NL1023178C2 - Als speeltoestel uitgevoerde winkelwagen. - Google Patents

Description

' » l

Titel: Als speeltoestel uitgevoerde winkelwagen.

De uitvinding heeft betrekking op een als speeltoestel uitgevoerde winkelwagen.

Om kinderen tijdens het winkelen zoet te houden is reeds voorgesteld om te voorzien in een als speeltoestel uitgevoerde winkelwagen 5 met het uiterlijk van een auto. Deze als speeltoestel uitgevoerde winkelwagens worden door Wanzl Metallwarenfabrik GmbH te Leipheim, Duitsland, onder de naam "Fun car" op de markt gebracht. De "Fun car" omvat een van zwenkwielen voorzien frame dat nabij een achterzijde is voorzien van een winkelkorf en een duwstang en dat voorts is voorzien van 10 een voor de winkelkorf op het frame gefixeerde cabine met een kinderzitje en een placebo-stuur.

Door de winkelwagen op deze wijze uit te voeren als speeltoestel wordt bereikt dat de winkelwagen een voor kinderen aantrekkelijk uiterlijk heeft, terwijl voorts tijdens het winkelen aan een kind de indruk kan 15 worden gegeven dat het de winkelwagen bestuurt.

Nadelig aan de bekende als speeltoestel uitgevoerde winkelwagen is dat deze, wanneer hij niet in gebruik is, relatief veel ruimte inneemt. Daarnaast is de winkelkorf vergeleken met een gebruikelijke winkelwagen relatief klein. Voorts is de bekende als speeltoestel uitgevoerde winkelwagen 20 relatief duur en kan het uiterlijk van de winkelwagen niet gemakkelijk worden veranderd.

De uitvinding beoogt een als speeltoestel uitgevoerde winkelwagen waarmee met behoud van genoemde voordelen, genoemde nadelen kunnen worden vermeden. Daartoe voorziet de uitvinding in een speeltoestel, 25 omvattende een nestbare winkelwagen met een door een van zwenkwielen voorzien frame gesteunde winkelkorf, welke winkelwagen is voorzien van een nabij de voorzijde, aan de binnenzijde van de winkelkorf opgesteld, losneembaar met de winkelkorf verbonden kinderzitje en een nabij de * (λ η ή o I voorzijde aan de buitenzijde van de korf, losneembaar met de korf verbonden decoratieschild.

Door de winkelkorf van een conventionele winkelwagen nabij de neus te voorzien van een losneembaar kinderzitje aan de binnenzijde van de I 5 winkelkorf en een losneembaar decoratieschild aan de buitenzijde van de I korf, kan een reeds in de winkel aanwezige winkelwagen als speeltoestel I worden uitgevoerd. Met het decoratieschild kan om de neus van de I winkelwagen een speelomgeving worden gerealiseerd, bijvoorbeeld een I scooter, een olifant of een vliegtuig door het decoratieschild de vorm en het I 10 uiterlijk te geven van respectievelijk het voorste deel van een scooter, de kop I van een olifant of de neus van een vliegtuig. De winkelwagen kan, wanneer I het zitje en het decoratieschild zijn losgenomen, op gebruikelijke wijze in een rij met andere kinderwagens genest worden opgeborgen, zodat deze I weinig ruimte inneemt. Het kinderzitje en het decoratieschild kunnen los I 15 van de winkelwagen worden opgeborgen, bijvoorbeeld in een wandrek. Door I gebruik te maken van een conventionele winkelwagen, hoeft niet te worden geïnvesteerd in een speciale winkelwagen en kan voorts de ruime korf van I een dergelijke wagen worden gebruikt.

I Het kinderzitje en het decoratieschild kunnen elk afzonderlijk aan I 20 de korf zijn bevestigd zodat één type kinderzitje kan worden gecombineerd I met verschillende decoratieschilden waarop telkens andere thema's tot I uitdrukking zijn gebracht. Een dergelijke opbouw uit losse onderdelen kan I als voordeel hebben dat losse onderdelen licht van gewicht en gemakkelijk I hanteerbaar kunnen zijn.

I 25 Het kinderzitje en het decoratieschild kunnen ook vast of door I middel van een snelkoppeling losneembaar met elkaar zijn verbonden. Dit I kan het voordeel hebben van een snelle plaatsing van het samenstel van I kinderzitje en decoratieschild op de korf van de winkelwagen.

