevoerd te worden en daarna tot een eindloze kabel of 30 ketting gevormd te worden. Deze koppeling van de uiteinden van de kabel of ketting bleek een zwak punt in de constructie van de bekende schijvenelevator te zijn.Firstly, the material drivers can easily be placed separately in the pipe circuit and taken out of the pipe circuit. The use of separate material carriers makes maintenance and cleaning of the conveyor easier. Moreover, the assembly of the conveyor is considerably simplified; the cable or chain no longer needs to be fed through the tubing circuit and then formed into an endless cable or chain. This coupling of the ends of the cable or chain was found to be a weak point in the construction of the known disk elevator.

102 5855 5102 5855 5

Ten tweede is de lengte van de transporteur gemakkelijk instelbaar. Zolang de totale lengte in hoofdzaak gelijk is aan een geheel aantal keer de lengte van een materiaalmeenemer met af standhouder, dan kan dit 5 aantal materiaalmeenemers, bij voorkeur met enige speling, in het buiscircuit geplaatst worden.Secondly, the length of the conveyor is easily adjustable. As long as the total length is substantially equal to an integer number of times the length of a material carrier with spacer holder, then this number of material carriers, preferably with some play, can be placed in the tube circuit.

Bij voorkeur is de af standhouder van een eerste materiaalmeenemer aan een van deze materiaalmeenemer afkeerde zijde voorzien van een eerste aanligvlak. Dit 10 eerste aanligvlak is ingericht om, althans tijdens het voortduwen van een stroomafwaarts gelegen naburige materiaalmeenemer, tegen een tweede aanligvlak van de naburige materiaalmeenemer aan te liggen.The spacer holder of a first material carrier is provided with a first abutment surface on a side remote from this material carrier. This first abutment surface is adapted to abut against a second abutment surface of the neighboring material carrier, at least during the pushing of a downstream neighboring material carrier.

Bij voorkeur zijn de materiaalmeenemers los van 15 elkaar in het buiscircuit geplaatst. Bij voorkeur ligt, althans tijdens de rondloop van de materiaalmeenemers door het buiscircuit, hét eerste aanligvlak niet continu aan tegen het tweede aanligvlak. Indien bijvoorbeeld de stroomafwaarts gelegen naburige materiaalmeenemer wordt 20 aangedreven door de aandrijfinrichting en de eerste materiaalmeenemer op dat moment nog geen aandrijfkracht ondervindt, kunnen het eerste en tweede aanligvlak los van elkaar komen. Een mogelijke ophoping van het te transporteren materiaal tussen het eerste en tweede 25 aanligvlak kan hierdoor althans grotendeels voorkomen worden.The material drivers are preferably placed separately in the tube circuit. Preferably, at least during the circulation of the material carriers through the tubing circuit, the first abutment surface does not lie continuously against the second abutment surface. For example, if the downstream neighboring material carrier is driven by the driving device and the first material carrier does not yet experience any driving force, the first and second abutment surface can come apart. A possible accumulation of the material to be transported between the first and second abutment surface can hereby at least largely be prevented.

In deze tweede uitvoeringsvorm kan de afstand-houder van een eerste materiaalmeenemer koppelbaar zijn met een tweede materiaalmeenemer. Hierdoor kan een dergelijke 30 eerste materiaalmeenemer een stroomopwaarts gelegen verdere materiaalmeenemer met zich meetrekken en een stroomafwaarts gelegen verdere materiaalmeenemer voortduwen.In this second embodiment, the spacer of a first material carrier can be connectable to a second material carrier. As a result, such a first material carrier can pull an upstream material carrier upstream and push a further material carrier downstream.

102 5855 i ι 6102 5855 6

In een uitvoeringsvorm omvatten de materiaalmeenemers ten minste één schijf vormig lichaam met een buitenomtrek die althans nagenoeg gelijk is aan de binnenomtrek van het buiscircuit. Bij voorkeur sluiten de 5 één of meer afstandhouders in hoofdzaak op het midden van het schijfvormige lichaam aan. Bij voorkeur strekt één van de één of meer afstandhouders zich langs de as van het schijfvormig lichaam uit, in hoofdzaak loodrecht op het vlak van de schijf.In one embodiment, the material drivers comprise at least one disc-shaped body with an outer circumference that is at least substantially equal to the inner circumference of the pipe circuit. The one or more spacers preferably connect substantially to the center of the disc-shaped body. Preferably, one of the one or more spacers extends along the axis of the disc-shaped body, substantially perpendicular to the plane of the disc.

10 Bij voorkeur omvat het schij fvormige lichaam aan een eerste eindvlak de één of meer afstandhouders voorzien van een eerste aanligvlak aan een van het schij fvormige lichaam afkeerde zijde hiervan, en omvat het schijfvormige lichaam aan een tweede eindvlak een tweede aanligvlak.Preferably, the disc-shaped body on a first end surface comprises the one or more spacers provided with a first abutment surface on a side thereof remote from the disc-shaped body, and the disc-shaped body comprises a second abutment surface on a second end surface.

15 Bij voorkeur omvat het schij fvormige lichaam een omlopende rand, welke omlopende rand uit het vlak van het schijfvormige lichaam uitsteekt. Bij voorkeur steekt de omlopende rand in hoofdzaak loodrecht uit het vlak van het schijfvormige lichaam uit. Bij voorkeur steekt de omlopende 20 rand aan beide zijden van het schijfvormige lichaam uit het vlak van het schijfvormige lichaam uit. Door de omlopende rand verkrijgt het schijfvormige lichaam een cilindervormig omtrekvlak, waardoor een kantelen van het schijfvormige lichaam althans grotendeels kan worden voorkomen. Het 25 cilindervormige omtrekvlak zorgt voor een geleiding van het schijfvormige lichaam door het buiscircuit.The disc-shaped body preferably comprises a circumferential edge, which circumferential protrudes from the plane of the disc-shaped body. The circumferential edge preferably protrudes substantially perpendicularly from the plane of the disc-shaped body. Preferably the circumferential edge on both sides of the disc-shaped body protrudes from the plane of the disc-shaped body. As a result of the circumferential edge, the disc-shaped body obtains a cylindrical circumferential surface, as a result of which tilting of the disc-shaped body can at least largely be prevented. The cylindrical circumferential surface ensures that the disc-shaped body is guided through the tube circuit.

Bij voorkeur omvatten de materiaalmeenemers althans aan hun buitenzijde een laag van Polyetheen, bij voorkeur Polyetheen met een ultra hoog molecuul gewicht dat 30 aangeduid wordt met UHMWPE. Deze kunststof is namelijk zeer taai en slijtage bestendig.The material carriers preferably comprise at least on their outer side a layer of polyethylene, preferably polyethylene with an ultra high molecular weight which is designated UHMWPE. This plastic is very tough and wear-resistant.

'102 58 55 1 t 7102 58 55 1 7

In een uitvoeringsvorm is het aandrijf traject in hoofdzaak lineair. De aandrijfinrichting grijpen de materiaalmeenemers hierbij aan op een recht stuk van het buiscircuit, bijvoorbeeld in een retour leiding tussen de 5 uitlaat en de inlaat. Deze lineaire tractie heeft ten opzicht van de bekende circulaire tractie het voordeel dat de aandrijving over een langer traject plaats kan vinden. Bovendien wordt bij een transporteur met een transportmiddel in de vorm van een kabel of ketting een 10 puntbelasting op de kabel of ketting en een puntbelasting op de randen waar het loopvlak overgaat in de nesten, geheel of gedeeltelijk vermeden, waardoor slijtage-verschijnselen sterk gereduceerd worden.In one embodiment, the driving path is substantially linear. The drive device here engages the material drivers on a straight part of the pipe circuit, for example in a return line between the outlet and the inlet. This linear traction has the advantage over the known circular traction that the drive can take place over a longer path. Moreover, in the case of a conveyor with a means of transport in the form of a cable or chain, a point load on the cable or chain and a point load on the edges where the tread changes into the nests, is wholly or partly avoided, so that wear phenomena are greatly reduced .

In een uitvoeringsvorm omvat althans een deel van 15 de materiaalmeenemers eerste magneten. Hierdoor kunnen bewegingen van de materiaalmeenemers in het buiscircuit door middel van magnetische velden beïnvloed worden.In an embodiment, at least a part of the material carriers comprises first magnets. As a result, movements of the material drivers in the tube circuit can be influenced by means of magnetic fields.

Bij voorkeur zijn de eerste magneten in het schijfvormig lichaam van de materiaalmeenemers geplaatst. 20 Bij voorkeur zijn aan weerszijde van de eerste magneten metalen platen geplaatst, bij voorkeur strekken deze metalen platen zich in hoofdzaak parallel uit ten opzichte van de eindvlakken van het schi j fvormige lichaam. Bij voorkeur omvatten de metalen platen, stalen platen.The first magnets are preferably placed in the disc-shaped body of the material carriers. Metal plates are preferably placed on either side of the first magnets, preferably these metal plates extend substantially parallel to the end faces of the disc-shaped body. Preferably the metal plates comprise steel plates.

25 In een uitvoeringsvorm omvat de aandrijf inrichting één of meer langs het buiscircuit geplaatste tweede magneten voor het opwekken van een magnetische veld voor het uitoefenen van een aandrijvende kracht op het deel materiaalmeenemers voorzien van een 30 magneet. De magnetische velden die opgewekt kunnen worden door de één of meer tweede magneten die langs het buiscircuit geplaatst zijn hebben een zekere reikwijdte » '102 5855 8 waarover de magnetische velden een aandrijvende kracht kunnen uitoefenen op een materiaalmeenemer voorzien van een magneet. Deze reikwijdte vormt het aandrijftraject voor de betreffende één of meer magneten. Binnen dit aandrijf-5 traject kunnen materiaalmeenemers voorzien van een magneet aangedreven worden, onafhankelijk van de positie van deze materiaalmeenemers binnen dit aandrijftraject.In one embodiment, the driving device comprises one or more second magnets placed along the tube circuit for generating a magnetic field for exerting a driving force on the part of material carriers provided with a magnet. The magnetic fields that can be generated by the one or more second magnets placed along the tube circuit have a certain range, over which the magnetic fields can exert a driving force on a material carrier provided with a magnet. This range forms the driving path for the relevant one or more magnets. Within this driving path material drivers provided with a magnet can be driven independently of the position of these material drivers within this driving path.

Een verder voordeel van een dergelijke inrichting is dat er geen fysiek contact tussen de aandrijfinrichting 10 en^ de materiaalmeenemers nodig is om deze aan te drijven. Indien het buiscircuit, althans een gedeelte nabij de één of meer magneten, in hoofdzaak van een materiaal vervaardigd is waardoor het magnetisch veld binnen het buiscircuit door kan dringen, zoals bijvoorbeeld kunststof, 15 kunnen de magneten voor het aandrijven van de materiaalmeenemers aan of nabij de buitenzijde van het buiscircuit aangebracht worden. De aandrijfinrichting kan dan buiten het buiscircuit geplaatst te worden, waardoor deze dan ook geen bron vormt voor vervuiling van de 20 binnenzijde van het buiscircuit en/of het transportmiddel. Dit is onder andere voordelig voor het toepassen van de transporteur volgens de uitvinding in bijvoorbeeld de farmaceutische- of voedingsmiddelen industrie, waar vervuiling tot een minimum beperkt dient te blijven.A further advantage of such a device is that no physical contact between the driving device 10 and the material drivers is required to drive it. If the tube circuit, at least a portion near the one or more magnets, is substantially made of a material through which the magnetic field can penetrate within the tube circuit, such as for instance plastic, the magnets for driving the material carriers on or near the be installed on the outside of the pipe circuit. The drive device can then be placed outside the tube circuit, so that it therefore does not form a source for contamination of the inside of the tube circuit and / or the transport means. This is advantageous, inter alia, for using the conveyor according to the invention in, for example, the pharmaceutical or food industry, where contamination must be kept to a minimum.

