NL1024863C2

NL1024863C2 - Connecting element for connecting a frame with a suspension element such as a wire.

Info

Publication number: NL1024863C2
Application number: NL1024863A
Authority: NL
Inventors: Johannes Norberus Robbesom; Dennis Johannes Walther Boxtel; Franciscus Adrianus Johan Beer
Original assignee: Jan Van Boxtel Arti Tec B V
Priority date: 2003-11-25
Filing date: 2003-11-25
Publication date: 2005-05-27
Also published as: EP1535545A1

Description

• 1 ...... , (• 1 ......, (

Titel: Verbindingselement voor het verbinden van een· lijst met een ophangelement zoals een draadTitle: Connection element for connecting a frame with a suspension element such as a wire

Oe onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verbindingselement voor het tot stand brengen van een verbinding tussen een lijst enerzijds en een ophangelement zoals een draad anderzijds.The present invention relates to a connecting element for establishing a connection between a frame on the one hand and a suspension element such as a wire on the other.

In het hiernavolgende wordt met het begrip "lijst" een 5 inrichting met een houder voor het opnemen en tonen van voorwerpen zoals posters, foto's of dergelijke bedoeld. In een welbekende uitvoeringsvorm omvat de houder een voorplaat en een achterplaat, waarbij de te tonen voorwerpen tussen de voorplaat en de achterplaat worden geklemd. Teneinde in staat te zijn opgenomen voorwerpen te 10 tonen, is de voorplaat vervaardigd uit een doorzichtig materiaal zoals glas. De achterplaat dient onder meer om stevigheid te bieden, en' kan bijvoorbeeld uit hardboard zijn vervaardigd.In the following, the term "frame" means a device with a holder for receiving and displaying objects such as posters, photos or the like. In a well-known embodiment, the holder comprises a front plate and a back plate, wherein the objects to be displayed are clamped between the front plate and the back plate. In order to be able to display received objects, the face plate is made of a transparent material such as glass. The back plate serves, among other things, to provide sturdiness, and can for instance be manufactured from hardboard.

In veel gevallen omvat de lijst een omtrekskader'voor het omkaderen van de houder. Een dergelijk omtrekskader kan zijn voorzien .15 van een groef voor het opnemen van een omtreksrand van zowel de voorplaat als de achterplaat, zodat de voorplaat en de achterplaat tegen elkaar worden geklemd wanneer het omtrekskader rond de voorplaat en de achterplaat wordt aangebracht.In many cases, the frame includes a peripheral frame for framing the container. Such a peripheral frame may be provided with a groove for receiving a peripheral edge of both the front plate and the rear plate, so that the front plate and the rear plate are clamped against each other when the peripheral frame is arranged around the front plate and the rear plate.

Er bestaan verschillende mogelijkheden om een lijst te 20 positioneren. In de eerste plaats kan er voor worden gekozen om een lijst op een ondergrond te plaatsen, waarbij gebruik wordt gemaakt van een met de lijst verbonden standaard om de lijst stabiel op de ondergrond af te steunen. In de tweede plaats kan er voor worden gekozen om een lijst tegen een wand te hangen, waarbij gebruik wordt 25 gemaakt van een draagelement zoals een schroef, spijker, haak of dergelijke die aan de wand of een plafond is bevestigd, en die dient om de lijst te dragen. De onderhavige uitvinding is gelegen in de context van het ophangen van een lijst.There are various options for positioning a list. In the first place, it is possible to choose to place a frame on a surface, using a standard connected to the frame to stably support the frame on the surface. In the second place, it is possible to choose to hang a frame against a wall, wherein use is made of a supporting element such as a screw, nail, hook or the like which is fixed to the wall or a ceiling and which serves to to carry the list. The present invention lies in the context of putting up a list.

Ten behoeve van het ophangen van een lijst is een groot aantal 30 verschillende constructies ontwikkeld. In een eenvoudige constructie is de lijst voorzien van een opneemoog, en wordt een schroef, een spijker of een ander geschikt draagelement in een wand aangebracht, waarna de lijst tegen de wand wordt gehangen door het opneemoog 1024863 » 2 voorbij een kop van de schroef of de spijker te bewegen en vervolgens op een steel van de schroef of de spijker te laten rusten. In een dergelijke constructie wordt de positie van de lijst tegen de wand hoofdzakelijk bepaald door de positie van de schroef 5 of de spijker.A large number of different constructions have been developed for hanging a frame. In a simple construction, the frame is provided with a pick-up eye, and a screw, a nail or other suitable support element is fitted in a wall, whereafter the frame is hung against the wall by the pick-up eye 1024863 »2 beyond a head of the screw or move the nail and then rest it on a stem of the screw or the nail. In such a construction, the position of the frame against the wall is mainly determined by the position of the screw 5 or the nail.

Met het oog op de wens om de positie van de lijst tegen de wand te kunnen variëren, en om een beschadiging van de wand door een draagelement te vermijden, zijn andere constructies ontwikkeld. In een bekende andere constructie wordt gebruik gemaakt van een ophang-10 draad en een ophanghaak die op de ophangdraad wordt geklemd, waarbij de ophangdraad enerzijds aan een draagelement wordt bevestigd, en anderzijds aan de lijst, door middel van de ophanghaak. Doorgaans is . de lijst aan een achterzijde voorzien van een koord, waarmee de lijst op de ophanghaak kan worden gehangen. In deze constructie is 15 het mogelijk om een geschikte positie voor het draagelement te kiezen, zodat inderdaad kan worden vermeden dat de wand beschadigd raakt. Bij een vaste positie van het draagelement is het tevens mogelijk om een hoogte van de positie van de lijst tegen de wand te variëren, namelijk door de positie van de ophanghaak op de ophang-20 draad te variëren.In view of the desire to be able to vary the position of the frame against the wall, and to prevent damage to the wall by a supporting element, other constructions have been developed. In a known other construction, use is made of a suspension wire and a suspension hook that is clamped on the suspension wire, the suspension wire being attached on the one hand to a support element and on the other hand to the frame by means of the suspension hook. Usually. the frame on the back with a cord, with which the frame can be hung on the suspension hook. In this construction it is possible to choose a suitable position for the support element, so that the wall can indeed be damaged. With a fixed position of the supporting element it is also possible to vary a height of the position of the frame against the wall, namely by varying the position of the suspension hook on the suspension wire.

Een nadeel van de bekende constructie met de ophangdraad en de ophanghaak is dat de verbinding tussen de ophanghaak en de lijst gemakkelijk kan worden verbroken, namelijk door de lijst langs de wand omhoog te bewegen.A drawback of the known construction with the suspension wire and the suspension hook is that the connection between the suspension hook and the frame can easily be broken, namely by moving the frame upwards along the wall.

25 Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een verbindingselement te verschaffen, dat dient voor het tot stand brengen van een verbinding tussen een lijst enerzijds en een ophang-element zoals een draad anderzijds, waarmee in combinatie met het ophangelement een constructie wordt verkregen, die bovengenoemd 30 nadeel van de bekende constructie niet heeft.It is an object of the present invention to provide a connecting element which serves to establish a connection between a frame on the one hand and a suspension element such as a wire on the other, with which a construction is obtained in combination with the suspension element, which does not have the above-mentioned disadvantage of the known construction.

Het gestelde doel wordt bereikt door middel van een verbindingselement voor het tot stand brengen van een verbinding tussen een lijst met opsluitmiddelen enerzijds en een ophangelement zoals een draad anderzijds, omvattende een aangrijporgaan dat 35 bestemd is om ten minste gedeeltelijk door de opsluitmiddelen van de lijst te worden opgenomen, en dat is ingericht om door middel van een rotatie ten opzichte van de opsluitmiddelen van de lijst met genoemde opsluitmiddelen in aangrijping te komen.The stated object is achieved by means of a connecting element for establishing a connection between a frame with retaining means on the one hand and a suspension element such as a wire on the other, comprising an engaging member which is intended to be at least partially passed through the retaining means of the frame which is arranged to come into engagement by means of a rotation with respect to the confining means of the list with said confining means.

