NL1023221C2

NL1023221C2 - Lock for e.g. door or window, has bolt movable along plane extending parallel to bolt retainer part and perpendicular to wing surface

Info

Publication number: NL1023221C2
Application number: NL1023221A
Authority: NL
Inventors: Marinus Tijmen Van Ede; Eric Ten Cate; Marco Dimphina Hen Stunnebrink
Original assignee: Stenman Holland Nv
Priority date: 2003-04-17
Filing date: 2003-04-17
Publication date: 2004-10-19

Abstract

In order to lock the wing, at least one bolt (1) can only be moved along an imaginary plane (V) extending substantially parallel to the retainer part (K) which is used to receive the bolt and located on the frame in which the wing is mounted. This imaginary plane also extends substantially perpendicular to the wing surface.

Description

τ ·τ ·

Titel: Samenstel van een beweegbaar paneel en een vasthoudelement, alsmede een vergrendelingsinrichting, aangrijpmiddelen en een paneel.Title: Assembly of a movable panel and a retaining element, as well as a locking device, engaging means and a panel.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een beweegbaar paneel en een vasthoudelement, welk samenstel is voorzien van een vergrendelingsinrichting omvattende ten minste één, op een oppervlak van het paneel aangebrachte grendel, welke grendel tussen een 5 paneelvergrendelingsstand en paneelvrijgeefstand beweegbaar is om het paneel losmaakbaar aan het vasthoudelement te vergrendelen, althans bij een naar het vasthoudelement toe bewogen stand van het paneel.The invention relates to an assembly of a movable panel and a retaining element, which assembly is provided with a locking device comprising at least one latch arranged on a surface of the panel, which latch is movable between a panel locking position and panel releasing position about the panel being releasable lockable to the retaining element, at least in a position of the panel moved towards the retaining element.

Een dergelijk samenstel is uit de praktijk bekend. Het paneel omvat bijvoorbeeld een deur, een raam of dergelijke, terwijl het genoemde 10 vasthoudelement bijvoorbeeld een kozijn of een deel daarvan omvat. De vergrendelingsinrichting is eenvoudig op het te vergrendelen paneel gemonteerd. Tijdens gebruik wordt het paneel, bij de genoemde paneelstand, aan het vasthoudelement vergrendeld door de ten minste ene grendel naar de vergrendelingstand te bewegen. De ten minste ene grendel 15 grijpt daarbij direct of indirect op het genoemde vasthoudelement aan, zodat de grendel het paneel aan dat vasthoudelement vastkoppelt. Door de grendel naar de paneelvrijgeefstand te bewegen, wordt de vergrendeling van het paneel eenvoudig ongedaan gemaakt. Vervolgens kan het losgekoppelde paneel bijvoorbeeld van het vasthoudelement worden afbewogen.Such an assembly is known from practice. The panel comprises, for example, a door, a window or the like, while the said retaining element comprises, for example, a frame or a part thereof. The locking device is simply mounted on the panel to be locked. During use, the panel, at the said panel position, is locked to the retaining element by moving the at least one latch to the locking position. The at least one latch 15 thereby engages directly or indirectly with the said retaining element, so that the latch engages the panel with that retaining element. By moving the latch to the panel release position, the locking of the panel is simply released. The disconnected panel can then, for example, be moved away from the retaining element.

20 Bij het bekende samenstel dient te ten minste ene grendel telkens ten minste in een richting haaks op het vasthoudelement te worden bewogen ten behoeve van de vergrendeling en ontgrendeling van het paneel. Dit is nadelig, aangezien bediening, in het bijzonder handmatige bediening, van de ten minste ene grendel daardoor relatief lastig is. Bovendien neemt 25 het bekende samenstel relatief veel ruimte in. Verder is genoemde grendel van het bekende samenstel voorzien van een relatief lange, ten minste in de richting van het vasthoudelement beweegbare grendelarm om een gewenste, 1Π23221 H stevige vergrendeling van het paneel te bewerkstelligen. Een dergelijke lange grendelarm is uit esthetisch oogpunt ongewenst.With the known assembly, the at least one latch must in each case be moved at least in a direction perpendicular to the retaining element for the purpose of locking and unlocking the panel. This is disadvantageous since operation, in particular manual operation, of the at least one latch is therefore relatively difficult. Moreover, the known assembly takes up relatively much space. Furthermore, said latch of the known assembly is provided with a relatively long latching arm movable at least in the direction of the retaining element in order to effect a desired, firm locking of the panel. Such a long locking arm is undesirable from an aesthetic point of view.

I De onderhavige uitvinding beoogt de genoemde nadelen van de het bekende samenstel op te heffen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een 5 samenstel van het in de aanhef beschreven type, waarbij de vergrendelingsinrichting gemakkelijk bedienbaar is.The present invention has for its object to eliminate the aforementioned drawbacks of the known assembly. In particular, the invention contemplates an assembly of the type described in the preamble, wherein the locking device is easy to operate.

Het samenstel wordt hiertoe volgens de uitvinding gekenmerkt, I doordat de ten minste ene grendel -ten behoeve van het vergrendelen van I het paneel- in hoofdzaak slechts beweegbaar is langs een denkbeeldig vlak, 10 welk vlak enerzijds in hoofdzaak evenwijdig is aan het vasthoudelement en I anderzijds zich in hoofdzaak haaks uitstrekt op het genoemde I paneeloppervlak.To this end, the assembly is characterized according to the invention in that the at least one latch - for the purpose of locking the panel - is substantially only movable along an imaginary plane, which plane on the one hand is substantially parallel to the retaining element and on the other hand, extends substantially perpendicular to said panel surface.

I Op deze manier wordt vergrendeling en ontgrendeling van het I paneel uitgevoerd door de ten minste ene grendel evenwijdig aan het I 15 vasthoudelement te bewegen. Dit maakt het samenstel esthetisch aantrekkelijk, in het bijzonder doordat elke grendel zo geen relatief lange I grendelarm behoeft om op het vasthoudelement aan te grijpen. Bovendien is bediening van de grendel zo relatief eenvoudig, aangezien een bijbehorende, I voor vergrendeling en ontgrendeling benodigde kracht met relatief weinig I 20 moeite door een voor het paneel staande gebruiker kan worden opgebracht.In this way locking and unlocking of the panel is performed by moving the at least one latch parallel to the retaining element. This makes the assembly aesthetically attractive, in particular because each latch thus does not need a relatively long latching arm to engage on the retaining element. Moreover, operation of the latch is so relatively simple, since an associated force required for locking and unlocking can be applied with relatively little effort by a user standing in front of the panel.

