NL1023446C2 - Houder voor schijven zoals cd-Recordables. - Google Patents

Houder voor schijven zoals cd-Recordables. Download PDF

Info

Publication number
NL1023446C2
NL1023446C2 NL1023446A NL1023446A NL1023446C2 NL 1023446 C2 NL1023446 C2 NL 1023446C2 NL 1023446 A NL1023446 A NL 1023446A NL 1023446 A NL1023446 A NL 1023446A NL 1023446 C2 NL1023446 C2 NL 1023446C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holder
disc
discs
receiving member
tray
Prior art date
Application number
NL1023446A
Other languages
English (en)
Inventor
Wilhelmus Cornelis Maria Naber
Original Assignee
Naber Plastics B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Naber Plastics B V filed Critical Naber Plastics B V
Priority to NL1023446A priority Critical patent/NL1023446C2/nl
Priority to PCT/NL2004/000302 priority patent/WO2004102572A1/en
Priority to EP04731103A priority patent/EP1625588A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1023446C2 publication Critical patent/NL1023446C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B33/00Constructional parts, details or accessories not provided for in the other groups of this subclass
    • G11B33/02Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon
    • G11B33/04Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers
    • G11B33/0405Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers for storing discs
    • G11B33/0433Multiple disc containers
    • G11B33/0444Multiple disc containers for discs without cartridge

Landscapes

  • Packaging For Recording Disks (AREA)

