NL1022209C2 - Inrichting voor het reinigen van oppervlakken. - Google Patents

Description

H INRICHTING VOOR HET REINIGEN VAN OPPERVLAKKEN

De uitvinding betreft een inrichting voor het reinigen van oppervlakken, zoals ruiten.

Gezien geldende wetgeving en regels is het heden ten H dagen niet meer mogelijk om lange ladders te gebruiken om van H 5 verschillende verdiepingen van een gebouw de ruiten te H reinigen. Het is daarbij noodzakelijk om een speciale lift te H gebruiken, die ofwel vanaf de grond omhoog gebracht wordt, ofwel aan de bovenzijde van het gebouw is opgehangen. Om met H dergelijk apparaten de ruiten van een geheel gebouw te 10 reinigen is veel tijd gemoeid. Hierdoor zijn de kosten voor het reinigen van de ruiten van een gebouw hoog.

Het is gewenst om een inrichting te verschaffen I waarbij de nadelen van hoge kosten en het gebruik van I dergelijk apparaten verminderd wordt.

15 Dit doel wordt bereikt met een inrichting volgens de I uitvinding, welke, inrichting omvat: I - een geleiding; I - een in hoofdzaak haaks op de geleiding aangebrachte I reinigingsarm; I 20 - op de reinigingsarm aangebrachte sproeimiddelen voor het op het oppervlak sproeien van een vloeistof; I - ten minste één op de reinigingsarm aangebrachte I wisser voor het van het oppervlak wissen van aangebrachte I vloeistof, 25 waarbij althans de wisser tussen een tegen het oppervlak geplaatste stand en een van het oppervlak geheven stand zwenkbaar is.

Via de geleiding kan de reinigingsarm heen en weer bewogen worden voor het oppervlak. In een alternatieve 30 uitvoeringsvorm kan de reinigingsarm zodanig zijn opgesteld dat deze op en neer beweegt.

In de heengaande beweging kunnen de sproeimiddelen een reinigingsvloeistof op het oppervlak sproeien en I vervolgens kan in de teruggaande slag de wisser deze I vloeistof/ inclusief vuil van het oppervlak verwijderen.

5 Hiertoe is de wisser tussen een tegen het oppervlak I geplaatste stand en een van het oppervlak geheven stand H zwenkbaar. Indien dit niet mogelijk is, dan zou de wisser direct de opgesproeide vloeistof van het oppervlak verwijderen.

10 In een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding omvat deze op de reinigingsarm H aangebracht schraapmiddelen. Dergelijke schraapmiddelen zijn H voordelig indien hardnekkig vuil, zoals uitwerpselen van vogels op de ruit of het oppervlak aanwezig zijn. Bij H 15 voorkeur omvatten de schraapmiddelen een zich over de lengte H van de reinigingsarm uitstrekkend mes. Met een dergelijk mes wordt het ergste vuil van het oppervlak afgesneden. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een scheermesachtige inrichting.

20 In een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de geleiding twee parallel aan elkaar aangebrachte transporteurs, waarbij de reinigingsarm verbonden is met de transporteurs en zich in hoofdzaak daartussen uitstrekt. Daarbij kunnen de transporteurs elk een 25 aangedreven draadeind omvatten. Ook is een snaaraandrijving mogelijk. Deze transporteurs kunnen dan bijvoorbeeld in het H kozijn van een raam zijn verwerkt, waardoor alleen de H reinigingsarm zichtbaar is. Deze zou zelfs in ruststand H opgeborgen kunnen worden in een deel van het kozijn.