I Bij voorkeur is het vasthoudelement voorzien van grendel- I aangrijpmiddelen die zijn ingericht om met de ten minste ene grendel I samen te werken voor het vergrendelen van het paneel. Het is dan I voordelig, wanneer de grendel-aangrijpmiddelen op een oppervlak van het 25 genoemde vasthoudelement zijn aangebracht, welk oppervlak in hoofdzaak evenwijdig is aan het genoemde denkbeeldige vlak, althans bij een gesloten I stand van het paneel. Door de genoemde uitvoering van de ten minste ene I grendel kunnen de grendel-aangrijpmiddelen relatief compact worden I uitgevoerd, in het bijzonder met een relatief kleine opbouwhoogte, gezien in I 30 een richting haaks op het genoemde oppervlak van het vasthoudelement.The retaining element is preferably provided with latch-engaging means which are adapted to cooperate with the at least one latch I for locking the panel. It is then advantageous if the locking engaging means are arranged on a surface of the said retaining element, which surface is substantially parallel to the said imaginary surface, at least with the panel closed. As a result of the aforementioned embodiment of the at least one latch, the latch engaging means can be of relatively compact design, in particular with a relatively small construction height, seen in a direction perpendicular to the said surface of the retaining element.

I t 33

Genoemde kleine opbouwhoogte is bijvoorbeeld uit esthetisch oogpunt gewenst. De aangrijpmiddelen kunnen bijvoorbeeld blokvormig, in het bijzonder plaatvormig, zijn uitgevoerd.Said small construction height is, for example, desirable from an aesthetic point of view. The engaging means may, for example, be block-shaped, in particular plate-shaped.

• Daarnaast verschaft de uitvinding een vergrendehngsinrichting 5 volgens de maatregelen van conclusie 21. Een dergelijke vergrendelingsinrichting is eenvoudig als opbouwsluiting op een paneel te monteren om de genoemde voordelen te leveren.In addition, the invention provides a locking device 5 according to the features of claim 21. Such a locking device can easily be mounted on a panel as a surface-mounted closure to provide the aforementioned advantages.

De uitvinding verschaft verder een paneel dat wordt gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 23. Een dergelijk paneel is met relatief 10 weinig moeite, bij voorkeur handmatig, aan het vasthoudelement te vergrendelen. Bij voorkeur is het paneel zwenkbaar. Een dergelijk paneel is zeer gemakkelijk met de genoemde vergrendelingsinrichting te vergrendelen en ontgrendelen. Ten behoeve van vergrendeling kan het paneel bijvoorbeeld eenvoudig via de ten minste ene grendel worden 15 dichtgetrokken, althans naar het vasthoudelement worden toe gezwenkt. Bij deze beweging wordt een trekkracht op het paneel uitgeoefend die loodrecht staat op het paneeloppervlak. Vervolgens kan het paneel snel en gemakkelijk aan het vasthoudelement worden vergrendeld door de ten minste ene grendel langs het genoemde denkbeeldige vlak, evenwijdig aan 20 het vasthoudelement te bewegen onder invloed van een vergrendelingskracht. Zo kan het paneel in een relatief vloeiende handeling worden gesloten en vergrendeld, in het bijzonder doordat de genoemde trekkracht en vergrendelingskracht in hoofdzaak in hetzelfde vlak liggen. Ontgrendeling kan via omgekeerde stappen worden bereikt. Op deze manier 25 is vermeden, dat het zwenkbare paneel door middel van lastig uitvoerbare, haaks op het vasthoudelement gerichte grendelbewegingen dient te worden ver- en ontgrendeld.The invention further provides a panel which is characterized by the features of claim 23. Such a panel can be locked to the retaining element with relatively little effort, preferably manually. The panel is preferably pivotable. Such a panel is very easy to lock and unlock with the said locking device. For the purpose of locking, the panel can for instance simply be pulled shut via the at least one latch, or be pivoted towards the retaining element. With this movement a tensile force is exerted on the panel which is perpendicular to the panel surface. The panel can then be quickly and easily locked to the retaining element by moving the at least one latch along said imaginary plane parallel to the retaining element under the influence of a locking force. The panel can thus be closed and locked in a relatively smooth operation, in particular in that the said pulling force and locking force lie substantially in the same plane. Unlocking can be achieved through reverse steps. In this way it is avoided that the pivotable panel must be locked and unlocked by means of difficult-to-implement locking movements directed at right angles to the retaining element.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. Thans zal de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand 30 van drie uitvoeringsvoorbeelden en de tekening. Daarin toont: 4 Λ O O 4Further elaborations of the invention are described in the subclaims. The invention will now be elucidated on the basis of three exemplary embodiments and the drawing. It shows: 4 O O O 4

Fig. 1 een perspectivisch vooraanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij de grendels 1 zich in een vergrendelingsstand bevinden; I fig. 2 een perspectivisch achteraanzicht van het in fig. 1 I 5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, waarbij het paneel D en het I vasthoudelement K niet zijn weergegeven; I fig. 3 een perspectivisch vooraanzicht van een deel van het in fig. 1 I weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, waarbij de grendel 1 aan de aangrijpplaat 2 is vergrendeld; I 10 fig. 4 een bovenaanzicht van het in fig. 3 weergegeven deel van het I eerste uitvoeringsvoorbeeld; I fig. 5 een zijaanzicht van het in fig. 3 weergegeven deel van het I eerste uitvoeringsvoorbeeld; I fig. 6 een vooraanzicht van het in fig. 3 weergegeven deel van het I 15 eerste uitvoeringsvoorbeeld; fig. 7 een perspectivisch vooraanzicht van de I vergrendelingsinrichting van het in fig. 1 weergegeven I uitvoeringsvoorbeeld, waarbij de grendels 1 zich in een vrijgeefstand I bevinden; 20 fig. 8 een perspectivisch achteraanzicht van de in fig. 7 weergegeven vergrendehngsinrichting; I fig. 9 een perspectivisch vooraanzicht van een aangrijpplaat 2 van I het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; I fig. 10 een perspectivisch vooraanzicht van een deel van een tweede I 25 uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; I fig. 11 een perspectivisch vooraanzicht van een aangrijpplaat 102 I van het in fig. 10 weergegeven tweede uitvoeringsvoorbeeld; I fig. 12 een perspectivisch vooraanzicht van een derde I uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; en I · 5 fig. 13 een perspectivisch vooraanzicht van de grendel 201 van het in fig. 12 weergegeven derde uitvoeringsvoorbeeld; en fig. 14 een perspectivisch vooraanzicht van een alternatieve aangrijpplaat 302.FIG. 1 is a front perspective view of a first exemplary embodiment of the invention, wherein the latches 1 are in a locked position; Fig. 2 is a rear perspective view of the exemplary embodiment shown in Fig. 1, wherein the panel D and the retaining element K are not shown; Fig. 3 is a front perspective view of a part of the exemplary embodiment shown in Fig. 1 I, wherein the latch 1 is locked to the engagement plate 2; Fig. 4 is a top view of the part of the first exemplary embodiment shown in Fig. 3; Fig. 5 is a side view of the part of the first exemplary embodiment shown in Fig. 3; Fig. 6 is a front view of the part of the first exemplary embodiment shown in Fig. 3; Fig. 7 is a front perspective view of the locking device of the exemplary embodiment shown in Fig. 1, wherein the latches 1 are in a release position I; Fig. 8 is a rear perspective view of the locking device shown in Fig. 7; Fig. 9 is a front perspective view of an engagement plate 2 of the exemplary embodiment shown in Fig. 1; Fig. 10 is a front perspective view of a part of a second exemplary embodiment of the invention; Fig. 11 is a front perspective view of an engagement plate 102 of the second exemplary embodiment shown in Fig. 10; Fig. 12 is a front perspective view of a third exemplary embodiment of the invention; and Fig. 13 is a front perspective view of the latch 201 of the third exemplary embodiment shown in Fig. 12; and Fig. 14 is a front perspective view of an alternative engagement plate 302.

