NL1022841C2 - Afgifte-inrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Afgifte-inrichting

De uitvinding heeft betrekking op een afgifte-inrichting omvattende een reservoir met een een of meer geurstoffen omvattende vloeibare substantie, zoals een parfum, eau de toilette, aftershave of dergelijke, die bedoeld is op een deel van een lichaamshuid 5 aangebracht te worden voor het verspreiden van een bepaalde geur. De uitvinding heeft verder betrekking op een vloeibare substantie, zoals een parfum, eau de toilette, aftershave of dergelijke, en het gebruik van een schuimvormer voor het afgeven van een dergelijke vloeibare substantie.

10 In de praktijk wordt voor het op de huid aanbrengen van een vloeibare substantie zoals een parfum, eau de toilette, aftershave of dergelijke, een flesje gebruikt dat van een opening is voorzien voor het afgeven van de vloeibare substantie. De vloeibare substantie dient voor het aanbrengen ervan op de lichaamshuid in een 15 of beide handen gegoten te worden, waarna het met de een of beide handen op de lichaamshuid bijvoorbeeld een deel van het gezicht wordt aangebracht en verdeeld.

Een nadeel van het op deze wijze aanbrengen van de vloeibare substantie is dat dit veel relatief dure vloeistof vraagt. Daarbij 20 is de hoeveelheid op de hand te brengen vloeistof moeilijk te doseren. Verder is het nadelig dat door de vloeibaarheid van de vloeibare substantie deze gemakkelijk van de hand afloopt.

Als alternatief wordt er in de praktijk gebruik gemaakt van spuitbussen die de vloeibare substantie vernevelen, waarbij deze 25 vernevelde vloeibare substantie rechtstreeks op de lichaamshuid wordt aangebracht.

Het nadeel bij het gebruik van dergelijke vernevelende aersols of pompdispensers is dat er niet gebruik kan worden gemaakt van een verfijnde nevel aangezien een dergelijke fijne nevel zich 30 gemakkelijker in de lucht verspreidt en ook in de ogen en/of op de kleren van de gebruiker kan terechtkomen, wat niet gewenst is. Er wordt in de praktijk derhalve van een relatief slechte vernevelaar H gebruik gemaakt die een niet regelmatige verneveling tot stand H brengt met relatief grote druppels. Met een dergelijke spuitbus is het als gevolg moeilijk de vloeibare substantie nauwkeurig te doseren en te verdelen.

5 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een afgifte- inrichting voor het afgeven van een een of meer geurstoffen omvattende vloeibare substantie volgens de aanhef van conclusie 1, welke afgifte-inrichting een goede dosering en een gemakkelijk aanbrengen van een hoeveelheid vloeibare substantie zoals parfum, 10 eau de toilette, aftershave of dergelijke mogelijk maakt.

Het doel is bereikt met een afgifte-inrichting die is gekenmerkt doordat de afgifte-inrichting een afgiftesamenstel omvat I voor het tot een schuim vormen van de vloeibare substantie en voor H het afgeven van het schuim, welk schuim op het bestemde deel van de 15 lichaamshuid is aan te brengen.

Door het vormen van een schuim wordt er een ten opzichte van de H daarvoor verbruikte vloeibare substantie relatief groot volume schuim afgegeven. Hierdoor is het mogelijk het afgegeven volume I nauwkeuriger te doseren. Daarbij is het mogelijk om het grotere 20 volume gemakkelijker aan te brengen en te verdelen op de bestemde lichaamshuid. Dit is mede mogelijk omdat het schuim niet direct van de hand of lichaamshuid afstroomt nadat het erop is aangebracht.

I Een bijkomend voordeel van het vormen van een schuim voor het I opbrengen van de vloeibare substantie is dat de geur van de I 25 vloeibare substantie goed vrij kan komen aangezien er in het schuim I een groot contactoppervlak is tussen de lucht en de vloeibare I substantie.

I De schuimmiddelen kunnen oppervlakte-actieve stoffen zijn, die I een verlaging van de oppervlaktespanning in de vloeibare substantie I 30 creëren, waardoor het schuim zal kunnen ontstaan.

