NL1020730C2 - Meubel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Meubel.

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een meubel omvattende een 5 horizontaal georiënteerde basis voor ondersteuning op een ondergrond en een draagblad, welke basis en draagblad met elkaar zijn verbonden via een kolom die in een gebruiksstand verticaal is georiënteerd.

Een dergelijke meubel is bekend uit' het Amerikaanse octrooi schrift US 5560303. Het in dit octrooi document beschreven meubel 10 in de vorm van een tafel is bestemd als stamtafel, voor toepassing bijvoorbeeld bij evenementen of recepties, waartoe de tafel uit drie losneembare hoofddelen is opgebouwd namelijk een tafelblad, een basisplaat en een kolom daartussenin. Voor dergelijke tafels is het van groot belang dat zij snel uit elkaar te nemen zijn en weer tot een tafel 15 samengevoegd moeten kunnen worden. Hierin schiet de tafel volgens de stand van de techniek nu tekort, aangezien uit de praktijk is gebleken dat zowel voor het uit elkaar nemen van de tafel als,voor het weer in elkaar zetten van een dergelijke tafel men gemiddeld 0,35 manuur nodig heeft. Dit brengt hoge arbeidskosten met zich mee hetgeen een belangrijk 20 bezwaar vormt voor bijvoorbeeld bedrijven die dergelijke tafels verhuren en plaatsen. De relatief hoge hoeveelheid arbeidsuren die gemoeid is met het uit elkaar nemen en het weer in elkaar zetten van de tafel vindt onder andere zijn oorzaak in het feit dat de drie hoofddelen van de tafel na uiteennemen van enkele tafels soort bij soort dienen te worden 25 verzameld, dan wel bij het in elkaar zetten van de tafel weer als een complete set op één plek dienen te worden gebracht alvorens ze te kunnen samenvoegen. Een ander belangrijk nadeel van de tafel volgens de stand van de techniek wordt gevormd door het feit dat, voor het verkrijgen van de vereiste stijfheid, alle drie de hoofdonderdelen ter plaatse van hun 30 onderlinge verbindingen, zijn voorzien van relatief complexe constructieve voorzieningen. Deze voorzieningen zijn er mede de oorzaak 1 Ü £‘ u ί 'j 2 van dat noch de basisplaat, het tafelblad geschikt is om op een stabiele wijze onderling te worden gestapeld, hetgeen uit oogpunt van logistiek en opslag uiteraard nadelig is. Bovendien werken de vermelde relatief complexe constructies ten behoeve van de verbindingen tussen de 5 hoofdonderdelen, kostprijsverhogend en vertragend bij het in elkaar zetten en uit elkaar nemen van de tafels.

De uitvinding beoogt nu, al dan niet in voorkeursuitvoeringsvormen ervan, een meubel, bijvoorbeeld een tafel of een stoel, te verschaffen die tenminste voor wat betreft de nadelige aspecten van de 10 stand van de techniek zoals bovenstaand aangegeven, een verbetering vormt. Hiertoe onderscheidt het meubel volgens de uitvinding zich doordat de kolom aan zijn onderzijde is voorzien van een zich buiten de omtrek van de kolom uitstrekkende voet, en dat verbindingsmiddelen zijn voorzien voor het in de gebruiksstand van de kolom losmaakbaar verbinden van de 15 kolom via de voet met de basis. Onder het begrip "verbinden" wordt binnen het kader van de uitvinding begrepen dat er een situatie teweeg wordt gebracht waarbij de van de voet voorziene kolom en de basis onverplaatsbaar zijn ten opzichte van elkaar. Door gebruik te maken van een dergelijke voet, kan de vereiste constructieve stijfheid van de 20 verbinding tussen voet en kolom op een constructief eenvoudigere manier worden bereikt door gebruik te maken van de grotere afmetingen van de voet ten opzichte van de kolom, althans gezien in het horizontale vlak. Door de krachten noodzakelijk voor de verbinding tussen de voet en de kolom nu werkzaam te laten zijn aan de buitenzijde of tenminste aan de 25 buitenzijde van de voet, zullen deze krachten vanwege momentenevenwicht, kleiner zijn dan in de situatie waarbij er geen sprake is van een voet volgens de uitvinding en de krachten binnen de omtrek van de kolom moeten worden opgevangen.

