NL1023687C2 - Systeem voor het afdichten van een ruimte tussen een binnenwand van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening. - Google Patents

Systeem voor het afdichten van een ruimte tussen een binnenwand van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening. Download PDF

Info

Publication number
NL1023687C2
NL1023687C2 NL1023687A NL1023687A NL1023687C2 NL 1023687 C2 NL1023687 C2 NL 1023687C2 NL 1023687 A NL1023687 A NL 1023687A NL 1023687 A NL1023687 A NL 1023687A NL 1023687 C2 NL1023687 C2 NL 1023687C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ribs
opening
type
tube
wall
Prior art date
Application number
NL1023687A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Alfred Beele
Original Assignee
Beele Eng Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Beele Eng Bv filed Critical Beele Eng Bv
Priority to NL1023687A priority Critical patent/NL1023687C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1023687C2 publication Critical patent/NL1023687C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L7/00Supporting of pipes or cables inside other pipes or sleeves, e.g. for enabling pipes or cables to be inserted or withdrawn from under roads or railways without interruption of traffic
    • F16L7/02Supporting of pipes or cables inside other pipes or sleeves, e.g. for enabling pipes or cables to be inserted or withdrawn from under roads or railways without interruption of traffic and sealing the pipes or cables inside the other pipes, cables or sleeves
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L5/00Devices for use where pipes, cables or protective tubing pass through walls or partitions
    • F16L5/02Sealing
    • F16L5/10Sealing by using sealing rings or sleeves only
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L5/00Devices for use where pipes, cables or protective tubing pass through walls or partitions
    • F16L5/02Sealing
    • F16L5/14Sealing for double-walled or multi-channel pipes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Installation Of Indoor Wiring (AREA)

