NL1021723C2

NL1021723C2 - Multi point lock for e.g. doors or windows, has elongated striker plate with spaces for locating all latch elements associated with individual locks

Info

Publication number: NL1021723C2
Application number: NL1021723A
Authority: NL
Inventors: Frederik Cornelis Van Herpen
Original assignee: Alprokon Promotie Ontwikk Bv
Priority date: 2002-10-23
Filing date: 2002-10-23
Publication date: 2004-04-26

Abstract

An elongated striker plate for mounting on the door or window frame (4, 6, 8, 10) contains spaces for locating all the latch elements associated with the individual locks (18, 20, 22). These spaces are specially located and distributed so that they are capable of precisely locating the latch elements. Mounting the striker plate in a pre-determined position relative to reference points in the rabbet ensures that the latch element will be located in the spaces.

Description

Η Korte aanduiding: Slotsamenstel H De uitvinding heeft betrekking op een slotsamenstel omvattende een slotvoorplaat met een aantal op vooraf bepaalde locaties en af- H standen ten opzichte van de langs- en eindranden daarvan aangebrachte H sloten waarvan de sluitelementen bestemd zijn voor samenwerking met 5 op vooraf bepaalde locaties in een kozijn aangebrachte uitsparingen.Brief description: Lock assembly H The invention relates to a lock assembly comprising a lock face plate with a number of H locks arranged at predetermined locations and distances from the longitudinal and end edges thereof, the locking elements of which are intended for cooperation with 5 on predefined locations in a frame.

I Een dergelijk slotsamenstel is op zich bekend uit, bijvoorbeeld, EP-0.916.790 Al ten name van aanvraagster.Such a lock assembly is known per se from, for example, EP-0 916 790 A1 in the name of the applicant.

I Bij dit bekende slotsamenstel werken op de gebruikelijke wijze de sluitelementen van de respectievelijke sloten samen met inloopope- 10 ningen die zijn gevormd in de voorzijde van sluitkommen waarvan er voor elk slot één in het kozijn is ingelaten.With this known lock assembly, the closing elements of the respective locks cooperate in the usual manner with lead-in openings formed in the front of closing bowls, one of which is inserted into the frame for each lock.

I Het in het kozijn aanbrengen van dergelijke sluitkommen is een zeer arbeidsintensief en met grote nauwkeurigheid uit te voeren werk dat gewoonlijk ter plaatse en dikwijls onder ongunstige omstandighe-15 den moet worden verricht. Zeer vaak worden, mede door deze omstandigheden, de betreffende werkzaamheden niet voldoende nauwkeurig uitgevoerd zodat dan een of meerdere van de sluitkommen niet op de juiste hoogte of op een onjuiste afstand ten opzichte van de kozijnvoor-rand is of zijn aangebracht. Dit leidt uiteraard tot grote problemen 20 omdat de afstand van de individuele sloten van de meerpunt sluiting en hun locatie daarvan ten opzichte van de deurvoorrand een vast gegeven is zodat bij het sluiten van de deur drie (haak)schoten gelijktijdig een plaats moeten vinden in de in het kozijn aangebrachte sluitkommen. Wanneer slechts één sluitkom niet op de juiste plaats is 25 aangebracht heeft dit tot gevolg dat de deur in het geheel niet kan worden afgesloten.The fitting of such closing cups into the frame is a very labor-intensive and work to be carried out with great accuracy, which usually has to be performed on site and often under unfavorable conditions. Very often, partly due to these circumstances, the work in question is not carried out sufficiently accurately so that then one or more of the closing cups is not fitted at the correct height or at an incorrect distance with respect to the frame edge. This naturally leads to major problems because the distance of the individual locks from the multi-point closure and their location with respect to the front edge of the door is a fixed fact so that when closing the door three (hook) shots must simultaneously find a place in the closing cups arranged in the frame. If only one closing bowl is not fitted in the correct place, this has the result that the door cannot be closed at all.

