NL1022930C1 - Elektrisch verbindingselement voor automatische assemblage. - Google Patents

Description

Titel: Elektrisch verbindingselement voor automatische assemblage.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een elektrisch verbindingselement en meer in het bijzonder op een elektrisch verbindingselement voor automatische assemblage met een structuur die het mogelijk maakt een kabel met het verbindingselement te verbinden zonder 5 gereedschap.

Momenteel is er veel telecommunicatieapparatuur in huizen en bedrijven aanwezig door de snelle ontwikkeling van dit gebied. Elk telecommunicatie-apparaat moet verbonden worden met kabels, met daarin een aantal draden of met losse draden voor het overbrengen van data of 10 elektrische signalen en twee kabels hebben een verbindings-element nodig om te koppelen. Er zijn reeds vele typen verbindingselementen bekend afhankelijk van het type en aantal geleiders in een kabel. Zo heeft een draad-gebonden telegraaf vier tot zes elektrische verbindingen en een netwerk zes tot acht elektrische verbindingen.

15 Voordat de kabel gekoppeld wordt met het verbindingselement, moet met een handgereedschap de isolatie van de draden uit de kabel verwijderd worden. Daarna kunnen de draden van de kabel met het gereedschap met de verbindingsklem verbonden worden. Het gebruik van een handgreep-gereedschap verhoogt de assemblagekosten en de vrij 20 gemaakte geleider lengte is niet altijd gelijk aan de noodzakelijke lengte.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel te voorzien in een elektrisch verbindingselement voor automatische assemblage, dat een zodanige structuur heeft, dat er geen gereedschap nodig is voor het verbinden van de kabel met het verbindingselement.

25 Een ander doel van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een elektrisch verbindingselement voor automatische assemblage waarin gebruik gemaakt wordt van een aantal openingen voor het ordenen van de ingebrachte draden, zodat een geschikte assemblage mogelijk is.

I Een elektrische verbindingsklem voor automatische assemblage I volgens de uitvinding omvat een contactvoet met een ingrijpelement aan de I onderzijde daarvan en een aantal goten die aan de voorzijde in verbinding staan met een groef waarin een aantal draden geplaatst kan worden, I 5 waarbij de voorzijde van elke draad elektrisch verbonden is met een metalen I pen en de achterzijde van de geleider elektrisch verbonden is met een plaat.

I De plaat bezit een aantal assemblageopeningen voor het plaatsen van een I aantal gouden pennen. Verder zijn de contactvoet en de plaat op een I basiselement geïnstalleerd.

I 10 Het basiselement bezit een onderzijde met twee zijwanden, met tegenover elkaar gelegen draaiopeningen aan iedere voorzijde van een I zijwand en een bevestigingsopening aan de achterzijde van iedere zijwand.

I Het basiselement omvat verder een deksel voor het bevestigen van de plaat, I met een aantal positioneringsopeningen die gelegen zijn tegenover de plaats 15 van de assemblageopeningen voor het positioneren van gouden pennen, een I dekplaat met een draaias en een bevestigingstaats, die respectievelijk I gelegen zijn tegenover de positioneringsopening en de vastzetopening om de I dekplaat op het basiselement te doen draaien. De dekplaat bezit een aantal I openingen voor een geschikte assemblage van draden in het I 20 verbindingselement.

I De uitvinding zal in het hierna volgende nader worden beschreven aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de I tekening, hierin toont: I fig. 1 een schematisch aanzicht van het verbindingselement I 25 volgens de onderhavige uitvinding; I fig. 2 een aanzicht in perspectief van het verbindingselement; I fig. 3 een vooraanzicht van het verbindingselement; I fig. 4 een aanzicht in doorsnede langs de lijn A-A in fig. 3; I fig. 5 een schematisch aanzicht bij het installeren van draden in 30 het verbindingselement; 3 fig. 6 een vergroot deelaanzicht van het installeren van draden inp het verbindingselement; fig. 7 een schematisch aanzicht van het inbrengen van de draden in het verbindingselement; en 5 fig. 8 een schematisch aanzicht bij het voltooien van het verbindingselement volgens de uitvinding.

De figuren 1, 2, 3 en 4 tonen het elektrische verbindingselement volgens de uitvinding met een contactvoet 10 met een aansluitopening 11 aan de achterbovenzijde van contactvoet 10 en een vergrendelelement 12 10 aan de onderzijde van contactvoet 10. Contactvoet 10 omvat een aantal goten aan de voorzijde ervan waarin metalen pennen 16 opgenomen zijn, waarvan het aantal 4, 6 of 8 kan zijn, afhankelijk van het apparaat waarmee het verbindingselement verbonden moet worden. De onderzijde van contactvoet 10 staat in verbinding met de goten via een groef met 15 daarin een aantal geleiders 20, waarbij de uiteinden van de geleiders 20 respectievelijk elektrisch gekoppeld zijn met de metalen pennen 16 en een plaat 22. De plaat 22 omvat een aantal assemblageopeningen 24 voor het aanbrengen van een aantal gouden pennen 26, die een vorkvorm hebben. Het aantal gouden pennen kan 2, 4, 6 of 8 zijn afhankelijk van de 20 toepassing. In fig. 2 is het aantal metalen pennen 16 gelijk aan 6 en het aantal gouden pennen 26 gelijk aan 4 waardoor een 6P/4C type connector gevormd wordt.

