NL1025022C2 - Werkwijze voor het verlagen van de spin-roosterrelaxatietijd van siliconenfluïda die worden gebruikt bij beeldvorming met magnetische resonantie. - Google Patents

Werkwijze voor het verlagen van de spin-roosterrelaxatietijd van siliconenfluïda die worden gebruikt bij beeldvorming met magnetische resonantie. Download PDF

Info

Publication number
NL1025022C2
NL1025022C2 NL1025022A NL1025022A NL1025022C2 NL 1025022 C2 NL1025022 C2 NL 1025022C2 NL 1025022 A NL1025022 A NL 1025022A NL 1025022 A NL1025022 A NL 1025022A NL 1025022 C2 NL1025022 C2 NL 1025022C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
silicone oil
amount
gadolinium
filler material
relaxation time
Prior art date
Application number
NL1025022A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1025022A1 (nl
Inventor
Timothy W Skloss
Original Assignee
Ge Med Sys Global Tech Co Llc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ge Med Sys Global Tech Co Llc filed Critical Ge Med Sys Global Tech Co Llc
Publication of NL1025022A1 publication Critical patent/NL1025022A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1025022C2 publication Critical patent/NL1025022C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01RMEASURING ELECTRIC VARIABLES; MEASURING MAGNETIC VARIABLES
    • G01R33/00Arrangements or instruments for measuring magnetic variables
    • G01R33/20Arrangements or instruments for measuring magnetic variables involving magnetic resonance
    • G01R33/44Arrangements or instruments for measuring magnetic variables involving magnetic resonance using nuclear magnetic resonance [NMR]
    • G01R33/48NMR imaging systems
    • G01R33/58Calibration of imaging systems, e.g. using test probes, Phantoms; Calibration objects or fiducial markers such as active or passive RF coils surrounding an MR active material

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • High Energy & Nuclear Physics (AREA)
  • Condensed Matter Physics & Semiconductors (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Magnetic Resonance Imaging Apparatus (AREA)
  • Medicines Containing Antibodies Or Antigens For Use As Internal Diagnostic Agents (AREA)

