NL1022533C2

NL1022533C2 - Pile-driving machine, has frame supported by running wheels or crawler continuous tracks on which under carriage is fitted, which in turn supports an upper carriage

Info

Publication number: NL1022533C2
Application number: NL1022533A
Authority: NL
Inventors: Arie Heinz Horst Kandt
Original assignee: Kandt Special Crane Equipment
Priority date: 2003-01-30
Filing date: 2003-01-30
Publication date: 2004-08-03

Abstract

Pile-driving (9) machine has frame (1) supported by running wheels or crawler continuous track (2) on which an under carriage (3) is fitted, which in turn supports an upper carraige (4). The upper carriage is pivotable in relation to the under carriage around a virtually vertical rotation axis. The upper carriage supports devices for effecting the building work requirements. The under carriage has at least running wheels (11) or continuous tracks near a side edge of the machine, which are displaceable in relation to the frame crossways to the longitudinal direction of the machine and adjustable in several positions.

Description

Machine voor het uitvoeren van bouwwerkzaamheden.Machine for performing construction work.

BESCHRIJVINGDESCRIPTION

De uitvinding heeft betrekking op een machine voor het 5 uitvoeren van bouwwerkzaamheden, in het bijzonder heimachines, voorzien van een door loopwielen of rupsbanden ondersteund gestel, waarop een onderwagen is aangebracht, welke onderwagen een bovenwagen zodanig ondersteunt, dat de bovenwagen ten opzichte van de onderwagen om een zich tenminste nagenoeg verticaal uitstrekkende draaiingsas verzwenkbaar is, 10 terwijl de bovenwagen middelen voor het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden ondersteunt.The invention relates to a machine for carrying out construction work, in particular pile-driving machines, provided with a frame supported by running wheels or tracks, on which a undercarriage is mounted, which undercarriage supports a superstructure such that the superstructure relative to the undercarriage is pivotable about an axis of rotation extending substantially vertically, while the superstructure supports means for carrying out the construction work.

Dergelijke machines zijn algemeen bekend en worden bijvoorbeeld benut voor het uitvoeren van heiwerkzaamheden, waarbij de bovenwagen een heistelling ondersteunt. In andere gevallen wordt de 15 machine bijvoorbeeld benut voor het uitvoeren van graafwerkzaamheden, waarbij de bovenwagen bijvoorbeeld een verzwenkbare arm ondersteunt aan het vrije einde waarvan een graafschop of dergelijke is bevestigd.Such machines are generally known and are used, for example, for performing pile-driving operations, wherein the superstructure supports a pile-driving rig. In other cases the machine is for instance used for carrying out excavation work, wherein the superstructure for instance supports a pivotable arm at the free end of which a digging shovel or the like is attached.

Bij de gebruikelijke machines is in het algemeen de onderwagen vast op het gestel aangebracht en zodanig geplaatst, dat 20 gezien in de lengterichting van de machine, d.w.z. in de richting waarin met behulp van de loopwielen of rupsbanden de machine langs een rechte baan kan worden verplaatst, de draaiingsas waarom de bovenwagen ten opzichte van de onderwagen verdraaibaar is in het langsmiddenvlak van de machine is gelegen. Daarbij is de opbouw van de bovenwagen in het 25 algemeen van zodanige afmetingen, dat bij verzwenken van de bovenwagen ten opzichte van de onderwagen het van de door de bovenwagen ondersteunde middelen voor het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden afgekeerde achtereinde van de bovenwagen zwaait door een naast een zijkant van de machine gelegen gebied. Dit kan tijdens gebruik van de machine nadelige 30 gevolgen hebben. Indien bijvoorbeeld de machine wordt gebruikt voor werkzaamheden op een spoornet met dubbel spoor en daarbij op een eerste 1°22533 H spoor staat, zal het in het algemeen gewenst zijn, dat het naast gelegen spoor voor het spoorverkeer ter beschikking blijft en niet moet worden vrijgehouden, omdat tijdens bedrijf het achtereinde van de bovenwagen over dit naast gelegen spoor zwenkt. Ook bij gebruik van de machine op 5 tweebaanswegen zal het op overeenkomstige wijze in het algemeen gewenst zijn, dat het verkeer op althans een baan ongestoord kan plaatsvinden.With conventional machines, the undercarriage is generally fixedly mounted on the frame and positioned such that, viewed in the longitudinal direction of the machine, ie in the direction in which the machine can be moved along a straight path by means of the running wheels or tracks. the axis of rotation about which the upper carriage is rotatable relative to the lower carriage is located in the longitudinal center plane of the machine. The structure of the superstructure is generally of such dimensions that when the superstructure is pivoted relative to the undercarriage, the rear end of the superstructure remote from the means supported by the superstructure for carrying out the construction work swings through an adjacent side of the machine. This can have adverse consequences during the use of the machine. For example, if the machine is used for work on a dual-track rail network and is on a first 1 ° 22533 H track, it will generally be desirable that the adjacent track remains available for rail traffic and should not be kept clear , because during operation the rear end of the superstructure swings over this adjacent track. Similarly, when the machine is used on two-lane roads, it will generally be desirable that traffic on at least one track can take place undisturbed.