De contactvoet 10 en de plaat 22 zijn aangebracht op een basiselement 30. Het basiselement 30 omvat een ondergedeelte 32 dat twee 25 opstaande zijwanden 34 en een achterwand 36 bezit, waarbij aan de voorzijde van de zijwanden 34 een draaiopening 38 is aangebracht en aan de achterzijde van de zijwanden 34 een vastzetopening 40 voor het plaatsen van een aantal draden. Het ondergedeelte 32 omvat een aantal ribben 34 voor het dragen van de contactvoet 10 en de plaat 22. De achterzijde van het 30 ondergedeelte 32 is voorzien van tenminste één schroefkolom 46 en aan de

1 0229jO

H voorzijde van het ondergedeelte 32 is een goot 48 aangebracht, die tegenover het grendelelement 12 van de contactvoet 10 gelegen is, voor het daarin I plaatsen van het vergrendelelement 12. Verder omvat de voorzijde van het I basiselement 30 een glijgoot 49.

I 5 Een deksel 50 is met het basiselement 30 gekoppeld door middel van een schroef 52 die in verbinding staat met de schroefkolom 46 van het I basiselement 30, voor het vastzetten van de plaat 22. Het deksel 50 omvat I een aantal positioneringsopeningen 56 die gelegen zijn tegenover de I assemblageopeningen 24 van de plaat 22, voor het positioneren van de I 10 gouden pennen. Verder is aan de bovenzijde van het basiselement 30 I draaibaar een dekplaat 60 aangebracht, die verbonden is met de I draaiopeningen 38 van het basiselement 30, waarin draaiassen 62 aan beide I buitenzijden van de dekplaat 60 zijn opgenomen. De achterzijde van de I dekplaat 60 bezit een vastzettaats 64 aan beide buitenzijden van de I 15 dekplaat, om in samenwerking met de vastzetopeningen 40 de geleider vast I te zetten. De dekplaat 60 omvat een verbindingsopening 66 met een aantal I openingen 68 voor het ordenen van de draden. Verder omvat de bovenzijde van de contactvoet 10 een deksel 70 dat in verbinding staat met de groef 18 I van de contactvoet 10 door een samenstel 72 aan het deksel 70.

I 20 De figuren 5, 6, 7 en 8 tonen hoe een aantal draden 80 ordelijk I gestoken is in de openingen 68, de vastzettaats 64 met de vastzet- I openingen 40 koppelt door de dekplaat 60 neerwaarts te drukken. De I isolatie van de draden 80 wordt gestript door de gouden pennen 26 en de I gouden pennen 26 zijn elektrisch verbonden met de draden 80.

25 De elektrische verbindingsklem volgens de uitvinding toont hoe I door de draden 80 ordelijk in de openingen 68 te plaatsen en de dekplaat 60 I neer te drukken het probleem opgelost kan worden van het gebruik van I gereedschappen bij de assemblage. Er kunnen volgens de uitvinding 4, 6 en I 8 metalen pennen 16 aanwezig zijn terwijl het aantal pennen 26 2, 4, 6 en 8 I 30 kan zijn, afhankelijk van de toepassing. Bij het gebruik in een 5 draadgebonden telegraaf, kan het aantal pennen 16 4 of 2 zijn en het aantal pennen 26 4 of 2.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding vele wijzigingen mogelijk zijn.

5 1 n 99 Q Ίn

Claims (6)

1. 2. Elektrisch verbindingselement voor automatische assemblage I 20 volgens conclusie 1, waarbij aan de achterbovenzijde van de contactvoet een I deksel is aangebracht.
2. 3. Elektrisch verbindingselement volgens conclusie 2, waarbij het I deksel gelegen is tegenover een samenstel aan de achterbovenzijde van de I contactvoet.
3. 4. Elektrisch verbindingselement volgens conclusie 1, met het I kenmerk, dat het deksel koppelt met een glijgoot aan de voorzijde van de I zijwanden van het basiselement.
4. 5. Elektrisch verbindingselement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gouden pen een vorkvorm heeft.
5. 6. Elektrisch verbindingselement volgens conclusie 1, waarbij het basiselement voorzien is van een aantal ribben.
6. 7. Elektrisch verbindingselement volgens conclusie 1, waarbij het ingrijpelement van de contactvoet gelegen is tegenover een groef in het basiselement. 1. o o η o λ