Description

* I
Korte aanduiding: Werkwijze voor het verlagen van de spin- roosterrelaxatietijd van siliconenfluïda die worden gebruikt bij beeldvorming met magnetische resonantie
TECHNISCH GEBIED
De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op beeldvormingssystemen met magnetische resonantie en meer in het bij-5 zonder op een werkwijze voor het verminderen van de spin-roosterrelaxatietijd van siliconenfluïda die worden gebruikt bij beeldvorming met magnetische resonantie.
STAND VAN DE TECHNIEK
10
De uitvinding is geschikt voor gebruik bij kernmagnetische reso-nantietechnieken (NMR), en in het bijzonder hoewel niet uitsluitend bij beeldvormingstechnieken met magnetische resonantie (MRI), maar kan worden gebruikt bij kernquadruppoolresonantie, elektronenspinresonan-15 tie en dergelijke technieken.
NMR is een techniek waarbij een radiofrequente bekrachtigings-puls (RF) wordt aangelegd aan een monster in de aanwezigheid van een magnetisch veld, en echo's of andere signalen die resulteren uit de excitatie van atoomkernen met netto magnetische momenten in het mon-20 ster worden vervolgens gedetecteerd. Waterstof, waarvan de kernen in wezen enkele protonen zijn, zijn de de kernen die het meest gebruikelijk door MR worden onderzocht als gevolg van de grote overvloed daarvan in water en vet en de relatief hoge ontvankelijkheid (signaalamplitude) voor het MR onderzoek. Bij MRI worden de sterkten van de echo-25 signalen gebruikt voor het construeren van een beeld. De concentratie van waterstofatomen zal in het algemeen overeenkomen met de water-en/of vetdichtheid in het monster. MRI wordt daarom wijd verspreid gebruikt voor beeldvorming van weefsel in het menselijk lichaam.
De echosignalen zullen verscheidene parameters hebben die daar-30 bij behoren, zoals de spin-roosterrelaxatietijd, Tj, en de spin-spin-relaxatietijd T2. Deze parameters zijn eigenschappen die inherent zijn aan het materiaal dat wordt bemonsterd. De relaxatieparameters 1025022 I -2 - I Τχ en Τ2 worden vaak gebruikt voor het verschaffen van contrast in I beelden, omdat de typische variatie in deze parameters veel groter I kan zijn dan die in de rechtstreekse protondichtheid. Bijvoorbeeld I kan het verschil in protonconcentratie tussen normaal, en abnormaal I 5 weefsel in het menselijk lichaam slechts enkele procenten zijn, ter- I wijl het verschil tussen de relaxatieparameters veel groter kan zijn.
Grijze en witte gebieden in de hersenen hebben ook sterk verschillen- I de Τχ- en T2-waarden.
Het is gewone praktijk in de industrie om gebruik te maken van I 10 fantomen om de MRI machine tussen toepassingen te kalibreren. De fan- tomen zijn in het algemeen schokbestendige tanks die een vloeibaar I vulmateriaal bevatten. De fantoom wordt binnen een hoofdspoel ge- plaatst boven op een grijsschuimpositioneringsorgaan. Het positione- ringsorgaan wordt bevestigd op het patiëntbed dat in en uit de magne- I 15 tische boring schuift. De vorm van de tank en de samenstel van het vulmateriaal zijn speciaal gekalibreerd voor het produceren van een specifiek patroon van MR signalen die worden gebruikt voor het waar- borgen van de nauwkeurigheid van de MRI machine.
Poly(dimethylsiloxaan)vloeistof, gewoonlijk siliconenolie of H 20 siliconenvloeistof genoemd, is een zeer nuttig niet-toxisch fantoom- H vulmateriaal voor magnetische resonantie. Deze vloeistoffen zijn elektrisch ongeleidend en hebben een lage diëlektrische constante hetgeen in sterkte mate interferentie met de RF velden die worden geëmitteerd door de RF spoelen van het MRI systeem vermindert verge-25 leken met op water gebaseerde fantoomvulmaterialen. Siliconenvloei-stoffen hebben ook zelfdiffusiekarakteristieken die van voordeel zijn voor het kalibreren van beeldvormingsopeenvolgingen met gewogen dif- fusie.
Een hoofdnadeel van het gebruik van siliconenoliën in MR fan- H 30 tomen is de buitensporig lange Τχ-tijd ervan. Dit is in het bijzonder H van nadeel bij gebruik in MRI systemen die worden bedreven met magne- M tische hoofdvelden van 1 Tesla of meer.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding stelt voor om een relatief kleine hoeveelheid gadolinium beta-diketonaat (een algemeen metallocomplex) in de siliconenolie op te lossen voor het sterk verminderen van de I 1025022 - 3 - spin-roosterrelaxatietijd van de siliconenolie die in fantoomvloei-stoffen wordt gebruikt.
Andere doelstellingen en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende gedetailleerde beschrij-5 ving en de bijgevoegde conclusies, en door verwijzing naar de bijgaande tekening.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENING
10 Fig. 1 is een bovenaanzicht en een gedeeltelijk dwarsdoorsne- deaanzicht van een beeldvormingssysteem; en fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van een fantoomtank die wordt gebruikt bij het kalibreren van het beeldvormingssysteem van fig. 1.
15
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
In elk van de volgende figuren worden dezelfde verwijzingscij-fers gebruikt om te verwijzen naar dezelfde onderdelen. Terwijl de 20 onderhavige uitvinding wordt beschreven met betrekking tot een werkwijze en inrichting voor het simuleren en bepalen van veldinstabili-teiten binnen een MRI systeem, kan de onderhavige uitvinding worden aangepast voor het simuleren van veldinstabiliteit binnen verscheidene systemen omvattende: MRI systemen, spectroscopiesystemen met mag-25 netische resonantie, en andere toepassingen waar veldinstabiliteit een kwestie is in het ontwerp van systeemonderdelen.
In de volgende beschrijving worden verscheidene bedrijfspara-meters en onderdelen beschreven voor een geconstrueerde uitvoeringsvorm. Deze specifieke parameters en onderdelen zijn opgenomen als 30 voorbeelden en zijn niet bedoeld om beperkend te zijn.
