NL1025209C2 - Poultry carcass skinning machine includes second grip for breaking removed skin between first grip and carcass - Google Patents
Poultry carcass skinning machine includes second grip for breaking removed skin between first grip and carcass Download PDFInfo
- Publication number
- NL1025209C2 NL1025209C2 NL1025209A NL1025209A NL1025209C2 NL 1025209 C2 NL1025209 C2 NL 1025209C2 NL 1025209 A NL1025209 A NL 1025209A NL 1025209 A NL1025209 A NL 1025209A NL 1025209 C2 NL1025209 C2 NL 1025209C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- carcass
- filleting
- skin
- grip
- peeling
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22C—PROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
- A22C21/00—Processing poultry
- A22C21/0023—Dividing poultry
- A22C21/003—Filleting poultry, i.e. extracting, cutting or shaping poultry fillets
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22C—PROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
- A22C21/00—Processing poultry
- A22C21/0092—Skinning poultry or parts of poultry
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Processing Of Meat And Fish (AREA)
Abstract
Description
Inrichting voor het ontvellen en/of fileren van slachtgevogelteDevice for skinning and / or filleting of poultry for slaughter
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het ontvellen van slachtgevogelte. De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het fileren van slachtgevogelte.The invention relates to a device for skinning slaughter poultry. The invention further relates to a device for filleting slaughter poultry.
5 Het is onder meer uit de Europese octrooiaanvrage 1.169.921 van aanvrager bekend om slachtgevogelte, dat reeds is uitgehaald, op op een transporteur bevestigde houders, ook wel cones genoemd, te plaatsen en op die cones vastgehouden langs een ontveller en een of meer 10 fileerinrichtingen te transporteren. Het slachtgevogelte kan een vrijwel geheel karkas vormen, of een deel daarvan, in het bijzonder een zogenoemde borstkap.It is known, inter alia, from European patent application 1,169,921 of applicant to place slaughtered poultry, which has already been removed, on containers, also referred to as cones, mounted on a conveyor and held on those cones along a skinner and one or more transport filleting devices. The slaughtered poultry can form an almost whole carcass, or a part thereof, in particular a so-called breast cap.
Met de ontveller wordt het vel van het karkas (deel) afgehaald. De ontveller omvat doorgaans een aantal 15 geprofileerde rollen, die met het geprofileerde oppervlak het vel aangrijpen en van het karkas (deel) af halen. De ontvelrollen kunnen stationair zijn opgesteld of -over een bepaald traject- met de houders meelopen. De ontvelrollen stropen of trekken het vel af van het karkas (deel), 20 waarbij het laatste gedeelte van het vel loskomt door de relatieve beweging van de ontvelrollen en de houder.The skin is removed from the carcass (part) with the skinner. The skinner usually comprises a number of profiled rollers, which grip the sheet with the profiled surface and remove it from the carcass (part). The peeling rolls can be arranged stationary or - along a certain route - run along with the holders. The peeling rolls roll or pull the skin away from the carcass (part), the last part of the skin coming off due to the relative movement of the peeling roles and the holder.
1025209 21025209 2
Bij het verwijderen van het vel zal vrijwel altijd een gedeelte vast blijven zitten aan het nekgebied. In de laatste fase van ontvellen zal het vel, dat tussen de ontvelrollen en het karkasdeel toenemend gespannen wordt, 5 breken. Dit breken of scheuren kan dichtbij het nekgebied plaatsvinden, hetgeen niet bezwaarlijk hoeft te zijn. Het gebeurt echter vaker dat het vel op een plaats op afstand van het nekgebied breekt, waardoor een velgedeelte aan het nekgebied blijft hangen. Dat velgedeelte kan het 10 daaropvolgend bewerken van het karkas(deel) belemmeren, in het bijzonder een insnijden van het nekgebied naast de wensbeentj es.When removing the sheet, a portion will almost always remain stuck to the neck area. In the final phase of skinning, the skin that is increasingly tensioned between the skinning rollers and the carcass part will break. This breaking or tearing can take place close to the neck area, which need not be inconvenient. However, it often happens that the sheet breaks at a location away from the neck area, so that a sheet portion remains stuck to the neck area. Said skin portion can impede subsequent processing of the carcass (part), in particular an incision of the neck area next to the wishbones.
Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen.An object of the invention is to improve on this.
15 Een verder doel van de uitvinding is een ontveller in een fileerlijn te verschaffen, waarmee op betrouwbare en zekere wijze het vel kan worden verwijderd van slachtgevogelte.A further object of the invention is to provide a skinner in a filleting line with which the skin can be reliably and securely removed from slaughter poultry.
Vanuit een aspect voorziet de uitvinding daartoe in 20 een inrichting voor het ontvellen van slachtgevogelte, dat in uitgehaalde staat op een houder vastgehouden is in de vorm van een karkas(deel), waarbij de inrichting eerste aangrijpmiddelen omvat voor het aangrijpen van het vel van het karkas (deel) en het vervolgens door relatieve beweging 25 van de aangrijpmiddelen en de houder af halen van het vel van het karkas(deel), waarbij de inrichting voorts voorzien is van tweede aangrijpmiddelen voor het verbreken van een tussengedeelte van het vel dat zich tijdens het ontvellen tussen het karkas)deel) en de eerste 30 aangrijpmiddelen bevindt, bij voorkeur nabij het karkas(deel), in het bijzonder het nekgebied daarvan.From one aspect the invention provides for this purpose a device for skinning slaughtered poultry, which in retained condition is held on a holder in the form of a carcass (part), the device comprising first engaging means for engaging the skin of the poultry. carcass (part) and subsequently removing the skin from the carcass (part) by relative movement of the engaging means and the holder, wherein the device is furthermore provided with second engaging means for breaking an intermediate part of the skin which occurs during being skinned between the carcass part) and the first engaging means, preferably near the carcass (part), in particular the neck region thereof.
Hierdoor kan het tussengedeelte op een bepaalde, kenbare of instelbare plaats worden verbroken, zodat de groote van het velgedeelte dat aan de nek blijft zitten 35 beheerst kan worden. Later bewerkingen kunnen dan zonder problemen verlopen, voor alle opeenvolgende karkas(delen) op eenzelfde wijze.As a result, the intermediate portion can be broken at a specific, recognizable or adjustable location, so that the size of the sheet portion that remains on the neck can be controlled. Later operations can then proceed without problems, for all consecutive carcass (parts) in the same way.
1025209 31025209 3
Bij voorkeur is de inrichting voorzien van middelen voor het bewegen van de tweede aangrijpmiddelen volgens een beweging in hoofdzaak loodrecht op het tussengedeelte, waardoor het verbreekproces bevorderd wordt.The device is preferably provided with means for moving the second engagement means according to a movement substantially perpendicular to the intermediate portion, whereby the breaking process is promoted.
5 Het verbreekproces wordt verder bevorderd indien de tweede aangrijpmiddelen voorzien zijn van een drukdeel, dat het tussengedeelte plaatselijk aangrijpt, in het bijzonder indien het drukdeel staafvormig is en zich in hoofdzaak horizontaal dwars op de baan van de houders 10 uitstrekt.The breaking process is further promoted if the second engagement means are provided with a pressure part, which locally engages the intermediate part, in particular if the pressure part is rod-shaped and extends substantially horizontally transversely to the path of the holders.
Het verbreken wordt op zeer zekere en snelle wijze uitgevoerd indien het drukdeel een -al dan niet onderbroken- dunne velsnijrand bezit, bij voorkeur tevens velgeleiders voor het naar de snij rand geleiden van het 15 vel.The breaking is carried out in a very secure and rapid manner if the pressure part has a thin cutting edge, whether or not interrupted, preferably also sheet guides for guiding the sheet to the cutting edge.