Door het kinderzitje nabij de voorzijde binnen de winkelkorf te I 30 plaatsen, kan de neus van de korf als bescherming dienen voor het kind.

« 3

Op voordelige wijze is het kinderzitje en/of het decoratieschild voorzien van tenminste een overhangbeugel met twee via een verbindingsdeel verbonden benen die een gleuf definiëren voor het daarin opnemen van de wand van de korf van de winkelwagen, zodat het 5 kinderzitje en/of het decoratieschild in een in hoofdzaak neerwaartse beweging met de benen aan weerszijden aan de wand van de korf, over de rand van de korf kan worden gehangen. Bij voorkeur steunt de rand van de korf daarbij op het verbindingsdeel tussen de benen. Opgemerkt wordt, dat althans een der benen van de overhangbeugel kan zijn geïntegreerd met het 10 kinderzitje en/of het decoratieschild.

Bij voorkeur is het zitje voorzien van een of meer overhangbeugels waarmee tijdens gebruik tenminste twee steunpunten worden gevormd waarmee het zitje op of nabij de voorzijde van de korf afsteunt op de rand van de korf, terwijl het zitje is voorzien van tenminste één aanslag voor het 15 tijdens gebruik door samenwerking met de wand en/of de bodem van de korf vormen van een verder steunpunt voor het bepalen van een vaste afstand van het zitje tot de voorzijde van de korf.

Het moge duidelijk zijn dat het tevens mogelijk is om, wanneer het kinderzitje en het decoratieschild tijdens gebruik één geheel vormen, 20 bovengenoemde overhangbeugel op het decoratieschild aan te brengen.

Het zitje is bij voorkeur voorzien van een in hoofdzaak vormvaste zitting. Het moge echter duidelijk zijn dat het zitje ook kan zijn uitgevoerd met een zitting uit veerkrachtig of uit flexibel materiaal, bijvoorbeeld bij een zitje dat is samengesteld uit draagbanden die kunnen worden 25 samengevouwen in plaats van te worden opgeklapt.

Bij voorkeur is de zitting van het zitje zwevend ten opzichte van de bodem van de korf opgesteld, zodat tussen de zitting en de bodem ruimte vrij blijft voor boodschappen. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door het zitje halverwege de hoogte van de wand van de korf, dat wil zeggen Λ n 'i r, , v : .

( 4 halverwege tussen de bodem en de rand van de korf, aan het binnenste been van de overhangbeugel te bevestigen.

Op voordelige wijze is de zitting van het zitje opklapbaar, zodat, wanneer het zitje niet wordt gebruikt, vrijwel de gehele binnenruimte van 5 de korf beschikbaar kan worden gemaakt voor boodschappen. Dit kan op elegante wijze worden bereikt door een voorzijde van de zitting met behulp van een scharnier om een liggende scharnieras zwenkbaar aan het binnenste been van de beugel te bevestigen. Vanuit een uitgeklapte stand van het zitje, waarin de zitting zich in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem 10 liggend uitstrekt, kan dan de achterrand van het zitje bovenwaarts worden gezwenkt zodat het zitje in een op geklapte stand kan worden gebracht waarin de zitting zich in hoofdzaak staand, evenwijdig aan de voorzijde van de korf en het been van de binnenste beugel uitstrekt. Bij voorkeur is het scharnier voorzien van een aanslag die verzwenking vanuit de ingeklapte 15 stand begrensd tot aan de uitgeklapte stand.

Het zitje is voorts bij voorkeur voorzien van een in hoofdzaak vormvaste rugleuning. Het moge echter duidelijk zijn dat de rugleuning ook kan zijn uitgevoerd met een rugleuning uit veerkrachtig of uit flexibel materiaal.

