NL1022854C2 - Werkwijze en inrichting voor het reinigen van stranden. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het reinigen van stranden. Download PDF

Info

Publication number
NL1022854C2
NL1022854C2 NL1022854A NL1022854A NL1022854C2 NL 1022854 C2 NL1022854 C2 NL 1022854C2 NL 1022854 A NL1022854 A NL 1022854A NL 1022854 A NL1022854 A NL 1022854A NL 1022854 C2 NL1022854 C2 NL 1022854C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
settling tank
water
sand
mixture
contaminants
Prior art date
Application number
NL1022854A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Cornelis Van Der Endt
Hubertus Marinus De Vroom
Original Assignee
Holding Franken B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Holding Franken B V filed Critical Holding Franken B V
Priority to NL1022854A priority Critical patent/NL1022854C2/nl
Priority to PCT/NL2004/000167 priority patent/WO2004079099A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1022854C2 publication Critical patent/NL1022854C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01HSTREET CLEANING; CLEANING OF PERMANENT WAYS; CLEANING BEACHES; DISPERSING OR PREVENTING FOG IN GENERAL CLEANING STREET OR RAILWAY FURNITURE OR TUNNEL WALLS
    • E01H12/00Cleaning beaches or sandboxes
    • E01H12/006Oil removal
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01HSTREET CLEANING; CLEANING OF PERMANENT WAYS; CLEANING BEACHES; DISPERSING OR PREVENTING FOG IN GENERAL CLEANING STREET OR RAILWAY FURNITURE OR TUNNEL WALLS
    • E01H12/00Cleaning beaches or sandboxes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Separation Of Solids By Using Liquids Or Pneumatic Power (AREA)

Description

*
Titel: Werkwijze en inrichting voor het reinigen van stranden
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het reinigen van stranden. Meer in het bijzonder heeft de werkwijze betrekking op het i minimaliseren van het daarbij afgevoerde hoeveelheid zand. !
Steeds vaker worden stranden verontreinigd door aangespoelde olie 5 uit gezonken of lekgeslagen tankers. Deze olie komt tijdens het aanspoelen, door de rollende beweging van de golven nabij de vloedlijn herhaald in contact met de zeebodem en raakt daarbij vermengd met zand. De aldus gevormde olie-zandconglomeraten worden bij een schoonmaakactie verwijderd, doorgaans tezamen met een bovenste zand- en of kiezellaag van 10 het strand, aangezien zich daarin eveneens verontreinigingen kunnen bevinden. Het verwijderde materiaal, dat gebruikelijk meer dan 50 procent zand bevat, wordt vervolgens als chemisch afval afgevoerd en verbrand. Het grote aandeel zand is ongunstig voor de verbrandingsinstallatie en drijft bovendien de kosten op, omdat al dit zand vervoerd moet worden en de 15 verbrandingskosten bovendien per gewichtseenheid worden berekend.
Bovendien gaat aldus bij elke schoonmaakactie een hoeveelheid zand verloren, hetgeen om milieutechnische redenen onvoordelig is.
Een ander type 'strandverontreiniging' dat zich steeds vaker voordoet zijn grote hoeveelheden aangespoeld (zee)wier en/of alg. Deze 20 'verontreinigingen' worden op een zelfde manier van het strand verwijderd als de olie, en vervolgens verbrand, aangezien het afval niet als biologisch afval wordt gezien. Daarbij is wederom het percentage zand in het verwijderde afval relatief hoog, met alle voornoemde nadelen van dien.
De uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen voor het 25 reinigen van stranden, van daarop achtergelaten of aangespoelde verontreinigingen, in het bijzonder olie en/of (zee)wier. In het bijzonder beoogt de uitvinding een dergelijke werkwijze te verschaffen, waarbij voornoemde nadelen van de bekende werkwijzen zijn vermeden door het 1 Π O Λα - .
2 aandeel zand in het af te voeren verontreinigd afvalmateriaal tot een minimum te beperken.
De uitvinding beoogt voorts een dergelijke werkwijze, waarbij het zand op milieuvriendelijke wijze van in het zand aanwezige 5 verontreinigingen wordt gescheiden, zonder toevoeging van chemische hulpmiddelen.
De uitvinding beoogt bovendien een werkwijze waarbij het scheiden, alsmede de aan- en afvoer van vervuild, respectievelijk gezuiverd zand continu kan geschieden, waardoor binnen een redelijke tijdsduur 10 relatief grote hoeveelheden verontreinigd zand kunnen worden verwerkt.
De uitvinding beoogt verder een werkwijze waarmee zand en verontreinigingen met relatief weinig energie van elkaar kunnen worden gescheiden, waardoor de werkwijze eenvoudig op of nabij het strand kan worden uitgevoerd, waardoor omvangrijke logistieke operaties kunnen 15 worden vermeden en gezuiverd zand direct op het strand kan worden teruggestort.