Description

Titel: Systeem voor het afdichten van een ruimte tussen een binnenwand van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de 5 opening op genomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening
De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het afdichten van een ruimte tussen een binnenwand van een buisvormige opening en 10 tenminste een althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening, waarbij het systeem tenminste twee segmentvormige langsdelen omvat voor het vormen van een afdichtplug die in de genoemde ruimte kan worden opgenomen, waarbij de langsdelen elk zijn voorzien van een buitenzijde en 15 een binnenzijde, welke buitenzijde is voorzien van een aantal in een langsrichting op afstand van elkaar gelegen buitenribben met een buitentop voor het in gebruik tot stand brengen van in hoofdzaak ringvormige buitenste contactvlakken tussen de afdichtplug en de binnenwand van de opening, en welke binnenzijde is voorzien van een aantal in de langsrichting 20 op afstand van elkaar gelegen binnenribben met een binnentop voor het in gebruik tot stand brengen van in hoofdzaak ringvormige binnenste contactvlakken tussen de afdichtplug en de tenminste ene buis of leiding.
Een buisvormige opening zoals hierboven aangeduid kan een buisvormige doorvoer in een vloer, dek, muur, wand of schot omvatten. Ook 25 kan hierbij worden gedacht aan een buis waarin een andere buis althans voor een deel is opgenomen. De langsdelen worden ook wel schaaldelen genoemd. Onder in hoofdzaak evenwijdig wordt in elk geval ook verstaan een situatie waarbij de assen een hoek van vijf graden insluiten. Onder een buitentop wordt verstaan een verst van de buitenzijde af gelegen deel van 30 een buitenribbe. Onder een binnentop wordt verstaan een verst van de binnenzijde af gelegen deel van een binnenribbe. De buitentop en/of de binnentop kunnen parallel aan de langsrichting zijn gelegen.
1023687 I 2 I Een dergelijk systeem wordt toegepast bij bijvoorbeeld twee met I elkaar in een fluïdum doorvoerende verbinding staande buizen. Een van de I buizen kan bijvoorbeeld een huisaansluiting vormen en een kleinere I diameter bezitten dan de buis die de hoofdlijn vormt of daarvan een 5 aftakking is. Dergelijke buizen kunnen worden gebruikt voor bijvoorbeeld I transport van water, gas, oliën, vloeibare chemicaliën, etc. Het is ook I mogelijk dat kabels voor bijvoorbeeld telefoon, elektra, en TV, door I dergelijke met elkaar in verbinding staande buizen worden gevoerd. Ook I valt te denken aan gebruik van het systeem als afdichting tussen 10 glasvezelkabels en beschermbuizen. Een dergelijk systeem kan ook toepassing vinden bij wanden van bouwwerken, in het bijzonder I funderingswanden, vloeren maar ook daken waar middels verloren I kunststofbuisstukken doorgangen worden uitgespaard in het gestorte beton H waar de doorgaande, leiding zoals buizen voor water of gas, of kabels I 15 doorgevoerd kunnen worden. Uiteraard kan een doorgang ook met behulp van een boormethode in een betonnen plaat worden aangebracht. De ruimte tussen de leiding en de binnenwand van het verloren buisstuk of het boorgat kan later gedicht worden met een dergelijk systeem.
Voorts vindt een dergelijk systeem toepassing bij nieuwbouw en 20 onderhoud van schepen en off-shore installaties. Secties in dergelijke constructies worden meestal gevormd door het in het dok van de werf volgens een vooraf bepaald plan geprefabriceerde schotten te plaatsen. Nog voordat de schotten worden geplaatst kunnen doorvoerbuizen in de schotten H worden aangebracht bijvoorbeeld met behulp van een lasmethode. Nadat de 25 leiding door èen doorvoerbuis is getrokken kan het in de inleiding beschreven systeem worden aangebracht voor het afdichten van de ruimte tussen de binnenwand van de doorvoerbuis en de doorgetrokken leiding. De alsdan gevormde afdichtplug vangt de eventuele verplaatsing door deformatie van het schot bij bijvoorbeeld brand of een explosie op. De H 30 afdichtplug is voorts trillingabsorberend waardoor I 1023687 3 vermoeiingsverschijnselen worden tegengegaan. Ook werkt een dergelijke afdichtplug geluiddempend. Bovendien kan een thermische isolatie worden verkregen, vooral wanneer lucht in een doorvoerbuis tussen twee van dergelijke pluggen is opgesloten. Voorts is het mogelijk dat de doorvoerbuis 5 en de daardoor gevoerde leiding, kabel of buis uit onderling verschillende metaalomvattende materialen zijn vervaardigd. Er zal immers geen contact zijn tussen de doorvoerbuis en de daardoor getrokken leiding, kabel of buis zodat galvanische corrosie althans nagenoeg is uitgesloten.
Een systeem zoals beschreven in de inleiding is bekend uit NL 10 7809260. Dit systeem laat zich moeizaam plaatsen in de ruimte tussen de binnenwand van de buisvormige opening en tenminste de althans voor een deel in de opening op genomen buis of leiding. Immers de buitenribben worden door contact met de binnenwand van de buisvormige opening enigszins ingedrukt en de binnenribben worden enigszins ingedrukt door 15 contact met de buitenwand van de althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding. Deze indrukking van zowel de buitenribbe als de binnenribbe zorgt bij een met behulp van het bekende systeem gevormde afdichtplug dat sommige delen van de plug in relatief hoge mate moeten worden samengedrukt om plaatsing van de plug in de bedoelde ruimte 20 mogelijk te maken. De daarbij op de binnenwand van de buisvormige opening en de buitenwand van de kabel of buis uitgeoefende reactiekrachten veroorzaken dermate hoge wrijvingskrachten dat plaatsing in de beoogde ruimte moeilijk is.
De uitvinding beoogt tegemoet te komen aan dit probleem.
25 Dit »doel is bereikt met het systeem volgens de uitvinding dat wordt gekenmerkt in dat elke buitentop een denkbeeldig dwarsvlak van een eerste soort doorsnijdt of daarin is gelegen en dat, voordat gebruik plaatsvindt, tenminste de binnentop van ten minste een van de binnenribben in hoofdzaak vrij is van overlap met elk dwarsvlak van de eerste soort. Dit 30 biedt het voordeel dat de hoogste mate van samendrukking van tenminste .1023 6 87 een van de buitenribben plaatsvindt in een dwarsvlak dat ongelijk is aan elk I dwarsvlak waarin de hoogste mate van samendrukking van de buitenribbe I plaatsvindt. Hierdoor vindt bij het plaatsing van de langsdelen in de I beoogde ruimte een iets gelijkmatigere drukverdeling plaats waardoor de I 5 krachten op de binnenwand van de buisvormige opening en de krachten op I de buitenwand van de kabel of buis relatief laag zijn in vergelijking met de I krachten die worden uitgeoefend bij gebruik van het bekende systeem. Als I gevolg daarvan zullen de langsdelen van het systeem volgens de uitvinding makkelijker zijn te plaatsen in de bedoelde ruimte dan de langsdelen van I 10 het bekende systeem. Bij voorkeur is uiteraard de binnentop van elk van de I binnenribben in hoofdzaak vrij van overlap met elk dwarsvlak van de eerste I soort. Voorts geldt bij voorkeur dat voordat gebruik plaatsvindt, tenminste I een van de binnenribben in hoofdzaak vrij is van overlap met elk I denkbeeldig dwarsvlak van de eerste soort.
15 . Bij een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm geldt dat een aan een buitentop grenzend deel van elk van de buitenribben een denkbeeldig I dwarsvlak van een tweede soort doorsnijdt of daarin is gelegen en dat, voordat gebruik plaatsvindt, tenminste de binnentop van tenminste een van de binnenribben in hoofdzaak vrij is van overlap met elk denkbeeldig I 20 dwarsvlak van de tweede soort. Hierdoor vindt bij het plaatsing van de I langsdelen in de beoogde ruimte een nog iets gelijkmatigere drukverdeling I plaats waardoor de krachten op de binnenwand van de buisvormige opening I en de krachten op de buitenwand van de kabel of buis relatief nog lager I kunnen zijn. Bij voorkeur is uiteraard de binnentop van elk van de 25 binnenribben in hoofdzaak vrij van overlap met elk denkbeeldig dwarsvlak van de tweede soort. Voorts geldt bij voorkeur dat voordat gebruik plaatsvindt, tenminste een van de binnenribben in hoofdzaak vrij is van overlap met elk denkbeeldig dwarsvlak van de tweede soort.
I Voor een nog meer de voorkeur genietende uitvoeringsvorm geldt 30 dat een nabij een voet van elk van de buitenribben gelegen deel van de I 1023687 5 buitenribbe een denkbeeldig dwarsvlak van een derde soort doorsnijdt of daarin is gelegen en dat, voordat gebruik plaatsvindt, tenminste de binnentop van tenminste een van de binnenribben in hoofdzaak vrij is van overlap met elk dwarsvlak van een derde soort. Hierdoor vindt bij het 5 plaatsing van de langsdelen in de beoogde ruimte een nog meer gelijkmatigere drukverdeling plaats waardoor de krachten op de binnenwand van de buisvormige opening en de krachten op de buitenwand van de kabel of buis relatief nog lager kunnen zijn. Bij voorkeur is uiteraard de binnentop van elk van dè binnenribben in hoofdzaak vrij is van overlap 10 met elk dwarsvlak van de derde soort. Voorts geldt bij voorkeur dat voordat gebruik plaatsvindt, tenminste een van de binnenribben in hoofdzaak vrij is van overlap met elk dwarsvlak van de derde soort.