5 Fig. 1 toont een perspectief tekening van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel, voorzien van een paneel D en een vasthoudelement K. In fig. 1 is zijn het paneel D en het vasthoudelement K in een uitgenomen stand ten opzichte van elkaar weergegeven. Het samenstel omvat een vergrendelingsinrichting 1, 3 om het paneel D, aan het 10 hetzelfde vasthoudelement K te vergrendelen bij een gesloten stand van het paneel D. Bij de genoemde gesloten paneelstand ligt het paneel D tegen het vasthoudelement K aan. Het paneel D omvat in het bijzonder een zwenkbaar raam, met een zwenkas die zich langs een niet weergegeven, van het vasthoudelement K afgekeerde paneelzijde uitstrekt. Het 15 vasthoudelement K is bijvoorbeeld een kozijndeel. Zoals figuur 1 toont, strekt het vasthoudelement K zich slechts langs één zijde van het paneel D uit, althans bij de gesloten paneelstand, om het paneel D aan die zijde te kunnen vasthouden. Een tegenoverliggende langszijde van het paneel kan bijvoorbeeld scharnierbaar aan een ander kozijndeel zijn verbonden.FIG. 1 shows a perspective drawing of a first exemplary embodiment of an assembly provided with a panel D and a retaining element K. In FIG. 1, the panel D and the retaining element K are shown in an extended position relative to each other. The assembly comprises a locking device 1, 3 for locking the panel D to the same holding element K at a closed position of the panel D. At the said closed panel position, the panel D abuts against the holding element K. The panel D in particular comprises a pivotable window, with a pivot axis extending along a panel side, not shown, remote from the retaining element K. The retaining element K is, for example, a frame part. As Figure 1 shows, the retaining element K extends only along one side of the panel D, at least in the closed panel position, in order to be able to hold the panel D on that side. An opposite longitudinal side of the panel can, for example, be hingedly connected to another frame part.

20 Zoals figuur 1 toont, omvat de vergrendelingsinrichting twee op afstand van elkaar opgestelde, op een oppervlak van het paneel D gemonteerde grendels 1. De afstand tussen de grendels 1 bedraagt bijvoorbeeld meer dan 0,5 m, in het bijzonder meer dan 1 m, afhankelijk van de afmetingen van het paneel D, om een stevige paneelvergrendeling te 25 verkrijgen. Een onderlinge afstand kleiner dan 0,5 m is eveneens mogelijk. Het samenstel is verder voorzien van twee op een oppervlak W van het vasthoudelement K aangebrachte grendel-aangrijpmiddelen 2 voor samenwerking met de grendels 1.As Fig. 1 shows, the locking device comprises two spaced apart latches mounted on a surface of the panel D. The distance between the latches 1 is, for example, more than 0.5 m, in particular more than 1 m, depending on the dimensions of the panel D, in order to obtain a firm panel lock. A mutual distance smaller than 0.5 m is also possible. The assembly is further provided with two latch-engaging means 2 arranged on a surface W of the retaining element K for cooperation with the latches 1.

In figuren 1 en 2 bevinden de grendels 1 zich in een 30 vergrendelingsstand. Bij deze stand kunnen de grendels 1 het paneel D aan 6 het vasthoudelement K vergrendelen, althans wanneer het paneel D met de grendels 1 naar het vasthoudelement K is toe bewogen, door met de twee aangrijpmiddelen 2 samen te werken. Dergelijke samenwerking is nader in figuren 3-6 weergegeven. In figuren 7 en 8 zijn de grendels 1 naar een 5 vrijgeefstand gebracht. Bij deze stand kunnen de grendels 1 niet op de aangrijpmiddelen 2 aangrijpen, zodat het paneel D vrij ten opzichte van het vasthoudelement K kan bewegen.In figures 1 and 2, the latches 1 are in a locking position. In this position, the latches 1 can lock the panel D to 6 the retaining element K, at least when the panel D with the latches 1 has moved towards the retaining element K, by cooperating with the two engaging means 2. Such cooperation is shown in more detail in Figures 3-6. In Figures 7 and 8, the latches 1 are brought to a release position. In this position the latches 1 cannot engage on the engaging means 2, so that the panel D can move freely relative to the retaining element K.