De uitvinding beoogt dit bezwaar te ondervangen en verschaft hiertoe een slotsamenstel als hierboven beschreven dat volgens de uitvinding is voorzien van een op het kozijn te monteren langwerpige 30 sluitplaat voorzien van uitsparingen voor het opnemen van de respectievelijke sluitelementen die zijn aangebracht op locaties en met onderlinge afstanden corresponderend met die van de sluitelementen en zodanig ten opzichte van de langs- en eindranden van de sluitplaat dat bij het monteren van deze sluitplaat in een voorafbepaalde stand '} \J ^ ? ·: -6 ^ I -2 - I ten opzichte van montagereferentiepunten in de sponning de uitsparin- I gen zich in de juiste stand ten opzichte van de respectievelijke I sluitelementen van de sloten zullen bevinden.The invention aims at overcoming this drawback and for this purpose provides a lock assembly as described above which according to the invention is provided with an elongated closing plate to be mounted on the frame, provided with recesses for receiving the respective closing elements which are arranged at locations and with mutual distances. corresponding to those of the closing elements and relative to the longitudinal and end edges of the closing plate such that when mounting this closing plate in a predetermined position With respect to mounting reference points in the rebate, the recesses will be in the correct position with respect to the respective closing elements of the locks.

I Wanneer van het slotsamenstel de meerpuntsluiting op een vooraf I 5 bepaalde plaats in de rand van een deur wordt aangebracht en de daar- H bij behorende sluitplaat eveneens op de vooraf bepaalde plaats in de sponning wordt gemonteerd is vanzelf verzekerd dat bij het sluiten van de sluiting alle sluitelementen zullen kunnen inlopen in de in de sluitplaat aangebrachte uitsparingen zodat alle drie de sloten zullen 10 kunnen worden gesloten.If the multi-point lock of the lock assembly is fitted at a predetermined location in the edge of a door and the associated closing plate is also mounted at the predetermined location in the rebate, it is automatically ensured that when closing the closure all closing elements will be able to run into the recesses provided in the closing plate so that all three locks can be closed.

Bij voorkeur zullen de montagereferentiepunten voor de sluit- plaat zijn: de (binnen gelegen) sponningaanslagrand enerzijds en de boven- of onderdorpelrand anderzijds.Preferably, the mounting reference points for the closing plate will be: the (located inside) rebate stop edge on the one hand and the top or bottom sill edge on the other.

Wanneer de dikte van het lijf van de sluitplaat zoals gezien in 15 de richting dwars op het bevestigingsvlak daarvan van de, na montage, buitenrand van deze plaat naar de binnenrand toeneemt wordt verzekerd H dat een minimum tussenruimte tussen de deureindrand en deze sluit- H plaat kan worden gehandhaafd. Dit effect wordt nog versterkt wanneer H van de slotvoorplaat de dikte van het lijf daarvan gezien in de rich- 20 ting dwars op het bevestigingsvlak ervan vanaf de, na montage, bui- H tenrand van deze plaat naar de binnenrand afneemt.When the thickness of the body of the closing plate as seen in the direction transverse to the mounting surface thereof increases from the, after mounting, outer edge of this plate to the inner edge, H is ensured that a minimum gap between the door end edge and this closing H plate can be maintained. This effect is further enhanced when H of the lock face plate decreases the thickness of the web thereof viewed in the direction transverse to its mounting surface from the outer edge of this plate to the inner edge after mounting.

In vele gevallen zullen van een of meer van de sloten de sluite-lementen sluithaken zijn. In de praktijk worden met de gebruikelijke van sluithaken voorziene sloten dikwijls problemen ondervonden die 25 het gevolg zijn van een enigszins kromtrekken van het deurblad. Deze problemen worden ondervangen wanneer de in de sluitplaat gevormde, langwerpige, de haakvormige sluitelementen opnemende uitsparingen zijn uitgevoerd met in de inlooprichting convergerende langsranden. Hierdoor wordt verzekerd dat voor een inlopende sluithaak aanvanke-30 lijk een brede inloopopening ter beschikking staat zodat de haak pro-bleemloos kan inlopen en bij het verder naar binnen bewegen de deur recht zal trekken.In many cases the locking elements of one or more of the locks will be closing hooks. In practice, the usual locks provided with locking hooks often encounter problems which are the result of a slight warping of the door leaf. These problems are obviated when the recesses formed in the closing plate, receiving the hook-shaped closing elements, are formed with longitudinal edges converging in the run-in direction. This ensures that a wide entrance opening is initially available for a running-in closing hook, so that the hook can run in without any problems and, as it moves further inwards, it will straighten the door.