Deze en verdere doelen worden althans gedeeltelijk bereikt met een werkwijze volgens de uitvinding, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
20 Bij een werkwijze volgens de uitvinding wordt op voordelige wijze gebruik gemaakt van het feit dat het soortelijk gewicht van zand groter is dan dat van water, en dat van de verontreinigingen juist kleiner, zodat het zand in water zal bezinken en de verontreinigingen zullen blijven drijven. Aldus kunnen het zand en de verontreinigingen, zonder chemische 25 toevoeging en met minimale energie, met behulp van de zwaartekracht, van elkaar worden gescheiden. Daarbij zorgt de continue toe- en afvoer van verontreinigd, respectievelijk gereinigd zand en verontreinigingen voor een relatief grote verwerkingscapaciteit, waarbij relatief grote volumes, in het bijzonder enige tonnen zand per uur kunnen worden gereinigd.
3
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.
Uit testen van aanvraagster is gebleken dat, met name wanneer de verontreiniging olie betreft, door het mengen van het zand en de olie tot een 5 homogeen mengsel vóórdat het mengsel in de bezinkbak wordt gebracht, een snellere en meer volledige scheiding tot stand kan worden gebracht, waarbij het water tussen de bezonken zandlaag en de drijvende olielaag nagenoeg geen zwevende olievlokken omvat.
Het mengen kan bijvoorbeeld met behulp van een schroefmenger 10 geschieden, welke althans gedeeltelijk is omgeven door een buisdeel, zodat het mengsel tussen de randen van de schroef en de binnenzijde van het buisdeel wordt vermalen en vermengd tot een homogeen geheel. De schroefmenger is bij voorkeur hol uitgevoerd, zonder centrale as, zodat stenen, blikjes, en dergelijke verontreinigingen zich door de schroefmenger 15 naar een uitlaatopening kunnen begeven, zonder de snijranden van de schroef te beschadigen. Uiteraard kunnen dergelijke verontreinigingen ook met behulp van geschikte filtermiddelen, in het bijzonder een grof vuil filter, uit het zand worden verwijderd, voorafgaand aan toevoer aan de mengeenheid. De mengeenheid is voorts zodanig uitgevoerd dat hiermee het 20 mengsel in een continu debiet aan de bezinkbak kan worden toegevoerd.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt tijdens het mengen bovendien een hoeveelheid water toegevoerd, dat in geval de verontreiniging olie betreft bij voorkeur wordt verwarmd, zodat de viscositeit van de olie toeneemt, en een relatief vloeibaar mengsel wordt 25 verkregen. Ook wordt het water in de bezinkbak bij voorkeur verwarmd, bijvoorbeeld tot ongeveer 40° a 60°. Hierdoor wordt vlokvorming van de olie in het water verhinderd en het algehele segregatieproces bevorderd, blijkens testen van aanvraagster.
In nog een voordelige uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens 30 de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 8.
λ r\ r\ O η r a 4
Door in de bezinkbak dergelijke wervelstromen op te wekken kunnen de afgescheiden verontreinigingen naar een uitgang van de bak worden geleid terwijl hiermee bovendien het scheidingsproces in de bezinkbak worden beïnvloed, bijvoorbeeld versneld. Andere parameters 5 waarmee de kwaliteit en of snelheid van het scheidingsproces kunnen worden beïnvloed zijn de temperatuur van het water en de verblijftijd in het bezinkbak, hetgeen kan worden geregeld door een juiste afstemming van de ingaande en uitgaande stromen (vervuild zandmengsel en gereinigd zandmengsel).
10 De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het reinigen van zand van daarin aanwezige verontreinigingen, in het bijzonder olie en/of wier, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12.
— Met een dergelijke inrichting kunnen op milieuvriendelijke wijze, zonder toevoeging van chemische middelen en met relatief weinig energie 15 zand en verontreinigingen van elkaar worden gescheiden, waarbij bovendien, door continue toe- en afvoer van vervuild, respectievelijk gereinigd zand, grote volumes kunnen worden verwerkt.
In een nadere voordelige uitvoeringsvorm is de bezinkbak voorzien van eerste woelmiddelen, welke in de bak een circulerende stroom 20 opwekken, rond een in hoofdzaak verticale as. Deze bevordert het scheidingsproces en zorgt er bovendien voor dat op het water drijvende verontreinigingen naar tweede afvoermiddelen worden geleid, welke bijvoorbeeld kunnen zijn uitgevoerd als een afvoergoot.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm zijn de eerste 25 woelmiddelen uitgevoerd volgens de maatregelen volgens conclusie 15.
Daarbij zal de hoekige dwarsdoorsnede turbulente wervelstromen opwekken, welke voordelig zijn gebleken voor het scheidingsproces. Bovendien zullen de verontreinigingen, door de ronddraaiende beweging in radiale richting buitenwaarts worden gedreven en zal door afvoer van 30 verontreinigingen via de tweede afvoermiddelen juist achter deze middelen, 5 gezien in de draairichting, een opening ontstaan in de op het wateroppervlak drijvende verontreinigingslaag. Via deze opening kan mengsel uit de mengeenheid continu in de bezinkbak worden gevoerd zonder daarbij in aanraking te komen met de verontreinigingslaag of deze te 5 hoeven penetreren.
Bij voorkeur zijn voorts tweede woelmiddelen voorzien voor het introduceren van opwaartse wervelstromen in de bezinkbak. Hiermee kan worden vermeden dat relatief kleine oliedelen door het bezinkende zand worden meegesleept omlaag.