Door de vloeibare substantie bijvoorbeeld te mengen met lucht I kan de schuimvorming tot stand worden gebracht of worden bevorderd, I zodat er een schuim door de afgifte-inrichting kan worden afgegeven.

I Bij voorkeur omvat de afgifte-inrichting een vloeistofpomp en 35 een luchtpomp die gelijktijdig met de hand te bedienen zijn voor het pompen van de vloeibare substantie respectievelijk lucht. De I vloeistofpomp en de luchtpomp zijn bij voorkeur een 3 [ i vloeistofzuigerpomp respectievelijk een luchtzuigerpomp, waarbij elke pomp een zuiger en een cilinder omvat. De lucht en de vloeibare substantie kunnen met een dergelijk afgifte-inrichting met elkaar worden gemengd en tot een schuim worden gevormd en vervolgens worden 5 afgegeven.

Met voordeel omvat de afgifte-inrichting een mengkamer voor het daarin mengen van de vloeibare substantie en lucht. Door het gebruik van een geschikte mengkamer wordt de menging van de vloeibare substantie en de lucht en daarmee het vormen van het schuim 10 bevordert. Dergelijke mengkamers zijn op zich bekend.

De vorming van het schuim uit de met lucht gemengde vloeibare substantie kan met voordeel worden bevorderd door het verschaffen van poreuze elementen zoals zeefelementen of dergelijke in een afgiftekanaal van de afgifte-inrichting.

15 De uitvinding heeft verder betrekking op een een of meer geurstoffen omvattende vloeibare substantie, zoals een parfum, eau de toilette, aftershave of dergelijke, om op een deel van een lichaamshuid aan te brengen voor het verspreiden van een bepaalde geur, waarbij de vloeibare substantie schuimmiddelen omvat voor het 20 tot een schuim vormen van de vloeibare substantie. Een dergelijk schuim is ten opzichte van de uit de stand van de techniek bekende vloeistoffen relatief eenvoudig te doseren en gemakkelijk aan te brengen op de lichaamshuid.

Bij voorkeur is de vloeibare substantie in hoofdzaak zeepvrij. 25 Bij verdere voorkeur is de vloeibare substantie geheel zeepvrij. Met zeep wordt een substantie bedoeld die een of meer zouten, zoals bijvoorbeeld natrium en/of kalium, en een of meer vetzuren, zoals bijvoorbeeld olie-, stearine- en/of palmzuur, omvat. Zepen worden in het algemeen gebruikt als schoonmaakmiddel.

30 Met voordeel omvat de vloeibare substantie ten minste 2%, bij voorkeur ten minste 4% geurstoffen. Bij verdere voorkeur omvat de vloeibare substantie ten minste 5% en nog verdere voorkeur ten minste 10% geurstoffen. In de praktijk blijken dergelijke hoeveelheden geurstoffen geschikt te zijn voor het vormen van een 35 vloeibare substantie die geschikt is als parfum, after shave, eau de toilette en dergelijke.

H De vloeibare substantie is voordeligerwijs af te geven met een afgifte-inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-8.

De uitvinding zal hiernavolgend verder worden toegelicht aan de H hand van een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij wordt verwezen naar de 5 bijgevoegde tekening, waarin: fig. 1 een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een afgifte-inrichting volgens de uitvinding toont.

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van een afgifte-inrichting volgens de uitvinding getoond in het geheel aangeduid met het 10 verwijzingscijfer 1. De afgifte-inrichting 1 omvat een reservoir 2 en een afgiftesamenstel 3. Het reservoir 2 is gevuld met een een of meer geurstoffen bevattende vloeibare substantie 4, zoals een parfum, eau de toilette, aftershave of dergelijke. Dergelijke I vloeibare substanties 4 worden op een deel van een lichaamshuid 15 aangebracht om een bepaalde geur te verspreiden.

Het afgiftesamenstel 3 omvat een luchtpomp 5 en een vloeistofpomp 6 voor het pompen van lucht respectievelijk vloeibare I substantie 4. De luchtpomp en de vloestofpomp hebben elk een zuiger 5a, 6a en een cilinder 5b, 6b waartussen de luchtpompkamer 20 respectievelijk vloeistofpompkamer is gevormd. Dergelijke pompen I zijn bekend als zuigerpompen. Andere geschikte pomptypen kunnen I echter ook worden toegepast.

