NL1025833C2

NL1025833C2 - Seat with automatic backrest angle adjustment.

Info

Publication number: NL1025833C2
Application number: NL1025833A
Authority: NL
Inventors: Maarten Middelkoop
Original assignee: Bma Ergonomics B V
Priority date: 2004-03-26
Filing date: 2004-03-26
Publication date: 2005-10-03
Also published as: EP1579787A1; NO20051580L; NO20051580D0

Description

► •Μ► • Μ

STOEL MET AUTOMATISCHE RUGLEUNINGSHOEKINSTELLINGCHAIR WITH AUTOMATIC BACKREST ANGLE ADJUSTMENT

De uitvinding betreft een stoel, omvattende: - één of meer pootdelen; - een zittingsdeel dat aan de pootdelen is aangebracht; en 5 - een rugleuningsdeel dat aan de onderzijde een eerste relatief stijf gedeelte omvat voor het ondersteunen van een gebruiker, alsmede een relatief flexibel gedeelte dat boven het eerste relatief stijve gedeelte is aangebracht en een tweede relatief stijf gedeelte dat aan de bovenzijde met 10 het flexibele gedeelte is verbonden, waarbij het rugleuningsdeel via een frame aan het zittingsdeel is bevestigd en althans het tweede relatief stijve gedeelte scharnierbaar om een draaipunt verbonden is met het frame.The invention relates to a chair, comprising: - one or more leg parts; - a seat part which is arranged on the leg parts; and - a backrest part which comprises a first relatively rigid part on the underside for supporting a user, as well as a relatively flexible part which is arranged above the first relatively rigid part and a second relatively rigid part which is provided on the top side with the flexible part. part is connected, wherein the backrest part is attached to the seat part via a frame and at least the second relatively rigid part is pivotally connected to the frame around a pivot point.

Een dergelijke stoel is bekend uit US-A-5,975,634.Such a chair is known from US-A-5,975,634.

15 Alhoewel zittende werkzaamheden beter voor voeten en knieën zijn dan staande werkzaamheden, blijken zittende werkzaamheden rugklachten te kunnen veroorzaken. In tegenstelling tot bij staan doet zich bij zitten de neiging voor vooral het onderste ruggedeelte bol te trekken, waardoor 20 de zogeheten lage rugspieren en de bilspieren langdurig statisch worden belast, hetgeen tot verzuring van deze spieren kan leiden en zodoende tot pijnklachten. Deze pijnklachten kunnen resulteren in bewegingsarmoede, waardoor het lichaam niet meer voor voldoende gewrichtsvloeistof zorg 25 draagt, die dient voor smering van de onderste ruggenwervels en de tussenwervelschijven. Wanneer deze situatie gedurende langere tijd, in de orde van jaren, blijft optreden zal het systeem rond de onderste ruggenwervels degenereren.15 While sitting activities are better for feet and knees than standing activities, sitting activities appear to cause back problems. In contrast to standing, there is a tendency for the lower back part, in particular, to bulge, whereby the so-called low back muscles and the gluteal muscles are subjected to a long-term static load, which can lead to acidification of these muscles and thus to pain complaints. These pain complaints can result in a lack of movement, as a result of which the body no longer provides sufficient joint fluid, which serves for lubrication of the lower spine and the intervertebral discs. If this situation persists for a long time, in the order of years, the system will degenerate around the lower vertebrae.

1025833- 21025833-2

In tegenstelling tot bij een holle rug worden bij een bolle rug de ruggenwervels in het onderste ruggedeelte buitenwaarts gedrongen, waardoor een aanzienlijk hogere druk op de kern van die ruggenwervels en de tussenwervelschijven 5 wordt uitgeoefend.In contrast to a concave back, with a convex back the vertebrae in the lower back part are forced outwards, as a result of which a considerably higher pressure is exerted on the core of said vertebrae and the intervertebral discs.

Het bovengenoemde oudere document US-A-5,975,634 beschrijft een stoel met een zitting en een ten opzichte daarvan scharnierbare rugleuning. De rugleuning is opgehangen in een omgekeerd U-vormig frame, en vertoont aan zijn 10 onderzijde een stijf deel, daarboven een flexibel deel, en daar weer boven wederom een stijf deel. Het bovenste stijve deel is scharnierend verbonden met de bovenzijde van het frame, terwijl het onderste stijve deel bevestigd is aan een zich in dwarsrichting uitstrekkende beugel, die eveneens 15 scharnierend verbonden is met het frame, nabij de onderzijde daarvan. De scharnieras van het onderste stijve deel ligt daarmee een eind voor de rugleuning. De bevestigingsbeugel is buigzaam, en wordt door een veermechanisme voorgespannen naar een uitgangspositie, waarin de rugleuning een bepaalde 20 kromming heeft, zodanig dat het flexibele deel daarvan naar voren uitsteekt en als lendensteun voor een gebruiker kan fungeren, terwijl de bovenste en onderste stijve delen meer naar achteren gericht zijn.The aforementioned older document US-A-5,975,634 describes a chair with a seat and a backrest that can be pivoted relative thereto. The backrest is suspended in an inverted U-shaped frame, and has a stiff part on its underside, a flexible part above it, and again a stiff part above it. The upper rigid part is hingedly connected to the top of the frame, while the lower rigid part is attached to a transversely extending bracket, which is also hinged to the frame, near the bottom thereof. The pivot axis of the lower rigid part is thus an end for the backrest. The mounting bracket is flexible, and is biased by a spring mechanism to a starting position, in which the backrest has a certain curvature, such that the flexible part thereof protrudes forward and can function as a lumbar support for a user, while the upper and lower rigid parts are more facing backwards.