Het verbindingselement volgens de onderhavige uitvinding is 40 bestemd om te worden toegepast in combinatie met een lijst die is 1024863 ♦ 3 voorzien van opsluitmiddelen die geschikt zijn voor het opnemen van het aangrijporgaan van het verbindingselement. Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding omvat het verbindingselement een aangrijporgaan dat is ingericht om met Op-5 sluitmiddelen van de lijst in aangrijping te komen. Meer in het bijzonder is het aangrijporgaan bestemd om ten minste gedeeltelijk door de opsluitmiddelen van de lijst te worden opgenomen. Wanneer het aangrijporgaan van het verbindingselement met de opsluitmiddelen in aangrijping is, dan is een situatie verkregen waarin een 10 onderlinge positie van de opsluitmiddelen en het verbindingselement is gefixeerd, met andere woorden, een situatie waarin een onderlinge positie van de lijst en het verbindingselement is gefixeerd.The connecting element according to the present invention is intended to be used in combination with a frame which is provided with locking means suitable for receiving the engaging member of the connecting element. According to an important aspect of the present invention, the connecting element comprises an engaging member which is adapted to engage engaging means of the frame. More in particular, the engaging member is intended to be received at least partially by the retaining means of the frame. When the engaging member of the connecting element is engaged with the confining means, a situation has been obtained in which a mutual position of the confining means and the connecting element is fixed, in other words, a situation in which a mutual position of the frame and the connecting element is fixed .

Het aangrijporgaan is ingericht om door middel van een rotatie ten opzichte van de opsluitmiddelen met genoemde opsluitmiddelen in 15 aangrijping te komen. Hierdoor kan het verbindingselement op een zeer eenvoudige wijze met de lijst worden verbonden. Om de verbinding tot stand te brengen, is het alleen nodig dat het aangrijporgaan in de opsluitmiddelen wordt ingebracht en vervolgens wordt geroteerd. De hoek waarover de rotatie dient plaats te vinden 20 teneinde te bewerkstelligen dat het aangrijporgaan met de opsluitmiddelen in aangrijping komt, is afhankelijk van de vormgeving van het aangrijporgaan en de opsluitmiddelen, en kan bijvoorbeeld 90° zijn.The engaging member is adapted to come into engagement with said retaining means by means of a rotation relative to the retaining means. The connecting element can hereby be connected to the frame in a very simple manner. To establish the connection, it is only necessary for the engaging member to be inserted into the confining means and then rotated. The angle over which the rotation must take place in order to ensure that the engaging member comes into engagement with the retaining means depends on the shape of the engaging member and the retaining means, and can for instance be 90 °.

Het aangrijporgaan kan bijvoorbeeld zodanig zijn vormgegeven, 25 dat een afmeting van het aangrijporgaan in een eerste richting afwijkt van een afmeting van het aangrijporgaan in een tweede richting, waarbij de eerste en tweede richting onderling verschillend zijn. Met een dergelijke vormgeving kan worden bewerkstelligd, dat het aangrijporgaan in een eerste stand door een 30 opening van bepaalde afmetingen kan worden bewogen, terwijl het aangrijporgaan in een tweede stand door een omranding van de opening wordt tegengehouden en derhalve niet door de opening kan worden bewogen. Op deze wijze is het bijvoorbeeld mogelijk om het aangrijporgaan in te brengen en vervolgens op te sluiten in een ruimte die 35 door middel van een opening toegankelijk is.The engaging member can for instance be designed such that a dimension of the engaging member in a first direction deviates from a dimension of the engaging member in a second direction, the first and second directions being different from each other. With such a design it can be ensured that the engaging member in a first position can be moved through an opening of certain dimensions, while in a second position the engaging member can be stopped by an edge of the opening and therefore cannot be moved through the opening . In this way it is, for example, possible to insert the engaging member and subsequently lock it up in a space that is accessible through an opening.

Met voordeel omvat het aangrijporgaan spanmiddelen zoals een schroef en een opening met schroefdraad voor het opnemen van de schroef, die dienen om het aangrijporgaan tegen de opsluitmiddelen van de lijst te spannen en zodoende de onderlinge positie van de 40 lijst en het verbindingselement op een zekere wijze vast te leggen.The engaging member advantageously comprises tensioning means such as a screw and a threaded opening for receiving the screw, which serve to tension the engaging member against the retaining means of the frame and thus the mutual position of the frame and the connecting element in a certain manner to capture.

1 024 863 41 024 863 4

Wanneer het verbindingselement volgens de onderhavige uitvinding wordt toegepast, dan is het ten behoeve van het ophangen van de lijst niet nodig dat de lijst van extra onderdelen is voorzien, omdat de opsluitmiddelen integraal deel kunnen uitmaken 5 van een omtrekskader van de lijst.When the connecting element according to the present invention is applied, it is not necessary for hanging the frame that the frame is provided with additional parts, because the locking means can form an integral part of a peripheral frame of the frame.

De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hemd van de hiernavolgende beschrijving van de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers 10 gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een verbindingselement volgens de onderhavige uitvinding, een gédeelte van een omtrekskader van een lijst waarmee het verbindingselement verbonden is, en een gedeelte van een ophangdraad waarmee het verbindings-15 element eveneens verbonden is; figuur 2 een achteraanzicht toont van het verbindingselement en het gedeelte van het omtrekskader zoals getoond in figuur l; figuur 3 een bovenaanzicht toont van het verbindingselement en het gedeelte van het omtrekskader zoals getoond in figuur 1; 20 figuur 4 de wijze waarop een lijst onder toepassing van twee verbindingselementen volgens de onderhavige uitvinding, twee ophangdraden en twee draagelementen tegen een wand kan worden gehangen, illustreert; en figuur 5 de wijze waarop een verbinding tussen het verbindings-25 element volgens de onderhavige uitvinding en het omtrekskader van de lijst tot stand wordt gebracht, illustreert.The present invention will be further elucidated on the underside of the following description of the invention with reference to the drawing, in which like reference numerals 10 indicate like or similar parts, and in which: figure 1 shows a perspective view of a connecting element according to the present invention, a portion of a peripheral frame of a frame to which the connecting element is connected, and a part of a suspension wire to which the connecting element is also connected; Figure 2 shows a rear view of the connecting element and the portion of the peripheral frame as shown in Figure 1; Figure 3 shows a top view of the connecting element and the portion of the peripheral frame as shown in Figure 1; Figure 4 illustrates the manner in which a frame can be hung against a wall using two connecting elements according to the present invention, two suspension wires and two support elements; and Figure 5 illustrates the way in which a connection between the connecting element according to the present invention and the peripheral frame of the frame is established.

Figuren 1-3 tonen een verbindingselement l volgens de onderhavige uitvinding, alsmede een gedeelte van een omtrekskader 2 30 van een lijst. Figuur 1 toont bovendien een gedeelte van een ophangdraad 3 waarop het verbindingselement 1 is bevestigd, op een wijze die hieronder nader zal worden beschreven. Omwille van de duidelijkheid zijn in figuur 1 het verbindingselement 1 en het gedeelte van de ophangdraad 3 in hun geheel weergegeven, ondanks dat 35 genoemd verbindingselement 1 en genoemd gedeelte van de ophangdraad 3 gedeeltelijk achter het getoonde gedeelte van het omtrekskader 2 zijn gelegen.Figures 1-3 show a connecting element 1 according to the present invention, as well as a part of a peripheral frame 2 of a frame. Figure 1 furthermore shows a part of a suspension wire 3 to which the connecting element 1 is attached, in a manner which will be further described below. For the sake of clarity, the connecting element 1 and the part of the suspension wire 3 are shown in their entirety in figure 1, despite the fact that said connecting element 1 and said part of the suspension wire 3 are partially located behind the shown part of the peripheral frame 2.

