NL1024320C2 - Scheidingswand, wandelementen en wandcassettes voor een dergelijke scheidingswand. - Google Patents
Scheidingswand, wandelementen en wandcassettes voor een dergelijke scheidingswand. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1024320C2 NL1024320C2 NL1024320A NL1024320A NL1024320C2 NL 1024320 C2 NL1024320 C2 NL 1024320C2 NL 1024320 A NL1024320 A NL 1024320A NL 1024320 A NL1024320 A NL 1024320A NL 1024320 C2 NL1024320 C2 NL 1024320C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- wall
- coupling
- cassette
- profile
- dividing
- Prior art date
Links
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 80
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 80
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 80
- 238000005192 partition Methods 0.000 claims description 36
- 230000000087 stabilizing effect Effects 0.000 claims description 7
- 125000006850 spacer group Chemical group 0.000 claims description 6
- 230000006641 stabilisation Effects 0.000 claims description 3
- 238000011105 stabilization Methods 0.000 claims description 3
- 238000009413 insulation Methods 0.000 description 10
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 7
- 230000007704 transition Effects 0.000 description 5
- 239000004020 conductor Substances 0.000 description 3
- 239000006260 foam Substances 0.000 description 3
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 2
- 239000004033 plastic Substances 0.000 description 2
- 239000002023 wood Substances 0.000 description 2
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 1
- 230000015572 biosynthetic process Effects 0.000 description 1
- 230000008859 change Effects 0.000 description 1
- 229920001971 elastomer Polymers 0.000 description 1
- 238000001125 extrusion Methods 0.000 description 1
- 230000009970 fire resistant effect Effects 0.000 description 1
- 229920001821 foam rubber Polymers 0.000 description 1
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 230000002787 reinforcement Effects 0.000 description 1
- 238000007789 sealing Methods 0.000 description 1
- 230000007480 spreading Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/74—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
- E04B2/82—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge characterised by the manner in which edges are connected to the building; Means therefor; Special details of easily-removable partitions as far as related to the connection with other parts of the building
- E04B2/821—Connections between two opposed surfaces (i.e. floor and ceiling) by means of a device offering a restraining force acting in the plane of the partition
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/74—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
- E04B2/7407—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts
- E04B2/7448—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts with separate framed panels without intermediary posts, extending from floor to ceiling
- E04B2/745—Glazing details
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/38—Connections for building structures in general
- E04B1/61—Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other
- E04B1/6108—Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other the frontal surfaces of the slabs connected together
- E04B1/612—Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other the frontal surfaces of the slabs connected together by means between frontal surfaces
- E04B1/6179—Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other the frontal surfaces of the slabs connected together by means between frontal surfaces with protrusions and recesses on each frontal surface
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/74—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
- E04B2/7407—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts
- E04B2/7416—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts with free upper edge, e.g. for use as office space dividers
- E04B2002/7446—Post-like profiles for connecting panels at an angle
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/74—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
- E04B2002/7488—Details of wiring
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Building Environments (AREA)
Description
ι . . : §
SCHEIDINGSWAND, WANDELEMENTEN EN WANDCASSETTES VOOR EEN DERGELIJKE SCHEIDINGSWAND
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een scheidingswand. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een scheidingswand die in een open ruimte opstelbaar en wegneembaar is, die een goede geluidisolatie 5 bezit en in hoofdzaak nagelvrij opstelbaar is. Aldus is het met een dergelijke scheidingswand mogelijk herhaaldelijk naar wens de scheidingswand in de open ruimte te verplaatsen terwijl in hoofdzaak dezelfde elementen van de scheidingswand kunnen worden gebruikt terwijl de op- en afbouw werkzaamheden relatief 10 eenvoudig en snel uitvoerbaar zijn.
Uit WO-02/48476 is een scheidingswand bekend, waarvan de wandelementen voorzien zijn van een centraal gelegen akoestische wandplaat, terwijl de wandelementen alle verbonden zijn door middel van een stervormig profiel. De onderhavige 15 uitvinding beoogt een scheidingswand te verschaffen die verder verbeterde eigenschappen bezit, met name verbeterde eigenschappen voor wat betreft geluidisolatie onder gebruikmaking van relatief goedkope constructieve elementen.