30 Een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat een tweede geleiding en een in hoofdzaak haaks op de geleiding aangebrachte arm, welke beiden achter het te reinigen oppervlak zijn aangebracht, I waarbij ten minste één van de reinigingsarm of de tweede arm magneetmiddelen omvat voor het naar elkaar toe dringen van de reiningsarm en de tweede arm. Indien de door de reinigingsarm te overspannen lengte groot is, zal het moeilijk zijn 5 voldoende aandrukkracht te genereren voor de wisser in met name het middengedeelte van de reinigingsarm. Door nu aan de achterzijde van het te reinigen oppervlak een tweede arm aan te brengen en beide armen naar elkaar toe te trekken door middel van magneetmiddelen wordt gewaarborgd dat over de 10 gehele lengte van de reinigingsarm een in hoofdzaak gelijke aandrukkracht aanwezig is.

De magneetmiddelen kunnen daarbij permanent magneten en/of electromagneten omvatten.

Deze en andere kenmerken worden nader toegelicht aan 15 de hand van de bijgaande tekeningen, waarbij wordt opgemerkt dat de dimensies van de diverse onderdelen niet met de werkelijkheid overeen hoeft te komen, met name zullen in de praktijk de onderdelen een slanker uiterlijk vertonen. Echter voor de onderhavige toelichting is voor een duidelijker 20 aanzicht gekozen. Voorts zal in de praktijk de diverse onderdelen van inrichting gewoonlijk worden weggewerkt in een omlijsting.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding gemonteerd op een ruit.

25 Figuur 2 toont een detail van de reinigingsarm van de inrichting volgens figuur 1.

Figuur 3 toont een tweede detail van de reinigingsarm volgens figuur 1.

Figuur 4 toont het detail volgens figuur 3 in een 30 tweede stand.

Figuur 5 toont een doorsnedeaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.

In figuur 1 wordt in perspectivisch aanzicht de inrichting 1 volgens de uitvinding getoond. Deze inrichting 1 I omvat een, bovenste transporteur bestaande uit een draadeinde I 2, welke aangedreven wordt door een motor 3. De onderste I 5 transporteur bestaat eveneens uit een draadeind 4, dat door I een motor 5 wordt aangedreven. Tussen deze twee draadeinden I 2, 4 strekt zich een reinigingsbalk 6 uit. Op deze reinigingsbalk 6 zijn mondstukken 7 aangebracht, die via een slang 8 en een haspel 9 van reinigingsvloeistof worden 10 voorzien. Als alternatief kan in de reinigingsbalk 6 een reservoir met een ventiel voor reinigingsvloeistof onder druk H zijn voorzien, die telkens als de balk 6 zich aan de zijkant bevindt onder druk wordt gevuld middels een spuitmond, welke eveneens is voorzien van een ventiel welke tegen het 15 reservoirventiel beweegt en daardoor opent, op vergelijkbare H wijze waarop navulbare aanstekers worden gevuld.

H De reinigingsbalk 6 is voor een ruit 10 verplaatsbaar. Aan beide zijden van het frame zijn drukschakelaars 19 aangebracht, die door de reinigingsbalk 20 worden ingedrukt, en welke een signaal aan de motoren 3, 5 doorgeven teneinde de rotatie van de draadeinden 2, 4 om te draaien respectievelijk te stoppen. Als alternatief kunnen aan beide zijden van het frame pennen zijn aangebracht die een schakelaar in de reinigingsbalk 6 voor ditzelfde doel 25 bedienen.

In figuur 2 is een detail getoond van de inrichting 1 volgens de uitvinding. De reinigingsbalk 6 is in deze H uitvoeringsvorm via een kogelomloopbus 11 op het draadeind 2 H gelagerd. Op de reinigingsarm 6 is verder een frame deel 12 H 30 zwenkbaar aangebracht. Op dit framedeel 12 is een wisserblad 13 en een schraapmes 14 aangebracht.

In de teruggaande beweging (zie figuur 3) zal het framedeel 12 tegen de ruit 10 aangezwenkt worden, zodat het 5 mes 14 op de ruit staat en door de teruggaande beweging het vuil V van de’ruit 10 kan afschrapen. Dit mes zal in de I praktijk alleen aan de buitenzijde van het raam nodig zijn.