10 In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 19.
Bij gebruik van luchtliftmiddelen wordt in een aan de bezinkbak gekoppelde afvoerbuis een onderdruk opgewekt waardoor zand uit de bezinkbak wordt gezogen. Hierdoor kan het zand vervolgens in de 15 afvoerbuis omhoog worden getransporteerd. Aldus kan zand met minimale energie en op gecontroleerde wijze zand uit de inrichting worden afgevoerd. De luchtliftmiddelen zijn bovendien schoon en relatief eenvoudig en robuust van constructie en daardoor bij uitstek bestand tegen de barre omstandigheden waaronder de inrichting volgens de uitvinding opereert, 20 dat wil zeggen zand en/of zout water.
In een nadere voordelige uitvoeringsvorm is de inrichting mobiel uitgevoerd, zodat deze direct op het strand kan worden toegepast. Hierdoor is geen transport van vervuild en gereinigd zand nodig, en worden derhalve daarmee gepaard gaande energie en kosten bespaard. Het teruggewonnen 25 zand kan direct op het strand worden teruggestort. Het voor de werking van de inrichting benodigde water wordt bij voorkeur uit een aan het strand grenzende watermassa gehaald, met daartoe geschikte pompmiddelen, waarbij het niet uitmaakt of het zoet- of zoutwater betreft. Het toegepaste water wordt bovendien zoveel mogelijk gerecirculeerd. Aangezien geen 30 chemische hulpmiddelen worden toegevoegd kan het water na gebruik, 4 Λ Λ Λ λ λ 6 eventueel na zuivering van mogelijk nog daarin opgeloste verontreinigingen, worden teruggevoerd aan de watermassa.
In de verdere volgconclusies zijn voordelige uitvoeringsvormen getoond van een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding.
5 Ter verduidelijking zullen een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont de ene figuur in gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht een met verwijzingscijfer 1 aangeduide inrichting voor het zuiveren van met verontreinigingen, in het bijzonder olie vervuild zand 10. De inrichting 1 10 omvat daartoe een transporteur 3, welke met een eerste einde onder een grof vuil filter 2 is gelegen en met een tweede einde boven een mengeenheid 5 is gelegen. De mengeenheid 5 sluit aan op nabij een bovenzijde 8 van een in hoefdzaak trechtervormige bezinkbak 6 voorziene invoermiddelen 11. De bezinkbak 6 is in gebruik gevuld met water. Nabij een onderzijde 9 van de 15 bezinkbak 6 zijn eerste afvoermiddelen 12 voorzien, voor afvoer van in gebruik in de bezinkbak 6 bezonken zand. Nabij een bovenzijde 8 van de bezinkbak 6 zijn tweede afvoermiddelen 14 voorzien, voor afvoer van in gebruik op het wateroppervlak drijvende olie. Deze tweede afvoermiddelen 14 monden uit in een opvangreservoir 15, voor opvang van genoemde olie en 20 met de olie meegevoerd water. Boven het opvangreservoir 15 is een zogenaamde skimmer 18 voorzien waarmee de laag olie van het water wordt geschraapt of gedreven. Een dergelijke skimmer 18 is algemeen bekend en zal derhalve hier niet nader worden beschreven. Het opvangreservoir 15 is via een terugvoerleiding 16 verbonden met een watertank 17, waarin 25 verwarmingsmiddelen 13 kunnen zijn voorzien. Vanuit de watertank 17 loopt een eerste leiding 21 naar de mengeenheid 5. Voorts strekt een tweede leiding 22 zich vanaf de tank 17 uit tot in de bezinkbak 6 met een reeks (in het getoonde voorbeeld twee) nabij de onderzijde 9 van die bezinkbak 6 opgestelde spuitmonden 24. Tussen de tank 17 en genoemde leidingen 21, 30 22 zijn geschikte pompmiddelen 25 en regelkleppen 27 voorzien, voor het 7 rondpompen en regelen van een bepaald waterdebiet naar de mengeenheid 5 en de bezinkbak 6. Het geheel is geplaatst op een verrijdbaar onderstel 35, zodat de inrichting 1 op een strand, of althans nabij de plaats waar het verontreinigde zand zich bevindt, kan worden opgesteld. Hierdoor kunnen 5 grote logistieke stromen (transport van te reinigen en gereinigd zand) worden vermeden. Daarbij is het onderstel 35 bij voorkeur voorzien van stelmidden (mechanisch, hydraulisch of pneumatisch), zodat de inrichting steeds waterpas kan worden gesteld, hetgeen voor een goede werking van gewenst is, ongeacht eventuele oneffenheden in de beoogde opstelpositie.