In de volgende beschrijving kan een MRI-systeemonderdeel ook elk van de volgende omvatten: een supergeleidende magneet, een onder-steuningsstructuur van een supergeleidende magneet, een gradiëntmag-neetsamenstelling, een cryostaat, een cryokoeler, een cryostaatonder-35 steuningsstructuur of elk ander MRI systeemonderdeel dat in de techniek bekend is.
Onder verwijzing thans naar fig. 1 is een blokschematisch aanzicht van een MRI systeem 10 getoond. Het MRI systeem 10 bevat een 1025022 I - 4 - I statische magneetstructuur 12 bevattende een supergeleidende magneet I 14 met een aantal supergeleidende magneetveldspoelen 38 die een tij- I delijk constant magnetisch veld genereren langs een longitudinale z- I as van een patiëntboring 18. De supergeleidende magneetspoelen 38 I 5 worden ondersteund door een ondersteuningsstructuur 20 voor superge- I leidende magneetspoelen en zijn ondergebracht in een cryostaat 21.
I De ondersteuningsstructuur 20 voor supergeleidende magneet- spoelen verschaft ondersteuning voor statische belastingen en maakt I de vervaardiging en nauwkeurige plaatsing van de spoelen 38 mogelijk.
10 Slechts één supergeleidende magneet 14 en één ondersteuningsstructuur I 20 voor supergeleidende magneetspoelen zijn getoond; het geopenbaarde I systeem kan echter een aantal supergeleidende magneten en ondersteu- I ningsstructuren voor supergeleidende magneetspoelen bevatten.
I De ondersteuningsstructuur 20 voor supergeleidende raagneet- I 15 spoelen is bij voorkeur een vast lichaam en heeft een buitenzijde 24, een uitwendig deel 26, en een binnenzijde 28. De buitenzijde 24 is de longitudinale zijde die het verste weg ligt van het midden 30 van de patiëntboring 18 die de supergeleidende magneet 14 ondersteunt. De buitenzijde 24 heeft een aantal schouders 32 en een aantal kuilen 34.
H 20 Het aantal schouders 32 en het aantal kuilen 34 hebben afmetingen die H overeenkomen met de afmetingen van de supergeleidende magneet 14. Het inwendige deel 26 is het vaste lichaam van de ondersteuningsstructuur H 20 voor supergeleidende magneetspoelen. Het inwendige deel 26 heeft een basis 36. Het aantal schouders 32 is integraal verbonden met de 25 buitenzijde 38 van de basis 36. De binnenzijde 28 is bij voorkeur cilindrisch van vorm en is de zijde die het dichtst ligt bij het mid-den 30 van de patiëntboring 18.
De cryostaat 21 bevat een toroïdaal heliumvat 39 en een hoofd- magneetveld-afschermingsspoelsamenstelling 40. De cryostaat 21 is 30 verbonden met een cryokoeler 41. De cryokoeler 41 handhaaft het heli- umvat 39 op geschikte bedrijfstemperaturen.
De hoofdmagneetveld-afschermingsspoelsamenstelling 40 gene-reert een magneetveld dat tegengesteld is aan het veld dat wordt ge-genereerd door de supergeleidende magneetspoel 38. Een eerste spoel-M 35 afscherming 42 omgeeft het heliumvat 39 voor het reduceren van "afko- ken". Een tweede spoelscherm 44 omgeeft het eerste spoelscherm 42. Zowel het eerste spoelscherm 42 als het tweede spoelscherm 44 worden bij voorkeur gekoeld door mechanische afkoeling. Het eerste spoel- I 1025022 - 5 - scherm 42 en het tweede spoelscherm 44 omsluiten een toroldaal vacu-umvat 46. Het toroldale vacuümvat 46 bevat een cilindrisch orgaan 48 dat de patiëntboring 18 definieert en strekt zich parallel uit aan een longitudinale as. Aan een eerste buitenzijde 50 van het cilindri-5 sche orgaan 48, die in longitudinale richting het verst weg ligt van het midden 30, van de patiëntboring 18 bevindt zich een magneetgradi-entspoelsamenstelling 52. Op een tweede buitenzijde van de magneet-gradiëntspoelsamenstelling 52 bevindt zich een cilindrische diëlek-trische mal. Een RF scherm 58 is op de cilindrische diëlektrische mal 10 aangebracht.
De patiëntboring 18 heeft een RF spoelsamenstelling 60 (antenne) die daarin is bevestigd. De RF spoelsamenstelling 60 bevat een primair RF spoel 62 en een RF scherm 58.
Een RF zender 64 is verbonden met een opeenvolgingsbesturings-15 eenheid 66 en de primaire RF spoel 62. De RF zender 64 is bij voorkeur digitaal. De opeenvolgingsbesturingseenheid 66 bestuurt een reeks stroompulsgeneratoren 68 via een gradiëntspoelbesturingseenheid 70 die is verbonden met de magneetgradiëntspoelsamenstelling 52. De RF zender 64 in combinatie met de opeenvolgingsbesturingseenheid 66 20 genereert pulsen van radiofrequente signalen voor het exciteren en manipuleren van magnetische resonantie in geselecteerde dipolen van een deel van het subject binnen de patiëntboring 18;
Een radiofrequente ontvanger 72 is verbonden met de primaire RF spoel 62 voor het demoduleren van magnetische resonantiesignalen 25 die voortkomen uit een onderzocht deel van het subject. Een beeldre-constructie-inrichting 74 reconstrueert de ontvangen magnetische resonantiesignalen tot een elektronische beeldrepresentatie die wordt bewaard in een beeldgeheugen 76. Een videoverwerkingseenheid 78 zet de bewaarde elektronische beelden om in een geschikte opmaak voor 30 weergave op een videomonitor 79.
Voor het waarborgen van de nauwkeurigheid van de beelden die dor het MRI systeem 10 worden gevormd, is het nodig om het systeem periodiek te kalibreren. Zoals het beste is getoond in fig. 2 wordt dit bewerkstelligd door het plaatsen van een fantoomtank 80 binnen de 35 primaire RF spoel 62 zittend op een grijsschuimpositioneringsorgaan 82. De primaire RF spoel 62 is bevestigd op een patiëntbed 84 dat in en uit de patiëntboring 18 schuift.
De fantoomtank 80 heeft een hol binnengebied 86 dat is begre- 1025022 I - 6 - I pen binnen e^n buitenstructuur 88. De buitenstructuur 88 is gemaakt I van een schokbestendig materiaal zoals een thermohardende polymeer of I een vezel-versterkte thermohardende polymeer.
