NL1025700C2 - Vibrerende zeef-inrichting voor het scheiden in twee of meerdere fracties van een bulkmateriaal. - Google Patents

Description

> l

P27366NL00/JV

Korte aanduiding: Vibrerende zeef-inrichting voor het scheiden in twee of meerdere fracties van een bulkmateriaal

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het zeven, d.w.z. scheiden in twee of meerdere fracties, van een bulkmateriaal, welke inrichting is voorzien van een zeefhuis met tenminste één bulkmateriaalinvoer en meerdere fractie-uitlopen, 5 waarbij het zeefhuis één of meerdere zeefdekken omvat, waarbij de zeefwerking wordt verkregen door de toepassing van één of meerdere trilmotoren of andersoortige mechanieken en / of technologieën welke een trilling van de zeefdekken teweeg brengen.

Een dergelijke inrichting is uit de praktijk o.a. bekend als 10 "trilzeef" of "vibrerend zeef". Het te zeven bulkmateriaal wordt via een invoeropening in het zeefhuis geleid. In het zeefhuis bevinden zich één of meerdere zeef dekken. Deze zeef dekken zijn doorgaans gemaakt van gaas of geperforeerde plaat welke van verschillende materialen gemaakt kunnen zijn en welke met verschillende 15 doorlaatopeningen uitgevoerd kunnen worden. Om producten met verschillende eisen met betrekking tot de scheidingsgrenzen van de verschillende fracties te kunnen verwerken, is het doorgaans nodig om bij product wisseling één of meerdere zeef dekken te verwisselen. Een andere oplossing is om de zeef-inrichting te voorzien van 20 verscheidene onder elkaar geplaatste zeefdekken met verschillende doorlaat karakteristieken, waarbij het bulkmateriaal via een of meerdere omleidingen in het zeefhuis naar het meest geschikte zeefdek wordt geleid.

Verder hebben zeefdekken van gaas of geperforeerde plaat het 25 nadeel dat productdeeltjes zich hierin kunnen vastzetten, waardoor de werking van het zeef nadelig beinvloed wordt. Om te voorkomen dat het zeefdek dicht gaat groeien met productdeeltjes, worden doorgaans voorzieningen getroffen om de zeefdekken tijdens bedrijf te reinigen. Deze voorzieningen kunnen o.a. bestaan uit rubber ballen welke 30 opgesloten zijn in een frame onder het zeefdek en tijdens bedrijf constant tegen de onderkant van het zeefdek stuiteren, of door kettingen, doorgaans gemaakt van plastic, welke op het zeefdek liggen en tijdens bedrijf over het zeefdek bewegen.

1025700

I I

I - 2 - I

I Uit de praktijk zijn ook zogenaamde stavenzeven bekend. Deze I

I zeven zijn uitgevoerd met een of meerdere zeefdekken welke opgebouwd I

I zijn uit staven die parallel aan elkaar gemonteerd zijn, of waarbij I

I in de richting van de productstroom de hartafstand van de staven I

I 5 toeneemd. Bij een enkeldeks stavenzeef kan de scheidingsgrens voor de I

I doorvallende fractie gewijzigd worden door de positie van de staven I

I handmatig te veranderen met behulp van gereedschappen. Door een I

I stavenzeef met meerdere, trapsgewijs onder elkaar geplaatste, I

I zeefdekken uit te voeren, is het mogelijk om op dit zeef producten I

I 10 met verschillende eisen met betrekking tot de scheidingsgrenzen van I

I de verschillende fracties te kunnen verwerken. I

I Bij alle soorten vibrerende zeven is het echter niet I

I mogelijk om voor ieder product de optimale scheidingsgrenzen van de I

I verschillende fracties te hanteren, zonder de noodzaak om zeef- I

I 15 elementen te verwisselen of om te bouwen. I

I De onderhavige uitvinding beoogt een zeef-inrichting van het I

I onder de titel beschreven type welke in tegenstelling tot bestaande I

I zeef-inrichtingen met voordeel wordt gekenmerkt door de mogelijkheid I

I om de fractie scheidinggrenzen voor een bepaald bulkmateriaal I

I 20 trappeloos te kunnen verstellen tot iedere gewenste waarde binnen het I

I werkgebied van de zeef-inrichting, zonder de noodzaak om zeef- I

I elementen te verwisselen of om te bouwen. Onder fractie I

I scheidingsgrens wordt hier verstaan de definitie van de granometrie I

I van de productdeeltjes welke door het zeefdek vallen. I

I 25 De zeef-inrichting van het hierboven beschreven type wordt I

I volgens de uitvinding in hoofdzaak gekenmerkt door de uitvoering van I

I de zeefdekken. Onder een zeefdek volgens de uitvinding wordt verstaan I

I een samenstelling van twee separate, in elkaar grijpende frames met I

I staven, welke met voordeel ten opzichte van elkaar versteld kunnen I

I 30 worden middels een verstellingsmechanisme, en welke hierna als I

I separate delen en als samenwerkende delen beschreven worden. I

I Het ene separate frame met staven is onbeweeglijk verbonden I

I met het zeefhuis en wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door een aantal I

