NL1022972C2

NL1022972C2 - Cutting machine for removing roots from e.g. lily bulbs, comprises conveyor with rotating bars and cutting device for roots protruding between bars

Info

Publication number: NL1022972C2
Application number: NL1022972A
Authority: NL
Inventors: Tonjes Emilius Zuidema
Original assignee: Total Systems V O F
Priority date: 2003-03-19
Filing date: 2003-03-19
Publication date: 2004-09-21

Abstract

The machine (1) comprises a bar conveyor for transporting the bulbs and a cutting device (5) for the roots protruding between the conveyor bars, which are rotated about their length axes in groups. A cutting machine for removing roots from crops such as lily bulbs comprises a bar conveyor for transporting the bulbs through the machine and a cutting device for removing the roots protruding between the bars in the conveyor. The bars are rotated about their length axes by at least one drive in two or more separate groups in the cutting region. An independent claim is also included for a second cutting machine comprising a bar conveyor for transporting the bulbs through the machine, a cutting device for removing the roots protruding between the bars in the conveyor and a system for guiding the roots between the bars, comprising at least one nozzle (7) located to one side of the conveyor and directing a flow of fluid against the roots.

Description

SNIJINRICHTINGCUTTING DEVICE

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor 5 het afsnijden van wortels van bollen, zoals leliebollen.The present invention relates to a device for cutting roots from bulbs, such as lily bulbs.

Het is in de techniek algemeen bekend, dat leliebollen moeten worden ontdaan van de wortels daarvan, wanneer deze gerooid zijn. Althans moeten die wortels ingekort worden. Dit geldt niet alleen voor leliebollen, maar ook voor 10 verscheidene andere gewassen. Tot recent was het daarbij gebruikelijk, dat het afsnijden van de wortels van het gewas handmatig werden afgesneden.It is well known in the art that lily bulbs must be stripped of their roots when they have been harvested. At least those roots must be shortened. This applies not only to lily bulbs, but also to various other crops. Until recently, it was customary for the roots to be cut off from the crop by hand.

Dit is vanwege de arbeidsintensiviteit daarvan een ongewenste oplossing. Sinds enige tijd zijn er machines en 15 inrichtingen beschikbaar voor het afsnijden van wortels van gewas. Bijvoorbeeld zijn dergelijke inrichtingen voorzien van een schud- of trilbed, waarmee de gewassen ook worden getransporteerd. Deze functioneren echter stuk voor stuk niet naar behoren, of althans niet met een gewenste effectiviteit. 20 Dit brengt met zich mee, dat alsnog een visuele inspectie nodig is van de met een dergelijke bekende inrichting behandelde gewassen om te zien, of de wortels daarvan in afdoende mate zijn afgesneden.This is an undesirable solution because of its labor intensity. For some time, machines and devices have been available for cutting roots from crops. Such devices are for instance provided with a shaking or vibrating bed, with which the crops are also transported. However, these all do not function properly, or at least not with a desired effectiveness. This entails that a visual inspection of the crops treated with such a known device is still needed to see whether the roots thereof have been sufficiently cut off.

De onderhavige uitvinding is er op gericht om een 25 inrichting voor het afsnijden van wortels van gewas te verschaffen, waarmee de bovengenoemde nadelen van de bekende inrichtingen worden verholpen of althans worden verminderd, waartoe een inrichting volgens de uitvinding zich onderscheidt door de combinatie van maatregelen volgens conclusie 30 1 of conclusie 8.The present invention is aimed at providing a device for cutting roots from plants, with which the above-mentioned disadvantages of the known devices are remedied or at least reduced, to which a device according to the invention is distinguished by the combination of measures according to claim 30 1 or claim 8.