20 Bij voorkeur is het zitje, de overgangbeugel of het decoratieschild voorzien van een placebo-stuur. Het placebo-stuur omvat ten minste één handgreep en kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een joystick, als een stuurwiel of als een van twee handgrepen voorziene stuurstang. Wanneer het placebo-stuur is geïntegreerd in het decoratieschild kunnen bijvoorbeeld 25 twee handgrepen worden voorzien op plaatsen die corresponderen met het thema van het decoratieschild, bijvoorbeeld op de oren van een olifant. Onder een placebo-stuur dient in deze context te worden verstaan een van tenminste een handgreep voorzien aangrijporgaan waarmee voor een kind een stuurinrichting kan worden gesimuleerd die de besturing van de 30 winkelwagen niet of niet wezenlijk beïnvloedt.

5

Onder een nestbare winkelwagen dient binnen deze context te worden verstaan een door een van wielen voorzien frame gesteunde winkelkorf, waarbij het frame en de winkelkorf een aan een achterzijde van de winkelwagen toegankelijke, zich vanaf de achterzijde in de richting van 5 de voorzijde vernauwende nestingsruimte definiëren waarin een soortgelijke winkelwagen kan worden ingestoken.

De winkelkorf en het frame volgen bij voorkeur de contour van de nestingsruimte en zijn bij voorkeur dunwandig, zodat de winkelwagen zelf ook in de nestingsruimte van een gelijke winkelwagen kan worden 10 op genomen.

Het decoratieschild is bij voorkeur dunwandig en dekt tijdens gebruik althans een deel van de voorzijde van de korf van de winkelwagen af. Bij voorkeur strekt het schild zich tijdens gebruik eveneens uit langs de nabij de voorzijde gelegen delen van de zijkanten van de korf om op meer 15 realistische wijze een thema tot uitdrukking te kunnen brengen. Het schild is daartoe op elegante wijze voorzien van een voorvlak dat tijdens gebruik althans een deel van de voorzijde van de korf afdekt en van twee vanaf het voorvlak weglopende zijranden. Voorts kan hierdoor een bumper worden gerealiseerd waarmee een in het kinderzitje opgenomen kind van de 20 omgeving kan worden afgeschermd. Op soortgelijke wijze strekt het schild zich bij voorkeur uit tot voorbij de bovenrand van de korf en/of tot voorbij de bodem van de korf. Het decoratieschild omvat bij voorkeur een of meer dunwandige platen, bij voorkeur uit kunststofmateriaal. Op voordelige wijze omvat het decoratieschild een reliëfplaat. Het decoratieschild is voorzien 25 van een decoratie, waarmee een voor een kind aantrekkelijk uiterlijk aan de winkelwagen kan worden gegeven. Een voorbeeld van een dergelijke decoratie is, zoals reeds toe gelicht, een voorste deel van een scooter, de kop van een olifant of de neus van een vliegtuig. Met behulp van het decoratieschild kan aan de neus van een winkelwagen een thema tot 4 Λ Λ Λ 4 "i λ » 6 uitdrukking worden gebracht, waardoor de winkelwagen samen met het kinderzitje tot een speeltoestel wordt gevormd.

Zoals reeds besproken kan het decoratieschild zijn voorzien van overhanghaken voor samenwerking met de wand van de korf en/of 5 koppelmiddelen voor het aan het decoratieschild koppelen van een kinderzitje. Voorts kan het decoratieschild zijn voorzien van handvatten voor het hanteren van het decoratieschild. Bij voorkeur zijn dergelijke handvatten uitgevoerd als grijpopeningen die, wanneer het decoratieschild aan de korf van de winkelwagen is aangebracht, juist boven de rand van de 10 korf zijn gelegen, in het bijzonder juist boven de nabij de voorzijde gelegen delen van de zijwanden van de korf. Het decoratieschild kan voorts worden voorzien van een steun die tijdens gebruik samenwerkt met het frame van de winkelwagen en/of een venster dat al of niet van een ruit is voorzien.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het 15 als speeltoestel uitvoeren van een winkelwagen, alsmede op een kinderzitje voor een winkelwagen, een decoratieschild voor een winkelwagen en op een samenstel van een kinderzitje en een decoratieschild.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. In de tekeningen 20 toont: fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een speeltoestel overeenkomstig de uitvinding met een als scooter uitgevoerd decoratieschild; fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van een speeltoestel 25 overeenkomstig de uitvinding met een als olifant uitgevoerd decoratieschild; fig. 3 een schematisch perspectivisch zij-aanzicht van een viertal geneste winkelwagens en een wandrek waarin drie samenstellen kinderzitjes en decoratieschilden zijn opgehangen; 7 fig. 4 een schematische langsdoorsnede in zij-aanzicht van een winkelwagen van fig. 3 die met behulp van het samenstel van fig. 3 als speeltoestel wordt uitgerust.