De combinatie van de voorspanning in de beugel waarin 25 het onderste stijve deel an het frame is bevestigd en de scharnierende ophanging van het bovenste stijve deel aan het frame zorgt ervoor, dat wanneer de gebruiker met de onderzijde van zijn rug harder tegen het flexibele deel drukt, bijvoorbeeld wanneer hij iets voorover buigt, zowel 30 het bovenste als het onderste stijve deel vanuit hun uitgangspositie naar voren scharnieren, waardoor de rugleuning als geheel vlakker wordt. Blijkbaar heeft deze beweging tot doel de bovenzijde van de rug in die situatie te 1025833-The combination of the pretension in the bracket in which the lower rigid part is fixed to the frame and the hinged suspension of the upper rigid part on the frame ensures that when the user presses harder against the flexible part with the underside of his back for example, when it bends slightly forward, both the upper and lower rigid parts pivot forward from their starting position, whereby the backrest as a whole becomes flatter. Apparently the purpose of this movement is to raise the top of the back in that situation.

VV

3 steunen. De mate van vlakker worden van de rugleuning wordt daarbij bepaald door de ingestelde voorspanning in de bevestigingsbeugel, en wordt begrensd door aanslagen tussen de beugel en het frame.3 supports. The degree of flattening of the backrest is thereby determined by the pre-tension set in the mounting bracket, and is limited by stops between the bracket and the frame.

5 Daarnaast is uit EP-A-0 793 929 een stoel bekend, die een verbeterde zithouding en ondersteuning biedt aan de gebruiker. Bij deze bekende stoel wordt de hoek van de rugleuning ten opzichte van de zitting specifiek per persoon ingesteld met behulp van een instelmechanisme.In addition, a chair is known from EP-A-0 793 929, which offers an improved sitting position and support to the user. In this known chair, the angle of the backrest with respect to the seat is specifically adjusted per person with the aid of an adjusting mechanism.

10 De onderhavige uitvinding heeft tot doel een stoel met een automatische rugleuningshoekinstelling te verschaffen.The present invention has for its object to provide a chair with an automatic backrest angle adjustment.

Dit wordt bij een stoel van het in de aanhef beschreven type bereikt, doordat het rugleuningsdeel in zijn ruststand in hoofdzaak verticaal gericht is en het tweede stijve gedeelte 15 onder belasting naar achteren scharnierbaar is, waarbij het flexibele gedeelte naar voren gedwongen wordt.This is achieved with a chair of the type described in the preamble in that the backrest part is oriented substantially vertically in its rest position and the second rigid part 15 can be pivoted backwards under load, whereby the flexible part is forced forward.

Door de verbinding tussen het tweede stijve gedeelte en het flexibele gedeelte wordt de kromming van de rugleuning als het ware automatisch aangepast aan de kromming van de rug 20 van een gebruiker, zonder dat daarvoor een instelling van de stoel behoeft te worden veranderd. Zo is de stoel door verschillende personen met een meer of minder gekromde rug te gebruiken zonder de instelling daarvan te veranderen, zodat een grotere flexibiliteit wordt verkregen. Een dergelijke 25 stoel heeft derhalve minder bedieningsraiddelen dan bekende stoelen zodat er een verminderd aantal foutopties is bij het instellen van de stoel. Doordat het tweede stijve gedeelte onder belasting naar achteren scharnierbaar is, waarbij dan het flexibele gedeelte naar voren wordt gedwongen, wordt als 30 het ware een balansfunctie gecreëerd om de kromming aan te passen aan een op het rugleuningsdeel uitgeoefende kracht. De balansfunctie werkt als een balans die de kracht op de bovenkant en het midden van de rugleuning in evenwicht 1025833- 4 brengt. Zo past de rugleuning zich aan aan de kromming van de rug van een gebruiker.Due to the connection between the second rigid part and the flexible part, the curvature of the backrest is, as it were, automatically adjusted to the curvature of the back 20 of a user, without having to change a setting of the chair. For example, the chair can be used by different people with more or less curved backs without changing its setting, so that greater flexibility is obtained. Such a chair therefore has fewer operating means than known chairs, so that there is a reduced number of error options when adjusting the chair. Because the second rigid part can be pivoted backwards under load, whereby the flexible part is then forced forward, a balance function is created as it were to adjust the curvature to a force exerted on the backrest part. The balance function works as a balance that balances the force on the top and center of the backrest 1025833-4. The backrest thus adapts to the curvature of the back of a user.