Door de spijlen per groep in onderling verschillende rotatiebewegingen aan te drijven wordt bevorderd, dat de wortels tussen de spijlen door naar het werkingsgebied van de » H snijmiddelen komen te hangen. Dit effect wordt als aanvulling I of als alternatief tevens bevorderd door de mondstukken voor I het genereren van een fluïdumstroom van de tegenover de snij- middelen gelegen zijde naar de snijmiddelen toe. Gebleken is, 5 dat de bekende inrichtingen voornamelijk onafdoende functio- I neren, vanwege een ontoereikend vermogen om de wortels in het werkingsgebied te brengen van de snijmiddelen. De uitvinding berust op de eenduidige gedachte, dat hiervoor op inventieve wijze een oplossing kan worden geboden door een inrichting I 10 met de maatregelen van conclusies 1 en/of 8.By driving the bars per group in mutually different rotational movements, it is promoted that the roots come to hang between the bars towards the operating range of the cutting means. This effect is additionally or alternatively also promoted by the nozzles for generating a fluid flow from the side opposite the cutting means towards the cutting means. It has been found that the known devices function mainly inadequately, due to an insufficient ability to bring the roots into the operating range of the cutting means. The invention is based on the unambiguous idea that a solution can be offered for this in an inventive manner by means of a device with the features of claims 1 and / or 8.

I Bij voorkeur behoren naburige spijlen elk tot een I afzonderlijke van de groepen. Het effect, waarbij de wortels I tussen de spijlen door worden gehaald en worden geleid naar I het werkingsgebied van de snijmiddelen wordt hiermee tussen I 15 elk tweetal naburige spijlen bevorderd. Dit geldt in het I bijzonder, als de aandrijving is ingericht om naburige spijlen tegengesteld roterend aan te drijven. Dat kan dan nog I met afzonderlijke rotatiesnelheden gebeuren, maar tegenge- I stelde bewegingen zijn optimaal gebleken om de wortels naar 20 de snijmiddelen te geleiden, doch is de uitvinding hier niet I toe beperkt, omdat ook gelijkgerichte rotatiebewegingen met I afzonderlijke snelheden tot de mogelijkheden van de onder- I havige uitvinding behoren.Preferably, adjacent bars each belong to a separate one of the groups. The effect whereby the roots I are passed through between the bars and are guided to the working area of the cutting means is hereby promoted between each pair of adjacent bars. This applies in particular if the drive is adapted to rotate neighboring bars in opposite directions. This can then still be done at separate rotational speeds, but opposing movements have been found to be optimum for guiding the roots to the cutting means, but the invention is not limited thereto, because also rectified rotational movements with individual speeds are possible of the present invention.

I In een mogelijke uitvoeringsvorm omvat de spijlen- I 25 transporteur een in een eindloze lus geslagen spijlenketting.In a possible embodiment, the bar conveyor comprises a bar chain that has been wound into an endless loop.