I Het binnenste holle gebied 86 is gevuld met een vloeibaar vul- I 5 materiaal 90. De afmeting en vorm van de buitenstructuur 88 en het I binnengebied 86, alsmede de samenstelling van het vloeibare vulmate- I riaal 90, produceert een onderscheidend echosignaal als RF excitatie- pulsen aan de tank 80 worden aangelegd. Deze echosignalen produceren I een onderscheidend beeld dat wordt vergeleken met een referentiebeeld
10 voor het op een in de techniek bekende wijze kalibreren van de MRI
machine 10.
I Typisch bestond de samenstelling van de vloeibare vulmateria- len die worden gebruikt in MRI systemen van de stand van de techniek in hoofdzaak uit op water gebaseerde en pure siliconenolie (po- I 15 ly(dimethylsiloxaan)) vloeistoffen. Het vereiste dat siliconenoliën I exclusief worden gebruikt in 3,0 Tesla (T) en hogere systemen heeft I de tijd die wordt vereist voor de systeemkalibratie aanzienlijk ver- hoogd omdat siliconenolie in fantoomtanks een buitensporig lange spin-roosterrelaxatietijd (Ti) heeft. De relaxatietijd bepaalt ge- 20 woonlijk de pulsherhalingssnelheid en verhoogt daardoor de tijd die H wordt vereist voor het voltooien van de aftasting.
H De onderhavige uitvinding beschouwt het introduceren van een H kleine hoeveelheid doteringsmateriaal aan de siliconenolie voor het H verminderen van de spin-roosterrelaxatietijd (Τχ) van het vulmateri- H 25 aal 90 vergeleken met het vulmateriaal volgens de stand van de tech- H niek dat in hoofdzaak bestaat uit pure siliconenolie. Dit maakt het mogelijk om de fantoomtank 80 te gebruiken voor het kalibreren van MRI systemen 10 met veldsterkten groter dan 1 Tesla, inclusief 1,5 en 3,0 T. De samenstelling van het vloeibare vulmateriaal 90 volgens de 30 onderhavige uitvinding is een niet-toxische en niet-geleidende vloei-stof die niet interfereert met het RF veld dat wordt geëmitteerd door de RF spoelen van het MRI systeem.
Het doteringsmateriaal dat een kleine hoeveelheid uitmaakt van het vulmateriaal 90 volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onder-35 havige uitvinding is bij voorkeur een niet-ionische paramagnetische verbinding die in siliconenolie kan worden opgelost. Een voorkeursen klasse van paramagnetische verbindingen is gadolinium beta-diketo- naafverbindingen. Twee gadolinium beta-diketonaatverbindingen die de I 1025022 - 7 - voorkeur hebben zijn gadolinium tris(6,6,7,7,8,8,8-heptafluor-2,2-dimethyl-3,5-octaandionaat) (Gd(FOD)3) en gadolinium tris(2,2,6,6-tetramethyl-3,5-heptaandionaat) (Gd(tmdh)3)) met chemische samenstellingen zoals die hieronder zijn getoond: 5 CF2CF2CF3 i=o.. Γ K_/:od /1=°--.
I ° H\_o/ 01 C(CH3)3 | I C(CH3)3 15 _ J 3 L J 3
De gadolinium beta-diketonaatverbindingen hebben een goede oplosbaarheid in siliconenolie. Het vulmateriaal 90 wordt gemaakt door het introduceren van een van de gadolinium beta-diketonaatverbinnen-20 dingen in de siliconenolie onder krachtig roeren en/of zacht verwarmen (bij voorkeur tot ongeveer 140°C). Dit resulteert in de oplossing van de beta-diketonaatverbinding in de siliconenolie voor het vormen van het vulmateriaal 90. Dit wordt bij voorkeur gedaan voorafgaand aan het introduceren van het vulmateriaal 90 binnen het holle binnen-25 gebied 86, maar het is mogelijk om de gadolinium beta-diketonaatverbinding in de siliconenolie op te lossen binnen de fan-toomtank 80.
De concentratie van de doteerstof ([Gdx]), gemeten in delen per duizend, is omgekeerd evenredig met de resulterende Tx van de 30 vulstof (gemeten in milliseconden) volgens de algemene vergelijking: [Gdx] = Aj/ti - A2 waarbij de coëfficiënten Αχ en A2 afhankelijk zijn van de veldsterk-35 te, de doteringsverbinding en de olieviscositeit. Tabel 1 hieronder verschaft de coëfficiënten Ai en A2 bij 1,5 Tesla en 3,0 Tesla voor Gd(Fod)3 die is opgelost in GE SF/96-50 siliconenvloeistof (viscositeit 50 centistokes).
1025022 I - 8 - I TABEL 1 I Coëfficiënt 1,5 Tesla 3,0 Tesla I % 168,6 274,2 I T2 0,2162 0,2779 I Dus bijvoorbeeld bij 1,5 Tesla heeft een vloeibaar vulmateri- I aal dat is gemaakt van pure siliconenolie een spinrelaxatietijd van I 5 ongeveer 779,8 milliseconden. Zoals voor de vakman duidelijk zal zijn I resulteert de toevoeging van juist 1 deel per duizend niet-ionisch I paramagnetisch samengesteld doteringsmateriaal in een spin-rooster- relaxatietijd van ongeveer 131,9 seconden, overeenkomende met onge- I veer een 83 procent vermindering vergeleken met pure siliconenolie.
10 Evenzo bij 3,0 Tesla heeft een vloeibaar vulmateriaal dat is gemaakt van pure siliconenolie een spin-relaxatietijd van ongeveer 986,7 milliseconden. De toevoeging van juist 1 deel per duizend niet- ionisch paramagnetisch samengesteld doteringsmateriaal aan het vulma- teriaal resulteert in een spin-roosterrelaxatietijd van ongeveer 15 214,6 seconden, overeenkomende met een 78 procent vermindering in de spin-roosterrelaxatietijd.
I Het toevoegen van relatief kleine hoeveelheden niet-ionische I paramagnetische verbindingen zoals gadolinium beta-diketonaten maakt het gebruik mogelijk van fantomen 80 met in hoofdzaak siliconenolie- 20 vloeistofvulmateriaien 90 om te worden gebruikt voor het kalibreren van een MRI systeem 10 voor magnetische resonantie bij velden groter dan 1 Tesla.
H Terwijl een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is H getoond en beschreven zullen talrijke variaties en alternatieve uit- 25 voeringsvormen bij de vakman naar boven komen. Dienovereenkomstig is het de bedoeling dat de uitvinding alleen wordt beperkt door de ter- men van de bijgevoegde conclusies.
I 1025022