Description

« I
Titel: Houder voor schijven zoals cd-Recordables
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houder voor schijven met twee hoofdlichaamsvlakken en een omtreksvlak, in het bijzonder optische registratieschijven met een cirkelronde omtrek.
Optische registratieschijven worden in de praktijk voor 5 velerlei doeleinden toegepast, en zijn dan ook in verschillende uitvoeringsvormen beschikbaar. Twee typen optische registratieschijven zijn beschrijfbare optische registratieschijven en reeds beschreven optische registratieschijven. Bekende voorbeelden van beschrijfbare optische registratieschijven zijn cd-Recordables 10 (afgekort als cd-R) en cd-ReWritables (afgekort als cd-RW). Bekende voorbeelden van reeds beschreven optische registratieschijven zijn audio-cd's, dvd's en cd-roms. In de verschillende benamingen van optische registratieschijven staat de afkorting "cd” voor de term "compact-disc". In het hiernavolgende zal deze afkorting gemakshalve 15 wórden toegepast om de gehele verzameling van optische registratieschijven aan te duiden. Overigens wordt verondersteld dat de vormgeving van cd's algemeen bekend is, waarbij het duidelijk zal zijn dat de hoofdlichaamsvlakken van een cd een voorvlak van de cd en eén achtervlak van de cd omvatten.
20 In de praktijk zijn verschillende typen houders voor schijven zoals cd's bekend. Eén type houder, die bestemd is voor het opnemen van cd-R's, omvat bijvoorbeeld een bodem en een met de bodem verbonden spindel die zich loodrecht ten opzichte van de bodem uit-strekt. Door de houder op te nemen cd-R's worden over de spindel in 25 de richting van de bodem geschoven, waarbij de spindel zich uitstrekt door het centrale gat van de cd-R's. De houder omvat voorts een kap die geschikt is om over de spindel en de cd-R's te worden gepositioneerd en aan te sluiten op de bodem.
De in de voorgaande paragraaf beschreven houder heeft een 30 aantal belangrijke nadelen.
Een eerste nadeel is het feit dat de cd-R's niet uit de houder kunnen worden genomen in een richting loodrecht op de lengte-as van de spindel. Hierdoor kan alleen de cd-R die zich het verst van de bodem bevindt uit de houder worden genomen zonder dat het 35 noodzakelijk is om andere cd-R's eveneens uit de houder te nemen.
. μ η λ i ia 2
Ten behoeve van het uitnemen van de overige cd-R's, dat zijn de cd-R's die zijn gelegen tussen de bodem en de verst van de bodem verwijderde cd-R, dient altijd ten minste één cd-R van de spindel af te worden geschoven en weer te worden teruggeplaatst. Het is lastig 5 voor een gebruiker om ten minste één andere cd-R te moeten verplaatsen wanneer hij een bepaalde cd-R uit de houder wil nemen.
Een tweede nadeel is het feit dat het voor een gebruiker lastig is om na te gaan welke cd-R's zich in de houder bevinden. Dit nadeel speelt een rol wanneer de gebruiker cd-R's heeft beschreven en de 10 houder gebruikt om de beschreven cd-R's in op te slaan. Aanduidingen van beschreven cd-R's worden doorgaans uitsluitend op het voorvlak van de cd-R's aangebracht. Teneinde het voorvlak van een cd-R in de houder te kunnen bekijken, anders dan de cd-R die het verst van de bodem is gelegen, dient een vrij grote afstand tussen het voorvlak 15 van de cd-R en het achtervlak van een aangrenzende cd-R te worden gecreëerd. Daartoe dient een gebruiker ten minste één cd-R te verschuiven of zelfs tijdelijk van de spindel af te schuiven.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een houder voor schijven, in het bijzonder optische registratieschijven, te 20 verschaffen, die bovengenoemde nadelen niet heeft, maar in plaats daarvan gemakkelijk is in het gebruik, en bovendien gemakkelijk kan worden gevuld. Het doel wordt bereikt door middel van een houder, omvattende: een opneemorgaan voor het gedeeltelijk opneraen van de schijven, waarbij ten minste een gedeelte van een binnenoppervlak 25 van het opneemorgaan bestemd is om in aanraking te komen met een gedeelte van een omtreksvlak van een op te nemen schijf; een vast- . houdorgaan dat in het opneemorgaan is gepositioneerd, en dat is ingericht om een relatief klein gedeelte van de schijven ten opzichte van het opneemorgaan vast te houden; waarbij de vorm en de 30 afmetingen van zowel het opneemorgaan als het vasthoudorgaan zodanig op de vorm en de afmetingen van de op te nemen schijven zijn af-gestemd, dat elke op te nemen schijf een zekere bewegingsruimte in het opneemorgaan heeft, welke bewegingsruimte wordt begrensd door het vasthoudorgaan en het binnenoppervlak van het opneemorgaan.
