NL1024607C2 - Koppelsamenstel voor voertuigen. - Google Patents

Koppelsamenstel voor voertuigen. Download PDF

Info

Publication number
NL1024607C2
NL1024607C2 NL1024607A NL1024607A NL1024607C2 NL 1024607 C2 NL1024607 C2 NL 1024607C2 NL 1024607 A NL1024607 A NL 1024607A NL 1024607 A NL1024607 A NL 1024607A NL 1024607 C2 NL1024607 C2 NL 1024607C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coupling
assembly
coupling means
rod
standby position
Prior art date
Application number
NL1024607A
Other languages
English (en)
Inventor
Frederik Jacob Eising
Original Assignee
Brink Internat B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Brink Internat B V filed Critical Brink Internat B V
Priority to NL1024607A priority Critical patent/NL1024607C2/nl
Priority to EP04077914A priority patent/EP1526010B1/en
Priority to AT04077914T priority patent/ATE514578T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1024607C2 publication Critical patent/NL1024607C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • B60D1/48Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by the mounting
    • B60D1/52Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by the mounting removably mounted
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • B60D1/01Traction couplings or hitches characterised by their type
    • B60D1/06Ball-and-socket hitches, e.g. constructional details, auxiliary devices, their arrangement on the vehicle

Description

«
Koppelsamenstel voor voertuigen.
De uitvinding heeft betrekking op een koppel-samenstel voor voertuigen, zoals voor een trekhaakvoor-ziening.
Koppelsamenstellen voor voertuigen zijn algemeen 5 en reeds lang bekend. Meestal zijn koppelsamenstellen afgestemd op gebruik voor het trekken van aanhangwagens, middels een trekhaak. Waren dergelijke samenstellen eerst vast, later zijn op de markt gekomen tweedelige trekhaak-samenstellen bestaande uit een opneemgedeelte dat blijvend 10 aan het voertuig bevestigd werd en een loskoppelbaar trek-haakgedeelte, dat in het opneemgedeelte gekoppeld kan worden voor gebruik, en na gebruik kan worden losgekoppeld om te worden opgeborgen. Buiten gebruik vormt de trekhaak dan geen obstakel voor achterlangs het voertuig bewegende 15 personen. Bovendien is het niet toegestaan dat de trek-haakkogel de nummerplaat geheel/gedeeltelijk afdekt.
Een voorbeeld van een dergelijk trekhaaksamenstel is beschreven in de Europese octrooiaanvrage 0.950.549, waarvan de inhoud begrepen moet worden als zijnde hierin 2 0 ingelast.
Vanwege de grote krachten die trekhaken en derge-lijke moeten kunnen opvangen en overdragen moeten deze zeer sterk worden uitgevoerd. Hierdoor is het gewicht van de trekhaken en dergelijke groot, hetgeen ook geldt voor het 1024 60 7 2 losneembare deel. Het hanteren van het losneembare deel kan daardoor veel inspanning vergen. Hierdoor is het lastig het losneembare deel bij het koppelen goed te richten en om aanvullende koppelhandelingen te verrichten, zoals de 5 bediening van een knop. In het algemeen is het koppelen voor velen moeilijk beheersbaar, met als gevolg dat men de ontkoppelfunctie niet meer wil benutten.
Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen.
10 Vanuit een aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een koppel samenstel voor een voertuig, waarbij het koppelsamenstel omvat een eerste koppeldeel dat voorzien is van een verbindingsdeel voor een aanhanger of een accessoire, en een tweede koppeldeel waarmee het eerste 15 koppeldeel op losneembare wijze koppelbaar is in een koppel stand om dat te verbinden met het voertuig, waarbij het eerste koppeldeel eerste en tweede koppelmiddelen omvat en het tweede koppeldeel derde en vierde koppelmiddelen omvat die in de koppel stand samenwerken met de eerste en 20 tweede koppelmiddelen, waarbij het eerste koppeldeel een staafvormig koppeleind omvat waarop de eerste koppelmiddelen zijn gelegen