Een snelle manier voor het losmaakbaar verbinden van de 30 kolom via de voet met de basis kan worden verkregen indien de basis een geleiding voor de voet omvat voor het langs de geleiding verplaatsen van 3 de voet met de kolom tussen een niet-gebruiksstand van de kolom en de gebruiksstand van de kolom. Op die manier kan de voet snel op de juiste wijze worden georiënteerd en gepositioneerd ten opzichte van de basis teneinde een verbinding van de kolom via de voet met de basis te 5 realiseren door gebruik te maken van de verbindingsmiddelen die in de niet-gebruiksstand van de kolom niet werkzaam kunnen zijn.

Teneinde een compacte configuratie te verkrijgen in de niet-gebruiksstand van de kolom en dus van het meubel, geniet het de voorkeur indien de kolom in de niet-gebruiksstand van de kolom, 10 kantelbaar tussen een verticale oriëntatie en een horizontale oriëntatie is verbonden met de basis. Dankzij het feit dat er sprake is van een verbinding tussen de kolom en de basis, blijven deze delen ook in de • niet-gebruiksstand van het meubel bijeen. Doordat de kolom daarbij ook nog eens kantelbaar is zoals omschreven, vergen basis en kolom in niet-15 gebruiksstand van de kolom weinig ruimte indien zij zich evenwijdig in neergekantelde toestand aan elkaar uitstrekken.

Voor het realiseren van een kantelbare verbinding tussen de kolom en de basis is het mogelijk dat de kolom kantelbaar met de voet is verbonden. Hierbij behoudt dus de voet zijn oriëntatie ten opzichte van 20 de basis.

Alternatief is het mogelijk dat de voet in de niet- gebruiksstand van de kolom, gezamenlijk met de kolom kantelbaar is. Dit biedt als voordeel dat het dan in beginsel mogelijk is om in de niet-gebruiksstand van de kolom deze tezamen met de voet nog verder naar de 25 rand van de basis te verplaatsen, waardoor in horizontaal gekantelde niet-gebruiksstand van de kolom, de kolom voor een groter deel overlapt met de basis.

Teneinde ongewenste kanteling van de voet inclusief de kolom te voorkomen geniet het de voorkeur indien de geleiding een 30 zijdelings gericht U-vormig deel omvat. Door nu een deel van de voet, bijvoorbeeld wielen ervan, in deze U-vorm op te nemen wordt verplaatsing 4 van de voet inclusief de kolom in verticale richting voorkomen.

Volgens een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het meubel voorzien van, bij voorkeur roteerbare, geleidings-organen voor geleidende samenwerk met de geleiding. Een 5 dergelijke maatregel komt de gebruiksvriendelijkheid van het meubel ten goede, hetgeen zich mede uit in het sneller in elkaar zetten en uit elkaar nemen van het meubel. Binnen het kader van de uitvinding is het voor het "uit elkaar nemen van het meubel" overigens niet noodzakelijk dat de verschillende onderdelen van het meubel daadwerkelijk fysiek van 10 elkaar worden gescheiden. Het is bijvoorbeeld zeer wel denkbaar én zelfs voordelig indien de diverse onderdelen van het meubel ook in uit elkaar genomen toestand van het meubel met elkaar gekoppeld blijven, échter in die toestand vanwege een compactere opstelling van de diverse onderdelen beduidend minder ruimte in beslag nemen dan in elkaar gezette toestand 15 van de tafel.

Teneinde de kolom met de voet enerzijds en de basis anderzijds bij elkaar te houden, ook in de niet-gebruiksstand van de kolom, kan het zeer voordelig zijn indien de basis is voorzien van opsluitelementen voor het middels opsluiting van tenminste een deel van 20 de geleidingsorganen gekoppeld houden van de kolom met de basis in de niet-gebruiksstand van de kolom. Hiermee wordt een constructief zeer eenvoudige uitvoeringsvorm verkregen waarmee genoemd voordelig effect kan worden gerealiseerd.

