NL1023443C2 - Hulpinrichting voor het vergrendelen van een tankpistool. - Google Patents

Description

> 1 %

Hulpinrichting voor het vergrendelen van een tankpistool

Hulpinrichting voor het vergrendelen van een tankpistool.

De uitvinding betreft een hulpinrichting, bestemd om voor bedrijf tijdelijk te worden toegevoegd 5 aan een tankpistool voor vloeibare brandstof, welk tankpistool omvat: een handvat met een tegen veerdruk in met de hand door een gebruiker naar het handvat te dringen bedieningshandgreep; 10 een door het handvat heen zich naar voren uitstrekkende leiding voor vloeibare brandstof, waarvan het naar buiten stekende deel in de brandstoftoevoeropening van een motorvoertuig kan worden gebracht, van welke leiding het invoerdeel met een 15 brandstoftoevoerslang voor brandstof onder druk van een I pomp koppelbaar is; I een via een overbrenging met de I bedieningshandgreep voor bediening gekoppeld klepsysteem, I dat in de brandstofleiding is opgenomen, zodanig, dat I 20 door een gekozen mate van indrukking van de I bedieningshandgreep een gedoseerde afgifte van brandstof plaatsvindt, zodanig, dat in de naar buiten gedrongen I rusttoestand de brandstofafgifte is gestopt en bij volledige indrukking de brandstofafgifte een maximale I 25 waarde bezit; I aan welk naar buiten uitstekend leidingdeel een zuigleiding is toegevoegd, die tijdens bedrijf I brandstofdamp en lucht opzuigt en zodanig met het H klepsysteem verbonden is, dat bij het opzuigen van 30 vloeistof het klepsysteem sluit en de brandstofafgifte wordt gestopt, ongeacht de ingedrukte stand van de I 1 ffcooλ λ ο· bedieningshandgreep; vergrendelmiddelen voor het in ingedrukte stand houden van de bedieningshandgreep, welke vergrendelmiddelen omvatten: 5 een aan de bedieningshandgreep H aangebrachte, naar een vrije ruststand toe veerbelaste H vergrendelhefboom met een weerhaak; twee onderling zodanig geregistreerde gaten in twee vast met de handgreep verbonden H 10 gesteldelen, bijvoorbeeld platen of flenzen, dat door beide gaten een pen gestoken kan worden, waarmee de weerhaak hakend kan samenwerken en aldus de bedieningshandgreep in zijn ingedrukte stand kan houden, waarbij door het verder indrukken van de 15 bedieningshandgreep de weerhaak vrij komt van de pen.

Bij een intact tankpistool strekt zich door beide gaten een vergrendelpen uit. Als gevolg van veelvuldig gebruik en bijbehorende slijtage wordt echter in de praktijk geconstateerd, dat in verreweg de meeste 20 tankpistolen de betreffende pen ontbreekt. Daardoor kan het tankpistool tijdens het tanken niet door een gebruiker in de vergrendelde bedrijfsstand worden geplaatst. Dit heeft als gevolg dat gedurende de hele tankbeurt, die in vele gevallen enkele minuten duurt, de 25 gebruiker de bedieningshandgreep met kracht naar de handgreep moet dringen. Voor velen is dit lastig, omdat I de vereiste spierkracht relatief groot is en langdurig I moet worden uitgeoefend, terwijl dit de gebruiker tevens de mogelijkheid ontneemt, zijn tijd bijvoorbeeld te I 30 besteden aan het controleren van de auto, het wassen van I de ruiten, of dergelijke. Het ontbreken van de pen wordt dan ook algemeen als zeer storend ervaren.

I In verband met de bovenstaande overwegingen I verschaft de uitvinding een hulpinrichting voor een I 35 tankpistool van het hierboven beschreven type, welke hulpinrichting het kenmerk vertoont, dat de I hulpinrichting is uitgevoerd als een losse pen, die I tijdelijk door de genoemde gaten kan worden gestoken om 3 te dienen als onderdeel van de genoemde vergrendelmidde1en/ welke pen is voorzien van een als handgreep dienend verbreed deel.