Ook kan het bijvoorbeeld voorkomen, dat de machine zodanig dicht naast I een gebouw moet worden opgesteld, dat er tijdens bedrijf geen delen van de machine buiten de naast het gebouw opgestelde zijkant van de machine I 10 kunnen uitsteken.It may also occur, for example, that the machine must be positioned so close to a building that during operation no parts of the machine can protrude beyond the side of the machine I arranged next to the building.

Volgens de uitvinding zijn nu de onderwagen evenals tenminste de nabij een zijkant van de machine gelegen loopwielen of H rupsband(en) ten opzichte van het gestel dwars op de lengterichting van H de machine verplaatsbaar en in meerdere standen instelbaar.According to the invention, the undercarriage as well as at least the running wheels or H caterpillar track (s) located near a side of the machine are now displaceable relative to the frame transversely of the longitudinal direction of the machine and adjustable in several positions.

15 Door verplaatsing van de onderwagen in een richting dwars I op de lengterichting van de machine kan een zodanige stand van de I onderwagen ten opzichte van het gestel worden verkregen, dat bij I verzwenken van de bovenwagen ten opzichte van de onderwagen de I achterzijde van de bovenwagen in geen enkele stand van de bovenwagen ten 20 opzichte van de onderwagen ongeschikt zal uitsteken buiten de zijkant van de machine, die afgekeerd is van de zijkant in de richting waarvan de I onderwagen is verschoven. Daarbij kan toch een stabiele stand van de machine worden gewaarborgd, doordat ook de loopwielen of rupsband(en), die zijn gelegen aan de zijkant van de machine in de richting waarvan de I 25 onderwagen is verschoven, worden uitgeschoven.By moving the undercarriage in a direction transverse to the longitudinal direction of the machine, such a position of the undercarriage relative to the frame can be obtained that when I pivot the superstructure relative to the undercarriage, the I rear side of the machine the superstructure will not in any position of the superstructure protrude unsuitably from the side of the machine beyond the side of the machine, which is turned away from the side in which the undercarriage has shifted. A stable position of the machine can nevertheless be guaranteed in that the running wheels or caterpillar track (s), which are located on the side of the machine, in the direction of which the undercarriage is shifted, are also extended.

Voor gebruik op het spoor is de machine bij voorkeur I voorzien van nabij beide zijkanten van het gestel opgestelde in hoogterichting ten opzichte van het gestel instelbare railwielen, zodat I de inrichting gemakkelijk langs het spoor kan worden verplaatst.For use on the track, the machine is preferably provided with rail wheels which are adjustable near both sides of the frame and which are adjustable in height direction relative to the frame, so that the device can easily be moved along the track.