10 Met het grof vuil filter 2 kunnen grove delen, zoals wrakhout, stenen en/flessen 4 uit het zand-oliemengsel 10 worden gefilterd voordat dit mengsel 10 aan de mengeenheid 5 wordt toegevoerd. Het grof vuil filter 2 kan daartoe bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een reeks naast elkaar opgestelde, draaiende rollen, in fig. 1 uitgevoerd met een in hoofdzaak 15 stervormige dwarsdoorsnede, waarbij het ondersteunend oppervlak van de rollen eventueel een lichte hellingshoek kan insluiten met het horizontale vlak (niet getoond). De afstand tussen opeenvolgende rollen bepaalt wat wel en wat niet wordt doorgelaten naar de ondergelegen transporteur 3. Niet doorgelaten afval 4 wordt door de draaiende rollen afgevoerd in de richting 20 van pijl A. Alternatief kan het grof vuil filter 2 bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een van openingen voorziene lopende band, waarbij de afmeting van de openingen zodanig zijn gekozen dat genoemde grove delen 4 niet worden doorgelaten en via de band worden afgevoerd in de richting van pijl A, terwijl de rest van het mengsel 10 wordt doorgelaten naar de ondergelegen 25 transporteur 3.
De transporteur 3 kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een aangedreven eindeloze transportband, een jakobsladder of als een schroeftransporteur, zoals in het getoonde geval, en is bij voorkeur nabij zijn boven de mengêenheid 5 gelegen einde voorzien van tweede filtermiddelen 30 7, welke in het getoonde voorbeeld zijn uitgevoerd als een rooster met ten H opzichte van elkaar divergerende spijlen. Hierdoor wordt de afstand tussen de spijlen naarmate het transport vordert groter, waardoor in eerste instantie slechts relatief kleine delen worden doorgelaten in de mengeenheid 5, en nabij het einde van de transporteur 3 ook grotere delen, 5 zoals stenen worden doorgelaten. Laatstgenoemden komen evenwel niet in de mengeenheid 5 terecht, maar in derde filtermiddelen 11, gelegen tussen de mengeenheid 5 en de bezinkbak 6, als aangegeven met pijl T. Hierdoor wordt verhinderd dat potentieel schadelijke, relatief grote delen in de H mengeenheid 5 terecht komen.
H 10 De mengeenheid 5 omvat in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld I drie, in transportrichting gezien achter elkaar opgestelde mengers 26, in het I bijzonder schroefmengers, welke elk althans gedeeltelijk zijn omgeven door I een buis 27 en welke een door de mengeenheid 5 geleid zand-oliemengsel 10 I in opeenvolgende stappen versnijden of vermalen en vermengen tussen de I 15 randen van de schroeven 26 en de binnenwand van genoemde buis 27. Het I moge duidelijk zijn dat de mengeenheid 5 meer of minder mengers kan I omvatten dan het in fig. 1 getoonde drietal. Deze mengers 26 hoeven bovendien niet noodzakelijkerwijs achter elkaar te zijn opgesteld, doch kunnen bij voorbeeld ook naast elkaar zijn opgesteld, waarbij elke menger 20 26 een deel van het zand-oliemengsel 10 homogeniseert en de mengers deze gehomogeniseerde porties vervolgens beurtelings aan de bezinkbak 6 afgeven. Bovendien kunnen vele andere typen mengers worden toegepast. Tijdens het mengen kan via de eerste leiding 21, de pompmiddelen 25 en de regelklep 27 water worden toegevoegd uit tank 17, teneinde het mengsel te 25 verdunnen.
De invoermiddelen 11, via welke in de mengeenheid 5 gehomogeniseerd mengsel 10 aan de bezinkbak 6 wordt toegevoerd, omvatten in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een goot, welke is voorzien van in omvang'toenemende gaten. Daarbij zijn de kleinere gaten boven de 30 bezinkbak 6 gelegen en komen de grotere gaten uit op een daarnaast 9 opgestelde (niet getoonde) afvoer goot, zodat deze invoermiddelen 11 als derde filtermiddelen fungeren, waarmee relatief grote delen uit de bezinkbak 6 kunnen worden geweerd. Uiteraard kunnen de tweede en derde filtermiddelen 7, 11 op vele andere manieren worden uitgevoerd.
5 De bezinkbak 6 is, zoals gezegd, in hoofdzaak trechtervormig, en voorzien van een eerste woelmiddel 23, uitgevoerd als een in hoofdzaak staafvormig hol of massief lichaam, dat centraal in de bezinkbak 6 is opgesteld, en met behulp van daartoe geschikte aandrijfmiddelen 28 roteerbaar is rond een in hoofdzaak verticale as, als aangegeven door pijl P. 10 Met dit eerste woelmiddel 23 kunnen in de bezinkbak 6 rondgaande stromen worden opgewekt, welke het scheidingsproces in de bak 6 bevorderen en reeds afgescheiden, op of nabij het wateroppervlak drijvende verontreinigingen (in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld olie) naar de tweede afvoermiddelen 14 leiden. Deze tweede afvoermiddelen 14 kunnen 15 bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een afvoer- en/of overloopgoot, welke zich langs ten minste een deel van de omtreksrand van de bezinkbak 6 uitstrekt. Het eerste woellichaam 23 heeft bij voorkeur een enigszins hoekige, bijvoorbeeld diamantvormige of meerhoekige doorsnede. De hoekige vorm doet tijdens rotatie van het lichaam 23 turbulente wervelstromingen 20 ontstaan hetgeen het separatieproces in de bak 6 nog verder kan verbeteren. Uiteraard kunnen in de bezinkbak 6 meer dan één eerste woellichaam 23 zijn opgesteld, welke bovendien alle een andere doorsnede kunnen hebben.