Door deze combinatie van maatregelen is de stoel volgens de uitvinding bij uitstek geschikt voor toepassing 5 waarbij gedurende relatief lange tijd, d.w.z. een volledige werkdag, op de stoel wordt plaatsgenomen.Due to this combination of measures, the chair according to the invention is eminently suitable for application in which the chair is seated on for a relatively long time, i.e. a full working day.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is ook het eerste stijve gedeelte scharnierbaar met het frame verbonden.In a preferred embodiment, the first rigid portion is also hingedly connected to the frame.

Wanneer het draaipunt van het tweede stijve gedeelte 10 in hoogte verstelbaar is ten opzichte van het frame is het balanspunt instelbaar en aan te passen voor langere of kortere personen.When the pivot point of the second rigid portion 10 is height-adjustable relative to the frame, the balance point is adjustable and adaptable for taller or shorter people.

Verder is met voordeel de hoek tussen het eerste stijve gedeelte en het zittingsdeel scherp. De krachten die 15 de rugleuning en de zitting op een gebruiker uitoefenen blijken elkaar zo te compenseren, voor een comfortabele, ontspannen en biomechanisch juiste zitpositie, waarbij klachten in de onderrug vermeden worden. De gebruiker wordt op de juiste positie, namelijk de bekkenrand, ondersteund 20 voor een correcte zitpositie zodat de ruggenwervels in de correcte S-vorm blijven.Furthermore, the angle between the first rigid portion and the seat portion is advantageously sharp. The forces that the backrest and the seat exert on a user appear to compensate each other in this way, for a comfortable, relaxed and biomechanically correct sitting position, whereby complaints in the lower back are avoided. The user is supported at the correct position, namely the pelvis edge, for a correct sitting position so that the vertebrae remain in the correct S-shape.

In weer een verdere voorkeursuitvoering omvat het rugleuningsdeel een tegenhoudelement dat een minimale en een maximale kromming van het flexibele gedeelte bepaalt.In yet a further preferred embodiment the backrest part comprises a retaining element which determines a minimum and a maximum curvature of the flexible part.

25 In een voorkeursuitvoering omvat het zittingsdeel een voorste gedeelte dat onder een vaste hoek aan de pootdelen is aangebracht en een achterdeel dat kantelbaar is ten opzichte van het voorste gedeelte. Zodoende blijkt een correcte zitpositie gecombineerd te kunnen worden met de voordelen van 30 de automatische rughoekinstelling.In a preferred embodiment the seat part comprises a front part which is arranged at a fixed angle on the leg parts and a rear part which is tiltable with respect to the front part. It thus appears that a correct sitting position can be combined with the advantages of the automatic back angle adjustment.

Volgens een tweede aspect verschaft de uitvinding een rugleuningsdeel dat geschikt is voor gebruik in een stoel als hiervoor beschreven.According to a second aspect, the invention provides a backrest part suitable for use in a chair as described above.

1025833- 51025833-5

Tenslotte betreft de uitvinding nog een werkwijze voor het gebruik van een dergelijke stoel of rugleuning.Finally, the invention further relates to a method for using such a chair or backrest.

Verdere voordelen en kenmerken zullen worden beschreven aan de hand van de bijgaande figuren, waarin: 5 fig. 1 een perspectivisch achteraanzicht toont van een stoel volgens de onderhavige uitvinding in een eerste voorkeursuitvoeringsvorm; fig. 2 een zijaanzicht toont van de stoel uit fig. 1, waarbij een model van een gebruiker is weergegeven; 10 fig. 3A een zijaanzicht toont van een tot een model geschematiseerde stoel met een rugleuningsdeel volgens de onderhavige uitvinding in een eerste gebruikstoestand; fig. 3B een tweede gebruikstoestand toont van de stoel uit fig. 3A; 15 fig. 3C een derde gebruikstoestand toont van de stoel van fig. 3A en 3B; fig. 4A een perspectivisch vooraanzicht toont van een plaat die de kern vormt van het rugleuningsdeel volgens de onderhavige uitvinding; 20 fig. 4B een perspectivische achteraanzicht toont van een variant van de plaat uit fig. 4A; en fig. 5 een perspectivisch vooraanzicht toont van een frame met een hoogteverstelling voor het rugleuningsdeel van de stoel volgens de onderhavige uitvinding.Further advantages and features will be described with reference to the accompanying figures, in which: fig. 1 shows a perspective rear view of a chair according to the present invention in a first preferred embodiment; Fig. 2 shows a side view of the chair of Fig. 1, showing a model of a user; Fig. 3A shows a side view of a model-schematic chair with a backrest part according to the present invention in a first position of use; Fig. 3B shows a second position of use of the chair of Fig. 3A; Fig. 3C shows a third position of use of the chair of Figs. 3A and 3B; Fig. 4A shows a front perspective view of a plate forming the core of the backrest part of the present invention; Fig. 4B shows a perspective rear view of a variant of the plate from Fig. 4A; and Fig. 5 shows a front perspective view of a frame with a height adjustment for the backrest part of the chair according to the present invention.