Zoals figuren 2 en 8 tonen, is elke grendel 1 van het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld voorzien van een zwenkbaar aan een grendel-10 bevestigingsplaat 11 gekoppelde zwenkarm 7. De zwenkarm 7 is tussen een respectieve vergrendelinsgsstand en vrijgeefstand om een zwenkas 6 zwenkbaar. Zoals fig. 1 en 2 tonen, strekken de zwenkarmen 7 zich bij genoemde vergrendelingsstand in hoofdzaak haaks uit ten opzichte van genoemde bevestigingsplaten 11. De zwenkassen 6 van de zwenkarmen 7 15 van de twee grendels 1 zijn evenwijdig aan elkaar. De bevestigingsplaat 11 van elke grendel 1 is voorzien van tegenhoud-nokken 13 om een zwenkbeweging van de zwenkarm 7 te begrenzen, althans bij een van het vasthoudelement K afbewogen stand van het paneel D. Verder omvat de bevestigingsplaat 11 een aantal perforaties 12 om de grendel 1 eenvoudig 20 met niet weergegeven bevestigingsmiddelen, bijvoorbeeld schroeven of bouten, op het paneel D te bevestigen.As Figures 2 and 8 show, each latch 1 of the present exemplary embodiment is provided with a pivotal arm 7 pivotally coupled to a latch-mounting plate 11. The pivotal arm 7 is pivotable between a respective locking position and release position about a pivot axis 6. As shown in FIGS. 1 and 2, at said locking position, the pivot arms 7 extend substantially perpendicularly to said mounting plates 11. The pivot axes 6 of the pivot arms 7 of the two latches 1 are parallel to each other. The mounting plate 11 of each latch 1 is provided with retaining cams 13 to limit a pivoting movement of the pivoting arm 7, at least in a position of the panel D moved away from the holding element K. Furthermore, the mounting plate 11 comprises a number of perforations 12 around the latch 1 can be simply attached to panel D with fastening means (not shown), for example screws or bolts.

De grendels 1, althans de respectieve zwenkarmen 7, zijn langs een denkbeeldig vlak V tussen de vergrendelingsstand en de vrijgeefstand beweegbaar, welk vlak V zich in hoofdzaak haaks uitstrekt op een langsvlak 25 van het paneel D. Dit vlak V is in figuren 4 en 6 schematisch met streeplijnen weergegeven. Dit denkbeeldige vlak V is evenwijdig aan het oppervlak W van het vasthoudelement K, althans bij de gesloten stand van het paneel D. Derhalve is vermeden, dat de grendels 1, tijdens vergrendeling of ontgrendeling van het paneel D, in een richting 7 beweegbaar zijn, welke richting naar het vasthoudelement K is toegekeerd of daarvan is afgekeerd.The latches 1, at least the respective pivot arms 7, are movable along an imaginary plane V between the locking position and the release position, which plane V extends substantially perpendicular to a longitudinal plane 25 of the panel D. This plane V is shown in figures 4 and 6 shown schematically with dashed lines. This imaginary surface V is parallel to the surface W of the retaining element K, at least in the closed position of the panel D. Therefore, it is avoided that the latches 1, during locking or unlocking of the panel D, are movable in a direction 7, which direction is turned or turned away from the retaining element K.

Elke grendel-zwenkarm 7 is aan een, althans bij de gesloten paneelstand naar het vasthoudelement K toegekeerde zijde voorzien van 5 een in hoofdzaak cilindervormige vergrendelingsnok 4. De cilinder-hartlijn van elke vergrendelingsnok 4 is evenwijdig aan de respectieve grendel-zwenkas 6. Elke vergrendelingsnok 4 is paddestoelvormig uitgevoerd, en omvat in het bijzonder een aan de zwenkas 6 gekoppeld lijf 4a met een verbrede kop 4b, hetgeen in figuren 2 en 4 is weergegeven.Each locking pivot arm 7 is provided on a side facing the retaining element K at least at the closed panel position with a substantially cylindrical locking cam 4. The central axis of each locking cam 4 is parallel to the respective locking pivot axis 6. Each locking cam 4 is mushroom-shaped, and in particular comprises a body 4a coupled to the pivot axis 6 with a widened head 4b, which is shown in figures 2 and 4.

10 Een van de vergrendelingsnok 4 afgekeerde zijde van elke zwenkarm 7 is scharnierbaar aan een respectief slothuis 9 verbonden. Elk slothuis 9 is voorzien van een slot 8 om het slothuis 9 losmaakbaar aan de zwenkas 7 vast te koppelen. Het slot 8 is hiertoe voorzien van een, door bediening van een bijbehorende sleutel 14, in en uit een borggat 16 van de 15 zwenkarm 7 beweegbare borgpen 10. Het genoemde borggat 16 is tussen de respectieve zwenkas 6 en vergrendelingsnok 4 in de zwenkarm 7 aangebracht. De sloten 8 omvatten door de sleutels 14 bedienbare slotcilinders welke zich evenwijdig aan de grendel-zwenkassen 6 uitstrekken. Vanzelfsprekend kunnen diverse typen andere sloten worden 20 toegepast voor het borgen van de grendel 1, bijvoorbeeld een slot met een drukknop en/of schuifknop, een slot zonder cilinder en dergelijke.A side of each swiveling arm 7 remote from the locking cam 4 is hingedly connected to a respective lock housing 9. Each lock housing 9 is provided with a lock 8 for releasably attaching the lock housing 9 to the pivot axis 7. To this end, the lock 8 is provided with a locking pin 10 movable in and out of a locking hole 16 of the pivotal arm 7 by operation of an associated key 14. . The locks 8 comprise lock cylinders which can be operated by the keys 14 and which extend parallel to the locking pivot axes 6. Naturally, various types of other locks can be used for locking the latch 1, for example a lock with a push button and / or slide button, a lock without a cylinder and the like.