De figuren zijn slechts schematische weergaven van de uitvinding 5 en worden uitsluitend gegeven bij wijze van niet-limiterend uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een conventionele winkelwagen 1 die is voorzien van een winkelkorf 2. De winkelkorf 2 omvat een voorwand 3, een achterwand 4 en twee zijwanden 5, 6, die elk uitlopen op bovenranden 8, 15 die in een plat 10 vlak liggen. Voorts is de korf 2 bevestigd op een verrijdbaar frame 18, dat is voorzien van een duwbeugel 7 die zich nabij de achterwand 4 van de korf 2 uitstrekt langs de bovenrand 8 van de achterwand 4. Aan de voorwand 3 is een zwenkbare haak 16 bevestigd, waaraan de gebruiker van de winkelwagen 1 buiten de korf 2 een boodschappentas kan hangen. Met 15 behulp van de hierna beschreven modulaire hulpmiddelen wordt de winkelwagen 1 uitgevoerd als speeltoestel voor jonge kinderen. Dergelijke winkelwagens 1 kunnen worden ingezet in bijvoorbeeld supermarkten, wooncentra, tuincentra en doe-het-zelf winkels.

Aan de winkelwagen 1 is losneembaar een decoratieschild 20 bevestigd. Het decoratieschild schermt althans een deel van de voorwand 3 af, en daarmee ook deels een kind dat in het hierna beschreven kinderzitje plaatsneemt. Voorts heeft het decoratieschild een decoratieve functie om de fantasie van het kind te prikkelen. Het decoratieschild kan als een integraal gevormd element zijn uitgevoerd of met behulp van modules, zoals in de hier 25 beschreven uitvoeringsvorm.

Aan de voorwand 3 is een basiselement 10 losneembaar bevestigd middels een hierna te bespreken U-vormige overhangbeugel. Het basiselement 10 omvat een montageplaat 11 waarop een decoratief element is bevestigd voor het vormen van een decoratieschild 12. De montageplaat 30 11 strekt zich na bevestiging aan de winkelwagen 1 althans gedeeltelijk uit

j λ Λ O 1 “7 Q

8 langs de voorwand 3 van de winkelkorf 2. De montageplaat 11 vormt een eerste been van de overhangbeugel. Een tweede been, ook wel overhanghaak 13 genoemd, is middels een verbindingsdeel 14 aan de montageplaat 11 verbonden, en bevindt zich aan de binnenzijde van de korf 2, wanneer het 5 basiselement 10 aan de voorwand 3 is bevestigd. Montageplaat 11, verbindingsdeel 14 en overhanghaak 13 vormen de U-vormige overhangbeugel. De door de U-vormige overhangbeugel gedefinieerde gleuf neemt tijdens gebruik de voorwand 3 van de korf 2 op. Hierbij steunt het verbindingsdeel 14 af op de bovenrand 15 van de voorwand 3. Door de 10 montageplaat 11 naar boven te schuiven is deze gemakkelijk los te nemen van de winkelwagen 1. De montageplaat 11 is voorts voorzien van een gleufvormige uitsparing 17 die zich in hoofdzaak dwars op de bovenrand 15 van de voorwand 3 uitstrekt. De uitsparing 17 wordt tijdens het monteren van de montageplaat 11 over de zwenkbare haak 16 geschoven, zodat de 15 haak 16 niet in de U-vormige overhangbeugel wordt geklemd.

Het basiselement 10 omvat voorts twee zijdelen 19, 20 die althans een deel van de zijwanden 5, 6 van de korf 2 bedekken. De zijdelen 19, 20 zijn bevestigd aan de montageplaat 11 en voorkomen dat het basiselement 10 zijwaarts verschuift. De afmetingen van het basiselement 10 en de 20 zijdelen 19, 20 zijn zodanig, dat de winkelwagen 1 ook na montage van genoemde onderdelen 10, 19, 20 aan de voorzijde minder breed blijft dan bij de achterwand 4. Hiermee wordt bereikt dat de inzetbaarheid van de als speeltoestel uitgevoerde winkelwagen 1 nagenoeg niet wordt beperkt door grotere buitenafmetingen.

