NL1023598C1 - Rotary mill for e.g. granular material, has removable beater rotated by device mounted on outer part of rotor - Google Patents

Rotary mill for e.g. granular material, has removable beater rotated by device mounted on outer part of rotor Download PDF

Info

Publication number
NL1023598C1
NL1023598C1 NL1023598A NL1023598A NL1023598C1 NL 1023598 C1 NL1023598 C1 NL 1023598C1 NL 1023598 A NL1023598 A NL 1023598A NL 1023598 A NL1023598 A NL 1023598A NL 1023598 C1 NL1023598 C1 NL 1023598C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
axis
rotation
impact
rotor
bearing
Prior art date
Application number
NL1023598A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Johannes Petrus Van Der Zanden
Original Assignee
Zanden Rosemarie Johanna Van D
Johannes Petrus Van Der Zanden
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Zanden Rosemarie Johanna Van D, Johannes Petrus Van Der Zanden filed Critical Zanden Rosemarie Johanna Van D
Priority to NL1023598A priority Critical patent/NL1023598C1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1023598C1 publication Critical patent/NL1023598C1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B02CRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING; PREPARATORY TREATMENT OF GRAIN FOR MILLING
    • B02CCRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING IN GENERAL; MILLING GRAIN
    • B02C13/00Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills
    • B02C13/14Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices
    • B02C13/18Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices with beaters rigidly connected to the rotor
    • B02C13/1807Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices with beaters rigidly connected to the rotor the material to be crushed being thrown against an anvil or impact plate
    • B02C13/1814Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices with beaters rigidly connected to the rotor the material to be crushed being thrown against an anvil or impact plate by means of beater or impeller elements fixed on top of a disc type rotor
    • B02C13/1821Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices with beaters rigidly connected to the rotor the material to be crushed being thrown against an anvil or impact plate by means of beater or impeller elements fixed on top of a disc type rotor the beater or impeller elements being rotatably fixed around their own axis

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Crushing And Pulverization Processes (AREA)

Abstract

The mill has at least one removable beater (18) which is rotated using a device mounted on the outer part (8) of the rotor (1) via at least one bearing so that the rotary device (4) can be rotated about an axis which is coincidental with the beater body rotation axis. The mill comprises a rotor with at least one blade (2) rotatable in at least one direction, a dosing space (11) extending around the rotation axis for the rotor, at least one guide device (13, 19) supported by a middle part (7) of the rotor and at least one beater associated with at least one guide device. The guide device has at least one guide surface (14) extending around the dosing space in the direction of the outer edge of the rotor between a central feed (15) and an output end (16). The geometry of the dosing space is defined by the rotating central feed. Material supplied to the guide device by the central feed flows over the guide surface by gravity and follows a spiral path (17) after the output end. The beater comprises at least one part in the form of a rotary body extending in a uniform manner around its rotation axis, forming a rotary beater surface acting as an impingement surface (23) extending transverse to the spiral-shaped path.

Description

-1--1-

ZELFROTERENDINSLAGORGAAN GEBIED VAN DE UITVINDINGSELF-FREEDOM STORAGE AREA OF THE INVENTION

5 De uitvinding heeft betrekking op het gebied van het versnellen van materiaal, met name een stroom van korrelvormig of deeltjesvormig materiaal, met behulp van centrifugaalkracht, met in het bijzonder het doel om de versnelde korrels of deeltjes met een zodanige snelheid te doen botsen tegen een inslagorgaan dat deze breken.The invention relates to the field of accelerating material, in particular a stream of granular or particulate material, with the aid of centrifugal force, with the particular object of causing the accelerated granules or particles to collide with such a speed against a impactor that they break.

10 ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

Volgens een bekende techniek kan de beweging van een materiaalstroom met behulp van de centrifugaalkracht worden versneld. Het materiaal wordt daarbij op het middendeel (het ciricelvormig doseervlak van een ontvangst- en verdeelorgaan) van een snel roterende rotor gedoseerd en daarna 15 opgenomen door een of meer versnellingsorganen die door die rotor worden gedragen en zijn voorzien van een versnellingsvlak dat zich vanaf dat doseervlak uitstrekt in de richting van de uitwendige rand van de rotor. Het materiaal wordt, onder invloed van middelpuntvliedende kracht, langs het versnellingsvlak versneld en, wanneer het van het versnellingsorgaan loskomt, met hoge snelheid naar buiten geslingerd. Gezien vanuit stilstaand standpunt beweegt het materiaal, nadat het van het versnellings-20 orgaan loskomt, met nagenoeg constante snelheid langs een nagenoeg rechte stroom, die naar voor is gericht. Gezien vanuit een met het versnellingsorgaan meebewegend standpunt beweegt het materiaal, nadat het van het versnellingsorgaan loskomt, langs een spiraalvormige stroom die naar achter is gericht, gezien in de rotatierichting. De relatieve snelheid neemt daarbij toe langs die spiraalvormige baan naarmate het materiaal zich verder van de rotatiehartlijn verwijdert 25 Het versnelde materiaal kan nu worden opgevangen door een stationair inslagorgaan dat is opge steld in de rechte stroom die de materiaal beschrijft, met het doel het materiaal tijdens de botsing te doen breken. Het materiaal treft het stationair inslagorgaan met de snelheid die het heeft wanneer het loskomt van de rotor. Het stationair inslagorgaan kan bijvoorbeeld warden gevormd door een pantser-ring, die rond de rotor is opgesteld. Het verkleiningsproces vindt gedurende deze enkele inslag plaats, 30 waarbij wordt gesproken van een enkelvoudige inslagbreker.According to a known technique, the movement of a material stream can be accelerated with the aid of the centrifugal force. The material is thereby dosed on the central part (the circular dosing surface of a receiving and distributing member) of a rapidly rotating rotor and then picked up by one or more accelerating members supported by that rotor and provided with an accelerating surface extending from that dosing surface extends in the direction of the outer edge of the rotor. The material is accelerated along the acceleration surface under the influence of centrifugal force and, when released from the accelerator member, is thrown out at a high speed. Viewed from a stationary standpoint, the material, after disengaging from the accelerator member, moves at a substantially constant speed along a substantially straight stream directed forward. Viewed from a standpoint moving with the accelerator member, the material, after being released from the accelerator member, moves along a spiral stream that is directed rearward, viewed in the direction of rotation. The relative speed thereby increases along that spiral path as the material moves further away from the axis of rotation. The accelerated material can now be received by a stationary impact member arranged in the straight flow describing the material, with the aim of moving the material during break the collision. The material hits the stationary impact member at the speed it has when it comes off the rotor. The stationary impact member can for instance be formed by an armor ring which is arranged around the rotor. The shredding process takes place during this single impact, which is referred to as a single impact breaker.

In plaats van het materiaal direct te laten inslaan tegen een stationair inslagorgaan, is het ook mogelijk om het materiaal eerst te laten inslaan tegen een met het versnellingsorgaan geassocieerd co-roterend inslagorgaan dat door die rotor wordt gedragen en is opgesteld dwars in de spiraalvormige stroom die het materiaal beschrijft, met het doel het materiaal eenmaal te laten botsen voordat het 35 materiaal het stationair inslagorgaan treft. Het materiaal treft het co-roterend inslagorgaan nu met de I snelheid die het materiaal ontwikkeld langs die spiraalvormige baan; waarbij het materiaal tijdens de I inslag tegelijkertijd wordt belast en versneld, met welke snelheid het materiaal vervolgens voor een I tweede maal wordt belast wanneer het inslaat tegen het stationair inslagorgaan. Daarbij wordt gespro- I ken van een direct meervoudige inslagbreker die een veel grotere verkleiningsintensiteit heeft dan een I 5 enkelvoudige inslagbreker. Een direct meervoudige inslagbreker is bekend uit PCT/NL97/00565, die I op naam van de aanvrager is gesteld.Instead of causing the material to strike directly against a stationary impact member, it is also possible to first impact the material against a co-rotating impact member associated with the accelerator member and supported by said rotor and disposed transversely of the spiral flow which describes the material for the purpose of causing the material to collide once before the material hits the stationary impact member. The material now hits the co-rotating impact member at the speed that the material develops along that spiral path; wherein the material is simultaneously loaded and accelerated during the impact, at which speed the material is subsequently loaded for a second time when it impacts against the stationary impact element. A direct multiple impact breaker is used which has a much greater reduction intensity than a single impact breaker. A direct multiple impact breaker is known from PCT / NL97 / 00565, which is assigned to the applicant.

I Omdat de beweging (bewegingsrichting) van de materiaalstroom tussen het versnellingsorgaan en het co-roterend inslagorgaan invariant is (met betrekking tot de rotatiesnelheid) en in wezen deter- ministisch verloopt, slaat het materiaal tegen het co-roterend inslagorgaan heel geconcentreerd in. Er 10 kan zich daardoor vrij snel een diepe holte vormen in het inslagvlak. Dit kan de inslag van de materiaal- stroom verstoren, terwijl de slijtagesnelheid toeneemt naarmate zich een diepere hotte vormt Boven- I dioi heeft de concentratie van de slijtage op een plaats tot gevolg dat de standtijd van het inslagorgaan wordt begrensd.Because the movement (direction of movement) of the material flow between the accelerator member and the co-rotating impact member is invariant (with respect to the rotational speed) and runs essentially deterministically, the material strikes very concentrated against the co-rotating impact member. A deep cavity can therefore form relatively quickly in the impact surface. This can disrupt the impact of the material flow, while the wear rate increases as a deeper hotte forms. Moreover, the concentration of the wear at a location results in the service life of the impact member being limited.

I Genoemde storingsinvloed is van grote invloed op de breukwaarschijnlijkheid, die normaal sterk I 15 terugloopt naarmate zich een diepere holte vormt Voor het realiseren van een redelijke verkleiningsgraad moet de inslagsnelheid daarom veelal worden opgevoerd, hetgeen extra energie vergt, de slijtage en I daarmee de storingsinvloed nog sterker doet toenemen, terwijl een ongewenst groot aantal aan zeer fijne delen kan ontstaan. Een en ander heeft tot gevolg dat het verkleiningsproces niet altijd even goed beheersbaar is en niet alle korrels op uniforme wijze worden gebroken. Het verkregen breekprodukt 20 bezit daardoor vaak een vrij grote spreiding in korrelafineting en korrelconfiguratie.Said interference influence has a major influence on the probability of breakage, which normally strongly decreases as a deeper cavity forms. To achieve a reasonable degree of reduction, the impact speed must therefore often be increased, which requires extra energy, the wear and therefore the interference influence. increases even more strongly, while an undesirably large number of very fine parts can arise. As a result, the comminution process is not always easy to control and not all grains are broken uniformly. The resulting break product 20 therefore often has a fairly large spread in grain size and grain configuration.