35 De houder volgens de onderhavige uitvinding heeft een opneem orgaan voor het gedeeltelijk opnemen van schijven, alsmede een vasthoudorgaan voor het vasthouden van een relatief klein gedeelte van de schijven ten opzichte van het opneemorgaan. Volgens eën belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding zijn de vorm en de 40 afmetingen van zowel het opneemorgaan als het vasthoudorgaan zodanig 3 I afgestemd op de vorm en de afmetingen van de op te nemen schijven, I dat elke op te nemen schijf meerdere standen in het opneemorgaan kan I aannemen, waarbij het bereik van de standen wordt beperkt door het I vasthoudorgaan en een binnenoppervlak van het opneemorgaan. Anders I 5 gezegd, de houder is zodanig ingericht, dat wanneer een schijf in de I houder wordt geplaatst, deze schijf een beperkte bewegingsruimte I heeft, waarbij de schijf kan bewegen tussen uiterste ruststanden I waarin een relatief klein gedeelte van de schijf wordt vastgehouden I door het vasthoudorgaan, en waarin een gedeelte van het omtreksvlak I 10 aanligt tegen ten minste een gedeelte van het binnenoppervlak van I het opneemorgaan.
I De houder volgens de onderhavige uitvinding biedt vele I voordelen ten opzichte van bekende houders, waaronder de houder met I de spindel zoals hierboven beschreven. Een belangrijk voordeel hangt I 15 samen met de door de houder volgens de onderhavige uitvinding I geboden bewegingsruimte tussen de uiterste ruststanden van de I schijven. Hierdoor is een gebruiker in staat als het ware door de I schijven heen te bladeren, door ze stuk voor stuk van één uiterste I ruststand naar een andere uiterste ruststand te bewegen. Op deze I 20 wijze kan de gebruiker gemakkelijk een schijf zoeken en vinden.
I De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de I hand van de hiernavolgende beschrijving van een voorkeurs- I uitvoeringsvorm van een houder volgens de uitvinding onder I 25 verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers I gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: I figuur 1 schematisch een vooraanzicht toont van een cd; I figuur 2 schematisch een zijaanzicht toont van de cd zoals getoond I in figuur 1; I 30 figuur 3 schematisch een perspectivisch aanzicht toont van een I houder volgens de onderhavige uitvinding, welke houder is gevuld met I cd’s; figuur 4 schematisch een bovenaanzicht toont van een bak van de I houder zoals getoond in figuur 3; I 35 figuur 5 schematisch een langsdoorsnede toont van de bak van de houder zoals getoond in figuur 3, alsmede een aantal cd's in verschillende standen; figuur 6 schematisch een dwarsdoorsnede toont van de bak van de I houder zoals getoond in figuur 3, alsmede een vooraanzicht van een I 40 cd in een opgerichte stand; en figuur 7 schematisch een dwarsdoorsnede toont van de bak van de houder zoals getoond in figuur 3, alsmede een vooraanzicht van een cd in een uiterste ruststand.
H 5 Figuren 1 en 2 tonen schematisch een cd 10. De cd 10 omvat twee H hoofdlichaamsvlakken 11, 12, waarbij één hoofdlichaamsvlak een voor- H vlak 11 van de cd 10 omvat, en waarbij een ander hoofdlichaamsvlak een achtervlak 12 van de cd 10 omvat. De hoofdlichaamsvlakken 11, 12 H van de cd 10 hebben een cirkelronde omtrek en strekken zich in H 10 hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar uit. Tussen de hoofd- H lichaamsvlakken 11, 12 bevindt zich een gekromd omtreksvlak 13. De cd 10 omvat voorts een cirkelrond centraal gat 14.
Figuur 3 toont een houder 1 volgens de onderhavige uitvinding.
De getoonde houder 1 is slechts één van de vele uitvoeringsvormen 15 die binnen het kader van de onderhavige uitvinding mogelijk zijn.
De houder 1 omvat een bak 20 voor het gedeeltelijk opnemen van cd's 10 en een deksel 30 voor het afsluiten van de bak 20. De bak 20 omvat een bodem 21 en opstaande wanden 22. Eén geschikt materiaal voor zowel de bak 20 als het deksel 30 is kunststof. Het deksel 30 20 is bij voorkeur uit een doorzichtig materiaal vervaardigd, zodat een gebruiker ook wanneer het deksel 30 zich in een volledig gesloten stand bevindt de inhoud Van de bak 20 kan zien. In figuur 3 is het deksel 30 weergegeven in een stand tussen de volledig gesloten stand I en een volledig geopende stand in.
25 Het deksel 30 kan zijn uitgevoerd als een afzonderlijk onder- deel dat alleen op de bak 20 wordt geplaatst wanneer de bak 20 dient I te worden afgesloten. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk dat het deksel 30 scharnierbaar is verbonden met de bak 20, zoals dat bij het in figuur 3 getoonde voorbeeld het geval is. Het deksel 30 is 30 geen essentieel onderdeel van de houder 1 volgens de onderhavige I uitvinding, en kan derhalve achterwege worden gelaten.