Alhoewel het binnen het kader van de uitvinding op talloze 25 wijzen mogelijk is de kolom in de gebruiksstand ervan losmaakbaar te verbinden via de voet met de basis, bijvoorbeeld doordat de basis is voorzien van naar boven gerichte schroefdraden, die zich, bij voorkeur langs de omtrek van de voet, uitstrekken door openingen in de voet en de voet door het aandraaien van (vleugel)moeren wordt geklemd tegen de 30 basis, geniet het de voorkeur indien de basis is voorzien van een opneemorgaan voor het in de gebruiksstand opnemen van tenminste een deel

} '‘S KJ

5 van de voet. Voor een maximaal constructief en visueel effect wordt bij voorkeur de voet als geheel in het opneemorgaan opgenomen. Door het opnemen van de voet kan op constructief eenvoudige wijze worden voorkomen dat de kolom kantelt en/of zich (verticaal) verplaatst ten opzichte van 5 de basis bijvoorbeeld indien geen gebruik wordt gemaakt van een opsluitende geleiding zoals bovenstaand beschreven. Voor het versterken van dit effect is het voordelig indien, bijvoorbeeld met behulp van stel schroeven, de voet binnen het opneemorgaan, bijvoorbeeld in de vorm van een behuizing, wordt aangedrukt. Bijkomend voordelig effect van 10 toepassing van een opneemorgaan is dat hiermee de op esthetisch verantwoorde wijze de voet, alsmede tenminste een deel van een eventuele geleiding, aan het oog kan worden onttrokken. Hierbij wordt opgemerkt dat het opneemorgaan niet noodzakelijkerwijs een constructieve functie heeft voor het verbinden van de kolom met de basis, maar ook bijvoorbeeld 15 uitsluitend bestemd kan zijn om een eventuele geleiding aan het zicht te onttrekken en ter voorkoming van het klemraken van bijvoorbeeld lichaamsdelen tussen de eventuele geleiding en geleidingsorganen.

Een zeer voordelige uitvoeringsvorm van het meubel volgens de uitvinding kenmerkt zich doordat het opneemorgaan is voorzien van een 20 eerste opening aan een zijkant van het opneemorgaan voor passage door de eerste opening heen van tenminste een deel van de voet tijdens verplaatsing van de voet met de kolom tussen de gebruiksstand en de niet-gebruiksstand langs de geleiding, waarbij de voet zich in de niet-gebruiksstand buiten het opneemorgaan bevindt. Door het eenvoudigweg via 25 de eerste opening binnen het opneemorgaan verplaatsen van de voet wordt reeds een eerste vormgesloten verbinding gerealiseerd, die ongewenst kantelen van de kolom voorkomt. Alternatief is het overigens binnen het kader van de uitvinding bijvoorbeeld ook mogelijk dat de voet van bovenaf in het opneemorgaan wordt geplaatst, waartoe het opneemorgaan aan zijn 30 bovenzijde is voorzien van een kanteldeksel, bijvoorbeeld bestaande uit twee delen aan weerszijden van de kolom, welke kanteldeksel in 6 neergekantelde toestand, waarbij het opneemorgaan dus is opgenomen in het opneemorgaan, kan worden gefixeerd.

Bij voorkeur is het opneemorgaan aan zijn bovenkant voorzien van een tweede opening voor het zich door de tweede opening 5 uitstrekken van de kolom. Bij toepassing van een dergelijke tweede opening kan de voet zich centraal ten opzichte van de kolom bevinden, terwijl bovendien de voet zich centraal binnen het opneemorgaan kan bevinden, zonder dat de kolom zich in bovenaanzicht gezien buiten het opneemorgaan bevindt. Dit betekent dat de afmetingen van de voet om de 10 vereiste stijfheid van de verbinding tussen basis en de kolom te bereiken beperkt kunnen blijven.

In combinatie met een eerste opening zoals bovenstaand , toegelicht, geniet het de voorkeur indien de tweede opening sleufvormig is en zich vanaf de eerste opening evenwijdig aan de geleiding uitstrekt. 15 De sleufvormigheid van de tweede opening staat toe dat de voet met centraal daarop een kolom in het opneemorgaan wordt geschoven via de eerste opening. Bij voorkeur is hierbij de breedte van de sleuf net zo groot of iets groter dan de buitendiameter van de kolom zodat enerzijds het ongemoeid verschuiven van de kolom door de sleuf heen in de richting 20 van die sleuf ongemoeid kan plaatsvinden, terwijl anderzijds de bovenzijde van het opsluitorgaan maximaal kan worden benut voor het bijdragen aan de vereiste stijfheid van de verbinding tussen kolom en basis.