I 30 Bij voorkeur zijn de aan beide zijkanten van het gestel I gelegen loopwielen en/of rupsband(en) dwars op de lengterichting van het 3 gestel verstelbaar, zodat de machine steeds op zo gunstig mogelijke wijze kan worden opgesteld.The running wheels and / or caterpillar track (s) located on both sides of the frame I are preferably adjustable transversely to the longitudinal direction of the frame, so that the machine can always be arranged in the most favorable manner possible.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvorm 5 van een machine volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to an embodiment of a machine according to the invention schematically shown in the accompanying figures.

Figuur 1 toont een zijaanzicht op een uitvoeringsvorm van een machine volgens de uitvinding.Figure 1 shows a side view of an embodiment of a machine according to the invention.

Figuur 2 toont een zijaanzicht op de in figuur 1 weergegeven machine.Figure 2 shows a side view of the machine shown in Figure 1.

10 Figuur 3 toont een met figuur 2 overeenkomend aanzicht, waarbij de machine met behulp van in deze figuur niet weergegeven op rails rustende railwielen zodanig omhoog gedrukt is, dat de rupsbanden van de machine van de grond zijn afgetild.Figure 3 shows a view similar to Figure 2, wherein the machine is pushed upwards with the aid of rail wheels resting on rails in this figure such that the tracks of the machine are lifted off the ground.

Figuur 4 toont een met figuur 2 overeenkomend aanzicht van 15 de machine, waarbij de rupsbanden zijn uitgeschoven ten opzichte van het gestel.Figure 4 shows a view corresponding with Figure 2 of the machine, wherein the tracks are extended with respect to the frame.

Figuur 5 toont een met figuur 4 overeenkomend aanzicht op de machine, waarbij de onderwagen vanuit het midden van het gestel naar een zijkant van het gestel is verschoven.Figure 5 shows a view corresponding to Figure 4 on the machine, wherein the undercarriage has been shifted from the center of the frame to a side of the frame.

20 Figuur 6 toont een met figuur 2 overeenkomend aanzicht, waarbij de bovenwagen ten opzichte van de in figuur 2 weergegeven stand over 90° is verdraaid.Figure 6 shows a view similar to Figure 2, wherein the superstructure is rotated through 90 ° with respect to the position shown in Figure 2.

De in de figuren weergegeven machine omvat een gestel 1, dat aan zijn beide langszijden is voorzien van op zich bekende rupsbanden 25 2 respectievelijk 2' die dienen voor het ondersteunen en voortbewegen van de inrichting in zijn lengterichting.The machine shown in the figures comprises a frame 1 which is provided on its two longitudinal sides with caterpillars 2 and 2 ', which are known per se and which serve to support and move the device in its longitudinal direction.

Verder is het gestel voorzien van een zogenaamde onderwagen 3, welke een bovenwagen 4 ondersteunt, zodanig, dat de bovenwagen 4 op op zich bekende wijze ten opzichte van de onderwagen 3 kan worden verdraaid 30 om een draaiingsas, die zich bij op een horizontale ondergrond staande machine in een althans nagenoeg verticale richting uitstrekt.Furthermore, the frame is provided with a so-called undercarriage 3, which supports an upper carriage 4, such that the upper carriage 4 can be rotated relative to the undercarriage 3 in a manner known per se about an axis of rotation which, when standing on a horizontal surface machine extends in a substantially vertical direction.

1 η?? ς '!o H Op de bovenwagen 4 is een bedieningscabine 5 aangebracht I alsmede een onder een afschermkap 5' opgestelde aandrijfbron. Zoals in het bijzonder gezien in figuur 2 is de bovenwagen 4 nabij de voorzijde voorzien van aankoppelmiddelen 6 met behulp waarvan bijvoorbeeld een hei - 5 uitrusting of een giek met daaraan gekoppelde graafbak of dergelijke gebruikelijke middelen voor het uitvoeren van bouwwerkzaamheden kunnen worden aangekoppeld, zoals algemeen bekend is voor gebruikelijke machines van dit type.1 η ?? A control cabin 5 is arranged on the superstructure 4, as well as a driving source arranged under a protective cover 5 '. As seen in particular in Figure 2, the superstructure 4 is provided near the front with coupling means 6 with the aid of which, for example, a pile-driving equipment or a boom with bucket connected thereto or similar conventional means for carrying out construction work can be coupled, as is generally the case. is known for conventional machines of this type.