I Een dergelijke configuratie heeft als voordeel, dat de I spijlenketting kan worden aangedreven om een doorvoertraject I te verwezenlijken, waarlangs de gewassen en in het bijzonder I de leliebollen worden getransporteerd, terwijl de afzonder- I 30 lijke spijlen aangedreven kunnen worden om het effect te I bewerkstelligen, waardoor de wortels van het gewas in het I werkingsgebied van de snijmiddelen kunnen worden gebracht. In I een dergelijke configuratie is een aanvullende aandrijving 3 voor het in een rondgaande beweging aandrijven van de spijlenketting nodig en van voordeel, hetgeen op gunstige wij ze verder kan worden bevorderd wanneer de aanvullende. aandrijving is gekoppeld of een eenheid vormt met de 5 aandrijving voor de spijlen. Hiermee wordt synchronisatie van de afzonderlijke'aandrijvingen bevorderd, of kan een minimum aantal motoren, die de aandrijvingen vormen, worden toegepast. In een uitvoeringsvorm met de blaasmiddelen kan het mogelijk zijn om de mondstukken een luchtstroom te laten 10 genereren, hetgeen bevorderlijk is om het gewas, en in het bijzonder de leliebollen, te drogen of grip te laten krijgen op de spijlen. Daarentegen kan het tevens gunstig zijn om gebruik te maken van een vloeistof, omdat daaraan op gemakkelijke wijze stoffen zijn toe te voegen voor 15 behandeling van het gewas tegen bijvoorbeeld ziektes, maar ook een zuivere waterstroom kan gunstig zijn om de gewassen te wassen en/of grip te laten krijgen op de spijlen. In een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm kan het mogelijk zijn om een besturing toe te passen, die althans de mondstukken en de 20 aandrijving voor de spijlen bestuurt en is ingericht om de spijlen in per groep onderling verschillende rotatie-bewegingen geroteerd te laten worden door de aandrijving voor de spijlen, als de mondstukken een fluïdumstroom genereren. Door een dusdanig gekoppelde werking van de aandrijving en de 25 mondstukken is een bijzonder optimale werking mogelijk. Zo kan in een uitvoeringsvorm met een spijlentransporteur (die niet in een gesloten lus is geslagen) een tweetal modi i worden verwezenlijkt. Als de spijlen in de spijlentransporteur in dezelfde rotatierichting, en eventueel 30 snelheid, worden aangedreven is sprake van transport in de doorvoerrichting over de spijlentransporteur. Als de gewassen op de spijlentransporteur afdoende ver gevorderd zijn in het doorvoertraject, kan de aandrijving per groep in werking t H worden gesteld, in combinatie met de mondstukken, om de wortels tussen de spijlen door te geleiden naar het werkingsgebied van de snijmiddelen. Ook in een uitvoerings- vorm met een in een eindloze lus geslagen spijlenketting kan 5 een dusdanige uitvoeringsvorm zeer gunstig zijn, bijvoorbeeld wanneer de aandrijving voor de spijlenketting in de H rondgaande beweging daarvan tijdelijk kan worden onderbroken of vertraagd, wanneer een onafdoende snijrendement wordt bemerkt met bijvoorbeeld sensoren of iets dergelijks. Het in 10 werking stellen van de mondstukken om een fluïdumstroom te genereren is slechts dan zinvol, wanneer dit het snij- rendement bevordert, dat wil zeggen wanneer de spijlen- I transporteur niet in hoofdzaak voor transport van de gewassen I in het doorvoertraject wordt toegepast, maar voor de daad- 15 werkelijke snijbewerking, welke twee bewerkingen derhalve I gelijktijdig en afwisselend kunnen worden verwezenlijkt.Such a configuration has the advantage that the bar chain can be driven to realize a transit path along which the crops and in particular the lily bulbs are transported, while the individual bars can be driven to effect the effect. Effect, whereby the roots of the crop can be brought into the working area of the cutting means. In such a configuration, an additional drive 3 for driving the bar chain in a circular movement is necessary and advantageous, which can advantageously be further promoted when the additional. drive is coupled or forms a unit with the drive for the bars. Synchronization of the individual drives is hereby promoted, or a minimum number of motors which constitute the drives can be applied. In an embodiment with the blowing means it may be possible for the nozzles to generate an air flow, which is conducive to drying the crop, and in particular the lily bulbs, or to get a grip on the bars. On the other hand, it can also be advantageous to use a liquid, because substances can be added to it for treatment of the crop against diseases, for example, but a pure water flow can also be favorable for washing the crops and / or get a grip on the bars. In a particularly favorable embodiment it may be possible to use a control which at least controls the nozzles and the drive for the bars and is adapted to cause the bars to be rotated by the drive for the bars, if the nozzles generate a fluid flow. Due to such a coupled operation of the drive and the nozzles, a particularly optimum operation is possible. Thus, in an embodiment with a bar conveyor (which is not struck in a closed loop), two modes can be realized. If the bars in the bar conveyor are driven in the same direction of rotation, and possibly speed, there is talk of transport in the feed-through direction over the bar conveyor. When the crops on the bar conveyor are sufficiently advanced in the transit path, the drive can be operated per group, in combination with the nozzles, to guide the roots between the bars to the operating area of the cutting means. Such an embodiment can also be very advantageous in an embodiment with a bar chain being wound into an endless loop, for instance when the drive for the bar chain in its H-circulating movement thereof can be temporarily interrupted or delayed, when an insufficient cutting efficiency is noticed with for example, sensors or the like. Activating the nozzles to generate a fluid flow only makes sense if this promotes the cutting efficiency, that is to say if the bar conveyor is not used primarily for transporting the crops I in the transit path, but for the actual cutting operation, which two operations can therefore be carried out simultaneously and alternately.