I profieldelen welke vast verbonden zijn met het zeefhuis en op welke I

I 35 profieldelen een aantal staven bij voorkeur onder spanning gemonteerd I

I zijn. In deze beschrijving wordt dit deel van het zeefdek verder I

I aangeduid met de term "stationaire stavenframe". I

I Het tweede separate frame met staven wordt hoofdzakelijk I

I gekenmerkt door een aantal profieldelen welke vast gemonteerd zijn I

I 40 tussen twee zijplaatdelen, en welke tesamen een frame-constructie I

J025700 I

I H

» I

- 3 - vormen, welke niet onbeweeglijk verbonden is met het zeef huis en op welke frame-constructie eveneens een aantal staven bij voorkeur onder spanning gemonteerd zijn. In deze beschrijving wordt dit deel van het zeefdek verder aangeduid met de term "verstelbare stavenframe".

5 Verder wordt in deze beschrijving de samenstelling van de samenwerkende delen welke reeds aangeduid zijn met de termen "stationaire stavenframe", "verstelbare stavenframe" en "verstellingsmechanisme", aangeduid met de term "zeefdek".

Het verstelbare stavenframe is gemonteerd in het zeefhuis 10 middels een verstelmechanisme waarmee het verstelbare stavenframe in hoofdzaak in hoogte verstelbaar is ten opzichte van het stationaire stavenframe, waarbij het verstelbare stavenframe middels het verstelmechanisme een samenwerkend deel vormt met het stationaire stavenframe. De kleinste afstand tussen de staven van het stationaire 15 stavenframe en de staven van het verstelbare stavenframe wordt verkregen als de staven van het stationaire stavenframe en de staven van het verstelbare stavenframe in ëén lijn liggen gezien in het horizontale aanzicht loodrecht op de staven.

De montagewijze van de staven van het stationaire 20 stavenframe in relatie tot de staven van het verstelbare stavenframe wordt in hoofdzaak gekenmerkt door de eigenschappen volgens welke de gezamenlijke staven van het stationaire stavenframe en het verstelbare stavenframe tesamen één samenwerkend zeefdek vormen, waarbij de staven van dit zeefdek om en om toebehoren aan het 25 stationaire stavenframe en aan het verstelbare stavenframe, en waarbij de afstand tussen iedere staaf van het stationaire stavenframe en de weerzijds aangrenzende staven van het verstelbare stavenframe nagenoeg gelijk is.

De afstand tussen de staven van het stationaire stavenframe 30 en de staven van het verstelbare stavenframe kan vergroot of verkleind worden door verstelling van de positie van het verstelbare stavenframe t.o.v. het stationaire stavenframe middels een verstellings mechanisme, waarbij de afstand tussen de staven onderling bepalend is voor de fractie scheidingsgrens. Bij iedere 35 positie die het verstelbare stavenframe in kan nemen ten opzichte van het stationaire stavenframe, blijft de nieuwe afstand als gevolg van de verstelling tussen iedere staaf van het stationaire stavenframe en de weerzijds aangrenzende staven van het verstelbare stavenframe nagenoeg gelijk.

40 De uitvoeringsvorm van het vers telmechanisme als omschreven 0025700____

- 4 - I

wordt gekenmerkt door een mechanisme dat in staat is om de positie I

van het verstelbare stavenframe ten opzichte van het stationaire I

stavenframe te veranderen, waarbij de staven van het verstelbare I

stavenframe en de staven van het stationaire stavenframe nagenoeg I

5 parallel blijven lopen en waarbij de nieuwe afstand tussen de staven I

van het verstelbare stavenframe en de staven van het stationaire I

stavenframe nagenoeg gelijk is. Het verstelmechanisme bestaat bij I

voorkeur uit twee door het zeefhuis lopende verstel-assen welke I

loodrecht op de richting van de staven van het zeefdek staan, waarbij I

10 de verstel-assen bij voorkeur gelagerd zijn aan de buitenzijde van I

het zeefhuis, waarbij het verstelbare stavenframe bij voorkeur I

excentrisch en scharnierend verbonden is met de verstel-assen middels I

op de verstel-assen aangebrachte hefbomen. Bij rotatie van deze I

verstel-assen roteren de scharnierpunten, welke gevormd worden door I

15 de verbindinspunten van het verstelbare stavenframe met de op de I

verstel-assen aangebrachte hefbomen, om de hartlijnen van de verstel- I

assen, waarbij de positie van het verstelbare stavenframe ten I

opzichte van het stationaire stavenframe veranderd. I

Teneinde een gelijktijdige en gelijklopende rotatie van de

20 verstel-assen te verzorgen, zijn de verstel-assen aan de buitenzijde I

van het zeefhuis, en tenminste aan één zijde van het zeefhuis, tevens I

voorzien van hefbomen, welke hefbomen met elkaar verbonden zijn

middels een scharnierend bevestigde stang, waarbij de uitvoeringsvorm I

van het verstelmechanisme als geheel getypeerd wordt door de I

25 eigenschap dat bij rotatie van één der verstel-assen de andere verstel-as een gelijktijdige en gelijklopende rotatie ondergaat.