Claims (21)

  1. 5 GEWIJZIGDE CONCLUSIES
  2. 1. Een fantoomtank (80) die wordt gebruikt voor het kalibreren van beeldvorxningssystemen (10) met magnetische resonantie bij velden groter dan 1 Tesla, bevattende: 10 een buitenstructuur (88) met een inwendig hol gebied (86); en een vloeistofvulmateriaal (90) dat is begrepen binnen genoemd inwendig hol gebied (86), waarbij genoemd vloeistofvulmateriaal (90) is samengesteld uit een eerste hoeveelheid siliconenolie en een tweede hoeveelheid van een doteringsmateriaal, waarbij genoemd 15 doteringsmateriaal wordt gebruikt voor het verminderen van de spin-roosterrelaxatietijd van genoemde eerste hoeveelheid siliconenolie, waarbij het genoemde doteringsmateriaal een niet-ionische paramagnetische verbinding bevat.
  3. 2. De fantoomtank volgens conclusie 1, waarbij de niet-ionische paramagnetische verbinding een gadolinium beta-diketonaatverbinding omvat.
  4. 3. De fantoomtank volgens conclusie 2, waarbij genoemde 25 gadolinium beta-diketonaatverbinding gadolinium tris (6, 6,7,7,8,8,8- heptafluor-2,2-dimethyl-3,5-octaandionaat) bevat.
  5. 4. De fantoomtank volgens conclusie 2, waarbij genoemde gadolinium beta-diketonaatverbinding gadolinium tris(2,2,6,6- 30 tetramethyl-3,5-heptaandionaat) bevat.
  6. 5. De fantoomtank volgens conclusie 1, waarbij de tweede hoeveelheid omgekeerd evenredig is met de afname in spin-rooster-relaxatietijd van genoemd vloeibaar vulmateriaal (80). 35
  7. 6. De fantoomtank volgens conclusie 1, waarbij de tweede hoeveelheid omgekeerd evenredig is met de resulterende spin-rooster-relaxatietijd van genoemd vloeibaar vulmateriaal (80) . 1025022- I -ιο ί 7. De fantoomtank volgens conclusie 6, waarbij de tweede | hoeveelheid is bepaald volgens I Gdx = Al/Tl - A2, I 5 waarbij Gdx = concentratie van het doteringsmateriaal in delen I per duizend, Tl de resulterende spin-roosterrelaxatietijd van het I vulmateriaal (90) in ms, en Al en A2 zijn constanten.
  8. 8. Een vloeibaar vulmateriaal (90) dat is begrepen binnen een 10 inwendig hol gebied (86) van een fantoomtank (80) die wordt gebruikt I voor het kalibreren van beeldvormingssystemen (10) met magnetische I resonantie met een resonantie bij 1 Tesla of meer, waarbij genoemd H vloeibaar vulmateriaal (90) bevat: een eerste hoeveelheid siliconenolie; en 15 een tweede hoeveelheid van een doteringsmateriaal, waarbij genoemd doteringsmateriaal wordt gebruikt voor het verminderen van de spin-roosterrelaxatietijd van genoemde eerste hoeveelheid siliconenolie, waarbij het genoemde doteringsmateriaal een niet- ionische paramagnetische verbinding bevat.
  9. 9. Het vloeibare vulmateriaal (90) volgens conclusie 8, waarbij genoemde niet-ionische paramagnetische verbinding een H gadolinium beta-diketonaatverbinding bevat.
  10. 10. Het vloeibare vulmateriaal (90) volgens conclusie 9, H waarbij genoemde gadolinium beta-diketonaatverbinding gadolinium tris(6,6,7,7,8,8,8-heptafluor-2,2-dimethyl-3,5-octaandionaat) bevat.
  11. 11. Het vloeibare vulmateriaal (90) volgens conclusie 9, 30 waarbij genoemde gadolinium beta-diketonaatverbinding gadolinium tris(2,2,6,6-tetramethyl-3,5-heptaandionaat) bevat.
  12. 12. Het vloeibare vulmateriaal volgens conclusie 8, waarbij de tweede hoeveelheid omgekeerd evenredig is met de afname in spin- 35 rooster-relaxatietijd van het vloeibare vulmateriaal (90).
  13. 13. Het vloeibare vulmateriaal volgens conclusie 8, waarbij de tweede hoeveelheid omgekeerd evenredig is met de resulterende spin- I 1025022- -11- rooster-relaxatietijd van het vloeibare vulmateriaal (90) .
  14. 14. Het vloeibare vulmateriaal volgens conclusie 13, waarbij de tweede hoeveelheid is bepaald volgens 5 Gdx = Al/Tl - A2, waarbij Gdx = concentratie van het doteringsmateriaal in delen per duizend, Tl = de resulterende spin-roosterrelaxatietijd van het vulmateriaal (90) in ms, en Al en A2 zijn constanten.
  15. 15. Werkwijze voor het verminderen van de kalibratietijd van een beeldvormingssysteem (10) met magnetische resonantie bij een resonantie op 1 Tesla omvattende: het verschaffen van een fantoomtank (80) met een buitenstructuur (88) en een inwendig hol gebied (86), waarbij genoemd 15 inwendig hol gebied (86) een hoeveelheid siliconenolievloeistof-vulmateriaal bevat; het introduceren van een kleine hoeveelheid niet-ionisch paramagnetisch materiaal aan genoemd siliconenolie- vloeistofvulmateriaal voor het vormen van een vloeibaar vulmateriaal 20 (90), waarbij genoemd vloeibaar vulmateriaal (90) een geringere spin- roosterrelaxatietijd heeft dan genoemd siliconenolievloeistof-vulmateriaal.