25 Een stoel 1 volgens de onderhavige uitvinding omvat een pootdeel 2 dat in de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm vijf zich horizontaal in een stervorm uitstrekkende dragers 4 omvat die verrijdbaar zijn ten opzicht van een ondergrond door de draaibaar daaraan bevestigde wielen 6 (fig. 1). In 30 het midden is een holle cilinder 8 aangebracht waarin verend een huisorgaan 10 is aangebracht voor het veren en in hoogte verstellen van de stoel 1. Op huisorgaan 10 is een draagorgaan 11 aangebracht waaraan hendels 14, 15 zijn 1025833- « 6 aangebracht voor het verstellen van onder andere de hoogte van stoel 1. Op het draagorgaan 11 is een zittingsdeel 16 aangebracht met een voorgedeelte 18 dat niet kantelbaar is en een kantelbaar ten opzichte van het draagorgaan en het 5 voorgedeelte aangebracht achtergedeelte 20. Zijwaarts ten opzichte van het draagorgaan 11 strekken zich armleggers 22, 24 uit. Deze omvatten buiselementen 26 waarop een in hoogte verstelbaar bovengedeelte 28 en een ten opzichte van het bovengedeelte 28 verstelbare ligger 30 zijn aangebracht. Een 10 dergelijke armlegger staat bijvoorbeeld beschreven in EP 1 287 765 Al ten name van aanvraagster.A chair 1 according to the present invention comprises a leg part 2 which, in the preferred embodiment shown, comprises five carriers 4 extending horizontally in a star shape that are movable relative to a surface by the wheels 6 rotatably attached thereto (Fig. 1). A hollow cylinder 8 is arranged in the middle, in which resiliently a housing member 10 is provided for springing and height-adjusting the seat 1. On housing member 10 there is arranged a support member 11 on which levers 14, 15 are arranged for mounting. adjusting, among other things, the height of chair 1. On the support member 11 a seat part 16 is arranged with a front part 18 that is not tiltable and a rear part 20 that is tiltable with respect to the support member and the front part arranged laterally with respect to the support member 11 armrests 22, 24 extend. These comprise tubular elements 26 on which a height-adjustable upper part 28 and a beam 30 adjustable with respect to the upper part 28 are arranged. Such an armrest is described, for example, in EP 1 287 765 A1 in the name of the applicant.

Kantelbaar ten opzichte van het draagorgaan 11 is frame 12 aangebracht met daarop het achterdeel 20. Het frame 12 omvat verticaal verlopende profielen 32, 34 die verbonden 15 zijn door horizontale steunen 36, 38. Een rugleuningsdeel 40 is verbonden met een hoogte-instelmechanisme, waarbij bedieningsknoppen 42, 44 dienen voor het in hoogte verstellen van het rugleuningsdeel. Het rugleuningsdeel 40 omvat aan de onderzijde een eerste stijve zone of gedeelte 46, een 20 flexibele zone 48 en aan de bovenzijde een tweede stijve zone of gedeelte 50 (fig. 1). Op het zittingsdeel en tegen het rugleuningsdeel 40 zijn verende kussens aangebracht, die zijn bekleed, bijvoorbeeld met stof of leer.Tiltable with respect to the support member 11, frame 12 is provided with the rear part 20. The frame 12 comprises vertically extending profiles 32, 34 which are connected by horizontal supports 36, 38. A back support part 40 is connected to a height-adjusting mechanism, wherein control buttons 42, 44 serve to adjust the height of the backrest part. The backrest part 40 comprises at the bottom a first rigid zone or section 46, a flexible zone 48 and at the top a second rigid zone or section 50 (Fig. 1). Resilient cushions are provided on the seat part and against the backrest part 40, which are covered, for example with fabric or leather.

Figuur 2 toont de stoel van figuur 1 in een 25 zijaanzicht, waarbij een schematisch aangeduide gebruiker heeft plaatsgenomen op de stoel. Het voorgedeelte 18 van het zittingsdeel is onder een vaste hoek ten opzichte van het pootgedeelte 2 aangebracht, van ongeveer 4* aflopend, zodat de bovenbenen 51, onderbenen 52 en voeten 54 van de gebruiker 30 steeds in een rustgevende stabiele positie ten opzichte van een ondergrond staan. Het achtergedeelte 20 is kantelbaar ten opzichte van voorgedeelte 18 om een kantel-as 56 op een locatie voorwaarts van het midden van zittingsdeel 16. Bij 1025833' 7 voorkeur bevindt de kantel-as 56 zich op ongeveer een kwart tot 1/3 van de lengte, gerekend vanaf de voorzijde van het zittingsdeel 16. Het frame 12 is vast verbonden met achterdeel 20 zodat de hoek tussen de verticale profielen 32, 5 34 en het achterdeel 20 gelijk blijft bij het kantelen daarvan.Figure 2 shows the chair of Figure 1 in a side view, with a schematically indicated user seated on the chair. The front part 18 of the seat part is arranged at a fixed angle with respect to the leg part 2, descending from approximately 4 *, so that the upper legs 51, lower legs 52 and feet 54 of the user 30 are always in a soothing stable position with respect to a substrate. stand. The rear portion 20 is tiltable with respect to front portion 18 about a tilt axis 56 at a location forward from the center of seat member 16. Preferably, the tilt axis 56 is about a quarter to 1/3 of the length. calculated from the front of the seat part 16. The frame 12 is fixedly connected to the rear part 20 so that the angle between the vertical profiles 32, 34 and the rear part 20 remains the same when tilted.

