NL1025065C2 - Droogmolen met verbeterde staander. - Google Patents

Description

Droogmolen met verbeterde staander

De uitvinding betreft een droogmolen, omvattende een staander met een steu-5 neind dat opneembaar is op of in een ondergrond, alsmede rondom de staander aangebrachte armen die oveibrengbaar zijn tussen een ingeklapte stand nabij de staander, en een uitgeklapte stand, tussen welke armen lijnen zijn gespannen, welk steuneind is voorzien van een voet.

Een dergelijke droogmolen is bekend uit CH-A-425.707. Het steuneind van het 10 onderste staanderdeel wordt gewoonlijk gestoken in een gat in een ondergrond, waarin de droogmolen stabiel is ondersteund. Vervolgens kan de droogmolen in gebruik worden genomen. Volgens een eerste categorie van droogmolens kunnen daarbij de armen worden uitgeklapt. Bij het uitklappen kan het nodig zijn om op de armen, bijvoorbeeld aan het onderste eind daarvan, een naar boven gerichte kracht uit te oefenen. Als ge-15 volg van die opwaartse kracht kan de droogmolen echter uit de ondergrond, of de in de ondergrond aangebrachte fundatiehuis en dergelijke worden getrokken. Dit is niet wenselijk, aangezien dan bij het uitklappen van de armen de droogmolen in een instabiele toestand terecht kan komen en vervolgens kan omvallen.

Bij een verdere categorie van droogmolens, die in elkaar verschuifbare staander* 20 delen bezitten, moet eerst het bovenste staanderdeel omhoog geschoven worden ten opzichte van het onderste staanderdeel, en kunnen daarna de armen worden uitgeklapt. Ook hierbij, dat wil zeggen zowel bij het omhoog schuiven van het bovenste staanderdeel als bij het uitklappen van de armen kan de droogmolen instabiel dan raken door de omhooggerichte bedieningskrachten.

25 Bij een dergelijke droogmolen kan de gebruiker via de voet een neerwaartse kracht uitoefenen op de staander. Doordat de gebruiker dat met zijn schoen kan doen, heeft hij de handen vrij voor het uitklappen van de armen. Ondanks de daarbij optredende omhooggerichte kracht blijft de droogmolen dan toch in de stabiele positie, met het steuneind in de ondergrond.

30 Het doel van de uitvinding is een verdere voordelige uitvoering van de droogmo len te verschaffen. Dat wordt bereikt doordat de droogmolen grendelmiddelen bezit voor het vergrendelen van de staanderdelen ten opzichte van elkaar in de ingeschoven toestand. Die grendelmiddelen omvatten bij voorkeur een pedaal dat bedienbaar is door 1025065 2 een persoon. Als voorbeeld wordt genoemd de variant waarin het pedaal een haak bezit en het andere staanderdeel een grendel bezit, zodanig dat in de vergrendelde toestand van de staanderdelen de grendel achter de haak is gehaakt. Het pedaal kan onder veer-voorspanning aangedrukt worden gehouden in de grendelstand, en tegen de veervoor-5 spanning in verplaatsbaar zijn door de grendel. Bij het inschuiven van de staanderdelen worden deze dan automatisch ten opzichte van elkaar vergrendeld, zodanig dat het hanteren en transport vergemakkelijkt worden.

De voet bevindt zich bij voorkeur op afstand van de uiterste rand van het steu-neind, zodanig dat dat steuneind in de ondergrond kan worden gestoken. De voet kan 10 zich geheel rondom het steuneind uitstrekken, waardoor hij rondom de droogmolen overal goed bereikbaar is. In dat verband heeft het bovenste oppervlak van de voet bij voorkeur een trede-oppervlak voor het neerwaarts gedrukt houden van de staander.

Zoals reeds genoemd kan de droogmolen een staander omvatten met staanderdelen die in de langsrichting ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn tussen een inge-1S schoven toestand en een uitgeschoven toestand. Een van die staanderdelen heeft een steuneind dat op of in een ondergrond opstelbaar is. Ook bij een dergelijke droogmolen heeft de voet volgens de uitvinding grote voordelen, zoals hierboven beschreven.

In een bijzonder voordelige uitvoering van de droogmolen volgens de uitvinding is het pedaal opgenomen in de voet. Zowel het tegenhouden van de droogmolen bij het 20 omhoog schuiven en/of uitklappen van de armen, als het bedienen van de grendel kan dan met een en hetzelfde been van de gebruiker worden uitgevoerd, waarbij de handen vrij blijven.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

25 Figuur 1 toont een droogmolen volgens de uitvinding in ingeschoven en inge klapte toestand.

Figuur 2 toont de droogmolen volgens figuur 1 in ingeschoven en half uitgeklapte toestand.

Figuur 3 toont een aanzicht in perspectief van de voet van de droogmolen.

30 Figuur 4 toont een axiale doorsnede door de voet.

De in de figuren 1 en 2 weergegeven droogmolen omvat een in zijn geheel met 1 aangeduide staander, waarvan het onderste einde 2 is gestoken in een ondergrond 3. De droogmolen bezit een viertal armen 4, die zijn bevestigd aan de staander 1.

10 2 5 0 65 3

Volgens de uitvinding is de staander 1 tweedelig, en omvat hij een vast staander-deel 5 waarvan het eind 2 is gestoken in de ondergrond 3, alsmede een ten opzichte daarvan telescopisch verschuifbaar staanderdeel 6. De staanderdelen 5, 6 kunnen ook rond hun langsas ten opzichte van elkaar verdraaibaar zijn. Het verschuifbare staander-5 deel 6 is ten opzichte van het vaste staanderdeel 5 in verticale richting blokkeerbaar door middel van de blokkeermiddelen 7.

