NL1025511C2

NL1025511C2 - Werkwijze voor het op een munt/penning aanbrengen van een afbeelding, zo verkregen munt/penning alsmede daarvoor gebruikte matrijs.

Info

Publication number: NL1025511C2
Application number: NL1025511A
Authority: NL
Inventors: Gerrit Bargeman
Original assignee: Konink Nl Munt N V
Priority date: 2004-02-18
Filing date: 2004-02-18
Publication date: 2005-08-19
Also published as: HK1097166A1; EP1718182B1; EP1718182A2; ES2428141T3; PL1718182T3; WO2005077674A2; WO2005077674A3

Description

Werkwijze voor het op een munt/penning aanbrengen van een afbeelding, zo verkregen munt/penning alsmede daarvoor gebruikte matrijs.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het op een 5 munt/penning aanbrengen van een afbeelding, omvattende het aanbrengen van een reliëfstructuur, bestaande in hoofdzaak uit driehoekige ribben, waarbij op een zijde van een ribbe een deel van die afbeelding is aangebracht, en een reeks van die zijden van een reeks van die ribben die afbeelding vormt, waarbij dat deel van die afbeelding op die zijde van die ribbe gevormd wordt door in die zijde gebieden met reflecterende 10 eigenschappen aan te brengen die afwijken van de overige gebieden van die zijde.

Een dergelijke werkwijze is in de stand der techniek algemeen bekend. Op munten of penningen worden structuren met ribben aangebracht. Deze ribben zijn ongeveer driehoekigvormig uitgevoerd en door een reeks achter elkaar liggende ribben waar te nemen, wordt een afbeelding gevormd. Door vanaf de tegenover liggende zijde op de 15 ribbe te kijken worden een andere afbeelding gevormd. Dit geeft een bijzonder optisch effect en kan als veiligheidskenmerk dienen.

Elke afbeelding is opgebouwd uit een aantal deelafbeeldingen. Op elke ribbe is een dergelijke deelafbeelding aanwezig.

Het is in de stand der techniek bekend dergelijke deelafbeeldingen aan te brengen 20 door de betreffende zijde van de ribben van verschillende oppervlakken te voorzien. Meer in het bijzonder zijn op een zijde twee onder een hoek staande oppervlakken aanwezig. Bij het hierop vallen van licht zal dit onder een verschillende hoek reflecteren, hetgeen door de waarnemer gezien wordt als een verschil in contrast waardoor het betreffende afbeeldingsdeel gevormd wordt 25 Een dergelijke opbouw is gecompliceerd te vervaardigen en leidt bij onvoldoende belichting tot onvoldoende contrast

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een vereenvoudigde werkwijze te voorzien voor het op een munt of penning aanbrengen van een afbeelding.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven werkwijze verwezenlijkt doordat het 30 aanbrengen van die gebieden met afwijkende reflecterende eigenschappen omvat het voorzien in een verhoogd oppervlak dat zich in hoofdzaak evenwijdig met het overige oppervlak van die zijde uitstrekt Volgens de onderhavige uitvinding is een zijde van een ribbe die voorzien is van een afbeeldingsdeel, voorzien van verhoogde en verlaagde 1025511

2 I

gebieden. Deze gebieden bestaan uit vlakken die in hoofdzaak parallel aan elkaar zijn. I

Bij het hierop vallen van licht is dit voor de waarnemer zichtbaar. Dergelijke verhogin- I

gen kunnen klein zijn. Als voorbeeld wordt een waarde van 1/100 mm genoemd. I

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is hetzij het zo ver- I

5 kregen verhoogde, hetzij zo verkregen verlaagde deel voorzien van een afwijkende I

oppervlaktestructuur. Een voorbeeld van een dergelijke afwijkende oppervlaktestruc- I

tuur is een mattering. Bij voorkeur wordt een dergelijke mattering aangebracht in het I

verhoogde gebied. Dit is vanwege productietechnische redenen eenvoudig. Immers dit I

betekent dat in de matrijs een verlaagd gebied met materie aanwezig is. Met lasertech- I