Figuur 4 toont onder meer een lijst 4 waar het omtrekskader 2 deel van uitmaakt, waarbij een zichtzijde van de lijst 4 is af-40 gebeeld. Omwille van de duidelijkheid is het omtrekskader 2 van de ü 1024863 5 lijst 4 als doorzichtig weergegeven, zodat twee achterliggende verbindingselementen l en gedeeltes van twee ophangdraden 3 zichtbaar zijn.Figure 4 shows, inter alia, a frame 4 of which the peripheral frame 2 forms a part, with a view side of the frame 4 depicted. For the sake of clarity, the peripheral frame 2 of the frame 4 is shown as transparent, so that two rear connecting elements 1 and parts of two suspension wires 3 are visible.

In het hiernavolgende worden begrippen als "boven", "onder", 5 "voor", "achter", "buiten" en "binnen" gerelateerd aan de oriëntatie van het verbindingselement 1, het omtrekskader 2, de ophangdraad 3 en de lijst 4 zoals getoond in figuren 1 en 4. Het zal duidelijk zijn dat de keuze voor deze oriëntatie als referentie niet als beperkend dient te worden opgevat.In the following, concepts such as "top", "bottom", "front", "rear", "outside" and "inside" are related to the orientation of the connecting element 1, the peripheral frame 2, the suspension wire 3 and the frame 4 as shown in Figures 1 and 4. It will be clear that the choice of this orientation as a reference should not be construed as limiting.

1010

Het verbindingselement 1 omvat een draaddoorvoerlichaam 10, dat dient voor het tot stand brengen van een verbinding tussen het verbindingselement 1 en de ophangdraad 3. Op een op zich bekende wijze zijn in het inwendige van het draaddoorvoerlichaam 10 klem-15 middelen (niet getoond) verschaft, die in staat zijn om op de ophangdraad 3 aan te grijpen en deze vast te houden. In het getoonde voorbeeld is een bedienpen 11 voor het bedienen van de klemmiddelen verschaft, waarbij een kop 12 van de bedienpen 11 zich aan een bovenzijde van het draaddoorvoerlichaam 10 bevindt. Contact tussen 20 de klemmiddelen en de ophangdraad 3 kan tijdelijk worden verbroken door de kop 12 van de bedienpen in de richting van het overige deel van het draaddoorvoerlichaam 10 te drukken. Ten behoeve van het pp-nemen en doorvoeren van de ophangdraad 3 is de bedienpen 11 voorzien van een doorgaand gat 13.The connecting element 1 comprises a wire feed-through body 10, which serves to establish a connection between the connecting element 1 and the suspension wire 3. Clamping means (not shown) are provided in a manner known per se in the interior of the wire feed-through body which are capable of engaging and holding onto the suspension wire 3. In the example shown, an operating pin 11 is provided for operating the clamping means, wherein a head 12 of the operating pin 11 is located on an upper side of the wire feed-through body 10. Contact between the clamping means and the suspension wire 3 can be temporarily broken by pressing the head 12 of the operating pin in the direction of the remaining part of the wire feed-through body 10. For the purpose of picking up and passing through the suspension wire 3, the operating pin 11 is provided with a through hole 13.

2525

In figuur 4 is getoond dat de ophangdraad 3 bij een bovenste uiteinde 31 is bevestigd aan een draagelement 5 zoals een schroef, een spijker of een haak. Het materiaal van de ophangdraad 3 kan vrij gekozen worden, waarbij het met het oog op een goede verbinding 30 tussen de ophangdraad 3 en het verbindingselement 1 wenselijk is dat het materiaal enigszins elastisch is. Een geschikt materiaal voor de ophangdraad 3 is nylon. De ophangdraad 3 kem echter ook bijvoorbeeld uit staal zijn vervaardigd.Figure 4 shows that the suspension wire 3 is attached at an upper end 31 to a support element 5 such as a screw, a nail or a hook. The material of the suspension wire 3 can be chosen freely, with a view to a good connection between the suspension wire 3 and the connecting element 1, it is desirable that the material is somewhat elastic. A suitable material for the suspension wire 3 is nylon. However, the suspension wire 3 may also be made, for example, of steel.

35 In figuur 4 is te zien dat de lijst 4 een rechthoekige omtrek heeft, en dat het omtrekskader 2 derhalve vier omtreksdelen omvat, te weten een topdeel 2a, een bodemdeel 2b en twee zijdelen 2c.Figure 4 shows that the frame 4 has a rectangular circumference, and that therefore the peripheral frame 2 comprises four peripheral parts, namely a top part 2a, a bottom part 2b and two side parts 2c.

Het omtrekskader 2 is voorzien van een ruimte 21 voor het op-nemen van bijvoorbeeld een voorplaat en een achterplaat van de lijst 40 4. Deze ruimte 21 wordt aan een voorzijde begrensd door een voorrand 1024863 » 6 22 van het omtrekskader 2, en aan een achterzijde door een achterrand 23 van het omtrekskader 2, waarbij de voorrand 22 en de achterrand 23 zich op afstand van elkaar bevinden. Tussen de voorrand 22 en de achterrand 23 van het omtrekskader 2 strekt zich een buiten-5 rand 24 uit, die enerzijds onder een hoek van in hoofdzaak 90° aansluit op de voorrand 22 van het omtrekskader 2, en die anderzijds onder een hoek van in hoofdzaak 90° aansluit op de achterrand 23 van het omtrekskader 2.The peripheral frame 2 is provided with a space 21 for receiving, for example, a front plate and a rear plate of the frame 40 4. This space 21 is bounded at the front by a front edge 1024863 of the peripheral frame 2, and at a rear side through a rear edge 23 of the peripheral frame 2, the front edge 22 and the rear edge 23 being spaced apart. Extending between the front edge 22 and the rear edge 23 of the circumferential frame 2 is an outer edge 24 which on the one hand connects at an angle of substantially 90 ° to the front edge 22 of the circumferential frame 2, and which on the other hand at an angle of substantially 90 ° connects to the rear edge 23 of the peripheral frame 2.

Aan een achterkant van de achterrand 23 van het omtrekskader 2 10 strekken zich een binnenste opsluitstrook 25 en een buitenste opsluitstrook 26 uit, waarbij beide opsluitstroken 25, 26 een L-vormige dwarsdoorsnede hebben. Relatief lange delen 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26 strekken zich op afstand van elkaar uit, in hoofdzaak parallel met elkaar, terwijl relatief korte delen 25b, 26b 15 van de opsluitstroken 25, 26 naar elkaar toe zijn gericht. In het getoonde voorbeeld strekt het relatief lange deel 26a van de buitenste opsluitstrook 26 zich in hetzelfde vlak als de buitenrand 24 uit. Door de achterkant van de achterrand 23 en de twee opsluit-stroken 25, 26 wordt een opneemruimte 27 omsloten, die alleen via 20 een opening 28 tussen de relatief korte delen 25b, 26b van de opsluitstroken 25, 26 toegankelijk is.An inner retaining strip 25 and an outer retaining strip 26 extend at a rear side of the rear edge 23 of the peripheral frame 2. Both retaining strips 25, 26 have an L-shaped cross section. Relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26 extend spaced apart from each other, substantially parallel to each other, while relatively short portions 25b, 26b of the retaining strips 25, 26 are directed towards each other. In the example shown, the relatively long part 26a of the outer retaining strip 26 extends in the same plane as the outer edge 24. The rear of the rear edge 23 and the two retaining strips 25, 26 encloses a receiving space 27 which is only accessible via an opening 28 between the relatively short parts 25b, 26b of the retaining strips 25, 26.