en welke voorzien is van een langsboring en een daarin tot aan de koppelstand verschuifbare koppelstang met een in uitgeschoven stand uit het eind van de 25 langsboring reikende koppelkop. voor het in koppelende samenwerking houden van de genoemde koppelmiddelen, welke koppelstang voorgespannen is naar de uitgeschoven stand, waarbij de eerste en de tweede koppelmiddelen op afstand van elkaar gelegen zijn in de richting van het koppeleind, 30 waarbij de eerste koppelmiddelen dichter bij het uiteinde van het koppeleind gelegen zijn, waarbij het tweede koppeldeel een huis omvat dat een opneemruimte vormt voor het koppeleind en daarvoor een invoereind vormt dat voorzien is van de vierde koppelmiddelen, waarbij de derde 35 koppelmiddelen in invoerrichting van het koppeleind op afstand van het invoereind gelegen zijn, waarbij de tweede en de vierde koppelmiddelen gevormd zijn voor onderlinge 1 0 2 4 6 0 7 3 aangrijping in de koppelstand en voorst gevormd zijn voor onderlinge, steunende aangrijping in een paraatstand, waarin de koppelstang zich nog op een afstand in invoerrichting voor de koppelstand bevindt. Aldus kan het 5 koppelen in twee fasen geschieden: een voorbereidende fase, waarin het te plaatsen koppeldeel alvast op het vaste koppeldeel geplaatst en gesteund wordt, hetgeen met overzicht kan plaatsvinden, en een eindfase, waarin het ingevoerde koppeldeel verder wordt ingevoerd en de 10 daadwerkelijke koppeling plaatsvindt. Tussen beide fasen kan de gebruiker zonodig kort pauzeren en eventueel een controle uitvoeren.
Bij voorkeur zijn de tweede en vierde koppelmiddelen ingericht voor het vormen van een 15 ondersteunende schuifbaan voor het eerste koppeldeel.
Bij voorkeur zijn de tweede en vierde koppelmiddelen gevormd voor het met elkaar verschaffen van een schuiflager tussen de paraatstand en de koppelstand, waardoor het losneembare koppeldeel steeds gesteund en 20 geleid wordt bij de overgang van de paraatstand naar de koppelstand.
De tweede en vierde koppelmiddelen kunnen gevormd zijn voor het met elkaar verschaffen van een draailager tussen de paraatstand en de koppelstand, zodat het 25 losneembare koppeldeel dan een kantelbeweging kan uitvoeren. In een voordelige uitvoering daarvoor worden de tweede of de vierde koppelmiddelen gevormd door horizontaal uitstekende ronde pennen en omvatten de vierde of de tweede koppelmiddelen respectievelijk gebogen lagervlakken. Bij 30 voorkeur bepalen daarbij de gebogen lagervlakken een centrisch draaigedeelte en gaan zij over in een daarvan divergerend steunvlak voor de pennen. Een lager van pennen en half-cirkelvormige randen is op zich voor deze koppelsamenstellen bekend. Bijzonder is hier dat de cir-35 keivormige randen zijn voortgezet voor het vormen van een steun in de paraatstand. In een eenvoudige uitvoering vormen de tweede koppelmiddelen de pennen.
1 0 24 6 0 7 4
De eerste en de derde koppelmiddelen zijn bij voorkeur gevormd voor onderlinge aangrijping in de koppel-stand en voorst gevormd voor onderlinge, steunende aangrijping in een paraatstand, waarin de koppelstang zich nog 5 op een afstand in invoerrichting voor de koppelstand bevindt. De eerste en derde koppelmiddelen werken dan ook mee in de paraatstand.
De eerste en derde koppelmiddelen kunnen met elkaar samenwerkende eerste en derde aanslagvlakken vormen, 10 waarbij de eerste en de derde aanslagvlakken respectievelijk gekeerd zijn tegen de invoerrichting in en met de invoerrichting mee, bij voorkeur schuin,' waarmee een wigwerking kan worden gerealiseerd. De eerste en/of de derde aanslagvlakken kunnen onderscheidelijke vlakgedeelten 15 omvatten voor aangrijping in de paraatstand en aangrijping in de koppelstand. De onderscheidelijke vlakgedeelten kunnen onder een hoek ten opzichte van elkaar staan.