25 In een verdere uitvoeringsvorm omvat de transporteur één of meer langs het buiscircuit geplaatste derde magneten voor het opwekken van een magnetisch veld voor het naar het midden van een buis van het buiscircuit dwingen van althans het deel materiaalmeenemers voorzien 30 van een magneet. Hiermee kan bijvoorbeeld voorkomen worden dat de materiaalmeenemers voorzien van magneten of ferromagnetische materialen in een bocht tegen de 102 58 55 9 binnenwand van het buiscircuit aanwrijven. Door dit aanwrijven wordt het transportmiddel namelijk afgeremd, hetgeen nadelig kan zijn voor de werking en/of het energieverbruik van de transporteur.In a further embodiment, the conveyor comprises one or more third magnets placed along the pipe circuit for generating a magnetic field for forcing at least the part of material carriers provided with a magnet to the center of a pipe of the pipe circuit. In this way it can be prevented, for example, that the material drivers provided with magnets or ferromagnetic materials rub in a bend against the inner wall of the pipe circuit. This is because the rubbing means slows down the means of transport, which can be detrimental to the operation and / or energy consumption of the conveyor.

5 In een uitvoeringsvorm omvatten de tweede en/of derde magneten elektromagneten. Hierdoor kan de sterkte van de magnetische velden op de gewenste waarden ingesteld worden, waardoor de werking van de transporteur geoptimaliseerd kan worden.In an embodiment the second and / or third magnets comprise electromagnets. The strength of the magnetic fields can hereby be adjusted to the desired values, whereby the operation of the conveyor can be optimized.

10 Bij voorkeur omvat de transporteur sensoren voor het detecteren van de positie van ten minste één materiaalmeenemer ten opzichte van de tweede en/of derde magneten, en besturingsinrichting voor het bekrachtigen van de tweede en/of derde magneten in afhankelijkheid van die 15 positie.Preferably, the conveyor comprises sensors for detecting the position of at least one material carrier relative to the second and / or third magnets, and a control device for energizing the second and / or third magnets in dependence on that position.

Bij voorkeur . zijn de sensoren en/of de besturingsinrichting ingericht voor het bepalen van de snelheid van de ten minste één materiaalmeenemer. De besturingsinrichting kan de tweede en/of derde magneten 20 dan ook bekrachtigen in afhankelijkheid van de snelheid.Preferably . the sensors and / or the control device are adapted to determine the speed of the at least one material driver. The control device can therefore energize the second and / or third magnets 20 depending on the speed.

In een uitvoeringsvorm is een transportbuis van althans een deel van het buiscircuit nabij de tweede en/of derde magneten, in hoofdzaak van kunststof, bijvoorbeeld van Poly-Urethaan (PU), vervaardigd is.In one embodiment, a transport tube of at least a part of the tube circuit near the second and / or third magnets is substantially made of plastic, for example Poly-Urethane (PU).

25 Verder is het voordeling indien althans dit kunststof deel van de transportbuis voorzien is van een elektrisch geleidende laag voor het afvoeren van statische elektriciteit. Bij voorkeur is deze laag aan de buitenzijde van de transportbuis aangebracht, bij voorkeur in de vorm 30 van een met koolstof gevulde kunststof, bijvoorbeeld omvat deze laag hergebruikte kunststof zoals een zogenaamd regeneraat.Furthermore, it is an advantage if at least this plastic part of the transport tube is provided with an electrically conductive layer for discharging static electricity. This layer is preferably arranged on the outside of the transport tube, preferably in the form of a carbon-filled plastic, for example this layer comprises recycled plastic such as a so-called regenerate.

102 5855 10102 5855 10

Voor het controleren de mate van slijtage aan de binnenzijde van althans het kunststoffen deel van de transportbuis zijn in de wand van deze transportbuis één of meer geleiders geplaatst, zoals bijvoorbeeld licht-5 geleiders, elektriciteitsgeleiders of drukleidingen. In bedrijf wordt licht, elektriciteit of een gas onder druk aan het ene uiteinde van deze geleiders ingekoppeld en wordt aan het andere uiteinde detectiemiddelen geplaatst voor het detecteren van variaties op de lichtintensiteit, 10 elektrische spanning of gasdruk. Indien de binnenwand dermate afgesleten is dat aldaar de geleider aan het oppervlak komt, zal dit detecteerbaar zijn door de detectiemiddelen, en kan de versleten transportbuis of althans een versleten deel daarvan, vervangen worden.For checking the degree of wear on the inside of at least the plastic part of the transport pipe, one or more conductors are placed in the wall of this transport pipe, such as for instance light conductors, electrical conductors or pressure pipes. In operation, light, electricity or a pressurized gas is coupled at one end of these conductors and detection means are placed at the other end for detecting variations in light intensity, electrical voltage or gas pressure. If the inner wall is worn to such an extent that the conductor reaches the surface there, this will be detectable by the detection means, and the worn-down transport pipe or at least a worn part thereof can be replaced.

15 In een verdere uitvoeringsvorm omvat de aandrijfinrichting ten minste één bandtransporteur voorzien van een omlopende transportband, . waarbij de bandtransporteur in het buiscircuit geplaatst is voor een aandrijvend aangrijpen van de transportband aan een omtrek 20 van de materiaalmeenemers. Het naar de binnenzijde van het buiscircuit gerichte vlak van de transportband maakt deel uit van het binnenoppervlak van het buiscircuit en is ingericht voor het aandrijvend aangrijpen van de materiaalmeenemers. Bij voorkeur is de bandtransporteur 25 zodanig in het buiscircuit geplaatst dat deze de materiaalmeenemers over de gehele lengte van de bandtransporteur waar de transportband deel uitmaakt van het binnenoppervlak van het buiscircuit, aandrijvend kan aangrijpen. Deze lengte vormt een aandrijftraject 30 waarbinnen materiaalmeenemers door de transportband worden aangegrepen, onafhankelijk van de positie van de materiaalmeenemers binnen dit aandrijftrajeet.In a further embodiment the drive device comprises at least one belt conveyor provided with a circulating conveyor belt. wherein the belt conveyor is placed in the tubing circuit for driving engagement of the conveyor belt on a circumference of the material drivers. The surface of the conveyor belt directed towards the inside of the tubular circuit forms part of the inner surface of the tubular circuit and is adapted to drive the material drivers in a driving manner. The belt conveyor 25 is preferably placed in the tube circuit such that it can drive the material carriers over the entire length of the belt conveyor where the conveyor belt forms part of the inner surface of the tube circuit. This length forms a driving path 30 within which material drivers are engaged by the conveyor belt, independently of the position of the material drivers within this driving path.

102 58 55 11102 58 55 11

Bij voorkeur omvat althans een naar de materiaalmeenemers gekeerde 2ijde van de bandtransporteur, een concaaf oppervlak. Bij voorkeur hebben althans het midden van het concaaf oppervlak van de transportband en de 5 materiaalmeenemers, althans een naar de bandtransporteur gekeerde zijde daarvan, een nagenoeg gelijke kromtestraal. Hierdoor kan de transportband de materiaalmeenemers de omtrek van de materiaalmeenemers beter aangrijpen, waardoor een betere koppeling tussen de transportband en de omtrek 10 van de materiaalmeenemers tot stand kan komen. De kans op slippen van de materiaalmeenemers langs de transportband wordt hierdoor verkleind.Preferably, at least one side of the belt conveyor facing the material carriers comprises a concave surface. Preferably, at least the center of the concave surface of the conveyor belt and the material drivers, at least a side thereof facing the belt conveyor, have a substantially equal radius of curvature. As a result, the conveyor belt can better engage the material carriers on the periphery of the material carriers, so that a better coupling between the conveyor belt and the periphery of the material carriers can be achieved. This reduces the risk of the material carriers slipping along the conveyor belt.

Bij voorkeur omvat de bandtransporteur middelen voor het naar de materiaalmeenemers toe dwingen van de 15 transportband. Hierdoor wordt de transportband tegen de omtrek van de materiaalmeenemers geduwd bij voorkeur in een nagenoeg radiale richting ten opzichte van de materiaalmeenemers. Ook hierdoor kan een betere koppeling tussen de transportband en de omtrek van de materiaalmeenemers tot 20 stand komen.The belt conveyor preferably comprises means for forcing the conveyor belt towards the material drivers. As a result, the conveyor belt is pushed against the circumference of the material carriers, preferably in a substantially radial direction with respect to the material carriers. This also enables a better coupling between the conveyor belt and the circumference of the material carriers.

Bij voorkeur is het aandrijf traject van de bandtransporteur langer dan de onderlinge afstand tussen de materiaalmeenemers. Er is dan altijd één of meer materiaalmeenemers die door de transportband aandrijvend aangegrepen 25 wordt.The driving path of the belt conveyor is preferably longer than the mutual distance between the material carriers. There is then always one or more material drivers that are driven by the conveyor belt.

Bij voorkeur omvat de aandrijfinrichting ten minste twee bandtransporteurs die tussen zich een doorgang voor de materiaalmeenemers bepalen. Bij voorkeur zijn de ten minste twee bandtransporteurs evenredig verdeeld 30 geplaatst rondom de doorgang voor de materiaalmeenemers. In een uitvoeringsvorm met twee bandtransporteurs zijn deze bij voorkeur tegenover elkaar geplaatst zodat zij een ,102 5855 12 schijfvormige materiaalmeenemer diametraal aan de omtrek aangrijpen. In een uitvoeringsvorm met drie band-transporteurs zijn deze over hoeken van in hoofdzaak 120 graden rondom de doorgang verdeeld. Hierdoor kunnen de 5 materiaalmeenemers tussen de bandtransporteurs ingeklemd worden voor een betere koppeling tussen de verschillende transportbanden en de omtrek van de materiaalmeenemers.The drive device preferably comprises at least two belt conveyors which define a passage for the material carriers between them. Preferably, the at least two belt conveyors are arranged proportionally distributed around the passage for the material carriers. In an embodiment with two belt conveyors, these are preferably placed opposite each other so that they engage a disc-shaped material carrier diametrically at the circumference. In an embodiment with three belt conveyors, these are distributed over corners of substantially 120 degrees around the passage. The material carriers can hereby be clamped between the belt conveyors for a better coupling between the different conveyor belts and the circumference of the material carriers.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat de aandrijfinrichting ten minste één spuitopening voor het 10 tegen ten minste één van de materiaalmeenemers spuiten van een fluïdum voor het aandrijven van de materiaalmeenemers. Het fluïdum dat uit de spuitopening gespoten wordt heeft een zekere reikwijdte vanaf de spuitopening waarover het fluïdum een aandrijvende kracht kan uitoefenen op een 15 materiaalmeenemer. Deze reikwijdte vormt het aandrijf-traject voor de betreffende spuitopening. Binnen dit aangrijptraject kunnen materiaalmeenemers aangedreven worden, onafhankelijk van de positie van de materiaalmeenemers binnen dit aangrijptraject.In a further embodiment, the drive device comprises at least one spray opening for spraying a fluid against at least one of the material carriers for driving the material drivers. The fluid that is sprayed out of the spray opening has a certain range from the spray opening over which the fluid can exert a driving force on a material carrier. This range forms the driving path for the relevant nozzle. Material drivers can be driven within this engagement route, independently of the position of the material drivers within this engagement route.