Aan een onderzijde van het draaddoorvoerlichaam 10 van het verbindingselement 1 bevinden zich een draaglichaam 14 en een aan-25 grijpblok 15, waarbij het draaglichaam 14 op de onderzijde van het draaddoorvoerlichaam 10 aansluit, en waarbij het aangrijpblok 15 vanaf het draaglichaam 14 uitsteekt. Het aangrijpblok 15 heeft een rechthoekig omtreksvlak 16, en de afmetingen van het aangrijpblok 15 zijn afgestemd op de afmetingen van de opening 28 die toegang geeft 30 tot de opneemruimte 27, waarbij een relatief kleine afmeting van het aangrijpblok 15 kleiner is dan een afmeting van de opening 28 tussen de twee tegenover elkaar gelegen opsluitstroken 25, 26, en waarbij een relatief grote afmeting van het aangrijpblok 15 groter is dan de afmeting van de opening 28 tussen de twee tegenover elkaar gelegen .35 opsluitstroken 25, 26. Doordat de relatief kleine afmeting van het aangrijpblok 15 kleiner is dan de afmeting van de opening 28 tussen de twee tegenover elkaar gelegen opsluitstroken 25, 26, is het mogelijk om het aangrijpblok 15 tussen de opsluitstroken 25, 26 door te bewegen en in de opneemruimte 27 in te brengen. Doordat de 40 relatief grote afmeting van het aangrijpblok 15 groter is dan de 1024863 7 ♦ afmeting van de opening 28 tussen de twee tegenover elkaar gelegen opsluitstroken 25, 26, is het mogelijk om het aangrijpblok 15 in de opneemruimte 27 op te sluiten. In het hiernavolgende zal meer in detail worden uitgelegd hoe een verbinding tussen het verbindinge-5 element 1 en het omtrekskader 2 van de lijst 4 tot stand wordt gebracht, waarbij onder meer wordt verwezen naar figuur 5.On a lower side of the wire feed-through body 10 of the connecting element 1 there is a support body 14 and a gripping block 15, wherein the support body 14 connects to the underside of the wire feed-through body 10, and wherein the engaging block 15 protrudes from the support body 14. The engagement block 15 has a rectangular circumferential surface 16, and the dimensions of the engagement block 15 are aligned with the dimensions of the opening 28 giving access to the receiving space 27, wherein a relatively small dimension of the engagement block 15 is smaller than a dimension of the engagement block aperture 28 between the two opposing retaining strips 25, 26, and wherein a relatively large size of the engagement block 15 is larger than the dimension of the aperture 28 between the two opposing retaining strips 25, 26. Because of the relatively small size of the engagement block 15 is smaller than the size of the opening 28 between the two opposing locking strips 25, 26, it is possible to move the engagement block 15 between the locking strips 25, 26 and to insert it into the receiving space 27. Because the relatively large size of the engagement block 15 is larger than the size of the opening 28 between the two opposing locking strips 25, 26, it is possible to lock the engagement block 15 in the receiving space 27. In the following, it will be explained in more detail how a connection between the connecting element 1 and the peripheral frame 2 of the frame 4 is established, with reference is made, inter alia, to Figure 5.

In figuur 5 is een beginstand van het verbindingselement 1 ten opzichte van het omtrekskader 2 door middel van streeplijnen 10 schematisch weergegeven, terwijl een eindstand vhn het verbindingselement l ten opzichte van het omtrekskader 2 door middel van doorgetrokken lijnen is weergegeven.Figure 5 shows diagrammatically an initial position of the connecting element 1 relative to the peripheral frame 2 by means of dashed lines, while an end position of the connecting element 1 relative to the peripheral frame 2 is shown by solid lines.

In de beginstand is het aangrijpblok 15 van het verbindingselement 1 zojuist via de opening 28 in de opneemruimte 27 in-15 gebracht. In deze stand strekken relatief lange delen 16a van het omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 zich in .hoofdzaak parallel met de relatief lange delen 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26 uit. Het is mogelijk om het aangrijpblok 15 van buitenaf in de opneemruimte 27 te brengen, doordat een afstand tussen de relatief 20 lange delen 16a van het omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 kleiner is dan de afstand tussen de relatief korte delen 25b, 26b van de opsluitstroken 25, 26.In the initial position, the engagement block 15 of the connecting element 1 has just been introduced into the receiving space 27 via the opening 28. In this position, relatively long parts 16a of the circumferential surface 16 of the engagement block 15 essentially extend parallel to the relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26. It is possible to bring the engagement block 15 into the receiving space 27 from outside, because a distance between the relatively long parts 16a of the circumferential surface 16 of the engagement block 15 is smaller than the distance between the relatively short parts 25b, 26b of the retaining strips 25, 26.

Het verbindingselement l wordt van de beginstand naar de eindstand gebracht door het verbindingselement 1 ten opzichte van het' 25 omtrekskader 2 te bewegen. Meer in het bijzonder wordt het verbindingselement 1 geroteerd ten opzichte van een punt dat ter hoogte van het aangrijpblok 15 is gelegen. In figuur 5 is deze rotatiebeweging schematisch weergegeven door middel van een pijl.The connecting element 1 is brought from the initial position to the final position by moving the connecting element 1 relative to the peripheral frame 2. More in particular, the connecting element 1 is rotated with respect to a point which is situated at the level of the engagement block 15. Figure 5 shows this rotational movement schematically by means of an arrow.

Teneinde de rotatiebeweging van het aangrijpblok 15 in de op-30 neemruimte 27 mogelijk te maken en soepel te laten verlopen, zijn ten minste twee hoekgebieden van het omtreksvlak 16 afgerond. Hierdoor worden botsingen tussen de hoekgebieden van het omtreksvlak 16 en de relatief lange delen 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26 voorkomen.In order to enable the rotational movement of the engagement block 15 in the receiving space 27 and to make it run smoothly, at least two corner regions of the peripheral surface 16 are rounded. This prevents collisions between the corner regions of the peripheral surface 16 and the relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26.

35 Wanneer het verbindingselement 1 ten opzichte van het omtreke- kader 2 de eindstand heeft aangenomen, dan strekken relatief korte delen 16b van het omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 zich in hoofdzaak parallel met de relatief lange delen 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26 uit. In deze stand wordt een beweging van het 40 aangrijpblok 15 in een richting in hoofdzaak haaks op de voorrand 22 1024863 I ---- 8 en de achterrand 23 van het omtrekskader 2 verhinderd door de relatief korte tielen 25b, 26b van de opsluitstroken 25, 26, hetgeen tot gevolg heeft dat het aangrijpblok 15 in genoemde richting niet uit de opneemruimte 27 kan bewegen.When the connecting element 1 has assumed the end position with respect to the circumferential frame 2, then relatively short parts 16b of the circumferential surface 16 of the engagement block 15 extend substantially parallel to the relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26 from. In this position, movement of the engagement block 15 in a direction substantially perpendicular to the front edge 22 and the rear edge 23 of the circumferential frame 2 is prevented by the relatively short grooves 25b, 26b of the retaining strips 25, 26, which means that the engagement block 15 cannot move out of the receiving space 27 in the said direction.