In een verdere uitvoering van het koppelsamenstel volgens de uitvinding vormt de koppelkop aan een kopvlak 20 een eerste aanslagvlak, waarbij het tweede koppeldeel voorzien is van een op afstand van het invoereind gelegen tweede aanslagvlak, dat in de paraatstand in aangrijping verkeert met het eerste aanslagvlak.
In een bij zondere uitvoering hiervan staan het 25 eerste en het tweede aanslagvlak nagenoeg loodrecht op of terughellend op de invoerrichting, waardoor bij omhoogbe-weging van de koppelkop bij verplaatsing van het losneembare koppeldeel van de paraatstand naar de koppelstand de koppelstang vanzelf wordt ingedrukt, zulks met het oog op 30 het vrijmaken van de koppelstang.
Het eerste koppeldeel kan daarbij voorzien zijn van middelen voor het tegen de voorspanning in de boring in ingeschoven toestand vasthouden van de koppelstang, welke vasthoudmiddelen gede-activeerd kunnen worden door een 35 inschuifbeweging van de koppelstang, waarbij het tweede aanslagvlak geplaatst is voor het bij verplaatsing van het eerste koppeldeel van de paraatstand naar de koppelstand 1024607 5 tegen de voorspanning in indrukken van het eerste aanslag-vlak en daarmee van de koppelstang.
De koppelkop kan aan de onderzijde voorzien zijn van een eerste koppelvlak en waarbij tweede aanslagvlak 5 overgaat in een tweede koppelvlak, dat in de koppelstand samenwerkt met het eerste koppelvlak.
Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor plaatsing van een koppelsamenstel volgens de uitvinding, waarbij het eerste koppeldeel eerste 10 in de paraatstand geplaatst wordt, en vervolgens in de koppelstand gebracht wordt door vanuit de paraatstand het verbindingsdeel neerwaarts te verplaatsen onder het opschuiven van het koppeleind in het tweede koppeldeel en het gelijktijdig opwaarts verplaatsen van het uiteinde van 15 het koppeleind.
Bij voorkeur wordt het eerste koppeldeel bij overgang van de paraatstand naar de koppelstand in een verticaal Vlak verdraaid om de tweede koppelmiddelen, waarbij de tweede koppelmiddelen tevens een translatiebe-20 weging naar het tweede koppeldeel uitvoeren.
Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding een voertuig voorzien van een koppelsamenstel volgens de uitvinding.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 25 van een in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeeld-uitvoering. Getoond wordt in:
Figuren IA en 1B respectievelijk een perspectivisch aanzicht op een koppelsamenstel volgens de uitvinding en een schematische, gedeeltelijk opengewerkte doorsnede 30 van het insteek-/opneemeind daarvan, in een eerste fase van koppeling; figuren 2A en 2B respectievelijk een perspectivisch aanzicht op een koppelsamenstel volgens de uitvinding en een schematische, gedeeltelijk opengewerkte doorsnede 35 van het insteek-/opneemeind daarvan, tijdens een tussenfase daarvan; en figuren 3A en 3B respectievelijk een perspecti- 1 0 24 60 7 6 visch aanzicht op een koppelsamenstel volgens de uitvinding en een schematische, gedeeltelijk opengewerkte doorsnede van het insteek-/opneemeind daarvan, bij gerealiseerde koppeling.
5 In figuur IA is een voorbeelduitvoering van een koppelsamenstel 1 volgens de uitvinding weergegeven, omvattend een trekhaakdeel 2 en een opneemdeel 3. Het trekhaakdeel 2 omvat een kogel 4, een hals 5, en een trekhaakstang 6, die bestemd is om opgenomen te worden in 10 opneemdeel 3.
Het opneemdeel 3 vormt een kokervormige opneem-ruimte, die schematisch en opengewerkt is weergegeven, en een opneemruimte vormt voor opname van het (opengewerkte) insteekeind 7 van de trekhaakstang 6.