Duidelijk is te zien hoe de kromming van het rugleuningsdeel een kracht uitoefent tegen de bekkenrand 58 van de gebruiker. De kromming 60 van de rug blijft daarbij in 10 een natuurlijke positie zonder dat de onderste ruggenwervels bol worden getrokken. Aan de bovenzijde van verticale profielen 32, 34 is de tweede stijve zone 50 draaibaar en verschuifbaar met de profielen 32, 34 verbonden met schuifmechanisme 62.It can clearly be seen how the curvature of the backrest part exerts a force against the pelvis edge 58 of the user. The curvature 60 of the back then remains in a natural position without the lower vertebrae being bulged. At the top of vertical profiles 32, 34, the second rigid zone 50 is rotatable and slidably connected to the profiles 32, 34 with sliding mechanism 62.

15 De werking van de stoel zal worden verduidelijkt aan de hand van de figuren 3A, 3B en 3C. Wanneer een gebruiker plaatsneemt op de stoel kantelt het achtergedeelte 20 om kantel-as 56 onder invloed van de zwaartekracht. De rugleuning 40 is daarbij zo ingesteld dat de kromming tegen 20 de bekkenrand 58 komt te rusten. De hoek ingesloten tussen de eerste stijve zone 46 en achterdeel 20 is daarbij kleiner dan 90°. Hierdoor wordt de voorwaartse kracht uitgeoefend door de bolling van de rugleuning gecompenseerd door een achterwaartse kracht, namelijk een resultante van de 25 zwaartekracht, waardoor de afschuifkracht op het zitvlak ongeveer nihil is. Dit principe is bekend als 'bracing'.The operation of the chair will be explained with reference to Figures 3A, 3B and 3C. When a user sits down on the chair, the rear portion 20 tilts about tilt axis 56 under the influence of gravity. The backrest 40 is thereby adjusted such that the curvature comes to rest against the pelvis edge 58. The angle enclosed between the first rigid zone 46 and rear part 20 is thereby smaller than 90 °. As a result, the forward force exerted by the bulging of the backrest is compensated by a backward force, namely a resultant of gravity, whereby the shear force on the seat surface is approximately nil. This principle is known as 'bracing'.

De armleggers 30 zijn op een zodanige hoogte ingesteld, dat de onderarmen 63 daarop komen te rusten in een ontspannen horizontale houding (fig. 3B). De ellebogen 30 behoren net achter de liggers 30 te komen, zodat de onderarmen tegen de onderarmspier worden ondersteund.The armrests 30 are set at a height such that the forearms 63 come to rest on them in a relaxed horizontal position (Fig. 3B). The elbows 30 should come just behind the beams 30, so that the forearms are supported against the forearm muscle.

De eerste stijve zone 46 is draaibaar en verschuifbaar ten opzichte van een schuifmechaniek 62. Door 1025833- 8 een tegenhoudelement, dat hierna beschreven wordt aan de hand van fig. 4, bevindt de rugleuning zich in een neutrale stand met een minimale kromming (fig. 3A). Wanneer een gebruiker gaat zitten zal diens bekken in de correct positie komen door 5 de bovenbeschreven samenwerking tussen kromming van de rugleuning 40 en de zitting 16 (fig. 3B).The first rigid zone 46 is rotatable and slidable with respect to a sliding mechanism 62. By means of a retaining element, described below with reference to Fig. 4, the backrest is in a neutral position with a minimal curvature (Fig. 3A). When a user sits down, his pelvis will come into the correct position due to the cooperation described above between curvature of the backrest 40 and the seat 16 (Fig. 3B).

Indien de gebruiker naar achteren leunt zal de bovenste curve 65 van de ruggenwervels tegen de bovenzijde van tweede stijve zone 50 duwen. De tweede stijve zone 50 is 10 draaibaar om as 68 en staat steeds in evenwicht, waarbij de kromming van de flexibele zone 48 eventueel verandert en het bekken in de juiste positie blijft (fig. 3C).If the user leans back, the upper curve 65 of the vertebrae will push against the top of the second rigid zone 50. The second rigid zone 50 is rotatable about axis 68 and is always in equilibrium, the curvature of the flexible zone 48 possibly changing and the pelvis remaining in the correct position (Fig. 3C).