I Het is dus van belang dat voorkomen wordt dat de slijtage geconcentreerd plaatsvindt en zich een I diepe holte in het inslagvlak vormt De bekende direct meervoudige inslagbreker voorziet daartoe in de mogelijkheid om het inslagorgaan (co-roterend) uit te voeren met een (zelf)roterend inslagvlak waar- I mee wordt voorkomen dat de slijtage zich concentreert op één plaats en een holte vormt in het inslag- 25 vlak. De zelfrotatie wordt opgewekt onder invloed van middelpuntvliedende kracht doordat het zwaar- tepunt van dat inslagorgaan verschuift ten opzichte van die omwentelingshartlijn wanneer dat inslag- orgaan langs dat inslagvlak slijt onder invloed van de inslagen van dat materiaal Door de rotatie van het I inslagvlak wordt de slijtage rondom langs het inslagvlak regelmatig gespreid; en kan zich geen holte vormen. Het breekproces wordt daardoor niet (meer) verstoord naarmate de slijtage toeneemt. Dit 30 heeft grote voordelen: Het breekproces (1) verloopt nu geheel deterministisch hetgeen (2) een signifi- cant grotere breukwaarschijnlijkheid oplevert, (3) minder onder- en overmaat in het breekprodukt voorkomt terwijl (4) de standtijd van het inslagorgaan aanzienlijk toeneemt.It is therefore important that the wear is prevented from becoming concentrated and a deep cavity forms in the impact surface. The known direct multiple impact breaker provides for this purpose the possibility of (impacting) the impact element (co-rotating) rotating impact surface which prevents the wear from concentrating at one location and forms a cavity in the impact surface. The self-rotation is generated under the influence of centrifugal force because the center of gravity of that impact element shifts relative to that axis of rotation when that impact element wears along that impact surface under the influence of the impacts of that material. regularly spread around the impact surface; and cannot form a cavity. As a result, the breaking process is no longer disrupted as the wear increases. This has major advantages: The breaking process (1) now runs entirely deterministically, which (2) yields a significantly greater fracture probability, (3) less and less excess in the crushing product, while (4) the service life of the impacting device increases considerably .

Het (co-roterend) inslagorgaan wordt daarvoor uitgevoerd in de vorm van een omwentelings- lichaam dat roteerbaar is rond een omwentelingshartlijn, van welk omwentelingslichaam het 35 omwentelingsoppervlak het zelfroterend inslagoppervlak vormt, waarvan een deel (het trefvlak) dwars -3- is opgesteld in de spiraalvormige stroom. De bekende direct meervoudige inslagbreker vóórziet daarbij in de mogelijkheid (1) dat de omwentelingshartlijn evenwijdig loopt met de rotatiehartlijn van de rotor en (2) loodrecht op het vlak van de rotatie is gericht en (3) loodrecht op het vlak van de rotatie is gericht en samenvalt met het radiale vlak vanuit die rotatiehartlijn.The (co-rotating) impact member is therefore designed in the form of a body of rotation that is rotatable about a center of rotation, of which body of revolution the surface of rotation forms the self-rotating impact surface of which a part (the target face) is arranged transversely -3- in the spiral stream. The known direct multiple impact breaker thereby envisages the possibility (1) that the axis of rotation is parallel to the axis of rotation of the rotor and (2) is oriented perpendicular to the plane of rotation and (3) is oriented perpendicular to the plane of rotation. and coincides with the radial plane from that axis of rotation.

5 In de bekende direct meervoudige inslagbreker is het (co-roterend) inslagorgaan roteerbaar doordat het met behulp van een rollager wordt gedragen door een (niet roteerbare) as, welke as wordt gedragen door die rotor. Deze constructie heeft het nadeel dat het zelfroterend inslagorgaan vrij moeilijk is uit te wisselen (in de bekende direct meervoudige inslagbreker is het zelfroterend inslagorgaan opgenomen in een cassette die als geheel wordt uitgewisseld inclusief lagers), waarbij bovendien de lagers 10 moeilijk zijn af te dichten en daardoor makkelijk kunnen vervuilen. Bovendien zijn de krachten die worden opgewekt door (1) de centrifugale belasting en door (2) het inslaand materiaal enorm groot, waarbij kan worden gedacht aan meer dan 100 kN centrifugaalkracht gecombineerd met een snel repeterende inslagbelasting. De centrifugaalkracht neemt progressief toe met (1) het toerental en (2) het gewicht (massa) van het inslagorgaan. De inslagbelasting neemt progressief toe met (1) de diame-15 ter (massa) en (2) de hardheid (elasticiteit) van het inslaand materiaal. Deze grote krachten kunnen problemen opleveren met rollagers; de krachten kunnen zelfs zo groot worden dat deze niet meer op een praktische manier zijn op te vangen met rollagers. Ook het inslagorgaan dat is samengesteld uit een heel hard en daardoor bros materiaal kan onder deze belasting - met name de inslagbelasting - scheuren ofbreken; en het kan noodzakelijk zijn om het inslagmateriaal te verstevigen.In the known direct multiple impact breaker the (co-rotating) impact element is rotatable in that it is supported by a roller bearing by a (non-rotatable) shaft, which shaft is supported by that rotor. This construction has the disadvantage that the self-rotating impact member is quite difficult to exchange (in the known direct multiple impact breaker, the self-rotating impact element is included in a cassette that is exchanged as a whole including bearings), wherein furthermore the bearings 10 are difficult to seal and therefore easily contaminated. Moreover, the forces generated by (1) the centrifugal load and by (2) the impact material are enormous, with more than 100 kN centrifugal force combined with a rapidly repeating impact load. The centrifugal force increases progressively with (1) the speed of rotation and (2) the weight (mass) of the impact element. The impact load increases progressively with (1) the diameter (mass) and (2) the hardness (elasticity) of the impact material. These large forces can cause problems with roller bearings; the forces can even become so great that they can no longer be absorbed in a practical way with roller bearings. Also the impact member which is composed of a very hard and therefore brittle material can crack or break under this load - in particular the impact load -; and it may be necessary to reinforce the weft material.

20 De bekende meervoudige inslagbreker voorziet voorts in de mogelijkheid dat het co-roterend inslagorgaan direct wordt gedragen door een vaste as waar omheen het co-roterend inslagorgaan is geschoven. Er kan zich echter makkelijk materiaal vastzetten tussen de as en het co-roterend inslagorgaan waardoor de (zelf)rotatie wordt gehinderd; terwijl grote slijtage optreedt aan de as.The known multiple impact breaker further provides the possibility that the co-rotating impact member is directly supported by a fixed axis about which the co-rotating impact element is slid. However, material can easily settle between the shaft and the co-rotating impact element, thereby hindering the (self) rotation; while great wear occurs on the shaft.

25 DOEL VAN DE UITVINDINGOBJECT OF THE INVENTION

Het doel van de uitvinding is daarom een inslagorgaan te verschaffen, zoals hierboven omschreven, die deze nadelen mist, of althans in mindere mate vertoont.The object of the invention is therefore to provide an impact member, as described above, which lacks these drawbacks, or at least shows them to a lesser extent.

Dit doel wordt bereikt door een rotor, die in tenminste een richting roteerbaar is rond een rotatie-30 hartlijn, te voorzien van een (co-roterend) inslagorgaan dat is geassocieerd met tenminste een geleidings- orgaan, welk inslagorgaan -dat is uitgevoerd in de vorm van een omwentelingslichaam dat roteerbaar is rond een omwentelingshartlijn en waarvan het omwentelingsoppervlak fungeert als (zelf)roterend inslagvlak - niet direct wordt gedragen met behulp van lagers; maar door het inslagorgaan te laten dragen met behulp van een draaiorgaan (zijnde niet een lager of lagerconstructie) dat draaibaar is rond 35 een draaihartlijn, zodanig dat het inslagorgaan (makkelijk) uitneembaar is van dat draaiorgaan, welk I draaiorgaan met behulp van tenminste een lager wordt gedragen door een draagorgaan zodanig dat de I draaihartlijn samenvalt met die omwentelingshartlijn en zodanig dat dat draaiorgaan (zeif)roteerbaar is, welk draagorgaan wordt gedragen door die rotor. De uitvinding is verder beschreven in de conclusies I waarnaar hier wordt verwezen.This object is achieved by providing a rotor, which is rotatable in at least one direction about a center of rotation, with a (co-rotating) impact member associated with at least one guide member, which impact member is embodied in the shape of a body of rotation that is rotatable about a center of rotation and whose surface of rotation functions as a (self) rotating impact surface - is not directly supported with the aid of bearings; but by having the impact element supported by means of a rotary element (not being a bearing or bearing structure) that is rotatable about a center of rotation, such that the impact element is (easily) removable from said rotary element, which rotary element is made by means of at least one bearing is carried by a support member such that the axis of rotation coincides with that axis of rotation and such that said rotation member (sieve) is rotatable, which support member is supported by said rotor. The invention is further described in the claims I referred to herein.

I 5 De uitvinding voorziet daarbij in de mogelijkheid dat de rotatiehartlijn (van de rotor) (1) verticaal I is gericht of (2) niet verticaal (i.e. horizontaal) is gericht; en dat de omwentelingshartlijn (van het inslagorgaan), (1) evenwijdig - althans in dezelfde richting - verloopt dat de omwentelingshartlijn (hetgeen de voorkeur heeft) en (2) de omwentelingshartlijn samenvalt met het vlak van de rotatie en H samenvalt met het radiaal vlak vanuit die rotatiehartlijn.The invention thereby provides for the possibility that the axis of rotation (of the rotor) is (1) oriented vertically or (2) is not oriented vertically (i.e. horizontally); and that the axis of rotation (of the impact member), (1) runs parallel - at least in the same direction - that the axis of rotation (which is preferred) and (2) the axis of rotation coincides with the plane of rotation and H coincides with the radial plane from that center of rotation.

I 10 De uitvinding voorziet in de mogelijkheid dat het inslagorgaan zelfroterend is, welke zelftotatie wordt opgewekt onder invloed van middelpuntvliedende kracht doordat het zwaartepunt van dat inslag- I orgaan verschuift ten opzichte van die omwentelingshartlijn wanneer dat inslagorgaan langs dat inslag- I vlak slijt onder invloed van de inslagen van dat materiaal.The invention provides for the possibility that the impact element is self-rotating, which self-rotation is generated under the influence of centrifugal force because the center of gravity of said impact element shifts relative to that axis of rotation when that impact element wears along that impact surface under influence of the impacts of that material.

De uitvinding voorziet daarbij in de mogelijkheid dat de zelftotatie c.q. de slijtage langs het inslag- I 15 vlak in wezen deterministisch verloopt, hetgeen wordt bereikt door het inslagorgaan zodanig uit te I voeren dat het zwaartepunt van het inslagorgaan niet samenvalt met de omwentelingshartlijn, c.q. dat I het zwaartepunt zich op een vooraf bepaalde afstand bevindt van die omwentelingshartlijn, waarbij het I met behulp van de grootte van de afstand tussen het zwaartepunt en de omwentelingshartlijn mogelijk is om het verloop van de slijtage langs het inslagvlak te determineren; i.e. dat het aantal omwentelingen 20 gekoppeld aan de dikte van de slijtagelaag vooraf is te bepalen.The invention thereby provides for the possibility that the self-rotation or the wear along the impact surface runs essentially deterministically, which is achieved by designing the impact element such that the center of gravity of the impact element does not coincide with the axis of rotation, or that The center of gravity is at a predetermined distance from that center of rotation, whereby it is possible with the aid of the magnitude of the distance between the center of gravity and the center of rotation to determine the course of the wear along the impact plane; i.e. the number of revolutions 20 linked to the thickness of the wear layer can be determined in advance.

Een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding - die de voorkeur heeft - voorziet in een draai* I orgaan in de vorm van tenminste een cilinderwand (bus of buis), die met behulp van een radiaal glij lager wordt gedragen door het draagorgaan in de vorm van een draagas die vast wordt gedragen door die rotor; waarbij het inslagorgaan is voorzien van een draagholte die zich op regelmatige wijze 25 uitstrekt rond die omwentelingshartlijn, met behulp van welke draagholte dat inslagorgaan over dat draaiorgaan kan worden geschoven, welk draaiorgaan over die draagas is geschoven; welk glijlager zich uitstrekt langs het inwendig oppervlak van de cilinderwand tussen het draaiorgaan en het draag- orgaan.A first embodiment according to the invention - which is preferred - provides a rotary member in the form of at least one cylinder wall (sleeve or tube), which is supported by the bearing member in the form of a radial sliding bearing. bearing axle that is fixedly supported by that rotor; wherein the impact member is provided with a support cavity that regularly extends around that axis of rotation, with the aid of which support cavity said impact member can be slid over said rotation member, which rotation member is slid over said support axis; which slide bearing extends along the inner surface of the cylinder wall between the rotary member and the bearing member.