Dit vuil wordt vervolgens verzameld in een opvangbak 15. Ook 5 de overtollige hoeveelheid reinigingsvloeistof, die door de wisser 13 van deze slag van de ruit 10 verwijderd wordt, kan in deze opvangbak 15 worden verzameld. Aan het einde van teruggaande beweging (zie figuur 4) is een grotere verzamelbak 16 aangebracht, waarin de inhoud van het 10 verzamelbakje 15 verzameld wordt. In deze grote verzamelbak 16 kan de vloeistof verdampen, eventueel door middel van elektrische evrwarminselementen, en blijft slechts een klein deel van het vuil over. Hierdoor hoeft slechts een beperkt aantal malen per jaar de reinigingsinrichting schoongemaakt 15 te worden.

In figuur 5 is een tweede uitvoeringsvorm 20 van een inrichting volgens de uitvinding getoond. Gelijke delen zijn met gelijke verwijzingscijfers aangegeven.

Aan de achterzijde van de te reinigen ruit 10 is een 20 tweede arm 21 aangebracht, die door middel van een viltlaag 22 op de ruit 10 rust. Als alternatief kan aan beide zijden van de ruit een reinigingsbalk 6 zijn aangebracht, zodat de ruit 10 zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde gelijktijdig kan worden gewist. Op de wisbalk 12 aan de 25 buitenzijde van de ruit 10 zijn verdeeld over de lengte daarvan diverse magneten 23 aangebracht, die de arm 21 of de tegenoverliggende wisbalk aantrekken, zodat de wisser 13 over de gehele lengte van de wisbalk 12 een constante druk uitoefent op de ruit 10 en zo het gehele oppervlak voldoende 30 kan reinigen. Bij voorkeur zijn de magneten 23 electromagneten, aangezien hiermee een grotere kracht gegenereerd kan worden. Deze elektromagneten worden gevoed door een 12 Volt voeding, welke door middel van ci ,-ίκ -v spanningsdraden 17 die parallel aan de draadeinden 2 zijn aangebracht en koolstofopnemers 18 die op de wisbalk 12 wordt aangeleverd. Het is echter ook mogelijk om permanent magneten H te gebruiken.

Claims (8)

1. Inrichting voor het reinigen van oppervlakken, zoals ruiten, welke inrichting omvat: - een geleiding; - een in hoofdzaak haaks op de geleiding aangebrachte 5 reinigingsarm; - op de reinigingsarm aangebrachte sproeimiddelen voor het op het oppervlak sproeien van een vloeistof; - ten minste één op de reinigingsarm aangebrachte wisser voor het van het oppervlak wissen van aangebrachte 10 vloeistof, waarbij althans de wisser tussen een tegen het oppervlak geplaatste stand en een van het oppervlak geheven stand zwenkbaar is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende op de 15 reinigingsarm aangebrachte schraapmiddelen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de schraapmiddelen een zich over de lengte van de reinigingsarm uitstrekkend mes omvatten.

4. Inrichting volgens één van de voorgaande 20 conclusies, waarbij de geleiding twee parallel aan elkaar aangebrachte transporteurs omvat, waarbij de reinigingsarm verbonden is met de transporteurs en zich in hoofdzaak daartussen uitstrekt.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de 25 transporteurs elk een aangedreven draadeind omvatten.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een tweede geleiding en een in hoofdzaak haaks op de geleiding aangebrachte arm, welke achter het te reinigen oppervlak zijn aangebracht, waarbij 30 ten minste één van de reinigingsarm of de tweede arm * v .c, y ij y H magneetmiddelen omvat voor het naar elkaar toe dringen van de reinigingsarm· en de tweede arm.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de magneetmiddelen permanent magneten en/of elektromagneten 5 omvatten.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij zowel aan de voorzijde als de achterzijde van het te reinigen oppervlak een geleiding en een I reinigingsarm met sproeimiddelen en een wisser is I 10 aangebracht.