I De rupsbandsamenstellen 2, 2' zijn bevestigd aan 10 kokervormige mantels 7 respectievelijk 8, die verschuifbaar zijn opgenomen door met hun uiteinden in de kokervormige mantels 7 en 8 ingestoken dwarsbalken 9 van het gestel.The caterpillar assemblies 2, 2 'are attached to tubular jackets 7 and 8, respectively, which are slidably received by their ends inserted into the tubular jackets 7 and 8 of the frame.

I De bovenwagen 3 is eveneens bevestigd aan kokervormige I mantels 10, waardoorheen zich de balken 9 uitstrekken. Daarbij zijn ook H 15 de kokervormige mantels 10 ten opzichte van de dwarsbalken 9 in de I lengterichting van de dwarsbalken 9 en dus dwars op de lengterichting van I de machine verschuifbaar. Voor het verschuiven van de verschillende I kokervormige mantels 7, 8 en 10 kunnen niet nader weergegeven en I bijvoorbeeld in de kokervormige balken 9 ingebouwde verstel cilinders of I 20 dergelijke zijn aangebracht.The superstructure 3 is also attached to tubular I jackets 10, through which the beams 9 extend. Thereby also the tubular sheaths 10 are slidable relative to the transverse beams 9 in the longitudinal direction of the transverse beams 9 and thus transversely to the longitudinal direction of the machine. For shifting the different tubular jackets 7, 8 and 10, adjustment cylinders or the like built-in for example in tubular beams 9 may not be shown.

In de weergegeven uitvoeringsvorm is de machine aan iedere I zijkant nabij beide uiteinden voorzien van railwielen in het bijzonder I een stel van twee railwielen 11 bij ieder uiteinde. De beide bij een I uiteinde opgestelde railwielen 11, waarvan de draaiingsassen zich I 25 loodrecht op de lengterichting van de machine uitstrekken, worden I ondersteund door een juk 12, dat met behulp van een zich evenwijdig aan I de draaiingsas van de wielen uitstrekkende as 13 vrij zwenkbaar gekoppeld I is met een uiteinde van een arm 14. Het andere uiteinde van de arm 14 is met behulp van zich evenwijdig aan de as 13 uitstrekkende as 15 zwenkbaar I 30 met het gestel 1 van de machine gekoppeld. Daarbij kan iedere arm 14 met behulp van een verstel cilinder 16 ten opzichte van het gestel worden I 1 Π O O r- Λ ~ 5 verzwenkt en in een gewenste stand ten opzichte van het gestel worden geblokkeerd.In the embodiment shown, the machine is provided with rail wheels on each side near both ends, in particular a set of two rail wheels 11 at each end. The two rail wheels 11 arranged at one end, the axes of rotation of which extend perpendicularly to the longitudinal direction of the machine, are supported by a yoke 12 which, with the aid of an axis 13 extending parallel to the axis of rotation of the wheels. freely pivotably coupled I is coupled to one end of an arm 14. The other end of the arm 14 is pivotably coupled to the frame 1 of the machine by means of shaft 15 extending parallel to the shaft 13. Each arm 14 can herein be pivoted relative to the frame with the aid of an adjusting cylinder 16 and locked in a desired position relative to the frame.

Zoals in het bijzonder uit figuur 6 blijkt steekt, indien de rupsbanden de voor dergelijke graafmachines gebruikelijke stand, in 5 het onderhavige geval de geheel ingeschoven stand innemen, het achtereinde van de bovenwagen, d.w.z. het einde van de bovenwagen, dat afgekeerd is van de bovengenoemde bevestigingsmiddelen 6, aanzienlijk buiten het gestel van de machine uit. Dit kan hinderlijk zijn voor verkeer, dat beweegt langs de plaats waar de machine staat opgesteld of 10 kan eventueel een dergelijk verkeer geheel uitsluiten. Verder kan, indien de machine dicht naast een gebouw moet worden opgesteld, een verzwenken van de bovenbouw naar de in figuur 6 weergegeven stand zelfs onmogelijk zijn.As can be seen in particular from Figure 6, if the tracks assume the position usual for such excavators, in the present case the fully retracted position, the rear end of the superstructure, ie the end of the superstructure, which is remote from the above mentioned fasteners 6, substantially outside the frame of the machine. This can be a hindrance to traffic moving along the location where the machine is installed or possibly completely excluding such traffic. Furthermore, if the machine is to be positioned close to a building, swiveling the superstructure to the position shown in Figure 6 may even be impossible.