De genoemde, op het vasthoudelement K aangebrachte aangrijpmiddelen omvatten twee blokvormige aangrijpplaten 2, die elk zijn voorzien van vergrendelings-uitsparingen 5 voor samenwerking met de 25 vergrendelingsnokken 4 van de grendels 1. Deze aangrijpplaten 2 zijn relatief dun en hebben derhalve een relatief kleine opbouwhoogte. Zoals figuren 1, 4 en 9 tonen, omvat elke aangrijpplaat 2 van het eerste uitvoeringsvoorbeeld een tweetal vergrendelings-uitsparingen 5, die zich in tegenoverliggende zijkanten van de plaat 2 uitstrekken. Deze uitsparingen 5 30 zijn gevormd om de genoemde paddestoelvormige nokken 4 relatief nauw te Η omsluiten. Hiertoe omvatten deze uitsparingen 5 elk een buitenste, verjongd deel 5a en een binnenste, verbreed deel 5b om een noklijf 4a resp. een nokkop 5b te ontvangen. Elke aangrijpplaat 2 omvat bovendien een paar I naast de vergrendelingsuitsparingen 5 aangebrachte kierstand-uitsparingen I 5 15 om het paneel D via de grendels 1 in een kierstand aan het vasthoudelement K te koppelen. Bij deze kierstand blijft een spleet, bijvoorbeeld ten behoeve van ventilatie, tussen het paneel D en het I vasthoudelement K bestaan. Verder is elke aangrijpplaat 2 van een aantal I gaten 17 voor bevestigingsmiddelen voorzien, om die plaat aan het I 10 vasthoudelement K te bevestigen. Elke aangrijpplaat 2 is I spiegelsymmetrisch uitgevoerd, zodat de plaat 2 in diverse standen I bruikbaar is voor samenwerking met een grendel 1.The said engaging means arranged on the holding element K comprise two block-shaped engaging plates 2, each of which is provided with locking recesses 5 for cooperation with the locking cams 4 of the latches 1. These engaging plates 2 are relatively thin and therefore have a relatively small construction height. As Figures 1, 4 and 9 show, each engagement plate 2 of the first exemplary embodiment comprises two locking recesses 5 which extend in opposite sides of the plate 2. These recesses 30 are formed to enclose the said mushroom-shaped cams 4 relatively narrowly. For this purpose these recesses 5 each comprise an outer, rejuvenated part 5a and an inner, widened part 5b around a ridge body 4a and 4a respectively. receive a cam head 5b. Each engaging plate 2 moreover comprises a pair of aperture recesses I arranged next to the locking recesses 5 for coupling the panel D to the retaining element K via the latches 1 in a ajar position. At this ajar position, a gap, for example for ventilation, remains between the panel D and the retaining element K. Furthermore, each engagement plate 2 is provided with a number of holes 17 for fixing means, for fixing that plate to the retaining element K. Each engagement plate 2 is of mirror-symmetrical design, so that the plate 2 can be used in various positions I for cooperation with a latch 1.

I Zoals figuren 1-8 tonen, zijn de grendels 1 aan elkaar gekoppeld I door een koppelingsstang 3. De koppelingsstang 3 is in hoofdzaak I 15 onbeweegbaar aan beide slothuizen 9 van de grendels 1 gekoppeld, via zich I in die slothuizen 9 uitstrekkende doorgangen 20. Doordat de slothuizen 9 scharnierbaar aan de zwenkassen 7 zijn verbonden, is het I koppelingselement 3 op afstand van de genoemde zwenkassen 6, I scharnierbaar aan elke grendel-zwenkarm 7 gekoppeld. De koppelingsstang I 20 3 bewerkstelligt, dat de grendels 1, althans de grendel-zwenkarmen 7, I gelijktijdig, in dezelfde richting, tussen de genoemde vergrendelings- en I vrijgeefstand beweegbaar zijn. Het koppelingselement 3 strekt zich in I hoofdzaak evenwijdig uit aan een langsrichting van het paneel D, welke I richting bovendien evenwijdig is aan de langsrichting van het I 25 vasthoudelement K. Verder strekt het grendel-koppelingselement 3 zich op I een bepaalde afstand van het paneel D uit. Daardoor kan het I koppelingselement 3 eenvoudig als handvat dienen, dat gemakkelijk door I een gebruiker kan worden aangegrepen om de grendels 1 gelijktijdig naar I een gewenste positie te bewegen.As Figs. 1-8 show, the latches 1 are coupled to each other by a coupling rod 3. The coupling rod 3 is substantially immovably coupled to both lock housings 9 of the latches 1, through passages 20 extending into those lock housings 9 Because the lock housings 9 are hingedly connected to the pivot axes 7, the coupling element 3 is pivotally coupled to each locking pivot arm 7 at a distance from the said pivoting axes 6. The coupling rod I 20 ensures that the latches 1, or at least the locking pivot arms 7, I, are movable simultaneously, in the same direction, between said locking and releasing positions. The coupling element 3 extends substantially parallel to a longitudinal direction of the panel D, which direction is moreover parallel to the longitudinal direction of the retaining element K. Furthermore, the locking coupling element 3 extends at a certain distance from the panel D out. As a result, the coupling element 3 can simply serve as a handle, which can easily be engaged by a user to simultaneously move the latches 1 to a desired position.

99

Tijdens gebruik wordt het paneel D eenvoudig aan het vasthoudelement K vergrendeld, door de grendels 1 naar de respectieve vergrendelingsstand te bewegen, langs het denkbeeldige vlak V, door middel van bediening van het koppélingselement 3. Daardoor worden de 5 vergrendelingsnokken 4 in vergrendelings-uitsparingen 5 gebracht, zodat een stevige koppeling tussen het paneel D en het vasthoudelement K wordt verkregen. Door de paddestoelvorm van de vergrendelingsnokken 4 wordt ongewenste manipulatie van die nokken 4, na vergrendeling, tegengegaan. De vergrendeling van het paneel D kan worden geborgd door ten minste één 10 van de sloten 8 te sluiten, waardoor de respectieve grendel-zwenkarm 7 stevig aan de slotbehuizing 9 en de daaraan verbonden koppelstang 3 worden vastgekoppeld. Wanneer slechts één van de sloten 8 is gesloten, worden beide grendels 1 reeds in de vergrendelingsstand geborgd door de onderlinge koppeling via de koppelstang 3. Bij voorkeur worden beide sloten 15 8 gesloten, zoals in fig. 2 is weergegeven, om een zeer stevige borging te verkrijgen, welke borging niet gemakkelijk zonder bijbehorende sleutels 14 is te verbreken.During use, the panel D is simply locked to the retaining element K by moving the latches 1 to the respective locking position, along the imaginary plane V, by operating the coupling element 3. As a result, the locking cams 4 become locking recesses 5 so that a firm coupling between the panel D and the retaining element K is obtained. Due to the mushroom shape of the locking cams 4, undesired manipulation of said cams 4 after locking is prevented. The locking of the panel D can be secured by closing at least one of the locks 8, whereby the respective locking pivoting arm 7 is securely coupled to the lock housing 9 and the connecting rod 3 connected thereto. When only one of the locks 8 is closed, both latches 1 are already locked in the locking position by the mutual coupling via the coupling rod 3. Preferably, both locks 8 are closed, as shown in Fig. 2, for a very strong locking obtainable, which guarantee cannot easily be broken without associated keys 14.

Het paneel D kan eenvoudig van het vasthoudelement K worden losgekoppeld, door de sloten 8 eerst met de bijbehorende sleutels 14 te 20 openen om de genoemde borging te verbreken. Vervolgens kunnen de grendel-armen 7 eenvoudig naar de in fig. 7 en 8 weergegeven vrijgeefstand worden bewogen, eveneens langs het denkbeeldige vlak V, zodat de grendelnokken 4 door de aangrijpplaten 2 worden losgelaten. Vervolgens kan het paneel D van het vasthoudelement K worden afbewogen.The panel D can simply be disconnected from the retaining element K by first opening the locks 8 with the associated keys 14 to break the said locking. Subsequently, the locking arms 7 can simply be moved to the release position shown in Figs. 7 and 8, also along the imaginary plane V, so that the locking cams 4 are released by the engaging plates 2. The panel D can then be moved away from the retaining element K.