In een uitvoering zijn de bewegingsmiddelen ingericht voor het verzwenken van de tweede aangrijpmiddelen om een horizontale as.In one embodiment, the moving means are adapted to pivot the second engagement means about a horizontal axis.
De houders kunnen bevestigd zijn op een een omlopende 20 baan volgende transporteur, waarbij de bewegingsmiddelen ingericht kunnen zijn voor het in aangrijping brengen van de tweede aangrijpmiddelen door een ten opzichte van de omlopende baan binnenwaartse beweging.The holders can be mounted on a conveyor following a circumferential path, wherein the moving means can be adapted to bring the second engagement means into engagement by an inward movement relative to the circumferential path.
Voor een verhoogd effectieve werking heeft het de 25 voorkeur dat de tweede aangrijpmiddelen direct benedenstrooms van de eerste aangrijpmiddelen opgesteld zijn.For an increased effective operation, it is preferred that the second engagement means are arranged directly downstream of the first engagement means.
In een uitvoering zijn de eerste aangrijpmiddelen in procesrichting beschouwd in hoofdzaak stationair.In an embodiment, the first engaging means in the process direction are considered substantially stationary.
30 De eerste aangrijpmiddelen kunnen opgesteld zijn om in hoofdzaak evenwijdig aan de procesrichting gericht gehouden karkas(delen) aan te grijpen.The first engaging means can be arranged to engage carcass (parts) kept substantially parallel to the process direction.
De eerste aangrijpmiddelen kunnen een paar samenwerkende ontvelrollen omvatten, waarbij de inrichting 35 voorts middelen omvat voor het roteren van de ontvelrollen. De roteermiddelen kunnen ingericht zijn voor het laten roteren van de ontvelrollen tijdens werking van 1025209 4 de tweede aangrijpmiddelen. De inrichting kan voorzien zijn van middelen voor het langs de andere ontvelrol verplaatsen van de ene ontvelrol, voor het afstoten van het vel daarvan. De verplaatsbare ontvelrol kan 5 aangebracht zijn op een daarmee verplaatsbare uitstoot- of stroopplaat, die langs het oppervlak van de andere ontvelrol beweegbaar is.The first engaging means may comprise a pair of cooperating peeling rolls, the device further comprising means for rotating the peeling rolls. The rotating means can be adapted to cause the peeling rollers to rotate during operation of the second engaging means. The device can be provided with means for moving the one de-peeling roller along the other peeling roller, for shedding the sheet thereof. The movable skinning roller can be arranged on a discharge or syrup plate that can be moved with it, which plate is movable along the surface of the other skinning roller.
De verplaatsbare ontvelrol kan bovenstrooms van de andere ontvelrol gelegen zijn. De verplaatsbare rol is bij 10 voorkeur tegen veerkracht verplaatsbaar volgens een tangentiaal op de andere ontvelrol, waardoor ook dikkere vellen goed aangegrepen kunnen worden.The movable peeling roller can be located upstream of the other peeling roller. The displaceable roller is preferably displaceable against spring force according to a tangential to the other stripping roller, so that thicker sheets can also be gripped well.
De ontvelrollen kunnen voorzien zijn van in elkaar grijpende tanden, waarbij bij voorkeur slechts een van de 15 ontvelrollen is aangedreven.The peeling rolls can be provided with interlocking teeth, preferably only one of the peeling rolls being driven.
In een verdere uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is dezë voorts voorzien van middelen voor het bewegen van de eerste aangrijpmiddelen naar en van de procesbaan. De bewegingsmiddelen voor de eerste 20 aangrijpmiddelen omvatten bij voorkeur een houder, die om een horizontale as draaibaar is bevestigd op een vast gestel van de inrichting, waarbij de inrichting voorzien is van middelen voor het naar de karkas(delen) spannen van de houder en de bewegingsmiddelen ingericht zijn om de 25 houder te bewegen tussen een positie waarin de eerste aangrijpmiddelen buiten de procesbaan gelegen zijn en een positie waarin deze daarbinnen gelegen zijn.In a further embodiment of the device according to the invention, this is furthermore provided with means for moving the first engaging means to and from the process track. The moving means for the first engaging means preferably comprise a holder, which is rotatably mounted about a horizontal axis on a fixed frame of the device, the device being provided with means for tensioning the holder and the carcass (parts) movement means are arranged to move the holder between a position in which the first engaging means are located outside the process track and a position in which they are located therein.
De bewegingsmiddelen kunnen een nokkenbaan in een keerrol van de transporteur van de houder omvatten, 30 waardoor op efficiënte wijze gebruik gemaakt wordt van een beweging (van de keerrol) die toch al aanwezig is.The movement means can comprise a cam track in a return roller of the conveyor of the holder, whereby use is made of a movement (of the return roller) which is already present anyway.
Algemeen voorziet de uitvinding in een fileermachine met houders op een omlopend aangedreven transporteur, waarbij de transporteur om keerrollen loopt, waarbij de 35 rotatie althans een van de keerrollen wordt benut voor aandrijving van bewerkingsmiddelen voor slachtgevogelte.In general, the invention provides a filleting machine with holders on a circulating driven conveyor, wherein the conveyor rotates around turning rollers, wherein the rotation at least one of the turning rollers is utilized for driving processing means for slaughter poultry.
1025209 51025209 5
Bij voorkeur is de nokkenbaan afgestemd op de frequentie van de houders.The cam track is preferably adjusted to the frequency of the holders.
Bij voorkeur omvat de fileerinrichting een ontvelinrichting volgens een de uitvinding, waarbij de 5 houders geplaatst zijn om de karkas(delen) met de borsttip vooraan te transporteren.The filleting device preferably comprises a skinning device according to the invention, wherein the holders are placed to transport the carcass (parts) with the breast tip in front.
Bij voorkeur houden de houders ter plaatse van de ontvelinrichting de karkas(delen met de borstzijde neerwaarts.The holders preferably hold the carcass (parts with the breast side downwards) at the location of the skinning device.
10 Vanuit een ander aspect voorziet de uitvinding in een nrichting voor het ontvellen van karkassen of karkasdelen van gevogelte tijdens een slachtproces, waarbij de karkassen of karkasdelen volgens een procesbaan getransporteerd worden ondersteund op houders, waarbij de 15 ontvelinrichting middelen omvat voor het aangrijpen van het vel op het karkas of het karkasdeel om dit daarvan te verwijderen, alsmede middelen voor het in een eindfase van het verwijderen van het vel van het karkas of karkasdeel doorbreken van het zich tussen het karkas (deel) en de 20 aangrijpmiddelen uitstrekkend velgedeelte.From another aspect the invention provides a device for skinning carcasses or carcass parts of poultry during a slaughtering process, wherein the carcasses or carcass parts are transported supported on a process track on holders, the skinning device comprising means for engaging the skin on the carcass or carcass part to remove it therefrom, as well as means for breaking the sheet part extending between the carcass (part) and the engaging means in a final phase of removing the skin from the carcass or carcass part.
De doorbreekmiddelen zijn bij voorkeur ingericht voor het uitoefenen van een snijwerking op genoemd velgedeelte. De doorbreekmiddelen kunnen zijn ingericht voor het uitoefenen van een stootbelasting op een tussen 25 het karkas of karkasdeel en aangrijpmiddelen gespannen velgedeelte. De doorbreekmiddelen kunnen beweegbaar zijn in een werkzame richting dwars op de procesbaan.The break-through means are preferably adapted to exert a cutting action on said sheet portion. The breakthrough means can be adapted to exert an impact load on a sheet section stretched between the carcass or carcass part and engagement means. The breakthrough means can be movable in an active direction transversely of the process track.