I Zoals getoond in figuur 4, bevindt zich in de bak 20, op de I bodem 21, een houderstrip 23 die een aantal opstaande delen 24 I omvat. Omwille van de duidelijkheid zijn in figuur 4 de bak 20, de 35 houderstrip 23 en de opstaande delen 24 slechts schematisch weergegeven, en niet op schaal getekend.
Wanneer een cd 10 in de houder 1 wordt geplaatst, wordt een gedeelte van de cd 10 tussen twee opeenvolgende opstaande delen 24 gepositioneerd. De onderlinge afstand van de opstaande delen 24 is 40 zodanig afgestemd op de dikte van de cd's 10, dat enerzijds tussen 5 twee opeenvolgende delen 24 iiiet meer dan één cd 10 kan worden geplaatst, en dat anderzijds de in de bak 20 opgenomen cd's 10 zich met enige speling tussen twee opeenvolgende delen 24 bevinden.
De opstaande delen 24 dienen niet zozeer om een kantelbeweging 5 van de cd's 10 ten opzichte van een stand waarin de hoofdlichaams-vlakken 11, 12 zich in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de bodem 21 van de bak 20 uitstrekken, die hiernavolgend zal worden aangeduid als opgerichte stand, tegen te gaan. Integendeel, volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding worden cd's 10 die 10 zich in de houder 1 volgens de onderhavige uitvinding bevinden, toegestaan om een beperkte kante lbeweging te maken. Met het oog op deze belangrijke eigenschap van de houder 1 volgens de onderhavige uitvinding is de hoogte van de opstaande delen 24 relatief klein ten opzichte van de diameter van de cd's 10. De opstaande delen 24 15 dienen vooral om het gedeelte van de cd's 10 dat zich tussen twee opeenvolgende opstaande delen 24 bevindt een enigszins vaste positie ten opzichte van de bak 20 te geven.
De hoogte van de opstaande delen 24 is dusdanig klein, dat zonder verdere maatregelen de houder 1 niet in staat is om een 20 tussen twee opeenvolgende opstaande delen 24 geplaatste cd 10 vast te houden. Zonder verdere maatregelen zou de cd 10 onder invloed van de zwaartekracht dusdanig ver kantelen ten opzichte van de opgerichte stand, dat het contact tussen de cd 10 en de opstaande delen 24 verloren zou gaan. Teneinde een te ver kantelen ten 25 opzichte van de opgerichte stand te voorkomen, is volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding een afstand tussen twee tegenover elkaar gelegen opstaande wanden 22 van de bak 20 dusdanig op de afmetingen van de cd 10 afgestemd, dat bij een bepaalde kantelhoek ten opzichte van de opgerichte stand het omtreksvlak 13 30 van de cd 10 ter plaatse van de opstaande wanden 22 contact maakt met een binnenoppervlak 25 van de bak 20. De stand die de cd 10 bij genoemde kantelhoek inneemt is een ruststand, waarin een hoofd-lichaamsvlak 11, 12 van dê cd 10 aanligt tegen een opstaand deel 24, en waarin een gedeelte van het omtreksvlak 13 van de cd 10 ter 35 plaatse van de opstaande wanden 22 aanligt tegen het binnenoppervlak 25 van de bak 20. De cd 10 kan vanuit de opgerichte stand twee kanten op bewegen. Dientengevolge zijn er twee uiterste ruststanden.
Een aantal verschillende standen die een cd 10 in de houder 1 kan innemen, is getoond in figuren 5-7. Omwille van de duidelijkheid 40 zijn in deze figuren de cd's 10 en de getoonde onderdelen van de 6 houder 1 slechts schematisch weergegeven, en niet op schaal getekend.
Figuur 5 toont de opgerichte stand van een cd 10 in de bak 20, waarbij de hoofdlichaamsvlakken 11, 12 van de cd 10 zich in 5 hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de bodem 21 van de bak 20 uitstrekken. De opgerichte stand van de cd 10 is een instabiele stand die niet kan worden gehandhaafd, tenzij een gebruiker de cd 10 in deze stand vasthoudt, bijvoorbeeld tussen twee vingers of door met één vinger een lichte druk op het omtreksvlak 13 van de cd 10 uit te 10 oefenen, in de richting van de bodem 21 van de bak 20.
In figuur 6 zijn eveneens de bak 20 en een cd 10 in opgerichte stand weergegeven. In deze figuur is te zien dat de cd 10 in de opgerichte stand geen contact maakt met het binnenoppervlak 25 van de bak 20.
15 Figuur 5 toont voorts twee uiterste ruststanden die een cd 10 in de bak 20 van de houder 1 kan innemen. De uiterste ruststanden zijn stabiele standen, die worden gehandhaafd doordat de cd 10 in deze stand tegen zowel een opstaand deel 24 als het binnenoppervlak 25 van de bak 20 ter plaatse van de opstaande wanden 22 rust. In 20 figuur 5 is te zien dat een hoofdlichaamsvlak 11, 12 van een cd 10 die zich in een uiterste ruststand bevindt, aanligt tegen een opstaand deel 24.
In figuur 7 zijn eveneens de bak 20 en een cd 10 in een uiterste ruststand weergegeven. In deze figuur is te zien dat het 25 omtreksvlak 13 van de cd 10 in de uiterste ruststand ter plaatse van de opstaande wanden 22 contact maakt met het binnenoppervlak 25 van de bak 20.