5 Teneinde in de eindstand een beweging van het aangrijpblok 15 in een richting in hoofdzaak parallel met zowel de voorrand 22 en de achterrand 23 van het omtrekskader 2 als de relatief lange delen 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26 te verhinderen, zijn het draaglichaam 14 en het aangrijpblok 15 voorzien van een schroef-10 opening 17 met schroefdraad, en wordt een bout 6 in genoemde schroefopening 17 aangebracht. Een deel van een steel van de bout 6 is schematisch getoond in figuur 3. Door middel van een samenwerking van de schroefopening 17 en de bout 6 wordt een achtervlak van het aangrijpblok 15 tegen de relatief korte delen 25b, 26b van de op-15 sluitstroken 25, 26 gespannen, en wordt voorkomen dat het verbindingselement 1 ten opzichte van het omtrekskader 2 kan bewegen in een richting in hoofdzaak parallel met zowel de voorrand 22 en de achterrand 23 van het omtrekskader 2 als de relatief lange delen 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26.,ln plaats van een bout 6 en 20 een schroefopening 17 kan bijvoorbeeld ook gebruik worden gemaakt van een veer of andere geschikte spanmiddelen.In order to prevent movement of the engagement block 15 in the end position in a direction substantially parallel to both the front edge 22 and the rear edge 23 of the peripheral frame 2 and the relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26, the supporting body 14 and the engagement block 15 provided with a screw opening 17 with screw thread, and a bolt 6 is arranged in said screw opening 17. A part of a shank of the bolt 6 is schematically shown in figure 3. By means of a cooperation of the screw opening 17 and the bolt 6, a rear surface of the engagement block 15 is made against the relatively short parts 25b, 26b of the retaining strips 25, 26, and it is prevented that the connecting element 1 can move relative to the peripheral frame 2 in a direction substantially parallel to both the front edge 22 and the rear edge 23 of the peripheral frame 2 and the relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26., instead of a bolt 6 and 20 a screw opening 17, use can also be made, for example, of a spring or other suitable tensioning means.

Wanneer het verbindingselement 1 zich ten opzichte van het omtrekskader 2 in de eindstand bevindt en het aangrijpblok 15 door middel van de bout 6 tegen de opsluitstroken 25, 26 is gespannen, 25 dan is de positie van het verbindingselement 1 ten opzichte van het omtrekskader 2 gefixeerd. Wanneer de positie van het verbindingselement 1 ten opzichte van de ophangdraad 3 eveneens is gefixeerd door middel van de klemmiddelen die zich in het draaddoorvoerlichaam 10 van het verbindingselement 1 bevinden, dan is een verbinding 30 tussen de lijst 4 enerzijds en de ophangdraad 3 anderzijds verkregen. Deze verbinding kan worden losgemaakt, enerzijds door de bout 6 uit de schroefopening 17 te draaien en het verbindingselement 1 ten opzichte van het omtrekskader 2 van de eindstand terug naar de beginstand te bewegen, en anderzijds door de werking van de klem-35 middelen op de ophangdraad 3 op te heffen. In de praktijk zal het in vele gevallen niet nódig zijn om zowel de verbinding tussen het verbindingselement 1 en het omtrekskader 2 als de verbinding tussen het verbindingselement 1 en de ophangdraad 3 los te maken. Ten behoeve van het positioneren van de lijst 4 in een richting langs de 1024883 9 ι ophangdraad 3 kan het voldoende zijn om alleen de verbinding tussen het verbindingselement l en de ophangdraad 3 los te maken.When the connecting element 1 is in the end position relative to the peripheral frame 2 and the engagement block 15 is tensioned by means of the bolt 6 against the retaining strips 25, 26, the position of the connecting element 1 relative to the peripheral frame 2 is fixed. . When the position of the connecting element 1 relative to the suspension wire 3 is also fixed by means of the clamping means which are located in the wire feed-through body 10 of the connecting element 1, then a connection 30 between the frame 4 on the one hand and the suspension wire 3 on the other hand is obtained. This connection can be released, on the one hand by turning the bolt 6 out of the screw opening 17 and moving the connecting element 1 back to the starting position relative to the peripheral frame 2, and on the other hand by the action of the clamping means on the suspension wire 3. In practice it will not be necessary in many cases to loosen both the connection between the connecting element 1 and the peripheral frame 2 and the connection between the connecting element 1 and the suspension wire 3. For the purpose of positioning the frame 4 in a direction along the suspension wire 3, it may be sufficient to only release the connection between the connecting element 1 and the suspension wire 3.

Op basis van het voorgaande zal het duidelijk zijn dat het met behulp van het verbindingselement 1 volgens de onderhavige 5 uitvinding mogelijk is om een zekere verbinding tussen de lijst 4 enerzijds en de ophangdraad 3 anderzijds te realiseren, waarbij de positie van het verbindingselement 1 ten opzichte van zowel de ophangdraad 3 als het omtrekskader 2 van de lijst 4 in alle richtingen vastligt. Onder toepassing van het verbindingselement 1 volgens de 10 onderhavige uitvinding is het tevens mogelijk om een eenmaal tot stand gebrachte verbinding op eenvoudige wijze weer los te maken, zodat de lijst 4 op eenvoudige wijze in een gewenste positie kan worden gebracht.On the basis of the foregoing, it will be clear that with the aid of the connecting element 1 according to the present invention it is possible to realize a certain connection between the frame 4 on the one hand and the suspension wire 3 on the other, wherein the position of the connecting element 1 relative to of both the suspension wire 3 and the peripheral frame 2 of the frame 4 is fixed in all directions. Using the connecting element 1 according to the present invention, it is also possible to disconnect a connection once it has been established in a simple manner, so that the strip 4 can be brought into a desired position in a simple manner.

Met voordeel correspondeert de relatief gróte afmeting van het 15 aangrijpblok 15 met een afstand tusBen de relatief lange delen 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26, zodat in de eindstand van het verbindingselement 1 ten opzichte van het omtrekskader 2 de relatief korte delen 16b van het omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 aanliggen tegen binnenoppervlakken van genoemde relatief lange delen 20 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26. Wanneer dat het geval is, dan wordt in de eindstand van het verbindingselement 1 ten opzichte van het omtrekskader 2 een beweging van het aangrijpblok 15 tegengegaan door wrijvingskrachten die als gevolg van een dergelijke beweging optreden tussen de relatief korte delen 16b van het omtreksvlak 16 25 van het aangrijpblok 15 enerzijds en de binnenoppervlakken van de relatief lange delen 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26 anderzijds. Volgens een voordelige optie zijn de relatief korte delen 16b van het omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 opgeruwd, teneinde de wrijving tussen de relatief korte delen 16b van het 30 omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 enerzijds en de binnenoppervlakken van de relatief lange delen 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26 te vergroten. Br kunnen bijvoorbeeld groeven op de relatief korte delen 16b van het omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 zijn aangebracht.Advantageously, the relatively large dimension of the engagement block 15 corresponds to a distance between the relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26, so that in the end position of the connecting element 1 relative to the peripheral frame 2 the relatively short parts 16b of the peripheral surface 16 of the engagement block 15 abuts against inner surfaces of said relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26. If that is the case, then in the end position of the connecting element 1 relative to the peripheral frame 2 a movement of the engagement block 15 is prevented by frictional forces occurring as a result of such a movement between the relatively short parts 16b of the circumferential surface 16 of the engagement block 15 on the one hand and the inner surfaces of the relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26 on the other hand. According to an advantageous option, the relatively short parts 16b of the circumferential surface 16 of the engagement block 15 are roughened in order to reduce the friction between the relatively short parts 16b of the circumferential surface 16 of the engagement block 15 on the one hand and the inner surfaces of the relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26. For example, grooves may be provided on the relatively short portions 16b of the peripheral surface 16 of the engagement block 15.