Indien het bijvoorbeeld gewenst is om de machine op het 15 spoornet te gebruiken kan men door aandrijven van de rupsbanden 2 en 3 de machine op een uit een tweetal rails 17 opgebouwde spoorbaan rijden en vervolgens, door het op de rails plaatsen en ten opzichte van het gestel 1 naar beneden drukken van de spoorwielen 11 de machine optillen naar de in figuur 3 weergegeven stand. Vervolgens kan men dan bijvoorbeeld gezien 20 in de figuren 3 en 4 de aan de linker zijde opgestelde rupsband 2 over de kokervormige balken 9 en de kokervormige balken 9 ten opzichte van de aan de rechter zijde opgestelde rupsband 2' naar links verschuiven en eventueel ook de op de kokervormige mantels 10 geplaatste onderwagen 3 en bovenwagen 4 vanuit de in figuur 4 weergegeven stand eveneens naar links 25 verschuiven zoals in figuur 5 is weergegeven. Na het op de gewenste wijze uitschuiven van de rupsbanden 2 en 2' kunnen deze weer op de grond worden geplaatst door de rail wiel en 11 ten opzichte van het gestel omhoog te bewegen.If, for example, it is desired to use the machine on the rail network, the machine can be driven by driving the tracks 2 and 3 on a track constructed from two rails 17 and then, by placing it on the rails and with respect to the rail system. pushing frame 1 downwards of the track wheels 11 lifting the machine to the position shown in figure 3. Then, for example, seen in figures 3 and 4, the caterpillar track 2 positioned on the left-hand side can be moved over the tubular beams 9 and the tubular beams 9 to the left relative to the caterpillar track 2 'arranged on the right-hand side and optionally also the lower carriage 3 and upper carriage 4 placed on tubular casings 10 from the position shown in figure 4 also shift to the left as shown in figure 5. After the tracks 2 and 2 'have been slid out in the desired manner, they can be placed on the ground again by moving the rail wheel and 11 upwards relative to the frame.

Indien men dan de bovenwagen vanuit de in figuur 4 30 weergegeven stand over 90° verdraait naar de in figuur 5 weergegeven stand van de bovenwagen zal de achterzijde van de bovenwagen 4 althans 1 022533 H nagenoeg niet buiten de aan de rechter zijkant gelegen rupsband 2' uitsteken zodat bijvoorbeeld op een naast het in figuur 4 weergegeven spoor 17 gelegen spoor rijdende treinen de machine ongehinderd kunnen passeren terwijl met behulp van de machine aan de gezien in figuren 4, 5 5 linker zijde van het spoor 17 bouwwerkzaamheden worden uitgevoerd.If the superstructure is then rotated through 90 ° from the position shown in figure 4 to the position of the superstructure shown in figure 5, the rear side of the superstructure 4 will at least practically not be outside the caterpillar track 2 'located on the right-hand side. protrude so that, for example, trains traveling on a track located next to the track 17 shown in Figure 4 can pass the machine unhindered, while construction work is carried out on the left-hand side of the track 17 as seen in Figures 4, 5.

Doordat daarbij de rupsbanden zijn uitgeschoven is toch een stabiele stand van de machine tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden gewaarborgd.Because the tracks are thereby extended, a stable position of the machine is still guaranteed during the execution of the work.