Teneinde ongewenste slijtage en vervorming, 5 bijvoorbeeld buigen, te voorkomen wordt de hulpinrichting bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat de pen uit metaal, bijvoorbeeld staal, of een sterke kunststof, bijvoorbeeld nylon of ABS bestaat.

iMet het oog op de gangbare diameter van de 10 onderling geregistreerde gaten vertoont de hulpinrichting bij voorkeur het kenmerk, dat de pen een dikte van maximaal circa 2 mm bezit.

Om de inrichting niet onnodig groot en niettemin effectief te doen zijn kan hij het kenmerk 15 vertonen, dat de pen een lengte van maximaal circa 50 mm bezit.

Tijdens de vergrendelende bedrijfstoestand is de pen licht gefixeerd in de gaten door aandrukking van de weerhaak, die uiteindelijk veerbelast is door de 20 retourveer van de bedieningshandgreep. Op het moment echter waarop door de dampretourleiding de brandstoftoevoer is onderbroken, valt de betreffende veerkracht weg, waardoor de pen zich min of meer los door de gaten heen uitstrekt. Dit zou in het geval van een 25 enigszins verticale stand van de pen het gevolg kunnen hebben, dat de hulpinrichting op de grond valt. Om dit ongerief te voorkomen kan de hulpinrichting de bijzonderheid vertonen, dat de pen ten opzichte van de genoemde gaten losneembaar licht vergrendelbaar is door 30 middel van ten minste één elastische verbreding met een vloeiende contourlijn.

In een specifieke uitvoering kan deze laatste variant zodanig zijn uitgevoerd, dat de elastische verbreding een rubberelastische massa omvat.

35 Een alternatief vertoont het kenmerk, dat de elastische verbreding een verende strip omvat.

Een eenvoudige uitvoering van deze laatste hulpinrichting vertoont de bijzonderheid, dat de pen althans lokaal gespleten is en een uit het vlak gedrukt deel vertoont, welk deel de elastische verbreding vormt.

Bij voorkeur vertoont de hulpinrichting de bijzonderheid, dat het verbrede deel als plaat is 5 uitgevoerd. Hierdoor is de pen gemakkelijk hanteerbaar en is de hulpinrichting niettemin licht.

Om de hulpinrichting zonodig makkelijk te kunnen vinden kan hij het kenmerk vertonen, dat althans H het verbrede deel een felle kleur vertoont.

10 Weer een andere uitvoering vertoont het kenmerk, dat het verbrede deel informatie draagt, H bijvoorbeeld het merk en/of logo van een H oliemaatschappij. In het bijzonder de uitvoering waarin het verbrede deel als plaat is uitgevoerd is hiervoor 15 zeer geschikt.

Weer een andere uitvoering vertoont de bijzonderheid, dat de pen en de verbreding gemeenschappelijk als monolitische eenheid uitgevoerd zijn.

20 Een dergelijke hulpinrichting kan bijvoorbeeld de bijzonderheid vertonen, dat de monolitische eenheid bestaat uit een kunststof, zoals nylon of ABS, of een spuitgietbaar metaal, zoals aluminium, en door spuitgieten vervaardigd is.

25 Als alternatief kan hij het kenmerk vertonen, dat de eenheid door stansen en eventueel een nabewerking zoals polijsten uit plaatmateriaal, bijvoorbeeld staal, I aluminium, nylon, ABS, vervaardigd is.

Verder kan de hulpinrichting het kenmerk 30 vertonen, dat het verbrede deel is voorzien van een oog I voor bevestiging aan bijvoorbeeld een autosleutelhanger.

I De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin onder meer enkele I willekeurige uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven.

