NL1025735C2 - Het bestrijden van ongedierte. - Google Patents

Description

Het bestrijden van ongedierte

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het bestrijden van ongedierte in kassen. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op het 5 bestrijden van ongedierte in kassen met mechanische en bij voorkeur ook chemische middelen.

Het is bekend om ongedierte in kassen, zoals kruipende en vliegende insecten, met mechanische en/of chemische middelen te bestrijden. Bekend zijn van lijm voorziene stroken of platen die in een kas of andere ruimte kunnen worden 10 opgehangen. Een vliegend insect dat een dergelijke strook of plaat (in het navolgende bestrijdingsorgaan genoemd) aanraakt wordt vastgehouden en sterft door toedoen van gifstoffen die in de lijm zijn vermengd. Voor kruipende insecten zijn lokdozen bekend die eveneens lijm en/of vergif kunnen bevatten.

Het nadeel van dergelijke bestrijdingsorganen is dat deze aan een bepaalde 1S plaats zijn gebonden. Insecten die zich in de onmiddellijke omgeving van de strook of plaat bevinden kunnen worden gevangen maar voor het effectief bestrijden van ongedierte in een grotere ruimte, zoals een kas, zijn zeer grote aantallen bestrijdingsorganen nodig.

Het is op zich bekend om een bestrijdingsmiddel, zoals lijm, door middel van 20 een mechanisme te bewegen om zo insecten te vangen en te verdelgen. Het Britse Octrooi GB 275.711 openbaart bijvoorbeeld een wagen voor het vangen van aardvlooien. De wagen heeft vier wielen, met tussen de voorwielen een borstel om aardvlooien te verstoren en tussen de achterwielen een van lijm voorziene borstel Een dergelijke wagen kan over jonge gewassen worden gereden om aardvlooien en 25 soortgelijke insecten te bestrijden.

Hoewel een dergelijke wagen geschikt is voor gebruik op het veld, is deze niet praktisch bij gebruik in kassen aangezien daar vele obstakels aanwezig zijn. Ten eerste beperkt de structuur van de kas met zijn steunen de beschikbare ruimte. Ten tweede zijn in een kas meestal leidingen en dergelijke aanwezig die ook het gebruik 30 van wagens bemoeilijken. Verder kunnen bij het gebruik van een over de grond rijdend wagen gereedschappen in de weg staan. Bovendien moet de bekende inrichting met de hand worden bestuurd, hetgeen arbeidsintensief is.

1025735 2

Het is derhalve een oogmerk van de onderhavige uitvinding om bovengenoemde en andere problemen van de stand van de techniek op te lossen en een inrichting voor het bestrijden van ongedierte in kassen te verschaffen die minder plaats, in het bijzonder minder grondoppervlak nodig heeft.

5 Het is een ander oogmerk van de onderhavige uitvinding om een inrichting voor het bestrijden van ongedierte te verschaffen die de grond in wezen vrij laat.

Het is een verder oogmerk van de onderhavige uitvinding om een inrichting voor het bestrijden van ongedierte te verschaffen die in wezen automatisch kan werken en economisch is.

10 Het is weer een verder oogmerk van de onderhavige uitvinding om een economisch en praktisch stelsel voor het bestrijden van ongedierte te verschaffen dat met name geschikt is voor gebruik in kassen.

De onderhavige uitvinding verschaft derhalve een inrichting voor het bestrijden van ongedierte in een kas die tenminste een zich boven de grond 15 ~ uitstrekkende geleider bevat/welke inrichtingomvat: • tenminste een geleidingswiel dat zich over de geleider kan bewegen, • een met het geleidingswiel verbonden lichaam, • aandrijfmiddelen voor het aandrijven van het geleidingswiel, en • met het lichaam verbonden bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van 20 tenminste een bestrijdingsorgaan, zodanig dat de inrichting zich langs de geleider kan bewegen zonder op de grond te steunen.