10 nieken is het thans mogelijk op zeer nauwkeurige wijze op zeer kleine schaal zeer I

nauwkeurig gedefinieerde gebieden op de ribbe van een matrijs "in te branden", waar- I

door de gewenste afwijkende structuur zoals mattering ontstaat Bij het slaan van de I

munten wordt deze structuur overgebracht naar de munt/penning. I

De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een zo verkregen I

15 munt/penning, omvattende een reliëf bestaande uit een reeks achter elkaar liggende in I

hoofdzaak identiek gevormde ribben met elk twee hellende zijden, waarbij op elk van I

die ribben een deel van een afbeelding is aangebracht en die delen samen een afbeel- I

ding vormen, waarbij elk deel van die afbeelding gevormd wordt doordat in die hel- I

lende zijden gebieden zijn aangebracht met reflecterende eigenschappen die afwijken I

20 van de licht-reflecterende eigenschappen van het overige van die zijde, waarbij die ge- I

bieden met afwijkende licht-reflecterende eigenschappen oppervlakken omvatten ver- I

hoogd ten opzichte van het overige oppervlak van die hellende wand en in hoofdzaak I

evenwijdig met dat overige oppervlak van die hellende zijde. I

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld I

25 uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: I

Fig. 1 schematisch een munt volgens de onderhavige uitvinding; I

Fig. 2 een detail van de munt volgens Fig. 1 in dwarsdoorsnede, en I

Fig. 3 een variant vertoont van de verhoogde/verlaagde gebieden volgens Fig. 2. I

In Fig. 1 is met 1 een munt/penning volgens de onderhavige uitvinding afgebeeld. I

30 Deze bestaat uit een aantal cirkelvormige ribben 2. Begrepen zal worden dat de ribben I

enige andere gedaante kunnen hebben. In het bijzonder kunnen dergelijke ribben vol- I

gens bepaalde gegolfde patronen uitgevoerd zijn om in een veiligheidskenmerk of een I

bijzonder optisch effect te voorzien. De ribben kunnen bijvoorbeeld recht uitgevoerd I

1025511 I

3 zijn. Kenmerkend is dat een groot aantal ribben zich parallel aan elkaar uitstrekt over een bepaald deel van de munt. Elke ribbe heeft op een van de zijden daarvan een deel-afbeelding die tezamen de afbeelding 7 vormen.

Details daarvan blijken uit Fig. 2. In Fig. 2 zijn enkele ribben 2 op aanzienlijk 5 vergrote schaal weergegeven. Elke ribbe 2 bestaat uit een eerste schuin vlak 3 en een tweede schuin vlak 4. Elk schuin vlak 3 bestaat uit een basisdeel 6 en een verhoogd deel 5. Het oppervlak van deel 5 is in hoofdzaak evenwijdig met het oppervlak van deel 6. Echter is deel S van een gematteerde structuur voorzien die met 8 aangegeven is.

Op deze wijze wordt op een zijde 3 een deelafbeelding 9 verkregen. Indien door 10 de waarnemer de munt schuin van boven bekeken wordt in de richting van pijl 10 vormen de deelafbeeldingen 9 tezamen een totale afbeelding.

Volgens de onderhavige uitvinding is het mogelijk eveneens deelafbeeldingen - aan zijde 4 aan te brengen. Dat wil zeggen bij het vanaf verschillende zijden waarnemen van de munt of penning 1 worden dezelfde of verschillende afbeeldingen zicht-15 baar.

De verhoging 5 wordt verkregen door in de matrijs met behulp van lasertechnieken een uitsparing aan te brengen. Door deze een enigszins ruw oppervlak te geven zal later het gematteerde oppervlak 5 ontstaan.

In Fig. 2 is getoond dat over de hoogte van zijde 3 een verhoogd gebied 5 en een 20 verlaagd gebied 6 aanwezig is. Het is echter eveneens mogelijk in de langsrichting van de ribben verhoogde en verlaagde gebieden aan te brengen. Dit is getoond in Fig. 3, waarbij een ribbe 12 in perspectief afgebeeld is. Met 15 is een verhoogd gebied aangegeven, terwijl daar aangrenzend een verlaagd gebied met 16 aangegeven is.

Eventueel is een combinatie van de in Fig. 2 en 3 beschreven maatregelen moge- 25 lijk.