15 Het trekhaakdeel 2 is voorzien van een draaiknop 15 met handaangrijpdeel 16, voor beweging van een koppelstang 10, die verschuifbaar opgenomen is in boring 8, in het insteekeind 7. De koppelstang 10 is voorzien van een kop 11, die uitsteekt uit eindopening 9 van de boring 8, en 20 is in een richting A voorgespannen door middel van een om de koppelpen 10, in de boring 8 geplaatste schroef veer 13. De koppelkop 11 is aan de onderzijde voorzien van een schuin oploopvlak 37, een daarop aansluitend borgvlak 38, dat onder een stompe hoek daarmee staat, vervolgens een 25 onder 90° daarop staand vlak 39, dan voorwaarts en opwaarts helt ten opzichte van penhartlijn S, dan een onder een stompe hoek daarop staand aanslagvlak 40, dat ten opzichte van hartlijn S achterwaarts en opwaarts helt of terugloopt, en een bovenvlak 41, dat aanligt tegen de binnenwand van de 30 boring 8. In de bovenwand 41 is een kunststof inzetstuk 12 opgenomen, voor aangrijping met de boringwand.
Het insteekdeel 7 is voorts voorzien van aan weerszijden zijwaarts uitstekende aanslagpennen 14.
Het insteekeind 7 is aan de bovenzijde, boven de 35 opening 9 van de boring 8, voorzien van eindvlak 31, een in bovenwaartse richting daarop volgend schuin teruggelegen vlak 32, een plat bovenvlak 33, een daarop volgend schuin 1 0 24 6 0 7 7 achterwaarts neerwaarts lopend vlak 34, dat via een knik overgaat in steiler neerwaarts en achterwaarts hellend vlak 35, dat met een nagenoeg loodrecht daarop staand vlak 36 een uitsparing 51 in de bovenzijde van insteekeind 7 vormt.
5 Het opneemdeel 3, uitvoeriger weergegeven in figuur 1B, is in hoofdzaak kokervormig, zij het met onderbrekingen in de onderwand, uit overwegingen van gewichtsbesparing. Aldus is aan de onderzijde een dwarsdeel 21 aanwezig, die met bovenwand 42 van opneemdeel 3 een invoer-10 opening 50 voor het insteekeind 7 bepaalt, en is aan de onderzijde van het opneemdeel 3, op afstand in (voorwaartse) insteekrichting A, een dwarsdrempel 17 voorzien, die voorzien is van een boring 29 voor gewichtsbesparing. De bovenwand 42 is nabij de invoeropening 50 voorzien van een 15 dwarsdoorgaande boring 30. Aan de onderzijde, te beginnen aan de invoeropening 50, is de bovenwand 42 voorzien van een schuin geleidingsvlak 27, vervolgens van een concaaf/convex vlak 28, en vervolgens van een recht schuin vlak 26. De bovenwand 42 eindigt in een min of meer lood-20 recht ten opzichte van het vlak 26 staand aanslagvlak 25, dat schuin opwaarts/voorwaarts reikt.
Drempel 17 omvat een schuin terughellend aanslagvlak 18, dat via een nagenoeg rechte hoek overgaat in een vlak 19, dat via een flauwe hoek overgaat in een vlak 25 20. De vlakken 18 en 40 zijn althans nagenoeg parallel, in figuren 1A,B.
Nabij de invoeropening 50 is het opneemdeel 3 voorzien van lagerdelen 22, met een cirkelvormige aan-slagrand 23 en een daarop vloeiend aansluitend recht 30 steunvlak 24.
Onder verwijzing naar de figuren LA, 1B, 2A, 2B, 3A en 3B zal de werking van het daarin weergegeven koppel-samenstel 1 worden toegelicht.
In figuur IA en 1B is het trekhaakdeel 2 met het 35 invoereind 7 ingevoerd in opneemdeel 3, in de richting PI. Dit kan door de gebruiker geschieden door één hand te plaatsen onder de kop 15 en de andere hand te plaatsen op 10 24 6 0 7 8 de trekhaakknop 4. Het trekhaakdeel 2 is met invoereind 7 zo ver in de richting A ingevoerd in het opneemdeel 3, dat dwarspennen 14 aan beide zijden (slechts één zijde is weergegeven), steunen op recht steunvlak 24 van lagerdelen 5 22.
In de situatie weergegeven in figuren IA en 1B is het aanslagvlak 40 van de koppelkop 11 aangekomen tegen het terugliggend aanslagvlak 18 van drempel 17. Het invoereind 7 bevindt zich nu in de zogenaamde paraatstand, waarin de 10 schuif stang 10 ingetrokken is in de boring 8, met de kop 11 voor het grootste deel binnen de opening 9, maar waarin de schuifpen 10 door drukveer 13 voorgespannen is naar een uit het invoereind 7 uitgestoken stand. Dat wordt echter verhinderd door middel van een verder niet te beschrijven, 15 maar op zich bekend, trigger-mechanisme ter plaatse van de knop 15. Dit trigger-mechanisme werkt zodanig dat wanneer een kracht die een bepaalde drempelwaarde overstijgt wordt uitgeoefend op de koppelkop 11, in een de drukveer 13 samendrukkende richting, de koppelstang 10, na over een 20 afstand te zijn ingedrukt, wordt vrijgegeven zodat de drukveer 13 koppelstang 10 met koppelkop 11 naar buiten kan drukken.