Zoals reeds eerder opgemerkt, wordt een gedeelte van een cd 10 die in de houder 1 wordt geplaatst tussen twee opeenvolgende op-30 staande delen 24 gepositioneerd. De cd 10 kan ongehinderd in de bak 20 van de houder 1 worden ingebracht totdat het omtreksvlak 13 van de cd 10 de houderstrip 23 raakt. Met voordeel wordt de cd 10 ingébracht in de opgerichte stand. Het binnenoppervlak 25 van de bak 20 biedt een cd 10 in deze stand genoeg ruimte om in de bak 20 te 35 worden ingebracht en contact met de houderstrip 23 te maken. Wanneer een gebruiker of een machine de cd 10 loslaat na deze in de bak 20 te hebben ingebracht, zal de cd 10 van de opgerichte stand naar een uiterste ruststand bewegen. Tijdens deze beweging verandert de positie waarop het omtreksvlak 13 van de cd 10 contact maakt met de 40 houderstrip 23 niet of nauwelijks. De cd 10 maakt een kantelbeweging 7 totdat het omtreksvlak 13 van de cd 10 contact maakt met de opstaande wanden 22 van de bak 20. Op dat moment heeft de cd 10 een stabiele uiterste ruststand aangenomen. De cd 10 kan vanuit deze stand niet verder kantelen. In plaats daarvan kan de cd 10 vanuit 5 deze stand alleen nog terug bewegen, in de richting van de opgerichte stand en een andere uiterste ruststand. De bewegingsruimte van de cd 10 in de bak 20 Wordt bepaald door de ruimte die zich tussen de twee uiterste ruststanden bevindt.
Een gebruiker van de houder 1 kan op een voordelige wijze 10 gebruik maken van het gegeven dat een cd 10 in de houder 1 van de ene uiterste ruststand via de opgerichte stand naar de andere uiterste ruststand kan worden bewogen. Wanneer een aantal cd's 10 naast elkaar in de bak 20 is geplaatst, kan een gebruiker het voorvlak 11 van elke cd 10 bekijken door de cd's 10 stuk voor stuk van 15 de ene uiterste ruststand naar de andere uiterste ruststand te bewegen. Zodoende kan de gebruiker als het ware door de cd's 10 heen bladeren, op een wijze die vergelijkbaar is met het bladeren door een boek.
De houder 1 volgens de onderhavige uitvinding biedt tevens het 20 voordeel dat de cd's 10 gemakkelijk in de houder 1 kunnen worden geplaatst en uit de houder 1 kunnen worden genomen. De bak 20 van de houder 1 biedt voldoende ruimte om de cd's 10 op te nemen, waarbij het niet nodig is om de cd’s 10 nauwkeurig te positioneren. De cd's 10 kunnen bijvoorbeeld in een opgerichte stand in de bak 20 worden 25 ingébracht, maar ook in een stand die daarvan afwijkt, binnen zekere grenzen die worden bepaald door de grootte van de bewegingsruimte die de bak 20 aan de cd's 10 biedt. De cd's 10 kunnen worden ingébracht zonder het binnenoppervlak 25 van de bak 20 te raken, maar dat is niet noodzakelijk. Door de vormgeving van het binnenoppervlak 30 25 van de bak 20 en de positionering van de houderstrip 23 komen de cd's 10 altijd op de juiste wijze in de bak 20 terecht. Het gegeven dat het bij het inbrengen van de cd's 10 in de bak 20 niet nodig is om de cd's 10 nauwkeurig te positioneren, is in het bijzonder van voordeel bij het machinaal vullen van de bak 20.
35
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de 40 uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
8
Zo kan het binnenoppervlak 25 van de bak 20 anders zijn gevormd dan op de wijze zoals getoond in de figuren. De dwarsdoorsnede van het binnenoppervlak kan bijvoorbeeld zijn gevormd als een deel van een ellips. Met betrekking tot de vorm van het binnenoppervlak 25 5 van de bak 20 is het van belang dat de cd's 10 in een opgerichte stand in de bak 20 kunnen worden gepositioneerd zonder het binnenoppervlak 25 te raken. Het is voorts van belang dat de vorm van het binnenoppervlak 25 zodanig is, dat het omtreksvlak 13 van de cd's 10 het binnenoppervlak 25 op ten minste twee punten raakt wanneer de 10 cd's 1Ó over een bepaalde kantelhoek zijn gekanteld ten opzichte van de opgerichte stand.
De vormgeving van een cd 10 met een cirkelronde omtrek maakt dat de breedteafmeting van de cd 10 op een bepaalde afstand van de bodem 21 van de bak 20 afhankelijk is van de kantelhoek ten opzichte 15 van de opgerichte stand. Wanneer de afstand ten opzichte van de bodem 21 van de bak 20 kleiner is dan de radius van de cd 10, dan geldt dat de breedteafmeting van de cd 10 toeneemt naarmate de kantelhoek toeneemt. Met de houder 1 zoals getoond in de figuren wordt aan deze eigënschap van de cd 10 een handige toepassing 20 gegeven. Bij een geschikte vormgeving van het binnenoppervlak 25 van de bak 20 zijn er geen verdere maatregelen nodig om de cd 10 in een gekantelde stand vast te houden wanneer een deel van de cd 10 zich in de houderstrip 23 bevindt. Het is bijvoorbeeld niet nodig dat het binnenoppervlak 25 is voorzien van uitsteeksels of dergelijke voor 25 het ondersteunen van de cd 10 door middel van contact met een hoofd-lichaamsvlak 11, 12 van de cd 10.