In de afgebeelde uitvoering snijden de vlakken 3 en 4 elkaar. Het is echter eveneens mogelijk in een daartussenliggend horizontaal basisvlak te voorzien. Op dit basisvlak kan een verdere afbeelding aanwezig zijn.

Na het lezen van het bovenstaande zal door de vakman duidelijk begrepen wor-30 den dat nog verdere combinaties mogelijk zijn met andere technieken die algemeen bekend zijn in de stand der techniek en welke liggen binnen het bereik van bijgaande conclusies.

1025511

Claims

1. Werkwijze voor het op een munt/penning (1) aanbrengen van een afbeelding I (7), omvattende het aanbrengen van een reliëfstructuur, bestaande in hoofdzaak uit I 5 driehoekige ribben (2), waarbij op een zijde van een ribbe een deel (9) van die afbeel- I ding is aangebracht, en een reeks van die zijden van een reeks van die ribben die af- I beelding (7) vormt, waarbij dat deel van die afbeelding op die zijde van die ribbe ge- I vormd wordt door in die zijde gebieden met reflecterende eigenschappen aan te bren- I gen die afwijken van de overige gebieden van die zijde, met het kenmerk, dat het aan- I 10 brengen van die gebieden met afwijkende reflecterende eigenschappen omvat het voor- I zien in een verhoogd oppervlak (5) dat zich in hoofdzaak evenwijdig met het overige I oppervlak van die zijde uitstrek! I

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij dat verhoogde oppervlak van een I oppervlaktestructuur (8) voorzien is, die afwijkt van de oppervlaktestructuur van het I 15 overige oppervlak van die zijde. I

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij dat verhoogde oppervlak gematteerd I is. I

4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het aan I beide zijden (3,4) van die driehoekige ribbe (2) aanbrengen van een spiegelbeeldige I 20 afbeeldingsdeel. I

4 I CONCLUSIES I

5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat verhoogde I oppervlak 1/100 mm boven dat overige oppervlak aangebracht wordt I

6. Munt/penning omvattende een reliëf bestaande uit een reeks achter elkaar lig- I gende in hoofdzaak identiek gevormde ribben (2) met elk twee hellende zijden (3,4), I 25 waarbij op elk van die ribben een deel (9) van een afbeelding (7) is aangebracht, en die I delen (9) samen een spiegelbeeldige afbeelding (7) vormen, waarbij elk deel van die I afbeelding gevormd wordt doordat in die hellende zijden gebieden zijn aangebracht met I reflecterende eigenschappen die afwijken van de licht-reflecterende eigenschappen van I het overige van die zijde, met het kenmerk, dat die gebieden met afwijkende licht- I 30 reflecterende eigenschappen oppervlakken (8) omvatten verhoogd ten opzichte van het I overige oppervlak van die hellende wand en in hoofdzaak evenwijdig met dat overige I oppervlak van die hellende zijde. I 1025511 I

7. Munt/penning volgens conclusie 6, waarbij dat verhoogde oppervlak van een oppervlakstructuur (8) voorzien is, die afwijkt van de oppervlaktestructuur van het overige oppervlak van die zijde.

8. Munt/penning volgens conclusie 6 of 7, waarbij dat verhoogde oppervlak ge-5 matteerd is.

9. Matrijs voor het slaan van een munt/penning, omvattende een reliëf bestaande uit een reeks achter elkaar liggende in hoofdzaak identiek gevormde ribben met elk twee hellende zijden, waarbij op elk van die ribben op een zijde een deel van een spiegelbeeldige afbeelding is aangebracht en die delen samen een spiegelbeeldige afbeel- 10 ding vormen, waarbij elk deel van die spiegelbeeldige afbeelding gevormd wordt doordat in die hellende zijden gebieden zijn aangebracht met reflecterende eigenschappen die afwijken van de licht-reflecterende eigenschappen van het overige van die zijde, met het kenmerk, dat die gebieden met afwijkende licht-reflecterende eigenschappen oppervlakken (8) omvatten verlaagd ten opzichte van het overige oppervlak 1S van die hellende wand en in hoofdzaak evenwijdig met dat overige oppervlak van die hellende zijde. 102551 1