De eerder beschreven spuitmonden 24, nabij de onderzijde 9 van de bezinkbak 6 vormen tweede woelmiddelen 24, waarmee opgaande 25 wervelstromen kunnen worden opgewekt door via deze spuitmonden 24 water in de bezinkbak 6 te spuiten, in in hoofdzaak opwaartse richting. Ook deze stromen zullen het separatieproces ten goede komen, doordat zij verhinderen dat kleine oliedelen door het zinkend zand worden meegesleept omlaag.
H De eerste afvoermiddelen 12 omvat in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld luchtliftmiddelen voor het uit de bezinkbak 6 verwijderen van daarin neergeslagen zand. Deze luchtliftmiddelen omvatten een op de onderzijde 9 van de bezinkbak 6 aangesloten afvoerpijp of slang 5 30, waarin op korte afstand van de bezinkbak 6 blaasmiddelen 32 uitmonden, waarmee perslucht in de pijp of slang 30 kan worden geblazen, in een in hoofdzaak radiale richting. Hierdoor ontstaat in het zich tussen de bezinkbak 6 en de ingeblazen lucht uitstrekkend pijp- of slangdeel 30 een onderdruk, waardoor zand uit de bak 6 wordt aangezogen en omhoog wordt I 10 getransporteerd, in de richting van pijl C. Met de hierboven beschreven I luchtliftmiddelen kan met minimale energie en op gecontroleerde wijze zand uit de inrichting 1 worden afgevoerd.
— De inrichting 1 omvat voorts bij voorkeur op zichzelf bekende meet- I en regelmiddelen (niet getoond) om bijvoorbeeld de draaisnelheid van de 15 eerste woelmiddelen 23 en het debiet dat door de spuitmonden van de I tweede woelmiddelen 24 in de bezinkbak 6 wordt gebracht te regelen, en I daarmee de intensiteit van de opgewekte wervelstromen en uiteindelijk het I separatieproces in de bak 6 te beïnvloeden.
I Verder omvat de inrichting 1 verwarmingsmiddelen 13 om het in I 20 de inrichting 1 circulerende water op een gewenste temperatuur te houden, I bij voorbeeld tussen 40° en 60°. Hierdoor wordt de viscositeit van de olie I vergroot en kan, blijkens testen van aanvraagster, het scheidingsproces nog I verder worden verbeterd. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de I verwarmingsmiddelen 13 aangebracht in de watertank 17. Daarnaast of in I 25 plaats daarvan kunnen ook verwarmingsmiddelen zijn aangebracht in de I bezinkbak 6 en/of de mengeenheid 5.
I De werking van de inrichting 1 is als volgt. Met een shovel (niet I getoond) wordt een laag met bijvoorbeeld olie verontreinigd zand van het I strand genomen. Daarbij kan één shovellading bijvoorbeeld ongeveer twee I 30 ton wegen. Deze lading wordt boven de transporteur 3 uitgestort, als 11 ♦ aangegeven door pijl S, boven het grof vuil filter 2. Deze zal het grof vuil 4, zoals stenen en flessen tegenhouden en afvoeren en het overige zand-oliemengsel 10 doorlaten naar de ondergelegen transporteur 3. Via deze transporteur 3 wordt het mengsel 10 vervolgens richting de mengeenheid 5 5 geleid, via tweede filtermiddelen 7. In de mengeenheid 5 wordt het mengsel 10 in de drie opeenvolgende schroefmengers 26 vermengd tot een in hoofdzaak homogeen mengsel. Daarbij wordt bij voorkeur verwarmd water uit tank 17 toegevoegd, zodat een relatief vloeibaar zand-water-oliemengsel I wordt verkregen. Dit wordt vervolgens in een continu debiet aan de I 10 bezinkbak 6 toegevoerd, via de derde filtermiddelen 11. Zodra het mengsel I 10 zich in de bezinkbak 6 bevindt treedt scheiding op onder invloed van de I zwaartekracht. Daarbij zakken het zwaardere zand en eventueel in het I mengsel aanwezige kiezels en kleinere stenen onder invloed van de I zwaartekracht omlaag, alwaar zij continu via de eerste afvoermiddelen 12 I 15 uit de bezinkbak 6 worden afgevoerd. Dit afgevoerde zand wordt bij voorkeur teruggestort op de plaats waar het vandaan kwam, doch kan I bijvoorbeeld ook in een opslagreservoir 34 worden opgevangen om I bijvoorbeeld te worden toegepast als vulzand in geluidswallen of onder asfaltwegen.