De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden I toegelicht aan de hand van de beschrijving hieronder van bij- I gevoegde figuren, waarin dezelfde of gelijksoortige onder- I 20 delen en componenten worden aangeduid met dezelfde I referentienummers, en waarin: I fig. 1 een perspectivisch zijaanzicht toont van een I gehele inrichting als mogelijke uitvoeringsvorm van de I onderhavige uitvinding; I 25 fig. 2 een met II in fig. 1 aangeduid aanzicht toont; I fig. 3 een met III in fig. 1 aangeduid detailaanzicht I toont; I fig. 4 een met IV in fig. 1 aangeduid detailaanzicht I toont; en 30 fig. 5 een met V in fig. 1 aangeduid detailaanzicht toont van een deel van de in fig. 1 getoonde inrichting in bedrijf.The present invention will be further elucidated hereinbelow on the basis of the description below of appended figures, in which the same or similar parts and components are designated with the same reference numbers, and in which: Fig. 1 is a perspective view shows a side view of an entire device as a possible embodiment of the present invention; Fig. 2 shows a view indicated by II in Fig. 1; Fig. 3 shows a detail view I indicated by III in Fig. 1; Fig. 4 shows a detail view I indicated by IV in Fig. 1; and Fig. 5 shows a detail view indicated by V in Fig. 1 of a part of the device shown in Fig. 1 in operation.

Aa

55

In fig. 1 is een inrichting 1 als mogelijke uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding getoond, die is geplaatst tussen een aanvöer 2 en een afvoer 3. Met de aanvoer 2 worden gewassen, in het bijzonder bollen, zoals 5 leliebollen, naar de inrichting 1 voor het afsnijden van I wortels daarvan gevoerd. Na bewerking van het gewas in de inrichting 1 volgens de uitvinding, worden de gewassen, ontdaan van wortels, door de afvoer 3 weggevoerd naar een hier opvolgend station, waar de gewassen bijvoorbeeld worden 10 verpakt.Fig. 1 shows a device 1 as a possible embodiment of the present invention, which is placed between a feeder 2 and a drain 3. With the feeder 2, crops, in particular bulbs, such as lily bulbs, are washed to the device 1 for cutting of its roots. After processing of the crop in the device 1 according to the invention, the crops, stripped of roots, are carried away through the discharge 3 to a following station, where the crops are packed, for example.

De inrichting 1 volgens de uitvinding zelf omvat een eindloze spijlenketting 4, waarvan het boven oppervlak een doorvoertraject voor bollen definieert. Deze bollen zijn dan afkomstig van de aanvoer 2. Onder de het doorvoertraject voor 15 de bollen vormende bovenzijde van dé spijlenketting 4 is een roterend mes 5 opgesteld om snijmiddelen te vormen tegenover het doorvoertraject ten opzichte van de spijlenketting 4. Wortels van bollen, die over de bovenzijde van de spijlenketting 4 van de aanvoer 2 naar de afvoer 3 bewegen, hangen 20 in een gewenste situatie tussen de spijlen van de spijlenketting door naar het werkingsgebied van het roterend aangedreven mes 5.The device 1 according to the invention itself comprises an endless bar chain 4, the upper surface of which defines a conveying path for spheres. These spheres then originate from the supply 2. Below the upper side of the bar chain 4 forming the transit path for the bulbs, a rotating knife 5 is arranged to form cutting means opposite the transit path relative to the bar chain 4. Roots of bulbs which moving the upper side of the bar chain 4 from the supply 2 to the outlet 3, hang in a desired situation between the bars of the bar chain through to the operating area of the rotatingly driven knife 5.

Verder zijn boven de bovenzijde van de spijlenketting 4, dat wil zeggen boven het doorvoertraject, blazers 6 25 geplaatst om met de mondstukken 7 daarvan een luchtstroom te genereren dwars op de door het boven oppervlak van de spijlenketting 4 gevormde doorvoertraject.Furthermore, blowers 6 are placed above the top of the bar chain 4, that is to say above the feed-through path, in order to generate an air flow with the nozzles 7 thereof transversely of the feed-through path formed by the upper surface of the bar chain 4.