35 in overeenstemming met hetgeen is getoond in figuur 4, is de ophangdraad 3 normaliter in hoofdzaak verticaal georiënteerd. Dat heeft tot gevolg, dat het draaddoorvoerlichaam 10 van het verbindingselement 1 zich normaliter eveneens in een in hoofdzaak 40 verticale richting uitstrekt, in het getoonde voorbeeld strekken de 1024863 10 relatief korte delen 16b van het omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 zich in een richting in hoofdzaak parallel met een lengterichting van het draaddoorvoerlichaam 10 uit, terwijl de relatief lange delen 16a van het omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 zich in een 5 richting in hoofdzaak haaks op genoemde lengterichting van het draaddoorvoerlichaam 10 uitstrekken. Aangezien in de eindstand van het verbindingselement l ten opzichte van het omtrekskader 2 de relatief korte delen 16b van het omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 zich in hoofdzaak parallel met de relatief lange delen 25a, 26a 10 van de opsluitstroken 25, 26 uitstrekken, is het omtrekskader 2 in hoofdzaak verticaal georiënteerd wanneer het draaddoorvoerlichaam 10 van het verbindingselement 1 in hoofdzaak verticaal georiënteerd is. Dat betekent, dat het getoonde verbindingselement 1 geschikt is om aan te grijpen op de zijdelen 2c van het omtrekskader 2 van de lijst 15 4. Binnen het kader van de onderhavige uitvinding is het echter ook mogelijk dat de relatief lange delen 16a van het omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 zich in een richting in hoofdzaak parallel met een lengterichting van het draaddoorvoerlichaam 10 uitstrekken, terwijl de relatief korte delen 16b van het omtreksvlak 16 van het 20 aangrijpblok 15 zich in een richting in hoofdzaak haaks, op genoemde lengterichting van het draaddoorvoerlichaam 10 uitstrekken. In dat geval is het omtrekskader 2 in hoofdzaak horizontaal georiënteerd wanneer het verbindingselement 1 zich ten opzichte van het omtrekskader 2 in de eindstand bevindt en het draaddoorvoerlichaam 10 van 25 het verbindingselement 1 in hoofdzaak verticaal georiënteerd is, en is het verbindingselement 1 geschikt om aan te grijpen op het top-deel 2a van het omtrekskader 2 van de lijst 4.35, in accordance with what is shown in Figure 4, the suspension wire 3 is normally substantially vertically oriented. As a result, the wire feed-through body 10 of the connecting element 1 normally also extends in a substantially vertical direction. In the example shown, the relatively short parts 16b of the peripheral surface 16 of the engagement block 15 extend in a direction in substantially parallel to a longitudinal direction of the wire feed body 10, while the relatively long parts 16a of the circumferential surface 16 of the engagement block 15 extend in a direction substantially perpendicular to said longitudinal direction of the wire feed body 10. Since in the end position of the connecting element 1 relative to the peripheral frame 2 the relatively short parts 16b of the peripheral surface 16 of the engagement block 15 extend substantially parallel to the relatively long parts 25a, 26a 10 of the retaining strips 25, 26 circumferential frame 2 is substantially vertically oriented when the wire feed-through body 10 of the connecting element 1 is substantially vertically oriented. This means that the connecting element 1 shown is suitable for engaging the side parts 2c of the peripheral frame 2 of the frame 4. However, within the scope of the present invention it is also possible that the relatively long parts 16a of the peripheral surface 16 of the engagement block 15 extend in a direction substantially parallel to a longitudinal direction of the wire feed body 10, while the relatively short parts 16b of the circumferential surface 16 of the engagement block 15 extend in a direction substantially perpendicular to said longitudinal direction of the wire feed body 10 extend. In that case, the circumferential frame 2 is substantially horizontally oriented when the connecting element 1 is in the end position relative to the circumferential frame 2 and the wire feed-through body 10 of the connecting element 1 is substantially vertically oriented, and the connecting element 1 is suitable for mounting. grasp the top part 2a of the outline frame 2 of the list 4.

Bij de in de voorgaande alinea beschreven mogelijkheden voor de oriëntatie van het rechthoekige aangrijpblok 15 ten opzichte van de 30 lengterichting van het draaddoorvoerlichaam 10 is er van uit gegaan, dat het aangrijpblok 15 star met het draaglichaam 14 is verbonden.With the options described in the preceding paragraph for the orientation of the rectangular engagement block 15 with respect to the longitudinal direction of the wire feed-through body 10, it is assumed that the engagement block 15 is rigidly connected to the support body 14.

Er is echter ook een uitvoeringsvorm van het verbindingselement 1 denkbaar, waarbij het mogelijk is om het aangrijpblok 15 tijdelijk los te maken en vervolgens in een gewenste positie ten opzichte van 35 het draaglichaam 14 te fixeren, zodat het verbindingselement 10 op eenvoudige wijze kan worden aangepast aan de oriëntatie van de opsluitstroken 25, 26 waarmee het aangrijpblok 15 in aangrijping dient te worden gebracht. In een dergelijke uitvoeringsvorm is het draaglichaam 14 bijvoorbeeld voorzien van meerdere schroefopeningen, en 40 is het aangrijpblok 15 voorzien van een enkele schroefopening, zodat 1024863 11 het mogelijk is om het aangrijpblok 15 in verschillende oriëntaties ten opzichte van het draaglichaam 14 door middel van een bout vast te zetten. Bij· voorkeur zijn in een dergel'ijke uitvoeringsvorm vlakken waarover het draaglichaam 14 en het aangrijpblok 15 contact 5 met elkaar maken, voorzien van een vertanding, zodat genoemde vlakken eerst van elkaar af dienen te worden bewogen, alvorens deze ten opzichte van elkaar kunnen worden geroteerd. In een uitvoeringsvorm waarin een bout 6 wordt toegepast om het aangrijpblok 15 tegen de opsluitstroken 25, 26 van de lijst 4 te spannen, kan genoemde 10 'bout 6 tevens worden toegepast óm het aangrijpblok 15 ten opzichte van het draaglichaam 14 te fixeren.However, an embodiment of the connecting element 1 is also conceivable, wherein it is possible to temporarily release the engagement block 15 and subsequently fix it in a desired position relative to the supporting body 14, so that the connecting element 10 can be adjusted in a simple manner. to the orientation of the retaining strips 25, 26 with which the engagement block 15 is to be brought into engagement. In such an embodiment the bearing body 14 is for instance provided with several screw openings, and 40 the engagement block 15 is provided with a single screw opening, so that it is possible to place the engagement block 15 in different orientations relative to the bearing body 14 by means of a bolt to fix. Preferably in such an embodiment, surfaces over which the support body 14 and the engagement block 15 make contact with each other are provided with a toothing, so that said surfaces must first be moved away from each other before they can be moved relative to each other. rotated. In an embodiment in which a bolt 6 is used to tension the engagement block 15 against the retaining strips 25, 26 of the frame 4, said 10 'bolt 6 can also be used to fix the engagement block 15 relative to the support body 14.

In figuur 4 is getoond hoe een lijst 4 onder toepassing van twee verbindingselementen l volgens de onderhavige uitvinding, twee 15 ophangdraden 3 en twee draagelementen 5 tegen een wand 7 kan worden gehangen. Elk van de verbindingselementen 1 is verbonden met enerzijds een zijdeel 2c van het omtrekskader 2 Van de lijst 4 en anderzijds een ophangdraad 3. Van elke ophangdraad 3 is het bovenste uiteinde 31 verbonden met een draagelement 5, waarbij elk draag-20 element 5 op een bovenzijde 71 van de wand 7 steunt.Figure 4 shows how a frame 4 can be hung against a wall 7 using two connecting elements 1 according to the present invention, two suspension wires 3 and two support elements 5. Each of the connecting elements 1 is connected on the one hand to a side part 2c of the peripheral frame 2 of the frame 4 and on the other hand to a suspension wire 3. Of each suspension wire 3 the upper end 31 is connected to a carrier element 5, each carrier element 5 being connected to a supports the upper side 71 of the wall 7.