Dit wordt bereikt met een scheidingswand volgens de uitvinding 20 welke omvat tenminste twee in horizontale richting met elkaar gekoppelde wandelementen, waarbij tenminste één wandelement de vorm bezit van een wandcassette, die is opgebouwd uit twee langsprofielen en twee op afstand van elkaar via koppelmiddelen met de langsprofielen gekoppelde akoestische wandplaten, 1024320
I I
I 2 I
B I
I waarbij langsprofielen zijn voorzien van losmaakbare I
I wandkoppelelementen voor koppeling met een aangrenzend I
I wandelement. Door gebruik te maken in de wandcassette van I
I akoestische wandplaten die in feite trilling-slap zijn I
I 5 gekoppeld, is verassenderwijze gebleken dat de geluidisolatie I
I sterk verbetert. Dergelijke akoestische wandplaten kunnen zijn I
I gevormd uit kunststof en hout maar metalen akoestische I
I wandplaten lijken een maximale geluidisolatie bij zo laag I
I mogelijke kosten op te leveren. In de wandcassette dienen de I
I 10 beide langsprofielen en de beide akoestische wandplaten één I
I geheel te vormen door middel van een triHing-slappe koppeling I
I met koppelelementen. Deze koppelelementen borgen tegen een I
I ongewenste ontkoppeling en zijn bij voorkeur nog losmaakbaar. I
I In een eerste uitvoeringsvorm zijn langsprofielen en I
I 15 de akoestische wandplaten direct met elkaar gekoppeld via deze I
I samenwerkende koppelelementen. Een dergelijke constructie heeft I
I voorkeur indien in de akoestische wandplaten delen van de I
I koppelelementen op relatief eenvoudige wijze kunnen worden I
I aangebracht. Bijvoorbeeld doet zich dit voor in geval van I
I 20 akoestische wandplaten die zijn gevormd uit hout of kunststof. I
I Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de I
I wandcassette als koppelmiddelen tenminste één tussen de I
I langsprofielen zich uitstrekkend koppelframe voor het koppelen I
I van de langsprofielen en insluitmiddelen voor het insluiten van I
I 25 de akoestische wandplaten. In dat geval wordt in feite de I
I cassette gevormd door de langsprofielen en het koppelframe I
I terwijl de akoestische wandplaten tussen deze de I
I cassettevormende langsprofielen en koppelframe zijn ingesloten. I
I Voor een optimale constructie van een dergelijke wandcassette I
I 30 bevat deze tenminste twee koppelframes aan het boven- en I
I ,024320 I
v 3 ondereinde van de cassette en meer bij voorkeur afhankelijk van de hoogte van de cassette daartussen één of meer koppelframes. Doordat de akoestische wanden zijn ingesloten is het niet noodzakelijk dat deze akoestische wanden zijn voorzien van 5 onderdelen van de koppelelementen en/of van de insluitelementen. In dat geval kunnen de akoestische wandplaten uit zuiver plaatvormig materiaal zijn gevormd en in dat verband heeft grote voorkeur metalen akoestische wandplaten te gebruiken die een zeer hoge geluidisolatie opleveren. De 10 brandwerende eigenschappen van een dergelijke wandcassette worden verder verbeterd indien het koppelframe is voorzien van tenminste één met de akoestische wandplaten gekoppelde bij voorkeur metalen koppelbeugel. Aldus wordt vermeden dat in geval van brand op ongewenste wijze de akoestische wandplaten 15 vroegtijdig los geraken uit de wandcassette.
Indien de scheidingswand volgens de uitvinding over een bepaalde hoogte moet worden opgesteld kan het voorkeur genieten indien een wandelement is gevormd door tenminste twee gestapelde wandcassettes. Aldus is het mogelijk door twee of 20 meer wandcassettes te stapelen de gewenste scheidingswandhoogte te realiseren.
Indien verder bij voorkeur tenminste één langsprofiel is voorzien van een stabilisatiestrip, wordt het voordeel verkregen dat een langsprofiel wordt verstevigd en eventueel 25 gestabiliseerd, waardoor gebruik kan worden gemaakt van relatief buigzame langsprofielen die verstijven door het opnemen van de stabilisatiestrip. Voor een goede met name verticale fixering van de stabilisatiestrip in het langsprofiel heeft het voorkeur dat bijvoorbeeld het koppelframe is voorzien 30 van tenminste één klemnok. In geval van gestapelde 1024320 I 4 I wandcassettes heeft het voorkeur dat een stabilisatiestrip zich I uitstrekt in deze gestapelde wandcassettes waardoor de scheidingswand een optimale stabilisatie verkrijgt.
I Indien het gewenst is dat wandelementen opstelbaar I 5 zijn onder een hoek, een zogenaamde draaihoek, dan heeft het I verder voorkeur dat wandkoppelmiddelen omvatten een draaipunt, I een gekromd geleidingsvlak en een daarover verplaatsbare geleider voor het onder een draaihoek koppelen van een ι I wandelement. Aldus is het mogelijk dat door een draaiing van de 10 onderlinge wandelementen in de koppelmiddelen een dergelijke < I draaihoek kan worden ingesteld.
I Teneinde te realiseren dat slechts één type I langsprofiel benodigd is voor het vormen van de wandcassette, I heeft het voorkeur dat de gekoppelde wandprofielen I 15 puntsymmetrisch zijn. Aldus is het mogelijk om aan elkaar grenzende langsprofielen door een lengteasdraaiing of over de I lengte kanteling als gevolg van de puntsymmetrie met dezelfde langsprofielen de vereiste koppeling te realiseren.
I Indien verder bij voorkeur de wandcassette is i 20 voorzien van een losneembare zichtwand, wordt een scheidingswand verkregen waarbij de zichtwand vervangbaar is en stelbaar is zonder dat de overige onderdelen van de | H scheidingswand dienen te worden verplaatst. Aldus is het I mogelijk bij verandering van interieur of bij schade van de , 25 zichtwand deze te vervangen.