35 In de tekening tonen: I Fig. 1 een gedeeltelijk opengebroken I perspectivisch aanzicht van een tankpistool van bekend I type en een op afstand daarvan weergegeven hulpinrichting 5 volgens de uitvinding;

Fig. 2 het tankpistool volgens Fig. 1 en een daarmee gekoppelde hulpinrichting volgens de uitvinding;

Fig. 3, 4, 5, 6 en 7 vijf willekeurige 5 uitvoeringsvoorbeelden van de hulpinrichting volgens de uitvinding.

Fig. 1 en 2 tonen een tankpistool 1 voor vloeibare brandstof.

Het tankpistool 1 omvat onder meer de volgende 10 onderdelen: een handvat 2 met een tegen veerdruk in met de hand door een gebruiker naar het handvat te dringen bedieningshandgreep 3; een door het handvat 2 heen zich naar voren en 15 naar buiten uitstrekkende leiding 3 voor vloeibare brandstof, die via een kleppenmechanisme verbonden is met een invoerdeel 4 dat koppelbaar is met een brandstoftoevoerslang voor brandstof onder druk van een pomp; 20 een zuigleiding 5, die aan de brandstofleiding 3 is toegevoegd en tijdens bedrijf brandstofdamp en lucht opzuigt en zodanig met het interne klepsysteem in het handvat verbonden is, dat bij het opzuigen van vloeistof het klepsysteem zich sluit en de brandstofafgifte wordt 25 gestopt, ongeacht de ingedrukte stand van de bedieningshandgreep.

Aan de handgreep 2 is een beugel 6 aangebracht die dient voor bescherming van de beweegbare bedieningshandgreep en tevens als geleiding van het vrije 30 einde daarvan.

Aan de bedieningshandgreep 3 is een naar een vrije ruststand toe veerbelaste vergrendelhefboom 7 aangebracht die op hierna te beschrijven wijze kan dienen voor het in de ingedrukte positie vergrendelen van de 3 5 bedieningshandgreep.

De beugel 6 vertoont twee wanden 8, 9 waarin in deze uitvoering twee stellen onderling geregistreerde gaten 10, 11 zijn aangebracht, waardoorheen een 10934 jirtm hulpinrichting 12 volgens de uitvinding kan worden gestoken. De hulpinrichting 12 omvat een pen 13 met een verbreed deel 14. Volgens een pijl 15 kan de pen 13 in het voorliggende voorbeeld door de gaten 11 worden 5 gestoken. In die ingestoken toestand, zie Pig. 2, kan hij vergrendelend samenwerken met de weerhaak 7, zodanig, dat deze bij het loslaten door de gebruiker in zijn in Fig. 1 en 2 getoonde vergrendelde bedrijfsstand blijft staan, I waarin het interne kleppensysteem geopend is en brandstof I 10 onder druk wordt doorgelaten.

I Wanneer bij het tanken het vloeibare- I brandstofniveau de ingang van de dampretourleiding 5 I bereikt, wordt niet langer damp en lucht maar wordt I vloeistof naar binnen gezogen, hetgeen ervoor zorgt, dat I 15 door door middel van bekende en hier niet nader te I beschrijven voorzieningen het klepsysteem sluit en de I brandstofafgifte wordt gestopt, terwijl de ingedrukte stand van de bedieningshandgreep wordt gehandhaafd. In I deze toestand kan de inrichting 12 worden verwijderd en 20 kan door het gedurende korte tijd verder indrukken van de I bedieningshandgreep 3 en het weer loslaten daarvan de I rusttoestand van het tankpistool worden hersteld.