20 Bij voorkeur omvat de aandrijfinrichting een reeks langs het buiscircuit geplaatste spuitopeningen. Hierdoor ontstaat een serie langs het buiscircuit gelegen aandrijftrajecten van de verschillende spuitopeningen, waardoor een materiaalmeenemer over een grotere lengte 25 aandrijvend aangegrepen wordt. Bij voorkeur is de reeks spuitopeningen zodanig geplaatst dat er altijd één of meer materiaalmeenemers door de reeks spuitopeningen aandrijvend aangegrepen wordt. Hierdoor kan de transporteur continu aangedreven worden.The drive device preferably comprises a series of spray openings placed along the tube circuit. This results in a series of drive paths of the different spray openings located along the tube circuit, whereby a material driver is engaged driving over a greater length. The series of nozzles is preferably positioned such that one or more material drivers are always engaged by the series of nozzles. This allows the conveyor to be driven continuously.

30 Bij voorkeur omvat de aandrijfinrichting een reeks radiaal rondom een doorgang voor de materiaalmeenemers geplaatste spuitopeningen. Een voordeel hiervan 102 5855 13 is, dat de totale kracht die nodig is voor het aandrijven van het transportmiddel over de reeks radiaal rondom de doorgang geplaatste spuitopeningen verdeeld kan worden.The drive device preferably comprises a series of nozzles placed radially around a passage for the material carriers. An advantage of this is 102 5855 13, that the total force required for driving the transport means can be distributed over the series of spray openings placed radially around the passage.

Bij voorkeur zijn de spuitopeningen evenredig 5 rondom de doorgang geplaatst. Hierdoor worden radiele krachten die het fluïdum uitoefent op de materiaalmeenemers ten minste grotendeels uitgemiddeld.The spray openings are preferably placed proportionally around the passage. As a result, radial forces exerted by the fluid on the material drivers are at least largely averaged out.

Deze radiele krachten kunnen tevens gebruikt worden voor het naar het midden van de doorgang dwingen van 10 de materiaalmeenemers. Hiermee kan bijvoorbeeld voorkomen worden dat de materiaalmeenemers in een bocht tegen de binnenwand van het buiscircuit aanwrijft. Door dit aanwrijven wordt het transportmiddel namelijk afgeremd, hetgeen nadelig kan zijn voor de werking en/of het 15 energieverbruik van de transporteur.These radial forces can also be used to force the material carriers into the center of the passage. This can, for example, prevent the material drivers from rubbing against the inner wall of the pipe circuit in a bend. This is because the rubbing means slows down the transport means, which can be disadvantageous for the operation and / or the energy consumption of the conveyor.

Bij voorkeur is de aandrijfinrichting ingericht voor het onder een hoge snelheid uit de spuitopeningen spuiten van het fluïdum. Bij voorkeur omvat het fluïdum een gas. Bij voorkeur omvat het gas een inert gas of perslucht. 20 De uitvinding voorziet verder in een aandrijfinrichting kennelijk geschikt en bestemd voor het aandrijven van een transporteur zoals hiervoor beschreven.The drive device is preferably adapted to spray the fluid out of the spray openings at a high speed. Preferably the fluid comprises a gas. The gas preferably comprises an inert gas or compressed air. The invention further provides a drive device which is apparently suitable and intended for driving a conveyor as described above.

De uitvinding voorziet verder in een aandrijfinrichting voor een transporteur omvattende een 25 omlopend buiscircuit, een reeks materiaalmeenemers, en een of meer afstandhouders voor het op afstand van elkaar houden van de materiaalmeenemers in het omlopend buiscircuit, waarbij de aandrijfinrichting ten minste één bandtransporteur omvat voorzien van een omlopende 30 transportband, waarbij de bandtransporteur langs een aandrijf traject van de transporteur plaatsbaar is voor een Ί02 5855 14 in hoofdzaak aan een omtrek van de materiaalmeenemers aandrijvend aangrijpen van de transportband.The invention further provides a drive device for a conveyor comprising a circumferential tube circuit, a series of material drivers, and one or more spacers for keeping the material drivers spaced apart in the circumferential tube circuit, the drive device comprising at least one belt conveyor provided with a revolving conveyor belt, wherein the belt conveyor can be placed along a drive path of the conveyor for a gripping of the conveyor belt driving substantially on a circumference of the material carriers.

De uitvinding voorziet verder in een aandrijfinrichting voor een transporteur omvattende een 5 omlopend buiscircuit, een reeks materiaalmeenemers, en een of meer afstandhouders voor het op afstand van elkaar houden van de materiaalmeenemers in het omlopend buiscircuit, waarbij de aandrijfinrichting ten minste één spuitopening omvat voor het tegen ten minste één van de 10 materiaalmeenemers spuiten van een fluïdum voor het aandrijven van het transportmiddel.The invention further provides a drive device for a conveyor comprising a circumferential tube circuit, a series of material drivers, and one or more spacers for keeping the material drivers in the surrounding tube circuit spaced apart, the drive device comprising at least one spray opening for the spraying a fluid against at least one of the material drivers for driving the transport means.

De uitvinding voorziet verder in een aandrijfinrichting voor een transporteur omvattende een omlopend buiscircuit, een reeks materiaalmeenemers, en een 15 of meer afstandhouders voor het op afstand van elkaar houden van de materiaalmeenemers in het omlopend buiscircuit, waarbij althans een deel van de materiaalmeenemers eerste magneten omvatten, waarbij de aandrijfinrichting één of meer langs het buiscircuit 20 plaatsbare tweede magneten omvatten voor het opwekken van een magnetische veld voor het uitoefenen van een aandrijvende kracht op het deel materiaalmeenemers voorzien van een magneet.The invention further provides a drive device for a conveyor comprising a circulating tubular circuit, a series of material drivers, and a spacer or spacers for spacing the material carriers in the circulating tubular circuit, wherein at least a part of the material drivers comprise first magnets , wherein the driving device comprises one or more second magnets which can be placed along the tube circuit 20 for generating a magnetic field for exerting a driving force on the part of material carriers provided with a magnet.

Bij voorkeur omvatten de langs het buiscircuit 25 plaatsbare tweede magneten electromagneten. Bij voorkeur omvatten de electromagneten lusvormig wikkelingen die een aandrijfdeel van het buiscircuit deels omsluiten. Bij voorkeur zijn de lusvormige wikkelingen openklapbaar voor het om het aandrij fdeel van het buiscircuit plaatsen van 30 deze lusvormige wikkelingen.The second magnets which can be placed along the tube circuit 25 preferably comprise electromagnets. Preferably, the electromagnets comprise loop-shaped windings that partially enclose a drive part of the tubular circuit. The loop-shaped windings are preferably foldable for placing these loop-shaped windings around the drive part of the tube circuit.

De uitvinding voorziet verder in een afbuiginrichting voor buisgedeelte van een transporteur 102 5855 15 omvattende een omlopend buiscircuit, een reeks materiaalmeenemers # en een of meer af standhouders voor het afstand van elkaar houden van de materiaalmeenemers in het omlopend buiscircuit, waarbij althans een deel van de 5 materiaalmeenemers eerste magneten of ferromagnetische materialen omvatten, waarbij de afbuiginrichting één of meer langs het buisgedeelte plaatsbare derde magneten omvat voor het opwekken van een magnetisch veld voor het naar het midden van het buisgedeelte dwingen van het genoemde deel 10 van de materiaalmeenemers.The invention further provides a deflection device for pipe section of a conveyor 102 5855 comprising a revolving pipe circuit, a series of material drivers # and one or more spacers for keeping the material drivers in the revolving pipe circuit apart, at least a part of the Material carriers comprise first magnets or ferromagnetic materials, wherein the deflection device comprises one or more third magnets which can be placed along the tube part to generate a magnetic field for forcing said part 10 of the material carriers to the center of the tube part.

De uitvinding voorziet verder in een materiaalmeenemer geschikt en bestemd voor gebruik in een transporteur zoals hiervoor beschreven.The invention further provides a material carrier suitable and intended for use in a conveyor as described above.

De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de 15 hand van de in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voor-beelduitvoeringsvorm. Getoond wordt in:The invention will be further elucidated with reference to the exemplary embodiment shown in the attached drawings. Shown is:

Figuur 1 een schematisch aanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een transporteur volgens de uitvinding; 20 Figuren 2A en 2B schematische aanzichten, althans ten dele in dwarsdoorsnede, van een eerste voorbeelduitvoeringsvorm van een aandrijf inrichting voor een transporteur volgens de uitvinding;Figure 1 is a schematic view of an exemplary embodiment of a conveyor according to the invention; Figures 2A and 2B show schematic views, at least partly in cross-section, of a first exemplary embodiment of a drive device for a conveyor according to the invention;

Figuur 3 een schematisch aanzicht, ten dele in 25 dwarsdoorsnede, van een tweede voorbeelduitvoeringsvorm van een aandrijfinrichting voor een transporteur volgens de uitvinding;Figure 3 is a schematic view, partly in cross-section, of a second exemplary embodiment of a drive device for a conveyor according to the invention;

Figuren 4A, 4B en 4C schematische aanzichten, althans ten dele in dwarsdoorsnede, van een derde 30 voorbeelduitvoeringsvorm van een aandrijfinrichting voor een transporteur volgens de uitvinding; 102 5855 16Figures 4A, 4B and 4C show schematic views, at least partly in cross-section, of a third exemplary embodiment of a drive device for a conveyor according to the invention; 102 5855 16

Figuur 5 een schematisch aanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een magnetische aandrijf-inrichting in uiteengenomen toestand;Figure 5 is a schematic view of an exemplary embodiment of an exploded magnetic drive device;

Figuren 6 en 7 schematisch aanzichten van verdere 5 voorbeelduitvoeringsvormen van een magnetische aandrijf-inrichting;Figures 6 and 7 schematically show views of further exemplary embodiments of a magnetic drive device;

Figuur 8 een schematisch dwarsdoorsnedeaanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een materiaalmeenemer volgens de uitvinding; en 10 Figuur 9 een schematisch dwarsdoorsnedeaanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een transportbuis voor een transporteur volgens de uitvinding.Figure 8 shows a schematic cross-sectional view of an exemplary embodiment of a material carrier according to the invention; and Figure 9 shows a schematic cross-sectional view of an exemplary embodiment of a conveyor tube for a conveyor according to the invention.

Een voorbeelduitvoeringsvorm van de transporteur volgens de uitvinding is getoond in figuur 1. Het 15 buiscircuit 100 omvat een inlaat 102 en één of meer uitlaten 103 (in figuur 1 zijn twee uitlaten getoond) welke met elkaar verbonden zijn door middel van transportbuizen 104. Het buiscircuit kan geheel of gedeeltelijk gevormd zijn van flexibele transportbuizen 104. Flexibele delen van 20 het buiscircuit kunnen op een ondergrond bevestigd worden door middel van bevestigingsmiddelen zoals bijvoorbeeld getoond in de figuren 2 en 3 van de Nederlandse octrooiaanvrage 1024840. Bij voorkeur wordt echter gebruik gemaakt van beugels en/of zadels waarbij de beugel en/of 25 zadel in een geopende toestand gebracht kan worden voor het in de beugel en/of zadel plaatsen van de transportbuis 104, en vervolgens in een gesloten toestand gebracht kan worden waarbij de beugel en/of zadel de transportbuis 104 geheel of gedeeltelijk omsluit voor het met de ondergrond 30 waarop de beugel en/of zadel gemonteerd is verbinden en/of fixeren van de transportbuis 104.An exemplary embodiment of the conveyor according to the invention is shown in figure 1. The tube circuit 100 comprises an inlet 102 and one or more outlets 103 (in figure 1 two outlets are shown) which are connected to each other by means of conveyor tubes 104. The tube circuit can be wholly or partly formed from flexible transport pipes 104. Flexible parts of the pipe circuit can be mounted on a surface by means of fastening means as for instance shown in figures 2 and 3 of Dutch patent application 1024840. However, preferably brackets are used and / or saddles in which the bracket and / or saddle can be brought into an opened state for placing the transport tube 104 in the bracket and / or saddle, and can subsequently be brought into a closed state in which the bracket and / or saddle wholly or partially enclosing the transport tube 104 with the base 30 on which the bracket and / or saddle is mounted there is connection and / or fixing of the transport tube 104.