De biomechanische achtergrond van deze automatische rughoekinstelling met balansfunctie heeft tot gevolg dat er 15 minder bedieningsmiddelen nodig zijn voor het instellen van de stoel, waardoor er minder foutopties ontstaan. Hierdoor is de stoel gemakkelijker door verschillende personen te gebruiken. Het is alleen nodig de hoogte van de rugleuning 40 te verstellen door middel van draaiknop 42. Bij het instellen 20 van een comfortabele stand wordt echter meteen een biomechanisch juiste instelling bereikt, waarbij de balansfunctie correct wordt ingesteld. Dit in tegenstelling tot bekende rugleuningen, waarbij een comfortabelere instelling tot een biomechanisch incorrecte instelling leidt. 25 De onderhavige rugleuning past zich aan aan de kromming van de rug van de gebruiker, in tegenstelling tot bekende rugleuningen.The biomechanical background of this automatic back angle adjustment with balance function means that fewer operating means are required to adjust the seat, which results in fewer error options. This makes the chair easier to use for different people. It is only necessary to adjust the height of the backrest 40 by means of the rotary knob 42. However, when a comfortable position is adjusted, a biomechanically correct adjustment is immediately achieved, whereby the balance function is correctly adjusted. This is in contrast to known backrests, where a more comfortable adjustment leads to a biomechanically incorrect adjustment. The present backrest adapts to the curvature of the user's back, in contrast to known backrests.

Het rugleuningsdeel 40 omvat aan de achterzijde een plaat 140 van kunststof (fig. 4A en 4B). Deze plaat 140 omvat 30 aan de onderzijde een eerste stijve zone 142, daarboven een flexibele zone 144 en aan de bovenzijde een tweede stijve zone 146. De plaat 140 heeft in zijaanzicht een bollende C-vorm, de eerder genoemde kromming voor ondersteuning van de 1025833- 9 bekkenrand, en in bovenaanzicht een holle C-vorm voor zijdelingse steun. Om een kracht uit te kunnen oefenen op de bekkenrand loopt de eerste stijve zone 142 door tot een hoogte van de plaat 140 waar de bekkenrand daartegen komt te 5 rusten.The backrest part 40 comprises a plastic plate 140 at the rear (Figs. 4A and 4B). This plate 140 comprises at the bottom a first rigid zone 142, above it a flexible zone 144 and at the top a second rigid zone 146. The plate 140 has a bulging C-shape in side view, the aforementioned curvature for supporting the 1025833 - 9 pelvis edges, and in top view a hollow C-shape for lateral support. In order to be able to exert a force on the pelvis edge, the first rigid zone 142 extends to a height of the plate 140 where the pelvis edge comes to rest against it.

De flexibele zone 144 is in de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm gevormd door overdwars verlopende vouwen 148. Getoond is een plaat van hard kunststof waarin vijf vouwen zijn aangebracht. Aan de zijkanten van de 10 flexibele zone 144 zijn relatief smalle ongevouwen strips 150, 152 aangebracht die in tegenstelling tot de vouwen geen rek opvangen. Zo wordt de zijdelingse steun gehandhaafd wanneer de flexibele zone 144 doorbuigt en wordt een stopfunctie zoals hierna beschreven mogelijk.In the preferred embodiment shown, the flexible zone 144 is formed by transversely extending folds 148. Shown is a plate of hard plastic in which five folds are arranged. Relatively narrow unfolded strips 150, 152 are provided on the sides of the flexible zone 144 which, unlike the folds, do not absorb any stretch. Thus, the lateral support is maintained as the flexible zone 144 flexes and a stop function as described below becomes possible.

15 De tweede stijve zone 146 is voorzien van overdwarse verstevigingsribben of van vakwerken 154, 156, 158 (fig. 4B). De vakwerken voorkomen dat de plaat doorklapt, zodat de Ονο rm gehandhaafd blijft.The second rigid zone 146 is provided with transverse reinforcement ribs or with trusses 154, 156, 158 (Fig. 4B). The trusses prevent the plate from collapsing, so that the blijftνο rm is maintained.

Aan de voorzijde (fig. 4A) is een verder niet getoond 20 kussen tegen de plaat aangebracht voor het nodige comfort en het geheel is voorzien van een bekleding. Aan de achterzijde (fig. 4B) zijn bevestigingsorganen 160-166 aangebracht waarmee de plaat 140 kan worden bevestigd op verder niet getoonde corresponderende bevestigingselementen. De door 25 organen 160-166 gevormde klikverbinding kan eenvoudig worden verbroken voor onderhoud of het aanbrengen van een andere rugleuning 40.On the front side (Fig. 4A) a cushion (not further shown) is arranged against the plate for the necessary comfort and the whole is provided with a covering. At the rear (Fig. 4B) fastening members 160-166 are provided with which the plate 140 can be mounted on corresponding fastening elements not further shown. The snap connection formed by members 160-166 can easily be broken for maintenance or the fitting of another backrest 40.