25 In een voorkeursuitvoering worden basiselement 10 en zijdelen 19, 20 integraal uit kunststof gevormd, bijvoorbeeld door middel van een rotatiegietproces. Bij gebruik van een geschikt kunststof materiaal, zoals bijvoorbeeld polyetheen, wordt een sterk, licht, goedkoop en kindvriendelijk basiselement 10 verkregen waarop gemakkelijk gewenste kleuren kunnen 30 worden aangebracht. Het basiselement 10 en de zijdelen 19 zijn bij voorkeur 9 uitgevoerd als dubbelwandige panelen die eventueel ter versteviging zijn op gevuld.

In een alternatieve uitvoeringsvorm zijn de zijdelen 19, 20 verstelbaar, zodat het basiselement 10 inzetbaar is voor winkelwagens 1 die 5 een verschillende breedte hebben bij de voorwand 3 van de korf 2. Hierbij zijn de zijdelen 19, 20 bevestigd in gleuven van het basiselement 10 die in hoofdzaak dwars zijn georiënteerd ten opzichte van het verbindingsdeel 14. Er zijn echter ook andere concepten mogelijk. Door het basiselement 10 uit te voeren in breedtes die corresponderen met de breedte van de voorwand 3 10 van de korf 2 kunnen de zijdelen 19, 20 met een eenvoudige bevestigingsconstructie worden aangebracht op de voorwand 3 zonder extra voorzieningen te treffen, zoals de bovengenoemde gleuven.

Op de montageplaat 11 is een decoratief element in de vorm van een scootermodel 9 bevestigd. Ook andere thema's zijn mogelijk. Zo is in een 15 andere uitvoeringsvorm, zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 2, het decoratieve element uitgevoerd in de vorm van een olifantenkop 21. Het materiaal waaruit het decoratieve element is opgebouwd voldoet bij voorkeur aan een aantal eisen met betrekking tot weerbestendigheid, milieu en kleurvastheid. Een dergelijk materiaal is bijvoorbeeld kunststof, zoals 20 polystyreen. Het decoratieve element is met behulp van klik- of schroefelementen 34 in daarmee corresponderende gaten 23 aan de montageplaat 11 bevestigd. In een voorkeursuitvoeringsvorm reikt een groter decoratief bevestigingsmiddel, zoals een schroef 35 in de vorm van een koplamp of een slagtand door de montageplaat 11 en de voorwand 3 van 25 de korf 2 tot in de overhanghaak 13 van de overhangbeugel. Hiermee wordt het basiselement 10 geborgd op de korf 2 en de kans op verschuiven van het basiselement 10 in opwaartse richting verkleind. Tevens wordt ongewenste buiging van de overhanghaak 13 in een richting van de voorwand 3 af, tegengegaan. Andere decoratieve elementen, zoals bijvoorbeeld 1 n 7 3 1 7 ft 10 richtingsaanwijzers 22, zijn op dezelfde wijze aan de zijdelen 19, 20 van het basiselement. 10 bevestigd.

Aan de overhanghaak 13 is een opklapbaar zitje 23 bevestigd, waarin een kind, bijvoorbeeld in de leeftijdscategorie 2 tot 5 jaar, kan 5 plaatsnemen. Het zitje is integraal gevormd en omvat een kuip 24, een veiligheidsriem 25 met kinderveilige sluiting en twee draagarmen 26. De bevestiging met de overhanghaak 13 is gerealiseerd met behulp van pennen 27 die door openingen 28 van de draagarmen 26 en openingen 29 van de overhanghaak 13 reiken, zodat scharnierbare klikverbindingen worden 10 gevormd. Er zijn openingen 29 op verschillende hoogte zijwaarts in de overhanghaak 13 aangebracht, zodat het zitje 23 in hoogte instelbaar is. Hiermee is aanpassing aan lengte en leeftijd van het kind mogelijk. Tijdens gebruik van het zitje 23 steunen de draagarmen 26 via aanslagen 32 af op de overhanghaak 13. Het is echter ook mogelijk een aanslag te realiseren 15 die samenwerkt met de bodem van de korf 2, zoals bijvoorbeeld een inklapbare steun, voor het vormen van een steunpunt, zodat een vaste afstand tussen het zitje en de voorwand 3 van de korf 2 wordt bepaald. Wanneer het zitje 23 niet wordt gebruikt, kan het naar boven worden geklap via een scharnierende beweging van de pennen 27 in de openingen 20 28 en 29, ten einde minder ruimte in de korf 2 in te nemen. In opgeklapte toestand wordt het zitje vastgezet door een uitstekende fixeernok 30 aan de bovenzijde van het tussendeel 14, die klemmend in een opening 31 aan de onderzijde van de kuip 24 reikt.