De bediening van het verstelmechanisme wordt bij voorkeur I

verzorgd door een aandrijving welke zich leent voor een electronische I

aansturing zoals bijvoorbeeld een motorisch aangedreven

30 schroef spindel, en welke aandrijving bij voorkeur aangrijpt op een I

der verstel-assen of op een der buiten het zeefhuis gesitueerde I

hefbomen op een der verstel-assen. De bediening van het

verstelmechanisme kan echter ook handmatig geschieden, waarbij een I

voorziening getroffen wordt om het verstelmechanisme in iedere I

35 willekeurige stand binnen het verstelbereik te blokkeren. I

De uitvoeringsvorm van een zeefdek volgens de uitvinding kan I

meerdere malen toegepast worden in één enkel zeefhuis, waarbij de I

verschillende zeefdekken in hoofdzaak boven elkaar gepositioneerd I

zijn in het zeefhuis, en waarbij het mogelijk is het toegevoerde I

40 bulkmateriaal in meerdere fracties te scheiden. I

1025700 I

' I

- 5 -

De uitvoeringsvorm van de zeef-inrichting als geheel wordt gekenmerkt door een zeefhuis met tenminste één bulkmateriaalinvoer en meerdere fractie-uitlopen, waarbij het zeefhuis één of meerdere zeefdekken volgens de uitvinding omvat, waarbij het bulkmateriaal 5 vanaf de bulkmateriaalinvoer getransporteerd wordt over de zeefdekken naar de fractie-uitlopen, waarbij tijdens het transport over de zeefdekken de fractiescheiding van het bulkmateriaal tot stand komt, en waarbij het transport van de bulkmaterialen en de fractiescheiding tot stand komt door de toepassing van één of meerdere trilmotoren of 10 andersoortige mechanieken en / of technologieën welke een trilling van de zeefdekken teweeg brengen. Bij de zeef-inrichting volgens de uitvinding is het zeefhuis met de zeefdekken bij voorkeur afgesteund op samendrukbare en trillingdempende elementen.

Een tweede aspect van de uitvinding betreft een zeef-15 inrichting voor bulkmaterialen, in het bijzonder van granulaatvormige bulkmaterialen hetgeen bijvoorbeeld kunnen zijn gronstoffen voor, of eindproducten van, de voedingsmiddelen industrie of de chemische industrie, alsmede delfstoffen, alsmede argrarische producten in verschillende bewerkings stadia, alsmede alle andere producten welke 20 zich lenen voor afzeving of fractionering of sortering op dit type zeef-inrichting, waarbij de fractiescheiding nauwkeurig bepaald kan worden door de reeds omschreven uitvoering van de zeefdekken. De zeefdekken volgens de uitvinding welke met voordeel opgebouwd zijn uit staven, waarbij de staven bij voorkeur een ronde doorsnede 25 hebben, hebben in vergelijking met reeds bestaande zeef-inrichtingen het voordeel van een relatief lage neiging tot vervuiling. Tevens is het mogelijk om op momenten dat het proces het toelaat het verstelbare stavenframe eenmaal naar de hoogste en de laagste stand te verstellen, om zodoende eventueel ingeklemde productdelen te 30 lossen.

De uitvinding wordt hierna verder toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekeningen, waarin:

Fig. 1 toont een zijaanzicht in doorsnede van een eerste r* uitvoeringsvoorbeeld van het zeefhuis met het daiarin gemonteerde 35 stationaire stavenframe volgens de uitvinding;

Fig. 2 toont een bovenaanzicht van het in figuur 1 weergegeven uitvoerings-voorbeeld, waarbij de inlaat voor bulkmateriaal en eventuele verstevigingsbalken zijn weggelaten;

Fig. 3 toont een bovenaanzicht en een zijaanzicht in 40 doorsnede van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van het verstelbare 1025700

ι I

I - 6 - I

I stavenframe volgens de uitvinding; I

I Fig. 4 toont een bovenaanzicht als het in figuur 2 I

I weergegeven uitvoerings-voorbeeld, met het daarin geprojecteerde I

I verstelbare stavenframe volgens de uitvinding; I

I 5 Fig. 5 toont een zijaanzicht in doorsnede van een eerste I

I uitvoeringsvoorbeel van het zeefhuis met het daarin gemonteerde I

I stationaire stavenframe, en met het daarin geprojecteerde verstelbare I

I stavenframe volgens de uitvinding, waarbij de trilmotoren en de I

I trilling dempende elementen zijn weggelaten; I

I 10 Fig. 6 toont in meer detail een deel van het zijaanzicht in I

I doorsnede van het in figuur 5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; I