In de hoogterichting zijn tegen de buigbare zone 144 één of meer bladveren 168 aangebracht. Aan een uiteinde 30 daarvan is een sleuf 170 aangebracht waarin een nok 172 van plaat 140 valt voor het bepalen van een minimale en een maximale buiging van de flexibele zone 144. De koppeling van de nok in de gleuf werkt als een stop in de uiterste standen.One or more leaf springs 168 are arranged in the height direction against the bendable zone 144. A slot 170 is provided at one end 30 thereof, into which a cam 172 falls from plate 140 for determining a minimum and maximum bending of the flexible zone 144. The coupling of the cam in the slot acts as a stop in the extreme positions .

I025833- « 101025833- 10

De krachten op de tweede stijve zone zijn in de orde van 300 N, zodat de koppeling van de bladveer ongeveer 1200 N opvangt. Het tegenovergelegen uiteinde 174 van de bladveer 168 is vast bevestigd aan de tweede stijve zone 146. De 5 bladveer werkt als blokkering in een minimale en een maximale doorbuiging. Daartoe is de bladveer over de vouwen 148 aangebracht die uitrekken tegelijk met het doorbuigen, in samenwerking met de aan de zijkant aangebrachte strips 150, 152 die geen rek vertonen.The forces on the second rigid zone are of the order of 300 N, so that the coupling of the leaf spring absorbs approximately 1200 N. The opposite end 174 of the leaf spring 168 is fixedly attached to the second rigid zone 146. The leaf spring acts as a block in a minimum and a maximum deflection. To this end, the leaf spring is arranged over the folds 148 which extend at the same time as the bending, in cooperation with the laterally arranged strips 150, 152 which have no elongation.

10 Het frame 12 (fig. 5) omvat naast verticaal verlopende profielen 32, 34 en horizontale steundelen 36, 38 gekromde profielen 80, 82 die uitlopen in verstevigd dwarsgedeelte 84 voor het daarop aanbrengen van het achtergedeelte 20 van het zittingsdeel. In opstaande 15 zijranden aangebrachte openingen 86, 88 vormen samen met gat 89 montagepunten voor montage aan draagorgaan 11. Frame 12 als geheel is bevestigd aan achterste zittingsdeel 20. Het frame 12 is samen met het achterste zittingsdeel 20 kantelbaar om as 56 ten opzichte van pootgedeelte 2. Het 20 voorgedeelte 18 is onder een vaste, ongeveer 4° naar beneden verlopende hoek ten opzichte van de horizontaal aangebracht. Aan de bovenzijde omvat het frame 12 geleiders 90, 92 voor het geleiden van de nokken 68 aan het rugleuningsgedeelte.The frame 12 (Fig. 5) comprises, in addition to vertically extending profiles 32, 34 and horizontal support parts 36, 38 curved profiles 80, 82, which extend into reinforced transverse portion 84 for mounting the rear portion 20 of the seat part thereon. Openings 86, 88 provided in upright side edges together with hole 89 form mounting points for mounting on support member 11. Frame 12 as a whole is attached to rear seat part 20. The frame 12 together with the rear seat part 20 can be tilted about axis 56 relative to leg section 2. The front portion 18 is arranged at a fixed angle, approximately 4 ° downwards, with respect to the horizontal. At the top, the frame 12 includes guides 90, 92 for guiding the cams 68 on the backrest portion.

De rugleuning omvat een dwarsbalk 94 die aangrijpt op 25 de eerste stijve zone 46. Aan de balk 94 is een arm 96 aangebracht die uitloopt in kogelgewricht 95. Het kogelgewricht 95 is roteerbaar aangebracht in een opening in arm 98. Aan arm 96 is een nok aangebracht die geleid wordt in gleufvormige uitsparing 100 van geleider 102 die op het 30 profiel 32 is aangebracht. De arm 98 is aan een uiteinde aangebracht aan een moerkoppeling 104. De moerkoppeling 104 is in zijwaartse richting verstelbaar door het met knop 44 verdraaien van schroef 106 (fig. 5).The backrest comprises a transverse beam 94 which engages the first rigid zone 46. An arm 96 is arranged on the beam 94 which extends into the ball joint 95. The ball joint 95 is rotatably arranged in an opening in the arm 98. The arm 96 is a cam is provided which is guided in slot-shaped recess 100 of conductor 102 which is arranged on profile 32. The arm 98 is mounted at one end on a nut coupling 104. The nut coupling 104 is adjustable in lateral direction by turning screw 106 with knob 44 (Fig. 5).

1025833- 111025833-11

Het geheel is gespiegeld uitgevoerd, waarbij aan de zijde van profiel 34 knop 42 de schroef 108 bedient die moerkoppeling 110 kan verstellen. De moerkoppeling 110 is gekoppeld met arm 112. Een nok aan een niet getoonde arm 5 wordt geleid in geleider 114 op profiel 34.The whole is of mirrored design, whereby on the side of profile 34 button 42 operates screw 108 which can adjust nut coupling 110. The nut coupling 110 is coupled to arm 112. A cam on an arm 5 (not shown) is guided in conductor 114 on profile 34.