De luchtpomp 5 en de vloeistofpomp 6 zijn in werking te brengen I door een met de hand te bedienen gemeenschappelijk bedieningsorgaan 25 7. De luchtpomp 5 van de getoonde uitvoeringsvorm van de afgifte- I inrichting 1 is coaxiaal opgesteld ten opzichte van de vloeistofpomp

De door de luchtpomp 5 en de vloeistofpomp 6 gepompte lucht en I vloeibare substantie 4 worden in een mengkamer 8 met elkaar gemengd 30 zodat er een schuim wordt gevormd. Vervolgens wordt het schuim via I een afgiftekanaal 9 door de afgifteopening 10 afgegeven. In het afgiftekanaal 9 is ten minste een poreus element 11 aangebracht dat I het tot schuim vormen van de met lucht gemengde vloeibare substantie 4 bevordert. Het poreuze element 11 is bij voorkeur een schijfvormig I 35 zeefelement waardoorheen het mengsel van lucht en vloeibare substantie 4 stroomt. De getoonde afgifte-inrichting omvat verder 5 een deksel 12 voor het tijdens niet gebruik afschermen van het afgifte-samenstel 3.

Voor het vormen van het schuim omvat de vloeibare substantie 4 schuimmiddelen. Deze schuimmiddelen zijn oppervlakteactieve stoffen 5 voor het verlagen van de oppervlaktespanning van de vloeibare substantie 4. Dergelijke oppervlakteactieve stoffen zijn op zich bekend.

De vloeibare substantie 4 is bij voorkeur in hoofdzaak zeepvrij, bij verdere voorkeur volledig zeepvrij. Zeep is een 10 combinatie van een of meer zouten, bijvoorbeeld natrium of kalium en een of meer vetzuren, bijvoorbeeld olie-, stearine en/of palmzuur. Zeep wordt in het algemeen gebruikt als een schoonmaakmiddel. De vloeibare substantie 4 is niet bedoeld en bij voorkeur niet geschikt om gebruikt te worden als schoonmaakmiddel.

15 De vloeibare substantie 4 omvat ten minste 2% geurstoffen, bij voorkeur ten minste 4% geurstoffen. Bij verdere voorkeur omvat de vloeibare substantie ten minste 5%,en nog verdere voorkeur ten minste 10% geurstoffen. Dergelijke hoeveelheden geurstoffen zijn geschikt voor vloeibare substanties die op de lichaamshuid worden 20 aangebracht met het doel een bepaalde geur verspreiden. Een parfum omvat bijvoorbeeld ongeveer 20-40% geurstoffen, een eau de toilette 5-15% geurstoffen, een aftershave 4-12% geurstoffen en eau 2-6% geurstoffen.

Het is mogelijk dat de vloeibare substantie 4 verder nog 25 huidverzorgende stoffen of dergelijke omvat, of dat de vloeibare substantie huidverzorgende bijwerkingen heeft, zoals bijvoorbeeld in het algemeen het geval is bij aftershave.

Het reservoir 2 van de afgifte-inrichting 1 is ten minste gedeeltelijk gevuld met de vloeibare substantie 4. Door het bedienen 30 van de gemeenschappelijke bedieningsorgaan 7 wordt de opgepompte vloeibare substantie 4 gemengd met lucht. Dit mengsel vormt een schuim dat via het afgiftekanaal 9 bij de afgifteopening 10 wordt afgegeven.

Het schuim kan bijvoorbeeld in een hand worden opgevangen en 35 met deze hand of beide handen op de bestemde lichaamshuid bijvoorbeeld een deel van het gezicht worden aangebracht. Doordat de vloeibare substantie 4 in schuimvorm wordt afgegeven, komt er een H relatief groot volume vrij waardoor het doseren en verdelen relatief gemakkelijk is. Bovendien komt door de schuimvorm van de vloeibare substantie 4 de geur van de geurstoffen goed vrij.