Een zeer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm van de 25 uitvinding, die overigens ook zeer voordelig toepasbaar is bij een meubel zoals een tafel volgens de stand van de techniek dus zonder dat er sprake is van een voet aan de onderzijde van de kolom zoals bovenstaand beschreven, wordt verkregen indien een scharnierarm is voorzien dat aan een eerste uiteinde van de scharnierarm scharnierend is verbonden met het 30 draagblad en aan het tegenover het eerste uiteinde gelegen, tweede uiteinde van de scharnierarm scharnierend is verbonden met de kolom voor 7 het wijzigen van de stand van het draagblad tussen een horizontale draagbladstand waarbij het draagblad zich loodrecht op de lengterichting van de kolom uitstrekt en een verticale draagbladstand waarbij het draagblad zich in hoofdzaak evenwijdig aan de lengterichting van de kolom 5 uitstrekt door het scharnieren van de scharnierarm ten opzichte van de kolom over een scharnierhoek van tenminste 180°. Hierdoor is het mogelijk dat het midden van het draagblad in de verticale draagbladstand zich aanmerkelijk onder het bovenste uiteinde van de kolom bevindt waardoor eveneens een zeer compact samenstel van de kolom met het draagblad kan 10 worden verkregen; Als bijkomend deel geldt dat het draagblad en de kolom ook in de verticale draagbladstand van het draagblad aan elkaar verbonden blijven, waardoor de kolom en het draagblad zich altijd bij elkaar , bevinden en niet bij elkaar hoeven te worden.

Ter verkrijging van een stabiele verbinding tussen het 15 draagblad en de kolom is bij voorkeur een zich buiten de dwarsdoorsnede van de kolom uitstrekkend draagvlak voor het draagblad met de bovenzijde van de kolom verbonden.

Het meubel volgens de uitvinding leent zich ook uitstekend om uitgevoerd te worden in een uitvoeringsvorm waarbij de kolom tenminste 20 twee telescopisch ten opzichte van elkaar verschuifbare telescoopdelen omvat. Hierdoor kan het meubel bijvoorbeeld zowel als zittafel als als statafel worden toegepast. Daar komt bij dat in ingeschoven toestand de kolom minder plaats zal innemen. Toepassing van twee telescopische ten opzichte van elkaar verschuifbare telescoopdelen is overigens ook 25 uitstekend mogelijk zonder dat er sprake is van een voet aan de kolom die met behulp van verbindingsmiddelen losmaakbaar kan worden verbonden met de basis overeenkomstig het hoofdaspect van de uitvinding zoals bovenstaand omschreven.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 30 de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een tafel volgens de uitvinding waarbij wordt verwezen naar de navolgende figuren: % 8

Figuur 1 toont in vooraanzicht een tafel volgens de uitvinding met de kolom ervan in gebruiksstand.

Figuur 2 toont in zijaanzicht de tafel volgens figuur 1.

Figuur 3 toont in vooraanzicht de tafel volgens figuur 1 5 met het tafelblad ervan in een lagere positie.

Figuur 4 toont doorsnede IV-IV in figuur 1.

Figuur 5 toont doorsnede V-V in figuur 4.

Figuur 6 toont in tegenover gelegen (transparant) zijaanzicht de tafel volgens figuur 1 meer in detail.

10 Figuur 7 toont het aanzicht volgens figuur 6 tijdens kanteling van de kolom.

Figuur 8 toont het aanzicht volgens figuur 6 iri volledig neergekantelde toestand van de kolom.

Figuur 9 toont een detail van de verbinding tussen de kolom 15 en het tafelblad.

Figuur 10 toont in (transparant) bovenaanzicht het tafelblad van de tafel.

Figuur 11 toont de doorsnede XI-XI volgens figuur 10.

Figuur 12 toont het aanzicht volgens figuur 9 tijdens 20 kanteling van het tafelblad.

Figuur 13 toont het zijaanzicht volgens figuur 9 na verdere kanteling van het tafelblad.

Figuur 14 toont in zijaanzicht volgens figuur 9 de volledige kanteling van het tafelblad.