Onder het mes 5 is een container 8 geplaatst voor opvang van de afgesneden wortels. Deze container dient met 30 enige regelmaat geleegd te worden om de werking van bijvoorbeeld het mes 5 niet te belemmeren. Als alternatief voor de container kan tevens een afvoerband worden gebruikt, zodat I het legen van een dusdanige container een veel minder urgente behoefte is in verband met de werking van het mes.A container 8 is placed under the knife 5 for receiving the cut roots. This container must be emptied with some regularity in order not to obstruct the operation of, for example, the knife 5. As an alternative to the container, a discharge belt can also be used, so that emptying such a container is a much less urgent need in connection with the operation of the knife.

Verder is de inrichting 1 voorzien van een besturing 9, en zijn aandrijvingenvormende motoren verschaft, te weten 5 een motor 10 voor aandrijving van de spijlenketting 4; een motor 11 voor aandrijving van het roterende mes 5; en twee motoren 12 voor aandrijving in een rotatiebeweging van geselecteerde afzonderlijke spijlen van de spijlenketting 4. Deze motoren 10, 11 en 12 kunnen, tezamen met de blazers 6, 10 in hun werking onder invloed staan van de besturing 9, zoals hieronder nader zal worden beschreven.The device 1 is further provided with a control 9, and drive-forming motors are provided, namely a motor 10 for driving the bar chain 4; a motor 11 for driving the rotating blade 5; and two motors 12 for driving in a rotational movement of selected individual bars of the chain of bars 4. These motors 10, 11 and 12, together with the blowers 6, 10 may be in their operation under the influence of the control 9, as will be described below. described.

In fig. 2 is een aanzicht langs pijl II in fig. 1 weergegeven. Te zien zijn het snijmes 5, dat in een roterende snijbeweging wordt aangedreven door de motor 11 via een over-15 brenging in de vorm van een aandrijfriem 13. In fig. 2 is te zien, dat een soortgelijke aandrijfriem 14 wordt toegepast voor overbrenging van de door de motor 10 gegenereerde beweging naar de spijlenketting 4 om deze in een rondgaande beweging aan te sturen. Hetzelfde geldt voor rotatie-20 bewegingen om de lengteas van geselecteerde spijlen, waartoe gebruik wordt gemaakt van een aandrijfriem 15 tussen de motor 12 en een hieronder nader te beschrijven draaimechanisme 16.Fig. 2 shows a view along arrow II in Fig. 1. The cutting blade 5 can be seen, which is driven in a rotating cutting movement by the motor 11 via a transmission in the form of a drive belt 13. In Fig. 2 it can be seen that a similar drive belt 14 is used for transferring the movement generated by the motor 10 to the bar chain 4 to control it in a circular movement. The same applies to rotational movements about the longitudinal axis of selected bars, for which use is made of a drive belt 15 between the motor 12 and a rotary mechanism 16 to be described in more detail below.

Het zal duidelijk zijn, dat het mes 5 op korte afstand onder de bovenzijde van de spijlenketting 4 is 25 geplaatst om tussen de spijlen van de spijlenketting 4 hangende wortels af té snijden, wanneer deze wortels in het werkingsgebied van het dan roterend aangedreven mes komen.It will be clear that the knife 5 is placed at a short distance below the top of the bar chain 4 to cut off roots hanging between the bars of the bar chain 4 when these roots come into the operating range of the then rotatingly driven knife.