102 5855 17102 5855 17

In het omlopend buiscircuit 100 omvat een reeks op afstand van elkaar geplaatste materiaalmeenemers (niet getoond) voor het transporteren van een materiaal van de . inlaat 102 naar één of meer uitlaten 103. Hiertoe omvat de 5 transporteur één of meer aandrijfinrichtingen 105 voor het opwekken van een aandrijvende kracht, waarbij de aandrijvende kracht aandrijvend aangrijpt op althans een deel van de materiaalmeenemers die zich binnen het aandrijftraject van de aandrijfinrichtingen 105 bevinden.In the circumferential tubing circuit 100 comprises a series of spaced apart material carriers (not shown) for transporting a material from the. inlet 102 to one or more outlets 103. To this end, the conveyor comprises one or more driving devices 105 for generating a driving force, the driving force drivingly engaging at least a part of the material drivers that are located within the driving range of the driving devices 105 .

10 In de voorbeelduitvoeringsvorm van Figuur 1 zijn twee c aandrijfinrichtingen 105 getoond waarvan de ene stroomopwaarts en de andere stroomafwaarts van de. inlaat 102 geplaatst zijn. De één of meer aandrijfinrichtingen kunnen ook op andere plaatsen in het omlopende buiscircuit 15 100 geplaatst zijn.In the exemplary embodiment of Figure 1, two drive devices 105 are shown, one upstream and the other downstream of the. inlet 102. The one or more drive devices may also be located at other locations in the surrounding tubular circuit 100.

De figuren 2A en 2B tonen een eerste voorbeelduitvoeringsvorm van een aandrijf inrichting van een transporteur volgens de uitvinding. Figuur 2A toont een deel van het buiscircuit 1 deels in dwarsdoorsnede-20 aanzicht. Het buiscircuit 1 is voorzien van een omlopende eindeloze kabel 2 welke voorzien is van een reeks op afstand van elkaar geplaatste materiaalmeenemers 3. In plaats van de omlopende eindeloze kabel 2 met de daarop geplaatste materiaalmeenemers 3, kan ook gebruik gemaakt 25 worden van losse materiaalmeenemers zoals getoond in figuur 8.Figures 2A and 2B show a first exemplary embodiment of a driving device of a conveyor according to the invention. Figure 2A shows a part of the tube circuit 1, partly in cross-sectional view. The tubing circuit 1 is provided with a circumferential endless cable 2 which is provided with a series of spaced apart material carriers 3. Instead of the circumferential endless cable 2 with the material carriers 3 placed thereon, use can also be made of loose material carriers such as shown in Figure 8.

Het in figuur 2A getoonde deel van het buiscircuit 1 is voorzien van aandrijfinrichting omvattende een eerste en tweede bandtransporteur 4, 5. De onderste 30 bandtransporteur 5 is deels in dwarsdoorsnede aanzicht aangegeven volgens de lijn B-B in figuur 2B. Figuur 2B is een dwarsdoorsnede aanzicht volgens de lijn A-A in figuur 102 58 55 18 2A. Ieder van de bandtransporteuren 4, 5 is voorzien van een omlopende transportband 10, 11. Deze omlopende transportbanden 10, 11 liggen over de omloopwielen 12, 13, 14, 15. In deze voorbeelduitvoeringsvorm, zijn de 5 omloopwielen 12, 13, 14, 15 gevormd als een holle torus zoals getoond in het aanzicht van figuur 2B. De transportbanden 10, 11 die van een flexibel materiaal zoals bijvoorbeeld rubber gemaakt zijn, volgen de holle torusvorm van de omloopwielen 12, 13, 14, 15, en vormen daarmee een 10 naar de materiaalmeenemers 3 gekeerd concaaf oppervlak, voor het vormen van een buisvormige doorgang tussen de bandtransporteurs 4, 5, zoals getoond in figuur 2B. Voor het omlopen van de transportbanden 10, 11 wordt bijvoorbeeld een van de omloopwielen 12 door middel van een 15 motor M aangedreven. De omlooprichting is aangegeven door middel van de pijlen P, waardoor de omlopende kabel 2 met de materiaalmeenemers 3 in de richting van de pijlen T aangedreven wordt.The part of the tubular circuit 1 shown in figure 2A is provided with drive device comprising a first and second belt conveyor 4, 5. The lower belt conveyor 5 is partly shown in cross-sectional view along the line B-B in figure 2B. Figure 2B is a cross-sectional view along the line A-A in Figure 102 58 55 18 2A. Each of the belt conveyors 4, 5 is provided with a revolving conveyor belt 10, 11. These revolving conveyor belts 10, 11 lie over the circulation wheels 12, 13, 14, 15. In this exemplary embodiment, the circulation wheels 12, 13, 14, 15 are shaped as a hollow torus as shown in the view of Figure 2B. The conveyor belts 10, 11 which are made of a flexible material such as, for example, rubber, follow the hollow toroidal shape of the bypass wheels 12, 13, 14, 15, and thereby form a concave surface facing the material carriers 3, for forming a tubular passage between the belt conveyors 4, 5, as shown in Figure 2B. For circulating the conveyor belts 10, 11, for example, one of the circulating wheels 12 is driven by means of a motor M. The direction of rotation is indicated by the arrows P, as a result of which the circulating cable 2 with the material drivers 3 is driven in the direction of the arrows T.

Tussen de omlopende transportbanden 10, 11 zijn 20 ondersteuningsinrichtingen 20, 21 geplaatst. Deze onder- steuningsinrichtingen 20, 21 zijn ingericht voor het naar de materiaalmeenemers 3 toe dwingen van de transportbanden 10, 11. Hiertoe zijn de ondersteuningsinrichtingen 20, 21 voorzien van verend opgehangen steunplaten 22, 23 welke 25 aandrukken tegen de rug van het naar de materiaalmeenemers 3 toegekeerde deel van de transportbanden 10, 11.Supporting devices 20, 21 are placed between the circulating conveyor belts 10, 11. These supporting devices 20, 21 are adapted to force the conveyor belts 10, 11 towards the material carriers 3. For this purpose the support devices 20, 21 are provided with resiliently suspended support plates 22, 23 which press against the back of the material carriers. 3 turned part of the conveyor belts 10, 11.

In deze voorbeelduitvoeringsvorm is het midden van de transportbanden 10, 11 voorzien van een reeks in het concaaf oppervlak gelegen en uit het vlak van de 30 transportbanden 10, 11 uitstrekkende richels 25. Deze richels 25 zorgen voor een betere koppeling tussen de transportbanden 10, 11 en de materiaalmeenemers 3. Indien 102 5855 19 de transportbanden 10, 11, die bij voorkeur van rubber gemaakt zijn, een voldoende stroef oppervlak hebben voor het adequaat vasthouden van de rand van de materiaal-tneenemers 3, kan van de richels 25 worden afgezien.In this exemplary embodiment, the center of the conveyor belts 10, 11 is provided with a series of ridges 25 located in the concave surface and extending out of the plane of the conveyor belts 10, 11. These ridges 25 ensure a better coupling between the conveyor belts 10, 11 and the material carriers 3. If the conveyor belts 10, 11, which are preferably made of rubber, have a sufficiently non-slip surface for adequate retention of the edge of the material carriers 3, the ridges 25 can be dispensed with.

5 Figuur 3 toont een tweede voorbeelduitvoerings- vorm van een aandrijf inrichting van een transporteur volgens de uitvinding. Ook in figuur 3 is slechts een deel van het omlopende buiscircuit 41 getoond, waarin een omlopende eindeloze kabel 42 geplaatst is, welke voorzien 10 is van een reeks op afstanden van elkaar geplaatste schijfvormige materiaalmeenemers 43. In plaats van de omlopende eindeloze kabel 42 met de daarop geplaatste materiaalmeenemers 43, kan ook hier gebruik gemaakt worden van losse materiaalmeenemers zoals getoond in figuur 8.Figure 3 shows a second exemplary embodiment of a driving device of a conveyor according to the invention. Also in Figure 3 only a part of the circumferential tube circuit 41 is shown, in which a circumferential endless cable 42 is placed, which is provided with a series of spaced apart disc-shaped material carriers 43. Instead of the circumferential endless cable 42 with the material carriers 43 placed thereon, use can also be made here of loose material carriers as shown in Figure 8.

15 Voor het aandrijven van de materiaalmeenemers 43 is het gedeelte van het omlopend buiscircuit 41 zoals getoond in figuur 3 voorzien van een reeks spuitopeningen 45 die op afstand van elkaar geplaatst zijn langs een traject dat zich in de bewegingsrichting van de 20 materiaalmeenemers 43 langs het buiscircuit 41 uitstrekt. De inspuitopeningen 45 zijn onder een hoek a geplaatst zodat een straal perslucht die uit de spuitopeningen 45 naar de binnenzijde van het buiscircuit 41 gespoten wordt, tegen een zijkant van een materiaalmeenemer 43 aandrijvend 25 aangrijpen kan. De inspuitopeningen 45 zijn via persluchtleidingen 46 verbonden met een aanstuurinrichting voor perslucht 47. Door deze aanstuurinrichting voor perslucht 47 worden de verschillende spuitopeningen 45 achtereenvolgens van perslucht voorzien zodat een 30 materiaalmeenemer 43 welke in voorwaartse richting T voortbeweegt achtereenvolgens door de persluchtstraal uit de verschillende spuitopeningen 45 voortgeduwd wordt. De 102 5855 20 voorbeelduitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 3 is tevens voorzien van een tweede reeks inspuitopeningen 50. Deze tweede serie spuitopeningen 50 zijn in dit voorbeeld over een hoek van 90° langs de omtrek van de buis 51 5 geplaatst. Bovendien zijn de spuitopeningen 50 van de tweede reeks ten opzichte van de eerste reeks inspuitopeningen 45 over een afstand S parallel aan de voorwaartse richting T versprongen geplaatst. Deze versprongen plaatsing van de tweede reeks spuitopeningen 50 10 ten opzichte van de eerste reeks spuitopeningen 45 zorgt voor een meer soepelere loop en/of aandrijving van de materiaalmeenemers 43 door het buiscircuit 41. In bedrijf zijn de spuitopeningen 50 van de tweede reeks spuitopeningen op een vergelijkbare manier door middel van 15 persluchtleidingen en een aanstuurinrichting voor perslucht aangesloten als de eerste reeks spuitopeningen 45.For driving the material carriers 43, the part of the circumferential tube circuit 41 as shown in Figure 3 is provided with a series of nozzles 45 which are spaced apart along a path which extends in the direction of movement of the material carriers 43 along the tube circuit. 41 extends. The injection openings 45 are placed at an angle α so that a jet of compressed air which is injected from the injection openings 45 to the inside of the pipe circuit 41 can engage against a side of a material carrier 43. The injection openings 45 are connected via compressed air lines 46 to a control device for compressed air 47. Through this control device for compressed air 47, the different spray openings 45 are successively provided with compressed air so that a material carrier 43 which moves in forward direction T successively through the compressed air jet from the different spray openings 45 is being pushed on. The exemplary embodiment as shown in Fig. 3 is also provided with a second series of injection openings 50. In this example, this second series of injection openings 50 are placed at an angle of 90 ° along the circumference of the tube 51. In addition, the nozzles 50 of the second series are positioned offset with respect to the first series of injection ports 45 over a distance S parallel to the forward direction T. This staggered placement of the second series of nozzles 50 relative to the first series of nozzles 45 provides a more smoother run and / or drive of the material drivers 43 through the tubing circuit 41. In operation, the nozzles 50 of the second series of nozzles are on a connected in a similar way by means of compressed air lines and a control device for compressed air as the first series of nozzles 45.