I Doordat beide rupsbanden dwars op de lengterichting van de 10 machine instelbaar zijn en ook de combinatie van bovenwagen en onderwagen H vanuit de normale middenstand in tegengestelde richtingen ten opzichte I van het gestel kan worden verschoven kan steeds een optimale stabiele I stand van de machine worden verkregen, terwijl tevens de combinatie van I onderwagen en bovenwagen in een zo gunstig mogelijke stand kan worden I 15 opgesteld.Because both tracks are adjustable transversely to the longitudinal direction of the machine and also the combination of upper carriage and lower carriage H can be shifted from the normal center position in opposite directions relative to the frame, an optimum stable position of the machine can always be achieved. while the combination of undercarriage and superstructure can also be arranged in the most favorable position possible.

Bij voorkeur is althans een van de rail wiel en 11 voorzien I van een eigen aandrijf bron bijvoorbeeld een in de naaf van het wiel I geïntegreerde hydromotor zodat de machine, na het van de grond optillen I van de rupsbanden gemakkelijk over het spoor kan worden verplaatst.Preferably, at least one of the rail wheels and 11 is provided with its own drive source, for example a hydromotor integrated in the hub of the wheel I, so that the machine can be easily moved along the track after lifting the tracks from the ground. .

I 20 Hoewel in het bovenstaande een uitvoering is beschreven I waarbij het gestel van de machine is ondersteund door rupsbanden zal het I duidelijk zijn dat in plaats van rupsbanden ook loopwielen kunnen worden gebruikt.Although in the foregoing an embodiment has been described in which the frame of the machine is supported by caterpillars, it will be clear that running wheels can also be used instead of caterpillars.

I Op iedere verstel cilinder 16 is bij voorkeur een in de I 25 figuren niet nader weergegeven accumulator aangesloten, zodanig, dat de I accumulator als verend orgaan kan werken. Zodoende kan iedere I wieldraagarm 14 onafhankelijk van de andere wieldraagarmen in I hoogterichting verend ten opzichte van de machine uitwijken waardoor ook I oneffenheden in het spoor kunnen worden opgevangen.Each adjusting cylinder 16 is preferably connected to an accumulator, not further shown in the figures, such that the accumulator can act as a resilient member. Thus, each wheel support arm 14 can deflect independently of the other wheel support arms resiliently in height direction relative to the machine, whereby unevennesses in the track can also be absorbed.

I 1 0 2 ? ς Q OI 1 0 2? ς Q O

Claims

Machine for performing construction work, in particular pile-driving machine, provided with a frame supported by running wheels or tracks 5, on which a undercarriage is mounted, which undercarriage supports an upper carriage such that the upper carriage relative to the undercarriage is at least substantially vertical axis of rotation is pivotable, while the superstructure supports means for carrying out the construction work, characterized in that the undercarriage, as well as at least the running wheels or caterpillar track (s) located near a side of the machine, is transverse to the frame. the machine can be moved in the longitudinal direction and can be adjusted in several positions.

2. Machine as claimed in claim 1, characterized in that the machine is provided near both sides of the frame with the frame supporting support members adjustable in height relative to the frame.

3. Machine as claimed in claim 2, characterized in that the support members are formed by rail wheel and.

4. Machine as claimed in claim 3, characterized in that rail wheels are provided near each end of a side of the frame.

5. Machine as claimed in claim 4, characterized in that near each end a set of two rail wheels is arranged, which are coupled to an arm which can be pivoted about a horizontal axis extending perpendicularly to the longitudinal direction of the machine and in desired positions is adjustable.

6. Machine as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that at least one of the rail wheels is coupled to a drive source.

7. Machine as claimed in claim 6, characterized in that a rail wheel coupled to a drive source is provided on both sides of the machine 1 2 253 H. Η

Machine according to claim 6 or 7, characterized in that the drive source is formed by a hydraulic motor integrated in the wheel.

9. Machine as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the running wheels or caterpillar track (s) located on both sides of the frame are adjustable transversely to the longitudinal direction of the frame.

Machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the rail wheel can move in a resilient manner relative to the frame. I * Γ *. t / U Λ Λ -J egg A