Onder toepassing van het verbindingselement 1 volgens de onderhavige uitvinding is de lijst 4 op een zekere wijze opgehangen. Het is niet mogelijk om de lijst 4 van de verbindingselementen 1 af te nemen zonder per verbindingselement l de bout 6 uit de schroef-25 opening 17 te draaien en het verbindingselement 1 ten opzichte van het zijdeel 2c van het omtrekskader 2 van de eindstand naar de beginstand te bewegen door het verbindingselement 1 en het zijdeel 2c een kwartslag ten opzichte van elkaar te roteren. Bovendien wordt het aangrijpblok 15 van het verbindingselement 1 vastgehouden door 30 opsluitstroken 25, 26 die integraal deel uitmaken van het omtrekskader 2. Een dergelijke constructie is robuuster dan een constructie waarbij een verbindingselement wordt vastgehouden door additionele middelen, die van de lijst 4 kunnen afbreken.Using the connecting element 1 according to the present invention, the frame 4 is suspended in a certain way. It is not possible to remove the strip 4 from the connecting elements 1 without unscrewing the bolt 6 from the screw opening 17 per connecting element 1 and the connecting element 1 relative to the side part 2c of the peripheral frame 2 from the end position to the end position. move its initial position by rotating the connecting element 1 and the side part 2c a quarter turn with respect to each other. Moreover, the engagement block 15 of the connecting element 1 is held by 30 retaining strips 25, 26 which form an integral part of the peripheral frame 2. Such a construction is more robust than a construction in which a connecting element is held by additional means which can break off the frame 4.

De toepassing van het verbindingselement 1 volgens de .35 onderhavige uitvinding biedt relatiëf veel stelmogelijkheden voor de positie van de lijst 4 ten opzichte van de wand 7, doordat het mogelijk is om zowel de positie van het verbindingselement 1 ten opzichte van de ophangdraad 3 als de positie van het verbindingselement 1 ten opzichte van de lijst 4 te wijzigen.The use of the connecting element 1 according to the present invention offers relatively many adjustment possibilities for the position of the strip 4 relative to the wall 7, because it is possible to change both the position of the connecting element 1 relative to the suspension wire 3 and the position of the connecting element 1 relative to the frame 4.

1024863 * 121024863 * 12

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de ' onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de ontvang van de 5 uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.It will be apparent to a person skilled in the art that the scope of the present invention is not limited to the examples discussed above, but that various modifications and modifications thereof are possible without departing from the scope of the invention as defined in the appended claims.

Er is bijvoorbeeld een uitvoeringsvorm van het verbindingselement 1 volgens de onderhavige uitvinding denkbaar, waarbij het aangrijpblok 15 roteerbaar is ten opzichte van de overige onderdelen van het verbindingselement 1. In een dergelijke uitvoeringsvorm is 10 het ten behoeve van het tot stand brengen van een verbinding tussen het verbindingselement l en het omtrekskader 2 van een lijst 4 niet nodig dat het verbindingselement l in zijn geheel een kwartslag ten opzichte van het omtrekskader 2 wordt geroteerd; het is voldoende dat alleen het aangrijpblok 15 wordt geroteerd, terwijl de positie 15 van de overige onderdelen van het verbindingselement 1 ten opzichte van het omtrekskader 2 niet behoeft te worden gewijzigd.For example, an embodiment of the connecting element 1 according to the present invention is conceivable, wherein the engagement block 15 is rotatable relative to the other parts of the connecting element 1. In such an embodiment, for the purpose of establishing a connection between the connecting element 1 and the peripheral frame 2 of a frame 4 do not require that the connecting element 1 as a whole is rotated a quarter turn with respect to the peripheral frame 2; it is sufficient that only the engagement block 15 is rotated, while the position 15 of the other parts of the connecting element 1 relative to the peripheral frame 2 need not be changed.

Het zal duidelijk zijn dat wanneer het verbindingselement 1 met een zijdeel 2c van een omtrekskader 2 van een lijst 4 wordt verbonden, het niet noodzakelijk is dat het verbindingselement 1 20 wordt georiënteerd met de kop 12 van de bedienpen 11 boven en het draaglichaam 14 met het aangrijpblok 15 onder. Het is in principe ook mogelijk dat het verbindingselement 1 andersom wordt georiënteerd, dat wil zeggen met het draaglichaam 14 met het aangrijpblok 15 boven en de kop 12 van.de bedienpen 11 onder. Doorgaans.It will be clear that when the connecting element 1 is connected to a side part 2c of a peripheral frame 2 of a frame 4, it is not necessary that the connecting element 1 is oriented with the head 12 of the actuating pin 11 above and the supporting body 14 with the engagement block 15 below. It is also possible in principle for the connecting element 1 to be oriented the other way, i.e. with the support body 14 with the engagement block 15 at the top and the head 12 of the operating pin 11 at the bottom. Usually.

25 zijn de klemmiddelen in het draaddoorvoerlichaam 1 zodanig vormgegeven, dat gebruik wordt gemaakt van het gewicht van de lijst 4 om de klemmiddelen tegen de ophangdraad 3 aan te trekken. In een dergelijk geval hangt de oriëntatie van het verbindingselement 1 samen met de werking van de klemmiddelen.The clamping means in the wire feed-through body 1 are designed such that use is made of the weight of the frame 4 to attract the clamping means against the suspension wire 3. In such a case, the orientation of the connecting element 1 is related to the operation of the clamping means.

30 Het is afhankelijk van de uitvoeringsvorm van het verbindings element 1 volgens de onderhavige uitvinding of het voor het verkrijgen van een zekere verbinding tussen het verbindingselement 1 en het omtrekskader 2 van de lijst 4 belangrijk is om het aangrijpblok 15 tegen de korte delen 25b, 26b van de opsluitstroken 25, 26 35 te spannen. Met name in een uitvoeringsvorm waarin in de eindstand van het verbindingselement 1 ten opzichte van het omtrekskader 2 de relatief korte delen 16b van het omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 aanliggen tegen de binnenoppervlakken van de relatief lange delen 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26, is het mogelijk om de bout 6 1024863 13 en de schroefopening 17 in het draaglichaam 14 en het aangrijpblok 15 weg te laten.It is dependent on the embodiment of the connecting element 1 according to the present invention whether it is important for obtaining a certain connection between the connecting element 1 and the peripheral frame 2 of the frame 4 to engage the engagement block 15 against the short parts 25b, 26b of the retaining strips 25, 26. In particular in an embodiment in which in the end position of the connecting element 1 relative to the peripheral frame 2 the relatively short parts 16b of the peripheral surface 16 of the engagement block 15 abut the inner surfaces of the relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26 It is possible to omit the bolt 6 1024863 13 and the screw opening 17 in the support body 14 and the engagement block 15.

Het is niet noodzakelijk dat het verbindingselement 1 een blokvormig orgaan zoals het getoonde aangrijpblok 15 heeft. Er zijn 5 organen met andere vormen denkbaar, die in een eerste positie ten opzichte van het omtrekskader 2 in de opneemruimte 27 kunnen worden ingebracht, en die na een rotatie ten opzichte van het omtrekskader 2 een tweede positie ten opzichte van het omtrekskader 2 aannemen, waarin het niet mogelijk is om het orgaan voorbij de relatief korte 10 delen 25b, 26b van de opsluitstroken 25, 26 te bewegen en waarin het orgaan eventueel aanligt tegen de binnenoppervlakken van de relatief lange delen 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26. Het orgaan kan bijvoorbeeld staafvormig zijn.It is not necessary for the connecting element 1 to have a block-shaped member such as the engagement block 15 shown. There are conceivable means of other shapes that can be introduced into the receiving space 27 in a first position relative to the circumferential frame 2 and which, after a rotation relative to the peripheral frame 2, assume a second position relative to the peripheral frame 2, in which it is not possible to move the member past the relatively short parts 25b, 26b of the retaining strips 25, 26 and in which the member possibly bears against the inner surfaces of the relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26. The member may, for example, be rod-shaped.