De uitvinding voorziet daarbij in de mogelijkheid dat de omwentelingshartlijn ten opzichte van de 30 rotatiehartlijn onder een hoek (a) van tussen de 1° en 3° naar achter (naar binnen) is gericht - gezien in het radiaal vlak vanuit die rotatiehartlijn - zodanig dat het inslagorgaan zich onder invloed van middelpuntvliedende kracht heel stevig vastzet tegen het draaiorgaan zodanig dat het inslagorgaan niet langs het draaiorgaan omhoog kan schuiven waardoor het inslagorgaan weg (omhoog) zou kunnen schieten; en daardoor niet verder behoeft te worden gezekerd c.q. geborgd; en heel eenvoudig kan 35 worden uitgewisseld door het inslagorgaan over het draaiorgaan te schuiven.The invention thereby provides for the possibility that the axis of rotation with respect to the axis of rotation is directed backwards (inwards) at an angle (a) of between 1 ° and 3 ° - as seen in the radial plane from that axis of rotation - such that the impact member is fastened firmly against the rotary member under the influence of centrifugal force such that the impact member cannot slide upwards along the rotary member, as a result of which the impact member could shoot away (up); and as a result, no further securing or safeguarding is required; and can be exchanged very simply by sliding the impact element over the rotary element.

-5--5-

De uitvinding voorziet in een tweede uitvoeringsvorm waarbij het draaiorgaan niet is voorzien van een (radiaal) glijlager maar direct door het draaiorgaan wordt gedragen en derhalve koud rond het draaiorgaan beweegt (c.q. roteert).The invention provides a second embodiment in which the rotary member is not provided with a (radial) slide bearing but is directly supported by the rotary member and therefore moves cold (or rotates) around the rotary member.

De uitvinding voorziet in een derde uitvoeringsvorm waarbij het inslagorgaan wordt gedragen 5 door een vaste draagas (welke vaste draagas in wezen onderdeel vormt van het inslagorgaan), van welke vaste draagas de vaste draagashartlijn samenvalt met die omwentelingshartlijn, welk inslagorgaan met behulp van die vaste draagas wordt gedragen door dat draaiorgaan, welk draaiorgaan de vorm heeft van een cilinderwand (bus of cilinder), welk draaiorgaan met behulp van tenminste een (rol of glij) lager wordt gedragen door die rotor, die daartoe is voorzien van een montage opening eventueel 10 met behulp van een steunorgaan (die daartoe is voorzien van een draagopening), welk steunorgaan wordt gedragen door die rotor, welk lager zich uitstrekt tussen het uitwendig oppervlak van die cilinderwand en het inwendig oppervlak van die montage opening (of inwendig oppervlak van die draagopening).The invention provides a third embodiment in which the weft element is supported by a fixed bearing axis (which fixed bearing axis essentially forms part of the weft element), of which fixed bearing axis the fixed bearing axis coincides with that axis of rotation, which weft element with the aid of said fixed bearing axis is carried by that rotary member, which rotary member is in the form of a cylinder wall (bush or cylinder), which rotary member is supported by means of at least one (roller or sliding) bearing by that rotor, which is provided for this purpose with a mounting opening, optionally with by means of a support member (provided for this purpose with a support opening), which support member is supported by said rotor, which bearing extends between the outer surface of said cylinder wall and the inner surface of said mounting opening (or inner surface of said bearing opening).

Een andere mogelijkheid waar de uitvinding in voorziet betreft een vierde uitvoeringsvorm waar-15 bij het draagorgaan wordt gevormd door een zelfroterende draaias die met behulp van tenminste een (rol) lager wordt gedragen door de rotor, zodanig dat die zelfroterende draaias zelf-roteerbaar is rond de draaiashartlijn. De uitvinding voorziet daarbij in de mogelijkheid dat de zelfroterende draaias wordt uitgevoerd als een losse (uitneembare) draaias waar het inslagorgaan (net als bij de genoemde cilinderwand constructie) overheen wordt geschoven.Another possibility which the invention provides relates to a fourth embodiment in which the support member is formed by a self-rotating axis of rotation which is supported by the rotor with the aid of at least one (roller) bearing, such that said self-rotating axis of rotation is self-rotatable about the axis of rotation. The invention thereby provides for the possibility that the self-rotating pivot axis is designed as a loose (removable) pivot axis over which the impact member (just like with the said cylinder wall construction) is slid over.

20 Voor de goede orde wordt hier aangetekend dat hier met omwentelingslichaam niet strikt de wiskundige vorm wordt bedoeld; maar hier wordt gedefinieerd als een "omwentelingslichaam" waarvan het omwentelingsoppervlak zich op regelmatige wijze uitstrekt rond de omwentelingshartlijn, zodanig dat de omwentelingshartlijn in wezen samenvalt met de geometrische hartlijn; de uitvinding voorziet daarbij in de mogelijkheid dat het zwaartepunt van het inslagorgaan niet samenvalt met de 25 omwentelingshartlijn, maar ook daarbij heeft het de voorkeur dat de geometrische hartlijn samenvalt met de omwentelingshartlijn.For the sake of good order, it is noted here that the body of revolution does not strictly refer to the mathematical form; but here is defined as a "body of revolution" whose surface of rotation regularly extends around the center of rotation, such that the center of rotation coincides essentially with the geometric center line; the invention thereby provides for the possibility that the center of gravity of the impact element does not coincide with the center of rotation, but it is also preferred here that the geometric center line coincides with the center of rotation.

De uitvinding voorziet in de mogelijkheid om het inslagorgaan te verstevigen met een verstevigings-orgaan, zodanig dat het niet bezwijkt (scheurt of breekt) onder de (enorme) belasting die pp het inslagorgaan wordt uitgeoefend. Daartoe vóórziet de uitvinding in de mogelijkheid dat het inslagorgaan 30 wordt voorzien van een verstevigingsplaat langs tenminste een van de parallel zijde van het inslag orgaan of langs het inwendig oppervlak van genoemde cilindrische draagholte of dwars is opgenomen in het inslagorgaan; welke verstevigingsplaat - die is samengesteld uit een materiaal dat een grotere treksterkte heeft dan het materiaal waaruit het inslagorgaan is samengesteld - hecht is verbonden met het inslagorgaan.The invention provides for the possibility of reinforcing the impact element with a reinforcement element, such that it does not collapse (ruptures or breaks) under the (enormous) load exerted by the impact element. To this end, the invention provides for the possibility that the impact element 30 is provided with a reinforcement plate along at least one of the parallel side of the impact element or along the internal surface of said cylindrical support cavity or is included transversely in the impact element; which reinforcement plate - which is composed of a material that has a higher tensile strength than the material from which the impact element is composed - is tightly connected to the impact element.

35 Γ135 Γ1

I KORTE BESCHRUVINGVAN DEIEKENINGENI SHORT DESCRIPTION OF ACCOUNTS

I De besproken en andere doelstellingen, kenmerken en voordelen van de inrichting van de uitvin- ding worden voor een beter begrip toegelicht in de volgende gedetailleerde beschrijving van de inrich- I 5 ting van de uitvinding in samenhang met begeleidende schematische tekeningen.The discussed and other objects, features and advantages of the device of the invention are explained for better understanding in the following detailed description of the device of the invention in conjunction with accompanying schematic drawings.

I Figuur 1 toont schematisch een bovenaanzicht A - A van een eerste uitvoeringsvorm van de I inrichting van de uitvinding, volgens Figuur 2.Figure 1 shows schematically a plan view A - A of a first embodiment of the I device of the invention, according to Figure 2.

I Figuur 2 toont schematisch een zijaanzicht B - B van een eerste uitvoeringsvorm van de inrich- ting van de uitvinding, volgens figuur 1.Figure 2 schematically shows a side view B - B of a first embodiment of the device of the invention, according to Figure 1.

I 10 Figuur 3 toont schematisch een bovenaanzicht C-C van een tweede uitvoeringsvorm volgens de I uitvinding volgens Figuur 4.Figure 3 shows schematically a plan view C-C of a second embodiment according to the invention according to Figure 4.

I Figuur 4 toont schematisch een zijaanzicht D-D van een tweede uitvoeringsvorm volgens de I uitvinding, volgens Figuur 3.Figure 4 schematically shows a side view D-D of a second embodiment according to the invention, according to Figure 3.

Figuur 5 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstructie.Figure 5 shows schematically a first embodiment of an impact member construction.

I 15 Figuur 6 toont een tweede uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstructie.Figure 6 shows a second embodiment of an impact element construction.

I Figuur 7 toont schematisch een derde uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstructie.Figure 7 shows schematically a third embodiment of an impact element construction.

I Figuur 8 toont schematisch een derde uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstructie.Figure 8 schematically shows a third embodiment of an impact element construction.

I Figuur 9 toont schematisch een vierde uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstructie.Figure 9 shows schematically a fourth embodiment of an impact element construction.

Figuur 10 toont schematisch het inslagorgaan uitgevoerd met een tirkelcilindrisch zelfroterend 20 inslagvlak.Figure 10 shows diagrammatically the impact element embodied with a cylindrical self-rotating impact surface.

I Figuur 11 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een inslagorgaan.Figure 11 shows schematically a first embodiment of an impact member.

I Figuur 12 toont schematisch een tweede uitvoeringsvorm van een inslagorgaan.Figure 12 shows schematically a second embodiment of an impact member.

I Figuur 13 toont schematisch een derde uitvoeringsvorm van een inslagorgaan.Figure 13 schematically shows a third embodiment of an impact member.

Figuur 14 toont schematisch een vierde uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstructie.Figure 14 schematically shows a fourth embodiment of an impactor structure.

I 25 Figuur 15 toont schematisch een vierde uitvoeringsvorm van een inslagorgaan.Figure 15 shows schematically a fourth embodiment of an impact member.

I Figuur 16 toont schematisch een vijfde uitvoeringsvorm van een inslagorgaan.Figure 16 schematically shows a fifth embodiment of an impact member.

Figuur 17 toont schematisch een zesde uitvoeringsvorm van een inslagorgaan.Figure 17 shows schematically a sixth embodiment of an impact member.

I Figuur 18 toont schematisch een zevende uitvoeringsvorm van een inslagorgaan.Figure 18 shows schematically a seventh embodiment of an impact member.

Figuur 19 toont schematisch een achtste uitvoeringsvorm van een inslagorgaan.Figure 19 shows schematically an eighth embodiment of an impact member.

30 Figuur 20 toont schematisch een negende uitvoeringsvorm van een inslagorgaan.Figure 20 shows schematically a ninth embodiment of an impact member.

Figuur 21 toont schematisch een tiende uitvoeringsvorm van een inslagorgaan.Figure 21 shows schematically a tenth embodiment of an impact member.

Figuur 22 toont schematisch een elfde uitvoeringsvorm van een inslagorgaan.Figure 22 shows schematically an eleventh embodiment of an impact member.