I 20 De relatief lichte verontreinigingen (hier olie) zullen zich nabij of op het wateroppervlak verzamelen door de roterende beweging van de eerste I woelmiddelen 23 naar de tweede afvoermiddelen 14 worden gedreven, om via deze uit de bak 6 te vloeien, eventueel tezamen met een hoeveelheid I water, naar het opvangreservoir 15. Aldaar wordt de olielaag met behulp I 25 van de skimmer 18van het water gedreven en bijvoorbeeld tot nader verwerking in een reservoir 36 opgeslagen. Het zich in het opvangreservoir I 15 verzamelde water kan via de terugvoerleiding 16 en de pompmiddelen 25 H en regelkleppen 27 worden heringebracht in de inrichting 1, in het bijzonder de bezinkbak ff en/of de mengeenheid 5, eventueel na op temperatuur te zijn 30 gebracht door de verwarmingsmiddelen 13.
I Het scheidingsproces kan worden beïnvloed, bijvoorbeeld worden versneld of vertraagd, door bijvoorbeeld de gemiddelde verblijftijd van het mengsel 10 in de bezinkbak 6 te verkorten of te verlengen, bijvoorbeeld door het debiet van de in- en afvoerstromen te variëren en/of de hoogte van de 5 bezinkbak 6. Het scheidingsproces kan verder worden beïnvloed door onder andere de instelling van de watertemperatuur en door aansturing van de eerste en/of de tweede woelmiddelen 23, 24, teneinde de in de bezinkbak 6 opgewekte wervelstromen, in het bijzonder de intensiteit daarvan te beïnvloeden.
10 In deze fïguurbeschrijving is uitgegaan van een inrichting 1 voor het reinigen van zand dat met olie is vervuild. De inrichting kan evenwel ook met voordeel worden ingezet om met zeewier of algen vermengd zand te reinigen. In dat geval kan het homogeniseren van het zand-zeewiermengsel en het verwarmen van het water in de bezinkbak achterwege worden 15 gelaten.
Op gemerkt zij dat combinaties van delen van het getoonde uitvoeringsvoorbeeld uitdrukkelijk worden geacht tevens onder de uitvindingsgedachte te vallen. Bovendien zijn vele variaties mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
20 Zo kunnen de eerste aivoermiddelen naast of in plaats van de luchtliftmiddelen elk willekeurig ander transportmiddel omvatten, voor het verwijderen van bezonken zand uit de bezinkbak, bijvoorbeeld een schroeftransporteur, een schijventransporteur of een transportband. De tweede afvoermiddelen kunnen bijvoorbeeld zijn vormgegeven als een zich 25 langs althans een deel van de bovenrand van de bezinkbak uitstrekkende overloopgoot. De mengeenheid kan uit naast elkaar geplaatste mengers bestaan, die beurtelings een hoeveelheid mengsel aan de bezinkbak afleveren. Daarbij kunnen de mengers vele verschillende uitvoeringsvormen aannemen. De uitvinding is derhalve geenszins beperkt tot de getoonde 30 schroefmengers. De bezinkbak kan een andere vorm hebben, doch loopt bij 13 voorkeur nabij de onderzijde enigszins taps toe teneinde het zand richting de eerste afvoermiddelen te leiden. De eerste en tweede woelmiddelen kunnen anders zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als vijzels, of geheel zijn weggelaten.
5 Deze en vele variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.

Claims (21)

  1. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de weggenomen zandlaag met de daarin aanwezige verontreinigingen tot een in hoofdzaak homogeen mengsel wordt vermengd, voorafgaand aan het toevoeren aan de bezinkbak 15 (6).
  2. 3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij tijdens het vermengen water aan het mengsel wordt toegevoegd, een en ander zodanig dat een relatief vloeibaar mengsel wordt verkregen.
  3. 4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het 20 in de werkwijze toegepaste water wordt verwarmd tot een temperatuur tussen ongeveer 30° en 80° Celsius, meer in het bijzonder tussen ongeveer 35°en 60° Celsius en bij voorkeur ongeveer 40° Celsius.
  4. 5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het water in de bezinkbak (6) zodanig in beweging wordt gebracht dat ten 25 minste een deel van het wateroppervlak vrij is van op dit wateroppervlak drijvende verontreinigingen, waarbij het verontreinigd zandmengsel via dit ten minste ene vrije oppervlakdeel aan de bezinkbak (6) continu wordt toegevoerd.
  5. 6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij op en nabij het wateroppervlak drijvende verontreinigingen eventueel tezamen 5 met een deel van het water continu uit de bezinkbak (6) worden afgevoerd, door middel van een overloopgoot (14).
  6. 7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij grof vuil, zoals wrakhout, blikjes en flessen uit het verontreinigde zandmengsel wordt gefilterd, voordat het mengsel verder wordt vermengd of aan de 10 bezinkbak (6) wordt toegevoerd.
  7. 8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in de bezinkbak rondgaande, in hoofdzaak horizontale wervelstromen en/of opwaartse, in hoofdzaak verticale wervelstromen worden opgewekt.
  8. 9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij 15 water voor de werkwijze wordt ontnomen uit een aan het te reinigen strand grenzende watermassa.
  9. 10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het toegepaste water wordt gerecircuieerd.