Aan de bovenwand van het insteekdeel 7 haakt het vlak 35 ter plaatse van de knikvormige overgang naar vlak 25 34 net achter aanslagvlak 25 van de bovenwand 42. De trekhaakstang 6 bevindt zich aldus op drie plaatsen in aan-grijping met het opneemdeel 3, dat wil zeggen ter plaatse van pennen 15 met steunvlak 24, van aanslagvlak 40 met aanslagvlak 18 en van vlak 35 met aanslagvlak 25. In die 30 toestand is op zich sprake van een enigermate stabiele toestand, een paraatstand, die indien gewenst door verdere aangrijping van het trekhaakdeel 2 kan worden opgeheven voor voltooiing van de koppel-handeling. Anderzijds kan dan nog het trekhaakdeel 2 worden teruggehaald zonder de 35 noodzaak tot bediening van de knop 15.
Wanneer de gebruiker daadwerkelijke koppeling wil bewerkstelligen, dan kan men eenvoudig een neerwaartse 1024 6 0 7 9 kracht F2 uitoefenen op de trekhaakknop 4, met als gevolg dat de aanslagpennen 14, zoals weergegeven in figuur 2B, over het steunvlak 24 in de richting B zullen schuiven, naar de cirkelvormige aanslagrand 23 toe. Door de verticale 5 richting van de kracht F2 zal hierbij ook een kantelmoment C worden uitgeoefend op het trekhaakdeel 2. Het aanslagvlak 40 zal in de richting E langs het aanslagvlak 18 omhoog schuiven, waarbij als gevolg van de achterwaartse helling daarvan de koppelkop 11 tegen de veerkracht van drukveer 13 10 in de richting D ingedrukt zal worden. Als gevolg van het kantelmoment C zal ook het vlak 35 opwaarts bewegen (F) welke vlak dan over een groter vlak langs het aanslagvlak 25 komt te liggen. Door de schuine oriëntatie van deze vlakken ten opzichte van de invoerrichting A zal het 15 insteekdeel 7 zelf op betrouwbare wijze, en als vanzelf verder in de opneemruimte 3 worden getrokken.
Het trigger-mechanisme is zodanig ten opzichte van de beweging van de koppelstang 10 afgestemd, dat wanneer de aanslagpennen 14 aanliggen tegen het cirkelvor-20 mige aanslagvlak 23, zoals getoond in figuren 3A en 3B, het trigger-mechanisme zal zijn vrijgegeven, en de koppelkop 11 met neusvlak 39 ter plaatse van koppelvlak 19 is gekomen, zodat de drukveer 13 de koppelstang 10 uitzet invloed kan uitoefenen. Het neusvlak 39 schuift dan verder in de 25 richting G over het vlak 19, waarbij het insteekdeel 7 verder opwaarts gedwongen wordt in de richting F. Vervolgens schuiven de vlakken 19 en 37 (die dan nagenoeg parallel zijn), over elkaar, waardoor het insteekdeel 7 verder opwaarts wordt gedwongen in de richting F. De 30 oriëntatie van de genoemde vlakken is zodanig, dat ook de vlakken 25 en 35 langs elkaar schuiven, en een strakke, spelingvrije passing is verkregen, wanneer de koppelpen 10 volledig uitgezet is. Dan is de situatie weergegeven in de figuren 3A en 3B verkregen, waarin het invoereind 7 van het 35 trekkerdeel 2 op betrouwbare wijze is vastgeklemd in het opneemdeel 3. In deze positie zorgen de samenwerkingen tussen de aanslagpennen 14 en cirkelvormig draagvlak 23, de 10246 0 7 10 (wig)vlakken 19 en 37, en de (wig)vlakken 25 en 35 voor een vaste klemming. Aldus is een vorm van driepuntsoplegging verkregen. De drukveer 13 zorgt hierbij voor het met kracht instandhouden van deze verbinding. Het borgvlak 38 vormt nu 5 een neerwaarts aanslagvlak dat ongeveer parallel is met vlak 20 en een extra borgmiddel vormt bij onverhoopt terugbewegen van de koppelpen 10.
Voor het gewenste ontkoppelen kan op op zich bekende wijze de bedieningsknop 15 aangegrepen en geroteerd 10 worden, om de koppel stang 10 in te trekken, zodat de kop 11 voor het grootste deel in de opening 9, in de boring 8 wordt ingetrokken. Dan kan men met een opwaartse kracht op de trekhaakknop 4, onder het terughalen in een richting tegengesteld aan de richting A van het trekhaakdeel 2, het 15 invoerdeel 7 uit het opneemdeel 3 trekken.
1024 6 0 7