I 35 -7-I 35 -7-

BESTE MANIER VOOR HET UITVOEREN VAN DE INRICHTING VAN DE UITVINDINGBEST WAY FOR CARRYING OUT THE INVENTION DEVICE

Onderstaand volgt een gedetailleerde verwijzing naar de geprefereerde uitvoeringsvormen van de uitvinding. Voorbeelden daarvan zijn weergegeven in de bijgaande tekeningen. Hoewel de uitvinding zal 5 worden beschreven samen met de geprefereerde uitvoeringsvormen, dient duidelijk te zijn dat de beschreven uitvoeringsvormen niet bedoeld zijn om de uitvinding te beperken tot die specifieke uitvoeringsvormen. Integendeel, de bedoeling van de uitvinding is het omvatten van alternatieven, aanpassingen en equivalenten die passen binnen de aard en reikwij dte van de uitvinding, zoals gedefinieerd door bijgevoegde conclusies.Below is a detailed reference to the preferred embodiments of the invention. Examples thereof are shown in the accompanying drawings. Although the invention will be described in conjunction with the preferred embodiments, it should be understood that the described embodiments are not intended to limit the invention to those specific embodiments. Rather, the object of the invention is to include alternatives, adaptations and equivalents that fit within the nature and scope of the invention as defined by the appended claims.

1010

Figuren 1 en 2 tonen schematisch een eerste inrichting voor het doen botsen van een stroom korrelvormig materiaal, omvattende een rotor (1) die is voorzien van tenminste een rotorblad (2), welk rotorblad (2) roteerbaar is rond een rotatiehartlijn (3) in tenminste één draairichting (4), welke rotor (1) wordt gedragen door een rotoras (5) waarvan de rotorashartlijn (6) samenvalt met die rotatiehartlijn 15 (3), welke rotor (1) is voorzien van een middendeel (7) en een buitendeel (8), welk middendeel (7) zich uitstrekt rond die rotatiehartlijn (3) en welk buitendeel (8) zich uitstrekt tussen de uitwendige rand (9) van dat middendeel (7) en de uitwendige rand (10) van die rotor (1); een doseerruimte (11) die zich op regelmatige wijze uitstrekt rond die rotatiehartlijn (3) voor het doseren van dat materiaal met behulp van een doseerorgaan (12) in die rotor (1); een geleidingsorgaan (13) dat door dat middendeel (7) 20 wordt gedragen, zodanig dat dat geleidingsorgaan (13) uitneembaar is, welk geleidingsorgaan (13) is voorzien van tenminste een geleidingsvlak (14) dat zich uitstrekt rond die doseerruimte (11) in de richting van de uitwendige rand (10) van die rotor (1) tussen een centrale toevoer (15) en een afgifte-eind (16), de geometrie van welke doseerruimte (11) in wezen wordt bepaald door die roterende centrale toevoer (13), voor respectievelijk het opnemen door die centrale toevoer (15) van tenminste 25 een deel van dat gedoseerde materiaal, het geleiden van dat opgenomen materiaal langs dat geleidings vlak (14) onder invloed van middelpuntvliedende kracht, waarna dat geleide materiaal wanneer dat ter plaatse van dat afgjfte-eind (16) van dat geleidingsorgaan (13) loskomt in een naar achter gerichte spiraalvormige baan (17) wordt gestuurd, gezien in de rotatierichting (4) en gezien vanuit een met dat geleidingsorgaan (13) meebewegend standpunt; een inslagorgaan (18) dat hier met twee geleidings-30 organen (13)(19) is geassocieerd, welk inslagorgaan (18) uit tenminste een inslagdeel bestaat, welk inslagdeel in wezen de vorm heeft van een omwentelingslichaam dat roteerbaar (20) is rond een omwentelingshartlijn (21), welk omwentelingslichaam zich op regelmatige wijze uitstrekt rond die omwentelingshartlijn (21), van welk omwentelingslichaam tenminste een deel van het omwenteling-soppervlak (22) fungeert als een rondom roterend inslagvlak, van welk roterend inslagvlak tenminste 35 een trefvlak (23) in wezen dwars is gericht op die spiraalvormige baan (17), waarbij dat inslagorgaan -8- (18) roteerbaar is met behulp van een draaiorgaan (23), welk draaiorgaan (23) dat inslagorgaan (18) draagt, welk draaiorgaan (23) met behulp van tenminste een lager (24) door dat buitendeel (8) wordt gedragen, zodanig dat dat draaiorgaan (23) draaibaar is rond een draaihartlijn (25) die samenvalt met die omwentelingshartlijn (21) en zodanig dat dat inslagorgaan (18) uitneembaar is, welke omwentelings-5 hartlijn (21) hier evenwijdig loopt met die rotatiehartlijn (3), waarbij dat draaiorgaan (23) hier wordt gevormd door een cilinderwand in de vorm van een bus, welke bus met behulp van tenminste een radiaal glijlager wordt gedragen door een draagas (= draaiorgaan), waarbij die bus over die draagas is geschoven, welk radiaal glijlager zich rondom uitstrekt tussen tenminste een deel van dat inwendig zijdelings oppervlak van die bus en die draagas, van welke draagas de draagashartlijn samenvalt met die 10 omwentelingshartlijn, welke draagas wordt gedragen door dat buitendeel, waarbij dat inslagorgaan (18) is voorzien van een draagjholte (26) die hier een in wezen cilindrische vorm heeft waarvan de cilinderhartlijn (27) samenvalt met die omwentelingshartlijn (21) (maar ook een andere vorm (doorsnede) kan hebben die zich regelmatig uitstrekt rond die omwentelingshartlijn), zodanig dat dat inslagorgaan (18) met behulp van die draagholte (26) over dat draaiorgaan (23) kan worden geschoven, 15 waarbij dat materiaal, wanneer dat tegen dat inslagorgaan (18) is gebotst, vanaf de rotor (1) naar buiten wordt geslingerd en dan beweegt langs een rechte naar voor gericht baan (53) gezien vanuit een stilstaand standpunt, waarna dat materiaal voor een tweede maal inslaat tegen een stationair inslagorgaan (54), hier uitgevoerd als een stator, dat centrisch rond die rotor (1) is opgesteld.Figures 1 and 2 schematically show a first device for colliding a stream of granular material, comprising a rotor (1) which is provided with at least one rotor blade (2), which rotor blade (2) is rotatable about a axis of rotation (3) in at least one direction of rotation (4), which rotor (1) is supported by a rotor shaft (5) whose rotor axis (6) coincides with said axis of rotation 15 (3), which rotor (1) is provided with a central part (7) and a outer part (8), which middle part (7) extends around said axis of rotation (3) and which outer part (8) extends between the outer edge (9) of that middle part (7) and the outer edge (10) of that rotor ( 1); a dosing space (11) which regularly extends around said axis of rotation (3) for dosing said material with the aid of a dosing member (12) in said rotor (1); a guide member (13) carried by said middle part (7), such that said guide member (13) is removable, said guide member (13) having at least one guide surface (14) extending around said dosing space (11) in the direction of the outer edge (10) of that rotor (1) between a central feed (15) and a dispensing end (16), the geometry of which dosing space (11) is essentially determined by said rotating central feed (13) ), for respectively receiving at least a part of said metered material by said central supply (15), guiding said recorded material along said guide surface (14) under the influence of centrifugal force, whereafter said guided material when on site of said delivery end (16) of said guide member (13) coming loose in a rearwardly directed spiral path (17) is viewed, viewed in the direction of rotation (4) and viewed from a position moving with said guide member (13) d point; an impact member (18) which is associated here with two guide members (13) (19), which impact member (18) consists of at least one impact member, which impact member is essentially in the form of a body of rotation rotatable (20) a center of rotation (21), which body of rotation extends regularly around that center of rotation (21), of which body of rotation at least a part of the surface of revolution (22) functions as a circular impact surface, of which rotary impact surface at least a target ( 23) is essentially directed transversely to said spiral path (17), wherein said impact member (8) is rotatable with the aid of a rotary member (23), which rotary member (23) carries said impact member (18), which rotary member ( 23) is carried by said outer part (8) with the aid of at least one bearing (24), such that said turning member (23) is rotatable about a center of rotation (25) coinciding with said center of rotation (21) and such that weft element (18) is removable, which axis of rotation (21) here runs parallel to said axis of rotation (3), wherein this rotary element (23) is here formed by a cylinder wall in the form of a sleeve, which sleeve using at least a radial slide bearing is supported by a bearing shaft (= pivot member), wherein said bush is slid over said bearing shaft, which radial slide bearing extends around at least a part of said internal lateral surface of said bush and said bearing shaft, whose bearing axis the bearing shaft line coincides with that axis of rotation, which bearing axis is supported by said outer part, said impact element (18) having a bearing cavity (26) which here has a substantially cylindrical shape whose cylinder axis (27) coincides with said axis of rotation (21) (but can also have another shape (cross-section) that regularly extends around that axis of rotation), such that said impact element (18) with the aid of said support cavity ( 26) can be slid over said pivot member (23), wherein said material, when collided with said impact member (18), is flung outwardly from the rotor (1) and then moves along a straight forward path (53) seen from a stationary point of view, after which that material strikes a second time against a stationary impact member (54), here embodied as a stator, which is arranged centrically around said rotor (1).