Het fileerproces omvat het van het skelet afsnijden van de zogenaamde binnenfilet en buitenfilet. Dit gebeurt 30 in het onderlopende traject van de omloop, waar de houders ondersteboven staan. De buitenfilet reikt vanaf het kambeen zijwaarts en neerwaarts over de binnenfilet wanneer de karkasdelen op de houder geplaatst zijn.The filleting process involves cutting the so-called inner fillet and outer fillet from the skeleton. This is done in the lower path of the circulation, where the holders are upside down. The outer fillet extends sideways and downward from the comb leg over the inner fillet when the carcass parts are placed on the holder.
De karkasdelen zijn met de schouderbotten vooruit 35 (ook de voornoemde hefboom kan zich daar bevinden) op de houders geplaatst. In die oriëntatie komen zij aan bij twee fileermessen, die bladvormig zijn met een opstaand 1025209 6 plaatdeel en een omgebogen plaatdeel, die via een bocht in elkaar overgaan. Beide plaatdelen bezitten een snijrand. De snijrand op het omgebogen plaatdeel bevindt zich op een uitsteeksel, waarachter de langsrand van het omgebogen 5 plaatdeel een uitsparing vormt. Na de uitsparing loopt de langsrand weer in langsrichting verder. De benedenstroomse rand van de uitsparing vormt een volgende snijrand.The carcass parts are placed on the holders with the shoulder bones forward (the aforementioned lever can also be located there). In that orientation they arrive at two filleting knives, which are leaf-shaped with an upright plate part and a bent plate part, which merge into one another via a bend. Both plate parts have a cutting edge. The cutting edge on the bent plate part is located on a protrusion, behind which the longitudinal edge of the bent plate part forms a recess. After the recess, the longitudinal edge continues in the longitudinal direction. The downstream edge of the recess forms a following cutting edge.
In een bekende opstelling zijn de beide fileermessen scharnierbaar tussen een paraatstand, waarin zij zich 10 buiten de bewegingsbaan van houder met karkasdeel bevinden, en een werkstand, waarin zij samen een soort van omgekeerde tunnel bepalen, waarbij de zijden van de tunnel gevormd worden door de opstaande plaatdelen en de onderwand door de omgebogen plaatdelen, die tussen zich 15 een langsspleet overlaten voor passage van het kambeen. Bij verplaatsing van de paraatstand naar de werkstand worden de fileermessen verdraaid om horizontale assen, die boven, opzij van de bewegingsbaan van de karkasdelen en houders gelegen zijn, parallel aan de procesrichting. 20 Gebleken is dat bij de sluitbeweging de vooraan gelegen uitsteeksels van het omgebogen plaatdeel niet altijd juist onder, maar vaak op het voorlopende schoudergewricht weten te grijpen, waardoor de fileerwerking langs het aansluitende ravenbeksleutelbeen onvoldoende kan zijn.In a known arrangement, the two filleting knives are pivotable between a standby position, in which they are located outside the path of movement of holder with carcass part, and a working position, in which they together define a type of inverted tunnel, the sides of the tunnel being formed by the upright plate parts and the bottom wall through the bent plate parts, which leave a longitudinal gap between them for passage of the comb bone. When the stand-by position is moved to the working position, the filleting knives are rotated about horizontal axes which are located above, to the side of the path of movement of the carcass parts and holders, parallel to the process direction. It has been found that during the closing movement the front protrusions of the bent-over plate part do not always grip correctly underneath, but often on the leading shoulder joint, as a result of which the filleting action along the connecting raven-jaw keybone may be insufficient.
25 Een verder doel van de aanvrage is hierin verbetering te verschaffen.A further object of the application is to provide improvement herein.
Vanuit een verder aspect voorziet de aanvrage daartoe in een inrichting voor het fileren van karkassen of gedeelten daarvan, in het bijzonder borstkappen, van 30 gevogelte, omvattend een houder voor het vasthouden van een karkas of gedeelte daarvan tijdens transport volgens een procesbaan in een procesrichting voor het fileren daarvan, met het schoudergebied vooraan, en twee fileermessen die van weerszijden van de procesbaan 35 werkzaam zijn en een doorgang voor de skeletdelen bepalen, waarbij de fileermessen elk een plaat omvatten met een zijplaatdeel en een ten opzichte daarvan omgezet 1025209 7 onderplaatdeel, waarbij het zijplaatdeel een een zijmes vormende voorrand bezit en het onderplaatdeel een een ondermes vormende onderrand, waarbij het onderplaatdeel een uitsteeksel vormt, waarop het ondermes is gelegen, 5 waarbij de fileermessen opgesteld zijn voor beweging tussen een paraatstand, waarin zij buiten de bewegingsbaan van de houders met borstkappen gelegen zijn, en een werkstand, waarin zij voor fileren aangrijpen op het vlees van de borstkappen, welke beweging plaatsvindt in vlakken 10 met een richtingscomponent evenwijdig aan de procesrichting. Hierdoor kan het uitsteeksel bij het inzwaaien van de fileermessen naar de werkstand op betrouwbare wijze onder de schoudergewrichten grijpen. De beweging van de fileermessen is hierbij afgestemd op de 15 beweging van de houders, zodat de uitsteeksels op het juiste moment in de procesbaan worden gebracht.From a further aspect the application provides for this purpose a device for filleting carcasses or parts thereof, in particular breast caps, of poultry, comprising a holder for holding a carcass or part thereof during transport along a process path in a process direction for filleting it, with the shoulder area at the front, and two filleting knives which operate from either side of the process web 35 and define a passage for the skeleton parts, wherein the filleting knives each comprise a plate with a side plate part and a bottom plate part which is offset relative to it, the side plate part has a front edge forming a side knife and the bottom plate part a bottom edge forming a bottom knife, the bottom plate part forming a protrusion on which the bottom knife is located, the filleting knives being arranged for movement between a stand-by position in which they are outside the path of movement of the holders with breast caps, and a working position d, in which they engage with the meat of the breast caps for filleting, which movement takes place in surfaces 10 with a directional component parallel to the process direction. As a result, the projection can reliably grip beneath the shoulder joints when the filleting knives are swung in to the working position. The movement of the filleting knives is hereby adjusted to the movement of the holders, so that the protrusions are introduced into the process path at the right moment.
Opgemerkt wordt dat waar hier gesproken wordt van onderrand en dergelijke gerefereerd is aan de gebruikelijke situatie. Het kan echter ook mogelijk zijn 20 te fileren in het boventraject, in welk geval de houders en ook de fileermessen omgekeerd zullen staan en de uitsteeksels dan boven gelegen zijn.It is noted that where reference is made here to the lower edge and the like, the usual situation is referred to. It may, however, also be possible to fillet in the upper range, in which case the holders and also the fillet knives will be inverted and the protrusions will then be situated above.
Bij voorkeur vindt de beweging plaats in vlakken in hoofdzaak evenwijdig aan de procesrichting, waardoor de 25 aangrijping onder de schoudergewrichten nog betrouwbaarder is. Bij voorkeur zijn de fileermessen om respectieve draaiassen beweegbaar, welke draaiassen, beschouwd in een vertikaal vlak van projectie waarin' de procesrichting gelegen is, een hoek maken met de procesrichting, welke 30 hoek bij voorkeur althans nagenoeg 90 graden bedraagt.The movement preferably takes place in planes substantially parallel to the process direction, whereby the engagement under the shoulder joints is even more reliable. The filleting knives are preferably movable about respective rotary axes, which rotary axes, viewed in a vertical plane of projection in which the process direction is located, make an angle with the process direction, which angle is preferably at least substantially 90 degrees.