25 In de figuren 1-8 werken de grendels 1 telkens met de bovenste van de grendeluitsparingen 5 van de aangrijpplaten 5 samen. Derhalve dienen de grendel-armen 7 ten behoeve van ontgrendeling telkens -althans in de figuur- omhoog te worden bewogen. Door de grendels 1 en/of aangrijpplaten 2 op een andere positie ten opzichte van elkaar te monteren, kunnen juist de 30 tegenoverliggende onderste grendeluitsparingen 5 van die platen 2 worden I 10 I gebruikt voor de vergrendeling van het paneel D. Door de symmetrische I uitvoering van de aangrijpplaten 2, welke elk aan twee tegenoverliggende zijden zijn voorzien van vergrendelingsuitsparingen 5, kunnen deze platen in diverse posities worden gemonteerd, bijvoorbeeld aan een rechter en 5 linker zijde van een kozijn K of paneel D. De vergrendelingsinrichting 1, 3 is I dan ook in verschillende opbouwposities bruikbaar in combinatie met deze I aangrijpmiddelen 2.In Figures 1-8, the latches 1 in each case cooperate with the upper of the latching recesses 5 of the engagement plates 5. Therefore, for the purpose of unlocking, the locking arms 7 must always be moved upwards - at least in the figure. By mounting the latches 1 and / or engagement plates 2 at a different position relative to each other, precisely the opposite lower locking recesses 5 of said plates 2 can be used for locking the panel D. Due to the symmetrical embodiment of the engagement plates 2, which are each provided with locking recesses 5 on two opposite sides, these plates can be mounted in various positions, for instance on a right and left side of a frame K or panel D. The locking device 1, 3 is then also usable in various mounting positions in combination with these engagement means 2.

I Ten behoeve van een stevige vergrendeling is het voordelig, I wanneer, bij montage van het samenstel 1, 2, de vergrendelingsinrichting 1For a secure locking, it is advantageous if, when mounting the assembly 1, 2, the locking device 1

I 10 en de aangrijpmiddelen 2 zodanig ten opzichte van elkaar op het paneel DAnd the engaging means 2 relative to each other on the panel D

I en het vasthoudelement K worden gemonteerd, dat tijdens gebruik een I bepaalde drempelkracht dient te worden overbrugd is om de grendels 1 naar I de genoemde vergrendelingsstand te bewegen, bijvoorbeeld een kracht om I de nokken 4 langs een dood punt in de uitparingen 5 te bewegen. Deze 15 drempelkracht kan daarnaast bijvoorbeeld worden geleverd door niet weergegeven veermiddelen, welke bijvoorbeeld tussen het paneel D en het vasthoudelement K, tussen de vergrendelingsnokken 4 en respectieve I uitsparingen 5 en/of elders kunnen zijn aangebracht. Dergelijke I veermiddelen kunnen bijvoorbeeld elastisch materiaal omvatten. Daarnaast I 20 kan de drempelkracht bijvoorbeeld worden geleverd door de I vergrendelingsnok 4 en een vergrendelingsuitsparing 5 zodanig uit te I voeren, dat deze enigszins klemmend en/of klikkend in elkaar passen.I and the retaining element K are mounted, that during use a certain threshold force is to be bridged to move the latches 1 to the said locking position, for example a force to move the cams 4 past a dead point in the recesses 5 . In addition, this threshold force can be supplied, for example, by spring means (not shown), which can for instance be arranged between the panel D and the retaining element K, between the locking cams 4 and respective recesses 5 and / or elsewhere. Such spring means can for instance comprise elastic material. In addition, the threshold force can be supplied, for example, by designing the locking cam 4 and a locking recess 5 such that they fit into each other in a somewhat clamping and / or clicking manner.

I Figuren 10 en 11 tonen een deel van een tweede I uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, voorzien van een alternatief I 25 uitgevoerde aangrijpplaat 102. Bij deze aangrijpplaat 102 zijn de I vergrendelings-uitsparingen 105 in een middendeel van de aangrijpplaat 102 aangebracht. De aangrijpplaat 102 is hiertoe voorzien van een centraleFigures 10 and 11 show a part of a second exemplary embodiment of the invention, provided with an alternative engagement plate 102. At this engagement plate 102 the locking recesses 105 are arranged in a central part of the engagement plate 102. The engagement plate 102 is provided for this purpose with a central unit

I sleuf 106 die vanaf een plaatachterzijde 107, welke zijde naar het paneel DThe slot 106 extends from a plate rear side 107, which side to the panel D

I is toegekeerd bij een gesloten paneelstand, toegankelijk is voor een I 30 vergrendelinsgnok 4 van een grendel 1. De sleuf 106 strekt zich haaks op de 11 j genoemde plaatachterzijde 107 uit. In een binnendeel van de plaat 102 mondt de sleuf 106 uit, althans vertakt zich, in twee tegenoverliggende vergrendelings-uitsparingen 105. Nabij de plaatachterzijde 107 is de sleuf 106 bovendien voorzien van twee tegenoverliggende kierstand-uitsparingen 5 115. Voordeel van deze aangrijpplaat 102 is, dat de genoemde uitsparingen 105, 115 -na montage- in hoofdzaak door de plaat 102 van een omgeving worden afgeschermd, gezien in een langsvlak van de aangrijpplaat 102. Daardoor kan ongeoorloofde manipulatie van een zich in die uitsparingen 105, 115 bevindende vergrendelingsnok goed worden voorkomen.I is facing a closed panel position, is accessible to a locking catch 4 of a latch 1. The slot 106 extends perpendicular to the plate rear 107 mentioned above. In an inner part of the plate 102, the slot 106 debouches, or at least branches, into two opposite locking recesses 105. In addition to the plate rear side 107, the slot 106 is furthermore provided with two opposite aperture recesses 115. Advantage of this engagement plate 102 is that said recesses 105, 115 - after assembly - are substantially shielded by an plate from an environment, seen in a longitudinal plane of the engagement plate 102. As a result, unauthorized manipulation of a locking cam located in said recesses 105, 115 can be properly appearance.