Het is mogelijk dat het gehele omtrekskader. 2 is voorzien van 15 opsluitstroken 25, 26, zoals getoond in figuur 4. Dat neemt niet weg, dat het ook mogelijk is dat bijvoorbeeld alleen de zijdelen 2c van het omtrekskader 2 opsluitstroken 25, 26 omvatten. Overigens kan de lijst 4 ook op een andere plaats dan het omtrekskader 2 van opsluitstroken 25, 26 zijn voorzien. In een alternatieve uitvoerings-20 vorm zijn de opsluitstroken 25, 26 op bepaalde plaatsen onderbroken, zodat het aangrijpblok 15 van het verbindingselement 1 vanaf een onderbreking in de door de opsluitstroken 25, 26 omsloten opneemruimte 27 kan worden geschoven. Wanneer het aangrijpblok 15 direct zodanig ten opzichte van de opsluitstroken 25, 26 is georiënteerd 25 dat de relatief korte delen 16b van het omtreksvlak 16 van het aangrijpblok 15 zich parallel ten opzichte van de relatief lange delen 25a, 26a van de opsluitstroken 25, 26 uitstrekken, dan is het niet meer noodzakelijk dat het aangrijpblok 15 wordt geroteerd.It is possible that the entire outline frame. 2 is provided with retaining strips 25, 26, as shown in figure 4. This does not alter the fact that it is also possible that, for example, only the side parts 2c of the peripheral frame 2 comprise retaining strips 25, 26. Incidentally, the frame 4 can also be provided with retaining strips 25, 26 at a location other than the peripheral frame 2. In an alternative embodiment, the retaining strips 25, 26 are interrupted at certain locations, so that the engagement block 15 of the connecting element 1 can be pushed into the receiving space 27 enclosed by the retaining strips 25, 26 from an interruption. When the engagement block 15 is directly oriented relative to the retaining strips 25, 26 such that the relatively short parts 16b of the peripheral surface 16 of the engagement block 15 extend parallel to the relatively long parts 25a, 26a of the retaining strips 25, 26 then it is no longer necessary for the engagement block 15 to be rotated.

Wanneer een verbindingselement 1 zoals beschreven aan de hand 30 van de figuren wordt toegepast, dan wordt een losneembare verbinding tussen de opsluitstroken 25, 26 van de lijst 4 en het verbindingselement 1 verkregen. Dit is een voordeel, omdat het dan mogelijk is om tijdens het positioneren van de lijst 4 ten opzichte van de wand 7 het verbindingselement 1 niet alleen ten opzichte van de ophang-35 draad 3 te verplaatsen, maar ook ten opzichte van de opsluitstroken 25, 26. Dat neemt echter niet weg, dat het ook mogelijk is dat het verbindingselement 1 een ander aangrijporgaan omvat.When a connecting element 1 as described with reference to the figures is used, a releasable connection between the retaining strips 25, 26 of the frame 4 and the connecting element 1 is obtained. This is an advantage, because it is then possible during the positioning of the strip 4 with respect to the wall 7 to move the connecting element 1 not only with respect to the suspension wire 3, but also with respect to the retaining strips 25, 26. However, this does not alter the fact that it is also possible that the connecting element 1 comprises another engagement member.

In het voorgaande is een verbindingselement 1 voor het 40 verbinden van een lijst 4 met een ophangdraad 3 beschreven, 1024863 14 omvattende een draaddoorvoerlichaam 10 met klemmiddelen voor het opnemen en vasthouden van de ophangdraad 3/ en een aangrijpblok 15 dat bestemd is om in aangrijping te worden gebracht met aan een omtreks-kader 2 van de' lijst 4 verschafte opsluitstroken 25, 26.In the foregoing, a connecting element 1 for connecting a frame 4 to a suspension wire 3 has been described, 1024863 14 comprising a wire feed-through body 10 with clamping means for receiving and holding the suspension wire 3 / and an engaging block 15 intended to engage. be provided with retaining strips 25, 26 provided on a peripheral frame 2 of the list 4.

5 Het aangrijpblok 15 heeft een rechthoekig omtreksvlak 16, en wordt in een beginstand via een opening 28 tussen de opsluitstroken 25, 26 ingebracht in een gedeeltelijk door de opsluitstroken 25, 26 omsloten opneemruimte 27. Door middel van een rotatiebeweging wordt het aangrijpblok 15 in een eindstand gebracht, waarin het aangrijp-10 blok 15 niet meer voorbij de opsluitstroken 25, 26 kan bewegen.The engaging block 15 has a rectangular circumferential surface 16, and is introduced in an initial position via an opening 28 between the enclosing strips 25, 26 into a receiving space 27 partially encircled by the enclosing strips 25, 26. brought to the end position, in which the engagement block 15 can no longer move past the retaining strips 25, 26.

Wanneer het verbindingselement 1 zich in de eindstand bevindt, dan is een verbinding tussen het verbindingselement 1 en de lijst 4 gerealiseerd, die eventueel kan worden gezekerd door het aangrijp- . blok 15 met behulp van een bout 6 tegen de opsluitstroken 25, 26 te 15 spannen.When the connecting element 1 is in the end position, a connection between the connecting element 1 and the frame 4 is realized, which can optionally be secured by the engaging means. block block 15 against the retaining strips 25, 26 with the aid of a bolt 6.

10248631024863

Claims

Connecting element (1) for establishing a connection between a frame (4) with retaining means (25, 26) on the one hand and a suspension element (3) such as a wire on the other, comprising: 5. a lead-through body (10) with a through hole (13) for receiving the suspension element (3); - clamping means adapted to engage and hold onto the suspension element (3); and - an engaging member (15) which is intended to be received at least partially by the retaining means (25, 26) of the frame, and which is adapted to be rotated relative to the retaining means (25, 26) of the list (4) with said retaining means (25, 26) come into engagement.

Connecting element (1) according to claim 1, wherein a dimension of the engaging member (15) deviates in a first direction from a dimension of the engaging member (15) in a second direction, the first and second directions being different from each other.

Connecting element (1) according to claim 1 or 2, wherein the engaging member (15) is block-shaped and has a substantially rectangular peripheral surface (16).

4. Connecting element (1) according to claim 3, wherein at least two corner areas of the peripheral surface (16) are rounded.

5. Connecting element (1) according to any of claims 1-4, wherein the engaging member (15) is adapted to come into contact with the retaining means (25, 26) of the frame (4) in a detachable manner.

Connecting element (1) according to any of claims 1-5, wherein the engaging member (15) comprises tensioning means (6, 17) which are intended for the mutual position of the confining means (25, 26) and the connecting element (1) ) by fixing the engaging member (15) against the retaining means (25, 26) of the frame (4). 1024 8 63 ♦

Connecting element (1) according to claim 6, wherein the tensioning means comprise a bolt (6) and a threaded opening (17) arranged in the engagement member (15) for receiving the bolt (6). 5

Connecting element (1) according to any of claims 1-7, wherein the engaging member (15) has a relatively large dimension in a direction substantially perpendicular to a longitudinal direction of the through hole (13), and wherein the engaging member (15) has a relatively small size in a direction substantially parallel to the longitudinal direction of the through hole (13).

An assembly of a frame (4) and at least one connecting element (1) according to any one of claims 1-8. 15

An assembly according to claim 9, wherein the retaining means (25, 26. of the frame (4) form an integral part of a peripheral frame (2) of the frame (4).