De houder 1 kan worden ingericht om allerlei soorten schijven op te nemen en een beperkte bewegingsruimte te geven, waarbij een deel van de schijf is gepositioneerd tussen twee opstaande delen 24 30 van de houderstrip 23, en waarbij een omtreksvlak van de schijf bij een bepaalde kantelhoek ten opzichte van een opgerichte stand contact maakt met het binnenoppervlak 25 van de bak 20 en op deze wijze in een uiterste ruststand wordt vastgehouden. De houder 1 volgende de onderhavige uitvinding is in het bijzonder geschikt voor 35 het opneihen van schijven waarvan de breedteafmeting op een bepaalde afstand van de bodem 21 van de bak 20 zodanig afhankelijk is van de kantelhoek ten opzichte van de opgerichte stand, dat de breedteafmeting van de schijven toeneemt naarmate de kantelhoek toeneemt, net zoals dat bij cd's 10 het geval is.
9
Het is niet noodzakelijk dat de houderstrip 23 continu is en zich over de gehele lengte van de bodem 21 van de bak 20 uitstrekt. De houderstrip 23 kan op enkele plaatsen onderbroken zijn, zodat de schijven in porties in de bak 20 kunnen worden geplaatst. De houder-5 strip 23 kan voorts niet alleen zijn ingericht voor het opnemen van schijven, maar ook voor bijvoorbeeld tabbladen die tussen de schijven worden aangebracht om het doorzoeken van de schijven te vergemakkelijken. In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvat de houderstrip 23 simpelweg een aantal ribbels dat op de bodem 21 van de bak 10 20 is aangebracht, waarbij de ribbels de opstaande delen 24 van de houderstrip 23 uitmaken.
Binnen het kader van de onderhavige uitvinding kunnen in plaats van het toepassen van een houderstrip 23 met opstaande delen 24 ook andere maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de cd's 10 15 over de bodem 21 van de bak 20 kunnen verschuiven. Op de bodem kan bijvoorbeeld een strook van schuimrubber of een ander geschikt materiaal zijn aangebracht. Het is ook mogelijk dat het materiaal van de bodem 21 opgeruwd wordt Of zelfs van zichzelf ruw genoeg is om een relatief klein gedeelte van de cd's 10 vast te houden.
20 Wanneer de vormgeving van het binnenoppervlak 25 zodanig is, dat de cd's 10 in een uiterste ruststand ter hoogte van hun middellijn met hun omtreksvlak 13 aan het binnenoppervlak 25 raken, dan zullen de cd's 10 in de uiterste ruststanden niet de neiging hebben om ter plaatse van het contact met de bodem 21 te verschuiven. In dat geval 25 kan de bodem 21 zelfs glad zijn uitgevoerd, en kan ten minste een gedeelte van de bodem 21 in de uiterste ruststanden toch fungeren als vasthoudorgaan voor het vasthouden van een relatief klein gedeelte van de cd's 10 ten opzichte van de bak 20.
Met voordeel biedt de houder 1 niet alleen plaats voor het op-30 nemen van schijven en eventueel tabbladen, maar ook voor bijvoorbeeld een pen waarmee een gebruiker de cd's 10 kan beschrijven. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat het deksel 30 zodanig is vormgegeven, dat deze aan de buitenzijde een holte omvat voor het opnemen en het vasthouden van een dergelijke pen.
35
De houder 1 kan worden toegepast als transportverpakking voor een aantal schijven, bijvoorbeeld cd-R'S of cd-RW's. De schijven kunnen dan samen met de houder 1 op de markt wórden gebracht. De houder 1 is uitermate geschikt om te worden toegepast voor het op-40 bergen van schijven zoals cd's 10, vooral vanwege het gegeven dat 10 schijven in de houder 1 geinakkelijk kunnen worden doorzocht en gemakkelijk in de houder 1 kunnen worden geplaatst en weer uit de houder l kunnen worden genomen.
5 Aldus verschaft de onderhavige uitvinding een houder 1 voor cd's 10, die een bak 20 voor het gedeeltelijk opnemen van de cd's 10 omvat, welke bak 20 een bodem 21 en opstaande wanden 22 omvat.
Op de bodem 21 van de bak 20 bevindt zich een houderstrip 23 met opstaande delen 24. Van elke cd 10 die in de bak 20 wordt 10 geplaatst, komt een gedeelte tussen twee opeenvolgende opstaande delen 24 terecht.
De bak 20 is zodanig vormgegeven, dat een cd 10 in een opgerichte stand ongehinderd in de bak 20 kan worden ingebracht, en dat een omtreksvlak van de cd 10 in een gekantelde stand, waarin de 15 cd 10 is gekanteld ten opzichte van de opgerichte stand, contact maakt met een binnenoppervlak 25 van de bak 20. In deze gekantelde stand maakt de cd 10 eveneens contact met een opstaand deel 24 van de houderstrip 23.
De cd's 10 kunnen ten opzichte van de opgerichte stand naar 20 twee kanten toe een gekantelde stand innemen, zodat een gebruiker gemakkelijk de cd's 10 kan doorzoeken, en gemakkelijk cd's 10 in de houder 1 kan inbrengen en uit de houder 1 kan uitnemen.