I Fig. 7 toont een detail doorsnede van een eerste I

I uitvoeringsvoorbeeld van het zeefdek volgens de uitvinding; I

I Fig. 8 toont een zijaanzicht van een eerste I

I 15 uitvoeringsvoorbeeld van een zeef-inrichting volgens de uitvinding; I

I Fig. 9 toont een zijaanzicht in doorsnede van een zeef- I

I inrichting van het in figuur 5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld I

I waarin getoont de productdeeltjesstromen; I

I Fig, 10 toont een zijaanzicht in doorsnede van een tweede I

I 20 uitvoeringsvoorbeeld van de zeef-inrichting volgens de uitvinding, I

I waarbij een voorbeeld getoont wordt van een zeef-inrichting met I

I meerdere zeefdekken volgens de uitvinding waarin getoont de I

I productdeeltjesstromen; I

I Fig. 11 toont een zijaanzicht in doorsnede van een derde I

I 25 uitvoeringsvoorbeeld van de zeef-inrichting volgens de uitvinding, I

I waarbij een voorbeeld getoont wordt van een zeef-inrichting met een I

I zeefdek volgens de uitvinding, waarin geprojecteerd een gangbaar I

I gaaszeef welke boven het zeefdek ligt, waarin getoont de I

I productdeeltjesstromen. I

I 30 Figuur l toont een zijaanzicht in doorsnede van een eerste I

I uitvoerings-voorbeeld van een zeefhuis 01 tesamen met het stationaire I

I stavenframe 02 volgens de uitvinding. Figuur 2 toont een I

I bovenaanzicht van het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. I

I In de hiernavolgende beschrijving zal naar beide figuren worden I

I 35 verwezen. In het zeefhuis 01 zijn de gezette profieldelen 03, 04, 05, I

I en 06 vast gemonteerd aan de zijwanden van het zeefhuis 01. Op deze I

I profieldelen zijn een aantal staven 07 onder spanning gemonteerd, I

I welke staven in het aanzicht volgens figuur 1 nagenoeg in één lijn I

I liggen. De samenstelling van de profieldelen 03, 04, 05, en 06 met de I

I 40 staven 07 vormen tesamen het stationaire stavenframe 02, welke I

I 1Ö 25 700 I

> I

- 7 - samenstelling deel uitmaakt van de samenwerkende delen welke het zeef dek vormen volgens de uitvinding. Het zeefhuis 01 is aan de bovenkant voorzien van een invoeropening 08 voor het te zeven bulkmateriaal. Aan de onderzijde van het zeefhuis 02 zijn tenminste 5 twee gescheiden fractie-uitlopen 09 en 10 voorzien, waarbij fractie-uitloop 09 voor de door het zeef dek vallende fractie, de zogenaamde fijne fractie, bestemd is en fractie-uitloop 10 voor de niet door het zeefdek vallende fractie, de zogenaamde groffe fractie, bestemt is. In de hiernavolgende figuren wordt het stationaire stavenframe 02 10 vervolgens aangeduid door het bij het stationaire stavenframe behorende verwijzingscijfer, zijnde het verwijzingscijfer 02, af te leiden van een van de onderdelen welke het stationaire stavenframe samenstellen, zijnde de gezette profieldelen 03, 04, 05, en 06 en de staven 07.

15 Figuur 3 toont een bovenaanzicht en een zijaanzicht in doorsnede van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van het verstelbare stavenframe 11 volgens de uitvinding. Tussen de gelijkvormige zijplaatdelen 12 en 13 zijn de gezette profieldelen 14, 15, 16, en 17 vast gemonteerd. Op deze profieldelen zijn een aantal staven 18 onder 20 spanning gemonteerd, welke staven in het zijaanzicht volgens figuur 3 nagenoeg in één lijn liggen. De samenstelling van de zijplaatdelen 12 en 13, met de gezette profieldelen 14, 15, 16, en 17, en met de staven 18 vormen tesamen het verstelbare stavenframe, welke samenstelling deel uitmaakt van de samenwerkende delen welke het 25 zeefdek vormen volgens de uitvinding. Verder zijn in het zijplaatdeel 12 de gaten 19 en 20 voorzien, en in het zijplaatdeel 13 de gaten 21 en 22 voorzien welke gaten tot doel hebben om het verstelbare stavenframe te monteren in het zeefhuis 01 uit figuur 1 middels een verstelmechanisme. Het verstelmechanisme wordt nader beschreven onder 30 de figuren 5, 6, 7 en 8. In het zijaanzicht van figuur 3 liggen de gaten 19 en 20 nagenoeg in één lijn, en liggen de gaten 21 en 22 tevens nagenoeg in één lijn. In de hiernavolgende figuren wordt het verstelbare stavenframe 11 vervolgens aangeduid door het bij het verstelbare stavenframe behorende verwijzingscijfer, zijnde het 35 verwijzingscijfer 11, af te leiden van een van de onderdelen welke het verstelbare stavenframe samenstellen, zijnde de zijplaatdelen 12 en 13, de gezette profieldelen 14, 15, 16, en 17 en de staven 18.