Claims (20)

1. Koppel samenstel voor een voertuig, waarbij het koppelsamenstel omvat een eerste koppeldeel dat voorzien is van een verbindingsdeel voor een aanhanger of een accessoire, en een tweede koppeldeel waarmee het eerste 5 koppeldeel op losneembare wijze koppelbaar is in een koppelstand om dat te verbinden met het voertuig, waarbij het eerste koppeldeel eerste en tweede koppelmiddelen omvat en het tweede koppeldeel derde en vierde koppelmiddelen omvat die in de koppelstand samenwerken met de eerste en 10 tweede koppelmiddelen, waarbij het eerste koppeldeel een staafvormig koppeleind omvat waarop de eerste koppelmiddelen zijn gelegen en welke voorzien is van een langsboring en een daarin tot aan de koppelstand verschuifbare koppelstang met een in uitgeschoven stand uit het eind van de 15 langsboring reikende koppelkop voor het in koppelende samenwerking houden van de genoemde koppelmiddelen, welke koppelstang voorgespannen is naar de uitgeschoven stand, waarbij de eerste en de. tweede koppelmiddelen op afstand van elkaar gelegen zijn in de richting van het koppeleind, 20 waarbij de eerste koppelmiddelen dichter bij het uiteinde van het koppeleind gelegen zijn, waarbij het tweede koppeldeel een huis omvat dat een opneemruimte vormt voor het koppeleind en daarvoor een invoereind vormt dat voorzien is van de vierde koppelmiddelen, waarbij de derde 25 koppelmiddelen in invoerrichting van het koppeleind op afstand van het invoereind gelegen zijn, waarbij de tweede én de vierde koppelmiddelen gevormd zijn voor onderlinge aangrijping in de koppelstand en voorst gevormd zijn voor onderlinge, steunende aangrijping in een stabiele 30 paraatstand, waarin de koppelstang zich nog op een afstand in invoerrichting voor de koppelstand bevindt. 1 0 24 607
2. Koppelsamenstel volgens conclusie 1, waarbij de tweede en vierde koppelmiddelen zijn ingericht voor het vormen van een ondersteunende schuifbaan voor het eerste koppeldeel.
3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de tweede en vierde koppelmiddelen gevormd zijn voor het met elkaar verschaffen van een schuiflager tussen de paraatstand en de koppelstand.
4. Samenstel volgens een der voorgaande 10 conclusies, waarbij de tweede en vierde koppelmiddelen gevormd zijn voor het met elkaar verschaffen van een draailager tussen de paraatstand en de koppelstand.
5. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tweede of de vierde koppelmiddelen 15 gevormd worden door horizontaal uitstekende ronde pennen en de vierde of de tweede koppelmiddelen respectievelijk gebogen lagervlakken omvatten.
6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij de gebogen lagervlakken een centrisch draaigedeelte bepalen en 20 overgaan in een daarvan divergerend steunvlak voor de pennen.
7. Samenstel volgens conclusie 5 of 6, waarbij de tweede koppelmiddelen de pennen vormen.
8. Samenstel volgens een der voorgaande 25 conclusies, waarbij de eerste en de derde koppelmiddelen gevormd zijn voor onderlinge aangrijping in de koppelstand en voorst gevormd zijn voor onderlinge, steunende aangrijping in eén paraatstand, waarin de koppelstang zich nog op een afstand in invoerrichting voor de koppelstand 30 bevindt.