Fig. 3 toont een hulpinrichting 30, omvattende een stalen pen 31 met een lengte van 45 mm en een I 25 diameter van 2 mm. In deze uitvoering is de pen 31 aan zijn vrije einden niet afgerond. Hij kan desgewenst van I een afronding zijn voorzien. De pen 31 is omgoten door I een kunststof verbreding 32 die als handgreep dienst kan doen. Deze plaatvormige handgreep is voorzien van een I 30 perforatie op oog 33, waarmee de hulpinrichting 30 I bijvoorbeeld aan een autosleutelhanger kan worden I gehangen, al dan niet door tussenkomst van een kettinkje I of iets dergelijks. Verder draagt de plaat 32 een merk I met logo 34.

I 35 Fig. 4 toont een hulpinrichting 40 die I monolitisch integraal door spuitgieten is vervaardigd uit I ABS. In dit geval is de pen 41 integraal verbonden met I een ringvormige handgreep 42. Ook in deze uitvoering kan I fnoQ)i 40· 7 het oog 43 worden gebruikt voor bevestiging van de richting 40 aan een sleutelhanger.

In de uitvoering volgens Fig. 5 vertoont de hulpinrichting 50 een pen 51 die in het gebied van zijn 5 vrije einde is voorzien van een druppel flexibele kunststof 52. Deze massa kunststof is zodanig dun, dat hij met de pen 51 met uitoefening van een kleine extra kracht de paren gaten 10 respectievelijk 11 kan passeren. Aldus heeft de druppel 52 een licht vergrendelende 10 werking.

De in deze uitvoering felgekleurde handgreep 53 vertoont een wat andere vorm en is tevens voorzien van een oog 54.

Fig. 6 toont een variant, waarin de 15 hulpinrichting 60 een pen 61 omvat waarbij een druppel flexibel materiaal 62 zich aan de andere zijde van de pen 61 bevindt. Deze uitvoering heeft het voordeel, dat het insteken van de pen 61 in de paren gaten 10, 11 even gemakkelijk plaatsvindt als in de uitvoeringen volgens de 20 Fig. 3 en 4 en dat pas na het doorsteken van de pen door die gaten de lichte vergrendeling door de flexibele massa 62 tot stand komt. De handgreep 63 en het oog 64 vertonen ook hier weer een andere vorm.

Fig. 7 tenslotte toont een hulpinrichting 70 25 die geheel uit plaatmetaal vervaardigd is, bijvoorbeeld door stansen. De pen 71 vertoont in deze uitvoering een insnijding 72, waardoor twee tongen respectievelijk 73, 74 zijn ontstaan. De tong 74 is door plastische vervorming gemodelleerd tot de getekende vorm, waarin hij 30 licht uit het hoofdvlak van de pen steekt. Opgemerkt wordt, dat de mate van uitwijking enigszins overdreven is weergegeven, evenals dat het geval is bij de flexibele massa's 52 en 62 in de Fig. 5 en 6. De uit zijn vlak gebogen lip 74 is hetzelfde als de flexibele massa's 52 35 en 62 en dient voor vergrendeling van de pen.

De handgreep 75 en de perforatie of het oog 76 bezitten nog ieder een conform de ideeën van de ontwerper aangepaste vorm.

1OS3443·

Claims (15)