Voorts kan voor een uitvoeringsvorm gelden dat de buitenzijde is voorzien van een tussen de buitenribben gelegen vlak deel dat een 15 denkbeeldig dwarsvlak van de vierde soort doorsnijdt en dat, voordat gebruik plaatsvindt, tenminste de binnentop van tenminste een van de binnenribben overlap heeft met een dwarsvlak van een vierde soort. Bij voorkeur heeft elke binnentop overlap met een dwarsvlak van een vierde soort. Dit levert in gebruik eveneens een gunstige drukverdeling op.
20 Voor een bijzondere uitvoeringsvorm geldt dat elk van de langsdelen aan een eerste kops einde is voorzien van een buitenkraag die bestemd is om in gebruik tegen een buitenrand van de opening te worden geplaatst, en waarbij verder geldt dat de buitenribben elk in hoofdzaak de vorm hebben van een zaagtand met een naar het eerste kops einde toe 25 oplopend oploopvlak. Hiermee wordt een relatief eenvoudig inbrengbaar systeem verkregen.
Daarbij geldt bij voorkeur dat een aan de top van de zaagtand grenzend deel van het oploopvlak, ten opzichte van een verder van de top gelegen deel van het oploopvlak, een afvlakking omvat.
1023687 I 6 I Verrassenderwijs is gebleken dat toleranties in de diameter I van een opening waarvoor een dergelijke uitvoeringsvorm van een systeem I volgens de uitvinding geschikt is, veel ruimer kunnen zijn, dan bij een systeem waarbij de zaagtanden niet zijn voorzien van een afvlakking. Voorts I 5 is gebleken dat per buitenribbe een veel groter in een omtreksrichting in I zichzelf gesloten, tussen de afdichting en de binnenwand van de opening I gelegen, contactvlak kan worden gevormd. Dit heeft tot gevolg dat het I systeem volgens de uitvinding in gebruik veel grotere drukken kan weerstaan dan het bekende systeem. Voorts biedt dit de mogelijkheid om 10 het aantal buitenribben te verminderen, hetgeen ook het verkorten van elk I van de langsdelen mogelijk maakt. Toepassing van het systeem in een opening die in axiale richting korter is dan de minimale lengte van een I opening waarin het systeem voorheen toepasbaar was, mag daardoor I eveneens tot de voordelen worden gerekend. Ook blijkt dat de 15 vormverandering van de zaagtand bij aandrukken van de afvlakking tegen de binnenwand van de opening geringer is dan bij gebruik van een zaagtand zonder afvlakking. Een geringere vormverandering heeft tot gevolg dat de standtijd langer is in vergelijking met een systeem waarvan de zaagtanden een grotere vormverandering hebben.
20 Bij voorkeur geldt dat een terugvalvlak van de zaagtand is voorzien van een relatief ver van de top af gelegen deel dat, ten opzichte van een aan de top grenzend deel van het terugvalvlak, naar het eerste kops einde toe schuin aflopend is uitgevoerd. Hier ontleent de buitenribbe in H gebruik steun aan wanneer de buitenribbe bij plaatsing in de opening door 25 contact met de binnenwand van de opening wordt ingedrukt en enigszins in de richting van het eerste kops einde wordt gebogen. Deze steun biedt weerstand tegen vergaande vervorming van de ribbe. Dit draagt ertoe bij dat een relatief groot contactvlak tussen de buitenribben en de binnenwand van de opening, en daardoor een goede afdichting, wordt gevormd.
I 1023687 7
Voorts is het mogelijk dat een samenkomst van het aan de top van de zaagtand grenzend deel van het terugvalvlak en het verder van de top gelegen deel van het terugvalvlak een in het terugvalvlak gelegen binnenwaarts gerichte knik vormt. Deze knik staat een relatief eenvoudige 5 vervorming van een boven de knik gelegen deel van de buitenribbe toe, hetgeen het in de opening plaatsen van het systeem vergemakkelijkt. Bovendien draagt de knik ertoe bij dat een onder de knik gelegen deel van de buitenribbe relatief moeilijk vervormt, hetgeen ten goedé komt aan de stijfheid van de langsdelen.
10 Bij voorkeur geldt voorts dat de in het oploopvlak gelegen knik verder van de buitenzijde is gelegen dan de in het terugvalvlak gelegen knik. Hierdoor is vervorming van het nabij de top gelegen deel van de afvlakking makkelijker dan vervorming van een verder van de top gelegen deel van de afvlakking. Dit draagt bij aan het eenvoudig in de opening 15 kunnen plaatsen van het systeem én het verkrijgen van een goede afdichting.
Alhoewel het mogelijk is dat de langsdelen elk zijn voorzien van een binnenzijde die vlak is uitgevoerd, geldt in een voorkeursuitvoeringsvorm dat de langsdelen elk zijn voorzien van een 20 binnenzijde die is voorzien van een aantal in een langsrichting op afstand van elkaar gelegen binnenribben voor het in gebruik tot stand brengen van ringvormige contactvlakken tussen de afdichtplug en de tenminste ene buis of leiding.
Hierbij geldt bij voorkeur dat tenminste een van de binnenribben 25 de vorm van* een trapezium heeft, waarbij voorts bij voorkeur geldt dat een meest van de binnenzijde afgelegen aanligvlak van de trapezium kleiner is dan elk ander parallel aan het aanligvlak gelegen vlak van de trapezium. Een dergelijke binnenribbe vertoont een grote weerstand tegen doorbuigen van de binnenribbe, hetgeen eveneens ten goede komt aan de stijfheid van 30 het systeem. Bovendien draagt dit bij aan de mogelijkheid dat de tenminste 1023687 I 8 I ene buis of leiding door de gevormde afdichtplug kan glijden. Immers, het totale contactoppervlak tussen de gevormde afdichting en de tenminste ene I buis of leiding is veel kleiner dan het totale contactoppervlak tussen de I afdichtplug en de binnenwand van de opening. Voorts kan in gebruik, gezien I 5 het ten opzichte van het bekende systeem geringe contactoppervlak tussen de afdichtplug en de tenminste ene buis of leiding, de gevormde afdichtplug I relatief gemakkelijk langs of over de ten minste ene buis glijden. Dit vergemakkelijkt het plaatsen van het systeem.
I Het is mogelijk dat aan het aanligvlak aangrenzende hoeken zijn I 10 afgestompt of afgerond. Hierdoor wordt het plaatsen van het systeem om de tenminste ene buis of leiding nog gemakkelijker.
I In een bijzondere uitvoeringsvorm geldt dat elke top is gelegen in I een dwarsvlak van een eerste soort en dat elke binnenribbe vrij is van overlap met een van de dwarsvlakken van de eerste soort. Dit brengt met I 15 zich dat de drukverdeling in de afdichtplug gelijkmatiger is dan bij de bekende systemen waarbij de binnenribbe een dwarsvlak doorsnijdt waarin I de top van de buitenribbe is gelegen. Bovendien is het plaatsen van het I systeem in de opening eenvoudiger geworden aangezien geen ernstige I verdikking meer optreedt wanneer zowel de buitenribbe als de binnenribbe 20 vervormt. Immers, een mogelijke vervorming van de binnenribbe zal in de I langrichting enigszins verzet zijn ten opzichte van een mogelijke verdikking van de buitenribbe. In één dwarsvlak zal nagenoeg géén vervorming, optreden die een gevolg is van vervorming van de binnenribbe én vervorming van de buitenribbe.
25 Voorts kan hierbij gelden dat een nabij een voet van de zaagtand gelegen deel van het oploopvlak in een dwarsvlak van een tweede soort is gelegen en dat elk binnenribbe overlap heeft met een van de dwarsvlakken van de tweede soort. Dit draagt in gebruik eveneens bij aan het tegegaan van puntbelastingen. Ook hierbij geldt dat een gunstige drukverdeling 30 eveneens voordelen biedt bij het plaatsen van het systeem.
I 1023687 9
Verder kan eventueel gelden dat elk van de langsdelen is voorzien van een inloopbuitenribbe die is gelegen nabij een van het eerste kops einde afgekeerd tweede kops einde, welke inloopribbe zich uitstrekt tot aan eenzelfde buitenomtreksniveau als tot waaraan elke buitenribbe zich 5 uitstrekt, waarbij het buitenomtreksniveau geldt ten opzichte van de hartlijn van de bij gebruik gevormde afdichting als tot waaraan elke buitenribbe zich uitstrekt. Een dergelijk inloopribbe maakt vooral het oriënteren van elk langsdeel of de als een afdichting samengestelde langsdelen relatief eenvoudig.
10 In het bijzonder kan gelden dat elk van de langsdelen is voorzien van een aan de binnenzijde van het eerste kops einde gelegen eerste binnenkraag die zich uitstrekt tot aan eenzelfde binnenomtreksniveau als tot waaraan elke binnenribbe zich uitstrekt, waarbij het binnenomtreksniveau geldt ten opzichte van de hartlijn van de bij gebruik 15 gevormde afdichting als tot waaraan elke binnenribbe zich uitstrekt. Hierdoor wordt verhinderd dat in gebruik een fluïdum nabij het eerste kopse einde een weg vindt tussen de afdichting en de tenminste ene buis of leiding.
