NL1025368C2 - Vaartuig met in hoogte verstelbare afdekkap. - Google Patents

Description

♦ - 1 -

VAARTUIG MET IN HOOGTE VERSTELBARE AFDEKKAP

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vaartuig, omvattende een dragend gedeelte, een daarop 5 aangebracht boven gedeelte, dat van vaartuig bediening- en besturingsorganen is voorzien, en een beweegbare afdekkap.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze, waarbij een afdekkap van een vaartuig wordt 10 bewogen.

Een dergelijk vaartuig is van algemene bekendheid. Bekend is in het bijzonder een vaartuig dat een dragend, en zich ten minste gedeeltelijk onder de waterlijn bevindend 15 gedeelte omvat, waarop zich een boven gedeelte van het vaartuig bevindt. Althans een deel van het boven gedeelte van het vaartuig wordt veelal gevormd door een stuurhut, waarin zich de motor bedieningorganen en de stuur/besturingsorganen bevinden. Een afdekkap sluit het 20 boven gedeelte af. In een bekende uitvoeringsvorm daarvan wordt de afdekkap gevormd door een op cabrioletachtige wijze schamierbaar beweegbare afdekkap, ten behoeve van het afhankelijk van de feitelijk optredende weersomstandigheden openen en sluiten ervan.

25

Nadeel van de het bekende vaartuig is dat het vaarbereik, gezien de gemiddelde doorvaarhoogte van de bruggen en overgangen, ongeacht de uitvoeringsvorm van het bekende vaartuig, beperkt blijft.

30

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een vergroot vaarbereik aan een vaartuig van het type dat een wat hogere opbouwhoogte heeft, doch in staat is om onder relatief lage bruggen en overgangen door te varen.

35

Daartoe bezit het vaartuig overeenkomstig de 1025368

Η I

Η I

I - 2 - I

I uitvinding het kenmerk dat het vaartuig is uitgevoerd met I

I eerste verstelmiddelen om de afdekkap in lengterichting te I

I verstellen, en met tweede verstelmiddelen om de afdekkap in I

I hoogte te verstellen. I

I 5 De uitvinder heeft zich gerealiseerd dat een I

I scharnierbaar beweegbare dakkap, zoals in het bekende I

I vaartuig geen, of althans onvoldoende invloed heeft op een I

I gemiddeld vereiste doorvaarhoogte van het vaartuig om te I

I leiden tot een wezenlijk vergroot vaarbereik. Door de I

I 10 afdekkap echter horizontaal en verticaal verstelbaar uit te I

I voeren ontstaat een vaartuig volgens de uitvinding dat de I

I mogelijkheid biedt om de voordelen van een vaartuig met een I

I lagere opbouwhoogte, dat een groter vaarbereik heeft, te I

I combineren met de voordelen van een vaartuig met een groter I

I 15 comfort, bijvoorbeeld ook als gevolg van een grotere I

I stahoogte. Dit geldt met name voor het stuurhut gedeelte I

I van het overkapte bovengedeelte van het vaartuig waarvan de I

I afdekkap volgens de uitvinding kan worden verschoven en, I

I desgewenst vervolgens, kan worden neergelaten. I

I 20 Daarnaast worden die voordelen ook nog eens behouden I

I én gepaard aan de voordelen van een vaartuig van het I

I cabriolet type, dat de uitstraling van sportiviteit, heeft I

I en tevens het in de openheid van de buitenlucht besturen I

I van het vaartuig mogelijk maakt. I

I 25 Voorts is het voor sommige typen vaartuigen, zoals I

I een salonkruiser, niet meer nodig om een dubbele besturing, I

I te weten binnen en buiten de stuurhut, te hebben. I

I Een uitvoeringsvorm van het vaartuig volgens de I

I uitvinding heeft het kenmerk dat de afdekkap van een of I

I 30 meer afneembare, scharnierbare of inklapbare zijwanden is I

I voorzien. I

I In deze uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding I

I worden de zijwanden met voordeel, eventueel samen, met de I

I afdekkap in lengte en hoogte versteld. De zijwanden hoeven I

I 35 dan niet, voor het geval dat alleen de afdekkap in lengte I

I en hoogte verstelbaar is, op andere wijze te worden weg I

I 1025368 % * - 3 - bewogen, gescharnierd of geklapt, maar dat is wel mogelijk.