Figuren 3 en 4 tonen schematisch een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij 20 de rotor (28) bestaat uit twee rotorbladen, een eerste (29) en een tweede (30) rotorblad, welk eerste rotorblad (29) is voorzien van het buitendeel (31) en dat tweede rotorblad (30) wordt gedragen door dat eerste rotorblad (29) draagt en is voorzien van (hier fungeert als) het middendeel (32), waarbij het rotoroppervlak (33) van dat buitendeel (31) zich bevindt op een niveau onder de uitwendige rand (34) van het rotoroppervlak (35) van dat middendeel (32), waarbij die rotor (28) is voorzien van een 25 doseer- en verdeelorgaan (36) dat wordt gedragen door dat middendeel (32) zodanig dat dat doseer- en verdeelorgaan (36) uitneembaar is, welk doseer- en verdeelorgaan (36) is voorzien van een doseer- en verdeelvlak (37) waarvan de uitwendige rand (38) zich op regelmatige wijze uitstrekt rond die rotatiehartlijn (39) tot een afstand vanaf die rotatiehartlijn (39) die groter is dan de overeenkomstige radiale afstand tot de centrale toevoer (40), zodanig dat dat doseer- en verdeelvlak (37) zich uitstrekt voor-30 langs tenminste een deel van dat geleidingsvlak (41), waarbij de uitwendige rand (38) van dat doseer- en verdeelvlak (37) zich bevindt op een niveau boven dat rotoroppervlak (33) van dat buitendeel (31), waarbij dat draagorgaan (41) met behulp van een steunorgaan (42) wordt gedragen door dat buitendeel (31) zodanig dat de onderrand (43) van dat inslagvlak (44) zich bevindt op een niveau boven dat rotoroppervlak (33) van dat buitendeel (31) en onder de uitwendige rand (38) van dat doseer- en 35 verdeelvlak (37), waarbij dat steunorgaan (42) spiegelsymmetrisch is ten opzichte van dat radiale vlak -9- (45) vanuit die rotatiehaitlijn (39) met daarop die omwentelingshartlijn (47), waarbij de omtrekvorm van dat steunorgaan (42) een cilindervorm beschrijft waarvan de cilindeiharüijn evenwijdig loopt met die omwentelingshartlijn (47), waarbij dat inslagorgaan (48) is voorzien van een draagholte (49) die hier een in wezen cilindrische vorm heeft waarvan de cilinderhartlijn samenvalt met die omwentelings-5 hartlijn (47), zodanig dat dat inslagorgaan (48) met behulp van die draagholte (49) over dat draaiorgaan j (41) kan worden geschoven, waarbij dat draaiorgaan (41) wordt gevormd door een bus, welke bus met behulp van tenminste een radiaal glijlager (50) wordt gedragen door dat draagorgaan (41) in de vorm van een draagas (51), welke bus over die draagas (51) wordt geschoven, welk radiaal glijlager (50) zich rondom uitstrekt tussen tenminste een deel van dat inwendig zijdelings oppervlak (52) van 10 die bus en die draagas (51), van welke draagas (51) de draagashartlijn samenvalt met die omwentelings hartlijn (47), welke draagas met behulp van een steunorgaan (42) wordt gedragen door dat buitendeel (31).Figures 3 and 4 schematically show a second embodiment according to the invention, wherein the rotor (28) consists of two rotor blades, a first (29) and a second (30) rotor blade, which first rotor blade (29) is provided with the outer part ( 31) and that second rotor blade (30) is supported by that first rotor blade (29) and is provided with (here functions as) the middle portion (32), the rotor surface (33) of that outer portion (31) being located on a level below the outer edge (34) of the rotor surface (35) of said middle part (32), said rotor (28) being provided with a dosing and distribution member (36) carried by said middle part (32) such that that dosing and distributing member (36) is removable, which dosing and distributing member (36) is provided with a dosing and distributing surface (37) whose outer edge (38) regularly extends around said axis of rotation (39) to a distance from that axis of rotation (39) that is greater than the corresponding the radial distance to the central supply (40), such that said metering and distribution surface (37) extends along at least a part of said guiding surface (41), the outer edge (38) of said metering and distribution surface (37) is located at a level above said rotor surface (33) of said outer part (31), said support member (41) being supported by said support member (42) by said outer part (31) such that the lower edge (43) of said impact surface (44) is located at a level above said rotor surface (33) of said outer part (31) and below the external edge (38) of said metering and distribution surface (37), said support member (42) being mirror-symmetrical with respect to that radial plane (45) from said rotation axis (39) with thereon that axis of rotation (47), wherein the circumferential shape of said support member (42) describes a cylindrical shape whose cylindrical axis is parallel to that axis of rotation (47), wherein said impact member (48) is provided with a support cavity (49) which here has a substantially cylindrical shape whose cylindrical axis coincides with that center of rotation (47), such that said impact member (48) can be moved over said pivot member j (41) by means of said support cavity (49) be shifted, said rotary member (41) being formed by a bushing, which bushing is supported by said bearing member (41) in the form of a bearing shaft (51) with the aid of at least one radial slide bearing (50), which bushing over said bearing shaft (51) is slid, which radial slide bearing (50) extends all around between at least a part of that inner lateral surface (52) of that bush and said bearing shaft (51), of which bearing shaft (51) the bearing shaft line coincides with that revolution center line (47), which bearing axle is supported by said outer member (31) with the aid of a support member (42).

Figuur 5 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstructie (74) volgens de uitvinding, waarbij het inslagorgaan (75) met behulp van een bus (draaiorgaan) (76) wordt 15 gedragen door een niet roteerbare draagas (= draagorgaanX77), die met behulp van twee lagers (78X79) wordt gedragen door de rotor (80), waarbij dat inslagorgaan (75) is voorzien van een draagholte (159) die een in wezen cilindrische vorm heeft waarvan de cilinderhartlijn samenvalt met die omwentelingshartlijn (81), zodanig dat dat inslagorgaan (75) met behulp van die draagholte (159) over dat draaiorgaan (76) kan worden geschoven, welke draaiorgaan (76) met behulp van tenminste een radiaal 20 glijlager (78) wordt gedragen door dat draagorgaan (77), welk draaiorgaan (76) over dat draagorgaan (77) is geschoven, welk radiaal glijlager (78) zich rondom uitstrekt tussen tenminste een deel van dat inwendig zijdelings oppervlak (82) van dat draaiorgaan (76) en dat draagorgaan (77), van welk draagorgaan (77) de draagashartlijn samenvalt met die omwentelingshartlijn (81), welk draagorgaan (77) wordt gedragen door dat buitendeel (83) van die rotor (80), waarbij dat draaiorgaan (76) met behulp 25 van een eerste bevestigingsorgaan (74) is bevestigd met dat draagorgaan (77), waarbij dat eerste bevestigingsorgaan (84) wordt gevormd door tenminste een bout (85) die bevestigd is met die draagas (77), de hartlijn van welke bout (85) samenvalt met die omwentelingshartlijn (81), welke bout (85) is voorzien van een axiaal glijlager (86) dat zich bevindt tussen dat draaiorgaan (76) en het draagorgaan (77), waarbij die omwentelingshartlijn (81) tenminste l°(normaal tussen l°en 3°) onder een hoek α 30 naar binnen is gericht ten opzichte van die rotatiehartlijn (87), gezien in een radiaal vlak vanuit die rotatiehaitlijn (87), zodanig dat het inslagorgaan (75) zich onder invloed van middelpuntvliedende kracht heel stevig vastzet tegen het draaiorgaan (76) (bus) zodat het inslagorgaan (75) niet langs het draaiorgaan (76) omhoog kan schuiven waardoor het inslagorgaan (75) weg zou kunnen schieten; en daardoor niet verder behoeft te worden gezekerd c.q. geborgd, waarbij onder in tussen dat draaiorgaan 35 (76) en dat draagorgaan (77) een dichtmgsring (88) is voorzien die voorkomt dat vreemde bestandde- Λ Α Λ ^ A a -10- len het radiaal glijlager (78) kunnen bereiken.Figure 5 shows schematically a first embodiment of an impact element construction (74) according to the invention, wherein the impact element (75) is supported by a bush (pivot element) (76) by a non-rotatable support shaft (= support element X77), which using of two bearings (78X79) is supported by the rotor (80), said impact member (75) having a support cavity (159) having a substantially cylindrical shape whose cylinder axis coincides with said axis of rotation (81) such that weft element (75) can be slid over said turning element (76) by means of said bearing cavity (159), which turning element (76) is supported by said bearing element (77) by means of at least one radial slide bearing (78), which turning element (77) 76) is slid over said support member (77), which radial slide bearing (78) extends around at least a part of said internal lateral surface (82) of said rotary member (76) and said support member (77), of which support member n (77) the bearing axis coincides with that axis of rotation (81), which bearing member (77) is supported by that outer part (83) of said rotor (80), said turning member (76) using a first mounting member (74) is attached with said support member (77), said first attachment member (84) being formed by at least one bolt (85) attached to said support shaft (77), the center line of which bolt (85) coincides with that center of rotation (81) , which bolt (85) is provided with an axial slide bearing (86) located between said pivot member (76) and the support member (77), said center of rotation (81) being at least 1 ° (normally between 1 ° and 3 °) below an angle α 30 is directed inwards with respect to said axis of rotation (87), viewed in a radial plane from said axis of rotation (87), such that the impact member (75) becomes very firmly attached to the rotation member (76) under the influence of centrifugal force ) (bush) so that the impact member (75) does not l angs can slide the pivot member (76) upwards which could cause the impact member (75) to shoot away; and therefore need not be further secured or secured, wherein a sealing ring (88) is provided at the bottom between said pivot member 35 (76) and said supporting member (77) which prevents foreign constituents reach the radial slide bearing (78).

Figuur 6 toont een tweede uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstructie (89) volgens de uitvinding, welke inslagorgaanconstructie (89) in wezen gelijk is aan die tweede inslagorgaanconstructie (74) (figuur 5) maar hier met behulp van een cilindrisch steunorgaan (90) wordt gedragen door die 5 rotor (91), zodanig dat de uitwendige rand (91) van dat doseer- en verdeelvlak (92) zich bevindt op een niveau boven dat rotoroppervlak (93) van dat buitendeel (94) van die rotor (160), en de onderrand (95) van dat inslagvlak (96) zich bevindt op een niveau boven dat rotoroppervlak (93) van dat buitendeel (94), en de onderrand (95) van dat inslagvlak (96) zich bevindt op een niveau op of onder de uitwendige rand (91) van dat doseer- en verdeelvlak (92).Figure 6 shows a second embodiment of an impact element structure (89) according to the invention, which impact element structure (89) is essentially the same as that second impact element structure (74) (Figure 5) but is supported here by means of a cylindrical support element (90) said rotor (91), such that the outer edge (91) of said metering and distribution surface (92) is at a level above said rotor surface (93) of said outer part (94) of said rotor (160), and the lower edge (95) of said impact surface (96) is at a level above said rotor surface (93) of said outer part (94), and the lower edge (95) of said impact surface (96) is located at a level on or below the external edge (91) of said metering and distribution surface (92).

10 Een dergelijk steunorgaan (90) heeft het voordeel dat het inslagorgaan (97) in wezen vrij is opgehangen boven het rotoroppervlak (93) van het buitendeel (94), waardoor de (zelf)rotatie niet wordt gehinderd doordat materiaal zich vastzet tussen de onderrand (95) van het inslagvlak (96) en het rotoroppervlak (98) van het buitendeel (94); terwijl tegelijkertijd geleidingsslijtage aan het rotoroppervlak (98) van het buitendeel (94) sterk wordt verminderd. Het inslagorgaan (97) is hier langs de onderrand 15 (95) voorzien van een opstaande rand (99) die langs de binnenwand (100) een zich naar beneden verwijdende afgeknotte conusvorm beschrijft waarmee wordt voorkomen dat zich hier onder invloed van middelpuntvliedende kracht materiaal tegen die binnenwand (100) (inwendig oppervlak) kan vastzetten.Such a support member (90) has the advantage that the impact member (97) is substantially freely suspended above the rotor surface (93) of the outer part (94), so that the (self) rotation is not impeded by material sticking between the bottom edge (95) of the weft face (96) and the rotor surface (98) of the outer member (94); while at the same time conductive wear on the rotor surface (98) of the outer part (94) is greatly reduced. The weft member (97) is here provided with an upright edge (99) along the lower edge 15 (95) which, along the inner wall (100), describes a downward-widened truncated cone shape which prevents material from being exposed to this under the influence of centrifugal force capable of securing inner wall (100) (inner surface).

Figuren 7 en 8 tonen schematisch een derde uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstructie 20 (101) volgens de uitvinding, waarbij het inslagorgaan (110) met behulp van een steunorgaan (102) wordt gedragen door die rotor (103), waarbij dat steunorgaan (102) spiegelsymmetrisch is uitgevoerd ten opzichte van dat radiale vlak (104) vanuit die rotatiehartlijn (105) met daarop die omwentelings-hartlijn (106), waarbij dat steunorgaan (102) in wezen een V-vorm beschrijft die zich verwijdt in de richting van die uitwendige rand (107) van die rotor (103), waarmee wordt voorkomen dat zich onder 25 invloed van middelpuntvliedende kracht materiaal vast kan zetten tegen de binnenzijde (162) van het steunorgaan (102). Het steunorgaan (103) is hier voorzien van een plaat (108) met labyrint (161), welke plaat (108) onderlangs het inslagorgaan (110) is opgesteld en verder verhinderd dat vreemd materiaal tot de lagers (109) kan doordringen.Figures 7 and 8 schematically show a third embodiment of an impact element structure 20 (101) according to the invention, wherein the impact element (110) is supported by means of a support element (102) by said rotor (103), said support element (102) being mirror-symmetrical is formed with respect to that radial plane (104) from that axis of rotation (105) with that axis of rotation (106) thereon, said support member (102) essentially describing a V-shape widening in the direction of that outer edge (107) of said rotor (103), which prevents material from being able to become stuck under the influence of centrifugal force against the inside (162) of the support member (102). The support member (103) is here provided with a plate (108) with a labyrinth (161), which plate (108) is arranged underneath the impact member (110) and furthermore prevents foreign material from penetrating into the bearings (109).