Hierbij is het vanzelfsprekend wenselijk, dat zo veel mogelijk van de wortels aan het gewas (bijvoorbeeld lelie-30 bollen) tussen de spijlen van de spijlenketting 4 komen te hangen om zoveel mogelijk hiervan af te kunnen snijden met het mes 5. Dit wordt -mede- bewerkstelligd door de blazers 6 via de mondstukken 7 in fig. 1. Tevens wordt dit -mede- 7 bevorderd door onafhankelijke rotatiebeweging van naburige spijlen in de spijlenketting 4, hetgeen mogelijk is gemaakt door de configuratie van de spijlenketting 4, waarvan een detail is weergegeven in fig. 3.Hereby it is of course desirable that as many of the roots as possible on the crop (for example lily bulbs) come to hang between the bars of the chain of bars 4 in order to be able to cut off as much as possible with the knife 5. This becomes - effected by the blowers 6 via the nozzles 7 in Fig. 1. This is also promoted by independent rotation of neighboring bars in the bar chain 4, which is made possible by the configuration of the bar chain 4, a detail of which is shown in FIG.

5 De spijlenketting 4 omvat een ketting 16, die feitelijk de basis vormt voor de spijlenketting 4. Aan de schakels van de ketting 16 zijn montage elementen 17 aangebracht, die assen 18 dragen. De assen 18 zijn op zich stationair ten opzichte van de ketting 16, en spijlen 19 zijn 10 om de lengteas en om de assen 18 roteerbaar op de assen 18 aangebracht. Daarbij steekt de in fig. 3 middelste spijl meer uit naar de ketting 16 dan de beide naburige spijlen 19.The bar chain 4 comprises a chain 16, which actually forms the basis for the bar chain 4. Mounting elements 17 are mounted on the links of the chain 16, which bear shafts 18. The shafts 18 are per se stationary relative to the chain 16, and bars 19 are rotatably mounted on the shafts 18 about the longitudinal axis and about the shafts 18. The central bar in Fig. 3 protrudes more towards the chain 16 than the two adjacent bars 19.

Zoals in fig. 4 is getoond, wordt gebruik gemaakt van een aandrijfmechanisme 20, waarvan een omkeerwiel 21 via een 15 aandrijfriem 15 (niet in fig. 4 getoond) met motor 12 is I verbonden en hierdoor wordt aangedreven. Het aandrijf- I mechanisme 20 omvat verder een tweede omkeerwiel 22, dat op I zich niet hoeft aangedreven te worden, en tussen de omkeer- I wielen 21, 22 een loopwiel 23. Om de omkeerwielen 21, 22 en 20 over het loopwiel 23 is een band 24 geslagen, die aandrukt I tegen geselecteerde spijlen 19, die óp de in fig. 3 getoonde I wijze zich uitstrekken tot onder de band 24. De overige I spijlen 19 worden met een soortgelijk mechanisme aan de tegenovergelegen zijde van de spijlenketting 4 aangedreven I 25 met behulp van een aanvullende motor 12, die onafhankelijk is I van de in fig. 4 getoonde motor 12, zoals ook in fig. 1 is weergegeven.As shown in Fig. 4, use is made of a drive mechanism 20, a reversing wheel 21 of which is connected to motor 12 via a drive belt 15 (not shown in Fig. 4) and is driven by it. The driving mechanism 20 further comprises a second reversing wheel 22, which does not need to be driven on itself, and between the reversing wheels 21, 22 a running wheel 23. Around the reversing wheels 21, 22 and 20 there is a running wheel 23 a band 24 is pressed which presses against selected bars 19 which extend in the manner shown in Fig. 3 below the band 24. The other bars 19 are driven with a similar mechanism on the opposite side of the chain of bars 4 With the aid of an additional motor 12, which is independent of the motor 12 shown in Fig. 4, as also shown in Fig. 1.

I Bij voorkeur zorgt de rondgaande beweging van de I spijlenketting 4, die wordt gegenereerd door de motor 10, I 30 voor een doorvoer langs het doorvoertraject van het gewas en I kunnen onderling verschillende rotatiebewegingen van de I naburige spijlen 19, die worden opgelegd vanaf tegenover elkaar gelegen zijden van de spijlenketting 4 met onafhanke- H lijk bestuurde motoren 12, worden gebruikt om te verzekeren, H dat de wortels van het gewas in het werkingsgebied van het mes 5 komen te hangen, tussen die spijlen 19 door.Preferably, the circular movement of the bar chain 4, which is generated by the motor 10, 30, ensures a passage along the transit path of the crop and I can have different rotational movements of the neighboring bars 19, which are imposed from opposite sides of the bar chain 4 with independently controlled motors 12 are used to insure that H the roots of the crop come to hang in the working area of the knife 5, between those bars 19.