In een aanvullende uitvoeringsvorm heeft het vaartuig volgens de uitvinding het kenmerk dat het vaartuig is 5 uitgevoerd met middelen om de afdekkap in een dwars vlak te verplaatsen.

Indien de afdekkap ook in dwarsrichting verplaatsbaar is, verschaft dit voor de praktijk een grotere mate van keuzevrijheid, voor wat betreft de mogelijke praktische 10 implementaties van het vaartuig volgens de onderhavige uitvinding.

Een volgende uitvoeringsvorm van het vaartuig volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat eerste en/of tweede 15 verstelmiddelen tussen, enerzijds het dragend gedeelte of het boven gedeelte, en anderzijds de afdekkap zijn aangebracht.

De eerste, al of niet gecombineerd met de tweede verstelmiddelen, kunnen met constructief voordeel 20 afhankelijk van de praktische uitvoering van het vaartuig, desgewenst tussen de afdekkap en het dragend gedeelte, of tussen de afdekkap en het bovengedeelte worden aangebracht.

Een verdere uitvoeringsvorm van het vaartuig volgens 25 de uitvinding heeft het kenmerk dat de eerste en de tweede verstelmiddelen ten minste gedeeltelijk zijn samengebouwd, wat in het algemeen tot een compacte, lichtgewicht en voordeliger meerdimensionale verstelmogelijkheid met minder onderdelen leidt.

30

Nog een verdere uitvoeringsvorm van het vaartuig volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de eerste en/of tweede verstelmiddelen mechanisch, elektrisch, magnetisch, pneumatisch en/of hydraulisch aandrijfbaar zijn uitgevoerd. 35 Dit leidt tot een in de praktijk gewenste veelkeuzemogelijkheid van aandrijf mogelijkheden.