Figuur 4 toont een derde voorbeelduitvoeringsvorm van een aandrij finrichting van een transporteur volgens de uitvinding. Figuur 4A toont een gedeelte van een 20 buiscircuit 61 waardoorheen een eindeloze omlopende kabel 62 geplaatst is die voorzien is van een reeks op afstand geplaatste materiaalmeenemers 63. In plaats van de omlopende eindeloze kabel 62 met de daarop geplaatste materiaalmeenemers 63, kan ook hier gebruik gemaakt worden 25 van losse materiaalmeenemers zoals getoond in figuur 8.Figure 4 shows a third exemplary embodiment of a drive device of a conveyor according to the invention. Figure 4A shows a part of a tubular circuit 61 through which an endless circulating cable 62 is placed which is provided with a series of spaced-up material carriers 63. Instead of the circulating endless cable 62 with the material carriers 63 placed thereon, use can also be made here of loose material carriers as shown in Figure 8.

Het getoonde buisgedeelte 64 is gemaakt van een kunststof waardoor magnetische velden naar de binnenzijde van het buisgedeelte 64 kunnen doordringen. De materiaalmeenemers 63, zoals getoond in figuur 4C, zijn 30 gevormd als kunststoffen schijven 65 waarin zich een ringvormige of onderbroken ringvormige magneet 66 bevindt. De kunststof schijf 65 omsluit de magneet 66. Op de gehele 10 2 5855 *. * 21 kabel 62 zijn gelijke schijven 63 op een min of meer gelijke afstand van elkaar bevestigd.The tube section 64 shown is made of a plastic through which magnetic fields can penetrate to the inside of the tube section 64. The material drivers 63, as shown in Figure 4C, are shaped as plastic discs 65 in which an annular or interrupted annular magnet 66 is located. The plastic disc 65 encloses the magnet 66. On the entire 10 2 5855 *. * 21 cable 62 are equal disks 63 mounted at a more or less equal distance from each other.

Voor het aandrijven van de materiaalmeenemers 63 zijn buiten de kunststof buis 64 een aantal elektromagneten 5 70 geplaatst. Bij het aansluiten van een spoel van de elektromagneten 70 op een spanningsbron ontstaat een patroon van magnetische veldlijnen 71 zoals getoond in figuur 4B. De sterkte van het magnetisch veld is ondermeer afhankelijk van de aangelegde spanning. De magneten 66 die 10 in de materiaalmeenemers 63 zijn ingebracht, willen nu deze veldlijnen van de spoelen 70 gaan volgen. Hierdoor ontstaat een aandrijving in voorwaartse richting T. Nadat een materiaalmeenemer 63 een eerste spoel 80 gepasseerd is, wordt deze door de volgende spoel 81 aangetrokken. De 15 opvolgende materiaalmeenemer 63 wordt dan gelijktijdig weer door de eerste spoel 80 aangetrokken. Door dit effect ontstaat een continue aandrijving die in kracht te regelen is met behulp van de spanning in de spoelen 70.To drive the material carriers 63, a number of electromagnets 70 are placed outside the plastic tube 64. When a coil of the electromagnets 70 is connected to a voltage source, a pattern of magnetic field lines 71 as shown in Figure 4B is created. The strength of the magnetic field depends, among other things, on the applied voltage. The magnets 66 which have been introduced into the material carriers 63 now want to follow these field lines of the coils 70. This results in a drive in the forward direction T. After a material carrier 63 has passed a first coil 80, it is attracted by the following coil 81. The subsequent material carrier 63 is then simultaneously attracted again by the first coil 80. This effect produces a continuous drive that can be regulated in force with the aid of the voltage in the coils 70.

Indien enkel gebruik wordt gemaakt van de 20 aantrekkende kracht van de spoelen 70, kunnen de materiaalmeenemers 63 ook van ferromagnetische kernen 66 voorzien zijn. Indien de kernen 66 van de materiaalmeenemers 63 een magnetisch materiaal omvat, kunnen deze magneten door het magnetisch veld van de spoelen 70 niet 25 alleen aangetrokken worden maar ook afgestoten worden waardoor een extra aandrijving verkregen kan worden.If use is only made of the attractive force of the coils 70, the material carriers 63 can also be provided with ferromagnetic cores 66. If the cores 66 of the material carriers 63 comprise a magnetic material, these magnets can not only be attracted by the magnetic field of the coils 70 but also be repelled, so that an additional drive can be obtained.

Zowel de aandrijving middels perslucht zoals getoond in figuur 3, als de aandrijving met magnetische velden zoals getoond in figuur 4, zijn in staat om niet 30 alleen een aandrijvende kracht uit te oefenen in voorwaartse richting T, maar ook in een radiale richting ten opzichte van de buis 51, 64. Deze radiale krachten 102 5855 * * 22 kunnen gebruikt worden om de schijfvormige materiaal-meenemers 43, 63 naar het midden van de buis 51, 64 te dwingen. Indien namelijk het buiscircuit 41, 61 een bocht omvat, zal de kabel 42, 62 met de materiaalmeenemers 43, 63 5 de neiging hebben om tegen de binnenbocht binnenzijde van de buis 51, 64 aan te wrijven. Door aan de binnenzijde van deze bocht spuitopeningen 45 aan te brengen, of aan de binnen- en/of buitenzijde van de kunststof buis 64 magneten te plaatsen voor het wegduwen respectievelijk aantrekken 10 van de materiaalmeenemers 43, 63, kan de wrijving tussen de materiaalmeenemers 43, 63 en de binnenbocht binnenzijde van de buis 51, 64 en de hierdoor veroorzaakte slijtage sterk verminderd worden. Dergelijke afbuiginrichtingen 107, 108 zijn schematisch getoond in figuur 1.Both the compressed air drive as shown in Figure 3, and the magnetic field drive as shown in Figure 4, are capable of exerting not only a driving force in the forward direction T, but also in a radial direction with respect to the tube 51, 64. These radial forces 102 5855 * * 22 can be used to force the disc-shaped material carriers 43, 63 toward the center of the tube 51, 64. Namely, if the tube circuit 41, 61 comprises a bend, the cable 42, 62 with the material drivers 43, 63 will tend to rub inside of the tube 51, 64 against the inner bend. By arranging spray openings 45 on the inside of this bend, or placing magnets on the inside and / or outside of the plastic tube 64 for pushing or attracting the material carriers 43, 63, the friction between the material drivers 43 can be , 63 and the inner bend inside of the tube 51, 64 and the wear caused thereby are greatly reduced. Such deflection devices 107, 108 are shown schematically in Figure 1.

15 Omdat de windingen van de spoelen 70 in figuur 4 rond de transportbuis 64 lopen, wordt bij de installatie van deze voorbeelduitvoeringvorm van de transporteur volgens de uitvinding, de transportbuis 64 door de centrale opening van de spoelen 70 geschoven. In een alternatieve 20 voorbeelduitvoeringsvorm van een aandrij finrichting voor een magnetische aandrijving van de materiaalmeenemers, is getoond in figuur 5. De elektromagneten voor het aandrijven van de materiaalmeenemers omvatten in deze uitvoeringsvorm zadelvormige windingen 202, 203, 204, 205. Bij deze 25 zadelvormige windingen is het niet meer nodig om de transportbuis 64 door de spoelen te schuiven; de zadelvormige windingen kunnen eenvoudig tegen het buitenste oppervlak van de transportbuis 201 geplaatst worden. Een voordeel van deze alternatieve uitvoeringsvorm is dat het 30 installeren of uitwisselen van een aandrijfinrichting sneller en gemakkelijker uitgevoerd kan worden.Because the windings of the coils 70 in Figure 4 run around the conveyor tube 64, during the installation of this exemplary embodiment of the conveyor according to the invention, the conveyor tube 64 is slid through the central opening of the coils 70. In an alternative exemplary embodiment of a drive device for a magnetic drive of the material carriers, Figure 5 shows the electromagnets for driving the material drivers in this embodiment comprise saddle-shaped windings 202, 203, 204, 205. With these saddle-shaped windings it is no longer necessary to slide the transport tube 64 through the spools; the saddle-shaped turns can easily be placed against the outer surface of the transport pipe 201. An advantage of this alternative embodiment is that installing or exchanging a drive device can be carried out faster and easier.

102 5855 23 «· ft102 5855 23 «· ft

De spoelen 202, 203, 204, 205 worden achtereenvolgens aangestuurd zodat een in de transport-richting lopend magneetveld wordt opgewekt dat de materiaalmeenemers meevoert. In bedrijf dient de positie 5 van het lopend magneetveld afgestemd te worden op de één of meer materiaalmeenemers die zich binnen de aandrijf-inrichting bevinden. Om de positie van de materiaalmeenemers binnen de aandrijfinrichting te bepalen, omvat deze aandrijfinrichting een reeks sensoren 206.The coils 202, 203, 204, 205 are successively driven so that a magnetic field running in the conveying direction is generated that carries the material carriers along. In operation, the position of the running magnetic field must be adjusted to the one or more material drivers that are located within the drive device. To determine the position of the material carriers within the drive device, this drive device comprises a series of sensors 206.

10 Zoals getoond in figuur 6 kan deze reeks sensoren 306 stroomopwaarts van de spoelen 302 geplaatst zijn. In figuur 6 zijn een groot aantal, bijvoorbeeld vierentwintig, sensoren dicht naast elkaar geplaatst zodat de positie van een passerende materiaalmeenemer nauwkeurig bepaald kan 15 worden. Een besturingsinrichting (niet getoond) stuurt de stroom door de spoelen 302 zodat een stroomafwaarts lopend magneetveld opgewekt wordt. De snelheid van dit lopend magneetveld bepaald de snelheid van de materiaalmeenemers door het buiscircuit. Het lopend magneetveld start aan een 20 stroomopwaarts gelegen uiteinde van de spoelen 302 in afhankelijkheid van de positie van een materiaalmeenemer zoals bepaald met de sensoren 306. Vervolgens wordt door de besturingsinrichting de bekrachtiging van de spoelen 202, 204 (zie figuur 5) sequentieel overgezet naar stroom-25 afwaarts gelegen spoelen 203, 205 (zie figuur 5), waardoor het lopend magneetveld in stroomafwaartse richting beweegt en de materiaalmeenemer meevoert. Het lopend magneetveld eindigt aan een stroomafwaarts gelegen uiteinde van de spoelen 302.As shown in Figure 6, this series of sensors 306 may be located upstream of the coils 302. In Figure 6, a large number of, for example twenty-four, sensors are placed close to each other so that the position of a passing material carrier can be accurately determined. A control device (not shown) directs the current through the coils 302 so that a downstream magnetic field is generated. The speed of this running magnetic field determines the speed of the material drivers through the tube circuit. The running magnetic field starts at an upstream end of the coils 302 depending on the position of a material carrier as determined with the sensors 306. Subsequently, the control device transfers the excitation of the coils 202, 204 (see Fig. 5) sequentially to current downstream coils 203, 205 (see Figure 5), as a result of which the current magnetic field moves in downstream direction and carries the material carrier. The running magnetic field terminates at a downstream end of the coils 302.