Bij voorkeur worden naburige spijlen 19 tegengesteld 5 aangedreven, zoals in fig. 5 is getoond. De uitvinding is H hier echter niet toe beperkt en het is tevens mogelijk om de naburige spijlen in de spijlenketting 4 in gelijke richting maar met onderling verschillende snelheden te laten roteren.Preferably, adjacent bars 19 are driven in opposite directions, as shown in FIG. However, the invention is not limited to H and it is also possible to cause the adjacent bars in the chain of bars 4 to rotate in the same direction but with mutually different speeds.

Zo blijkt, dat de onderhavige uitvinding niét is H 10 beperkt tot de specifiek in de figuren getoonde en hierboven beschreven uitvoeringsvorm, maar slechts door de definities daarvan, zoals die zijn opgesomd in de bijgevoegde con- clusies. Zo zal het een vakman volstrekt duidelijk zijn, dat niet een volledige spijlenketting in een eindloze lus H 15 noodzakelijk is. Een vlakke spijlentransporteur kan volstaan, I die zich dan slechts tussen de aanvoer 2 en de afvoer 3 uit I hoeft te strekken. Als de naburige spijlen in dezelfde I richting (met de klok mee of tegen de klok in) worden I geroteerd om de besturing van de afzonderlijke motoren 12 20 voor het bewerkstelligen van deze rotatiebewegingen, dan I vindt doorvoer van het gewas in het doorvoertraject plaats.Thus, it appears that the present invention is not limited to the specific embodiment shown in the figures and described above, but only by the definitions thereof as listed in the appended claims. It will thus be perfectly clear to a person skilled in the art that a complete bar chain in an endless loop H 15 is not necessary. A flat bar conveyor can suffice, which then only has to extend between the supply 2 and the discharge 3. If the adjacent bars are rotated in the same direction (clockwise or counterclockwise) to control the individual motors 12 for effecting these rotational movements, then the crop is transported in the transit path.

Als de naburige spijlen 19 in een dusdanige spijlen- transporteur vervolgens tijdelijk in tegengestelde richting I beginnen te bewegen, worden de wortels tussen de spijlen door I 25 gehaald, welk effect wordt versterkt onder inwerking van de I mondstukken 7, hetgeen ook als alternatief kan worden I gebruikt voor een tegengestelde rotatie van naburige spijlen, I doch bij voorkeur als aanvulling daarop. Het mes dient dan op I een positie gebracht te worden onder het aandrijfmechanisme 30 20 om te voorkomen, dat de wortels van het gewas weer uit de ruimte tussen de spijlen 19 wordt getrokken bij een doorvoer-beweging, waarbij de spijlen 19 in een zelfde rotatierichting worden aangedreven. In een dergelijke configuratie blijven de 9 spijlen 19 derhalve stationair en wordt doorvoer of het doorhalen van de wortels van het gewas bewerkstelligd in afhankelijkheid van een bestuurde draairichting of rotatie-richting van de spijlen.If the adjacent bars 19 in such a bar conveyor then begin to move temporarily in the opposite direction I, the roots between the bars are passed through I, which effect is enhanced under the action of the I nozzles 7, which can also be alternatively I used for an opposite rotation of adjacent bars, but preferably as a supplement thereto. The knife must then be brought to a position under the driving mechanism 30 to prevent the roots of the crop from being pulled out of the space between the bars 19 again during a feed-through movement, the bars 19 being in the same direction of rotation. are powered. In such a configuration, the 9 bars 19 therefore remain stationary and transit or cutting through the roots of the crop is effected in dependence on a controlled direction of rotation or direction of rotation of the bars.

5 Verder wordt opgemerkt, dat de blazers 6 via mond stukken 7 een luchtstroom genereren, die in fig. 5 met pijlen A is aangeduid. Het is tevens mogelijk om gebruik te maken van vloeistofstromen, bijvoorbeeld om de gewassen, in het bijzonder leliebollen, te wassen en/of te ontsmetten.It is further noted that the blowers 6 generate via air nozzles 7 an air flow which is indicated by arrows A in fig. It is also possible to use liquid flows, for example to wash and / or disinfect the crops, in particular lily bulbs.