25 Figuur 15 toont in zijaanzicht de tafel in volledig ingeklapte toestand.

Figuren 1, 2 en 3 tonen een tafel 1 omvattende een tafelbladdeel 2, een pootdeel 3 en een basisdeel 4. Het tafelbladdeel 2 omvat een frame 5 met daarop bevestigd een tafelblad 6. Het frame 5 is, 30 zoals zichtbaar in figuur 10, opgebouwd uit een aantal stalen profielen die zich haaks en evenwijdig aan elkaar uitstrekken en onderling zijn 9 verbonden. Onderaan het frame 5 is om nog nader toe te lichten redenen een haak 8 met een sleuf 9 voorzien, welke haak 8 scharnierbaar is om scharnieras 7. Het pootdeel 3 omvat een buitenste buis 10 en een binnenste buis 11 die telescopisch met elkaar zijn verbonden en waarvan 5 de onderlinge positie middels borgbout 12 kan worden gefixeerd. Aldus kan het tafelblad 6 op verschillende hoogtes worden gebracht, waardoor tafel 1 zowel geschikt is om gebruikt te worden als zittafel als als statafel. De buitenste buis 10 is aan zijn binnenzijde voorzien van een geleidings-groef 13 waarbinnen zich een naar buiten uitstrekkende pen 14 bevestigd 10 aan de binnenste büis 11 uitstrekt. Voor het handhaven van het tafelblad 6 in zijn bovenste positie is de geleidingsgroef 13 aan zijn bovenzijde voorzien van een zijwaarts en neerwaarts uitstrekkénd deel 47. Dergelijke delen kunnen uiteraard ook willekeurig verdeeld over de lengte van de geleidingsgroef 13 aanwezig zijn voor het definiëren van bepaalde 15 hoogteposities van het tafelblad 6.

Het basisdeel 4 is, onder verwijzing met name naar de figuren 5 en 6, voorzien van een zeshoekig bui zenframe 15, tussen twee tegenover gelegen zijden waarvan zich parallel aan elkaar twee zijdelings gerichte U-profielen 17, 18 uitstrekken. De open zijden van deze U-20 profielen zijn van elkaar af gericht. De U-vormige profielen 17, 18 zijn onderling met elkaar verbonden via het centrale profieldeel 19. Op dit centrale profieldeel 19 bevindt zich nabij een uiteinde hiervan een beugel 20 die is bestemd voor opvang van de buitenste buis 10 van het pootdeel 3 in neergekantelde positie zoals nog nader zal worden 25 toegelicht. De buitenste buis 10 is star verbonden met voet 22. Voet 22 heeft twee neerwaarts uitstrekkende randen 23, 24 die zich uitstrekken aan de buitenzijden van de U-profielen 17, 18. Met de neerwaartse randen 23, 24 zijn respectievelijk buitenste wiel 25, binnenste wiel 27 en buitenstel wiel 26 en binnenste wiel 28 gelagerd verbonden. Deze wielen 30 25, 26, 27, 28 strekken zich uit binnen de poten van de beide U-profielen 17, 18, waardoor voet 22 in de langsrichting van U-profielen 17, 18 kan t i *

i V

10 worden verplaatst tussen een gebrulksstand volgens bijvoorbeeld de figuren 1 tot en met 6 en een niet-gebruiksstand volgens figuren 8 en 15. De U-profielen voorkomen kanteling van voet 22. In de gebruiksstand kan de voet 22 met daarop het pootdeel 3 worden gefixeerd ten opzichte van 5 het basisdeel 4 door het klemmend aandraaien van borgbout 32. Hierdoor wordt voet 22, of althans delen van het tussen de neerwaartse randen 23, 24 uitstrekkende deel daarvan aangedrukt tegen de uiteinden van stelhouten 33, 34, die in schroefgaten in het centrale profieldeel 19 zijn aangebracht. Over voet 22 heen, althans in de gebruikstoestand 10 ervan, is een behuizingskap 29 onderdeel uitmakend van het basisdeel 4 aanwezig. Puur uit esthetische overwegingen is deze behuizingskap 29 in bovenaanzicht zeshoekig overeenkomstig de vorm van het buizënframe 15. Teneinde verplaatsing tussen de gebruiksstand en de niet-gebruiksstand van buitenste buis 10 mogelijk te maken is de behuizingskap 29 voorzien 15 van een sleuf 36, die in de gebruiksstand wordt afgeschermd door afdekkap 35 die vast is verbonden met de buitenste buis 10 oftewel met voet 22. Hierdoor vormen in de gebruiksstand de afdekkap 35 en de behuizingskap 29 als het ware één geheel. Alhoewel in de beschreven uitvoeringsvorm niet van toepassing, is het tevens mogelijk dat de behuizingskap 29, in plaats 20 van de bovenste poten van de U-vormige profielen 17, 18, de voet 22 in verticale richting opsluit.