Indien onderling aan elkaar grenzende wandelementen over relatief grote draaihoeken moeten worden opgesteld dan wel drie of vier wandelementen elkaar ontmoeten op een kruispunt dan heeft het voorkeur op een dergelijk kruispunt de koppeling H 30 te realiseren door gebruik te maken van een sterprofiel en I 1024320 5 tussen elk langsprofiel opgenomen aansluitprofiel. Indien verder bij voorkeur het sterprofiel is voorzien van tenminste één afstandhouder voor een zichtwand, verkrijgt de scheidingswand de mogelijkheid over een dergelijke koppeling 5 met sterprofiel een zichtwand te plaatsen die een strakke zichtwand oplevert ondanks de scherpe of stompe hoek ter hoogte van de overgang bij het sterprofiel.
Indien een scheidingswand wordt opgesteld in een open ruimte terwijl de steekmaat van de wandcassettes niet 10 overeenkomt met de steekmaat van de open ruimte, heeft het verder voorkeur gebruik te maken van tenminste één wandcassette die is opgebouwd uit horizontaal in elkaar schuifbare wandcaseettedelen. Aldus is het mogelijk om met een dergelijke in- en uitschuifbare wandcassette de afstand te overbruggen.
15 Een alternatief is een uitvoering, waarbij de koppelmiddelen verstelbaar zijn, waardoor de afstand tussen de langsprofielen aangepast kan worden aan de beschikbare ruimte.
Indien verder bij voorkeur langsprofielen en/of plintprofielen zijn voorzien van een kabelgoot, is het mogelijk 20 om via de horizontale en verticale kabelgoten kabels naar een gewenste plaats aan het zicht onttrokken te leiden.
Voor een optimale stabiele plaatsing van de scheidingswand heeft het verder voorkeur om de scheidingswand te borgen aan het plafond waartoe dan gebruik wordt gemaakt van 25 een instelbare bij voorkeur verende vijzel die bij voorkeur afsteunt op of in een langsprofiel.
Een ander aspect van de uitvinding heeft betrekking op een wandelement en op een wandcassette zoals die wordt gebruikt in de hiervoor beschreven scheidingswand volgens de 30 uitvinding.
1024320
6 I
Η
Genoemde en andere kenmerken van de scheidingswand, I
het wandelement en de wandcassette volgens de uitvinding zullen I
hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van een aantal I
uitvoeringsvoorbeelden die slechts bij wijze van voorbeeld I
5 worden gegeven zonder dat daartoe de uitvinding wordt geacht I
beperkt te zijn. Hierbij wordt verwezen naar de bijgevoegde I
tekeningen, waarin: I
Figuur 1 toont in perspectivisch, deels weg gebroken I
aanzicht een scheidingswand volgens de uitvinding; I
10 Figuur 2 toont op een andere schaal in zijaanzicht I
deels weg gebroken de scheidingswand volgens de uitvinding; I
Figuur 3 toont de bovenzijde van een cassette voor I
een scheidingswand volgens de uitvinding; I
Figuur 4 toont in doorsnede detail IV uit figuur 5; I
15 Figuur 5 toont op een andere schaal in perspectief I
een koppeling tussen twee wandcassettes volgens de uitvinding; I
Figuur 6 en 9 detail VI uit figuur 4 respectievelijk I
een variant van het detail VI; I
Figuur 7 en 8 met figuur 4 en 5 overeenkomende I
20 aanzichten van onder een draaihoek geplaatste wandcassettes I
volgens de uitvinding; I
Figuur 10 in perspectivisch aanzicht in uitgeschoven I
toestand een schuifbare wandcassette volgens de uitvinding; I
Figuur 11 in bovenaanzicht deels in doorsnede een I
25 langsaansluiting met een in figuur 10 getoonde in en I
uitschuifbare wandcassette; I
Figuur 12 met figuur 5 overeenkomend aanzicht; I
Figuur 13 een druppelvergroting volgens de pijl XIII I
uit figuur 12; I
30 Figuur 14 en 15 een variant van in figuur 4 getoonde I
1024320 I
* 7 koppeling tussen wandcassettes volgens de uitvinding;
Figuur 16 in bovenaanzicht een sterprofiel, een aansluitprofiel en een afstandhouder; en
Figuurl7 en 18 in perspectivisch aanzicht een 5 instelbare vijzel volgens de uitvinding.