  16. 16. De werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het 25 introduceren van een kleine hoeveelheid niet-ionisch paramagnetisch materiaal omvat het introduceren van een kleine hoeveelheid van een gadolinium beta-diketonaatverbinding aan genoemd siliconenolie-vloeistofvulmateriaal voor het vormen van een vloeibaar vulmateriaal (90), waarbij genoemde vloeibaar vulmateriaal (90) een geringere 30 spin-roosterrelaxatietijd heeft dan genoemd siliconenolievloeistof-vulmateriaal.
  17. 17. De werkwijze volgens conclusie 16, waarbij het introduceren van een kleine hoeveelheid van een gadolinium beta- 35 diketonaatverbinding omvat het introduceren van een kleine hoeveelheid gadolinium beta-diketonaatverbinding aan genoemd siliconenolievloeistofvulmateriaal voor het vormen van een vloeibaar vulmateriaal (90), waarbij het vloeibare vulmateriaal (90) een 1025022- I -12- I geringere spin-rooster-relaxatietijd heeft dan genoemd I siliconenolievloeistofvulmateriaal, waarbij de gadolinium beta- I diketonaatverbinding gadolinium tris-(6,6,7,7,8,8,8,8-heptafluor-2,2- I dimethyl-3,5-octaandionaat) omvat.
  18. 18. De werkwijze volgens conclusie 16, waarbij het introduceren van een kleine hoeveelheid gadolinium beta- I diketonaatverbinding omvat het introduceren van een kleine I hoeveelheid gadolinium beta-diketonaatverbinding aan genoemd 10 siliconenolievulmateriaal voor het vormen van een vloeibaar I vulmateriaal (90), waarbij genoemd vloeibaar vulmateriaal (90) een I geringere spin-roosterrelaxatietijd heeft dan genoemd siliconenolie- I vloeistofvulmateriaal, waarbij de gadolinium beta-diketonaat- I verbinding omvat gadolinium tris-(2,2,6,6-tetramethyl-3,5- I 15 heptaandionaat).
  19. 19. De werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het I introduceren van een kleine hoeveelheid niet-ionisch paramagnetisch materiaal omvat: I 20 introduceren van een kleine hoeveelheid niet-ionisch I paramagnetisch materiaal aan het siliconenolievloeistofvulmateriaal; I zacht verwarmen van de kleine hoeveelheid niet-ionisch paramagnetisch materiaal en de hoeveelheid siliconenolie tot een I temperatuur die voldoende is om de kleine hoeveelheid niet-ionisch I 25 paramagnetisch materiaal binnen de hoeveelheid siliconenolie op te H lossen teneinde een vloeibaar vulmateriaal (90) te vormen; en introduceren van het vloeibare vulmateriaal binnen een inwendig hol gebied (86) van een fantoomtank (80).
  20. 20. De werkwijze volgens conclusie 15, waarbij introduceren van een kleine hoeveelheid niet-ionisch paramagnetisch materiaal aan genoemd siliconenolievloeistofvulmateriaal omvat: oplossen van een kleine hoeveel niet-ionisch paramagnetisch materiaal in het siliconenolievloeistofvulmateriaal voor vormen van 35 een vloeibaar vulmateriaal (90), waarbij het vloeibare vulmateriaal (90) een geringere spin-roosterrelaxatietijd heeft dan het siliconenolievloeistofvulmateriaal. I 1025022- -13-
  21. 21. De werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het introduceren van een kleine hoeveelheid van een niet-ionisch paramagnetisch materiaal aan genoemd siliconenolievloeistof-vulmateriaal·(90) omvat: 5 het bepalen van een gewenste spin-roosterrelaxatietijd voor het beeldvormingssysteem met magnetische resonantie met een vloeibaar vulmateriaal (90) dat is begrepen binnen een fantoomtank (80) met een vooraf bepaalde afmeting en een vooraf bepaalde vorm, het bepalen van een hoeveelheid niet-ionisch paramagnetisch 10 materiaal om te introduceren in een hoeveelheid siliconenolievloeistofvulmateriaal voor het bereiken van genoemde spin-roosterrelaxatietijd, en het introduceren van genoemde hoeveelheid niet-ionisch paramagnetisch materiaal in genoemde hoeveelheid 15 siliconenvloeistofvulmateriaal voor het vormen van een vloeibaar vulmateriaal (90) . 1025022-
NL1025022A 2002-12-19 2003-12-15 Werkwijze voor het verlagen van de spin-roosterrelaxatietijd van siliconenfluïda die worden gebruikt bij beeldvorming met magnetische resonantie. NL1025022C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US32457802 2002-12-19
US10/324,578 US6791327B2 (en) 2002-12-19 2002-12-19 Method for reducing spin-lattice relaxation time of silicone fluids used in magnetic resonance imaging