Verder kan in het bijzonder gelden dat elk van de langsdelen is 20 voorzien van een aan de binnenzijde van het tweede kops einde gelegen tweede binnenkraag die zich uitstrekt tot aan eenzelfde binnenomtreksniveau als tot waaraan elke binnenribbe zich uitstrekt, waarbij het binnenomtreksniveau geldt ten opzichte van de hartlijn van de in gebruik gevormde afdichting als tot waaraan elke binnenribbe zich 25 uitstrekt. Hierdoor wordt verhinderd dat in gebruik een fluïdum nabij het tweede kopse einde een weg vindt tussen de afdichting en de tenminste ene buis of leiding.
Bij voorkeur geldt dat de tenminste twee langsdelen in hoofdzaak identiek zijn. Dit brengt met zich dat de vervaardiging van de afzonderlijke 30 langsdelen volgens eenzelfde productieproces kan plaatsvinden.
1023687 I 10 I Het systeem zal ten minste twee langsdelen omvatten. Het is echter ook mogelijk dat het systeem drie, vier, vijf, zes of zelfs meer I langsdelen omvat. Dit kan het plaatsen van de langsdelen, vooral bij een I veelvoud van althans ten dele in de opening opgenomen buizen of leidingen, I 5 vereenvoudigen. Voor een bijzondere uitvoeringsvorm van een dergelijk I systeem geldt dat elk van de langsdelen ten minste twee binnenvlakken I omvat, waarbij elk van deze binnenvlakken is voorzien van een zich in de I langsrichting uitstrekkende uitsparing, voor het althans gedeeltelijk kunnen I omhullen van een buis of leiding. Dit biedt het voordeel dat het systeem I 10 toepasbaar is bij openingen waarin althans ten dele drie, vier, vijf, zes of zelfs meer buizen of leidingen zijn opgenomen.
I De uitvinding heeft voorts betrekking op een wand voorzien van I een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de I opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is I 15 aan de as van de opening, waarbij een ruimte tussen een binnenwand van I de opening en de tenminste ene buis of leiding is afgedicht met behulp van een dergelijk systeem.
Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een buis voorzien van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de 20 opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening, waarbij een ruimte tussen een binnenwand van de opening en de tenminste ene buis of leiding is afgedicht met behulp van een dergelijk systeem.
De uitvinding wordt thans toegelicht aan de hand van een 25 tekening. Higrin toont:
Fig. 1: een doorsnede van een langsdeel volgens een eerste uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding;
Fig. 2: een doorsnede van een langsdeel volgens een tweede uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding; I 1023687 11 +
Fig. 3: een doorsnede van een langsdeel volgens een derde uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding;
Fig. 4: een doorsnede van een langsdeel van een systeem volgens een vierde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; 5 Fig. 5a: een eerste gedeeltelijke doorsnede, en Fig. 5b een tweede gedeeltelijke doorsnede van een langsdeel volgens figuur 4 opgenomen in een ruimte tussen een binnenwand van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening; 10 Fig. 6: in perspectief een toepassing van een systeem volgens de uitvinding;
Fig. 7a: in aanzicht in langsrichting L een tweede uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding;
Fig. 7b t/m 7e in aanzicht in langsrichting L respectievelijk een 15 derde, vierde, vijfde en zesde uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding.
Fig. 8: een deel van de doorsnede volgens figuur 1 met voorkeursafmetingen.
Fig. 9a een eerste voorbeeld van een langsdeel behorende bij een 20 uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding;
Fig. 9b een tweede voorbeeld van een langsdeel behorende bij een uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding; en
Fig. 10 een doorsnede van een mogelijk gebruik van twee systemen volgens de uitvinding.
25 Geljjke onderdelen zijn in de tekening voorzien van gelijke referentietekens.
Fig. 1 toont een doorsnede van een langsdeel 1 volgens een eerste uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding. Voor een toepassing van een dergelijk langsdeel wordt verwezen naar met name de Fig. 5a, 5b en 30 6. Het langsdeel 1 is voorzien van een buitenzijde 2 en een binnenzijde 29.
1023687 I 12 I De buitenzijde 2 is voorzien van een aantal in een langsrichting L op I afstand van elkaar gelegen buitenribben 3 met een buitentop 13 voor het in I gebruik tot stand brengen van in hoofdzaak ringvormige buitenste contactvlakken 4 (zie Fig. 5a) tussen de afdichtplug 5 en de binnenwand 6 5 van een buisvormige opening 7 (zie Fig. 5a en 5b). Het systeem omvat ten I minste twee segmentvormige langsdelen 1 voor het vormen van de I afdichtplug 5. De binnenzijde 29 is voorzien van een aantal in de I langsrichting L op afstand van elkaar gelegen binnenribben 30 met een I binnentop 32 voor het in gebruik tot stand brengen van in hoofdzaak 10 ringvormige binnenste contactvlakken 31 tussen de afdichtplug 5 en de ten H minste ene buis of leiding 7 (zie Fig. 5a, 5b en 6). Elke buitentop 13 I doorsnijdt een denkbeeldig dwarsvlak van een eerste soort Vl of is daarin I gelegen. Voordat gebruik plaatsvindt, is de binnentop 13 van ten minste één H van de binnenribben 3 in hoofdzaak vrij van overlap met elk dwarsvlak van H 15 de eerste soort VI. In het in Fig. 1 getoonde voorbeeld is de binnentop 13 I van elke binnenribbe 32 in hoofdzaak vrij van overlap met elk dwarsvlak van de eerste soort VI. Het is ook mogelijk dat, voordat gebruik plaatsvindt, niet alleen de binnentop 32 van ten minste één van de binnenribben in hoofdzaak vrij is van overlap met elk dwarsvlak van de eerste soort VI, 20 maar dat ten minste één van de binnenribben 30 in zijn geheel in hoofdzaak vrij is van overlap met elk dwarsvlak van de eerste soort VI.
In Fig. 2 wordt een doorsnede van een langsdeel volgens een tweede uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding getoond. In dit geval geldt dat een aan een buitentop grenzend deel 14 van elk van de 25 buitenribbei* 3 een denkbeeldig dwarsvlak van een tweede soort V2 doorsnijdt of daarin is gelegen. Voordat gebruik plaatsvindt, is tenminste de binnentop 32 van ten minste één van de binnenribben 30 in hoofdzaak vrij van overlap met elk denkbeeldig dwarsvlak van de tweede soort V2. In het H in Fig. 2 getoonde voorbeeld is tenminste de binnentop 32 van elke 30 binnenribben 30 in hoofdzaak vrij van overlap met elk denkbeeldig I 1023687 13 dwarsvlak van de tweede soort V2. Bovendien geldt dat elk van de binnenribben 30 in hoofdzaak vrij is van overlap met elk dwarsvlak van de tweede soort V2.
Fig. 3 toont een doorsnede van het langsdeel 1 volgens een derde 5 uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding. In dit geval geldt dat een nabij een voet 34 van elk van de buitenribben 3 gelegen deel 35 van de buitenribben 3 een denkbeeldig dwarsvlak van een derde soort V3 doorsnijdt of daarin is gelegen. Voordat gebruik plaatsvindt, is de binnenste binnentop 32 van ten minste één van de binnenribben 30 in hoofdzaak vrij 10 van overlap met elk dwarsvlak van de derde soort V3. In het voorbeeld wordt getoond dat de binnentop 32 van elk van de binnenribben 30 in hoofdzaak vrij is van overlap met elk dwarsvlak van de derde soort V3. Het is uiteraard ook mogelijk dat ten minste één van de binnenribben in het geheel in hoofdzaak vrij is van overlap met elk dwarsvlak van de derde soort 15 V3. Voor het in Fig. 3 getoonde voorbeeld geldt tevens dat de buitenzijde 2 is voorzien van een tussen de binnenribben gelegen vlakdeel 45 dat een denkbeeldig dwarsvlak van de vierde soort V4 doorsnijdt. Voorts geldt dat voordat gebruik plaatsvindt ten minste de binnentop van ten minste één van de binnenribben overlap heeft met een dwarsvlak van de vierde soort 20 V4. Alhoewel in alle figuren in deze specificatie de vormen van zowel de buitenribben 3 als de binnenribben 30 een zaagtand respectievelijk een trapezium omvatten is het ook mogelijk dat zowel de binnenribben 30 als de buitenribben 3 elk een geheel andere vorm hebben. Zo kunnen de ribben ook blokvormig, vingervormig eventueel met afgeronde toppen, of golfvormig 25 zijn uitgevoepd. Ook geheel andere vormen zijn denkbaar.
In Fig. 4 wordt een nader uitgewerkt voorbeeld van een langsdeel 1 van een systeem volgens de uitvinding schematisch in doorsnede getoond. In dit voorbeeld omvat het systeem waar het getoonde langsdeel onderdeel van is twee langsdelen 1, waarvan er in Fig. 4 één wordt getoond. Een 30 toepassing van dit systeem wordt getoond in Fig. 6. Het langsdeel 1 is 1023687 I 14 voorzien van een buitenzijde 2 die is voorzien van een aantal in een I langsrichting L op afstand van elkaar gelegen buitenribben 3 voor het in gebruik tot stand brengen van in een omtreksrichting in zichzelf gesloten I contactvlakken 4 (zie figuur 5a) tussen een met behulp van de langsdelen I 5 gevormde afdichtplug 5 en een binnenwand 6 van een buisvormige opening I 7 (zie figuren 5a en 5b). Het langsdeel 1 is aan een eerste kops einde 8 I voorzien van een buitenkraag 9 die bestemd is om in gebruik tegen een I buitenrand 10 van de opening 7 te worden geplaatst (zie figuren 5a en 5b).