In het spoor van de binnenste wielen 27, 28 is aan de buitenzijde van de behuizingskap 29 op de onderste poten van de U-vormige profielen 17, 18 aanslagen 37 aangebracht, die niet kunnen worden 25 gepasseerd door de binnenste wielen 27, 28 maar wel door de buitenste wielen 25, 26. De aanslagen 37 sluiten aldus, tezamen met het uiteinde van sleuf 36 van behuizingskap 29, voet 22 met buitenste buis 10 in horizontale richting van de geleiding op. Aan de nog verder naar buiten gelegen uiteinden van de U-profielen 17, 18 is lokaal bij 30 verwijzingscijfer 22 zijnde bovenste poten van de U-profielen 17, 18 verwijderd.

11

Voor het inklappen van de tafel wordt, nadat borgbout 32 is losgedraaid, voet 22 met daarop het pootdeel 3 en tafelbladdeel 2 langs de, een geleidingsvormende U-profielen 17, 18 gerold, waarbij op een gegeven moment de binnenste wiélen 27, 28 zullen aanslaan tegen aanslagen 5 37. In deze positie bevindt de buitenste wielen 25, 26 zich bij het deel van de U-profielen 17, 18 dat niet is voorzien van een bovenste pootdeel bij verwijzingscijfer 22. Dit biedt de mogelijkheid om het pootdeel 3 waarvan voet 22 deel uitmaakt, te kantelen om de beide binnenste wielen 27, 28 (zie figuur 7). Na kanteling over 90 graden rust buitenste buis 10 10 van pootdeel 3 in beugel 20. Aan de zijkant van beugel 20 is een om scharnieras 40 scharnierbare haak 38 met sleuf 39 aangebracht. In neergekantelde toestand kan door kanteling van haak 38, sleuf 39 daarvan geslagen worden om borgbout 12, waarna door aandraaiing van borgbout 12 een gefixeerde toestand ontstaat zoals weergegeven in figuur 8.

15 Aan het bovenste uiteinde van de binnenste buis 11 van pootdeel 3 is een U-profiel 46 bevestigd, waarvan de poten zich neerwaarts aan weerszijden van de binnenste buis 11 uitstrekken, terwijl eveneens de uiteinden van het U-profiel 46 zich aan weerszijden uitstrekken. Aan ieder van de neerwaartse poten van het U-profiel 46 is 20 scharnierbaar bij scharnieras 48 een kantelarm 41 voorzien, die aan zijn tegenover gelegen uiteinde scharnierbaar om scharnieras 49 is verbonden met het frame 5 van het tafelbladdeel 2. Aan dit frame 5 is een schuif 42 bevestigd die in horizontale toestand van het frame 5 met daarop het niet nader getoonde tafelblad 6 geschoven kan worden onder het lijf van het U-25 profiel 46 teneinde deze horizontale toestand van het tafelblad 6 te fixeren. Voor het inklappen van de tafel 1 wordt schijf 42 onder het lijf van U-profiel 46 vandaan geschoven, waarnaar zoals achtereenvolgens weergegeven in de figuren 12, 13, 14 het frame 5 van een horizontale oriëntatie gekanteld kan worden naar een verticale oriëntatie door 30 kantelarm 41 over een hoek van circa 270 graden te roteren waarna het bovenste uiteinde van frame 5 ongeveer op hetzelfde niveau komt te liggen * r ! U · v o 5 m 12 als het bovenste uiteinde van de binnenste buis 11. In deze verticale positie is het mogelijk om sleuf 9 door kanteling om scharnieras van haak 8 te doen aangrijpen om borgbout 12 zodat ook de ingeklapte toestand van tafelblad 6 kan worden gefixeerd. Bij het weer in de horizontale toestand 5 brengen van het tafelblad 6 wordt de omgekeerde weg gevolgd, waarbij na terugkanteling van kante!arm 41 fixatiehaak 43 die vast is verbonden met frame 5, onder het liggend deel van U-profiel 46 schuift. Na het eveneens inschuiven van schuif 42 wordt zo voorkomen dat frame 5 met tafelblad 6 kantelt ten opzichte van het U-profiel 46 en dus ten opzichte van de 10 binnenste buis 11.