1025368 Η Η

- 4 - I

Nog een volgende uitvoeringsvorm van het vaartuig I

volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de eerste en/of I

tweede verstelmiddelen, voor zover aanwezig, een of meer I

5 geleidesystemen omvatten voor het geleiden van de I

verstelling van de afdekkap. I

Geleidsystemen hebben het voordeel dat zij een grote I

mate van spelingarme stabiliteit bieden, welke wordt I

gepaard aan een grote mate van constructievrijheid met I

10 betrekking tot bijvoorbeeld een hijs-, trek-, worm-, I

tandwiel, of tandradsysteem met eventuele overbrenging, dat I

op zijn beurt weer eenvoudig te combineren is met een van I

de bovenvermelde aandrijf mogelijkheden. I

15 Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van geleiderails I

voor het verticaal, horizontaal, en/of scheef geleiden van I

de verstelling van de afdekkap. I

In het laatst genoemde geval vindt zelfs I

gelijktijdige verstelling in hoogte en dwarsrichting I

20 plaats. I

Dienovereenkomstig bezit de werkwijze volgens de I

uitvinding het kenmerk dat de afdekkap in een dwars vlak, I

c.q. in lengte- en/of dwars richting en in hoogte wordt I

25 verplaatst, en vaartuig bediening- en besturingsorganen I

naar wens binnen of buiten de na verplaatsen een verlaagde I

doorvaarhoogte verschaffende afdekkap komen te liggen. I

Thans zal de onderhavige uitvinding, samen met de I

30 verdere voordelen en aan de hand van de bijgaande tekening, I

waarin overeenkomstige in de verschillende figuren I

aangeduide onderdelen van dezelfde verwijzigingscijfers I

zijn voorzien, nader worden toegelicht. Daarbij tonen de I

figuren 1 tot en met 6 schematisch het vaartuig volgens de I

35 uitvinding aan de hand waarvan ook de werkwijze volgens de I

uitvinding zal worden toegelicht. I

1025368 I

- 5 - «

De figuren 1, 2, 3, 4, 5 en 6 tonen een vaartuig 1 met een dragend gedeelte 2 dat bedoeld is om gedeeltelijk in het water te verblijven en met een daarop aangebracht 5 boven gedeelte 3 dat van vaartuig bediening- en besturingsorganen 4 is voorzien. Het vaartuig 1 heeft verder een beweegbare afdekkap 5 die althans een deel van het boven gedeelte 3 afsluit. De afdekkap 5 wordt bijvoorbeeld gevormd door een hier weergegeven beweegbaar 10 dak of dakdeel. Dat afsluitende deel kan zijn gevormd door eventueel een gedeelte van een stuurhut 6 boven in het vaartuig 1. De afdekkap 5 is in hoogte verstelbaar, waardoor de door het vaartuig 1 benodigde doorvaarhoogte onder bruggen en overgangen kleiner wordt.

15 In de uitvoeringsvorm die is getoond in de genoemde figuren, is de afdekkap 5 ook in een dwars vlak verplaatsbaar uitgevoerd. In de praktijk wordt de afdekkap 5, gegeven het ontwerp van het vaartuig 1, eerst naar voren toe, dat wil zeggen in lengterichting van het vaartuig 1, 20 verplaatst in de richting van de pijlen in de figuren 1, 2 en 5. De afdekkap kan daartoe in het bijzonder verschuifbaar zijn met behulp van in figuur 4 weergegeven dwars vlak verstelmiddelen 7, in de vorm van een geleidesysteem 8 met geleiderails 9 (zie figuur 6) die in 25 dit geval horizontaal lopen. Vervolgens wordt de afdekkap 5, na eventueel zonodig in een richting bijvoorbeeld loodrecht op de lengterichting te zijn verplaatst, in hoogte verplaatst met behulp van hoogte verstelmiddelen 10 (zie figuur 6). Het genoemde dwars vlak omspant de 30 lengterichting en/of de richting daar loodrecht op.

Het geleidesysteem voor de verstelmiddelen 7 en 10 kan een hijs- of kabelsysteem, een lift- of railsysteem al of niet met rollen of wielen, een treksysteem met worm-, kabel-, tandrad- of tandwiel zijn die al of niet van een 35 overbrenging is voorzien voor het verschaffen van een passende trekkracht, gecombineerd met een juiste 1025368 Μ Η