Figuur 19 in perspectivisch aanzicht een tweede uitvoeringsvorm van een scheidingswand volgens de uitvinding;
Figuur 20 in perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen een cassette van de wand van figuur 19; 10 Figuur 21 in perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen een koppelprofiel van de wand volgens figuur 19;
Figuur 22 in perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen de instelbare vijzel van figuur 19; 15 Figuur 23 een dwarsdoorsnede aanzicht volgens de pijl XXIII in figuur 19;
Figuur 24 een dwarsdoorsnede aanzicht volgens de pijl * XXIV in figuur 19;
Figuur 25 een dwarsdoorsnede aanzicht van het 20 verbindingsprofiel;
Figuur 26 een dwarsdoorsnede aanzicht van het aansluitprofiel;
Figuur 27 een dwarsdoorsnede aanzicht van twee gekoppelde cassettes; 25 Figuur 28 een dwarsdoorsnede aanzicht van drie onder een hoek gekoppelde cassettes;
Figuur 29 een perspectivisch aanzicht van een deel van een instelbare wandcassette;
Figuur 30 een variant van de instelbare wandcassette 30 volgens figuur 29; 1024320
8 I
Η
Figuur 31 een perspectivisch aanzicht van een deel I
van de instelbare wandcassette volgens figuren 29 en 30. I
Figuur 1 toont een scheidingswand 1 volgens de I
uitvinding die is opgebouwd uit een aantal met elkaar I
5 gekoppelde wandelementen 2 waarover telkens een losmaakbare I
zichtwand 3 is geplaatst. De scheidingswand 1 omvat verder een I
aantal vensters 4 en een deur 5 en kan ter hoogte van de plaats I
6 onder een draaihoek zijn opgesteld. I
Een eerste uitvoeringsvorm van de scheidingswand 1 I
10 volgens de uitvinding zal thans worden besproken onder I
verwijzing met de figuren 2-6. I
Figuren 2 en 3 tonen de scheidingswand 1. De I
scheidingswand 1 omvat een wandcassette 8 die is opgebouwd uit I
twee langsprofielen 9, koppelframes 10 en akoestische I
15 wandplaten 11. Zoals figuur 6 toont bezit het koppelframe 10 en I
het langsprofiel 9 samenwerkende koppelmiddelen 12. In het I
geval van het langsprofiel 9 omvattende koppelmiddelen 12 een I
lijst 13 die is voorzien van een rand 14 waarachter snapt een I
verende lijst 15 van de tot het koppelframe 10 behorende I
20 koppelmiddelen 12. Aldus zijn het langsprofiel 9 en het I
koppelframe 10 losmaakbaar maar geborgd onderling gekoppeld.
Het langsprofiel 9 is verder voorzien van
insluitmiddelen 16 die omvatten een holte 17 gevormd door een I
gehoekte lijst 18. In deze holte 17 is ingesloten de I
25 akoestische wandplaat 11 aldus is de wandcassette 8 gevormd I
waarbij de akoestische wandplaten door tussenkomst van het I
koppelprofiel 10 ingesloten maar losmaakbaar gekoppeld is aan I
het langsprofiel 9. Het koppelprofiel 10 omvat verder een I
klembeugel 19 en een klemnok 20, waardoor een stabilisatiestrip I
30 21 klemmend bevestigd is in het langsprofiel 9. Dit I
1024320 I
% 9 langsprofiel omvat daartoe een holte 22 en nokken 23 en 24 waarin de stabilisatiestrip 21 wordt gestoken en vervolgens door draaiing valt achter een verende strip 25 en tevens aanligt tegen de nok 26.
5 Figuur 3 toont dat de akoestische wandplaat 11 is voorzién van een magneetstrip 27 die is verbonden met een niet getoonde zichtwand waaraan de magneetstrippen 27 zijn bevestigd. Aldus is het mogelijk tegen de magneetkracht in de niet getoonde zichtwand te plaatsen of later te stellen. Verder 10 is opgenomen een schuimstuk 103 wat de ruimte opvult tussen de akoestische plaat 11 en de zichtwand. Tenslotte is aanwezig een koppelbeugel 28 voor koppeling met beide akoestische wandplaten 11 in verband met een niet gewenst vrijkomen met name in geval van een brandbelasting.
15 De wandcassettes 8 worden geplaatst op een onderplint 29 dat bijvoorbeeld is vervaardigd van TECHWOOD. Het onderplint 29 is voorzien van rijen naaldvoeten 30 waarmee een verzekerde plaatsing op de grond realiseerbaar is. Tussen deze naaldvoeten 30 is een rubber pees 31 in een holte 32 opgenomen waardoor de 20 geluidisolatie verder wordt verbeterd. Aan het onderplint 29 is gehaakt een gootprofiel 33 dat tezamen met een plint 34 een kabelgoot 35 vormt. Het plint 34 is voorzien van een strook 104 waardoor een strak aanzicht wordt verkregen ter hoogte van de onderzijde van de wandplaat 11 of zichtwand.
25 Aan de bovenzijde is de wandcassette 8 voorzien van een dekprofiel 36 waaraan een bovenplint 37 is gekoppeld.
Verder is het dekprofiel voorzien van twee opstaande randen 38 waartussen een schuimstrook 39 is opgenomen, waardoor een zekere geluidisolatie door afdichting tegen het plafond wordt 30 verkregen.