9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij de eerste en derde koppelmiddelen met elkaar samenwerkende eerste en derde aanslagvlakken vormen, waarbij de eerste en de derde aanslagvlakken respectievelijk gekeerd zijn tegen 35 de invoerrichting in en met de invoerrichting mee, bij voorkeur schuin.
10. Samenstel volgens conclusie 9, waarbij de 10 24 6 0 7 eerste en/of de derde aanslagvlakken onderscheidelijke vlakgedeelten omvatten voor aangrijping in de paraatstand en aangrijping in de koppelstand.
11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de 5 onderscheidelijke vlakgedeelten onder een hoek ten opzichte van elkaar staan.
12. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de koppelkop aan een kopvlak een eerste aanslagvlak vormt, waarbij het tweede koppeldeel voorzien 10 is van een op afstand van het invoereind gelegen tweede aanslagvlak, dat in de paraatstand in aangrijping verkeert met het eerste aanslagvlak.
13. Samenstel volgens conclusie 12, waarbij eerste en het tweede aanslagvlak nagenoeg loodrecht op of 15 terughellend op de invoerrichtihg staan.
14. Samenstel volgens conclusie 12 of 13, waarbij het eerste koppeldeel voorzien is van middelen voor het tegen de voorspanning in de boring in ingeschoven toestand vasthouden van de koppelstang, welke vasthoudmiddelen gede- 20 activeerd kunnen worden door een inschuifbeweging van de koppelstang, waarbij het tweede aanslagvlak geplaatst is voor het bij verplaatsing van het eerste koppeldeel van de paraatstand naar de koppelstand tegen de voorspanning in indrukken van het eerste aanslagvlak en daarmee van de 2. koppelstang.
15. Samenstel volgens conclusie 12, 13 of 14, waarbij de koppelkop aan de onderzijde voorzien is van een eerste koppelvlak en waarbij tweede aanslagvlak overgaat in een tweede koppelvlak, dat in de koppelstand samenwerkt met 30 het eerste koppelvlak.
16. Werkwijze voor plaatsing van een koppelsamen-stel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste koppeldeel eerste in de paraatstand geplaatst wordt, en vervolgens in de koppelstand gebracht wordt door vanuit 35 de paraatstand het verbindingsdeel neerwaarts te verplaatsen onder het opschuiven van het koppeleind in het tweede koppeldeel en het gelijktijdig opwaarts verplaatsen 1024 6 0 7 van het uiteinde van het koppeleind.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij het eerste koppeldeel bij overgang van de paraatstand naar de koppelstand in een verticaal vlak verdraaid wordt om de 5 tweede koppelmiddelen, waarbij de tweede koppelmiddelen tevens een translatiebeweging naar het tweede koppeldeel uitvoeren.
18. Voertuig voorzien van een koppelsamenstel volgens een der conclusies 1-15.
19. Samenstel voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
20. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde 15 tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1024607
NL1024607A 2003-10-24 2003-10-24 Koppelsamenstel voor voertuigen. NL1024607C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024607A NL1024607C2 (nl) 2003-10-24 2003-10-24 Koppelsamenstel voor voertuigen.
EP04077914A EP1526010B1 (en) 2003-10-24 2004-10-22 Coupling assembly for vehicles
AT04077914T ATE514578T1 (de) 2003-10-24 2004-10-22 Kupplungseinheit für kraftfahrzeuge