I De buitenribben 3 hebben elk in hoofdzaak de vorm van een zaagtand 11 I 10 met een naar het eerste kops einde 8 toe oplopend oploopvlak 12. Een aan I de top 13 van de zaagtand 11 grenzend deel 14 van het oploopvlak 12 omvat I , ten opzichte van een verder van de top 13 gelegen deel 20 van het I oploopvlak 12, een afvlakking 15. Er geldt dat elk oploopvlak 12 is voorzien van met een aan een top 13 van de zaagtand 11 grenzend aandrukvlak 15.
15 Het aandrukvlak 15 sluit met de langsrichting L een hoek in die kleiner is I dan een door een verder van de top 13 gelegen deel 21 van het oploopvlak 12 I en de langsrichting L ingesloten hoek β.
I Het systeem volgens de uitvinding omvat twee of meer van I dergelijke segmentvormige langsdelen 1 voor het afdichten van een ruimte 20 16 tussen de binnenwand 6 van de buisvormige opening 7 en een althans voor een deel in de opening 7 opgenomen buis 17 of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening 7. Met het systeem kan men een afdichtplug 5 vormen en plaatsen in de ruimte 16. De afdichtplug 5 kan tevens een buis 17 of leiding nauwsluitend omhullen (zie figuren 5a, 5b, 25 6 en 7).
Een samenkomst 22 van de afvlakking 15 en het verder van de top 13 gelegen deel 21 van het oploopvlak 12 vormen een in het oploopvlak 12 gelegen buitenwaarts gerichte knik 23.
I 1023687 15
Een terugvalvlak 24 van de zaagtand 11 is voorzien van een relatief ver van de top 13 af gelegen deel 25 dat, ten opzichte van een aan de top 13 grenzend deel 26 van het terugvalvlak 24, naar het eerste kops einde 8 toe schuin aflopend is uitgevoerd. Er geldt dat het aan de top 13 van de 5 zaagtand 11 grenzend vlak 26 van het terugvalvlak 24 van de zaagtand 11 met de langsrichting L een hoek Θ insluit die groter is dan een door een verder van de top 13 gelegen deel 25 van het terugvalvlak 24 en de langsrichting L ingesloten hoek ω.
Een samenkomst 27 van het aan de top 13 van de zaagtand 11 10 grenzend deel 26 van het terugvalvlak 24 en het verder van de top gelegen deel 25 van het terugvalvlak 24 vormen een in het terugvalvlak 24 gelegen binnenwaarts gerichte knik 28. De in het oploopvlak 12 gelegen knik 23 is verder van de buitenzijde 2 gelegen dan de in het terugvalvlak 24 gelegen knik 28.
15 Het langsdeel 1 is voorts voorzien van een binnenzijde 29. De binnenzijde 29 kan in hoofdzaak vlak zijn uitgevoerd. Bij voorkeur echter is de binnenzijde 29 voorzien van een aantal in de langsrichting L op afstand van elkaar gelegen binnenribben 30 voor het in gebruik tot stand brengen van ringvormige contactvlakken 31 tussen de afdichtplug 5 en de buis 17.
20 De binnenribben 30 hebben bij voorkeur de vorm van een trapezium. Een meest van de binnenzijde 29 afgelegen aanligvlak 32 van de trapezium is kleiner dan elk ander parallel aan het aanligvlak 32 gelegen vlak van de trapezium.
De aan het aanligvlak 32 aangrenzende hoeken 33 zijn bij voorkeur 25 afgestompt of afgerond. Deze maatregelen betreffende de binnenzijde 29 en de binnenribben 30 zijn ook mogelijk bij een systeem waarvan de buitenribben 3 niet de vorm hebben van een zaagtand. Ook hoeft er geen sprake te zijn van een afvlakking 15.
Elke top 13 is gelegen in een denkbeeldig dwarsvlak van een eerste 30 soort VI. Elke binnenribbe 30 is bij voorkeur geheel vrij van overlap met een 1023687 I 16 I van de dwarsvlakken van de eerste soort VI. Een nabij een voet 34 van de zaagtand 11 gelegen deel 35 van het oploopvlak 12 is in een dwarsvlak van een derde soort V3 gelegen. Zoals getoond is het mogelijk dat elke I binnenribbe 30 overlapt met een van de dwarsvlakken van de derde soort 5 V3. Deze maatregelen, betreffende de posities van de binnenribben 30 ten I opzichte van de top 13 van de buitenribben 3, zijn zoals gesteld ook mogelijk I bij een systeem met langsdelen 1 waarvan de buitenribben 3 niet de vorm I hebben van een zaagtand 11. Ook hoeft er geen sprake te zijn van een I afvlakking 15. Voorts kunnen de binnenribben 30 anders zijn uitgevoerd I 10 dan hierboven omschreven.
I Het in doorsnee getoonde langsdeel 1 is voorzien van een inloopbuitenribbe 36 die is gelegen nabij een van het eerste kops einde 8 I afgekeerd tweede kops einde 37. De inloopribbe 36 strekt zich uit tot een I eerste buitenomtreksniveau Bu.l dat meer nabij een hartlijn H is gelegen I 15 dan een tweede buitenomtreksniveau Bu.2. tot waaraan elke buitenribbe 3 zich uitstrekt. Hierbij gelden het eerste en het tweede buitenomtreksniveau I Bu.l, Bu.2 elk ten opzichte van een hartlijn H van de bij gebruik gevormde I afdichtplug 5.
Het in Fig. 4 in doorsnee getoonde langsdeel 1 is tevens voorzien I 20 van een aan de binnenzijde 2 van het eerste kops einde 8 gelegen eerste I binnenkraag 38 die zich uitstrekt tot aan eenzelfde binnenomtreksniveau Bi als tot waaraan elke binnenribbe 30 zich uitstrekt. Hierbij geldt het binnenomtreksniveau Bi ten opzichte van de hartlijn Ή van de bij gebruik gevormde afdichtplug 5.
I 25 Het, in doorsnee als voorbeeld getoonde langsdeel 1 is voorts I voorzien van een aan de binnenzijde 31 van het tweede kops einde 37 I gelegen tweede binnenkraag 39 die zich uitstrekt tot aan eenzelfde binnenomtreksniveau Bi als tot waaraan elke binnenribbe 30 zich uitstrekt.
I Hierbij geldt eveneens dat het binnenomtreksniveau Bi ten opzichte van een 30 hartlijn Ή van de in gebruik gevormde afdichtplug 5 is genomen.
I 1023687 17
De figuren 5a en 5b tonen meer in detail hoe de langsdelen 1 samenwerken met de binnenwand 6 van de opening 7 en de althans ten dele in de opening opgenomen buis 17. In Fig. 5a is de binnenwand van de buisvormige opening 7 in doorsnede getoond, terwijl van de met behulp van 5 de langsdelen 1 gevormde afdichtplug 5 een aanzicht wordt getoond zoals dat te zien zou zijn wanneer een helft van de buisvormige opening 7 zou zijn verwijderd. Over het algemeen worden de langsdelen buiten de buisvormige opening 7 nauwsluitend om de buis 17 aangebracht en vervolgens door een beweging in de langsrichting L in de ruimte 16 tussen de binnenwand 6 van 10 de buisvormige opening 7 en de buis 17 worden geschoven. De inloopribbe 36 zal daarbij als eerste contact maken met de binnenwand 6 van de buisvormige opening 7. Bij het verder doorduwen in de langsrichting L zullen meer binnenribben 3 contact gaan maken met de binnenwand 6 van de buisvormige opening 7. Met name de top 13 en ten minste een deel van 15 het oppervlak van de afvlakking 15 zullen contact maken met de binnenwand 6. Om daarbij optredende wrijvingskrachten te overwinnen kan het nodig zijn de afdichtplug 5 met bijvoorbeeld een hamer verder in de richting van de langsrichting L in de buisvormige opening 7 te bewegen.
Ëen en ander kan daarbij nog worden vergemakkelijkt door de langsdelen 20 en/of de binnenwand van de buisvormige opening en/of buis 17 te voorzien van een glijmiddel zoals bijvoorbeeld vaseline of groene zeep. Met name wanneer de binnenwand van beton is vervaardigd biedt dit uitkomst. De afdichtplug 5 kan niet meer verder in de langsrichting L worden bewogen wanneer de buitenkraag 9 tegen de buitenrand 10 van de opening 7 wordt 25 geplaatst. Dq afmetingen van de buitenkraag staan immers een verdere verplaatsing in de langrichting L in de weg. Ten minste een deel van het oppervlak van elke afvlakking 15 zal in dat geval aangedrukt zijn tegen de binnenwand 6 van de buisvormige opening 7.
In Fig. 5b wordt de binnenwand 6 van de buisvormige opening 7 30 eveneens in doorsnede getoond. Ook de in de buisvormige opening 7 d 02368? I 18 I opgenomen afdichtplug 5 wordt grotendeels in eenzelfde doorsnedevlak I getoond. Alleen van de in de buisvormige opening althans ten dele I opgenomen buis 17 wordt een aanzicht getoond waarop de met behulp van I de binnenribben 30 van de uit de langsdelen 1 samengestelde afdichtplug 5 I 5 gevormde ringvormige contactvlakken 31 eveneens zijn weergegeven. Het I zal duidelijk zijn dat een poging tot het bewegen van de in de buisvormige I opening 7 opgenomen afdichtplug 5 in een richting tegengesteld aan de I langsrichting L zal worden tegengewerkt door de wrijving bij de ringvormige I contactvlakken 31 tussen de binnenribben 30 en de buis 17 alsmede de I 10 wrijving die optreedt bij de in een omtreksrichting in zichzelf gesloten I contactvlakken 4 tussen ten minste een deel van elke afvlakking 15 en een I binnenwand 6 van een buisvormige opening 7. De te overwinnen I wrijvingskrachten zullen het grootst zijn ter plaatse van de top 13. Vanwege I de afvlakking 15 zal bij een samendrukking van de zaagtand in de richting I 15 tegengesteld aan de langsrichting L het oppervlak van het contactvlak 4 I toenemen hetgeen met zich brengt dat een nog grotere kracht nodig is om de plug in de richting tegengesteld aan de langsrichting L uit te buisvormige opening 7 te drukken. Gebleken is dat in sommige gevallen een uit het systeem volgens de uitvinding samengestelde afdichtplug 5 standhoudt tot 20 tenminste een druk van 7 bar uitgeoefend op de tweede kopse zijde 37.