Figuur 9 toont schematisch een vierde uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstructie (63) 30 waarbij het inslagorgaan (64) wordt gedragen door een (zelf)roterende draaias (65), doordat het inslag orgaan (63) over een gedeelte (66) van die draaias (65) wordt geschoven, welke draaias (65) wordt gedragen door een buitendeel (67) van de rotor (68) welk buitendeel (67) daartoe is voorzien van een cilindervormige draagopening (69) die is voorzien van tenminste een (hier twee (70)(71)) lager met behulp waarvan die zelfroterende draaias (65) wordt gedragen en draaibaar is rond een draaiashartlijn 35 (72) die samenvalt met de omwentelingshartlijn (73) van dat inslagorgaan (63).Figure 9 schematically shows a fourth embodiment of an impact member structure (63) wherein the impact member (64) is supported by a (self) rotating pivot axis (65), because the impact element (63) is over a portion (66) of said pivot axis (63) 65), which axis of rotation (65) is supported by an outer part (67) of the rotor (68), which outer part (67) is provided for this purpose with a cylindrical support opening (69) provided with at least one (here two (70) (70) (71)) bearing with which that self-rotating pivot axis (65) is supported and rotatable about a pivot axis 35 (72) coinciding with the axis of revolution (73) of that impact member (63).

-11--11-

Figuur 10 toont schematisch het inslagorgaan (55) uitgevoerd met een cirkelcilindrisch zelfrot-erend inslagvlak (56) waarbij het materiaal dat zich langs een spiraalvonnige baan (57) beweegt (gezien vanuit een het inslagorgaan (55) meebewegend standpunt), dat zelfroterend inslagvlak (56) van dat inslagorgaan (55) treil op een trefvlak (58) dat zich bevindt op een plaats voor het radiale vlak (59) 5 met daarop die omwentelingshartlijn (60), welk radiaal vlak (59) loodrecht is gericht op het radiale vlak (61) vanuit die rotatiehartlijn (62) met daarop die omwentelingshartlijn (60), gezien vanuit die rotatie-hartlijn (62).Figure 10 shows schematically the impact element (55) with a circular cylindrical self-rotating impact surface (56), the material moving along a spiral path (57) (seen from a position moving along the impact element (55)), that self-rotating impact surface ( 56) of said impact member (55) rail on a target (58) located at a location for the radial plane (59) with thereon the axis of rotation (60), which radial plane (59) is perpendicular to the radial plane (61) from that axis of rotation (62) with thereon that axis of rotation (60), viewed from that axis of rotation (62).

Figuur 11 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een inslagorgaan (111) waarbij het inslagvlak (112) cirkelcilindrisch is uitgevoerd en waarbij dat inslagorgaan (111) langs de twee parallel 10 zijden (113)(114) is voorzien van een opstaande rand (115)(116) die conisch is uitgevoerd zodat zich hier geen materiaal kan vastzetten; terwijl bespaard wordt op slijtmateriaal.Figure 11 shows diagrammatically a first embodiment of an impact element (111) in which the impact surface (112) is circular-cylindrical and in which said impact element (111) is provided with an upright edge (115) along the two parallel sides (113) (114) (116) that is conical so that no material can settle here; while saving on wear material.

Figuur 12 toont schematisch een tweede uitvoeringsvorm van een inslagorgaan (117) waarbij het omwentelingsoppervlak (118) zich uitstrekt tot onder (119) dat inslagvlak (120) ter bescherming van het steunorgaan.Figure 12 schematically shows a second embodiment of an impact member (117) wherein the surface of revolution (118) extends below (119) that impact face (120) to protect the support member.

15 Figuur 13 toont schematisch een derde uitvoeringsvorm van een inslagorgaan (121) gelijk aan het inslagorgaan (117) uit figuur 12 waarbij het gedeelte (122) dat zich uitstrekt tot onder het inslagvlak (123) uit een apart deel bestaatFigure 13 schematically shows a third embodiment of an impact member (121) similar to the impact member (117) of Figure 12, the part (122) extending below the impact surface (123) consisting of a separate part

Figuur 14 toont schematisch een vijfde uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstructie (124) waarbij het inslagorgaan (125) wordt gedragen door een vaste draagas (126), welke vaste draagas 20 (126) onderdeel vormt van het inslagorgaan (125), waarbij dat inslagorgaan (125) met behulp van die vaste draagas (126) wordt gedragen door een draaiorgaan (127) dat daartoe is voorzien van een draaiholte (128) waarin de vaste draagas (126) past, en een steunrand (129), waarbij de vaste draagashartlijn (130) samenvalt met de omwentelingshartlijn (131), waarbij het draaiorgaan (127) met behulp van tenminste een (132) of twee (133)(134) (of meer lagers) wordt gedragen door een steun-25 orgaan (135) dat daartoe is voorzien van een draagopening (136) waarbij die lagers (132χΐ33)(134) passen tussen het inwendig oppervlak (137) van die draagopening (136) en het uitwendig oppervlak (138) van dat draaiorgaan (127), waarbij het steunorgaan (135) wordt gedragen door dat buitendeel (139) van de rotor (140), waarbij het buitendeel (139) is voorzien van een montage opening (141) dat zich uitstrekt onder de vaste draagas (126), waarmee wordt bereikt dat zich in deze montage opening 30 (141), die de vorm heeft van een zich naar buiten verwijdende conus, geen materiaal kan vastzetten.Fig. 14 schematically shows a fifth embodiment of an impact member structure (124) wherein the impact member (125) is supported by a fixed support shaft (126), which fixed support shaft 20 (126) forms part of the impact member (125), said impact member (125) ) is carried by means of said fixed bearing shaft (126) by a turning member (127) which for this purpose is provided with a turning cavity (128) into which the fixed bearing shaft (126) fits, and a supporting edge (129), wherein the fixed bearing axis (130) ) coincides with the axis of rotation (131), wherein the rotary member (127) is supported by at least one (132) or two (133) (134) (or more bearings) by a support member (135) intended for that purpose provided with a bearing opening (136), said bearings (132χΐ33) (134) fitting between the inner surface (137) of said bearing opening (136) and the outer surface (138) of said rotating member (127), the supporting member (135) is carried by that outer part (139) of the rotor (140) wherein the outer member (139) is provided with a mounting opening (141) extending below the fixed support shaft (126), thereby achieving opening in this mounting opening (141), which is in the form of an outward widening cone, no material can fix.

De omwentelingshartlijn (131) is onder een hoek a naar achter gericht zodat de vaste draagas (126) en daarmee het inslagorgaan (125) zich met behulp van de vaste draagas (126) stevig vastzet in de draaiholte (128) van het draaiorgaan (127); waardoor het inslagorgaan (125) eenvoudig uitneembaar (uitwisselbaar) is door in- en uitschuiven. Deze inslagorgaanconstructie (124) heeft het voordeel dat 35 het inslagorgaan (125) kan doorbranden zonder dat de ophangconstructie wordt beschadigd.The axis of rotation (131) is directed rearwardly at an angle [alpha] so that the fixed bearing shaft (126) and hence the impact element (125) are firmly secured in the rotating cavity (128) of the rotating element (127) by means of the fixed bearing shaft (126) ); whereby the impact member (125) is easily removable (exchangeable) by sliding in and out. This impact element construction (124) has the advantage that the impact element (125) can burn out without damaging the suspension structure.

-12--12-

Figuur 15 toont schematisch een vierde uitvoeringsvorm van een inslagorgaan (142) waarbij de vaste draagas (163) onderdeel vormt van het inslagorgaan (142), waarbij de uitvinding voorziet in de mogelijkheid dat die vaste draagas (163) is meegegoten met dat inslagorgaan (142).Figure 15 schematically shows a fourth embodiment of an impact member (142) wherein the fixed bearing shaft (163) forms part of the impact member (142), the invention providing the possibility that said fixed bearing shaft (163) is cast along with that impact member (142) ).

Figuur 16 toont schematisch een vijfde uitvoeringsvorm van een inslagorgaan (143) waarbij dat 5 inslagorgaan (143) is gegoten rond die vaste draagas (144).Figure 16 schematically shows a fifth embodiment of an impact member (143) wherein said impact member (143) is cast around said fixed bearing axis (144).

Figuur 17 toont schematisch een zesde uitvoeringsvorm van een inslagorgaan (145) waarbij de vaste draagas (146) tezamen met de onderste parallel zijde (147) bestaat uit een ander materiaal dan het inslaggedeelte (148) van het inslagorgaan (145).Figure 17 schematically shows a sixth embodiment of an impact member (145) wherein the fixed bearing shaft (146) together with the lower parallel side (147) consists of a material other than the impact section (148) of the impact element (145).

Figuur 18 toont schematisch een zevende uitvoeringsvorm van een inslagorgaan (164) dat is 10 voorzien van een vrije opening (165) voor besparen van gewicht, waarbij het gedeelte (166) van het inslagorgaan (164) dat zich uitstrekt onder het inslagvlak (171) een grotere diameter heeft dan het inslagvlak (171), bestemd voor de vijfde uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstrucde (124) van figuur 14.Figure 18 shows schematically a seventh embodiment of an impact member (164) provided with a free opening (165) for saving weight, the portion (166) of the impact member (164) extending below the impact surface (171) has a larger diameter than the impact surface (171) intended for the fifth embodiment of an impact element structure (124) of Figure 14.

Figuur 19 toont schematisch een achtste uitvoeringsvorm van een inslagorgaan (167) dat is 15 voorzien van een vrije opening (168) voor besparen van gewicht, waarbij het gedeelte (169) van het inslagorgaan (167) dat zich uitstrekt onder het inslagvlak (170) een kleinere diameter heeft dan het inslagvlak (170), bestemd voor de vijfde uitvoeringsvorm van een inslagorgaanconstructie (124) van figuur 14.Figure 19 schematically shows an eighth embodiment of an impact member (167) provided with a free opening (168) for saving weight, the portion (169) of the impact member (167) extending below the impact surface (170) has a smaller diameter than the impact surface (170) intended for the fifth embodiment of an impact element structure (124) of Figure 14.

Figuur 20 toont schematisch een negende uitvoeringsvorm van een inslagorgaan (149) waarbij 20 dat inslagorgaan (149) is voorzien van een verstevigingsorgaan (150), waarbij dat verstevigingsorgaan (150) zich uitstrekt langs de bovenste parallel zijde (151) van dat inslagorgaan (149).Figure 20 schematically shows a ninth embodiment of an impact member (149), wherein said impact member (149) is provided with a reinforcement member (150), said reinforcement member (150) extending along the upper parallel side (151) of said impact member (149) ).

Figuur 21 toont schematisch een tiende uitvoeringsvorm van een inslagorgaan (152) waarbij dat inslagorgaan (152) is voorzien van een verstevigingsorgaan (153), waarbij dat verstevigingsorgaan (153) zich uitstrekt langs de onderste parallel zijde (154) van dat inslagorgaan (152).Figure 21 schematically shows a tenth embodiment of an impact member (152) wherein said impact member (152) is provided with a reinforcement member (153), said reinforcement member (153) extending along the lower parallel side (154) of said impact member (152) .

25 Figuur 22 toont schematisch een elfde uitvoeringsvorm van een inslagorgaan (155) waarbij dat verstevingsorgaan (156) zich uitstrekt langs tenminste een deel van het inwendig zijdelings oppervlak (157) van die cilindervormige opening (158).Figure 22 schematically shows an eleventh embodiment of an impact member (155) wherein said reinforcement member (156) extends along at least a portion of the inner lateral surface (157) of said cylindrical opening (158).