Een dergelijke inrichting heeft het voordeel, dat geen gebruik gemaakt wordt van de grond voor het ondersteunen of bewegen van de inrichting. Daardoor is het 25 mogelijk dat de inrichting vrij blijft van de grond en op de grond aanwezige obstakels. Met een inrichting volgens de uitvinding is het mogelijk in een relatief grote ruimte, zoals een kas, insecten te bestrijden met slechts een of enkele bestrijdingsorganen.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is 30 zodanig gevormd dat de bevestigingsmiddelen zich, tijdens bedrijf, in hoofdzaak onderaan het lichaam bevinden. Dit heeft het voordeel dat de bevestigingsmiddelen, en daarmee de bestrijdingsorganen, zich relatief dicht bij de gewassen en de grond 1025735 3 bevinden. Daardoor kunnen de meeste soorten insecten eenvoudiger worden bestreden aangezien deze zich vaak in de nabijheid van de gewassen ophouden.

Hoewel het lichaam van de inrichting boven het geleidingswiel kan uitsteken strekt het zich bij een voordelige uitvoeringsvorm, tijdens bedrijf in hoofdzaak onder 5 het ten minste ene geleidingswiel uit. Doordat de inrichting bij deze uitvoeringsvorm zich voornamelijk onder het geleidingswiel, en daarmee onder de geleiders bevindt, kunnen deze geleiders relatief hoog in de kas worden aangebracht Dit heeft weer het voordeel dat de ten minste ene geleider dan geen obstakel hoeft te vormen voor eventueel in de kas aanwezig personeel 10 Bij voorkeur omvatten de aandrijfmiddelen een elektromotor, welke bij voorkeur door middel van een snaar het ten minste ene geleidingswiel aandrijft. Een directe aandrijving van het geleidingswiel is echter ook mogelijk.

Met voordeel bevindt de elektromotor zich, tijdens bedrijf in wezen aan de onderzijde van het lichaam, althans onder het midden van het lichaam. Hierdoor 15 komt het zwaartepunt van de inrichting relatief laag te liggen, wat het op de geleider plaatsen van de inrichting eenvoudiger maakt en de stabiliteit van de inrichting tijdens het bewegen bevordert.

De inrichting volgens de uitvinding kan verder zijn voorzien van besturingsmiddelen voor het besturen van de aandrijfmiddelen. Deze besturings-20 middelen kunnen electronica bevatten voor het automatisch en/of op afhand besturen van de inrichting, dat wil zeggen het bepalen van de bewegingsrichting en/of -snelheid. De besturingsmiddelen kunnen echter in een economische uitvoering zonder electronica worden uitgevoerd.

Bij voorkeur omvatten de besturingsmiddelen een schakelaar welke een 25 omkering van de bewegingsrichting kan bewerkstelligen. Een dergelijke schakelaar kan met voordeel zijn voorzien van een bedieningshendel die door een extern object, zoals een vast opgestelde stang, kan worden bediend. Hierdoor kan een automatische omkering van de bewegingsrichting worden bereikt, zodat de inrichting geheel automatisch een traject in een kas kan afleggen.

30 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de uitvinding voorzien van twee, in de bewegingsrichting gezien achter elkaar gelegen geleidingswielen welke zich, tijdens bedrijf, aan de bovenzijde van het lichaam 1025735 4 « bevinden, alsmede meerdere bevestigingsmiddelen welke zich, tijdens bedrijf aan de onderzijde van het lichaam bevinden en zich in wezen dwars op de bewegingsrichting uitstrekken. Door twee, achter elkaar gelegen geleidingswielen te verschaffen kan met een enkele geleider een grote mate van stabiliteit worden 5 verkregen. Doordat de bevestigingsmiddelen zich in wezen dwars op de bewegingsrichting uitstrekken kunnen de bestrijdingsorganen met een relatief smalle inrichting toch een brede baan bestreiken.

De inrichting is, tijdens bedrijf, voorzien van tenminste een bestrijdings-orgaan maar kan uiteraard zonder bestrijdingsorganen worden verhandeld. Een 10 bestrijdingsorgaan omvat bij voorkeur een plaat met een insecten dodende sto£ welke plaat zich, tijdens bedrijf, naar beneden uitstrekt. Dergelijke platen zijn op zich bekend en kunnen zeer effectief zijn bij het bestrijden van ongedierte. Het inherente nadeel van dergelijke platen, namelijk hun vaste positie, wordt met de inrichting volgens de uitvinding opgeheven.