10 Figuren 12 en 13 tonen een deel van een derde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, voorzien van een alternatief uitgevoerde grendel 201 die zwenkbaar, om een as 206, tussen de weergegeven vergrendelinsgsstand en een niet weergegeven vrijgeefstand aan een bevestigingsplaat 211 is gekoppeld. De grendel 201 is zowel in 15 genoemde vergrendelingsstand als vrijgeefstand borghaar. Door de grendel 201 in de vrijgeefstand te borgen wordt vermeden, dat de grendel 201 per ongeluk naar de vergrendelingsstand beweegt, bijvoorbeeld vanzelf of door kinderbediening, zonder dat de grendel 201 vervolgens in die vergrendelingsstand wordt geborgd. Ten behoeve van het in twee standen 20 borgen van de grendel 201 is de respectieve zwenkarm 207 voorzien van twee borggaten 216 waarin een borgpen van het respectieve slot 208 schuifbaar is.Figures 12 and 13 show a part of a third exemplary embodiment of the invention, provided with an alternative designed latch 201 which is pivotally coupled to a mounting plate 211 between an illustrated locking position and a release position (not shown). The latch 201 is locked in both said locking position and release position. By locking the latch 201 in the release position, it is prevented that the latch 201 accidentally moves to the latching position, for example by itself or by child operation, without the latch 201 subsequently being locked in that latching position. For the purpose of securing the latch 201 in two positions 20, the respective pivotal arm 207 is provided with two locking holes 216 in which a locking pin of the respective lock 208 can be slid.

Bij het derde uitvoeringsvoorbeeld is de slotbehuizing 209 van een cilindrische uitsparing 220 voorzien om een uiteinde van genoemd 25 koppelingselement 3 te ontvangen. De slotbehuizing 209 omvat bovendien een zich naar die cilindrische uitsparing 220 toe uitstrekkend schroefgat 221 om een niet weergegeven verstelschroef te ontvangen. Met deze verstelschroef kan het koppelingselement 3 in een gewenste stand losmaakbaar aan de slotbehuizing worden vastgekoppeld. Verder kan het 30 koppelingselement 3 tijdens montage bijvoorbeeld op lengte worden : .; 9 -f I 12 Η gemaakt, om vervolgens in de slotbehuizing 209 te worden geschoven en I daaraan te worden vastgekoppeld.In the third exemplary embodiment, the lock housing 209 is provided with a cylindrical recess 220 for receiving an end of said coupling element 3. The lock housing 209 furthermore comprises a screw hole 221 extending towards said cylindrical recess 220 to receive an adjusting screw (not shown). With this adjusting screw, the coupling element 3 can be releasably coupled to the lock housing in a desired position. Furthermore, the coupling element 3 can be lengthened during assembly, for example: 9 -f I 12 Η, to then be slid into the lock housing 209 and attached to it.

Het derde uitvoeringsvoorbeeld omvat bovendien een aangrijpplaat 202, welke slechts aan één zijkant van een vergrendelings-uitsparing 205 en 5 een daarnaast gelegen kierstand-uitsparing 215 is voorzien.The third exemplary embodiment furthermore comprises an engagement plate 202, which is provided on one side only with a locking recess 205 and an adjacent gap position recess 215.

In bovenbeschreven uitvoeringsvoorbeelden is elke aangrijpplaat 2, I 102, 202 symmetrisch uitgevoerd opdat de plaat in verschillende standen I bruikbaar is voor samenwerking met de respectieve grendel. Fig. 14 toont I een andere alternatieve aangrijpplaat 302, welke niet een dergelijke 10 symmetrie bezit, in het bijzonder doordat deze plaat 302 slechts één I vergrendelings-uitsparing 305 en een daarnaast aangebrachte kierstand- uitsparing 315 bevat, welke uitsparingen 305, 315 via een sleuf 306 I bereikbaar zijn. Deze alternatieve aangrijplaat 302 is relatief compact en I eenvoudig uitvoerbaar. Op basis van deze aangrijplaat 302 zijn bijvoorbeeld 15 verdere varianten van aangrijpplaten mogelijk, welke varianten in andere I standen bruikbaar zijn. Een dergelijke variant kan bijvoorbeeld een over een in fig. 14 weergegeven plaatachterzijde 307 en/of plaatbovenzijde 308 I gespiegelde aangrijpplaat omvatten.In the exemplary embodiments described above, each engagement plate 2, 102, 202 is designed symmetrically so that the plate can be used in different positions for cooperation with the respective latch. FIG. 14 shows another alternative engagement plate 302, which does not have such symmetry, in particular because this plate 302 contains only one locking recess 305 and an adjacent aperture recess 315, which recesses 305, 315 via a slot 306 I can be reached. This alternative engagement plate 302 is relatively compact and easy to implement. Based on this engagement plate 302, for example, further variants of engagement plates are possible, which variants can be used in other positions. Such a variant may, for example, comprise an engagement plate mirrored over a plate rear side 307 and / or plate top side 308.

I Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet is beperkt tot de I 20 beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Diverse wijzigingen zijn mogelijk I binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende I conclusies.It goes without saying that the invention is not limited to the exemplary embodiments described. Various modifications are possible within the scope of the invention as set forth in the following claims.

I De grendel-aangrijpmiddelen 2 kunnen op diverse manieren zijn I uitgevoerd. Deze aangrijpmiddelen 2 kunnen bijvoorbeeld op en/of in het I 25 vasthoudelement K aangebrachte onderdelen omvatten. Daarnaast kunnen I de aangrijpmiddelen bijvoorbeeld een integraal deel van het genoemdeThe locking engagement means 2 can be designed in various ways. These engaging means 2 can for instance comprise parts arranged on and / or in the holding element K. In addition, the engaging means can, for example, be an integral part of the aforementioned

I vasthoudelement K omvatten, bijvoorbeeld een in dat element KI include a retaining element K, for example one in that element K

I aangebrachte uitsparing.I cut-out.

I De vergrendelingsinrichting 1 en de aangrijpmiddelen 2 kunnen 30 bovendien op diverse posities op het paneel D en het vasthoudelement K zijn 13 aangebracht. De posities zijn bij voorkeur zodanig, dat het paneel D in een nauw op het vasthoudelement K aansluitende stand aan dat element K wordt vergrendeld.The locking device 1 and the engaging means 2 can moreover be arranged on the panel D and the retaining element K at various positions. The positions are preferably such that the panel D is locked to said element K in a position closely connected to the retaining element K.