De gevraagde uitsluitende rechten strekken zich voorts uit tot H een werkwijze voor het monteren van een slotsamenstel zoals hierboven H 35 omschreven, welke werkwijze zodanig wordt uitgevoerd dat men de stand H van de sluitplaat bepaalt door het doen aanliggen van de binnenste H eindrand daarvan tegen de bodem van het kozijn enerzijds, en het lig- -:w ·<2 gen van de bovenste of onderste eindrand van deze plaat op een vooraf bepaalde afstand van de boven- of onderdorpel van het kozijn.The requested exclusive rights also extend to H a method for mounting a lock assembly as described above H 35, which method is implemented such that the position H of the closing plate is determined by having the inner H end edge abut against the bottom of the frame on the one hand, and the lying of the upper or lower end edge of this plate at a predetermined distance from the top or bottom sill of the frame.

"Opgemerkt wordt dat uit EP 0 908 58 6 bekend is de combinatie van een meerpuntsluiting met slotvoorplaat met een, van met de sluit-5 elementen daarvan corresponderende uitsparingen voorziene langwerpige sluitplaat, bestemd voor de montage in een uit metalen profieldelen opgebouwde deur-kozijn combinatie, waarbij zowel de slotvoorplaat als de sluitplaat zijn voorzien van een merkteken dat de juiste verticale stand ten opzichte van elkaar aangeeft. Het probleem waarvoor de uit-10 vinding een oplossing verschaft komt bij dergelijke uit metalen profieldelen opgebouwde deur-kozijn combinaties net voor en deze publicatie geeft dan ook geen aanwijzing hoe dit probleem kan worden opgelost" .It is noted that EP 0 908 58 6 discloses the combination of a multi-point closure with lock face plate with an elongated closing plate provided with recesses corresponding to the closing elements thereof, intended for mounting in a door-frame combination made of metal profile parts wherein both the lock face plate and the closing plate are provided with a mark indicating the correct vertical position with respect to each other The problem for which the invention provides a solution occurs with such door-frame combinations just made of metal profile parts and these publication therefore gives no indication as to how this problem can be solved ".

"Voorts wordt opgemerkt dat uit de Britse octrooiaanvrage GB 2 15 313 620 bekend is de combinatie van een meerpuntsluiting met slotvoorplaat en een van met de sluitelementen daarvan corresponderende uitsparingen voorziene, langwerpige sluitplaat. Deze sluitplaat moet worden ingelaten in de eindrand van het kozijn waarin dan ook, en wel zeer nauwkeurig, een langwerpige uitsparing met daarin uitmondende 20 uitsparingen voor de respectievelijke sluitelementen danwel sluitkom-men moet worden gevormd. De uitvinding daarentegen verschaft een op-legsluitplaat die dank zij de voorgestelde maartregelen met een minimum aan werkzaamheden nauwkeurig kan worden gemonteerd, zonder dat nauwkeurig uit te voeren bewerkingen van de kozijneindrand nodig 25 zijn".It is further noted that British Patent Application GB 2 15 313 620 discloses the combination of a multi-point closure with lock face plate and an elongated closing plate provided with recesses corresponding to the closing elements thereof. This closing plate must be let into the end edge of the frame in which then also, and very accurately, an elongated recess with recesses opening therein for the respective closing elements or closing cups must be formed, on the other hand, the invention provides a support closing plate which, thanks to the proposed measures, can be mounted accurately with a minimum of work. , without the need for precise operations on the frame end edge. "

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin is: fig. 1 een schematisch vooraanzicht van een deur met daarin opgenomen een slotsamenstel volgens de uitvinding, het geheel niet op 30 schaal getekend, fig. 2 een schematische perspectivische afbeelding van een deel-slot van dit slotsamenstel in combinatie met het bijbehorende haakvormige sluitorgaan en de sluitplaat volgens de uitvinding, fig. 3 een dwarsdoorsnede over een eerste uitvoeringsvorm van 35 een slotsamenstel volgens de uitvinding, fig. 4 een dwarsdoorsnede door een tweede uitvoeringsvorm van een slotsamenstel volgens de uitvinding, I - 4 - I fig. 5 een vooraanzicht van een sluitplaat zoals bij voorkeur I toegepast in het slotsamenstel volgens de uitvinding, I fig. 6 een vooraanzicht op vergrote schaal van een daarin ge- I vormde inloopuitsparing.The invention is explained with reference to the drawing. Therein: Fig. 1 is a schematic front view of a door with a lock assembly according to the invention incorporated therein, the whole not drawn to scale, Fig. 2 is a schematic perspective view of a partial lock of this lock assembly in combination with the associated hook-shaped locking member and locking plate according to the invention, fig. 3 shows a cross section through a first embodiment of a lock assembly according to the invention, fig. 4 shows a cross section through a second embodiment of a lock assembly according to the invention, fig. front view of a closing plate as preferably used in the lock assembly according to the invention, fig. 6 shows a front view on an enlarged scale of a run-in recess formed therein.