Figuur 4 toont een bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de samenstelling van het zeefhuis 01 met het 40 stationaire stavenframe 02 volgens de uitvinding als weergegeven in 1Ö 2 5 7 0 0

I I

I - 8 - I

I figuur 1 en 2, waarin geprojecteerd het verstelbare stavenframe 11 I

I volgens de uitvinding als weergegeven in figuur 3. In dit I

I bovenaanzicht wordt getoont dat de montagewijze van de staven 07 van I

I het stationaire stavenframe 02 in relatie tot de staven 18 van het I

I 5 verstelbare stavenframe 11 tesamen één samenwerkend zeefdek vormen, I

I waarbij de staven 07 en 18 van dit zeefdek om en om toebehoren aan I

I het stationaire stavenframe 02 en aan het verstelbare stavenframe 11, I

I en waarbij de afstand tussen iedere staaf 07 van het stationaire I

I stavenframe 02 en de weerzijds aangrenzende staven 18 van het I

I 10 verstelbare stavenframe 11 nagenoeg gelijk is. I

I Figuur 5 toont een zijaanzicht in doorsnede van een eerste I

I uitvoerings-voorbeeld van het zeefhuis met het daarin gemonteerde I

I stationaire stavenframe, en met het daarin geprojecteerde verstelbare I

I stavenframe volgens de uitvinding. Figuur 6 toont in meer detail een I

I 15 deel van het zijaanzicht in doorsnede van het in figuur 5 weergegeven I

I uitvoeringsvoorbeeld. Figuur 7 toont een detail doorsnede van een I

I eerste uitvoerings-voorbeeld van het zeefdek volgens de uitvinding. I

Figuur 8 toont een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld I

I van een zeef-inrichting volgens de uitvinding. Fig. 9 toont een I

20 zijaanzicht in doorsnede van een zeef-inrichting van het in figuur 5 I

I weergegeven uitvoeringsvoorbeeld waarin getoont de I

I productdeeltjesstromen. In de hiernavolgende beschrijving zal naar al I

I de figuren 5, 6, 7, 8 en 9 worden verwezen. I

In het zijaanzicht van figuur 5 wordt getoont op welke wijze I

I 25 het verstelbare stavenframe 11 middels een verstelmechanisme I

I gemonteerd is in het zeefhuis 01, waarbij in het onderhavige I

I voorbeeld het vestelbare stavenframe 11 is weergegeven in zijn I

I laagste stand, waarbij de staven 07 van het stationaire stavenframe I

I 02, en de staven 18 van het verstelbare stavenframe 11 nagenoeg in I

I 30 één lijn liggen. Deze situatie blijkt het duidelijkst uit figuur 7, I

I situatie 07.1, welk figuur een detail van een dwarsdoorsnede van het I

I zeefdek weergeeft ter plaatse van een van de gezette profieldelen 15 I

I of 16 van het verstelbare stavenframe 11. Hier zijn de staven 07 van I

I het stationaire stavenframe 02 aangeduid met de letter B, en zijn de I

I 35 staven 18 van het verstelbare stavenframe 11 aangeduid met de letter I

I A. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld hebben de staven 07 en 18 I

I een diameter van 10 mm, en is de hartafstand van de staven 11.5 mm, I

I waarbij de doorlaatopening tussen de staven 07 en 18 de kleinste I

I waarde heeft welke in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld 1.5 mm I