1. Hulpinrichting, bestemd om voor bedrijf tijdelijk te worden toegevoegd aan een tankpistool voor vloeibare brandstof, welk tankpistool omvat: ' een handvat met een tegen veerdruk in met de I 5 hand door een gebruiker naar het handvat te dringen bedieningshandgreep; een door het handvat heen zich naar voren uitstrekkende leiding voor vloeibare brandstof, waarvan I het naar buiten stekende deel in de I 10 brands tof toevoeropening van een motorvoertuig kan worden gebracht, van welke leiding het invoerdeel met een I brandstoftoevoerslang voor brandstof onder druk van een I pomp koppelbaar is; I een via een overbrenging met de I 15 bedieningshandgreep voor bediening gekoppeld klepsysteem, I dat in de brandstofleiding is opgenomen, zodanig, dat I door een gekozen mate van indrukking van de I bedieningshandgreep een gedoseerde afgifte van brandstof I plaatsvindt, zodanig, dat in de naar buiten gedrongen I 20 rusttoestand de brandstofafgifte is gestopt en bij volledige indrukking de brandstofafgifte een maximale I waarde bezit; I . aan welk naar buiten uitstekend leidingdeel een zuigleiding is toegevoegd, die tijdens bedrijf I 25 brandstofdamp en lucht opzuigt en zodanig met het I klepsysteem verbonden is, dat bij het opzuigen van I vloeistof het klepsysteem sluit en de brandstofafgifte I wordt gestopt, ongeacht de ingedrukte stand van de bedieningshandgreep; 30 vergrendelmiddelen voor het in ingedrukte stand I houden van de bedieningshandgreep, welke vergrendelmiddelen omvatten:. een aan de bedieningshandgreep aangebrachte, naar een vrije ruststand toe veerbelaste vergrendelhefboom met een weerhaak; 5 twee onderling zodanig geregistreerde gaten in twee vast met de handgreep verbonden gesteldelen, bijvoorbeeld platen of flenzen, dat door beide gaten een pen gestoken kan worden, waarmee de weerhaak hakend kan samenwerken en aldus de 10 bedieningshandgreep in zijn ingedrukte stand kan houden, waarbij door het verder indrukken van de bedieningshandgréep de weerhaak vrij komt van de pen; met het kenmerk, dat de hulpinrichting is uitgevoerd als een losse 15 pen, die tijdelijk door de genoemde gaten kan worden gestoken om te dienen als onderdeel van de genoemde vergrendelmiddelen, welke pen is voorzien van een als handgreep dienend verbreed deel.

2. Hulpinrichting volgens conclusie 1, 20 met het kenmerk, dat de pen uit metaal, bijvoorbeeld staal, of een sterke kunststof, bijvoorbeeld nylon of ABS bestaat.

3. Hulpinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 25 de pen een dikte van maximaal circa 2 mm bezit.

4. Hulpinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de pen een lengte van maximaal circa 50 mm bezit.

5. Hulpinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de pen ten opzichte van de genoemde gaten losneembaar licht vergrendelbaar is door middel van ten minste één elastische verbreding met een vloeiende 35 contourlijn.

6. Hulpinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de elastische verbreding een rubberelastische j ft ή ii i ï Q I massa omvat.

7. Hulpinrichting volgens conclusie 5, I met het kenmerk, dat I de elastische verbreding een verende strip I 5 omvat.

8. Hulpinrichting volgens conclusie 7, I met het kenmerk, dat I de pen althans lokaal gespleten is en een uit I het vlak gédrukt deel vertoont, welk deel de elastische I 10 verbreding vormt.

9. Hulpinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat I het verbrede deel als plaat is uitgevoerd.

10. Hulpinrichting volgens conclusie 1, 15 met het kenmerk, dat I . althans het verbrede deel een felle kleur I vertoont.

11. Hulpinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat I 20 het verbrede deel informatie draagt, I bijvoorbeeld het merk en/of logo van een oliemaatschappij.

12. Hulpinrichting volgens conclusie 1, I met het kenmerk, dat I 25 de pen en de verbreding gemeenschappelijk als I monolitische eenheid uitgevoerd zijn.

13. Hulpinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de monolitische eenheid bestaat uit een 30 kunststof, zoals nylon of ABS, of een spuitgietbaar I metaal, zoals aluminium, en door spuitgieten vervaardigd I is.

14. Hulpinrichting volgens conclusie 9 en 12, H met het kenmerk, dat 35 de eenheid door stansen en eventueel een nabewerking zoals polijsten uit plaatmateriaal, bijvoorbeeld staal, aluminium, nylon, ABS, vervaardigd is. 4

15. Hulpinrichting volgens conclusie 1/ met het kenmerk, dat het verbrede deel is voorzien van een oog voor bevestiging aan bijvoorbeeld een autosleutelhanger. 5 *****