I 5 In fig. 2 is met het verwijzingscijfer 1 aangegeven een deur die H is opgenomen in een omlijstend kozijn bestaande uit een bovendorpel 4, een onderdorpel 6, een verticaal kozijndeel 8 waarin zich de - niet getekende -scharnieren bevinden en een tweede verticaal kozijn- deel 10. Tegenover die verticale kozijndeel 10 ligt in de gesloten 10 toestand van de deur de deurvoorrand 12. In deze deurvoorrand is op de gebruikelijke wijze ingelaten een meerpuntsluiting 14 die bestaat uit een slotvoorplaat 16, het hoofdslot 18 en de beide hulpsloten 20, 22. Deuren worden tegenwoordig zeer nauwkeurig machinaal vervaardigd en een dergelijke machinale vervaardiging verzekert dat de slotvoor- 15 plaat 16 met de sloten 18, 20 en 22 exact op de, vooraf bepaalde, locaties worden aangebracht.In Fig. 2, reference numeral 1 denotes a door which H is received in a framed frame consisting of an upper sill 4, a lower sill 6, a vertical frame part 8 in which the hinges (not shown) are located and a second vertical frame - part 10. Opposite said vertical frame part 10, in the closed condition of the door, lies the door front edge 12. In this door front edge is accommodated in the usual manner a multi-point closure 14 consisting of a lock face plate 16, the main lock 18 and the two auxiliary locks 20, 22. Doors are nowadays very accurately machine-made and such machine-making ensures that the lock face plate 16 with the locks 18, 20 and 22 are fitted exactly at the predetermined locations.

Zoals reeds in het voorgaande is uiteengezet geldt dit niet voor de met de respectievelijke sloten samenwerkende en in de kozijnrand 10 aan te brengen componenten. Gebruikelijk bestaan deze uit sluit- 20 kommen die worden geplaatst in uitsparingen welke op de bouwplaats H met de hand worden gevormd in het kozijndeel 10. De bezwaren van deze procedure zijn in het voorgaande reeds uiteengezet.As has already been explained above, this does not apply to the components cooperating with the respective locks and to be arranged in the frame edge 10. These usually consist of closing cups which are placed in recesses which are formed manually at the construction site H in the frame part 10. The drawbacks of this procedure have already been explained above.

H De uitvinding ondervangt deze bezwaren te ondervangen door het verschaffen van een slotsamenstel dat behalve de slotvoorplaat en de 25 bijbehorende sloten bestaat uit een sluitplaat 22 die op een in het hierna volgende nog nader toe te lichten wijze nauwkeurig in een vooraf bepaalde stand tegen het kozijndeel 10 wordt aangebracht. In deze sluitplaat 22 zijn reeds uitsparingen gevormd voor het opnemen van de sluitelementen van de respectievelijke sloten zodat, wanneer 30 de sluitplaat 22 op de voorgeschreven wijze tegen het kozijndeel 10 wordt aangebracht is verzekerd dat de uitsparingen zich exact op de gewenste plaats tegenover de sluitelementen zullen bevinden.The invention overcomes these drawbacks by providing a lock assembly which, in addition to the lock face plate and the associated locks, consists of a closing plate 22 which, in a manner to be explained in more detail below, is accurately positioned against the frame part in a predetermined position. 10 is applied. Recesses are already formed in this closing plate 22 for receiving the closing elements of the respective locks so that when the closing plate 22 is fitted in the prescribed manner against the frame part 10 it is ensured that the recesses will be exactly at the desired location opposite the closing elements. are located.