15 De uitvinding verschaft bovendien een stelsel voor het bestrijden van ongedierte in een kas, omvattende tenminste een geleider die zich in de kas in ongeveer horizontale richting boven de grond uitstrekt, een inrichting zoals in het bovenstaande is omschreven en welke zich langs de geleider kan voortbewegen, alsmede tenminste een aan de inrichting bevestigd bestrijdingsorgaan.

20 In een voordelige uitvoeringsvorm wordt de geleider gevormd door een buis, j in het bijzonder een buis voor het verdelen van water. Een dergelijke buis kan bijvoorbeeld voor het transporteren van sproeiwater of verwarmingswater zijn aangebracht. Daarbij maakt de uitvinding gebruik van de al in de kas aanwezige elementen, zodat geen afzonderlijke geleiders hoeven te worden aangebracht. Het is 25 echter mogelijk aparte geleiders in een kas aan te brengen. Dergelijke geleiders worden in dat geval bij voorkeur op een hoogte tussen ongeveer 1½ en 3 meter boven de grond aangebracht, met grotere voorkeur op een hoogte tussen 2 en 2½ meter.

30 De onderhavige uitvinding zal in het onderstaande nader worden uiteengezet aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, waarbij: 1025735 5

Fig. 1 schematisch, in perspectief) een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding toont; en

Fig. 2 schematisch, in zijaanzicht, een geleidingswiel van de inrichting volgens Fig. 1 toont.

5

De slechts bij wijze van niet-beperkend voorbeeld in Fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat een lichaam 11 dat is voorzien van geleidingswielen 12, een aandrijving 13 en bevestigingsmiddelen 14 voor het bevestigen van bestrijdingsorganen 15.

10 In de weergegeven uitvoeringsvorm omvat de inrichting 1 twee geleidings wielen 12 die achter elkaar zijn aangebracht en het mogelijk maken dat de inrichting langs een geleider 21 beweegt. De geleidingswielen worden aangedreven door middel van een elektromotor 13 die aan het lichaam 11 is bevestigd. De elektromotor 13 drijft een aandrijfwiel 16 aan dat de beweging via een snaar 17 op de geleidings-15 wielen 12 overbrengt. Optionele hulpwielen 19 bepalen een gèschikte baan van de snaar 17.

Zoals in het voorbeeld van Fig. 1 is getoond heeft het bovenste deel 1 la van het lichaam 11 een U-vorm, waarbij de geleidingswielen 12 nabij de uiteinden van de U zijn aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat deze vorm mede bepaald wordt door 20 het aantal geleidingswielen en dat bij enkel geleidingswiel de U-vorm achterwege kan blijven, terwijl bij drie geleidingswielen een W-vorm kan worden toegepast

De elektromotor 13 is in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld onder het midden van het lichaam 11 aangebracht. Hierdoor komt het zwaartepunt van de inrichting relatief laag te liggen, hetgeen de stabiliteit bevordert en het op de geleider 25 21 aanbrengen van de inrichting vereenvoudigt. De elektromotor 13 kan gevoed worden uit een batterij of via een netsnoer (niet getoond).

Aan het onderste deel 1 la van het lichaam 11 is een (optionele) schakelaar 18 bevestigd voor het omkeren van de bewegingsrichting. Deze schakelaar is voorzien van een in Fig. 1 getoonde hendel die zodanig buiten het onderste deel 11a uitsteekt 30 dat deze door een extern voorwerp, zoals een paal 22, bediend kan worden. Hierdoor kan een automatische omkering van de bewegingsrichting worden verkregen. De inrichting 1 kan bijvoorbeeld aanvankelijk in een eerste richting A bewegen totdat de 1025735 t 6 paal 22 wordt bereikt, waarna de bewegingsrichting wordt omgekeerd en de inrichting in een tweede richting B beweegt. Indien verder een tweede paal is aangebracht, kan de inrichting geheel automatisch een traject doorlopen dat bijvoorbeeld de gehele lengte van de kas beslaat. In plaats van, of in aanvulling op de 5 schakelaar 18 kan een afstandsbediening (niet getoond) worden toegepast, bij voorbeeld een op infra-rood licht werkende afstandsbediening.