- 6 - I

verstelsnelheid van het dak 5. De hoogte verstelmiddelen 10 I

kunnen zijn uitgevoerd in de vorm van een eerder vermeld I

geleidesysteem 8 met al of niet bewegende of schuivende I

geleiderails 9 die in dit geval verticaal lopen. I

5 Voor wat betreft de wijze van opbouw en de plaatsing I

van met name de verstelmiddelen 7, 10 zijn er diverse I

mogelijkheden. De verstelmiddelen 7, 10 zijn verbonden met I

de afdekkap 5 en kunnen verder met, of het dragend gedeelte I

2 of het boven gedeelte 3 zijn verbonden. De aandrijving I

10 van de verstelmiddelen 7, 10 kan mechanisch, elektrisch, I

handmatig, magnetisch, pneumatisch en/of hydraulisch zijn I

uitgevoerd. Bijvoorbeeld kan een hydrocilinder 11 (zie I

figuur 4), bijvoorbeeld in lengterichting, zijn gemonteerd I

die een of meer, al of niet gecombineerde, verstelmiddelen I

15 7, 10 zou kunnen bedienen. De verstelmiddelen 7 en 10 I

zouden kunnen worden samengebouwd, als constructie I

technisch gezien, gekozen kan worden voor een scheve I

opstelling van de geleiderails 9, in welk geval hoogte I

verstelling en verstelling iii een dwars vlak van de I

20 afdekkap 5 gelijktijdig plaats kan vinden. I

Wanneer de afdekkap 5 van een of meer zijwanden 12 I

(zie figuur 6) is voorzien kan het praktisch van voordeel I

zijn om deze afneembaar of schamierbaar, dan wel althans I

gedeeltelijk inklapbaar uit te voeren, zodat bijvoorbeeld I

25 alleen het vlakke deel van de afdekkap wordt versteld. I

Voorzien van vaste zijwanden 12 zal de afdekkap 5 samen met I

de vaste zijwanden 12 worden verplaatst en in hoogte worden I

versteld. Het gevolg is dat de bediening- en I

besturingsorganen 4 naar wens binnen of buiten komen te I

30 liggen, terwijl het vaartuig 1 dan een verlaagde I

doorvaarhoogte heeft. I

Aan de figuren 1, 2, en 3 is nog te ontnemen dat het I

dak 5 daar in lengterichting naar voren toe wordt I

verschoven en vervolgens op een vast dak 13 van een I

35 verblijfsruimte, zoals bijvoorbeeld een zitruimte, kombuis, I

of slaapruimte wordt neergelaten. I

1025368

Claims (12)

1. Vaartuig (1) omvattende: - een dragend gedeelte (2), 5. een daarop aangebracht boven gedeelte (3), dat van vaartuig bediening- en besturingsorganen (4) is voorzien, en - een beweegbare afdekkap (5), met het kenmerk dat het vaartuig (1) is uitgevoerd met 10 eerste verstelmiddelen (7, 8, 9) om de afdekkap (5) in lengterichting te verstellen, en met tweede verstelmiddelen (8, 9, 10) om de afdekkap (5) in hoogte te verstellen.

2. Vaartuig (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk 15 dat de afdekkap (5) van een of meer afneembare, scharnierbare of inklapbare zijwanden (12) is voorzien.

3. Vaartuig (1) volgens een conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het vaartuig (1) is uitgevoerd met middelen (7, 20 8, 9) om de afdekkap (5) in een dwars vlak te verplaatsen.

4. Vaartuig (1) volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat eerste en/of tweede verstelmiddelen (7; 10) tussen, enerzijds het dragend gedeelte (2) of het boven 25 gedeelte (3), en anderzijds de afdekkap (5) zijn aangebracht.

5. Vaartuig (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de eerste en de tweede verstelmiddelen (7; 10) ten 30 minste gedeeltelijk zijn samengebouwd.

6. Vaartuig (1) volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk dat de eerste en/of tweede verstelmiddelen (7; 10) mechanisch, elektrisch, magnetisch, pneumatisch 35 en/of hydraulisch aandrijfbaar zijn uitgevoerd. 1025368 Η I I - 8 -

7. Vaartuig (1) volgens een van de conclusies 1-6, I I met het kenmerk dat de eerste en/o£ tweede verstelmiddelen I I (7, 10), voor zover aanwezig, een of meer geleidesystemen I I (8) omvatten. I I 5

8. Vaartuig (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk I I dat de geleidesystemen (8) een of meer geleiderails (9) I I omvatten voor het geleiden van de verstelling van de I I afdekkap (5). I I 10

9. Vaartuig (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk I I dat de geleiderails (9) verticaal, horizontaal, en/of I I scheef zijn gemonteerd. I I 15

10. Werkwijze waarbij een afdekkap (5) van een I I vaartuig (1) wordt bewogen, met het kenmerk dat de afdekkap I I (5) in een dwars vlak, c.q. in lengte- en/of dwars richting I I en in hoogte wordt verplaatst, en vaartuig bediening- en I I besturingsorganen (4) naar wens binnen of buiten de na I I 20 verplaatsen een verlaagde doorvaarhoogte verschaffende I I afdekkap (5) komen te liggen. I

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk I dat de afdekkap (50 eerst in lengte- en/of dwars richting I 25 en vervolgens in hoogte wordt verplaatst.

12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, met het I I kenmerk dat bij het verplaatsen de afdekkap (5) op een vast I gedeelte (2, 13) van het vaartuig (1) wordt neergelaten. I ··? I I 1025368