Zoals fig. 1 toont heeft het slot 18 als sluitelementen de ge-bruikelijke dagschoot 24 en de sluithaak 26; het slot 20 heeft de 35 sluithaak 28 en het slot 22 heeft de sluithaak 30. Fig. 2 toont sche-matisch het slot 20 met de sluithaak 28 die kan gaan door de uitspaan ring 32 welke is gevormd in de sluitplaat 22; daar ter plaatse is in ÏTi* 'fcü' - 5 - de sponning 10 een kleine uitsparing 34 gevormd. De gebruikelijke sluitkom vervalt.As shown in FIG. 1, the lock 18 has as closing elements the usual latch 24 and the closing hook 26; the lock 20 has the closing hook 28 and the lock 22 has the closing hook 30. FIG. 2 shows schematically the lock 20 with the closing hook 28 which can pass through the chucking ring 32 which is formed in the closing plate 22; a small recess 34 is formed there on the spot 10 in the frame 10. The usual closing bowl is canceled.

Fig. 1 toont hoe de sluitplaat 22 met de bovenrand 36 daarvan nauw aanligt tegen de rechter bovenhoek 38 tussen de bovendorpel 4 en 5 het verticale sponningdeel 10; dit is het eerste referentiepunt dat de positie van de sluitplaat in verticale richting bepaalt. Fig. 3 toont hoe de sluitplaat 22 bestaat uit een lijfdeel 40 en een dwars daarop staande eindrand 42; het van de eindrand 42 afgekeerde einde 44 rust op de bodem 46 van het sponningdeel 10 en dit bepaalt een 10 tweede referentie. Wanneer er bij de montage voor wordt gezorgd dat de eindrand 44 aanligt tegen de kozijnrand 46 en de sluitplaat 22 is aangeschoven tot tegen de bovendorpel 4 (referentie 38) is steeds verzekerd dat de in de sluitplaat 22 gevormde doorlaatopeningen 32a-32d altijd op de juiste plaats ten opzichte van de daarmee samenwer-15 kende sluitelementen (28, 24, 26, 30) zullen liggen.FIG. 1 shows how the closing plate 22 with its upper edge 36 closely abuts the upper right corner 38 between the upper sill 4 and the vertical rebate part 10; this is the first reference point that determines the position of the closing plate in the vertical direction. FIG. 3 shows how the closing plate 22 consists of a body part 40 and an end edge 42 extending transversely thereto; the end 44 remote from the end edge 42 rests on the bottom 46 of the rebate part 10 and this determines a second reference. When, during assembly, it is ensured that the end edge 44 abuts against the frame edge 46 and the closing plate 22 is pushed against the sill 4 (reference 38), it is always ensured that the passage openings 32a-32d formed in the closing plate 22 are always at the correct location relative to the locking elements (28, 24, 26, 30) cooperating with it.

Fig. 3 toont hoe het lijfdeel 40 van de sluitplaat 22 "arms", namelijk van buiten naar binnen geleidelijk dikker wordend, is uitgevoerd. De sluitplaat 16 is eveneens "arms" uitgevoerd op de wijze zoals op zich bekend uit EP-0.916.790-A1 ten name van aanvraagster en 20 de combinatie van deze beide maatregelen verzekert dat tussen slot-voorplaat 16 en sluitplaat 22 een minimale ruimte t aanwezig kan zijn wat uiteraard de inbraakveiligheid van het geheel aanzienlijk verhoogt .FIG. 3 shows how the body part 40 of the closing plate 22 "arms", namely gradually thickening from the outside to the inside, is designed. The closing plate 16 is also designed "arms" in the manner as known per se from EP-0 916 790-A1 in the name of the applicant and the combination of these two measures ensures that a minimum space t between lock front plate 16 and closing plate 22 may be present, which of course considerably increases the burglary security of the whole.

Fig. 3 toont nog het gebruikelijke, het slot 18 bedienend kruk-25 samenstel 50 en de gebruikelijke tochtweringstrip 52.FIG. 3 shows the usual crank-25 assembly 50 operating the lock 18 and the usual weather-proofing strip 52.

Fig. 4 is een doorsnede overeenkomstig fig. 3 van een iets gewijzigde uitvoeringsvorm: bij deze uitvoeringsvorm zet de eindrand 44 van de sluitplaat 22a zich voort in het tegen de sponning 10 aanliggend been 44b dat eindigt in een omgezette eindrand 44c. In de ruimte 30 die wordt omsloten tot de benen 44a, 44b en 44c is de tochtweringstrip 52a opgenomen.FIG. 4 is a sectional view similar to FIG. 3 of a slightly modified embodiment: in this embodiment, the end edge 44 of the closing plate 22a extends into the leg 44b which abuts the rebate 10 and ends in a flanged end edge 44c. The draft barrier strip 52a is included in the space 30 enclosed to the legs 44a, 44b and 44c.