In het bovenstaande is een mogelijke uitvoeringsvorm van een 5 afgifte-inrichting 1 volgens de uitvinding beschreven. Het is echter ook mogelijk de vloeibare substantie volgens de uitvinding met een ander type schuimvormer tot schuim te vormen. Het gebruik van andere typen schuimvormers, die geschikt zijn voor het tot schuim vormen van de vloeibare substantie 4 volgens de uitvinding, zoals 10 bijvoorbeeld aerosols met een reservoir onder druk, knijpschuimers (squeeze foamers) en een afgifte-inrichting die een gel afgeeft die na het afgeven ervan een schuim vormt (postfoaming gel), wordt I geacht onder de uitvinding te vallen.

Claims (16)

1. Afgifte-inrichting omvattende een afgifteopening en een I reservoir met een een of meer geurstoffen omvattende vloeibare I 5 substantie, zoals een parfum, eau de toilette, aftershave of I dergelijke, die bedoeld is op een deel van een lichaamshuid I aangebracht te worden voor het verspreiden van een bepaalde geur, I met het kenmerk, dat de afgifte-inrichting een afgiftesamenstel I omvat voor het tot een schuim vormen van de vloeibare substantie en I 10 voor het afgeven van het schuim, welk schuim op het deel van de I lichaamshuid is aan te brengen, waarbij de vloeibare substantie I schuimmiddelen omvat voor het tot een schuim vormen van de vloeibare I substantie. I 15

2. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de I vloeibare substantie in hoofdzaak zeepvrij is.

3. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, I dat de vloeibare substantie volledig zeepvrij is. I 20

4. Afgifte-inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de vloeibare substantie ten minste 2% I geurstoffen omvat, bij voorkeur ten minste 4%. I 25

5. Afgifte-inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-4, I met het kenmerk, dat de vloeibare substantie ten minste 5%, bij voorkeur ten minste 10% geurstoffen omvat.

6. Afgifte-inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-5, I 30 met het kenmerk, dat de afgifte-inrichting een vloeistofpomp en een luchtpomp omvat die gelijktijdig met de hand te bedienen zijn voor H het pompen van de vloeibare substantie respectievelijk lucht.

7. Afgifte-inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-6, I 35 met het kenmerk, dat de afgifte-inrichting een mengkamer omvat voor het daarin mengen van de vloeibare substantie en lucht.

8. Afgifte-inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de afgifte-inrichting in een afgiftekanaal een of meer poreuze elementen zoals een of meer zeefelementen of dergelijke omvat voor het bevorderen van het tot schuim vormen van 5 met lucht gemengde vloeibare substantie.

9. Vloeibare substantie, zoals een parfum, eau de toilette, aftershave of dergelijke, om op een deel van een lichaamshuid aan te brengen voor het verspreiden van een bepaalde geur, omvattende een H 10 of meer geurstoffen, waarbij de vloeibare substantie schuimmiddelen omvat voor het tot een schuim vormen van de vloeibare substantie.

10. Vloeibare substantie volgens conclusie 9, waarbij de vloeibare H substantie in hoofdzaak zeepvrij, bij voorkeur volledig zeepvrij is.

11. Vloeibare substantie volgens conclusie 9 of 10, waarbij de vloeibare substantie ten minste 2% geurstoffen omvat, bij voorkeur ten minste 4% geurstoffen.

12. Vloeibare substantie volgens een of meer van de conclusies 9- 11, waarbij de vloeibare substantie ten minste 5%, bij verdere voorkeur ten minste 10% geurstoffen omvat.

13. Vloeibare substantie volgens een of meer van de conclusies 9- I 25 12, waarbij de vloeibare substantie huidverzorgende stoffen omvat.

14. Vloeibare substantie volgens een of meer van de conclusies 9- 13, waarbij de vloeibare substantie een after shave, parfum of eau I de toilette is. I 30

15. Vloeibare substantie volgens een of meer van de conclusies 9- I 14, waarbij het schuim is af te geven onder gebruikmaking van de I afgifte-inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-8. I 35

16. Gebruik van een schuimvormer voor het afgeven van een vloeibare I substantie volgens een of meer van de conclusies 1-15.