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1025022A1 NL1025022A1 (nl) 2004-06-25
NL1025022C2 true NL1025022C2 (nl) 2005-02-08

Family

ID=32468970

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025022A NL1025022C2 (nl) 2002-12-19 2003-12-15 Werkwijze voor het verlagen van de spin-roosterrelaxatietijd van siliconenfluïda die worden gebruikt bij beeldvorming met magnetische resonantie.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US6791327B2 (nl)
JP (1) JP3977325B2 (nl)
DE (1) DE10357604B4 (nl)
NL (1) NL1025022C2 (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6739586B2 (en) * 2001-11-05 2004-05-25 Hon Hai Precision Ind. Co., Ltd. Apparatus and method for forming workpieces
US7476330B2 (en) * 2003-09-24 2009-01-13 Varian, Inc. Low temperature susceptibility compensation
DE102004009286A1 (de) * 2003-12-08 2005-06-30 Siemens Ag Verwendung eines wasserlöslichen paramagnetischen Stoffes zur Herabsetzung der Relaxationszeit eines Kühlmittels sowie entsprechendes Verfahren
US7557577B2 (en) 2003-12-08 2009-07-07 Siemens Aktiengesselschaft Water-soluble paramagnetic substance reducing the relaxation time of the coolant in an MRI system
DE102005000761B4 (de) * 2005-01-04 2008-05-21 Siemens Ag Intrakorporal zu setzende Endolokalspule zur Aufnahme von Magnetresonanzsignalen
GB2422905B (en) * 2005-02-04 2007-02-14 Siemens Magnet Technology Ltd Material for electrical isolation and vibro-acoustic performance
EP1985312A1 (en) * 2007-04-25 2008-10-29 Koninklijke Philips Electronics N.V. T1 reduction in 19F magnetic resonance imaging (MRI)
WO2009005096A1 (ja) * 2007-07-05 2009-01-08 Japan Atomic Energy Agency 磁気共鳴診断用組成物
DE102008063629B4 (de) * 2008-12-18 2012-05-24 Siemens Aktiengesellschaft Lokalspulenanordnung für Magnetresonanzanwendungen und Patientenliege für eine Magnetresonanzanlage mit integrierten elektrischen Schnittstellen
WO2010085796A2 (en) 2009-01-26 2010-07-29 The United States Of America, As Represented By The Secretary, Department Of Health And Human Services Office Of Technology Transfer, National Institutes Of Health A phantom for diffusion mri imaging
EP2628017A1 (en) * 2010-10-13 2013-08-21 Koninklijke Philips Electronics N.V. Mri phantom with a plurality of compartments for t1 calibration
US9880251B2 (en) * 2015-09-04 2018-01-30 Synaptive Medical (Barbados) Inc. Cerebrospinal diffusion phantom
EP3203256A1 (en) * 2016-02-02 2017-08-09 B. Braun Melsungen AG Calibration of mri systems using pre-defined concentrations of 19f isotopes as reference
GB2547727B (en) * 2016-02-29 2022-05-04 Gold Standard Phantoms Ltd Perfusion phantom