I Fig. 6 toont in perspectief een toepassing van het systeem volgens de uitvinding. Een uit de langsdelen 1 samengestelde afdichtplug 5 is daarbij in een ruimte tussen een binnenwand van een buisvormige opening en een althans voor een deel in de opening opgenomen buis 17 opgenomen.
25 De as van de^ buis 17 is in hoofdzaak evenwijdig aan de as van de opening.
De opening is niet zichtbaar omdat een aan het eerste kopse einde van de afdichtplug 5 gelegen buitenkraag tegen de buitenrand van de opening aanligt. Van de buisvormige opening is alleen een buitenwand 50 weergegeven. In dit geval is de buisvormige opening een onderdeel van een I 1023687 19 buis waarvan de buitenwand 50 is getoond. Het is echter ook mogelijk dat de buisvormige opening in een muur of een wand is gevormd.
Het is mogelijk dat het systeem volgens de uitvinding drie, vier, vijf, zes of zelfs meer langsdelen omvat. Van een systeem omvattende vier 5 langsdelen wordt in figuur 7a een aanzicht van het eerste kopse einde 8 van de tot een afdichtplug samengestelde langsdelen 1 getoond. Er geldt dat elk van de langsdelen 1 ten minste twee binnenvlakken 41 omvat, waarbij elk van deze binnenvlakken 41 is voorzien van een zich in de langsrichting L uitstrekkende uitsparing 42 voor het althans gedeeltelijk kunnen omhullen 10 van een van de in de opening 7 opgenomen buizen 17. In de figuren 7b t/m 7e worden systemen volgens de uitvinding met respectievelijk, drie, vijf, zes en negen langsdelen getoond.
De langsdelen 1 van het systeem volgens de uitvinding zijn bij voorkeur in hoofdzaak identiek aan elkaar.
15 In Fig. 8 wordt een doorsnede volgens een deel van Fig. 4 weergegeven met voorkeursafmetingen.
Langsdelen 1 zullen doorgaans van een tenminste enigszins compreseerbaar materiaal, zoals bijvoorbeeld rubber, zijn vervaardigd, bij voorkeur rubber met een shore A hardheid van 70°. Het rubber is bij 20 voorkeur van een brandwerende kwaliteit. Het rubber kan zodanig zijn uitgevoerd dat het expandeert bij blootstelling aan verhoogde temperaturen. Het is ook mogelijk om een siliconenrubber te gebruiken. Een elektrische geleidend rubber behoort eveneens tot de mogelijkheden. Het systeem kan door vervaardiging van een geschikt materiaal gas- en waterdicht zijn 25 uitgevoerd njaar ook brand-, gas- en waterdicht. Bij het vervaardigen van de langsdelen 1 zal doorgaans gebruik worden gemaakt van een daartoe geschikte matrijs. Een dergelijk productieproces is op zich bekend. Zowel injection moulding als compression moulding kunnen worden toegepast.
Het is mogelijk dat elk van de langsdelen 1 is voorzien van een aan 30 de buitenzijde 2 vlak gelegen deel 45 dat zich in de langsrichting L vanaf 1023687 I 20 I een samenkomst 43 van het oploopvlak 12 en de buitenzijde 2 uitstrekt tot aan een naastgelegen buitenribben 3. Met andere woorden, het is mogelijk I dat een zich in de langsrichting L uitstrekkende ringvormig oppervlak I bevindt tussen elk van de buitenribben 3. Zo is het ook mogelijk dat de 5 langsdelen zodanig zijn uitgevoerd dat een ander aantal dan twee, drie of I vier buizen in de buisvormige opening zijn opgenomen en dat de ruimte I tussen deze buizen en de binnenwand van de buisvormige opening met I behulp van het systeem volgens de uitvinding wordt afgedicht. Figuur 9a en I figuur 9b tonen elk een mogelijke doorsnede van een voorbeeld van een I 10 langsdeel behorende bij een dergelijk soort systeem volgens de uitvinding.
In figuur 9a is een voorbeeld getoond waarbij elke binnenzijde 30 B overlap heeft met een van de dwarsvlakken van de derde soort V3. (Een I dwarsvlak van de derde soort doorsnijdt een nabij een voet 34 van de zaagtand 11 gelegen deel 35 van het oploopvlak 12.) B 15 In figuur 9b is een voorbeeld getoond waarbij elke binnenribbe 30 B overlap heeft met een van de dwarsvlakken van een derde soort V4. (Een B dwarsvlak van de vierde soort doorsnijdt een aan de buitenzijde 2 vlak B gelegen deel 45 dat zich in de langsrichting L vanaf en de buitenzijde 2 B uitstrekt tot aan de naastgelegen buitenribbe 3.) B 20 In beide voorbeelden is elke binnenribbe vrij van overlap met een B van de dwarsvlakken van de eerste soort VI.
B Het systeem zal zodanig zijn uitgevoerd dat een afdichtplug met B ten minste twee binnenribben en ten minste twee buitenribben kan worden B gevormd.
B 25 Het is voorts mogelijk om met behulp van twee systemen volgens B de uitvinding elke buisvormige opening van een doorvoerbuis 50 met een B daarin opgenomen bijvoorbeeld een buis 17 af te dichten. Figuur 10 toont B een voorbeeld van een dergelijke toepassing. Er wordt op gewezen dat B vanwege de goede weerstand tegen op de afdichting uitgeoefend druk, het B 30 mogelijk is om bijvoorbeeld drie in plaats van vier buitenribben toe te I 1023687 21 passen. Ook toepassing van twee buitenribben is mogelijk. Hierdoor kan de doorvoerbuis 50 relatief kort zijn uitgevoerd omdat de met behulp van het systeem volgens de uitvinding samengestelde pluggen relatief kort kunnen zijn uitgevoerd. Hierdoor is het mogelijk om gewicht te besparen, hetgeen 5 vooral in de scheepsbouw van nut kan zijn. Bovendien behoeft de doorvoerbuis 50 geen obstakel te vormen op of aan het schot of de wand 51.
Voorts is het mogelijk om de lengte van de doorvoerbuis 50 en de lengte 1 van de langsdelen 1 zodanig op elkaar af te stemmen dat bij gebruik in een situatie als getoond in figuur 10 de luchtspleet S in de langsrichting l 10 relatief kort of smal kan zijn. Een verkorte doorvoerlengte kan op zich als een voordeel worden beschouwd. Voorts biedt dit het voordeel dat bij gebruik een temperatuursverhoging bijvoorbeeld als gevolg van een zich nabij de doorvoerbuis 50 uitgebroken brand, de druk in de luchtspleet S weliswaar kan oplopen, maar dat een kleine verplaatsing buitenwaarts van 15 tenminste een van de afdichtpluggen 5 relatief een enorme vergroting van het volume van de luchtspleet S met zich brengt. Ten gevolge van deze volumevergroting neemt de druk in de luchtspleet S weer af. Met andere woorden, door de flexibele maatvoering betreffende de lengte l van de langsdelen 1 met behoud van weerstand tegen, met name het tweede kops 20 einde 37 van de afdichtplug 5, is een zodanige toepassing mogelijk dat de met die langsdelen samengestelde afdichtpluggen langer stand houden dan de afdichtpluggen gevormd met de bekende systemen.
De uitvinding beperkt zich geenszins tot de getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele varianten zijn mogelijk. Zoals gesteld kan 25 zowel elke bipnenribbe als elke buitenribbe een geheel andere vorm dan getoond aannemen. Ook de afmetingen zijn in alle richtingen vrij door de vakman te bepalen binnen het raamwerk van de uitvinding. De buitentop en/of binnentop kunnen een lijn of een vlak omvatten. De buitenkraag kan elke gewenste vorm aannemen. De buitenkraag kan bijvoorbeeld zodanig 30 zijn uitgevoerd dat de afdichtplug is voorzien van een rechthoekige 1023687 I 22 buitenkraag, bijvoorbeeld vierkant met enigszins afgeronde hoeken. De I dikte van de buitenkraag, de afstand waarover de buitenkraag zich in de I langsrichting L uitstrekt is bij voorkeur zodanig dat de vorm van de I afdichtplug nabij de buitenkraag in gebruik behouden blijft en de I 5 afdichtplug niet in de buisvormige opening kan worden gedrukt.
Alhoewel bij voorkeur de afdichtplug 5 in hoofdzaak cilindrisch is uitgevoerd, behoort ook een afwijking van deze vorm tot de mogelijkheden.
I Zo kan het systeem zodanig zijn uitgevoerd dat het systeem geschikt is voor I buisvormige openingen die vier- en/of rechthoekig zijn. Ook I 10 uitvoeringsvormen die geschikt zijn voor meerhoekig buisvormige openingen worden niet uitgesloten. Zelfs uitvoeringsvormen voor andere onronde, zoals bijvoorbeeld ovaalvormige, buisopeningen, behoren tot de mogelijkheden.
I Hetzelfde geldt voor de geschiktheid met betrekking tot door de buisvormige opening door te voeren kabels, leidingen of buizen. Het systeem kan zodanig 15 zijn uitgevoerd dat ook buizen e.d. met een van een ronde vorm afwijkende doorsnede door de afdichtplug in gebruik kunnen worden omhuld. De I vakman zal in staat zijn om binnen het raamwerk van de uitvinding de afmetingen en dimensionering desgewenst aan te passen aan de I omstandigheden.
20 Al dergelijke varianten worden geacht binnen het raamwerk van de uitvinding te vallen.
I 1023687