Fig. 5 toont de sluitplaat 22 in vooraanzicht met de openingen 54 voor de bevestigingsschroeven en de inloopuitsparingen 32a-32d voor de sluitelementen 28, 24, 26 en 30. De opening 32a is in fig. 6 35 op vergrote schaal weergegeven. Zoals uit de figuur blijkt is de in-loopuitsparing 32b voor de dagschoot 24 rechthoekig doch hebben de inloopopeningen 32a, 32c en 32d een wat afwijkende configuratie. Gezien in de richting waarin de met de opening samenwerkende sluithaak I beweegt (in fig. 6 aangegeven met de pijl 56) heeft een dergelijke I opening, zoals de opening 32a, een onderste begrenzing 58 die breder I is dan de bovenste begrenzing 60 zodat de langsbegrenzingen 62, 64 in de richting van de pijl 56 convergeren. Dit heeft tot gevolg dat het 5 haakvormig sluitorgaan altijd zeker in de bijbehorende opening zal H inlopen; ook wanneer de deur is scheefgetrokken zal de haak altijd zeker achter de sluitplaat 22 vallen. Bij het verder sluiten van een (scheve) deur wordt deze dan vanzelf recht getrokken zodat een goede afdichting verzekerd blijft.FIG. 5 shows the closing plate 22 in front view with the openings 54 for the fixing screws and the run-in recesses 32a-32d for the closing elements 28, 24, 26 and 30. The opening 32a is shown on an enlarged scale in FIG. As can be seen from the figure, the run-in recess 32b for the latch bolt 24 is rectangular, but the run-in openings 32a, 32c and 32d have a somewhat different configuration. Viewed in the direction in which the closing hook I cooperating with the opening moves (indicated by the arrow 56 in Fig. 6), such an opening, such as the opening 32a, has a lower boundary 58 that is wider than the upper boundary 60 so that the longitudinal boundaries 62, 64 converge in the direction of arrow 56. This has as a consequence that the hook-shaped closing member will certainly always run into the corresponding opening H; even when the door is skewed, the hook will always fall behind the closing plate 22. When a (crooked) door is closed further, it is then automatically straightened so that a good seal remains guaranteed.

ί vl'ί vl '

Claims

1. Lock assembly comprising a lock face plate with a number of locks arranged at predetermined locations and distances relative to the longitudinal and end edges thereof, the locking elements of which are intended for cooperation with recesses arranged at predetermined locations in a frame, characterized by a recesses arranged on this frame to be mounted, elongated closing plate provided with recesses for receiving the respective closing elements arranged at locations and with mutual distances corresponding to those of the closing elements and with respect to the longitudinal and end edges of the closing plate such that when mounting this closing plate in a predetermined position relative to mounting reference points in the rebate the recesses will be in the correct position relative to the respective locking elements of the locks.

Lock assembly as claimed in claim 1, characterized in that the mounting reference points are the rebate stop edge on the one hand and the upper or lower rebate edge on the other.

3. Lock assembly as claimed in claims 1-2, characterized in that the thickness of the body of the closing plate, viewed in the direction transverse to the mounting surface thereof, increases from the, after mounting, outer edge of this plate to the inner edge.

4. Lock assembly as claimed in claim 3, characterized in that the thickness of the body of this plate decreases, viewed in the direction transversely to the mounting surface thereof, from the, after assembly, outer edge of this plate towards the inner edge of the lock face plate.

5. Lock assembly as claimed in claims 1-4, characterized in that the elongate recesses formed in the closing plate accommodating the hook-shaped closing elements are designed with longitudinal edges converging in the running-in direction.

6. Method for mounting a lock assembly as claimed in claims 1-5 on a door or window on the one hand and a receiving frame on the other hand, characterized in that the position of the closing plate I - 8 - I is determined by engaging the inner end edge thereof against the bottom of the frame on the one hand, and the lying of the upper or lower end edge of this plate on a predetermined distance from the upper or lower sill of the frame on the other. H "L · ó