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5312755A (en) * 1989-02-24 1994-05-17 Wisconsin Alumni Research Foundation Contrast resolution tissue mimicking phantoms for nuclear magnetic resonance imaging with stable NMR properties
EP1062911A2 (en) * 1999-06-24 2000-12-27 Alcare Co., Ltd. A marker for computer tomography or MRI imaging

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0246882Y2 (nl) * 1984-11-13 1990-12-11
US4719406A (en) * 1986-02-07 1988-01-12 General Electric Company Phantom for performance evaluation of a nuclear magnetic resonance scanner
GB9007655D0 (en) * 1990-04-04 1990-05-30 Hall Lawrence D Magnetic resonance imaging technique
GB9216843D0 (en) * 1992-08-07 1992-09-23 Cancer Res Inst Contrast agents for medical imaging
US6720766B2 (en) * 1995-04-14 2004-04-13 Kevin J. Parker Thin film phantoms and phantom systems
US5770943A (en) * 1996-12-30 1998-06-23 General Electric Company Method for measuring and compensating for spatially and temporally varying magnetic fields induced by eddy currents
WO1999049336A1 (en) * 1998-03-20 1999-09-30 Princeton University Method and apparatus for improvement of magnetic resonance imaging contrast
US6318146B1 (en) * 1999-07-14 2001-11-20 Wisconsin Alumni Research Foundation Multi-imaging modality tissue mimicking materials for imaging phantoms
GB9926923D0 (en) * 1999-11-15 2000-01-12 Marconi Electronic Syst Ltd Magnetic resonance imaging

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5312755A (en) * 1989-02-24 1994-05-17 Wisconsin Alumni Research Foundation Contrast resolution tissue mimicking phantoms for nuclear magnetic resonance imaging with stable NMR properties
EP1062911A2 (en) * 1999-06-24 2000-12-27 Alcare Co., Ltd. A marker for computer tomography or MRI imaging

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
W.D. D'SOUZA ET AL.: "Tissue mimicking materials for a multi-imaging modality prostate phantom", MEDICAL PHYSICS, vol. 28, 2001, pages 688 - 700, XP012011449, ISSN: 0094-2405 *

Also Published As

Publication number Publication date
DE10357604B4 (de) 2014-05-15
NL1025022A1 (nl) 2004-06-25
JP2004195237A (ja) 2004-07-15
US20040119474A1 (en) 2004-06-24
DE10357604A1 (de) 2004-07-01
JP3977325B2 (ja) 2007-09-19
US6791327B2 (en) 2004-09-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1025022C2 (nl) Werkwijze voor het verlagen van de spin-roosterrelaxatietijd van siliconenfluïda die worden gebruikt bij beeldvorming met magnetische resonantie.
US8093899B2 (en) Magnetic field probe and method for manufacturing the same
Young Nuclear magnetic resonance imaging
US7372274B2 (en) Methods and devices configured for dissolving hyperpolarised solid material with a solvent within a cryostat for NMR analyses
Atalar et al. High resolution intravascular MRI and MRS by using a catheter receiver coil
US7683623B2 (en) RF volume coil with selectable field of view
Ibrahim et al. Dielectric resonances and B1 field inhomogeneity in UHFMRI: computational analysis and experimental findings
Lurie et al. Field-cycled proton-electron double-resonance imaging of free radicals in large aqueous samples
EP1352258B1 (en) Magnetic field generating assembly and method
US9846207B2 (en) Acoustic noise reducing RF coil for magnetic resonance imaging
AU2002216004A1 (en) Methods and devices for dissolving hyperpolarised solid material for NMR analyses
Neudert et al. A compact X-Band resonator for DNP-enhanced Fast-Field-Cycling NMR
Moussu et al. Systematic analysis of the improvements in magnetic resonance microscopy with ferroelectric composite ceramics
US20090309593A1 (en) Micelle solution to reduce dielectric resonance effects in mri phantoms
US6255816B1 (en) Electromagnetic resonator devices and systems incorporating same, resonance and imaging methods
Bakker et al. Concerning the preparation and use of substances with a magnetic susceptibility equal to the magnetic susceptibility of air
Lauer et al. Radio frequency versus susceptibility effects of small conductive implants—a systematic MRI study on aneurysm clips at 1.5 and 3 T
Shapiro et al. MR imaging of RF heating using a paramagnetic doped agarose phantom
Jung et al. Double spin echo volume selective NMR spectroscopy with a 1.5 T whole body imager
Dwihapsari et al. The study of mechanical properties and relaxation time of agar hydrogel for tissue mimicking phantom material in magnetic resonance imaging
Gulyaev et al. The Use of Strong Inductively Coupled Wireless Surface Coil and Transmit/Receive Volume Coil for 1 H/19 F MRI
Oregioni et al. Fast measurement of relaxation times by steady‐state free precession of 129Xe in carrier agents for hyperpolarized noble gases
Huson et al. A high‐field superferric NMR magnet
Engelhardt Alternative contrast mechanisms in high-field MR microscopy
BARMET MAGNETIC FIELD MONITORING FOR MAGNETIC RESONANCE SYSTEMS

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20041007

PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180101