De voorafgaande beschrijvingen van specifieke uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding 30 werden met het oog op illustratie- en beschrijvingsdoeleinden vermeld. Zij zijn niet bedoeld als een uitputtende opsomming of de uitvinding te beperken tot de exact weergegeven vormen, en gelet op bovenstaande explicatie zijn er uiteraard vele aanpassingen en variaties mogelijk. De uitvoeringsvormen werden gekozen en beschreven teneinde de principes van de uitvinding en de praktische toepassingsmogelijkheden ervan op de best mogelijke wijze te beschrijven om daarmee andere ter zake deskundi-35 gen in staat te stellen op optimale wijze gebruik te maken van de uitvinding en de uiteenlopende -13- uitvoeringsvormen met de diverse voor het specifiek beoogde gebruik geschikte aanpassingen. Het is de bedoeling dat de reikwijdte van de uitvinding wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies volgens lezing en interpretatie overeenkomstig algemeen geaccepteerde wettelijke beginselen, zoals het beginsel van equivalenten en de revisie van onderdelen.The foregoing descriptions of specific embodiments of the present invention have been mentioned for purposes of illustration and description. They are not intended to be an exhaustive list or to limit the invention to the exact forms shown, and in view of the above explanation, many modifications and variations are of course possible. The embodiments were selected and described in order to describe the principles of the invention and its practical application possibilities in the best possible way, thereby enabling other relevant experts to make optimum use of the invention and the various 13 embodiments with the various modifications suitable for the specific intended use. It is intended that the scope of the invention be defined by the appended claims according to reading and interpretation according to generally accepted legal principles, such as the principle of equivalents and the revision of parts.

5 1 t5 1 t

Claims (53)

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagorgaan roteerbaar is met behulp van dat I draaiorgaan, welk inslagorgaan wordt gedragen door dat draaiorgaan, zodanig dat dat inslagorgaan 35 uitneembaar is, welk draaiorgaan door dat buitendeel wordt gedragen, zodanig dat dat draaiorgaan -15- draaibaar is rond een draaihartlijn die samenvalt met die omwentelingshartlijn.2. Device as claimed in claim 1, wherein said impact member is rotatable with the aid of said rotation member, which impact member is supported by said rotation member, such that said impact member is removable, which rotation member is supported by said outer part, such that said rotation member is rotatable around a center of rotation that coincides with that center of rotation. 3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij die omwentelingshartlijn in dezelfde richting verloopt dan die rotatiehartlijn.Device as claimed in claim 1, wherein said axis of rotation extends in the same direction than said axis of rotation. 4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij die omwentelingshartlijn tenminste 1°, onder een hoek 5. naar binnen is gericht ten opzichte van die rotatiehartlijn, gezien in een radiaal vlak vanuit die rotatie hartlijn.Device as claimed in claim 3, wherein said axis of rotation is directed at least 1 °, at an angle 5. inwards with respect to said axis of rotation, viewed in a radial plane from said axis of rotation. 5. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagorgaan zelfroterend is.The device of claim 1, wherein said impact member is self-rotating. 6. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat draaiorgaan zelfroterend is.The device of claim 1, wherein said pivot member is self-rotating. 7. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij die zelfrotatie wordt opgewekt onder invloed van 10 middelpuntvliedende kracht doordat het zwaartepunt van dat inslagorgaan verschuift ten opzichte van die omwentelingshartlijn wanneer dat inslagorgaan langs dat inslagvlak süjt onder invloed van de inslagen van dat materiaal.7. Device as claimed in claim 1, wherein said self-rotation is generated under the influence of centrifugal force in that the center of gravity of said impact member shifts relative to that axis of rotation when said impact member passes along said impact face under the impact of the impacts of said material. 8. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het zwaartepunt van dat inslagorgaan in nog niet gebruikte toestand niet samenvalt met die omwentelingshartlijn.Device as claimed in claim 1, wherein the center of gravity of said impact element in unused condition does not coincide with said center of rotation. 9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de geometrische hartlijn van dat inslagorgaan in wezen samenvalt met die omwentelingshartlijn.Device as claimed in claim 8, wherein the geometric axis of said impact element substantially coincides with said axis of rotation. 10. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat draaiorgaan wordt gevormd door tenminste een kokerwand die zich rondom op regelmatige wijze uitstrekt rond een kokeihartlijn die samenvalt met die omwentelingshartlijn.The device of claim 1, wherein said pivot member is formed by at least one tubular wall that regularly extends around a coaxial axis that coincides with that axis of rotation. 11. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagorgaan is voorzien van een draagholte die zich op regelmatige wijze uitstrekt rond die omwentelingshartlijn, zodanig dat dat inslagorgaan met behulp van die draagholte over dat draaiorgaan kan worden geschoven.11. Device as claimed in claim 1, wherein said impact element is provided with a support cavity which regularly extends around said axis of rotation, such that said impact element can be slid over said rotation element by means of said support cavity. 12. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagorgaan is voorzien van een vaste draagas die zich op regelmatige wijze uitstrekt rond die omwentelingshartlijn, zodanig dat dat inslagorgaan met 25 behulp van die vaste draagas in dat draaiorgaan kan worden geschoven.12. Device as claimed in claim 1, wherein said impact member is provided with a fixed bearing axis which regularly extends around said axis of rotation, such that said impact member can be pushed into said rotary member with the aid of said fixed bearing axis. 13. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij dat draaiorgaan wordt gevormd door een bus, welke bus met behulp van tenminste een radiaal glijlager wordt gedragen door dat draagorgaan in de vorm van een draagas, welk radiaal glijlager zich rondom uitstrekt langs tenminste een deel van dat inwendig zijdelings oppervlak van die bus, van welke draagas de draagashartlijn samenvalt met die 30 omwentelingshartlijn, welke draagas wordt gedragen door dat buitendeel.Device as claimed in claim 10, wherein said turning member is formed by a bush, which bush is supported by said bearing member in the form of a bearing shaft with the aid of at least one radial slide bearing, which radial slide bearing extends around at least a part of said interior lateral surface of that bushing, of which bearing axis the bearing axis coincides with that center of rotation, which bearing axis is carried by that outer part. 14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij die bus met behulp van een eerste bevestigings-orgaan is bevestigd met die draagas.Device as claimed in claim 13, wherein said bush is attached to said bearing shaft with the aid of a first fixing member. 15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij dat eerste bevestigingsorgaan wordt gevormd door tenminste een bout die bevestigd is met die draagas, de hartlijn van welke bout samenvalt met die 35 omwentelingshartlijn, welke bout is voorzien van een axiaal glijlager dat zich bevindt tussen dat draai- H orgaan en die draagas.15. Device as claimed in claim 14, wherein said first fastening member is formed by at least one bolt which is attached to said bearing axis, the axis of which bolt coincides with that axis of rotation, which bolt is provided with an axial slide bearing which is situated between said rotation H body and that carrying axle. 16. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij dat draaioigaan wordt gevormd door een buis, I welke buis met behulp van tenminste een radiaal glijlager wordt gedragen door een draagas, welk I radiaal glijlager zich rondom uitstrekt langs tenminste een deel van dat inwendig zijdelings oppervlak 5 van die buis, van welke draagas de draagashartlijn samenvalt met die omwentelingshartlijn, welke draagas wordt gedragen door dat buitendeel.16. Device as claimed in claim 10, wherein said rotational region is formed by a tube, which tube is supported by a bearing shaft with the aid of at least one radial slide bearing, which radial slide bearing extends around at least a part of said internal lateral surface 5 of that tube, whose bearing axis the bearing axis coincides with that axis of rotation, which bearing axis is carried by that outer part. 17. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij dat draaiorgaan wordt gevormd door een draaias waarvan de draaiashartlijn samenvalt met die omwentelingshartlijn, welke draaias met behulp van I tenminste een lager wordt gedragen door dat buitendeel. I 10 18. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij het inslagorgaan wordt gedragen door een vaste I draagas, welke vaste draagas in wezen onderdeel vormt van het inslagorgaan, van welke vaste draagas I de vaste draagashartlijn samenvalt met die omwentelingshartlijn, welk inslagorgaan met behulp van die I vaste draagas wordt gedragen door dat draaiorgaan, welk draaiorgaan met behulp van tenminste een lager wordt gedragen door die rotor, die daartoe is voorzien van een montage opening, welk lager zich I 15 uitstrekt tussen het uitwendig oppervlak van die cilinderwand en het inwendig oppervlak van die I montage opening.17. Device as claimed in claim 10, wherein said rotary member is formed by a rotary axis whose axis of rotation axis coincides with that axis of rotation, which rotary axis is supported by said outer part with the aid of at least one bearing. 18. Device as claimed in claim 10, wherein the impact member is supported by a fixed bearing axis, which fixed bearing axis essentially forms part of the impact member, of which fixed bearing axis I the fixed bearing axis coincides with that axis of rotation, which impact member using said axis A fixed bearing axle is supported by said rotary member, which rotary member is carried by means of at least one bearing by said rotor, which is provided for this purpose with a mounting opening, which bearing extends between the outer surface of said cylinder wall and the inner surface of that I mounting opening. 19. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagorgaan met behulp van een tweede I bevestigingsorgaan is bevestigd aan dat draaiorgaan.19. Device as claimed in claim 1, wherein said impact member is attached to said pivot member by means of a second fixing member. 20. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij dat tweede bevestigingsorgaan wordt gevormd I 20 door tenminste een bout.20. Device as claimed in claim 19, wherein said second fixing member is formed by at least one bolt. 21. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat draaiorgaan uitneembaar is.The device of claim 1, wherein said pivot member is removable. 22. Inrichting volgens conclusie 18, waartrij die vaste draaias onderdeel vormt van dat inslag- I orgaan.22. Device as claimed in claim 18, wherein said fixed pivot axis forms part of said impact element. 23. Inrichting volgens conclusie 22, waarbij die vaste draaias is meegegoten met dat inslag- 25 orgaan.23. Device as claimed in claim 22, wherein said fixed pivot axis is cast along with said weft element. 24. Inrichting volgens conclusie 22, waarbij dat inslagorgaan is gegoten rond die vaste draaias.The device of claim 22, wherein said impact member is cast around said fixed pivot axis. 25. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij die rotorashartlijn niet verticaal is gericht.The device of claim 1, wherein said rotor shaft axis is not oriented vertically. 26. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij die rotorashartlijn horizontaal is gericht.The device of claim 1, wherein said rotor shaft axis is oriented horizontally. 27. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij die omwentelingshartlijn evenwijdig verloopt met die I 30 rotatiehartlijn.27. Device as claimed in claim 1, wherein said axis of rotation is parallel to said axis of rotation. 28. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij die omwentelingshartlijn in wezen samenvalt met de I radiale lijn vanuit die rotatiehartlijn.The device of claim 1, wherein said axis of rotation substantially coincides with the radial line from said axis of rotation. 29. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij die rotor bestaat uit twee rotorbladen, een eerste en I een tweede rotorblad, welk eerste rotorblad is voorzien van dat buitendeel en dat tweede rotorblad 35 wordt gedragen door dat eerste rotorblad draagt en is voorzien van dat middendeel. -17-29. Device as claimed in claim 1, wherein said rotor consists of two rotor blades, a first and a second rotor blade, which first rotor blade is provided with said outer part and said second rotor blade 35 is supported by said first rotor blade and is provided with said middle part. -17- 30. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de rotor bestaat uit twee rotoibladen, een derde en een vierde rotorblad, welk derde rotorblad is voorzien van dat middendeel en dat buitendeel, welk vierde rotorblad zich bevindt op een plaats op een afstand van dat derde rotorblad, parallel aan dat derde rotorblad, welk vierde rotorblad is voorzien van een cirkelvormige opening waarvan het middel- 5 punt samenvalt met die rotatiehartlijn voor het doseren van dat materiaal door die cirkelvormige ope ning in die doseerruimte, welk vierde rotorblad wordt gedragen door dat derde rotorblad.Device as claimed in claim 1, wherein the rotor consists of two rotary blades, a third and a fourth rotor blade, which third rotor blade is provided with that middle part and that outer part, which fourth rotor blade is situated at a location at a distance from said third rotor blade, parallel to said third rotor blade, which fourth rotor blade is provided with a circular opening, the center of which coincides with said axis of rotation for dosing said material through said circular opening in said dosing space, which fourth rotor blade is supported by said third rotor blade. 31. Inrichting volgens conclusie 30, tussen welk derde en vierde rotorblad zich dat geleidings-orgaan uitstrekt.Device as claimed in claim 30, between which third and fourth rotor blade that guide member extends. 32. Inrichting volgens conclusie 30, tussen welk derde en vierde rotorblad zich dat geleidings- 10 orgaan en dat inslagorgaan uitstrekt.32. Device as claimed in claim 30, between which third and fourth rotor blade that guide member and that impact member extends. 33. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij die rotor is voorzien van een doseer en verdeelorgaan dat wordt gedragen door dat middendeel zodanig dat dat doseer- en verdeelorgaan uitneembaar is, welk doseer- en verdeelorgaan is voorzien van een doseer- en verdeelvlak waarvan de uitwendige rand zich op regelmatige wijze uitstrekt rond die rotatiehartlijn tot een afstand vanaf die rotatiehartlijn die 15 groter is dan de overeenkomstige radiale afstand tot die centrale toevoer, zodanig dat dat doseer- en verdeelvlak zich uitstrekt voorlangs tenminste een deel van dat geleidingsvlak.Device as claimed in claim 1, wherein said rotor is provided with a dosing and distributing member supported by said middle part such that said dosing and distributing member can be removed, which dosing and distributing member is provided with a dosing and distributing surface, the outer edge of which regularly extends around that axis of rotation to a distance from that axis of rotation that is greater than the corresponding radial distance to that central supply, such that said metering and distribution surface extends along at least a part of said guiding surface. 34. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagorgaan is geassocieerd met twee geleidings-organen, welke geleidingsorganen symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte van het radiale vlak van symmetrie vanuit die rotatiehartlijn met daarop die omwentelingshartlijn.The device of claim 1, wherein said impact member is associated with two guide members, said guide members being arranged symmetrically with respect to the radial plane of symmetry from said axis of rotation with said axis of rotation thereon. 35. Inrichting volgons conclusie 1, waarbij dat omwentelingsoppervlak zich uitstrekt tot onder datinslagvlak.The apparatus of claim 1, wherein said surface of revolution extends below said impact surface. 36. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat omwentelingsoppervlak zich uitstrekt tot boven datinslagvlak.The device of claim 1, wherein said surface of revolution extends above said impact surface. 37. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagvlak cirkelcilindrisch is uitgevoerd.The device of claim 1, wherein said impact surface is circular cylindrical. 38. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat trefvlak zich bevindt voor het radiale vlak met daarop die omwentelingshartlijn, welk radiaal vlak loodrecht is gericht op het radiale vlak vanuit die rotatiehartlijn met daarop die omwentelingshartlijn, gezien vanuit die rotatiehartlijn.An apparatus according to claim 1, wherein said target face is in front of the radial plane with said axis of rotation thereon, which radial plane is perpendicular to the radial plane from said axis of rotation with said axis of rotation thereon, seen from said axis of rotation. 39. Inrichting volgens conclusie 29, waarbij het rotoroppervlak van dat buitendeel zich bevindt op een niveau onder de uitwendige rand van het rotoroppervlak van dat middendeel.The apparatus of claim 29, wherein the rotor surface of said outer member is located at a level below the outer edge of the rotor surface of said middle member. 40. Inrichting volgens conclusie 29, waarbij de uitwendige rand van dat doseer- en verdeelvlak zich bevindt op een niveau boven dat rotoroppervlak van dat buitendeel.An apparatus according to claim 29, wherein the outer edge of said metering and distribution surface is at a level above said rotor surface of said outer part. 41. Inrichting volgens conclusie 29, waarbij dat draagorgaan met behulp van een steunorgaan wordt gedragen door dat buitendeel zodanig dat de onderrand van dat inslagvlak zich bevindt op een niveau boven dat rotoroppervlak van dat buitendeel.Device as claimed in claim 29, wherein said support member is carried by means of a support member by said outer member such that the lower edge of said impact surface is at a level above said rotor surface of said outer member. 42. Inrichting volgens conclusie 29, waarbij dat draagorgaan met behulp van een steunorgaan H wordt gedragen door dat buitendeel zodanig dat de onderrand van dat inslagvlak zich bevindt op een niveau op of onder de uitwendige rand van dat doseer- en verdeelvlak.An apparatus according to claim 29, wherein said support member is supported by said outer member with the aid of a support member H such that the lower edge of said impact surface is at a level on or below the outer edge of said metering and distribution surface. 43. Inrichting volgens conclusies 41 en 42, waarbij dat steunorgaan spiegelsymmetrisch is ten opzichte van dat radiale vlak vanuit die rotatiehaitlijn met daarop die omwentelingshartlijn.An apparatus according to claims 41 and 42, wherein said support member is mirror-symmetrical with respect to said radial plane from said rotation axis with said axis of rotation thereon. 44. Inrichting volgens conclusie 43, waarbij dat steunorgaan in wezen een V-vorm beschrijft die zich verwijdt in de richting van die uitwendige rand van die rotor.An apparatus according to claim 43, wherein said support member essentially describes a V shape widening in the direction of said outer edge of said rotor. 45. Inrichting volgens conclusie 43, waarbij de omtrekvorm van dat steunorgaan een cilinder- I vorm beschrijft waarvan de cilinderhartlijn evenwijdig loopt met die omwentelingshartlijn.An apparatus according to claim 43, wherein the circumferential shape of said support member describes a cylindrical shape whose cylinder axis is parallel to said axis of rotation. 46. Inrichting volgens conclusies 41 en 42, waarbij dat steunorgaan uitneembaar is. I 10 47. Inrichting volgens conclusies 41 en 42, waarbij dat omwentelingspppervlak zich uitstrekt tot rondom dat steunorgaan.An apparatus according to claims 41 and 42, wherein said support member is removable. 47. Device as claimed in claims 41 and 42, wherein said surface of rotation extends to around said support member. 48. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagorgaan langs een van de parallel zijden is voorzien van een opstaande rand.Device as claimed in claim 1, wherein said impact member is provided with an upstanding edge along one of the parallel sides. 49. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagorgaan langs een van de parallel zijden is 15 voorzien van een uitstekende rand.Device as claimed in claim 1, wherein said impact member is provided with a protruding edge along one of the parallel sides. 50. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagorgaan is samengesteld uit een materiaal dat harder is dan het materiaal dat tegen dat inslagvlak inslaatThe device of claim 1, wherein said impact member is composed of a material that is harder than the material impacting said impact surface 51. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagorgaan tenminste gedeeltelijk is samenge- stelduithardmetaal *The device of claim 1, wherein said impact member is at least partially assembled from hard metal * 52. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagorgaan tenminste gedeeltelijk is samenge- I steld uit keramisch materiaal.The apparatus of claim 1, wherein said impact member is at least partially assembled from ceramic material. 53. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat inslagorgaan is voorzien van een verstevigings- I orgaan, welk verstevigingsorgaan een grotere treksterkte heeft dan het materiaal waaruit dat inslagdeel I is samengesteld. I 25 54. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat verstevigingsorgaan zich uitstrekt langs tenmin- I ste een deel van een van de twee parallel zijden van dat omwentelingslichaam.The device of claim 1, wherein said impact member is provided with a reinforcing member, said reinforcing member having a greater tensile strength than the material from which said impact member I is composed. 54. Device as claimed in claim 1, wherein said reinforcing member extends along at least a part of one of the two parallel sides of said body of revolution. 55. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij dat versnellingsorgaan is voorzien van een dlinder- I vormige opening waarvan de cilinderhartlijn samenvalt met die omwentelingshartlijn, waarbij dal verste- I vingsorgaan zich uitstrekt langs tenminste een deel van het inwendig zijdelings oppervlak van die I 30 cilindervormige opening.55. Device as claimed in claim 1, wherein said accelerator member is provided with a cylinder-shaped opening whose cylinder axis coincides with said axis of rotation, wherein the reinforcement member extends along at least a part of the internal lateral surface of said cylindrical opening . 56. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij die rotor is voorzien van een balanceerorgaan.The device of claim 1, wherein said rotor is provided with a balancing member. 57. Inrichting volgens conclusie 1, zoals deze in wezen hier is beschreven met verwijzing naar de I bijgevoegde tekeningen. I 35An apparatus according to claim 1, as essentially described herein with reference to the accompanying drawings. I 35
NL1023598A 2003-06-05 2003-06-05 Rotary mill for e.g. granular material, has removable beater rotated by device mounted on outer part of rotor NL1023598C1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023598A NL1023598C1 (en) 2003-06-05 2003-06-05 Rotary mill for e.g. granular material, has removable beater rotated by device mounted on outer part of rotor