  10. 11. Werkwijze voor het reinigen van stranden, van daarop 20 achtergelaten of aangespoelde verontreinigingen, waarbij van het strand een bovenste laag zand met daarop en/of daarin aanwezige verontreinigingen wordt opgenomen, vervolgens wordt vermengd tot een homogeen mengsel, bij voorkeur verdund met verwarmd water, waarna het mengsel in een continue stroom in een met bij voorkeur verwarmd water 25 gevulde bezinkbak (6) wordt gebracht, waarbij het zand onder invloed van de zwaartekracht omlaag zakt en door middel van nabij een bodem van de bezinkbak (6) opgestelde eerste afvoermiddelen (12) continu uit de bezinkbak (6) wordt afgevoerd en teruggestort op het strand, en waarbij de verontreinigingen in of nabij het wateroppervlak blijven drijven en door 30 middel van tweede afvoermiddelen (14) continu uit de bezinkbak (6) worden 1« afgevoerd naar een opvangreservoir voor verdere verwerking, bijvoorbeeld verbranding.
  11. 12. Inrichting voor het reinigen van met verontreinigingen zoals olie of algen of (zee)wier vervuild zand, omvattende een mengeenheid (5), voor het 5 vermengen van het zand en de verontreinigingen tot een in hoofdzaak homogeen mengsel, een met water gevulde bezinkbak (6), daarop uitkomende toevoermiddelen (11) voor toevoer van uit de mengeenheid (5) afkomstig mengsel, eerste en tweede afvoermiddelen (12,14) voor het in hoofdzaak continu uit de bezinkbak (6) afvoeren van tijdens gebruik 10 bezonken zand, respectievelijk op het water drijvende verontreinigingen, waarbij vóórts verwarmingsmiddelen zijn voorzien voor het verwarmen van het water in de bezinkbak (6) en eventueel in de mengeenheid (5) aan het mengsel toegevoegd water.
  12. 13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de mengeenheid (5) ten 15 minste één en bij voorkeur een reeks spiraalvormige, door buisdelen (27) omgeven mengers (26) omvat, bij voorkeur schroefmengers (26) met een holle kern, welke mengers (26) in onderlinge samenwerking een in hoofdzaak homogeen mengsel continu aan de bezinkbak (6) kunnen aanleveren.
  13. 14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij in de bezinkbak eerste woelmiddelen (23) zijn voorzien voor het opwekken van rondgaande wervelstromen, rond een in hoofdzaak verticale as.
  14. 15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij de eerste woelmiddelen (23) een centraal opgesteld, in hoofdzaak staaf- of buisvormig lichaam 25 omvatten, roteerbaar rond een in hoofdzaak verticale as, met een hoekige, bij voorkeur diamantvormige dwarsdoorsnede.
  15. 16. Inrichting volgens een van de conclusies 12-15, waarbij in de bezinkbak (6) tweede woelmiddelen (24) zijn voorzien voor het opwekken van opgaande, in hoofdzaak verticale wervelstromen.
  16. 17. Inrichting volgens een van de conclusies 12-16, waarbij de tweede woelmiddelen (24) ten minste één en bij voorkeur een reeks nabij de bodem van de bezinkbak (6) opgestelde spuitmonden omvatten, voor invoer van water in de bezinkbak (6) in opwaartse richting.
  17. 18. Inrichting volgens een van de conclusies 12-17, waarbij de inrichting (1) voorts een grof vuil filter omvat.
  18. 19. Inrichting volgens een van de conclusies 12-18, waarbij de eerste afvoermiddelen (12) luchtliftmiddelen omvatten, voorzien van een nabij een bodemzijde op de bezinkbak (6) aangesloten afvoerbuis, blaasmiddelen, voor 10 het in de buis, op enige afstand van de bezinkbak (6) blazen van perslucht, in een in hoofdzaak radiale richting, zodat in het buisdeel tussen de bezinkbak (6) en de ingeblazen lucht onderdruk ontstaat en zand uit de bezinkbak (6) wordt aangezogen
  19. 20. Inrichting volgens een van de conclusies 12-19, waarbij de 15 inrichting mobiel is uitgevoerd, voor verplaatsing langs een strand, althans verontreinigd gebied.
  20. 21. Inrichting volgens een van de conclusies 12-20, waarbij de aan- en afvoercapaciteit van de aanvoermiddelen en de eerste en tweede afvoermiddelen, alsmede de omvang van de bezinkbak (6) zodanig is 20 gedimensioneerd dat per uur ten minste ongeveer 1 ton aan verontreinigd zand kan worden verwerkt, in het bijzonder meer dan 3 ton en bij voorkeur ongeveer 5 ton of meer.
  21. 1 HOOor i
NL1022854A 2003-03-05 2003-03-05 Werkwijze en inrichting voor het reinigen van stranden. NL1022854C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022854A NL1022854C2 (nl) 2003-03-05 2003-03-05 Werkwijze en inrichting voor het reinigen van stranden.