In een andere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding is het 25 zitje uitgevoerd met een opklapbare zitting 40, zoals getoond in figuren 3 en 4. In uitgeklapte toestand zweeft de zitting 40 in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem van de korf 2, terwijl in opgeklapte toestand de zitting 40 in hoofdzaak evenwijdig is aan de voorwand 3 van de korf 2. Bij voorkeur is een eveneens opklapbare rugleuning 41 aan de zitting bevestigd 40, zodat in 30 opgeklapte toestand zowel de zitting 40 als de rugleuning 41 in hoofdzaak 11 evenwijdig ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd. Wanneer het basiselement 10 inclusief de decoratieve elementen 22, 23 en de zitting 23 zijn losgenomen van de winkelwagen 1, kan het basiselement 10 relatief eenvoudig zonder veel ruimte in te nemen worden opgeborgen, bijvoorbeeld 5 door het basiselement 10 achter andere basiselementen 10 op een rek 42 te hangen, zoals figuur 3 toont. De winkelwagen 1 kan dan op de conventionele wijze in andere winkelwagens 1 worden genest.

Aan de bovenzijde van het tussendeel 14 is een placebostuur 33 bevestigd, dat eventueel zwenkbaar is uitgevoerd. Door het placebostuur 33 10 te verzwenken kan een kind, dat in het zitje 23 heeft plaatsgenomen, de sensatie hebben de winkelwagen 1 te besturen. Dit effect draagt in positieve zin bij aan het fantasie-effect van de als speeltoestel uitgevoerde winkelwagen 1. Bij voorkeur is de rotatie vrijheid van het placebostuur 33 beperkt tot hoeken die kleiner zijn dan 90° ten opzichte van de voorwand 3 15 van de korf 2. Met deze veiligheidsvoorziening wordt voorkomen dat het stuur 5, in een positie dwars op de voorwand 3 van de korf 2, verwondingen bij het kind veroorzaakt.

De uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Vele varianten zijn mogelijk, zoals bijvoorbeeld 20 decoratieve elementen 21 die zijn uitgevoerd als een clownmodel, of specifieke meisjes- en jongensmodellen. In een andere uitvoeringsvorm worden decoratieve elementen 21 gebruikt voor reclamethema's. Zo kunnen de decoratieve elementen 21 met behulp van multi-mediavoorzieningen, zoals displays, luidsprekers en datacommunicatiemiddelen, zijn voorbereid 25 voor multi-media toepassingen. Hierbij kunnen bijvoorbeeld visuele of auditieve reclameboodschappen naar de winkelwagen 1 worden verzonden, afhankelijk van de positie van de winkelwagen 1 in de winkel of het magazijn.

1 Π9 Q 1 7 O

I 12 I Dergelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden I geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding, zoals verwoord in de I hiernavolgende conclusies.

I 5

Claims (18)

1. Als speeltoestel uitgevoerde winkelwagen, omvattende een nestbare winkelwagen met een door een van zwenkwielen voorzien frame gesteunde winkelkorf, welke winkelwagen is voorzien van een nabij de voorzijde, aan de binnenzijde van de winkelkorf opgesteld, losneembaar met 5 de korf verbonden kinderzitje en een nabij de voorzijde aan de buitenzijde van de winkelkorf opgesteld, losneembaar aan de korf bevestigd decoratieschild.

2. Winkelwagen volgens conclusie 1, waarbij het kinderzitje en/of het decoratieschild is voorzien van tenminste een overhangbeugel met twee via 10 een verbindingsdeel verbonden benen die een gleuf definiëren voor het daarin opnemen van de wand van de korf van de winkelwagen.