Het vasthoudelement K kan bijvoorbeeld een kozijn of kozijndeel 5 omvatten. Daarnaast kan het vasthoudelement K bijvoorbeeld een ander element, in het bijzonder een paneel zoals een deur en/of raam, omvatten.The retaining element K can for instance comprise a frame or frame part 5. In addition, the retaining element K can for instance comprise another element, in particular a panel such as a door and / or window.

Zo kan de door de uitvinding verschafte vergrendelingsinrichting bijvoorbeeld dienen om twee langs elkaar opgestelde schuiframen D aan elkaar te vergrendelen.For example, the locking device provided by the invention can serve to lock two sliding windows D arranged alongside each other to each other.

10 Het paneel D kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld zwenkbaar, transleerbaar, verrijdbaar, schuifbaar en/of anderszins beweegbaar aan een omgeving zijn gekoppeld. Het paneel D kan bovendien van verschillende materialen zijn vervaardigd, bijvoorbeeld hout, glas, kunststof, metaal of een combinatie van dergelijke of andere 15 materialen.The panel D can be designed in various ways and for instance pivotally coupled to an environment for pivoting, translatable, mobile, slidable and / or otherwise movable. The panel D can moreover be made of different materials, for example wood, glass, plastic, metal or a combination of such or other materials.

Verder kan elke grendel 1 op verschillende manieren tussen de vergrendelingsstand en vrijgeefstand beweegbaar zijn. De grendel 1 kan bijvoorbeeld geheel of gedeeltelijk scharnierbaar, zwenkbaar, transleerbaar of dergelijke zijn uitgevoerd. De vergrendelingsinrichting kan bovendien 20 meer dan twee grendels 1 omvatten.Furthermore, each latch 1 can be movable in different ways between the locking position and the release position. The latch 1 can, for example, be designed to be wholly or partly hinged, pivotable, translatable or the like. The locking device can moreover comprise more than two latches 1.

Voorts kan het genoemde koppelingselement 3 zich op verschillende posities bevinden, afhankelijk van de posities van de grendels 1.Furthermore, said coupling element 3 can be located at different positions, depending on the positions of the latches 1.

Naast handmatige bediening kan het koppelingselement 3 tevens 25 bijvoorbeeld door een elektrische, pneumatische en/of hydraulisch aandrijving of dergelijke worden bewogen om de grendels 1 naar een gewenste stand te brengen.In addition to manual operation, the coupling element 3 can also be moved, for example, by an electric, pneumatic and / or hydraulic drive or the like to bring the latches 1 to a desired position.

Bovendien kan de ten minste ene grendel 1 Van de vergrendelingsinrichting bijvoorbeeld los worden geleverd, waarbij de 30 grendel 1 tijdens montage aan elkaar worden gekoppeld door middel van a Λ O o o 4 I 14 I een koppelingselement 3. De vergrendelingsinrichting kan bijvoorbeeld op I een reeds aan een kozijn gekoppeld paneel D worden bevestigd.Moreover, the at least one latch 1 of the locking device can for instance be supplied separately, wherein the latch 1 is coupled to each other during assembly by means of a coupling element 3. For example, the locking device can be mounted on I panel D coupled to a frame.

Claims

Assembly of a movable panel and a retaining element, which assembly is provided with a locking device comprising at least one latch (1) arranged on a surface of the panel, which latch (1) is movable between a panel locking position and panel release position panel (D) to be releasably locked to the retaining element (K), at least in a position of the panel (D) moved towards the retaining element (K), characterized in that the at least one latch (1) locking the panel (D) - is substantially only movable along an imaginary plane (V), which plane (V) is on the one hand substantially parallel to the retaining element (K) and on the other hand extends substantially perpendicular to said panel surface .

2. Assembly as claimed in claim 1, wherein the retaining element (K) is provided with latch-engaging means (2) which are adapted to cooperate with the at least one latch (1) for locking the panel (D).

3. Assembly as claimed in claim 2, wherein the locking engaging means (2) are arranged on a surface (W) of said retaining element (K), wherein said surface (W) is substantially parallel to said imaginary surface (V) , at least with the panel (D) closed.

4. Assembly as claimed in at least claim 2, wherein the at least one latch (1) and the engaging means (2) are arranged to be mutually connected by means of at least one locking cam (4) and at least one locking recess (5). cooperate for the purpose of locking the panel. i η o o λ a j

Assembly according to claim 4, wherein each locking cam (4) comprises a substantially cylindrical part.

Assembly according to at least claim 4, wherein each locking cam (4) comprises a mushroom-shaped part.

An assembly according to at least claim 4, wherein the at least one latch (1) comprises said at least one cam (4), the engaging means (2) comprising said at least one locking recess I (5).

Assembly according to at least claim 4, wherein the engaging means (2) are provided with different recesses (5, 15) for receiving the cam (4) of the at least one latch (1).

Assembly according to at least claim 4, wherein the engagement means (2) are block-shaped, in particular plate-shaped, I-shaped. I 15

An assembly according to at least claims 7 and 9, wherein said locking recess (5) extends in at least one side of each engaging means (2).

11. Assembly as claimed in at least claims 7 and 9, wherein each engaging means (2) is provided with a slot (106) extending from a side inwards, which slot is located in said at least one locking recess (105) , 115) branched.

Assembly according to at least claim 2, wherein the latch engaging means (2) are each mirror-symmetrical.

13. Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein each latch (1) comprises a pivoting arm (7) pivotable about a pivot axis (6).

Assembly as claimed in at least claim 1, wherein each latch (1) comprises a latch part translatable between the locking position and the release position. »Η

Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the at least one latch is provided with a lock (8) for locking the latch (1) in the respective locking position.

An assembly according to claim 15, wherein the respective lock (8) is provided with a movable locking pin (10) to block the latch (1).

17. Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the locking device is provided with at least two latches (1) which are coupled to each other by a coupling element (3), such that the latches (1) simultaneously between said locking and releasing position be movable.

An assembly according to claim 17, wherein the coupling element (3) extends substantially parallel to the retaining element (K).

Assembly according to at least claim 2, wherein the locking device (1) and the engaging means (2) are mounted relative to each other on the panel (D) and the retaining element (K) such that a certain threshold force must be used during use. be bridged to move the at least one latch (1) to said locking position.

20. Engaging means (2), apparently intended for an assembly 20 according to claim 2.

A locking device, apparently intended for a assembly according to any one of claims 1-19.

A locking device according to claim 21, adapted to be mounted as a surface-mounted closure on said panel (D) and / or on said retaining element 25 (K).

A panel provided with a locking device according to claim 21.

The panel of claim 23, wherein the panel is pivotally arranged. 30 1023221