1024320
I 10 I
I Figuur 4 toont in doorsnede de koppeling van twee I
I wandcassettes met behulp van de langspro£ielen 9 elk I
I langsprofiel 9 bezit wandkoppelmiddelen 40. De I
I wandkoppelmiddelen omvatten als een eerste wandkoppelelement 41 I
I 5 dat kokervormig is uitgevoerd en is voorzien van een I
I geleidingsvlak 42, een stootvlak 43 en een borgvlak 44 dat is I
I voorzien van een draaipunt 45 en een borgpunt 46. Het tweede I
I wandkoppelement 47 omvat een geleider 48. I
I Figuur 4 toont dat in de losmaakbare gekoppelde I
I 10 situatie het wandelement 41 met zijn stootvlak 43 aanligt tegen I
I het aangrenzende langsprofiel 9, terwijl de borgvlakken 44 I
I tegen elkaar aanliggen en tegen elkaar gedrukt zijn door middel I
I van de geleiders 48 die aanliggen tegen de tegenovergelegen I
I geleidingsvlakken 42 aldus is ter hoogte van deze koppeling I
I 15 tussen de beide wandcassettes 8 een goede geluiddichte I
I koppeling gerealiseerd. De overgang tussen de beide I
I wandcassettes 8 is aan het oog onttrokken door een zichtwand I
I 106 die de overgang overspant en die aan het langsprofiel is I
I bevestigd met behulp van een strip 49. I
I 20 Figuur 5 toont een perspectivisch aanzicht van de I
I situatie uit figuur 4. I
I Figuur 7 en 8 tonen de situatie waarbij de beide I
I wandcassettes 8 onder een draaihoek 7 zijn opgesteld onder I
I gebruikmaking van dezelfde langsprofielen 9. In dit geval zijn I
I 25 nokken van elk wandkoppelelement 41 gelegen in de respectieve I
I draaipunten 45 en kan een verdraaiing gerealiseerd worden I
terwijl de geleiders 48 de verdraaiing geleiden terwijl zij I
I zich verplaatsen over de geleidingsvlakken 42. Ook in dit geval I
I wordt gebruik gemaakt van strippen 107 om een zichtwand 106 die I
I 30 een overgang overspant te bevestigen aan een langsprofiel 9, I
I 1024320 11 terwijl nog steeds een geluiddichte koppeling gerealiseerd is onder toelating van de draaiboek 7.
Figuur 9 toont een variant van de langsprofielen 9, in welk geval de akoestische wandplaat 11 direct gekoppeld is 5 aan het langsprofiel 9 door middel van koppelmiddelen 51. Hiertoe is van een rand 52 voorziene lijst 53 gesnapt in een door twee verende lijsten 54 en 55 gevormde holte 56. In dit geval kon worden afgezien van het koppelframe 10.
Figuur 10 en 11 tonen een wandcassette 57 die is 10 opgebouwd uit twee in elkaar schuifbare cassette delen 58 en 59 die beide extrusie-delen zijn. Door middel van de pijl 60 zijn de beide cassettedelen 58 en 59 in elkaar schuifbaar via de inloopvlakken 61 en 62 in een holte 63 en 64 gevormd tussen een geschotdeel 65 en een wanddeel 66. Beide cassettedelen 58 en 59 15 zijn voorzien van de hiervoor beschreven koppelmiddelen 12 voor koppeling op de hiervoor beschreven wijze aan een langsprofiel 9 onder insluiting van de akoestische wandplaat 11 en een zichtwand 67 onder gebruikmaking van een sluitprofiel 68 in figuur 11 zijn de beide cassettedelen 58 en 59 enigszins 20 uitgeschoven waardoor er een ruimte is ontstaan tussen de akoestische wandplaat 69 en de insluitmiddelen 16. Voor een goede bevestiging is gebruik gemaakt van een schroef 70 waarmee de akoestische wandplaat is vastgeschroefd aan het cassettedeel 59.
25 Figuur 12 en 13 tonen de vorming van de kabelgoot 35 tussen het gootprofiel 33 en het plint 34 en een verticale kabelgoot 71 gevormd tussen enerzijds de langsprofielen 9 en een strip 49. Door deze kabelgoten 35 en 71 kunnen kabels 72 en 73 geleid worden.
30 Figuur 14 en 15 tonen een koppeling van twee 1024320 I 12 I wandcassettes 8 via de langsprofielen 9 door middel van I aansluitprofielen 74 en een sterprofiel 75.
I Het aansluitprofiel 74 omvat een wandkokermiddel 76 I zoals beschreven onder verwijzing naar figuur 6, een I 5 wandkokerelement 77 zoals beschreven in figuur 6 voor I wandkokerelement 47 met een geleidervlak 78, en een I koppelelement 79 dat is voorzien van verende lippen 80 en een I snaprand 81.
I Het sterprofiel 75 omvat spaken 82 in stervormige 10 oriëntatie en een vorm die samenwerkt met de lippen 80 en snapranden 81 van het aansluitprofiel 74. Aangrenzende spaken I 83 liggen aan tegen een aanligvlak 84 voor het stabiliseren van de koppeling. Deze koppeling is in detail getoond in figuur 14.
Verder zijn op spaken 85 afstandhouders 86 gestoken die zijn 15 voorzien van een geleidingsvlak 87 waarover is gespannen een I zijwand 88 is ingesloten in profielen 89.
I Figuur 15 toont een soortgelijke koppeling maar thans tussen drie onder een rechte hoek staande wandcassettes 8.
Figuur 16 toont in zijaanzicht het sterprofiel 75, de H 20 afstandhouder 86 en het aansluitprofiel 74.
H Tenslotte tonen figuur 17 en 18 een instelbare vijzel 90 voor afsteunen tegen een plafond een plaatsing in een langsprofiel 9. De vijzel 90 omvat een centreemok 91 die met H een ring 92 is geplaatst op een dekkap 93 waarin zijn 25 opgenomen een veerring 94 en een spanner 95 die aan zijn H onderzijde is voorzien van een vertanding 96. De spanner 95 is H met benen 101 geleid in een spanbasis 97 die is voorzien van I vertanding 98 voorziene verende kaken 99. De vertandingen 96 en 98 werken samen, opdat met behulp van een gereedschap 100 de 30 verstelling van de spanner 95 mogelijk is via de holte 102.