Een betrouwbare beweging van de fileermessen wordt verder bevorderd indien de draaiassen in procesrichting beschouwd achter de werkstand van de fileermessen gelegen zijn.Reliable movement of the filleting knives is further promoted if, viewed in the process direction, the rotary shafts are located behind the working position of the filleting knives.
35 Een betrouwbare beweging van de fileermessen wordt verder bevorderd indien de draaiassen in zijwaartse, buitenwaartse richting op afstand van de fileermessen in 1025203 8 werkstand gelegen zijn.Reliable movement of the filleting knives is further promoted if the pivot axes are located in a lateral, outward direction remote from the filleting knives in the working position.
Het heeft verder de voorkeur dat de fileermessen verend aangebracht zijn op houders, zodat zij de contouren van gewrichten en/of botten kunnen volgen, met behoud van 5 de uitoefening van filerende krachten. Bij voorkeur zijn de fileermessen daarbij scharnierend aangebracht op de houders, met een schamieras in hoofdzaak evenwijdig aan de procesrichting wanneer de fileermessen zich in de werkstand bevinden. Tussen houder en fileermes kan hierbij 10 een drukveer zijn aangebracht.It is further preferred that the filleting knives are resiliently mounted on holders, so that they can follow the contours of joints and / or bones, while maintaining the exertion of filleting forces. Preferably, the filleting knives are hingedly arranged on the holders, with a pivot axis substantially parallel to the process direction when the filleting knives are in the working position. A compression spring can herein be arranged between holder and filleting knife.
Voor de beweging van de fileermessen kan elk fileermes aangebracht is op een hefboommechanisme, dat voorzien is van een nok, die geleid wordt door een roteerbaar aangedreven nokkenbaan, bij voorkeur voorzien 15 op een wiel, dat bij voorkeur geroteerd wordt om een horizontale as dwars op de procesbaan.For the movement of the filleting knives, each filleting knife can be mounted on a lever mechanism, which is provided with a cam, which is guided by a rotatably driven cam track, preferably provided on a wheel, which is preferably rotated about a horizontal axis transverse to the process job.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een slachtlijn voorzien van een ontvelinrichting volgens de uitvinding en/of van fileermessen volgens de 20 uitvinding.From a further aspect the invention provides a slaughter line provided with a peeling device according to the invention and / or with filleting knives according to the invention.
Getoond wordt in:Shown is:
Figuur 1 een schematisch aanzicht op een voorbeeld van een fileerinrichting waarin opgenomen een voorbeelduitvoering van een ontvelinrichting volgens de 25 uitvinding en een voorbeelduitvoering van een fileerinrichting volgens de uitvinding;Figure 1 shows a schematic view of an example of a filleting device including an exemplary embodiment of a skinning device according to the invention and an exemplary embodiment of a filleting device according to the invention;
Figuur 2 een schematisch zijaanzicht op voornoemde ontvelinricht ing;Figure 2 is a schematic side view of the aforementioned skinning device;
Figuur 3 een detail van figuur 2; 30 Figuur 4 een bovenaanzicht op de ontvelinrichting van de figuren 2 en 3;Figure 3 shows a detail of Figure 2; Figure 4 is a top view of the skinning device of Figures 2 and 3;
Figuren 5A-C afbeeldingen van de ontvelinrichting van de figuren 2-4;Figures 5A-C show illustrations of the skinning device of figures 2-4;
Figuur 6 een voorbeelduitvoering van een fileertunnel 35 volgens de uitvinding, in open, parate toestand;Figure 6 shows an exemplary embodiment of a filleting tunnel 35 according to the invention, in an open, ready state;
Figuur 7 de fileertunnel van figuur 6, in werkstand;Figure 7 shows the filleting tunnel of Figure 6, in working position;
Figuur 8 de fileertunnel van figuur 7, tijdens het 1025209 9 begin van fileren van een borstkap op de borstkaphouder van figuur 6; enFigure 8 shows the filleting tunnel of Figure 7, during the start of filleting a breast cap on the breast cap holder of Figure 6; and
Figuur 9 een helft van de fileertunnel van figuur 6.Figure 9 shows one half of the filleting tunnel of Figure 6.
De in figuur 1 weergegeven ontvel- en 5 fileerinrichting 1 omvat een gestel 2, waarin een schalmenband of -ketting 4 omloopt (richting A) in een verticaal vlak tussen twee omloopwielen 9 en 11, waarvan tenminste één is aangedreven. Op de schalmenband 4 zijn houders 3 bevestigd, die voorzien zijn van middelen voor 10 het houden van een borstkap of een groter deel van een karkas van een nog van een vel voorzien slachtgevogelte, waarbij de houders 3 een kunststof houderlichaam 5 bezitten, dat in de karkasholte reikt. In het bovenste traject van de omloop van de schalmenband 4 bevindt zich 15 een opzetstation 90, waar de karkassen of delen daarvan opgezet worden op de houders 3. In het benedentraject passeren de houders 3 eerst een ontvelstation 10, dan een insnijstation 80, waarbij de wensbeentjes worden ingesneden, en benedenstrooms daarvan een eerste 20 fileerstation 150, van figuren 6-9.The skinning and filleting device 1 shown in figure 1 comprises a frame 2, in which a link belt or chain 4 turns (direction A) in a vertical plane between two bypass wheels 9 and 11, at least one of which is driven. Mounted on the link band 4 are holders 3 which are provided with means for holding a breast cap or a larger part of a carcass of a still-slaughtered poultry, the holders 3 having a plastic holder body 5, which in the carcass cavity. In the upper section of the turn of the link belt 4 there is a mounting station 90, where the carcasses or parts thereof are mounted on the holders 3. In the lower section, the holders 3 first pass through a peeling station 10, then an incision station 80, the wishbones are incised, and downstream thereof a first filleting station 150, from figures 6-9.
Andere onderdelen van de inrichting 1 zijn voor deze aanvrage niet van belang en worden daarom ook niet besproken.Other parts of the device 1 are not important for this application and are therefore not discussed.
Het ontvelstation 10 is in procesrichting A 25 direct volgend op omloopwiel 11, zoals weergegeven in figuur 2. Het omloopwiel 11 lopt om om as 11a (figuur 4), en omvat twee flenzen 11a, 11b, die aangrijpen op dwars uitstekende aandrijfstaven 121 (zie figuur 6) op houders 3. Zoals te zien is in figuur 4 is aan één zijde van flens 30 11b een schijf 30 geplaatst, waarin, in een radiaal binnenwaarts gericht oppervlak, een curvebaan 15 gevormd is, die, zoals te zien is in figuur 2, in dit voorbeeld uit twee gelijke trajecten bestaat,te weten een drempel 15b naar een radiaal buitenwaarts gelegen baangedeelte 35 15a,dat vloeiend en geleidelijk radiaal naar binnen verloopt tot in baaneind 15c bij drenqpel 15b. De schijf 30 loopt met omloopwiel 11 om in de richting B.The peeling station 10 is in process direction A immediately following circulation wheel 11, as shown in figure 2. The circulation wheel 11 loops about axis 11a (figure 4), and comprises two flanges 11a, 11b which engage on transversely extending drive rods 121 (see Figure 6) on holders 3. As can be seen in Figure 4, a disc 30 is placed on one side of flange 11b, in which, in a radially inwardly directed surface, a curved track 15 is formed, which, as can be seen in Figure 2, in this example consists of two equal trajectories, viz. A threshold 15b to a radially outwardly located track section 15a, which flows smoothly and gradually radially inwards up to track end 15c at trailing edge 15b. The disc 30 with circulation wheel 11 rotates in the direction B.