3. Winkelwagen volgens conclusie 1 of 2, waarbij het kinderzitje is voorzien van een of meer overhangbeugels waarmee tijdens gebruik tenminste twee steunpunten worden gevormd waarmee het zitje op of nabij 15 de voorzijde van de korf afsteunt op de rand van de korf, terwijl het zitje is voorzien van tenminste één aanslag voor het tijdens gebruik door samenwerking met de wand en/of de bodem van de korf vormen van een verder steunpunt voor het bepalen van een vaste afstand van het zitje tot de voorzijde van de korf.

4. Winkelwagen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het zitje is voorzien van een zitting die verstelbaar is tussen een uitgeklapte stand waarin deze zich tijdens gebruik in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem van de korf, liggend uitstrekt en een opgeklapte stand waarin deze zich in hoofdzaak evenwijdig aan de voorzijde van de korf, staand uitstrekt.

5. Winkelwagen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het zitje, de decoratieplaat of een met het zitje of de decoratieplaat verbonden overhangbeugel is voorzien van een placebo-stuur. 1. o o i λ I 14

6. Winkelwagen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het decoratieschild een van een decoratie voorziene reliëfplaat omvat.

7. Winkelwagen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het I decoratieschild is voorzien van een voorvlak dat tijdens gebruik althans een I 5 deel van de voorzijde van de korf afdekt.

8. Winkelwagen volgens conclusie 7, waarbij het decoratieschild is I voorzien van twee ten opzichte van het voorvlak weglopende zijranden die I zich tijdens gebruik uitstrekken langs de nabij de voorzijde gelegen delen I van de zijkanten van de korf van de winkelwagen. I 10

9. Winkelwagen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het decoratieschild is voorzien van een steun die tijdens gebruik samenwerkt I met het frame van de winkelwagen.

10. Winkelwagen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het I decoratieschild is voorzien van een venster. I 15

11. Kinderzitje voor een winkelwagen volgens een der voorgaande I conclusies.

12. Kinderzitje volgens conclusie 11, omvattende een van tenminste I één overhangbeugel voorziene zitting, welke overhangbeugel twee via een I verbindingsdeel verbonden benen omvat die een gleuf definiëren voor het I 20 daarin opnemen van de wand van de korf van een winkelwagen.

13. Kinderzitje volgens conclusie 11 of 12, waarbij het zitje is voorzien van een zitting die verstelbaar is tussen een ingeklapte stand waarin de I zitting zich in hoofdzaak evenwijdig aan een der benen van de beugel uitstrekt en een uitgeklapte stand waarin de zitting zich in hoofdzaak dwars I 25 op genoemd been uitstrekt.

14. Decoratieschild voor een winkelwagen volgens een der voorgaande I conclusies.

15. Decoratieschild volgens conclusie 14, omvattende een van een I decoratie voorziene reliëfplaat, welke reliëfplaat is voorzien van tenminste 30 één overhangbeugel met twee via een verbindingsdeel verbonden benen die een gleuf definiëren voor het daarin opnemen van de wand van de korf van een winkelwagen.

16. Decoratieschild volgens conclusie 14 of 15, waarbij de reliëfplaat is voorzien van een voorvlak dat tijdens gebruik althans een deel van de 5 voorzijde van de korf van een winkelwagen afschermt en van twee zich ten opzichte van het voorvlak in hoofdzaak dwars uitstrekkende zijranden die zich tijdens gebruik uitstrekken langs de nabij de voorzijde gelegen delen van zijkanten van de korf van een winkelwagen.

17. Samenstel van een kinderzitje volgens tenminste een der 10 conclusies 11-13 en een decoratieschild volgens tenminste een der conclusies 14-16.

18. Werkwijze voor het als speeltoestel uitvoeren van een winkelwagen, waarbij een kinderzitje en/of een decoratieplaat in een in hoofdzaak neerwaartse beweging over de rand van de korf van een 15 winkelwagen worden gehangen en waarbij de rand van de korf van de winkelwagen wordt op genomen in een tussen twee via een verbindingsdeel verbonden benen van een met het kinderzitje en/of de decoratieplaat verbonden overhangbeugel gedefinieerde gleuf. 1 02 317A