I 1024320 13
Spreiding van de kaken 99 leidt tot een inzakken van de vijzel. Hefboomwerking in de holte 102 leidt tot een uitzetten van de vijzel en spannen van de scheidingswand volgens de uitvinding tegen een plafond doordat een afsteuning plaatsvindt op het 5 langsprofiel 9.
Figuur 19 toont een tweede uitvoeringsvorm van een scheidingswand 120 volgens de uitvinding. Deze scheidingswand heeft vele overeenkomsten met de uitvoering volgens de voorgaande figuren. Derhalve zullen met name de verschillen 10 nader toegelicht worden.
De scheidingswand 120 heeft twee cassette delen 121, een raamcassette 122, een onderplint 123 en een bovenplint 124 met vijzels 125, waarmee de scheidingswand 120 tussen vloer en plafond vastgeklemd kan worden. Voor de cassette delen 121 is 15 een zichtwand 126 geplaatst.
Figuur 20 toont in perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen een cassette 121 en gedeeltelijk de bovenplint 124 en de onderplint 123. De cassette 121 heeft een tweetal langsprofielen 127. Tussen deze langsprofielen 127 is 20 aan beide zijden van de cassette een akoestische wandplaat 128 aangebracht. De wandplaat 128 wordt aan boven- en onderkant geborgd door metalen beugel 129.
Op de wandplaat 128 zijn magneten 130 aangebracht, waarmee de zichtwand 126 op de cassette vastgezet kan worden.
25 Om de ruimte tussen de wandplaat 128 en de zichtwand 126 op te vullen is een foamlaag 131 aangebracht.
Aan de bovenzijde is tussen de vijzels 125 een schuimrubber balk 132 aangebracht als geluidsisolatie. Deze balk 132 is afgewerkt met profielen 133 en 134. Aan de 30 onderzijde is de cassette 121 afgewerkt met profiel 133.
1024320 I 14 I In figuur 21 is het koppelprofiel 135 getoond, I waarmee de twee langsprofielen 127 van de cassette 121 aan I elkaar zijn bevestigd. Over het koppelprofiel 135 zijn de I metalen beugel 129 aangebracht. Deze worden op de I 5 plaatsgehouden door dekselprofielen 136. Deze dekselprofielen I 136 zijn geprofileerd om aan te sluiten op de bovenplint 124 I met de vijzels 125. Het dekselprofiel 136 wordt ook gebruikt voor de onderplint, maar is niet getoond.
I In figuur 22 is de vijzel 125 met uiteengenomen delen 10 getoond. Deze vijzel 125 komt grotendeels overeen met de vijzel volgens figuren 17 en 18.
I De vijzel 125 heeft een centreemok 137 die kan aanliggen tegen een plafond. De centreemok 137 is vastgezet I in de afdekkap 138. In de afdekkap zijn twee delen aangebracht I 15 met vertandingen 139 en 140. Deze vertandingen zorgen er voor I dat de vijzel 125 op een zekere hoogte blijft. Om de twee delen I is een spanbasis 141 aangebracht om de vertanding 139 en 140 in I elkaar te laten grijpen. De benen 142 zijn geleid in de I spanbasis 141 en zijn gewoonlijk in een langsprofiel 127 I 20 geschoven.
In figuur 23 is nog een dwarsdoorsnede aanzicht getoond van de vijzel 125, waarbij de centreemok 137 tegen I het plafond P is geplaatst. De vijzel 125 is afgedekt door I profielen 133 en 134. Deze twee profielen 133 en 134 kunnen in I 25 elkaar schuiven om zo de lengte verschillen van de vijzel 125 I op te vangen.
I Ook aan de onderzijde van de cassette 121 is een I koppelprofiel 135 voorzien (zie figuur 24). Dit koppelprofiel I is voorzien van een dekselprofiel 136, waarmee de onderplint B 30 123 is vastgezet aan de cassette 121. De onderplint 123 is I 1024320 15 afgedekt door profielen 133. Het in de tekening rechter profiel 133 zorgt voor een borging van het dekselprofiel 136 op de onderplint 123.
Een getande strip 143 is aan de onderzijde van de 5 onderplint 123 aangebracht. Deze getande strip 143 zorgt voor een stabiele plaatsing van de cassette 121 op de grond G.
Verder zijn er twee strips 142 aangebracht voor verbeterde geluidsisolatie.
De langsprofielen 127 zijn voorzien van een 10 verbindingsprofiel 144, dat getoond is in figuur 25. Het verbindingsprofiel is nagenoeg identiek aan het verbindingsprofiel volgens bijvoorbeeld figuur 3. Ook hier is een metalen strip 145 aangebracht in het verbindingsprofiel 144 ter versteviging daarvan. Het verbindingsprofiel 144 heeft ten 15 opzichte van de uitvoering in figuur 3 een verhoogde akoestische isolatie.