Figuur 15 toont tafel 1 in volledig ingeklapte toestand. Hierbij wordt opgemerkt dat door verschuiving van aanslag 37 nog verder naar rechts in figuur 15, basisdeel 4 als het ware nog verder onder pootdeel 3 en tafelbladdeel 2 kan worden geschoven.

15 Alhoewel de uitvinding bovenstaand nader is toegelicht aan de hand van de beschrijving van een tafel volgens de uitvinding, is het van belang op te merken dat de uitvinding ook uitstekend kan worden toegepast voor andere typen meubels, zoals werkbanken, bureaumeubels, campingmeubilair, stoelen en barkrukken.

Claims (16)

1. Meubel omvattende een horizontaal georiënteerde basis voor ondersteuning op een ondergrond en een draagblad, welke basis en 5 draagblad met elkaar zijn verbonden via een kolom die in een gebruiksstand verticaal is georiënteerd, met het kenmerk, dat de kolom aan zijn onderzijde is voorzien van een zich buiten de omtrek van de kolom uitstrekkende voet, en dat verbindingsmiddelen zijn voorzien voor het in de gebrui ksstand van de kolom losmaakbaar verbinden van de kolom 10 via de voet met de basis.

2. Meubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de basis een geleiding voor de voet omvat voor het langs de geleiding verplaatsen . van de voet met de kolom tussen een niet-gebruiksstand van de kolom en de gebruiksstand van de kolom.

3. Meubel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kolom in de niet-gebruiksstand van de kolom, kantelbaar tussen een verticale oriëntatie en een horizontale oriëntatie is verbonden met de basis.

4. Meubel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de kolom kantelbaar met de voet is verbonden.

5. Meubel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de voet in de niet-gebruiksstand van de kolom, gezamenlijk met de kolom kantelbaar is.

6. Meubel volgens één van de conclusies 2 tot en met 5, met het kenmerk dat de geleiding een zijdelings gericht U-vormig deel omvat. 25

7. Meubel volgens één van de conclusies 2 tot en met 6, met het kenmerk, dat de voet is voorzien van, bij voorkeur roteerbare, geleidingsorganen voor geleidende samenwerking met de geleiding.

8. Meubel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de basis is voorzien van opsluitelementen voor het middels opsluiting van 30 tenminste een deel van de geleidingsorganen gekoppeld houden van de kolom met de basis in de niet-gebruiksstand van de kolom. m .

9. Meubel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de basis is voorzien van een opneemorgaan voor het in de gebruiksstand opnemen van tenminste een deel van de voet.

10. Meubel volgens conclusie 2 en conclusie 9, met het kenmerk, 5 dat het opneemorgaan is voorzien van een eerste opening aan een zijkant van het opneemorgaan voor passage door de eerste opening heen van tenminste een deel van de voet tijdens verplaatsing van de voet met de kolom tussen de gebruiksstand en een niet-gebruiksstand langs de geleiding, waarbij de voet zich in de niet-gebruiksstand buiten het 10 opneemorgaan bevindt.

11. Meubel volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het opneemorgaan aan zijn bovenkant is voorzien van een tweede opening voor het zich door de tweede opening uitstrekken van de kolom.

12. Meubel volgens conclusie 10 en volgens conclusie 11, met 15 het kenmerk, dat de tweede opening sleufvormig is en zich vanaf de eerste opening evenwijdig aan de geleiding uitstrekt.

13. Meubel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een scharnierarm is voorzien dat aan een eerste uiteinde van de scharnierarm scharnierend is verbonden met het draagblad en aan het 20 tegenover het eerste uiteinde gelegen, tweede uiteinde van de scharnierarm scharnierend is verbonden met de kolom voor het wijzigen van de stand van het draagblad tussen een horizontale draagbladstand waarbij het draagblad zich loodrecht op de lengterichting van de kolom uitstrekt en een verticale draagbladstand waarbij het draagblad zich in hoofdzaak 25 evenwijdig aan de lengterichting van de kolom uitstrekt door het scharnieren van de scharnierarm ten opzichte van de kolom over een scharnierhoek van tenminste 180 graden.

14. Meubel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de scharnierhoek is gelegen tussen 240 graden en 300 graden.

15. Meubel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een zich buiten de kolom uitstrekkend draagvlak voor het * . ··· • · ’w * draagblad met de bovenzijde van de kolom is verbonden.

16. Meubel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kolom tenminste twee telescopisch ten opzichte van elkaar verschuifbare telescoopdelen omvat. 5