I 40 bedraagt. De grootte van de doorlaatopening is bepalend voor de I

I 1025700 I

» I

- 9 - granometrie van de productdeeltj es welke door het zeef vallen, welke productdeeltjesstroom onder figuur 2 wordt aangeduid als de fijne fractie. Uit figuur 7 blijkt duidelijk dat de staven 07 en 18 welke gezamelijk een samenwerkend zeefdek vormen, om en om toebehoren aan 5 het stationaire stavenframe 02 en het verstelbare stavenframe 11. Om de doorlaatopening tussen de staven 07 en 18 te vergroten wordt de positie van het verstelbare stavenframe 11 ten opzichte van de onveranderlijke positie van het stationaire stavenframe 02 in opwaardse richting versteld middels een verstelmechanisme middels 10 welke het verstelbare stavenframe 11 gemonteerd is in het zeefhuis 01. Situatie 07.2. laat het resultaat zien van 10 mm verstelling van het verstelbare stavenframe 11, ten opzichte van het stationaire stavenframe 02. De doorlaatopening van het zeefdek is hier in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld toegenomen tot 6.6 mm. In het 15 getoonde aanzicht wordt tevens weergegeven dat de gezette profielen 15 en 16 van het verstelbare stavenframe 11 middels hun vorm een nagenoeg spelingsvrije positionering van de staven 18, welke verder aangeduid zijn met de letter A, bewerkstelligen in zowel de verticale als in de horizontale richting. In het getoonde aanzicht wordt tevens 20 weergegeven dat de gezette profielen 04 en 05 van het stationaire stavenframe 02 middels hun vorm een nagenoeg spelinsvrije positionering van de staven 07, welke verder aangeduid zijn met de letter B, bewerkstelligen in alleen de verticale richting. De horizontale positionering van de staven 07 wordt verzorgt door de 25 gezette profielen 15 en 16 van het verstelbare stavenframe 11. Het beoogde doel van dit kenmerk, waarbij de uitvoeringsvorm van de gezette profielen 15 en 16 van het verstelbare frame 11 de horizontale positionering van zowel de staven 07 en de staven 18 verzorgt, is om te bewerkstelligen dat de horizontale positionering 30 van alle staven 07 en 18 door één enkel element verzorgt wordt, wat in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld het verstelbare stavenframe 11 is. Door dit kenmerk is de hartafstand van iedere willekeurige staaf 07 of 18 tot aan beide wederzijds aangrenzende staven nagenoeg gelijk.

35 In figuur 5 worden de zich binnen in het zeefhuis 01 bevindende onderdelen van het verstelmechanisme aangeduid met de verwijzingscijfers 23, 24, en 25, waarbij in figuur 6 deze onderdelen 23, 24, en 25, en hun functie meer in detail worden weergegeven en hiernavolgend beschreven worden. Het verstelbare stavenframe is op 40 vier plaatsen middels de onder figuur 3 beschreven gaten 19, 20, 21, 10257 Q0