Claims (10)

1. Houder (1) voor schijven (10) met twee hoofdlichaamsvlakken (11, 12) en een omtreksvlak (13), in het bijzonder optische registratieschijven (10) met een cirkelronde omtrek, omvattende: - een opneemorgaan (20) voor het gedeeltelijk opnemen van de 5 schijven (10), waarbij ten minste een gedeelte van een binnen- oppervlak (25) van het opneemorgaan (20) bestemd is om in aanraking te komen met een gedeelte van een omtreksvlak (13) van een op te nemen schijf (10); en - een vasthoudorgaan (23) dat in het opneemorgaan (20) is 10 gepositioneerd, en dat is ingericht om een relatief klein gedeelte van de schijven (10) ten opzichte van het opneemorgaan (20) vast te houden; waarbij de vorm en de afmetingen van zowel het opneemorgaan (20) als het vasthoudorgaan (23) zodanig op de vorm en de afmetingen van de 15 op te nemen schijven (10) zijn afgestemd, dat elke op te nemen schijf (10) een zekere bewegingsruimte in het opneemorgaan (20) heeft, welke bewegingsruimte wordt begrensd door het vasthoudorgaan (23) en het binnenoppervlak (25) van het opneemorgaan (20).
2. Houder (1) volgens conclusie 1, waarbij het binnenoppervlak (25) van het opneemorgaan (20) is ingericht om op twee posities met uitsluitend het omtreksvlak (13) van een op te nemen schijf (10) in aanraking te komen.
3. Houder (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het vasthoudorgaan (23) is ingericht om het relatief kleine gedeelte van de schijven (10) met speling vast te houden.
4. Houder (1) volgens een willekeurige der conclusies 1-3, waarbij 30 het vasthoudorgaan (23) aanslagorganen (24) omvat, waarbij ten minste een gedeelte van elk aanslagorgaan (24) bestemd is om in aanraking te komen met een relatief klein gedeelte van een hoofd-lichaamsvlak (11, 12) van een op te nemen schijf (10).
5. Houder (1) volgens conclusie 4, waarbij de onderlinge afstand tussen twee opeenvolgende aanslagorganen (24) zodanig is, dat tussen twee opeenvolgende aanslagorganen (24) uitsluitend één schijf (10) kan worden geplaatst. Η
6. Houder (1) volgens'conclusie 1 of 2, waarbij het vasthoudorgaan H (23) wrijvingsmiddelen omvat, die zijn ingericht om het relatief H kleine gedeelte van de schijven (10) op basis van wrijving vast te houden.
7. Houder (1) volgens een willekeurige der conclusies 1-6, waarbij het opneemorgaan (20) een bodem (21) en opstaande wanden (22) omvat, en waarbij een afstand tussen twee tegenover elkaar gelegen elkaar opstaande wanden (22) dusdanig op de afmetingen van de op te nemen 10 schijf (10) is af gestemd, dat bij een bepaalde kantelhoek ten opzichte van een opgerichte stand van de schijf (10) het omtreksvlak (13) van de schijf (10) ter plaatse van de opstaande wanden (22) contact maakt met het binnenoppervlak (25) van het opneemorgaan (20), waarbij een opgèrichte stand van de schijf (10) is 15 gedefinieerd als een stand waarin de hoofdlichaamsvlakken (11, 12) van de schijf (10) zich in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de bodem (21) van het opneemorgaan (20) uitstrekken.
8. Houder (1) volgens conclusie 7, waarbij het vasthoudorgaan (23) I 20 zich uitstrekt op de bodem (21) van het opneemorgaan (20) .
9. Houder (1) volgens een willekeurige der conclusies 1-8, voorts omvattende een deksel (30) voor het afsluiten van ten minste een I gedeelte van het opneemorgaan (20) dat is bestemd om de schijven 25 (10) op te nemen.
10. Samenstel van een houder (1) volgens een willekeurige der conclusies 1-9 en ten minste één schijf (10) zoals een optische registratieschijf die in het opneemorgaan (20) van de houder (1) is 30 gepositioneerd.
NL1023446A 2003-05-16 2003-05-16 Houder voor schijven zoals cd-Recordables. NL1023446C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023446A NL1023446C2 (nl) 2003-05-16 2003-05-16 Houder voor schijven zoals cd-Recordables.
PCT/NL2004/000302 WO2004102572A1 (en) 2003-05-16 2004-05-04 Container for discs such as cd-recordables
EP04731103A EP1625588A1 (en) 2003-05-16 2004-05-04 Container for discs such as cd-recordables