1025209 101025209 10
Op de nokkenbaan 15 rust een nokrol 13, die vrij draaibaar aangebracht is op arm 14, welke scharnierbaar is in de richting C om vast draaipunt 12. Halverwege is aan de staaf 14 ter plaatse van 16 een pendelstaaf 17 5 bevestigd, die met de staaf 14 op en neer beweegt in de richting D. Het ondereind 18 van de pendelstaaf 17 is draaibaar bevestigd aan oor 19 van een verticale L-vormige plaat 20, ook nader weergegeven in figuren 3, 5B en 5C (NB: in figuur 5C is de onderlinge ligging van de 10 ontvelrollen 50,51 veranderd: de rol 51 ligt nu benedenstrooms van rol 50, ook is de scheider 70 gespiegeld opgesteld). Deze plaat 20 is gelegerd op een aandrijfas 42, die via een overbrengingskast 41 aangedreven wordt door een electromotor 40, zie figuur 4. j 15 Wanneer de pendelstaaf 17 in de richting D heen en weerA cam roller 13 rests on the cam track 15, which is mounted so as to be freely rotatable on arm 14, which is pivotable in the direction C about fixed pivot point 12. Halfway, a shuttle rod 17 is fixed to the rod 14 at the location of 16 14 moves up and down in the direction D. The lower end 18 of the shuttle rod 17 is rotatably attached to the ear 19 of a vertical L-shaped plate 20, also shown in more detail in figures 3, 5B and 5C (NB: in figure 5C the the relative position of the peeling rollers 50, 51 has changed: the roller 51 is now downstream of roller 50, the separator 70 is also arranged mirrored). This plate 20 is mounted on a drive shaft 42, which is driven via a transmission box 41 by an electric motor 40, see figure 4. When the shuttle rod 17 reciprocates in the direction D
bewogen wordt, kan de plaat 20 verdraaien om de hartlijn Iis moved, the plate 20 can rotate about the center line I
van as 42, in de richting E, zie figuur 3.of shaft 42, in the direction E, see figure 3.
Op de as 42 is een tandwiel 21 bevestigd. Parallel aan de as 42, aan het vrije eind van de plaat 20, reikt 20 een as 24 door de plaat 20, op welke as een tandwiel 22 is bevestigd. Een ketting 23 loopt om de tandwielen 21 en 22 om in de richting F.A gear wheel 21 is mounted on the shaft 42. Parallel to the shaft 42, at the free end of the plate 20, a shaft 24 extends through the plate 20, on which shaft a gear 22 is mounted. A chain 23 wraps around the sprockets 21 and 22 in the direction F.
Zoals ook weergegeven in figuur 5B is de plaat 20 boven de legering voor de as 24 ter plaatse van 61 25 bevestigd aan een pneumatische cilinder 60, die aan het boveneind ter plaatse van 62 bevestigd is aan het gestel 2.As also shown in Fig. 5B, the plate 20 is mounted above the bearing for the shaft 24 at the location of 61 on a pneumatic cylinder 60 which is attached at the upper end at the location of 62 to the frame 2.
De plaat 20 is voorts voorzien van een neerhangend gedeelte, zie figuur 3, waarop kunststof blokken 32 30 bevestigd zijn, die als geleiding dienen voor twee geleidestaven 36. Tussen de blokken 32 is een cilinder 33 bevestigd, die zich dwars op de procesbaan A uitstrekt. De zuigerstang 38 daarvan is met het eind bevestigd op een uitstoterplaat 31, die door werking van de cilinder 33 35 heen en weer bewogen kan worden in de richting G (figuur 4) . De einden van de geleidestangen 36 zijn ook bevestigd aan de uitstoterplaat 31.The plate 20 is furthermore provided with a hanging part, see figure 3, to which plastic blocks 32 are mounted, which serve as guides for two guide bars 36. Between the blocks 32 a cylinder 33 is mounted, which extends transversely to the process track A . The piston rod 38 thereof is attached at the end to an ejector plate 31, which can be moved back and forth in the direction G by the action of the cylinder 33 (Figure 4). The ends of the guide rods 36 are also attached to the ejector plate 31.
1025209 111025209 11
De uitstoterplaat 31 is voorzien van een cirkelvormige opening 39, waardoorheen een van een getand oppervlak voorziene, cilindervormige ontvelrol 50 reikt. Parallel daaraan is op de plaat 31 een as 52 bevestigd, 5 waarop een korte cilindervormige ontvelrol 51 vrij draaibaar is. De onderlinge afstand tussen de ontvelrollen 50 en 51 is zodanig dat deze met de tandoppervlakken in elkaar grijpen, of althans bijna.The ejector plate 31 is provided with a circular opening 39, through which a cylindrical peeling roller 50 provided with a toothed surface extends. Parallel thereto is mounted a plate 52 on the plate 31, on which a short cylindrical skinning roller 51 is freely rotatable. The mutual distance between the peeling rollers 50 and 51 is such that they engage with the tooth surfaces, or at least almost.
De ontvelrol 50 is bevestigd op een rotatieas 10 53, die een roteerbaar geheel vormt met de as 24 van tandwiel 23, welke as 24 roteerbaar gelagerd is aan het andere eind van de voornoemde plaat 20.The peeling roller 50 is mounted on a rotation shaft 53, which forms a rotatable assembly with the shaft 24 of the gear wheel 23, which shaft 24 is rotatably mounted on the other end of the aforementioned plate 20.
Om ook dikkere vellen goed af te kunnen trekken door een voldoende aangrijping door de tanden van de 15 ontvelrollen 50, 51 is de ontvelrol 51 met as 52 bevestigd op een min of meer verticale plaat 54, die door middel van verticale veer/geleider 55 bevestigd is aan een dwarsplaat 56 op de in de richting G heen en weer beweegbare plaat 31. Hierdoor kan de ontvelrol 51 in min of meer 20 tangentiale richting ten opzichte van de ontvelrol 50 verplaatsen, op veerkrachtige wijze, waarbij de tanden van de ontvelrol 51 op iets grotere afstand, in tangentiale richting, van elkaar komen te staan.In order to also be able to pull thicker sheets well by a sufficient engagement by the teeth of the peeling rollers 50, 51, the peeling roller 51 with shaft 52 is mounted on a more or less vertical plate 54, which is fixed by means of vertical spring / guide 55 is on a transverse plate 56 on the plate 31 which can be moved back and forth in the direction G. As a result, the peeling roller 51 can move in a more or less tangential direction relative to the peeling roller 50, the teeth of the peeling roller 51 on slightly greater distance, in tangential direction, from each other.
Aan de andere zijde van het gestel 2 is een 25 velscheidstation 70 geplaatst, met een vast opgestelde cilinder 71, die voorzien is van een zuigerstang 72. Het vrije eind van de zuigerstang 72 is ter plaatse van 73 scharnierbaar bevestigd aan een hefboomplaat 74, die rotatievast is met dwarsas 75. Aan het andere eind van de 30 dwarsas 75 is op rotatievaste wijze daarmee een stang 76 bevestigd, die uitloopt in een dwars op de procesbaan A staande horizontale stang 77, die aan het eind voorzien is van en door middel van bouten daarop bevestigd plaatje 78.A sheet separating station 70 is placed on the other side of the frame 2, with a fixedly arranged cylinder 71 which is provided with a piston rod 72. The free end of the piston rod 72 is hingedly connected at 73 to a lever plate 74, which is rotatable with transverse axis 75. At the other end of the transverse axis 75, a rod 76 is fixed in a rotation-proof manner therewith, which rod ends in a horizontal rod 77 which is transverse to the process track A and which is provided at the end with and by means of bolts 78 mounted thereon.