30 Zoals getoond in figuur 7 kan deze reeks sensoren 406 ook tussen de spoelen 402 geplaatst zijn. Hierbij kan de bekrachtiging van de spoelen sequentieel overgezet 102 5855 « m 24 worden naar stroomafwaarts gelegen spoelen indien een nabijgelegen sensor de aanwezigheid van een materiaal-meenemer detecteert.As shown in Figure 7, this series of sensors 406 can also be placed between the coils 402. Here, the excitation of the coils can be sequentially transferred 102 5855 m 24 to downstream coils if a nearby sensor detects the presence of a material driver.

Figuur 8 toont een voorbeelduitvoeringsvorm van 5 een materiaalmeenemer 502 volgens de uitvinding. Deze materiaalmeenemër 502 heeft een schijfvormig lichaam met twee eindvlakken, waarvan een eerste eindvlak voorzien is van een afstandhouder 505. De buitenomtrek van het schijfvormig lichaam is althans nagenoeg gelijk aan de 10 binnenomtrek van het buiscircuit 501. Het schijfvormige lichaam is voorzien van omlopende randen 508, 509, welke omlopende randen aan beide zijden van het schijfvormige lichaam in hoofdzaak loodrecht uit de eindvlakken van het schijfvormige lichaam uitsteken.Figure 8 shows an exemplary embodiment of a material carrier 502 according to the invention. This material carrier 502 has a disc-shaped body with two end faces, a first end face of which is provided with a spacer 505. The outer circumference of the disc-shaped body is at least substantially equal to the inner circumference of the tube circuit 501. The disc-shaped body is provided with circumferential edges 508 , 509, which circumferential edges on both sides of the disc-shaped body protrude substantially perpendicularly from the end faces of the disc-shaped body.

15 De afstandhouder 505 strekt zich langs een as door het midden van het schijfvormige lichaam uit en is aan een van het schijfvormig lichaam voorzien van een aanligvlak 506 dat kan samenwerken met een aanligvlak 507 van een naburig geplaatste identieke afstandhouder.The spacer 505 extends along an axis through the center of the disc-shaped body and is provided on one of the disc-shaped body with an abutment surface 506 which can co-act with an abutment surface 507 of an adjacent spacer.

20 Voor een magnetische aandrijving is de materiaalmeenemer 502 voorzien van een magneet 503, bij voorkeur een Nd-magneet, die bij voorkeur in het schijfvormig lichaam geplaatst is. Aan weerszijde van de magneet 503 zijn metalen platen 504 geplaatst.For a magnetic drive, the material carrier 502 is provided with a magnet 503, preferably an Nd magnet, which is preferably placed in the disc-shaped body. Metal plates 504 are placed on either side of the magnet 503.

25 Figuur 9 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een transportbuis 601 volgens de uitvinding. Deze transportbuis 601 omvat een binnenwand 603 van Polyurethaan (PU) en een buiten wand 602 van een met koolstof gevuld regeneraat voor het afvoeren 30 van statische elektriciteit.Figure 9 shows a cross-sectional view of an exemplary embodiment of a conveyor tube 601 according to the invention. This transport tube 601 comprises an inner wall 603 of Polyurethane (PU) and an outer wall 602 of a carbon-filled regenerate for discharging static electricity.

In de wand van deze transportbuis 601 zijn een aantal geleiders 604 geplaatst (hier 5). Indien deze J 02 5855 25 transportbuis in een transporteur geplaatst is zoals bijvoorbeeld getoond in figuur l, worden de geleiders aangesloten op één of meer detectie-inrichtingen 106 die licht, elektriciteit of een fluïdum onder druk in de 5 geleiders inkoppelt en variaties op de lichtintensiteit, elektrische spanning of gasdruk detecteren.A number of conductors 604 are placed in the wall of this transport tube 601 (here 5). If this transport tube is placed in a conveyor as shown for example in figure 1, the conductors are connected to one or more detection devices 106 which couple light, electricity or a pressurized fluid into the conductors and variations in the light intensity , detect electrical voltage or gas pressure.

Hierbij zij opgemerkt dat de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding bedoeld zijn als illustratie van de uitvinding en niet om de uitvinding te 10 beperken. Een deskundige zal zeker in staat zijn om alternatieve uitvoeringsvormen te ontwerpen die binnen de beschermingsomvang van de bijgevoegde conclusies vallen.It is to be noted that the embodiments of the invention described above are intended to illustrate the invention and not to limit the invention. A person skilled in the art will certainly be able to design alternative embodiments that fall within the scope of the appended claims.

Zo is in de figuren 2A en 2B een voorbeeld-uitvoeringsvorm getoond waarbij de aandrijfinrichting een 15 bandtransporteur omvat die voorzien is van torusvormige omloopwielen. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld ook gebruik gemaakt worden van cilindervormige omloopwielen waarbij de omlopende transportband aan een naar de materiaalmeenemers gekeerde zijde door een aantal 20 loopwielen, die tegen de rug van het naar de materiaalmeenemers toegekeerde deel van de transportband aanligt, in een naar de materiaalmeenemers gekeerd concave vorm gedwongen wordt.For example, in figures 2A and 2B an exemplary embodiment is shown in which the drive device comprises a belt conveyor which is provided with toroidal guide wheels. In an alternative embodiment, it is also possible, for example, to use cylindrical circulation wheels in which the circulating conveyor belt on a side facing the material drivers by a number of running wheels which rests against the back of the part of the conveyor belt facing the material carriers in a direction material drivers are forced into a concave shape.

Daarnaast is het natuurlijk mogelijk om gebruik 25 te maken van bandtransporteurs met smalle of snaarvormige transportbanden waarvan er twee, drie of meer rondom een buisgedeelte van het buiscircuit verdeeld geplaatst zijn.In addition, it is of course possible to make use of belt conveyors with narrow or string-shaped conveyor belts, two, three or more of which are distributed around a pipe portion of the pipe circuit.

-o-o-o-o-o-o-o-o- 30-o-o-o-o-o-o-o-o- 30

PTRS/ATPTRS / AT

102 5855102 5855

Claims (68)