Claims (14)

1. Systeem voor het afdichten van een ruimte tussen een binnenwand 5 van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening, waarbij het systeem tenminste twee segmentvormige langsdelen omvat voor het vormen van een afdichtplug die in de genoemde ruimte kan worden opgenomen, waarbij de langsdelen elk 10 zijn voorzien van een buitenzijde en een binnenzijde, welke buitenzijde is voorzien van een aantal in een langsrichting op afstand van elkaar gelegen buitenribben met een buitentop voor het in gebruik tot stand brengen van in hoofdzaak ringvormige buitenste contactvlakken tussen de afdichtplug en de binnenwand van de opening, en welke binnenzijde is voorzien van een 15 aantal in de langsrichting op afstand van elkaar gelegen binnenribben met een binnentop voor het in gebruik tot stand brengen van in hoofdzaak ringvormige binnenste contactvlakken tussen de afdichtplug en de tenminste ene buis of leiding, met het kenmerk, dat elke buitentop een denkbeeldig dwarsvlak van een eerste soort doorsnijdt of daarin is gelegen 20 en dat, voordat gebruik plaatsvindt, tenminste de binnentop van ten minste een van de binnenribben in hoofdzaak vrij is van overlap met elk dwarsvlak van de eerste soort.
2 Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voordat gebruik plaatsvindt tenminste een vein de binnenribben in hoofdzaak vrij is van 25 overlap met ^lk dwarsvlak van de eerste soort.
3 Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, een aan een buitentop grenzend deel van elk van de buitenribben een denkbeeldig dwarsvlak van een tweede soort doorsnijdt of daarin is gelegen en voordat gebruik plaatsvindt tenminste de binnentop van tenminste een van de 1023687 I 24 I binnenribben in hoofdzaak vrij is van overlap met elk denkbeeldig I dwarsvlak van de tweede soort. I 4 Systeem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat voordat gebruik I plaatsvindt tenminste een van de binnenribben in hoofdzaak vrij is van I 5 overlap met elk dwarsvlak van de tweede soort. I 5 Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, een nabij een voet van elk van de buitenribben gelegen deel van de I buitenribbe een denkbeeldig dwarsvlak van een derde soort doorsnijdt of I daarin is gelegen en dat, voordat gebruik plaatsvindt, tenminste de I 10 binnentop van tenminste een van de binnenribben in hoofdzaak vrij is van overlap met elk dwarsvlak van een derde soort. I 6 Systeem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat voordat gebruik H plaatsvindt tenminste een van de binnenribben in hoofdzaak vrij is van I overlap met elk dwarsvlak van de derde soort.
15. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, mét het kenmerk, I dat de buitenzijde is voorzien van een tussen de buitenribben gelegen vlak deel dat een denkbeeldig dwarsvlak van de vierde soort doorsnijdt en dat voordat gebruik plaatsvindt tenminste de binnentop van tenminste een van de binnenribben overlap heeft met een dwarsvlak van een vierde soort. I 20 8 Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk van de langsdelen aan een eerste kops einde is voorzien van een I buitenkraag die bestemd is om in gebruik tegen een buitenrand van de opening te worden geplaatst, en waarbij verder geldt dat de buitenribben elk in hoofdzaak de vorm hebben van een zaagtand met een naar het eerste 25 kops einde tQe oplopend oploopvlak. I 9 Systeem volgens een conclusie 8, met het kenmerk dat een aan de top van de zaagtand grenzend deel van het oploopvlak, ten opzichte van een verder van de top gelegen deel van het oploopvlak, een afvlakking omvat.
10 Systeem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat een 30 samenkomst van de afvlakking en het verder van de top gelegen deel van I 1023687 het oploopvlak een in het oploopvlak gelegen buitenwaarts gerichte knik vormt.
11 Systeem volgens een der conclusies 8-10, met het kenmerk, dat een terugvalvlak van de zaagtand is voorzien van een relatief ver van de top af 5 gelegen deel dat, ten opzichte van een aan de top grenzend deel van het terugvalvlak, naar het eerste kops einde toe schuin aflopend is uitgevoerd.
12 Systeem volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat een samenkomst van het aan de top van de zaagtand grenzend deel van het terugvalvlak en het verder van de top gelegen deel van het terugvalvlak een 10 in het terugvalvlak gelegen binnenwaarts gerichte knik vormt.
13 Systeem volgens conclusie 10 en 12, met het kenmerk, dat de in het oploopvlak gelegen knik verder van de buitenzijde is gelegen dan de in het terugvalvlak gelegen knik. |
14 Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 15 dat tenminste een van de binnenribben de vorm van een trapezium heeft.
15 Systeem volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat een meest van de binnenzijde afgelegen aanligvlak van de trapezium kleiner is dan elk ander parallel aan het aanligvlak gelegen vlak van de trapezium.
16 Systeem volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat aan het 20 aanligvlak aangrenzende hoeken zijn afgestompt of afgerond.
17 Systeem volgens een der conclusies 8-16, met het kenmerk, dat elk van de langsdelen is voorzien van een inloopbuitenribbe die is gelegen nabij een van het eerste kops einde afgekeerd tweede kops einde, welke inloopribbe zich uitstrekt tot aan een eerste buitenomtreksniveau dat meer 25 nabij de hartlijn H is gelegen dan een tweede buitenomtreksniveau tot waaraan elke buitenribbe zich uitstrekt, waarbij het eerste en het tweede buitenomtreksniveau elk gelden ten opzichte van de hartlijn van de bij gebruik gevormde afdichtplug.
18 Systeem volgens een der conclusies 8-17, met het kenmerk, dat elk 30 van de langsdelen is voorzien van een aan de binnenzijde van het eerste 1023687 I 26 I kops einde gelegen eerste binnenkraag die zich uitstrekt tot aan eenzelfde I binnenomtreksniveau als tot waaraan elke binnenribbe zich uitstrekt, waarbij het binnenomtreksniveau geldt ten opzichte van de hartlijn van de I bij gebruik gevormde afdichtplug. I 5 19 Systeem volgens een der conclusies 17-18, met het kenmerk, dat I elk van de langsdelen is voorzien van een aan de binnenzijde van het tweede kops einde gelegen tweede binnenkraag die zich uitstrekt tot aan eenzelfde binnenomtreksniveau als tot waaraan elke binnenribbe zich uitstrekt, I waarbij het binnenomtreksniveau geldt ten opzichte van de hartlijn van de I 10 bij gebruik gevormde afdichtplug. I 20 Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, I dat de tenminste twee langsdelen in hoofdzaak identiek zijn. I 21 Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het systeem ten minste twee langsdelen omvat. 15 22 Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, I dat elk van de langsdelen tenminste twee binnenvlakken omvat, waarbij I elk van deze binnenvlakken is voorzien van een zich in de langsrichting I uitstrekkende uitsparing voor het althans gedeeltelijk kunnen omhullen van I een buis of leiding. I 20 23 Wand voorzien van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding waarvan de I as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening, waarbij een ruimte I tussen een binnenwand van de opening en de tenminste ene buis of leiding H is afgedicht met behulp van een systeem volgens een der voorgaande I 25 conclusies. ,
24 Buis voorzien van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de opening op genomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening, waarbij een ruimte I tussen een binnenwand van de opening en de tenminste ene buis of leiding I 30 is afgedicht met behulp van een systeem volgens een der conclusies 1-22. I .1023 687
NL1023687A 2003-06-18 2003-06-18 Systeem voor het afdichten van een ruimte tussen een binnenwand van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening. NL1023687C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023687A NL1023687C2 (nl) 2003-06-18 2003-06-18 Systeem voor het afdichten van een ruimte tussen een binnenwand van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023687 2003-06-18
NL1023687A NL1023687C2 (nl) 2003-06-18 2003-06-18 Systeem voor het afdichten van een ruimte tussen een binnenwand van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023687C2 true NL1023687C2 (nl) 2004-12-21