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024607A NL1024607C2 (nl) 2003-10-24 2003-10-24 Koppelsamenstel voor voertuigen.
NL1024607 2003-10-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1024607C2 true NL1024607C2 (nl) 2005-05-03

Family

ID=34386864

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1024607A NL1024607C2 (nl) 2003-10-24 2003-10-24 Koppelsamenstel voor voertuigen.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP1526010B1 (nl)
AT (1) ATE514578T1 (nl)
NL (1) NL1024607C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2006065117A1 (en) 2004-12-14 2006-06-22 Thule Towing Systems B.V. Load carrier for passenger cars
NL1032141C2 (nl) * 2006-07-10 2008-01-18 Thule Towing Systems B V Koppelsamenstel voor een voertuig.
NL1033075C2 (nl) * 2006-12-18 2008-06-19 Thule Towing Systems B V Koppelsamenstel met koppelkoprem.
EP2058151A1 (en) * 2007-11-08 2009-05-13 Hnos. Sanchez-Lafuente, S.A. Detachable tow hitch on vehicle
NL2001621C2 (nl) * 2008-05-27 2009-11-30 Terwa B V Losneembaar trekhaakdeel.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8813812U1 (nl) * 1988-11-04 1988-12-29 Peka-Fahrzeugbau Gmbh + Co Kg, 7500 Karlsruhe, De
DE9105268U1 (nl) * 1991-04-29 1991-07-25 Peka-Fahrzeugbau Gmbh + Co Kg, 7500 Karlsruhe, De
NL1008214C2 (nl) * 1998-02-05 1999-08-06 Brink Bv Ophang- of aanhangsamenstel.
EP0950549A1 (en) 1998-04-17 1999-10-20 Ellebi S.r.l. Vehicle towing member with a removable but automatically lockable ball hook, provided with a current socket

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8813812U1 (nl) * 1988-11-04 1988-12-29 Peka-Fahrzeugbau Gmbh + Co Kg, 7500 Karlsruhe, De
DE9105268U1 (nl) * 1991-04-29 1991-07-25 Peka-Fahrzeugbau Gmbh + Co Kg, 7500 Karlsruhe, De
NL1008214C2 (nl) * 1998-02-05 1999-08-06 Brink Bv Ophang- of aanhangsamenstel.
EP0950549A1 (en) 1998-04-17 1999-10-20 Ellebi S.r.l. Vehicle towing member with a removable but automatically lockable ball hook, provided with a current socket

Also Published As

Publication number Publication date
EP1526010B1 (en) 2011-06-29
EP1526010A1 (en) 2005-04-27
ATE514578T1 (de) 2011-07-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5014628A (en) Latch mechanism
US5009446A (en) Self aligning coupling apparatus
US6145447A (en) Foldable table for vehicles
US4844497A (en) Self-coupling trailer hitch
US6328326B1 (en) Self-aligning hitch
US4726405A (en) Extension table assembly for table saws
NL1024607C2 (nl) Koppelsamenstel voor voertuigen.
US7658662B2 (en) Automatic locking system for dumping toy
US20190193495A1 (en) Cage to cage locking mechanism
US20180257721A1 (en) Foldable utility trailer
US8070028B2 (en) Foldable truck bed extender
NL2021585A (nl) Afneembare koppelinrichting voor aanhangers aan voertuigen en bijbehorende ontgrendelingsinrichting
US8051519B1 (en) Collapsible small vehicle loader apparatus
JPH05506284A (ja) コイン作動式ショッピングカート錠止装置
AU2001272269B2 (en) Self-aligning hitch
US11279296B2 (en) Cargo carrier system
US4893829A (en) Self aligning coupling apparatus
NL1018947C2 (nl) Koppelinrichting voor het koppelen van een lastdrager aan een trekhaak van een voertuig.
US11305802B2 (en) Hand truck easy hitch
AU2001272269A1 (en) Self-aligning hitch
US6758485B1 (en) Retractable hitch
NL1032141C2 (nl) Koppelsamenstel voor een voertuig.
US4883285A (en) Removable trailer hitch
US6702505B1 (en) Hook element
US7185935B1 (en) Truck bed cover

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Owner name: THULE TOWING SYSTEMS B.V.

Effective date: 20061030

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130501