1. Transporteur voor materiaal, omvattende \ een omlopend buiscircuit, een reeks materiaalmeenemers, een of meer af standhouders voor het op afstand 5 van elkaar houden van de materiaalmeenemers in het omlopend buiscircuit, en een aandrijf inrichting voor het opwekken van een aandrijvende kracht over een aandrijftraject langs althans een deel van het omlopend buiscircuit, waarbij de 10 aandrijvende kracht aandrijvend aangrijpt op de materiaalmeenemers die zich binnen het aandrijftraject bevinden.CLAIMS 1. A material conveyor, comprising a circumferential tubing circuit, a series of material drivers, one or more spacers for spacing the material carriers in the circumferential tubing circuit, and a driving device for generating a driving force over a drive trajectory along at least a part of the circulating tubular circuit, the driving force engagingly engaging the material drivers that are located within the drive trajectory. 2. Transporteur volgens conclusie 1, waarbij de een of meer af standhouders een omlopend eindloos 15 transportmiddel omvat, waarbij genoemde materiaalmeenemers op althans regelmatige afstand van elkaar, aan het transportmiddel gekoppeld zijn.2. Conveyor as claimed in claim 1, wherein the one or more spacer holders comprise a revolving endless transport means, wherein said material carriers are coupled to the transport means at least at regular intervals from each other. 3. Transporteur volgens conclusie 1, waarbij elk van de genoemde materiaalmeenemers een afstandhouder omvat, 20 waarbij de afstandhouder vanaf de materiaalmeenemers in de richting van een volgende naastgelegen materiaalmeenemer in het buiscircuit uitsteekt.3. Conveyor as claimed in claim 1, wherein each of said material carriers comprises a spacer, wherein the spacer protrudes from the material carriers in the direction of a next adjacent material carrier in the tube circuit. 4. Transporteur volgens conclusie 3, waarbij de afstandhouder van een eerste materiaalmeenemer koppelbaar 25 is met een tweede materiaalmeenemer.4. Conveyor as claimed in claim 3, wherein the spacer of a first material carrier can be coupled to a second material carrier. 5. Transporteur volgens conclusies 1, 2, 3 of 4, waarbij de materiaalmeenemers ten minste één schijf vormig lichaam omvatten met een buitenomtrek die althans nagenoeg gelijk ik aan de binnenomtrek van het buiscircuit. 102 58555. Conveyor as claimed in claims 1, 2, 3 or 4, wherein the material carriers comprise at least one disc-shaped body with an outer circumference which is at least substantially equal to the inner circumference of the pipe circuit. 102 5855 6. Transporteur volgens conclusie 5, waarbij de één of meer af standhouders in hoofdzaak op het midden van het schijfvormige lichaam aansluit.6. Conveyor as claimed in claim 5, wherein the one or more spacer holders connects substantially to the center of the disc-shaped body. 7. Transporteur volgens één der conclusies 5 of 5 6, waarbij het schijf vormig lichaam een omlopende rand omvat welke omlopende rand uit het vlak van het schijfvormig lichaam uitsteekt.7. Conveyor as claimed in any of the claims 5 or 6, wherein the disc-shaped body comprises a circumferential edge which protrudes from the surface of the disc-shaped body. 8. Transporteur volgens conclusie 7, waarbij de omlopende rand in hoofdzaak loodrecht uit het vlak van het 10 schijfvormig lichaam uitsteekt.8. Conveyor according to claim 7, wherein the circumferential edge protrudes substantially perpendicularly from the plane of the disc-shaped body. 9. Transporteur volgens conclusies 7 of 8, waarbij de omlopende rand aan beide zijden van het schijfvormig lichaam uit het vlak van het schijfvormig lichaam uitsteekt.Conveyor according to claim 7 or 8, wherein the circumferential edge on both sides of the disc-shaped body protrudes from the plane of the disc-shaped body. 10. Transporteur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het aandrijftraject in hoofdzaak lineair is.A conveyor according to any one of the preceding claims, wherein the drive path is substantially linear. 11. Transporteur volgens één der voorgaande conclusies 1 - 10, waarbij althans een deel van de 20 materiaalmeenemers eerste magneten omvatten.11. Conveyor as claimed in any of the foregoing claims 1-10, wherein at least a part of the material carriers comprise first magnets. 12. Transporteur volgens conclusie 11, waarbij de eerste magneten in het schijfvormig lichaam van de materiaalmeenemers geplaatst zijn.A conveyor according to claim 11, wherein the first magnets are placed in the disc-shaped body of the material carriers. 13. Transporteur volgens conclusies 11 of 12, 25 waarbij aan weerszijde van de eerste magneten metalen platen geplaatst zijn.13. Conveyor as claimed in claims 11 or 12, wherein metal plates are placed on either side of the first magnets. 14. Transporteur volgens conclusie 13, waarbij de metalen platen stalen platen omvatten.The conveyor of claim 13, wherein the metal plates comprise steel plates. 15. Transporteur volgens één der voorgaande 30 conclusies 11 - 14, waarbij de aandrijf inrichting één of meer langs het buiscircuit geplaatste tweede magneten omvatten voor het opwekken van een magnetische veld voor 1102 58 55 het uitoefenen van een aandrijvende kracht op het deel materiaalmeenemers voorzien van een magneet.15. Conveyor as claimed in any of the foregoing claims 11-14, wherein the driving device comprises one or more second magnets placed along the tube circuit for generating a magnetic field for exerting a driving force on the part of material carriers provided with a magnet. 16. Transporteur volgens één der voorgaande conclusies 11 - 15, waarbij de transporteur één of meer 5 langs het buiscircuit geplaatste derde magneten omvat voor het opwekken van een magnetisch veld voor het naar het midden van een buis van het buiscircuit dwingen van althans het deel materiaalmeenemers voorzien van een magneet.16. Conveyor as claimed in any of the foregoing claims 11-15, wherein the conveyor comprises one or more third magnets placed along the tube circuit for generating a magnetic field for forcing at least the part of material carriers to the center of a tube of the tube circuit fitted with a magnet. 17. Transporteur volgens conclusies 15 of 16, 10 waarbij de tweede en/of derde magneten elektromagneten omvatten.17. Conveyor as claimed in claims 15 or 16, 10, wherein the second and / or third magnets comprise electromagnets. 18. Transporteur volgens conclusie 17, waarbij de transporteur sensoren omvat voor het detecteren van de positie van ten minste één materiaalmeenemer ten opzichte 15 van de tweede en/of derde magneten, en besturingsinrichting voor het bekrachtigen van de tweede en/of derde magneten in afhankelijkheid van die positie.18. Conveyor as claimed in claim 17, wherein the conveyor comprises sensors for detecting the position of at least one material carrier relative to the second and / or third magnets, and control device for energizing the second and / or third magnets in dependence on from that position. 19. Transporteur volgens conclusie 18, waarbij de sensoren en/of de besturingsinrichting ingericht zijn voor 20 het bepalen van de snelheid van de ten minste één materiaalmenemer.19. Conveyor as claimed in claim 18, wherein the sensors and / or the control device are adapted to determine the speed of the at least one material driver. 20. Transporteur volgens één der voorgaande conclusies 11 - 19, waarbij een transportbuis van althans een deel van het buiscircuit nabij de tweede en/of derde 25 magneten, in hoofdzaak van kunststof vervaardigd is.20. A conveyor as claimed in any of the foregoing claims 11-19, wherein a transport tube is made of at least a part of the tube circuit near the second and / or third magnets, substantially made of plastic. 21. Transporteur volgens één der voorgaande conclusies 1-10, waarbij de aandrijfinrichting ten minste één bandtransporteur omvatten voorzien van een omlopende transportband, waarbij de bandtransporteur in het buis- 30 circuit geplaatst is voor een aandrijvend aangrijpen van de transportband aan een omtrek van de materiaalmeenemers. 102 585521. Conveyor as claimed in any of the foregoing claims 1-10, wherein the driving device comprises at least one belt conveyor provided with a revolving conveyor belt, wherein the belt conveyor is placed in the tube circuit for a driving engagement of the conveyor belt on a circumference of the material drivers . 102 5855 22. Transporteur volgens conclusie 21, waarbij althans een naar de materiaalmeenemers gekeerde zijde van de bandtransporteur, een concaaf oppervlak omvat.A conveyor as claimed in claim 21, wherein at least one side of the belt conveyor facing the material carriers comprises a concave surface. 23. Transporteur volgens conclusie 22, waarbij 5 althans het midden van het concaaf oppervlak van de transportband en de materiaalmeenemers een in hoofdzaak gelijke kromtestraal hebben.23. A conveyor as claimed in claim 22, wherein at least the center of the concave surface of the conveyor belt and the material carriers have a substantially equal radius of curvature. 24. Transporteur volgens conclusies 21, 22 of 23, waarbij de bandtransporteur middelen omvat voor het naar de 10 materiaalmeenemers toe dwingen van de transportband.24. Conveyor according to claims 21, 22 or 23, wherein the belt conveyor comprises means for forcing the conveyor belt towards the material drivers. 25. Transporteur volgens één der voorgaande conclusies 21 - 24, waarbij het aandrijftraject van de bandtransporteur langer is dan de onderlinge afstand tussen de materiaalmeenemers.25. Conveyor as claimed in any of the foregoing claims 21-24, wherein the driving path of the belt conveyor is longer than the mutual distance between the material carriers. 26. Transporteur volgens één der voorgaande conclusies 21 - 25, waarbij de aandrij f inrichting ten minste twee bandtransporteurs omvatten die tussen zich een doorgang voor de materiaal-meenemers bepalen.A conveyor according to any one of the preceding claims 21 - 25, wherein the driving device comprises at least two belt conveyors which define a passage for the material carriers between them. 27. Transporteur volgens conclusie 26, waarbij de 20 ten minste twee bandtransporteurs evenredig verdeeld geplaatst zijn rondom de doorgang voor de materiaal meenemers .27. Conveyor according to claim 26, wherein the at least two belt conveyors are arranged equally distributed around the passage for the material carriers. 28. Transporteur volgens één der voorgaande conclusies 1-10, waarbij de aandrijfinrichting ten minste 25 één spuitopening omvat voor het tegen ten minste één van de materiaalmeenemers spuiten van een fluïdum voor het aandrijven van het transportmiddel.28. Conveyor as claimed in any of the foregoing claims 1-10, wherein the driving device comprises at least one spray opening for spraying a fluid for driving the transport means against at least one of the material carriers. 29. Transporteur volgens conclusie 28, waarbij de aandrijfinrichting een reeks langs het buiscircuit 30 geplaatste spuitopeningen omvatten.29. Conveyor according to claim 28, wherein the driving device comprises a series of nozzles placed along the tube circuit 30. 30. Transporteur volgens conclusies 28 of 29, waarbij de aandrijfinrichting een reeks radiaal rondom een 102 58 55 doorgang voor de materiaalmeenemers geplaatste spuit-openingen omvat.A conveyor as claimed in claims 28 or 29, wherein the drive device comprises a series of spray openings placed radially around a passage for the material carriers. 31. Transporteur volgens conclusies 28, 29, of 30, waarbij de aandrijfinrichting zijn ingericht voor het 5 onder een hoge snelheid uit de spuitopeningen spuiten van het fluïdum.31. Conveyor as claimed in claims 28, 29, or 30, wherein the drive device is adapted for spraying the fluid from the spray openings at a high speed. 32. Transporteur volgens één der voorgaande conclusies 28 - 31, waarbij het fluïdum een gas omvat.A conveyor according to any one of the preceding claims 28 - 31, wherein the fluid comprises a gas. 33. Transporteur volgens conclusie 32, waarbij 10 het gas een inert gas of perslucht omvat.The conveyor of claim 32, wherein the gas comprises an inert gas or compressed air. 34. Aandrijfinrichting kennelijk geschikt en bestemd voor het aandrijven van een transporteur volgens één der voorgaande conclusies.34. Driving device evidently suitable and intended for driving a conveyor according to any one of the preceding claims. 35. Aandrijf inrichting voor een transporteur IS omvattende een omlopend buiscircuit, een reeks materiaalmeenemers, een of meer af standhouders voor het op afstand van elkaar houden van de materiaalmeenemers in het omlopend buiscircuit, waarbij de aandrijfinrichting ten minste één bandtransporteur omvat voorzien van een 20 omlopende transportband, waarbij de bandtransporteur langs een aandrijf traject van de transporteur plaatsbaar is voor een in hoofdzaak aan een omtrek van de materiaalmeenemers aandrijvend aangrijpen van de transportband.35. Drive device for a conveyor IS comprising a circumferential tube circuit, a series of material drivers, one or more spacers for keeping the material drivers spaced apart in the circumferential tube circuit, the drive device comprising at least one belt conveyor provided with a circumferential tube conveyor belt, wherein the belt conveyor can be placed along a driving path of the conveyor for engaging the conveyor belt driving substantially on a circumference of the material carriers. 36. Aandrijfinrichting voor een transporteur 25 omvattende een omlopend buiscircuit, een reeks materiaalmeenemers, een of meer afstandhouders voor het op afstand van elkaar houden van de materiaalmeenemers in het omlopend buiscircuit, waarbij de aandrijfinrichting ten minste één spuitopening omvat voor het tegen ten minste één 30 van de materiaalmeenemers spuiten van een fluïdum voor het aandrijven van het transportmiddel. •102 585536. Drive device for a conveyor 25 comprising a circulating pipe circuit, a series of material drivers, one or more spacers for spacing the material carriers in the circulating pipe circuit, the driving device comprising at least one spray opening for opposing at least one spraying a fluid from the material carriers for driving the transport means. 102 5855 37. Aandrijf inrichting voor een transporteur omvattende een omlopend buiscircuit, een reeks materiaalmeenemers, een of meer af standhouders voor het op afstand van elkaar houden van de materiaalmeenemers in het 5 omlopend buiscircuit, waarbij althans een deel van de materiaalmeenemers eerste magneten omvatten, waarbij de aandrijfinrichting één of meer langs het buiscircuit plaatsbare tweede magneten omvatten voor het opwekken van een magnetische veld voor het uitoefenen van een 10 aandrijvende kracht op het deel materiaalmeenemers voorzien van een magneet.37. Drive device for a conveyor comprising a circumferential tubing circuit, a series of material drivers, one or more spacers for spacing the material carriers in the circumferential tubing circuit, wherein at least a part of the material carriers comprise first magnets, the drive device comprising one or more second magnets which can be placed along the tubular circuit for generating a magnetic field for exerting a driving force on the part of material carriers provided with a magnet. 38. Aandrijfinrichting volgens conclusie 37, waarbij de langs het buiscircuit plaatsbare tweede magneten electromagneten omvatten.The drive device according to claim 37, wherein the second magnets which can be placed along the tube circuit comprise electromagnets. 39. Aandrijfinrichting volgens conclusie 38, waarbij de electromagneten lusvormig wikkelingen omvatten die een aandrijfdeel van het buiscircuit deels omsluiten.The drive device of claim 38, wherein the electromagnets comprise loop-shaped windings that partially enclose a drive portion of the tubular circuit. 40. Aandrijfinrichting volgens conclusie 39, waarbij de lusvormige wikkelingen openklapbaar zijn voor 20 het om het aandrijf deel van het buiscircuit plaatsen van deze lusvormige wikkelingen.40. Drive device as claimed in claim 39, wherein the loop-shaped windings are foldable for placing these loop-shaped windings around the driving part of the tube circuit. 41. afbuiginrichting voor buisgedeelte van een transporteur omvattende een omlopend buiscircuit, een reeks materiaalmeenemers, een of meer af standhouders voor het op 25 afstand van elkaar houden van de materiaalmeenemers in het omlopend buiscircuit, waarbij althans een deel van de materiaalmeenemers eerste magneten of ferromagnetische materialen omvatten, waarbij de afbuiginrichting één of meer langs het buisgedeelte plaatsbare derde magneten omvat 30 voor het opwekken van een magnetisch veld voor het naar het midden van het buisgedeelte dwingen van het genoemde deel van de materiaalmeenemers. ,102 5855 *· ·»41. Deflection device for pipe section of a conveyor comprising a revolving pipe circuit, a series of material carriers, one or more spacers for keeping the material carriers spaced apart in the revolving pipe circuit, wherein at least a part of the material drivers first magnets or ferromagnetic materials wherein the deflecting device comprises one or more third magnets which can be placed along the pipe section to generate a magnetic field for forcing said part of the material drivers into the center of the pipe section. , 102 5855 * · · » 42. Materiaalmeenemer geschikt en bestemd voor gebruik in een transporteur volgens één der voorgaande conclusies 1 - 33.42. Material carrier suitable and intended for use in a conveyor according to any one of the preceding claims 1 - 33. 43. Materiaalmeenemer voor plaatsing in een 5 omlopend buiscircuit van een transporteur voor materiaal, waarbij de materiaalmeenemer een van twee eindvlakken voorzien schijfvormig lichaam omvat, voorzien van één of meer afstandhouders.43. Material carrier for placement in a circumferential tubing circuit of a material conveyor, the material carrier comprising a disc-shaped body provided with two end faces, provided with one or more spacers. 44. Materiaalmeenemer volgens conclusie 43, 10 waarbij de één of meer afstandhouders zich vanaf het schijfvormige lichaam in hoofdzaak langs een as door het midden van het schijfvormige lichaam, in hoofdzaak loodrecht op althans één van de twee eindvlakken van het schijfvormige lichaam, uitstrekt.A material carrier according to claim 43, wherein the one or more spacers extend substantially along an axis through the center of the disc-shaped body, substantially perpendicular to at least one of the two end faces of the disc-shaped body. 45. Materiaalmeenemer volgens conclusies 43 of 44, waarbij het schijfvormige lichaam een omlopende rand omvat, welke omlopende rand uit althans één van de twee eindvlakken van het schijfvormige lichaam uitsteekt.A material carrier according to claim 43 or 44, wherein the disc-shaped body comprises a circumferential edge, which circumferential edge protrudes from at least one of the two end faces of the disc-shaped body. 46. Materiaalmeenemer volgens conclusie 45, 20 waarbij de omlopende rand in hoofdzaak loodrecht uit althans één van de twee eindvlakken van het schij fvormige lichaam uitsteekt.A material carrier according to claim 45, wherein the circumferential edge projects substantially perpendicularly from at least one of the two end faces of the disc-shaped body. 47. Materiaalmeenemers volgens conclusies 45 of 46, waarbij de omlopende rand aan beide zijden van het 25 schij fvormige lichaam uit de eindvlakken van het schijfvormige lichaam uitsteekt.47. Material drivers as claimed in claims 45 or 46, wherein the circumferential edge protrudes on both sides of the disc-shaped body from the end faces of the disc-shaped body. 48. Materiaalmeenemers volgens één der conclusies 43 - 47, waarbij een buitenomtrek van het schijfvormig lichaam althans nagenoeg gelijk is aan de binnenomtrek van 30 het buiscircuit.48. Material drivers as claimed in any of the claims 43-47, wherein an outer circumference of the disc-shaped body is at least substantially equal to the inner circumference of the tubular circuit. 49. Materiaalmeenemers volgens één der conclusies 43 - 48, waarbij de materiaalmeenemer is ingericht voor het J 02 5655 hierop aangrijpen van een aandrijvende kracht door een aandrijfinrichting van de transporteur.Material carriers according to any of claims 43 - 48, wherein the material carrier is adapted to engage a driving force thereon by a drive device of the conveyor. 50. Materiaalmeenemer volgens conclusie 49, waarbij het schijfvormig lichaam voorzien is van eerste 5 magneten.A material carrier according to claim 49, wherein the disc-shaped body is provided with first magnets. 51. Materiaalmeenemer volgens conclusie 50, waarbij de eerste magneten in het schijfvormig lichaam geplaatst zijn.The material carrier according to claim 50, wherein the first magnets are placed in the disc-shaped body. 52. Materiaalmeenemer volgens conclusies 50 of 10 51, waarbij aan weerszijde van de eerste magneten metalen platen geplaatst zijn.A material carrier according to claim 50 or 51, wherein metal plates are placed on either side of the first magnets. 53. Materiaalmeenemer volgens conclusie 52, waarbij deze metalen platen zich in hoofdzaak parallel uitstrekken ten opzichte van althans één van de twee 15 eindvlakken van het schijfvormige lichaam.A material carrier according to claim 52, wherein these metal plates extend substantially parallel to at least one of the two end faces of the disc-shaped body. 54. Materiaalmeenemer volgens conclusies 52 of 53, waarbij de metalen platen, stalen platen omvatten.A material carrier according to claim 52 or 53, wherein the metal plates comprise steel plates. 55. Materiaalmeenemer volgens één der conclusies 43 - 54, waarbij de materiaalmeenemers, althans aan een 20 buitenzijde, althans ten dele UHMWPE omvat.55. Material driver according to any one of claims 43 - 54, wherein the material drivers comprise, at least on an outer side, at least partially UHMWPE. 56. Transportbuis geschikt en bestemd voor gebruik in een transporteur volgens één der voorgaande conclusies 1-33.A transport tube suitable and intended for use in a conveyor according to any one of the preceding claims 1-33. 57. Transportbuis voor een omlopend buiscircuit 25 van een transporteur voor materiaal, waarbij de wand van deze transportbuis één of meer geleiders omvat voor het geleiden van licht, elektriciteit of een fluïdumdruk.57. Transport tube for a circumferential tube circuit 25 of a material conveyor, wherein the wall of this transport tube comprises one or more conductors for guiding light, electricity or a fluid pressure. 58. Transportbuis volgens conclusie 57, waarbij de één of meer geleiders in de wand van de transportbuis 30 geplaatst zijn. 102 5855 ψ *The transport tube of claim 57, wherein the one or more conductors are placed in the wall of the transport tube 30. 102 5855 ψ * 59. Transportbuis volgens conclusies 56, 57 of 58, waarbij de transportbuis in hoofdzaak van kunststof, bij voorkeur van Poly-Urethaan (PU), vervaardigd is.A transport tube according to claims 56, 57 or 58, wherein the transport tube is substantially made of plastic, preferably of Poly-Urethane (PU). 60. Transportbuis volgens conclusie 59, waarbij 5 de transportbuis voorzien is van een elektrisch geleidende laag voor het afvoeren van statische elektriciteit.60. Transport tube according to claim 59, wherein the transport tube is provided with an electrically conductive layer for discharging static electricity. 61. Transportbuis volgens conclusie 60, waarbij de elektrisch geleidende laag aan de buitenzijde van de transportbuis aangebracht is. 10The transport tube of claim 60, wherein the electrically conductive layer is disposed on the outside of the transport tube. 10 62 Transportbuis volgens conclusie 60 of 61, waarbij de elektrisch geleidende laag een met koolstof gevulde kunststof omvat, bij voorkeur een met koostof gevulde hergebruikte kunststof.A conveyor tube according to claim 60 or 61, wherein the electrically conductive layer comprises a carbon-filled plastic, preferably a recycled plastic filled with carbon. 63. Transporteur voorzien van een of meer van de 15 in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij- gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.63. Transporter provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. 64. Aandrijf inrichting voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 2064. Drive device provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. 20 6 5. Afbuiginrichting voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.5. Deflection device provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. 66. Materiaalmeenemer voorzien van een of meer in de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de 25 bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.66. Material carrier provided with one or more characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. 67. Transportbuis voorzien van een of meer in de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.67. Transport tube provided with one or more characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. 68. Werkwijze omvattend een of meer van de in de 30 bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. 102 585568. Method comprising one or more of the characterizing steps described in the accompanying description and / or shown in the accompanying drawings. 102 5855
NL1025855A 2003-12-03 2004-03-31 Conveyor for conveying material through tube circuit, has drive mechanism having coils that generate varying magnetic field to drive conveyor flights in drive direction NL1025855C2 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025855A NL1025855C2 (en) 2004-03-31 2004-03-31 Conveyor for conveying material through tube circuit, has drive mechanism having coils that generate varying magnetic field to drive conveyor flights in drive direction
PCT/NL2004/000840 WO2005054093A1 (en) 2003-12-03 2004-12-02 Conveyor for material with magnetically driven flights in a tube
EP04808756A EP1699715A1 (en) 2003-12-03 2004-12-02 Conveyor for material with magnetically driven flights in a tube
US10/581,337 US20070170043A1 (en) 2003-12-03 2004-12-02 Conveyor for material with magnetically driven flights in a tube