- 10 - I

en 22, welke zich bevinden in de zijplaatdelen 12 en 13 middels vier I

nagenoeg identieke gelagerde assen 25 bevestigd aan vier nagenoeg I

identieke hefbomen 24, welke hefbomen 24 paarsgewijs vast bevestigd I

zijn aan twee nagenoeg identieke verstel-assen 23, welke verstel- I

5 assen 23 dwars en nagenoeg parallel ten opzichte van elkaar door het

zeefhuis 01 lopen, waarbij de verstel-assen 23 loodrecht op de staven I

07 en 18 van het zeef dek staan. In het zijaanzicht van figuur 5 wordt I

weergegeven dat de verstel-assen 23 min of meer op gelijke afstand I

links en rechts ten opzichte van het middelpunt van het verstelbare I

10 stavenframe 11 lopen. I

De verstel-assen 23 zijn aan beide aseinden gelagerd in I

nagenoeg identieke lagerplaten 26 zoals weergegeven in figuur 8, I

welke lagerplaten 26 op de buitenzijde van het zeefhuis 01 zijn I

gemonteerd, en waarin de verstel-assen 23 nagenoeg spelingsvrij I

15 kunnen roteren. In figuur 8 is de verstel-as 23 welke zich het verst I

van de productinloop 08 bevindt aan zijn aseinde voorzien van een I

hefboom 27, en is de verstel-as 23 welke zich het dichts bij de I

productinloop 08 bevindt aan zijn aseinde voorzien van een hefboom I

28. Beide hefbomen 27 en 28 zijn op nagenoeg identieke afstand vanaf

20 het middelpunt van de verstel-assen 23 waarop de hefbomen 27 en 28 I

bevestigd zijn voorzien van bevestigingsgaten volgens welke de beide I

hefbomen 27 en 28 met elkaar verbonden worden middels een I

scharnierend bevestigde overbrengingsstang 30. De lengte van de I

overbrengingsstang 30 gemeten als de hart op hart afstand van de I

25 bevestigingsogen aan beide uiteinden van de overbrenginsstang 28 is I

nagenoeg identiek aan de hart op hart afstand van de beide verstel- I

assen 23. I

Het aldus weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het I

verstelmechanisme welke is samengesteld uit de gelagerde assen 25, de I

30 hefbomen 24, de verstel-assen 23, de lagerplaten 26, de hefbomen 27 I

en 28, en de overbrengingsstang 30, wordt als geheel gekenmerkt door I

de eigenschap dat bij rotatie van één der verstel-assen 23 de andere I

verstel-as 23 een nagenoeg gelijktijdige en gelijklopende rotatie I

ondergaat, wat tot gevolg heeft dat bij een verdraaiing van de I

35 verstel-assen 23, de vier aangrijpingspunten van het verstelbare I

stavenframe 11 met het verstel-mechanisme, welke vier I

aangrijpingspunten gevormd worden door de vier gelagerde assen 25 I

welke het verstelbare stavenframe 11 middels de daarin voorziene I

gaten 19, 20, 21, en 22 verbinden met de vier hefbomen 24, een I

40 nagenoeg gelijktijdige en gelijkgerichte positieverandering I

1025700 I

- 11 - ondergaan. Door dit kenmerk blijven de staven 18 van het verstelbare stavenframe 11 en de staven 07 van het stationaire stavenframe 02 nagenoeg parallel lopen bij elke positie die het verstelbare stavenframe 11 kan innemen. De hefboom 28 is voorts voorzien van een . 5 oog 29 of een andersoortige voorziening welke dienst doet als aangrijpingspunt voor een niet nader afgebeelde verstellingsaandrijving, welke bijvoorbeeld kan zijn een motorisch aangedreven schroefspindel. In de eenvoudigste uitvoering wordt het verstelmechanisme handmatig bediend waarbij een niet nader aangegeven 10 blokkeerinrichting voorzien wordt om het vers telmechanisme in iedere willekeurige stand binnen het verstelbereik te blokkeren.

In figuur 8 is verder weergegeven de aandrijving 31 van de zeef-inrichting welke in het uitvoeringsvoorbeeld onder een niet nader aangegeven hoek onder tegen het zeef huis 01 is bevestigd 15 middels een aandrijvings-montagestoel 32, waarbij in het uitvoeringsvoorbeeld de aandrijving verzorgd wordt door 2 parallel opgestelde identieke trilmotoren waarbij in het gegeven aanzicht de tweede motor niet zichtbaar is daar deze achter de weergegeven motor ligt. De zeef-inrichting is in zijn geheel afgesteund op 20 samendrukbare en trillingdempende elementen 33 welke in het uitvoeringsvoorbeeld de zeef-inrichting op vier plaatsen ondersteunen, waarbij in dit aanzicht twee van de samendrukbare elementen 33 achter de twee zichtbare samendrukbare elementen 33 liggen. De aandrijving 31 van de zeef-inrichting kan ook verzorgt 25 worden door één enkele trilmotor of door andersoortige motoren of technologien welke een trilling van de zeefdekken teweeg brengen. De functie van de aandrijving 31 is middels trillingen het via de invoeropening 08 toegevoerde bulkmateriaal te scheiden in ten minste twee fracties en deze fracties te transporteren naar de fractie-30 uitlopen, welke in het uitvoeringsvoorbeeld twee fractie-uitlopen 09 en 10 zijn.

Het voorgaande wordt het duidelijkst weergegeven in figuur 9 waarin getoont wordt dat het bulkmateriaal de zeef-inrichting ingevoerd wordt via invoeropening 08, waar het bulkmateriaal 35 vervolgens over het zeefdek getransporteerd wordt naar de groffe fractie uitloop 10, en waar de door het zeef dek vallende fijne fractie over de bodemplaat 34 van het zeefhuis 01 naar de fijne fractie uitloop 09 getransporteerd wordt. De uitvoering van de zeef-inrichting met betrekking tot de trillingsfrequentie, 40 trillingsamplitude, soort van de trilling, en richting van de 1025700

I - 12 - I

I trilling, aan de hand van welke factoren de soort en uitvoering van I

I aandrijving 31 bepaald wordt, laat zich grotendeels afleiden uit het I

I soort bulkinateriaal dat op de zeef-inrichting verwerkt wordt, alsmede I

I de benodigde capaciteit van de zeef-inrichting, alsmede de beoogde I

I 5 fractie scheidingsgrene en fractieverhouding van het gezeefde I

I bulkmateriaal. I

I Fig, 10 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de zeef- I

I inrichting volgens de uitvinding, waarbij een voorbeeld getoont wordt I

I van een zeef-inrichting met twee zeef dekken volgens de uitvinding, I

I 10 waarbij de zeefdekken in hoofdzaak boven elkaar geplaatst zijn, en I

I waarbij getoond wordt dat het toegevoerde bulkmateriaal in drie I

I fracties gescheiden wordt, waarbij voorts de verschillende fracties I

I door drie fractie-uitlopen 09, 10, en 35 wordt afgevoerd. I

I Fig. 11 toont een derde uitvoeringsvoorbeeld van de zeef- I

I 15 inrichting volgens de uitvinding, waarbij een voorbeeld getoont wordt I

I van een zeef-inrichting met een zeefdek volgens de uitvinding, waarin I

I geprojecteerd een gangbaar gaaszeef welke boven het zeefdek ligt, en I

I waarbij getoond wordt dat het toegevoerde bulkmateriaal in drie I

I fracties gescheiden wordt, waarbij voorts de verschillende fracties I

I 20 door drie fractie-uitlopen 09, 10, en 35 wordt afgevoerd. De I

I combinatie van een zeefdek vogens de uitvinding, met een bovenliggend I

I gangbaar gaasdek wordt toegepast voor bulkmaterialen waarin zich I

I kluiten of vreemde objecten bevinden welke uit de groffe fractie van I

I het bulkmateriaal gescheiden dienen te worden. I

I 25 Verdere uitvoeringsvormen van de zeef-inrichting volgens de I

I uitvinding, welke uitvoeringsvormen niet nader geïllustreerd zijn, I

I worden in hoofdzaak gekenmerkt door een variabilteit in de vorm van I

I de stangen, de diameter of doorsnede geometrie van de stangen, de I

I hartafstand van de stangen onderling, de hoek waaronder de stangen I

I 30 zijn gemonteerd aan invoer- en uitloopzijde, de lengte en breedte van I

I de zeefdekken, en de uitvoering van het vers telmechanisme. I

I 1025700 I

Claims (6)