PCT/NL2004/000167 WO2004079099A1 (en) 2003-03-05 2004-03-05 Method and apparatus for cleaning beaches

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022854 2003-03-05
NL1022854A NL1022854C2 (nl) 2003-03-05 2003-03-05 Werkwijze en inrichting voor het reinigen van stranden.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022854C2 true NL1022854C2 (nl) 2004-09-07

Family

ID=32960312

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022854A NL1022854C2 (nl) 2003-03-05 2003-03-05 Werkwijze en inrichting voor het reinigen van stranden.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1022854C2 (nl)
WO (1) WO2004079099A1 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2437448B1 (es) * 2012-07-09 2014-11-06 Universidad De Alicante Sistema de eliminación in situ de algas en playas y valorización energética como biomasa
CN103555567B (zh) * 2013-10-24 2015-07-08 北京联合大学生物化学工程学院 一种规模化微藻分离收集干燥设备
ITUB20150462A1 (it) * 2015-05-08 2016-11-08 Acanthus Soc Cooperativa A R L Apparecchiatura per rimuovere biomasse dalla sabbia.
US9925564B2 (en) 2015-09-22 2018-03-27 Fluidized Rock Systems, Inc. Fluidized aggregate separation system
ES2647370B1 (es) * 2016-06-21 2018-09-25 Francisco Navarro Garcia Máquina extractora de micro-plásticos flotantes de las playas
CN109930546B (zh) * 2019-03-27 2021-03-16 秦皇岛润昌科技开发有限公司 沿海湿地生态治理清理装置
US11697126B2 (en) * 2019-11-21 2023-07-11 Technologie Hoola One Inc. Granular litter cleaning apparatus and process
GB2599368A (en) * 2020-09-25 2022-04-06 Environmental Reclamation Services Ltd Process for plastics separation
CN115072813A (zh) * 2022-05-17 2022-09-20 中国科学院生态环境研究中心 一种控制水库蓝藻水华的方法

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3336980A1 (de) * 1983-10-11 1985-04-18 Sloman Neptun Schiffahrts AG, 2800 Bremen Verfahren und vorrichtung zum reinigen von mit kohlenwasserstoffen und insbesondere oel bzw. derivaten hiervon verschmutzten feststoffteilchen
DE3616815A1 (de) * 1986-05-17 1987-11-19 Hoelter Heinz Reinigung von sandspielkaesten
US5045217A (en) * 1990-01-26 1991-09-03 Ronan Charles B Apparatus for cleaning an oil spill off of a beach
US5671762A (en) * 1995-07-25 1997-09-30 Enrem Decontamination system for particulate matter
DE19621892A1 (de) * 1996-05-31 1997-12-04 Ulrich Dipl Ing Franze Verfahren und Vorrichtung zur In-Situ-Reinigung von Spiel- und Strandsanden

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3336980A1 (de) * 1983-10-11 1985-04-18 Sloman Neptun Schiffahrts AG, 2800 Bremen Verfahren und vorrichtung zum reinigen von mit kohlenwasserstoffen und insbesondere oel bzw. derivaten hiervon verschmutzten feststoffteilchen
DE3616815A1 (de) * 1986-05-17 1987-11-19 Hoelter Heinz Reinigung von sandspielkaesten
US5045217A (en) * 1990-01-26 1991-09-03 Ronan Charles B Apparatus for cleaning an oil spill off of a beach
US5671762A (en) * 1995-07-25 1997-09-30 Enrem Decontamination system for particulate matter
DE19621892A1 (de) * 1996-05-31 1997-12-04 Ulrich Dipl Ing Franze Verfahren und Vorrichtung zur In-Situ-Reinigung von Spiel- und Strandsanden

Also Published As

Publication number Publication date
WO2004079099A1 (en) 2004-09-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN105263635B (zh) 用于洗涤污染材料的设备和方法以及由此产生的玻璃碎片
CN101484227A (zh) 用于浆料脱水的装置和方法
US5110454A (en) Apparatus for reclaiming gravel, soil particles and wood pieces from a mixture of the same
KR101729262B1 (ko) 쐐기 봉 스크린을 활용한 협잡물처리기
JP5292483B2 (ja) 湿式選別装置
CN104114289A (zh) 用于街道清扫废物和污土的转筒清洗器
NL1022854C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het reinigen van stranden.
JP4685195B2 (ja) コンクリート廃材の再生利用装置
CN108015094A (zh) 建筑垃圾分类装置
KR20200088943A (ko) 각종 준설토용 정화시스템
US5240114A (en) Process for reclaiming gravel, soil particles, and wood pieces from a mixture of the same
CN109127646B (zh) 建筑垃圾资源化循环利用工艺
JP5067809B2 (ja) 沈砂洗浄装置
CN219149523U (zh) 一种混凝土污水处理设备
NL9101062A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwerken van restbeton en/of metselspecie.
WO1992009369A1 (en) Apparatus for the reclamation of aggregate from waste concrete
JP5292482B2 (ja) 湿式選別装置
JP4931841B2 (ja) 湿式選別装置
EP3581276B1 (en) Hydraulic density separator
GB2457068A (en) Aggregate washing apparatus
KR101185493B1 (ko) 침사 분리 종합 처리시스템 및 처리방법
CN220467775U (zh) 一种水浮洗渣石分离装置
NL9301204A (nl) Inrichting en werkwijze voor het milieubewust wassen van aardappelen en dergelijke knolgewassen.
NL1016982C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het van rooiresten ontdoen van knol- of bolgewassen.
NL2008929C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het van rooiresten ontdoen van knol- of bolgewassen.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: SOIL SEPARATION HOLLAND B.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20071001