Het plaatje 78 bezit een, eventueel getande, scherpe 35 rand 78a, en is naar weerszijden begrensd door twee naar boven toe dirigerende pennen 79 (figuur 5B).The plate 78 has a sharp edge 78a, possibly toothed, and is bounded on either side by two upwardly directed pins 79 (Fig. 5B).
Het plaatje 78 kan aldus verzwaaien in de richting HThe plate 78 can thus swing in the direction H
1025209 12 om as 75, volgens een baan die gelegen is direct benedenstrooms van de ontvelrollen 50, 51.1025209 12 about axis 75, according to a path located directly downstream of the peeling rolls 50, 51.
In bedrijf lopen de houders 3, voorzien van karkasdelen boven over inrichting A, en keren zij naar 5 beneden om omloopwiel 11, om bij het ontvelstation 10 aan te komen. Dat moment is weergegeven in figuur 5A. Te zien is dat de houder 3 met een toelopend gedeelte achteraan wordt bewogen. Ter plaatse van het toelopende gedeelte 3a bevindt zich een vasthoudmechanisme voor het tegen de 10 houder 3 houden van een verder niet weergegeven karkasdeel. Het karkasdeel bevindt zich met de nek achteraan, waarbij de borst aan de onderzijde van de houder gelegen is, met de borstpunt vooraan, gezien in procesrichting A.In operation, the holders 3, provided with carcass parts, run over device A at the top, and they turn downwards around the circulation wheel 11, to arrive at the peeling station 10. That moment is shown in Figure 5A. It can be seen that the holder 3 is moved at the rear with a tapered portion. At the area of the tapered part 3a there is a holding mechanism for holding a carcass part, not further shown, against the holder 3. The carcass part is located with the neck at the rear, the breast being located on the underside of the holder, with the breast point at the front, viewed in process direction A.
15 Zoals te zien is in figuur 2 zal met het draaien van het omloopwiel 11 de rol 13 over de nokkenbaan 15a-c bewegen. De nokkenrol 13 begint hierbij na trede 15b, alwaar de nokkenrol 13 zijn laagste positie zal innemen. In die laagste positie bevindt de plaat 20 zich met het 20 zwaaieind, waar as 23 gelegen is, in de hoogste stand, verdraaid (E) om as 42. Daarmee bevinden ook de beide ontvelrollen 50, 51 zich in de hoogste stand. In die stand liggen de rollen 50, 51 net in de baan van de borstpunt, zodat zij het vel aldaar kunnen aangrijpen, bij beweging 25 daarlangs het karkasdeel op de houder 3.As can be seen in figure 2, the roller 13 will move over the cam track 15a-c with the rotation of the turning wheel 11. The cam roller 13 hereby begins after step 15b, where the cam roller 13 will assume its lowest position. In that lowest position the plate 20 is with the pivotal end, where shaft 23 is located, in the highest position, rotated (E) about shaft 42. The two peeling rollers 50, 51 are also in the highest position with that. In that position the rollers 50, 51 lie just in the path of the breast tip, so that they can engage the skin there, when moving along the carcass part on the holder 3.
De nokkenrol 13 beweegt nu over het geleidelijk oplopende baangedeelte 15a geleidelijk omhoog, waardoor plaat 14 in de richting C omhoog gezwenkt wordt, en bijgevolg de pendelstaaf 17 in de richting D omhoog wordt 30 verplaatst. Daarmee wordt ook uit oor 19 omhoog bewogen, welk oor 19 als een hefboom werkt voor de plaat 20, die daardoor in de richting E neerwaarts draait om as 42. De vorm van het baangedeelte 15a is min of meer afgestemd op de vorm van de borst/borstbeen van een karkasdeel, welke 35 geleidelijk in neerwaartse richting oploopt, in de situatie van transport ondersteboven, zoals in figuur 5A.The cam roller 13 now gradually moves upwards over the gradually ascending track section 15a, whereby plate 14 is pivoted upwards in the direction C, and consequently the shuttle rod 17 is moved upwards in the direction D. This also raises from ear 19, which ear 19 acts as a lever for the plate 20, which thereby rotates downwards in the direction E about axis 42. The shape of the web portion 15a is more or less adapted to the shape of the breast / breastbone of a carcass part, which gradually increases in a downward direction, in the situation of transport upside down, as in figure 5A.
Tijdens het aangrijpen van het vel door de 1025209 13 ontvelrollen 50, 51 wordt de motor 40 bekrachtigd, waardoor de as 42 gedraaid wordt en daarmee het kettingwiel 21, zodat de ketting 23 omloopt in de richting F. Daarmee wordt ook kettingwiel 22 verdraaid, en daarmee 5 as 24, en daarmee de as 53 van ontvelrol 50. De vertanding daarop draait in de richting H, en door de tandineengrijping met ontvelrol 51 wordt deze meeverdraaid om as 52. Hierbij wordt het vel, overeenkomstig zoals beschreven is in de Europese octrooiaanvrage 1.169.921, 10 waarvan de inhoud hier als ingelast dient te worden beschouwd, van het karkasdeel afgetrokken.During the gripping of the sheet by the peeling rollers 50, 51, the motor 40 is energized, whereby the shaft 42 is rotated and thus the sprocket 21, so that the chain 23 rotates in the direction F. This also rotates the sprocket 22, and thus axis 24, and thereby axis 53 of peeling roller 50. The toothing thereon rotates in the direction H, and due to the toothin engagement with peeling roller 51, it is also rotated about axis 52. The sheet then becomes, as described in the European patent application 1,169,921, the contents of which are hereby incorporated by reference, subtracted from the carcass part.
Door de cilinder 60 en door de radiaal binnenwaartse vrije oplegging van de nokkenrol 13 heeft plaat 20 enige vrijheid van zwaaien in de richting E in neerwaartse 15 richting aan het zwaaieind daarvan, zodat veerkrachtige aanpassing plaatsvindt aan de werkelijke contouren van de karkasdelen.Due to the cylinder 60 and due to the radially inward free support of the cam roller 13, plate 20 has some freedom of swinging in the direction E in downward direction at the pivotal end thereof, so that resilient adaptation takes place to the actual contours of the carcass parts.
Nadat de ontvelrollen 50, 51 ter plaatse van de nek, gelegen aan het nalopende eind van de houder 3, zijn 20 aangekomen, en daar langs zijn bewogen, is de nokkenrol 13 aangekomen ter plaatse van vlak 15c. De motor 40 blijft bekrachtigd wanneer de ontvelrollen 50, 51 vrij komen van het karkasdeel, in het bijzonder van het nekgebied daarvan, waar de wensbeentjes gelegen zijn.After the peeling rollers 50, 51 have arrived at the neck located at the trailing end of the holder 3, and have been moved along it, the cam roller 13 has arrived at the area of plane 15c. The motor 40 remains energized when the peeling rolls 50, 51 are released from the carcass part, in particular from the neck region thereof, where the wishbones are located.