Met het aansluitprofiel 146 volgens figuur 26 is het mogelijk om twee wandcassettes 121 onder een grote hoek met elkaar te verbinden, zoals getoond in figuur 28.
20 In figuur 27 wordt een dwarsdoorsnede aanzicht getoond van twee gekoppelde cassettes 121. Daarbij is elk koppelprofiel 135 voorzien van een haaks daarop aangebracht verbindingsprofiel 144, waardoor twee cassettes 121 met elkaar gekoppeld kunnen worden. De akoestische wanddelen 128 zijn 25 opgesloten in de verbindingsprofielen 144. De combinatie van cassettes 121 is verder afgedekt door een zichtwand 126.
Zoals reeds vermeld, is in figuur 28 getoond hoe wandcassettes 121 onder een hoek met elkaar gekoppeld kunnen worden. Daartoe is op het verbindingsprofiel 144 van elke 30 cassette 121 een aansluitprofiel 146 geklikt, dat op zijn beurt 1024320
I I
I 16 I
I op een sterprofiel 147 geklikt is en zo onder een hoek ten I
I opzichte van een ander cassette 121 aangebracht kan worden. I
I In figuur 29 wordt een variant 148 op het hierboven I
I beschreven koppelprofiel 135 getoond. Dit koppelprofiel 148 I
I 5 heeft twee einddelen 149 en 150 en een tussendeel 151. Hierdoor I
I is het mogelijk om een wandcassette te vervaardigen van elke I
I gewenste lengte door de lengte van het tussendeel naar keuze te I
I maken. I
I In figuur 30 is een variant 153 op het koppelprofiel I
I 10 148 getoond. De einddelen 149 en 150 zijn voorzien van een I
I vertanding 152. Het tussendeel 154 is voorzien van twee sleuven I
I 155. Aan beide einden van het tussendeel 154 is een veerdeel I
I 156 aangebracht, dat samenwerkt met de vertanding 152 van de I
twee einddelen 149 en 150. Hierdoor is het mogelijk om nagenoeg I
I 15 traploos de lengte van het koppelprofiel 153 in te stellen. Ook I
I wanneer het wandsysteera afgebroken wordt, kan het koppelprofiel I
I 153 weer opnieuw gebruikt worden. Alhoewel hier twee veerdelen I
I 156 getoond zijn, is het natuurlijk ook mogelijk een andere I
I vergrendeling te voorzien, die op de vertanding werkt. I
I 20 In figuur 31 wordt een perspectivisch aanzicht van I
I een einddeel 149 getoond. Hieraan wordt een verbindingsprofiel I
I 144 bevestigd. Aan de onderzijde wordt een metalen beugel 129 I
I aangebracht en afgedekt door afdekprofiel 136. Ook dit profiel I
I 136isvia een lip 157 door een klikverbinding met het einddeel I
I 25 149 verbonden. Het einddeel 149 is verder voorzien van I
I verdiepingen 158 en uitsteeksels 159. Het andere einddeel 150 I
I is eveneens voorzien van verdiepingen en uitsteeksels, zodanig I
I dat wanneer beide einddelen 149 en 150 tegen elkaar geschoven I
I zijn, de verdiepingen en uitsteeksels in elkaar vallen, I
I 30 waardoor extra stabiliteit verkregen wordt. I
I 1024320
Claims (17)
1. Scheidingswand, omvattende tenminste twee in horizontale richting met elkaar gekoppelde wandelementen, waarbij tenminste één wandelement de vorm bezit van een wandcassette, die is opgebouwd uit twee langsprofielen en twee 5 op afstand van elkaar via koppelmiddelen met de langsprofielen gekoppelde akoestische wandplaten, waarbij langsprofielen zijn voorzien van losmaakbare wandkoppelelementen voor koppeling met een aangrenzend wandelement.
2. Scheidingswand volgens conclusie 1, waarin de 10 langsprofielen en wandplaten zijn voorzien van samenwerkende koppelelementen.
3. Scheidingswand volgens conclusie 1, waarin de wandcassette omvat als koppelmiddelen tenminste één tussen de langsprofielen zich uitstrekkend koppelframe voor het koppelen 15 van de langsprofielen en insluitmiddelen voor het insluiten van de akoestische wandplaten.
4. Scheidingswand volgens conclusie 3, waarin het koppelframe is voorzien van tenminste één met de akoestische wandplaten gekoppelde koppelbeugel.