1. Vibrerende zeef-inrichting voor het scheiden in twee of meerdere fracties van een bulkmateriaal, welke inrichting zich in hoofdzaak kenmerkt door de mogelijkheid om de fractie-scheidingsgrenzen trappeloos te verstellen zonder de noodzaak om 5 zeef-elementen te verwisselen of om te bouwen, welke inrichting is voorzien van een zeefhuis (01) met tenminste één bulkmateriaal-invoer (08) nabij de bovenzijde en meerdere fractie-uitlopen (09, 10) nabij de onderzijde, waarbij in het zeefhuis (01) ten minste één zeefdek is gemonteerd, waarbij de uitvoering van een zeefdek zich in hoofdzaak 10 kenmerkt door de toepassing van naar beneden hellende parallel gemonteerde stangen (07, 18), waarbij de stangen per zeef dek om en om in hoogte verstelbaar zijn met het doel de afstand tussen de stangen te veranderen en daardoor de scheidingsgrens van de doorvallende fractie per zeefdek te veranderen.

2. Zeef-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat per zeefdek een deel van de stangen (07) in een vaste positie gemonteerd zijn ten opzichte van het zeefhuis (01) middels profieldelen (03, 04, 05, 06) welke vast verbonden zijn met het zeefhuis (01) en zodoende een stationair stavenframe (02) vormt, en een deel van de stangen 20 (18) gemonteerd zijn op een separaat frame welke opgebouwd is uit een aantal profieldelen en plaatdelen (12, 13, 14, 15, 16, 17) en welke middels een verstelmechanisme verbonden is met het zeefhuis (01) en zodoende een verstelbaar stavenframe (11) vormt, waarbij de stangen (18) van het verstelbare stavenframe (11) in hoofdzaak om en om 25 gepositioneerd zijn ten opzichte van de stangen (07) van het stationaire stavenframe (02), waarbij het verstelbare stavenframe (11) met de daarop gemonteerde stangen (18) in zijn geheel in hoofdzaak in hoogte verstelbaar is ten opzichte van het stationaire stavenframe (02) met de daarop gemonteerde stangen (07).

3. Zeef inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het verstelbare stavenframe (11) met het zeefhuis verbonden is middels een verstelmechanisme, waarbij het verstelmechanisme in hoofdzaak bestaat uit twee op het zeefhuis (01) gelagerde (26) verstel-assen (23) met op elke verstel-as (23) twee hefbomen (24) 35 welke functioneren als exentrisch geplaatste aangrijppunten welke verbonden worden met het verstelbare stavenframe (11), waarbij de verstel-assen (23) buiten het zeefhuis (01) en ten minste aan één zijde van het zeefhuis (01) middels op de verstel-assen (23) 1025700 i

14. I geplaatste hefbomen (27, 28) en een scharnierend bevestigde I overbrengingsstang (30) een samenwerkend geheel vormen, waarbij de I uitvoeringsvorm van het verstelmechanisme als geheel getypeerd wordt I door de eigenschap dat bij rotatie van één der verstel-assen (23) de I 5 andere verstel-as (23) een gelijktijdige en gelijklopende rotatie I ondergaat. I

4. Zeefinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het I kenmerk dat het stationaire stavenframe (02) en het verstelbare I stavenframe (11) en het bij conclusie 3 beschreven verstelmechanisme I 10 tesamen een samenwerkend geheel vormen welke aangeduid wordt als I zeefdek. I

5. Zeefinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het I kenmerk dat het verstelmechanisme bediend wordt door een I verstellingsaandrijving, welke bijvoorbeeld kan zijn een motorisch I 15 aangedreven schroefspindel, of door een handmatige bediening waarbij I een niet nader aangegeven blokkeerinrichting voorzien wordt om het I verstelmechanisme in iedere willekeurige stand binnen het I verstelbereik te blokkeren. I

6. Zeef inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het I 20 kenmerk dat de aandrijving (31) van de zeef-inrichting verzorgd wordt I door één of meerdere motoren of andersoortige mechanieken of I technologien welke een trilling van de zeefdekken teweeg brengen, I waarbij de functie van de aandrijving (31) is middels trillingen het I via de invoeropening (08) toegevoerde bulkmateriaal te scheiden in I 25 ten minste twee fracties en deze fracties te transporteren naar de I fractie-uitlopen (09, 10, 35). I 1025700 I