Aan de onderzijde van het verschuifbare staanderdeel 6 is verder een handgreep 15 aangebracht, zodanig dat het verschuifbare staanderdeel 6 ook in een lage positie gemakkelijk kan worden gegrepen en opgetild. Om te verhinderen dat het vaste staan-10 derdeel 5 daarmee ook wordt opgetild, is volgens de uitvinding de voet 51 met een tre-deoppervlak 16 aangebracht waarop men de schoen kan zetten.

De armen 4 zijn door middel van steunen 17 verbonden met het verschuifbare staanderdeel 6. Deze steunen zijn via scharnieren 18 verbonden met het staanderdeel 6, en via scharnieren 19 met de armen 4.

15 De armen 4 zijn aan hun naar de staander 1 gekeerde eind door middel van scharnieren 20 verbonden met een schuifring 21. Door het omhoog bewegen van de schuifring 21 over het verschuifbare staanderdeel 6 worden de armen 4 gespreid naar de in fig. 4 weergegeven toestand, waarbij de lijnen (niet getoond) tussen de armen 4 worden gespannen. In die stand kan de schuifring 21 worden vastgezet ten opzichte van 20 het verschuifbare staanderdeel 6. Ook bij het omhoogschuiven van de schuifring wordt een opwaarts gerichte kracht uitgeoefend op de staander 1. De voet 51 kan daarbij met de schoen weer tegengehouden worden, zodanig dat de staander 1 niet uit de ondergrond wordt getild.

In de figuren 3 en 4 is de voet 51 van de droogmolen nader weergegeven. De 25 voet 51 kan verder een functie vervullen bij het in de ingeschoven toestand ten opzichte van elkaar vergrendelen van de staanderdelen 5,6. Daartoe bezit de voet een pedaal 54, dat door een veer 55 voortdurend omhoog wordt aangedrukt. Het pedaal 54 kan tegen de door de veer 55 uitgeoefende veerkracht naar beneden worden gedrukt door met de schoen op het oppervlak 56 van het pedaal 54 te drukken. Daardoor kantelt de haak 57 30 van het pedaal 54 uit de uitsparing 58 aan de onderzijde van het verschuifbare deel 6, waardoor de samenwerking tussen de haak 57 en de grendel 60 die de uitsparing begrenst, en daarmee de vergrendeling tussen het vaste deel 5 en het verschuifbare deel 6 wordt opgeheven. Het verschuifbare deel 6 kan daardoor omhoog worden bewogen.

1025065 4

Omgekeerd bij het naar beneden bewegen van het verschuifbare deel 6 wordt de grendel 54 langs zijn schuine oppervlak 59 weggeduwd tegen de veerkracht 55 in, waarna de grendelneus 57 in de grendeluitsparing 58 haakt en het vaste staanderdeel 6 en het verschuifbare staanderdeel 6 ten opzichte van elkaar vergrendeld zijn.

5 1025065

Claims (11)

1. Droogmolen, omvattende een staander (1) met een steuneind (2) dat opneem· 5 baar is op of in een ondergrond (3), alsmede rondom de staander (1) aangebrachte armen (4) die overbrengbaar zijn tussen een ingeklapte stand nabij de staander (1), en een uitgeklapte stand, tussen welke armen (4) lijnen zijn gespannen, welk steuneind (2) is voorzien van een voet (51), met het kenmerk dat grendelmiddelen (54-58) zijn voorzien voor het vergrendelen van de staanderdelen (5, 6) ten opzichte van elkaar in de inge- 10 schoven toestand.

2. Droogmolen volgens conclusie 1, waarbij de voet (51) zich op afstand bevindt van de uiterste rand van het steuneind (2).

3. Droogmolen volgens conclusie 1 of 2, waarbij de voet (51) rondom het steu neind (2) verloopt

4. Droogmolen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bovenste oppervlak van de voet (51) een trede-oppervlak (16) vormt voor het neerwaarts gedrukt 20 houden van het steuneind (2).

5. Droogmolen volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een staander (1) met staanderdelen (5, 6) die in de langsrichting ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn tussen een ingeschoven toestand en een uitgeschoven toestand, een (5) van 25 welke staanderdelen het steuneind (2) heeft dat op of in een ondergrond (3) opstelbaar is

6. Droogmolen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de grendelmiddelen een pedaal (54) omvatten dat bedienbaar is door een persoon. 30

7. Droogmolen volgens conclusie 6, waarbij het pedaal (54) een haak (57) bezit en het andere staanderdeel (6) een grendel (61) bezit, zodanig dat in de vergrendelde toestand van de staanderdelen (5,6) de grendel (61) achter de haak (57) is gehaakt 1025 0 β5

8. Droogmolen volgens conclusie 6 of 7, waarbij het pedaal (54) onder veervoor-spanning aangedrukt wordt gehouden in de grendelstand, en tegen de veervoorspanning in verplaatsbaar is door de grendel. 5

9. Droogmolen volgens conclusie 6,7 of 8, waarbij het pedaal (54) is opgenomen in de voet (51).

10. Droogmolen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bovenop-10 pervlak (16) van de voet (51) omwentelingssymmetrisch is.

11. Droogmolen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bovenoppervlak (16) van de voet (51) kegelvormig is. 10 250 65