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023598A NL1023598C1 (en) 2003-06-05 2003-06-05 Rotary mill for e.g. granular material, has removable beater rotated by device mounted on outer part of rotor
NL1023598 2003-06-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023598C1 true NL1023598C1 (en) 2004-12-07

Family

ID=34075113

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023598A NL1023598C1 (en) 2003-06-05 2003-06-05 Rotary mill for e.g. granular material, has removable beater rotated by device mounted on outer part of rotor

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1023598C1 (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8020791B2 (en) Pivoting shoes for an impact crushing apparatus
WO1998016319A1 (en) Method and device for synchronously impact milling of material
AU2008295440B2 (en) Grinding mill and method of grinding
US9505007B2 (en) Deflection structure for tub grinder
CN110997149A (en) Device for separating agglomerates composed of materials of different densities
JP2008080283A (en) Vertical-type centrifugal crusher and operation method thereof
NL1023598C1 (en) Rotary mill for e.g. granular material, has removable beater rotated by device mounted on outer part of rotor
JP3907586B2 (en) Crusher with streamlined space
AU726299B2 (en) Rotor flow matching to mineral breaking chamber
US4513919A (en) Feed arrangement for a centrifugal rock crusher
US20090194620A1 (en) Drop-in anvils for an impact crushing apparatus
NL1013895C1 (en) Rotor for accelerating a flow of granular material.
US20090194622A1 (en) Split lid for an impact crushing apparatus
US3987971A (en) Rock crusher
JPH0810633A (en) Revolution-type impact pulverizing apparatus
US11325160B2 (en) Separation device
EP3778029B1 (en) Crusher, machine for returning empties and method
US10710092B2 (en) Discharge grates for reduction mills
EP1177045B1 (en) Method and device for guiding a stream of material in a single essentially predetermined stream
JPS6136463B2 (en)
KR101003034B1 (en) Hammer mill
US20140117129A1 (en) Rock Breaker
JP2022089639A (en) Continuous powder processing device
NL1019300C2 (en) Device for collision of granular particles stream, has take-off location of the guide member displaced, after wear along its guide surface, so that material is directed from a displaced take-off location into a transverse spiral path
NL1006260C2 (en) Method and device for causing material to collide or break synchronously.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080101