5. Scheidingswand volgens conclusie 3 of 4, waarbij de lengte van het koppelframe instelbaar is.
6. Scheidingswand volgens conclusie 1-5, waarin een wandelement is gevormd door tenminste twee gestapelde wandcassettes.
7. Scheidingswand volgens conclusie 1-6, waarin tenminste één langsprofiel is voorzien van een 1024320 ι I I 18 I I Η I stabilisatiestrip. I
8. Scheidingswand volgens conclusie 7, waarin de I I stabilisatiestrip zich uitstrekt in de gestapelde I I wandcassettes. I I 5
9. Scheidingswand volgens conclusie 1-8, waarin I I wandkoppelmiddelen omvatten een draaipunt, een gekromd I I geleidingsvlak en een daarover verplaatsbare geleider voor het I I onder een draaihoek koppelen van een wandelement. I
10. Scheidingswand volgens conclusie 9, waarin de I I 10 gekoppelde wandprofielen puntsymmetrisch zijn. I
11. Scheidingswand volgens conclusie 1-10, waarin de I I wandcassette is voorzien van een losneembare zichtwand. I
12. Scheidingswand volgens conclusie 1-11, waarin I I wandkoppelmiddelen van aangrenzende wandcassettes zijn I I 15 gekoppeld via een sterprofiel en een aansluitprofiel. I
13. Scheidingswand volgens conclusie 12, waarin het I I sterprofiel is voorzien van tenminste één afstandhouder voor I I een zichtwand. I
14. Scheidingswand volgens conclusie 1-13, waarin I I 20 tenminste één wandcassette is opgebouwd uit horizontaal in I I elkaar schuifbare wandcassettedelen. I
15. Scheidingswand volgens conclusie 1-14, waarin I I langsprofielen en/of plintprofielen zijn voorzien van een I I kabelgoot. I I 25
16. Scheidingswand volgens conclusie 1-15, waarin een I I wandelement door middel van een instelbare vijzel geborgd is I I aan een plafond. I
17. Wandelement, en wandcassette volgens één van de I I conclusies 1-16. I I 1024320
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1024320A NL1024320C2 (nl) | 2003-09-18 | 2003-09-18 | Scheidingswand, wandelementen en wandcassettes voor een dergelijke scheidingswand. |
PCT/NL2004/000653 WO2005026463A1 (en) | 2003-09-18 | 2004-09-20 | Separation wall, wall element and wall cassettes for said separation wall |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1024320A NL1024320C2 (nl) | 2003-09-18 | 2003-09-18 | Scheidingswand, wandelementen en wandcassettes voor een dergelijke scheidingswand. |
NL1024320 | 2003-09-18 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1024320C2 true NL1024320C2 (nl) | 2005-03-21 |
Family
ID=34309607
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1024320A NL1024320C2 (nl) | 2003-09-18 | 2003-09-18 | Scheidingswand, wandelementen en wandcassettes voor een dergelijke scheidingswand. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1024320C2 (nl) |
WO (1) | WO2005026463A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2001315C2 (nl) * | 2008-02-22 | 2009-08-25 | Bohemen Beleggingen B V | Wandsysteem. |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2002048474A1 (en) * | 2000-12-11 | 2002-06-20 | N.V. Kema | Wall system |
WO2002048476A1 (en) | 2000-12-13 | 2002-06-20 | N.V. Bekaert S.A. | Reinforcement fiber bundle and production method of such reinforcement fiber bundle |
WO2002103129A1 (en) * | 2001-06-15 | 2002-12-27 | Kimball International, Inc. | Floor-to-ceiling wall panel system |
-
2003
- 2003-09-18 NL NL1024320A patent/NL1024320C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2004
- 2004-09-20 WO PCT/NL2004/000653 patent/WO2005026463A1/en active Application Filing
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2002048474A1 (en) * | 2000-12-11 | 2002-06-20 | N.V. Kema | Wall system |
WO2002048476A1 (en) | 2000-12-13 | 2002-06-20 | N.V. Bekaert S.A. | Reinforcement fiber bundle and production method of such reinforcement fiber bundle |
WO2002103129A1 (en) * | 2001-06-15 | 2002-12-27 | Kimball International, Inc. | Floor-to-ceiling wall panel system |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2005026463A1 (en) | 2005-03-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US10927545B2 (en) | Modular wall system | |
US7055287B2 (en) | Panel arrangement | |
US11585087B2 (en) | Quick assemble wall system, and related methods | |
US4334671A (en) | Guard-rails assembly | |
US20030163967A1 (en) | Panel/room divider system | |
US6122871A (en) | Wall-to-ceiling structure including framework and cover panel | |
WO1996008617A1 (en) | Wall partition connector | |
JP4354912B2 (ja) | モジュール式オフィス家具用支持スパイン構造体 | |
CA2406542A1 (en) | Swimming pool ladder | |
NL1024320C2 (nl) | Scheidingswand, wandelementen en wandcassettes voor een dergelijke scheidingswand. | |
NL1029553C2 (nl) | Systeem voor het afwerken van een rand tussen een plafond en een wand. | |
US20190186153A1 (en) | Railing system | |
BE1028556B1 (nl) | Samenstel van een profiel en een verbindingselement | |
AU2009230777A1 (en) | Support structure for display unit | |
BE1018283A3 (nl) | Ophoogkader voor inbouwdozen voor elektrisch materiaal. | |
NL2001315C2 (nl) | Wandsysteem. | |
NL8303128A (nl) | Geluidsisolerende wand. | |
CA3146615A1 (en) | Brackets for stair railings | |
NL2006491C2 (nl) | Paneelbevestigingssamenstel. | |
BE1028133B1 (nl) | Schermsamenstel voor het optrekken van een tuinscherm | |
JP5250815B2 (ja) | 仕切体 | |
EP1166678A1 (en) | Method and device for making a vertical modular structure with extruded sections | |
AU2018373492B2 (en) | Partition system | |
JP6905758B2 (ja) | 引き戸用の上レール | |
CN210152001U (zh) | 用于作业区域的分隔件 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20130401 |