25 Daarbij is ook door een verder niet weergegeven centrale besturingseenheid de cilinder 71 bekrachtigd, waardoor de zuigerstang 72 uitgezet wordt en de as 75 op figuur gezien linksom gedraaid wordt in de richting I, waardoor de stang 76 omhoog gezwenkt wordt, en het plaatje 30 78 met de getande rand 78a met schuine pennen 79 omhoog bewogen wordt, om het vel dat zich tussen de nek en de ontvelrollen 50, 51, bevindt, en daartussen gespannen is, van onder af aan te grijpen, met een omhoog gerichte stootkracht. De pennen 79 geleiden daarbij het vel zodat 35 dat goed aangegeven kan worden door de getande rand 78a. Het vel zal daardoor, op korte afstand, van de nek, in het bijzonder het nalopende eind van het karkasdeel, worden 1025209 14 doorgesneden, waardoor er slechts een klein velgedeelte achterblijft op de nek. De motor 40 is tot dan bekrachtigd gebleven.A central control unit, not further shown, also actuates the cylinder 71, as a result of which the piston rod 72 is expanded and the shaft 75 as seen in the figure is rotated counterclockwise in the direction I, whereby the rod 76 is pivoted upwards, and the plate 78 the toothed edge 78a with oblique pins 79 is moved upwards to engage the skin that is between the neck and the peeling rollers 50, 51, and tensioned between them, from below, with an upwardly directed impact force. The pins 79 thereby guide the sheet so that it can be properly indicated by the toothed edge 78a. The skin will thereby be cut, at a short distance, from the neck, in particular the trailing end of the carcass part, leaving only a small skin part on the neck. The motor 40 has remained energized until then.
De nokkenrol 13 wipt dan over drempel 15b, 5 waarbij de motor 40 wordt stilgezet en de hydraulische cilinder 33 wordt bekrachtigd. Hierdoor wordt de plaat 31 in de richting G uitgestoten, geleid door de stangen 36 in blokken 32. De plaat 31 loopt daarbij met gat 39 over de ontvelrol 50, maar de plaat 54 met as 52 en ontvelrol 51 10 worden meegevoerd, waarbij de ontvelrol 51 langs de ontvelrol 50 beweegt. Uiteindelijk is de ontvelrol 51 voorbij het vrije eind van de ontvelrol 50 bewogen, en is de plaat 31 ook aan dat eind van ontvelrol 50 gekomen. Het vel is dan buiten de ingrijping door de ontvelrollen 50, 15 51 geraakt, en wordt door de plaat 31 in ten opzichte van A zijwaartse richting afgestoten. In dit proces wordt de motor 40 niet bekrachtigd.The cam roller 13 then jumps over threshold 15b, 5 whereby the motor 40 is stopped and the hydraulic cylinder 33 is energized. As a result, the plate 31 is ejected in the direction G, guided by the rods 36 in blocks 32. The plate 31 then runs with hole 39 over the skinning roller 50, but the plate 54 with shaft 52 and skinning roller 51 are carried along, the skinning roller 51 moves along the peeling roller 50. Finally, the peeler roller 51 has moved past the free end of the peeler roller 50, and the plate 31 has also reached that end of peeler roller 50. The sheet is then moved outside of the engagement by the peeling rolls 50, 51, and is repelled by the plate 31 in a lateral direction relative to A. The motor 40 is not energized in this process.
De zuigerstang 38 wordt dan weer teruggezet, waardoor de plaat 31 weer naar de uitgangsstand wordt 20 teruggevoerd, om de ontvelrol 50 weer klaar te zetten voor de volgende behandeling. De nokkenrol 13 bevindt zich dan weer aan het begin van vlak 15a. In de behandeling van één karkasdeel heeft het keerwiel 11 een halve omwenteling doorlopen.The piston rod 38 is then put back again, whereby the plate 31 is returned to the starting position 20, in order to prepare the skinning roller 50 again for the next treatment. The cam roller 13 is then again at the beginning of plane 15a. In the treatment of one carcass part, the turning wheel 11 has gone through half a revolution.
25 De houder 3 wordt na het ontvel stat ion 10 180* om de verticale as gedraaid, zodat het nekgebied voorop komt te lopen. Het nekgebied kan dan worden aangegrepen door een verder niet weergegeven insnijder in station 80 (figuur 1), die ter plaatse van de wensbeentjes het vlees in kan 30 gaan snijden, ter voorbereiding van het fileren. Door het doorsnijden van het vel nabij het nekgebied volgens de uitvinding, kan dat insnijden zonder problemen plaatsvinden, daar dat proces niet gehinderd wordt door te grote velgedeelten ter plaatse.After the skin removal, the holder 3 is rotated 180 * around the vertical axis, so that the neck area comes to the fore. The neck region can then be engaged by a further not shown cutter in station 80 (figure 1), which can start cutting the meat at the location of the wishbones, in preparation for filleting. By cutting the sheet close to the neck region according to the invention, that cutting can take place without problems, since that process is not hindered by too large sheet portions on site.
35 Na het insnijden ter plaatse van de wensbenen komt de houder ter plaatse van de fileertunnel 150 weergegeven in de figuren 6-9, met de nek vooroplopend.After cutting in at the location of the wish legs, the holder arrives at the location of the filleting tunnel 150 shown in figures 6-9, with the neck leading.
1025209 151025209 15
In figuren 6-9 is een fileertunnel 150 weergegeven, die twee fileerplaten 151a, b omvat, die verzwenkbaar zijn om verticale hartlijnen S. De fileerplaten 151a, b, nader weergegeven in figuur 7, bezitten een min of meer 5 verticale voorste snijrand 183, die schuin neerwaarts loopt, en aan het ondereind ook horizontaal naar binnen omgezet wordt in een snij rand 180a, om te eindigen in een punt 180. In bewegingsrichting gezien volgt na de punt 80 een uitsparing 181, en vervolgens weer een snij rand 182 en 10 een rechte rand 184. In de werkstand, weergegeven in figuur 5, laten beide platen 151a, b tussen zich een spleet 185 open, waardoorheen het kambeen van een borstkap kan passeren.Figures 6-9 show a filleting tunnel 150, which comprises two filleting plates 151a, b pivotable about vertical axes S. The filleting plates 151a, b, further shown in Figure 7, have a more or less vertical front cutting edge 183, which runs obliquely downwards, and at the lower end is also horizontally converted inwards into a cutting edge 180a, to end in a point 180. Viewed in the direction of movement, a recess 181 follows after the point 80, and then again a cutting edge 182 and 10 a straight edge 184. In the working position, shown in Figure 5, both plates 151a, b leave a gap 185 between them open, through which the comb of a breast cap can pass.
De platen 131a, b, zijn elk bevestigd op blokken 15 152a, b, die met scharnieras 153a, b scharnierbaar zijn bevestigd op L-vormige stroken 154a, b. Tussen het opstaande gedeelte van stroken 154a, b en het buitenoppervlak van de tunnelplaat 151a strekt zich een bout 156a, b uit, die omgeven is door een veer 157a,b. Het 20 eind van de bout 154a, b reikt door gat 159a, b, zodat de bout 156a, b, die aan het andere eind vast verbonden is met de plaat 151a, b, kan bewegen. De veer 157a, b zorgt voor een voorspanning van de tunnelplaat 151a, b naar de in figuur 4 weergegeven, min of meer verticale stand. Door 25 deze verende opstelling kan het samenstel van tunnelplaten de contour van het bottenstel van de borstkap tijdens relatieve beweging volgen.The plates 131a, b, are each mounted on blocks 152a, b which are pivotally mounted with pivot axis 153a, b on L-shaped strips 154a, b. A bolt 156a, b extends between the upright portion of strips 154a, b and the outer surface of the tunnel plate 151a and is surrounded by a spring 157a, b. The end of the bolt 154a, b extends through hole 159a, b, so that the bolt 156a, b, which at the other end is fixedly connected to the plate 151a, b, can move. The spring 157a, b biases the tunnel plate 151a, b to the more or less vertical position shown in Figure 4. This resilient arrangement allows the tunnel plate assembly to follow the contour of the breast cap bone assembly during relative movement.