Zoals in Fig. 1 is getoond strekt het onderste deel 1 la van het lichaam 1 zich dwars op de bewegingsrichting (A, B) uit, terwijl het bovenste deel 11b zich juist in de bewegingsrichting uitstrekt. Op het onderste deel 11a zijn bevestigingsmiddelen 10 14 aangebracht die bijvoorbeeld door klemmen of schroeven kunnen zijn gevormd.

Aan de bevestigingsmiddelen 14 zijn bestrijdingsorganen 15 bevestigd, bij voorkeur zodanig dat de bestrijdingsorganen 15 eenvoudig kunnen worden losgenomen en vervangen. In het weergegeven voorbeeld worden de bestrijdingmiddelen 15 gevormd door platen die van een insecten dodende kleefstof zijn voorzien.

15 ~ Dergelijke platen zijn in de handel verkrijgbaar. De inrichting 1 volgens de uitvinding is echter ook geschikt voor het toepassen van andere bestrijdingsorganen, zoals stroken met kleefstof, borstels, en/of middelen voor het spuiten van vergiften.

Zoals in Fig. 1 is getoond zijn de bestrijdingsorganen 15 aan het onderste deel 1 la van het lichaam opgehangen, waarbij hun onderranden zich op enige afstand van 20 de grond 24 en de daarin verbouwde gewassen 23 bevinden. Eventueel kunnen de bestrijdingmiddelen 15 de gewassen 23 raken. De inrichting 1 steunt echter niet op de grond 24 maar wordt geheel gedragen door de geleider 21.

De geleider 21, die zich in wezen evenwijdig aan de grond 24 uitstrekt, kan speciaal voor dit doel in de kas zijn aangebracht, maar wordt bij voorkeur gevormd 25 door een reeds in de kas aanwezige buis, zoals een buis voor (sproei)water. Hierdoor is het mogelijk de inrichting 1 in een kas toe te passen zonder in die kas aanpassingen te hoeven aanbrengen. De geleider 21 hangt bij voorkeur op een hoogte van minimaal 2 en maximaal 3 meter om geen obstakel te vormen voor het personeel in de kas, een hoogte van circa 2½ meter is zeer geschikt. De lengte van de inrichting 30 1 is uiteraard zodanig gekozen dat, gegeven de hoogte van de geleider 21 en de lengte van de bestrijdingsorganen (hier: platen) 15 een gewenste afstand tot de grond 24 kan worden aangehouden. Met voordeel kan de inrichting 1 zijn voorzien van een 1025735 4 4 7 hoogteverstelling (niet getoond), bijvoorbeeld door het lichaam 1 telescopisch uit te voeren,

In plaats van de genoemde hoogte van circa 2½ meter, dat wil zeggen boven de hoofden van het personeel, is het mogelijk de geleider 21 lager aan te brengen, 5 bijvoorbeeld op een hoogte van slechts 1 meter of minder.

Hoewel de getoonde inrichting 1 van slechts een enkele geleider gebruik maakt, zijn uitvoeringsvormen denkbaar waarbij de inrichting door twee of meer parallelle geleiders 21 wordt gedragen. Verder zijn uitvoeringsvormen mogelijk waarbij twee of meer geleiders op of vlak boven de grond zijn aangebracht en 10 waarbij de lengte en eventueel vorm van het lichaam 11 overeenkomstig zijn aangepast.

Een geschikte uitvoeringsvorm van de geleidingwielen 12 is in Fig. 2 in meer detail weergegeven. De geleidingswielen 12 omvatten een relatief breed eerste loopvlak voor de geleider 21 en een relatief smal tweede loopvlak voor de snaar 17. IS De geleidingswielen 12 zijn door middel van een as draaibaar aan het bovenste deel 11 b van het lichaam 11 bevestigd.