10 In het getoonde en beschreven uitvoeringsvoorbeeld wordt een verscheidenheid aan afzonderlijke motoren gebruikt, juist om te illustreren dat deze op diverse manieren te gebruiken zijn. In een uitvoeringsvorm met een in een gesloten lus geslagen spijlenketting kan echter worden 15 volstaan met een kleiner aantal motoren. Aan één zijde in fig. 1 kan dan telkens een enkele motor worden opgesteld, die zorg draagt voor rotatiebeweging van de spijlen in de spijlenketting en één van aandrijving van de spijlenketting en aandrijving van het mes 5. Hiertoe kunnen geschikt gekozen 20 overbrengingsverhoudingen worden toegepast in de vorm van de afmetingen van de wielen, waaromheen de afzonderlijke aandrijfriemen 13, 14 en 15 zijn geslagen.In the shown and described exemplary embodiment, a variety of individual motors are used, precisely to illustrate that they can be used in various ways. In an embodiment with a bar chain which is wound into a closed loop, however, a smaller number of motors will suffice. A single motor can then be arranged on one side in Fig. 1, each of which ensures rotational movement of the bars in the bar chain and one of drive of the bar chain and drive of the knife 5. For this purpose appropriately chosen transmission ratios can be applied in the shape of the dimensions of the wheels around which the individual drive belts 13, 14 and 15 are wrapped.

Tevens kunnen de spijlen uit de verschillende groepen per groep of individueel verschillende diameters hebben om 25 van de diameters afhankelijke aandrijving te bewerkstelligen op een met het uitsteken daarvan overeenkomstige wijze. Ook kunnen de spijlen ten opzichte van een centrale positie aan de spijlenketting verspringend zijn aangebracht.The bars from the different groups can also have different diameters per group or individually to effect a drive dependent on the diameters in a manner corresponding to the projection thereof. The bars can also be staggered relative to a central position on the bar chain.

Verder wordt opgemerkt, dat meerdere motoren voor 30 aandrijving van de rotatie van de spijlen kunnen worden gebruikt, evenals één of meer dan twee blaasmondstukken.It is further noted that a plurality of motors can be used to drive the rotation of the bars, as well as one or more than two blow nozzles.

Claims

Device as claimed in claim 1, wherein adjacent bars each belong to a separate one of the groups.

3. Device as claimed in claim 1 or 2, wherein the I drive is adapted to rotate neighboring bars in opposition to I.

Device as claimed in claim 1, 2 or 3, wherein the B-bar conveyor comprises a B-bar chain which is wound in an endless loop.

5. Device as claimed in claim 4, further comprising B 25 an additional drive for driving the bar chain in a circular fl movement.

Device as claimed in claim 5, wherein the B additional drive is coupled or forms a unit with the drive for the bars. 7. Device as claimed in at least one of the foregoing claims, further comprising blowing means arranged on the side of the transit route with respect to the rail conveyor I, for guiding the roots between the bars with a fluid flow generated therewith .

8. Device for cutting roots from bulbs, such as lily bulbs, comprising: a bar conveyor, which defines a feed path for the bulbs; cutting means opposite the feed path with respect to the rail conveyor for cutting roots extending between bars from the rail conveyor to the cutting means; and guide means for guiding the roots between the bars to an operating area of the cutting means, which guide means comprise at least one nozzle arranged on the side of the feed path with respect to the bar conveyor, for guiding the roots between the bars with a fluid flow generated thereby.

The device of claim 8, wherein the nozzles generate an air flow.

Device as claimed in at least claims 1 and 8, further comprising a control which at least controls the nozzles and the drive for the bars, and is adapted to cause the bars to be rotated by the drive for 25 the bars, when the nozzles generate a fluid flow.

Device as claimed in claim 10, wherein the control is adapted to cause the bars to be rotated intermittently in the same direction.