De L-vormige strook 154a, b is vast bevestigd op een verticale as 155a, b, die roteerbaar is in de richting F, 30 en daartoe gelagerd is in lager 158, dat vast bevestigd is op een vast framedeel 157. De as 155 reikt met eind 176 tot boven lager 158, en is aldaar op verder niet weergegeven wijze rotatievast verbonden met een strook 174, waarop een verticale pen 175 bevestigd is, aan het 35 boveneind waarvan een nokkenrol 173 bevestigd is. Deze nokkenrol 173 reikt in een nokkenbaan 171 van een wiel 170 dat in de richting H roteerbaar is om as 172. Door rotatie 1025209 16 van wiel 170 en geschikte vormgeving van de nokkenbaan 171 zal de nokkenrol 173 in dwarsrichting I verplaatst kunnen worden. Daarmee zal door hefboomwerking de as 155a, b geroteerd worden, om de tunnelplaten 151a, b van de in 5 figuur 4 weergegeven paraat stand te ver zwenken naar de in figuur 5 weergegeven werkstand.The L-shaped strip 154a, b is fixedly mounted on a vertical axis 155a, b, which is rotatable in the direction F, 30 and is mounted for this purpose in bearing 158, which is fixedly mounted on a fixed frame part 157. The axis 155 extends with end 176 to bearing 158 above, and there, in a manner not further shown, fixedly connected to a strip 174, on which a vertical pin 175 is attached, at the top end of which a cam roller 173 is attached. This cam roller 173 extends into a cam track 171 of a wheel 170 which is rotatable in the direction H about axis 172. By rotation 1025209 16 of wheel 170 and suitable design of the cam track 171, the cam roller 173 can be displaced transversely. The shaft 155a, b will hereby be rotated by pivoting to pivot the tunnel plates 151a, b from the ready position shown in Figure 4 to the working position shown in Figure 5.
Zoals in figuur 6 is aangegeven gebeurt dit verzwenken afgestemd op de voortbeweging van de borstkaphouders 1, waarbij de afstemming zodanig is dat de 10 punten 180 net onder het vooraan lopende vleugel- of schoudergewricht T grijpen om zo goed onder de ravenbeksleutelbenen R langs te lopen, boven de plaats waar de wensbeentjes W gelegen zijn. Hierdoor kan door rand 180a de binnenfilet en buitenfilet losgeschraapt 15 worden, en door rand 183 de zijkant of buitenfilet. Zoals in figuur 6 te zien is, zal kort daarna het kambeen K in de spleet tussen beide fileermessen 151a, b heenlopen.As indicated in Figure 6, this pivoting takes place geared to the propulsion of the breast cap holders 1, the tuning being such that the points 180 engage just below the leading wing or shoulder joint T in order to run so well under the raven-jaw key legs R, above the place where the wishbones W are located. As a result, the inner fillet and outer fillet can be scraped loose by edge 180a, and by side 183 the side fillet or outer fillet. As can be seen in figure 6, shortly thereafter the comb leg K will run into the gap between the two filleting knives 151a, b.
Na passage van de borstkap zal door inwerking van de nokkenbaan 171 het tunnelplaatsamenstel 151a, b 20 weer worden opengezet.After passage of the breast cap, the tunnel plate assembly 151a, b20 will be opened again by the action of the cam track 171.
10252091025209
Claims (38)
Priority Applications (1)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1025209A NL1025209C2 (en) | 2004-01-09 | 2004-01-09 | Poultry carcass skinning machine includes second grip for breaking removed skin between first grip and carcass |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1025209 | 2004-01-09 | ||
| NL1025209A NL1025209C2 (en) | 2004-01-09 | 2004-01-09 | Poultry carcass skinning machine includes second grip for breaking removed skin between first grip and carcass |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL1025209C2 true NL1025209C2 (en) | 2005-07-12 |
Family
ID=34880415
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL1025209A NL1025209C2 (en) | 2004-01-09 | 2004-01-09 | Poultry carcass skinning machine includes second grip for breaking removed skin between first grip and carcass |
Country Status (1)
| Country | Link |
|---|---|
| NL (1) | NL1025209C2 (en) |
Citations (2)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| NL8302207A (en) * | 1983-06-21 | 1985-01-16 | Stork Pmt | Unit to remove skin from poultry breasts - has chute to skin flap-gripping gap between driven helically grooved roller and curved support |
| EP1169921A1 (en) * | 2000-07-05 | 2002-01-09 | Systemate Group B.V. | Skinner for poultry carcasses |
-
2004
- 2004-01-09 NL NL1025209A patent/NL1025209C2/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (2)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| NL8302207A (en) * | 1983-06-21 | 1985-01-16 | Stork Pmt | Unit to remove skin from poultry breasts - has chute to skin flap-gripping gap between driven helically grooved roller and curved support |
| EP1169921A1 (en) * | 2000-07-05 | 2002-01-09 | Systemate Group B.V. | Skinner for poultry carcasses |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| CN102711488B (en) | For the treatment of by the equipment of the carcass part of poultry of butchering and method | |
| US4648156A (en) | Method and apparatus for removing the breast flesh from a poultry carcass | |
| US9078454B2 (en) | Apparatus and method for severing fillets completely from the carcass of beheaded and eviscerated fish, a crosspiece left by other tools being cut through in the process | |
| US4827570A (en) | Method and apparatus for removing breast meat from poultry carcass | |
| US7059954B2 (en) | Method and device for processing a poultry leg | |
| US6322438B1 (en) | Poultry leg and thigh processor | |
| NL1012683C2 (en) | Method for recovering an inner fillet from a poultry carcass part, and device for processing the poultry carcass part. | |
| US4873746A (en) | Method and apparatus for removing breast meat from poultry carcass | |
| EP1346639B1 (en) | Method for filleting slaughtered poultry | |
| NL1027426C2 (en) | Filleting machine for poultry. | |
| US20080171506A1 (en) | Processing of Carcass Parts of Slaughtered Poultry | |
| JPH04126033A (en) | Method and device for mechanically bird taking out meat form body of killed edible | |
| US5735735A (en) | Method for the automatic gutting of fish and an apparatus for implementing the method | |
| US9687005B2 (en) | Skinning installation and method for removing skin from slaughtered poultry parts | |
| US6280313B1 (en) | Catfish fillet machine | |
| US4648155A (en) | Chicken deboning apparatus and method | |
| JPH0272823A (en) | Method and apparatus for taking meat from poultry body | |
| NL2001534C2 (en) | Device, system and method for cleaning a carcass or carcass part of slaughtered poultry. | |
| US3522622A (en) | Hock cutter | |
| NL1025209C2 (en) | Poultry carcass skinning machine includes second grip for breaking removed skin between first grip and carcass | |
| NL9201784A (en) | DEVICE FOR PROCESSING THE BODIES OF POULTRY. | |
| CN107846911B (en) | Device and method for separating wishbone from poultry carcass | |
| US4633547A (en) | Crab picking machine | |
| US4644608A (en) | Thigh deboner | |
| CN117794378A (en) | Device and method for separating meat strips located on the sternal ridges of poultry carcasses |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| PD2B | A search report has been drawn up | ||
| SD | Assignments of patents |
Effective date: 20100330 |
|
| V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20110801 |