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023446 2003-05-16
NL1023446A NL1023446C2 (nl) 2003-05-16 2003-05-16 Houder voor schijven zoals cd-Recordables.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023446C2 true NL1023446C2 (nl) 2004-11-17

Family

ID=33448525

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023446A NL1023446C2 (nl) 2003-05-16 2003-05-16 Houder voor schijven zoals cd-Recordables.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP1625588A1 (nl)
NL (1) NL1023446C2 (nl)
WO (1) WO2004102572A1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2409732A1 (fr) * 1977-11-29 1979-06-22 Sovirel Presentoir reglable pour objets discoides
US4752007A (en) * 1986-12-11 1988-06-21 Fluoroware, Inc. Disk shipper
WO2001021041A1 (en) * 1999-09-20 2001-03-29 Christian Julian Veermeer Disc support

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5170893A (en) * 1991-10-01 1992-12-15 Smith Brian D Disc storage system

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2409732A1 (fr) * 1977-11-29 1979-06-22 Sovirel Presentoir reglable pour objets discoides
US4752007A (en) * 1986-12-11 1988-06-21 Fluoroware, Inc. Disk shipper
WO2001021041A1 (en) * 1999-09-20 2001-03-29 Christian Julian Veermeer Disc support

Also Published As

Publication number Publication date
WO2004102572A1 (en) 2004-11-25
EP1625588A1 (en) 2006-02-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4771883A (en) Article for storing digital laser disc devices
JP2525060B2 (ja) 光学的に読み取り可能でかつ記録可能なディスク装置を格納する物品
CN1950909B (zh) 盘片容纳体和信息提供体
US6364107B1 (en) Disc storage container
US6702110B1 (en) Disc storage container
EP1330827B1 (en) Disc holding apparatus
US6561346B1 (en) Disc holder
US20020033348A1 (en) Disc storage container
KR19980703680A (ko) 방출 가능한 콤팩트 디스크 용기
NL1023446C2 (nl) Houder voor schijven zoals cd-Recordables.
US6464073B1 (en) Compact disc holder
US5683153A (en) Container for accommodating discs
US6874626B2 (en) Disc holder
JP2005500216A (ja) 複数ディスク収容容器用の挿入可能なトレイ
CN100385546C (zh) 盘盒的加载装置
US6779659B2 (en) Hub for holding disc-shaped item of recorded media
US6964335B1 (en) Disc-media storage case and printed-media storage tray
JP4019103B2 (ja) ディスクケース
US6789668B2 (en) Compact disc container
NL1029163C2 (nl) Inrichting en houder voor het verpakken van een informatiedrager.
EP1276115B1 (en) Holder for compact discs
US20040238462A1 (en) Pivotable disc holder
US20080185304A1 (en) CD Disk Case
NL1026699C1 (nl) Houder voor het opnemen van tenminste twee informatiedragers.
EP0952583A2 (en) Storage and display container

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20071201