Het toepassen van een snaar 17 maakt het mogelijk de motor 13 lager op het lichaam 11 aan te brengen. Het zal duidelijk zijn dat de motor 13 echter in de onmiddellijke nabijheid van de geleidingswielen kan zijn aangebracht en in dat geval 20 de geleidingswielen 12 direct of via tandwielen kan aandrijven.

De inrichting volgens de uitvinding kan van metaal, bijvoorbeeld staal of aluminium, of (ten minste gedeeltelijk) van kunststof, zoals HDPE (High Density PolyEthylene), zijn vervaardigd.

Een broeikas of “warenhuis” kan met voordeel van meerdere inrichtingen 25 volgens de uitvinding zijn voorzien. De inrichting volgens de uitvinding kan niet alleen voor het bestrijden van ongedierte worden gebruikt maar ook voor het zogenaamde “scouten”, dat wil zeggen het op aanwezigheid controleren van ongedierte.

Het zal deskundigen duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de in 30 het bovenstaande weergegeven uitvoeringsvormen en dat vele wijzigingen en aanvullingen mogelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

1025735

Claims (13)

1. Inrichting (1) voor het bestrijden van ongedierte in een kas die tenminste een zich boven de grond uitstrekkende geleider (21) bevat, welke inrichting omvat: 5. tenminste een geleidingswiel (12) dat zich over de geleider (21) kan bewegen, • een met het ten minste ene geleidingswiel verbonden lichaam (11), • aandrijfmiddelen (13,16,17) voor het aandrijven van het tenminste ene geleidingswiel (12), en 10. met het lichaam (11) verbonden bevestigingsmiddelen (14) voor het bevestigen van tenminste een bestrijdingsorgaan (IS), zodanig dat de inrichting zich langs de geleider (21) kan bewegen zonder op de grond te steunen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de bevestigingsmiddelen (14) zich, tijdens bedrijf, in hoofdzaak onderaan het lichaam (11) bevinden.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het lichaam (11) zich, tijdens bedrijf, in hoofdzaak onder het ten minste ene geleidingswiel (12) uitstrekt. 20

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfmiddelen een elektromotor (13) omvatten, welke bij voorkeur door middel van een snaar (17) het ten minste ene geleidingswiel (12) aandrijft.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de elektromotor (13) zich, tijdens bedrijf, in wezen aan de onderzijde van het lichaam (1) bevindt.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, verder voorzien van besturingsmiddelen voor het besturen van de aandrijfmiddelen (14). 30

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de besturingsmiddelen een schakelaar (18) omvatten welke een omkering van de bewegingsrichting kan bewerkstelligen. j 025735 «

8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, voorzien van twee, in de bewegingsrichting gezien achter elkaar gelegen geleidingswielen (12) welke zich, tijdens bedrijf, aan de bovenzijde van het lichaam (1) bevinden, alsmede meerdere 5 bevestigingsmiddelen (14) welke zich, tijdens bedrijf, aan de onderzijde van het lichaam (1) bevinden en zich in wezen dwars op de bewegingsrichting uitstrekken.

9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, voorzien van tenminste een bestrijdingsorgaan (15). 10

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij een bestrijdingsorgaan (15) een plaat met een insecten dodende stof omvat, welke plaat zich, tijdens bedrijf, naar beneden uitstrekt

11. Stelsel voor het bestrijden van ongedierte in een kas omvattende tenminste een geleider (21) die zich in de kas in ongeveer horizontale richting boven de grond uitstrekt, een inrichting (1) volgens een van de vorige conclusies welke zich langs de geleider (21) kan voortbewegen, alsmede tenminste een aan de inrichting (1) bevestigd bestrijdingsorgaan (15). 20

12. Stelsel volgens conclusie 10, waarbij de geleider (21) gevormd wordt door een buis, in het bijzonder een buis voor het verdelen van water.

13. Stelsel volgens conclusie 11 of 12, waarbij de geleider (21) zich op een 25 hoogte tussen circa 1 Vz meter en circa 2½ meter boven de grond uitstrekt. ? 025735