De schroeven 106 en 108 zijn aan de uiteinden met elkaar verbonden door middel van een spiraalvormige flexibele koppeling 116, zodat de schroeven 106 en 108 hoofdzakelijk synchroon bewegen. Er zijn andere uitvoeringen van de 10 koppeling 116 denkbaar, waarbij de werking gelijk blijft.The screws 106 and 108 are connected to each other at the ends by means of a spiral flexible coupling 116, so that the screws 106 and 108 move substantially synchronously. Other embodiments of the coupling 116 are conceivable, the operation remaining the same.

De moerkoppelingen 104, 110 bewegen in tegengestelde richting bij het bedienen van de schroeven 106, 108. Om montagetechnische redenen zijn de schroeven 106, 108 uitgevoerd met links en rechts schroefdraad door elkaar heen. 15 De moerkoppelingen 104, 110 bestaan uit een onderhelft en een bovenhelft. Bij de montage wordt de onderhelft met daaraan de armen 98, 112 op de schroeven 106, 108 aangebracht, waarna de bovenhelft van de moer op de onderhelft wordt aangebracht.The nut couplings 104, 110 move in the opposite direction when operating the screws 106, 108. For mounting reasons, the screws 106, 108 are provided with intertwined left and right threads. The nut couplings 104, 110 consist of a lower half and an upper half. During assembly, the lower half with the arms 98, 112 attached thereto is mounted on the screws 106, 108, whereafter the upper half of the nut is mounted on the lower half.

De uitvinding is niet beperkt tot de bovenbeschreven 20 voorkeursuitvoeringsvorm daarvan, waarin velerlei modificaties denkbaar zijn. Zo is de automatische rughoekverstelling eveneens toepasbaar voor stoelen met een vast zittingsdeel dat onder een hoek, schuin naar achteren aflopend op een pootgedeelte is aangebracht. Verder is de 25 uitvinding niet beperkt tot kantoorstoelen, maar kan eveneens voor alle andere stoelen worden toegepast, bijvoorbeeld conferentiestoelen of autostoelen. De beschermingsomvang wordt bepaald door de bijgevoegde conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.The invention is not limited to the above described preferred embodiment thereof, in which many modifications are conceivable. The automatic back angle adjustment is thus also applicable for chairs with a fixed seat part which is arranged on a leg part at an angle, sloping backwards. Furthermore, the invention is not limited to office chairs, but can also be used for all other chairs, for example conference chairs or car seats. The scope of protection is determined by the appended claims, within the scope of which many modifications can be envisaged.

1025833-1025833-

Claims

4

A chair, comprising: - one or more leg parts (2); - a seat part (16) arranged on the leg parts; and 5. a backrest portion (40) comprising a first relatively rigid portion (46) at the bottom for supporting a user, as well as a relatively flexible portion (48) disposed above the first relatively rigid portion (46) and a second relatively rigid portion 10 (50) connected at the top to the flexible portion (48), the backrest portion (40) being attached to the seat portion (16) via a frame (12) and at least the second relatively rigid portion ( 50) is pivotally connected to the frame (12) with respect to a pivot point, characterized in that the backrest part (40) in its rest position is oriented substantially vertically and the second rigid part (50) can be pivoted backwards under load, the flexible portion (48) is urged forward.

Chair according to claim 1, characterized in that the first rigid part (46) is hingedly connected to the frame around a pivot point.

Chair as claimed in claim 2, characterized in that the seat part (16) encloses a constant, substantially right angle with a plane defined by the pivot points of the first and second rigid section (46, 50).

Chair according to claim 3, characterized in that the angle between the first rigid section (46) and the seat section (16) is sharp.

Chair according to one of the preceding claims, characterized in that the pivot point of the second rigid section 1025833-4 (50) is height-adjustable with respect to the frame (12).

Chair according to claims 2 and 5, characterized in that the pivot point of the first rigid section (46) is adjustable in height relative to the frame (12) -

7. Chair as claimed in claim 3 or 4, characterized by at least one screw spindle mechanism (104-110) operable by a rotary knob (42, 44) for height-adjusting the or each pivot point relative to the frame (12).

Chair according to one of the preceding claims, characterized in that the backrest part (40) comprises a retaining element (168) which determines a minimum and a maximum curvature of the flexible part (48).

Chair according to claim 8, characterized in that the retaining element comprises at least one leaf spring (168) which is arranged against the flexible part (48).

Chair according to one of the preceding claims, characterized in that the first and second rigid section (46, 50) and the flexible section (48) are formed integrally in a plastic plate (140).

Chair according to claim 10, characterized in that the plate (140) has a number of reinforcement ribs (154, 156, 158) at the location of the second rigid section (50).

Chair according to claim 10 or 11, characterized in that the plate (140) has a number of folds (148) at the location of the flexible part (48) which extend transversely over a part of the width of the plate (140).

Chair according to one of the preceding claims, characterized in that the seat part (16) comprises a front part (18) which is arranged at a fixed angle on the leg parts 1025833-4 (2) and a rear part (20) which is tiltable with respect to the front seat part (18).

14. Backrest part (40), apparently suitable for use in a chair according to one of the preceding claims.

Method for using a chair according to any of claims 1-13 or a backrest according to claim 14. 1: 025833-