Family

ID=34075144

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023687A NL1023687C2 (nl) 2003-06-18 2003-06-18 Systeem voor het afdichten van een ruimte tussen een binnenwand van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1023687C2 (nl)

Cited By (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2007028443A1 (en) * 2005-07-13 2007-03-15 Beele Engineering B.V. System for sealing a space between an inner wall of a tabular opening and at least one tube or duct at least partly received in the opening
EP2339216A1 (de) * 2009-12-23 2011-06-29 LacTec GmbH Leitungsdurchführung
NL2010304C2 (en) * 2013-02-14 2014-08-18 Beele Eng Bv System for sealingly holding cables which extend through an opening.
CN104769346A (zh) * 2012-08-30 2015-07-08 贝勒工程公司 用于环形空间的密封系统
US9528636B2 (en) 2006-03-20 2016-12-27 Beele Engineering B.V. System for dynamically sealing a conduit sleeve through which a pipe or cable extends
US10422427B2 (en) 2010-05-25 2019-09-24 Beele Engineering B.V. Assembly and a method for providing in an opening sealing system
EP4123205A1 (de) * 2021-07-19 2023-01-25 Kaiser GmbH & Co. KG Leitungsdurchführung

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3702193A (en) * 1971-02-22 1972-11-07 Josam Mfg Co Self-retaining and sealing joint gasketing sleeve
NL7809260A (nl) 1978-09-12 1980-03-14 Pidou Bv Afdichtorgaan .
EP0139337A2 (en) * 1983-10-19 1985-05-02 Pidou B.V. Multi-part sealing system
DE29817091U1 (de) * 1998-09-14 1999-01-07 Kroener Gmbh Armaturen Und Dic Dichtungsstopfen
WO2002070939A1 (de) * 2001-03-05 2002-09-12 Dts-Pro-Sys Gmbh Dichtungsmanschette

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3702193A (en) * 1971-02-22 1972-11-07 Josam Mfg Co Self-retaining and sealing joint gasketing sleeve
NL7809260A (nl) 1978-09-12 1980-03-14 Pidou Bv Afdichtorgaan .
EP0139337A2 (en) * 1983-10-19 1985-05-02 Pidou B.V. Multi-part sealing system
DE29817091U1 (de) * 1998-09-14 1999-01-07 Kroener Gmbh Armaturen Und Dic Dichtungsstopfen
WO2002070939A1 (de) * 2001-03-05 2002-09-12 Dts-Pro-Sys Gmbh Dichtungsmanschette

Cited By (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8262094B2 (en) 2005-07-13 2012-09-11 Beele Engineering B.V. System for sealing a space between an inner wall of a tubular opening and at least one tube or duct at least partly received in the opening
WO2007028443A1 (en) * 2005-07-13 2007-03-15 Beele Engineering B.V. System for sealing a space between an inner wall of a tabular opening and at least one tube or duct at least partly received in the opening
CN101263330B (zh) * 2005-07-13 2012-02-22 贝勒工程公司 用于密封管状开口内壁和至少部分地接纳在该开口中的至少一个管或导管之间的空间的系统
US9528636B2 (en) 2006-03-20 2016-12-27 Beele Engineering B.V. System for dynamically sealing a conduit sleeve through which a pipe or cable extends
EP2339216A1 (de) * 2009-12-23 2011-06-29 LacTec GmbH Leitungsdurchführung
US10422427B2 (en) 2010-05-25 2019-09-24 Beele Engineering B.V. Assembly and a method for providing in an opening sealing system
CN104769346A (zh) * 2012-08-30 2015-07-08 贝勒工程公司 用于环形空间的密封系统
CN104769346B (zh) * 2012-08-30 2016-10-26 贝勒工程公司 用于环形空间的密封系统
US10544884B2 (en) 2012-08-30 2020-01-28 Beele Engineering B.V. Sealing system for an annular space
NL2010304C2 (en) * 2013-02-14 2014-08-18 Beele Eng Bv System for sealingly holding cables which extend through an opening.
WO2014124956A3 (en) * 2013-02-14 2015-10-29 Beele Engineering B.V. System for sealingly holding cables which extend through an opening
CN105308378A (zh) * 2013-02-14 2016-02-03 贝勒工程公司 用于密封地保持延伸穿过开口的线缆的系统
US9722404B2 (en) 2013-02-14 2017-08-01 Beele Engineering B.V. System for sealingly holding cables which extend through an opening
CN105308378B (zh) * 2013-02-14 2019-04-16 贝勒工程公司 用于密封地保持延伸穿过开口的线缆的系统
EP4123205A1 (de) * 2021-07-19 2023-01-25 Kaiser GmbH & Co. KG Leitungsdurchführung

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1023688C2 (nl) Systeem voor het afdichten van een ruimte tussen een binnenwand van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening.
JP5607700B2 (ja) 管状開口の内壁と少なくとも部分的に開口に挿入される少なくとも1本のチューブまたはダクトとの間のスペースを封止するシステム
US10422427B2 (en) Assembly and a method for providing in an opening sealing system
EP1837573B1 (en) System for dynamically sealing a conduit sleeve through which a pipe or cable extends
US8490353B2 (en) System for dynamically sealing at least one conduit through which a pipe or cable extends
NL1023687C2 (nl) Systeem voor het afdichten van een ruimte tussen een binnenwand van een buisvormige opening en tenminste een althans voor een deel in de opening opgenomen buis of leiding waarvan de as in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de opening.
KR20110110166A (ko) 파이프 조인트
EP1837572A1 (en) System for sealing a space between an inner wall of a tubular opening and at least one tube or duct at least partly received in the opening
RU212135U1 (ru) Клиновой механизм и проходная система, содержащая такой клиновой механизм
WO2003019747A1 (en) Cabling apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080101