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025855 2004-03-31
NL1025855A NL1025855C2 (en) 2004-03-31 2004-03-31 Conveyor for conveying material through tube circuit, has drive mechanism having coils that generate varying magnetic field to drive conveyor flights in drive direction

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025855C2 true NL1025855C2 (en) 2005-10-03

Family

ID=34973606

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025855A NL1025855C2 (en) 2003-12-03 2004-03-31 Conveyor for conveying material through tube circuit, has drive mechanism having coils that generate varying magnetic field to drive conveyor flights in drive direction

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1025855C2 (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2013171265A1 (en) 2012-05-15 2013-11-21 BüHLER GMBH Conveying device, carrier, and feeding device for conveying bulk goods
WO2014183811A1 (en) 2013-05-15 2014-11-20 BüHLER GMBH Conveyor element and conveyor device for conveying bulk material

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2357651A (en) * 1941-06-27 1944-09-05 Henry W Hapman Conveyer propelling device
FR2634470A1 (en) * 1988-07-22 1990-01-26 Bret Louis Leaktight continuous transportation device for granular or pulverulent materials
EP0422261A1 (en) * 1989-10-09 1991-04-17 Frisco-Findus Ag Conveyor

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2357651A (en) * 1941-06-27 1944-09-05 Henry W Hapman Conveyer propelling device
FR2634470A1 (en) * 1988-07-22 1990-01-26 Bret Louis Leaktight continuous transportation device for granular or pulverulent materials
EP0422261A1 (en) * 1989-10-09 1991-04-17 Frisco-Findus Ag Conveyor

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2013171265A1 (en) 2012-05-15 2013-11-21 BüHLER GMBH Conveying device, carrier, and feeding device for conveying bulk goods
WO2015071353A1 (en) 2012-05-15 2015-05-21 BüHLER GMBH Method and conveying device for conveying bulk material
WO2014183811A1 (en) 2013-05-15 2014-11-20 BüHLER GMBH Conveyor element and conveyor device for conveying bulk material
WO2014183810A1 (en) 2013-05-15 2014-11-20 BüHLER GMBH Method and conveyor device for conveying bulk material

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11858752B2 (en) Modular transfer units, systems, and methods
EP2874920B1 (en) Crossbelt sorter system and method of sorting articles
NL2002878C2 (en) A conveyor having parallel conveyor members.
US7686156B2 (en) Slip tube system for adjusting drive force of shaft driven conveyor system
JP2002538058A (en) Arrangement / array conveyor
JP2017515767A (en) Distributed sorter drive using electric bonding
US20120298481A1 (en) Multiwheel roller-conveyor case turner
US20150259156A1 (en) D wheel transfer device and method
CN106458458B (en) Touchless guide for a conveyor
US9981809B2 (en) Accumulator device for dynamically accumulating conveyed products, as well as a method for using such a device
JP2004520244A (en) Transport device and product transport method
NL1025855C2 (en) Conveyor for conveying material through tube circuit, has drive mechanism having coils that generate varying magnetic field to drive conveyor flights in drive direction
CN102398763B (en) Conveyor system
JP7394053B2 (en) Rim can mover
US9056729B2 (en) Slat conveyor
US20070170043A1 (en) Conveyor for material with magnetically driven flights in a tube
WO2004076319A1 (en) Method and device for re-aligning items on a conveyor
EP3786087A1 (en) Crowned roller with a grooved apex
NL1024940C2 (en) Conveyor for conveying material through tube circuit, has drive mechanism having coils that generate varying magnetic field to drive conveyor flights in drive direction
US7637366B2 (en) High speed diverter
KR20100085992A (en) Methods and apparatus for transporting substrate carriers
JP7268609B2 (en) Goods transport equipment
US20180127215A1 (en) Continuous conveyor
JP2004292085A (en) Floating belt conveyor device
NL1024537C1 (en) Scraper conveyor for moving bulk goods or granulates has drive unit with drivers that engage the conveyor flights and the conveyor over an engagement path with the drivers movable with respect to each other

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20091001