NL1020583C2 - Ophangsysteem, ophanginrichting voor gebruik in een dergelijk ophangsysteem en werkwijze voor het met behulp van een dergelijk ophangsysteem ophangen van een kast. - Google Patents

Ophangsysteem, ophanginrichting voor gebruik in een dergelijk ophangsysteem en werkwijze voor het met behulp van een dergelijk ophangsysteem ophangen van een kast. Download PDF

Info

Publication number
NL1020583C2
NL1020583C2 NL1020583A NL1020583A NL1020583C2 NL 1020583 C2 NL1020583 C2 NL 1020583C2 NL 1020583 A NL1020583 A NL 1020583A NL 1020583 A NL1020583 A NL 1020583A NL 1020583 C2 NL1020583 C2 NL 1020583C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support element
suspension device
assembly
cupboard
support
Prior art date
Application number
NL1020583A
Other languages
English (en)
Inventor
Bartholomeus Maria Beune
Original Assignee
Avinom B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Avinom B V filed Critical Avinom B V
Priority to NL1020583A priority Critical patent/NL1020583C2/nl
Priority to EP03076434A priority patent/EP1362531A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1020583C2 publication Critical patent/NL1020583C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B95/00Fittings for furniture
    • A47B95/008Suspension fittings for cabinets to be hung on walls

Landscapes

  • Combinations Of Kitchen Furniture (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)

Description

Titel: Ophangsysteem, ophanginrichting voor gebruik in een dergelijk ophangsysteem en werkwijze voor het met behulp van een dergelijk ophangsysteem ophangen van een kast.
De uitvinding heeft betrekking op een ophangsysteem voor een kast of dergelijk object.
Uit de praktijk zijn vele ophangsystemen bekend. Zo is een ophangsysteem bekend waarbij tegen een wand een geprofileerde lat is 5 aangebracht, welke kan aangrijpen in of onder een zich tegen een achterwand van de kast uitstrekkende, tweede lat. Deze tweede lat draagt bij aan de stijfheid van de kast en behoedt deze tegen schranken. Bovendien kan de kast hieraan tijdens productie en verder beheer worden opgetild. Een nadeel van dit bekende ophangsysteem is dat de in elkaar grijpende latten 10 geen stelmogelijkheid bieden om de kast op gelijke hoogte met een aangrenzende kast en/of waterpas te hangen.
Deze stelmogelijkheid wordt wel geboden door een uit DE 201 03 728 bekend ophangsysteem. Dit systeem omvat twee ophanginrichtingen welke tegen de achterzijde van een kast zijn bevestigd, 15 nabij een bovenhoek, en met twee haakdelen kunnen worden vastgehaakt in een of meerdere tegen de muur bevestigde steunelementen. De ophanginrichtingen omvatten elk een bevestigingsplaat welke met deuvels of schroeven tegen een aan de bovenhoek grenzende zijwand of bovenwand is bevestigd. De haakdelen zijn door middel van stelmiddelen verstelbaar 20 met de bevestigingsplaat verbonden. In een door de bevestigingsplaten bedekt deel van de achterwand zijn enkele openingen voorzien, welke toegang bieden tot de stelmiddelen vanaf de binnenzijde van de kast. Hierdoor kunnen de positie en stand van de kast in opgehangen toestand worden bij gesteld.
25 Dit bekende ophangsysteem heeft een aantal nadelen. Zo is de ligging van de ophanginrichtingen in de bovenhoeken van de kast niet
^ A A A. e*· Λ A
2 optimaal. Ten eerste leidt deze ligging tot een ongunstig aangrijppunt van tijdens gebruik op de kast werkende reactiekrachten. Ten tweede zullen de openingen in de achterwand de hoekpunten plaatselijk verzwakken en hoge spanningen introduceren. Dit is des te nadeliger daar de kast een groot deel 5 van haar stijfheid aan deze hoeken ontleent. Ten derde steken de ophanginrichtingen, in het bijzonder de haakdelen daarvan, uit waardoor deze bijvoorbeeld tijdens opslag en transport gemakkelijk beschadigd kunnen raken of zelf schade kunnen aanrichten. Voorts zijn per kast twee verschillende uitvoeringsvormen van de ophanginrichting nodig, namelijk 10 een versie waarbij de deuvels zich links van de bevestigingsplaat uitstrekken, en een versie waarbij deze aan de rechterzijde zijn gelegen.
Uit DE 34 09 227 is een verstelbaar ophangsysteem bekend waarbij een verstelbaar haakdeel gedeeltelijk in een rechthoekig huis is ondergebracht. Dit huis wordt in de kast bevestigd, in een bovenhoek 15 daarvan, waarbij het haakdeel door een in de achterwand voorziene opening tot buiten de kast reikt. In het huis zijn stelmiddelen opgenomen, waarmee de hoogte en diepte van het haakdeel vanuit de kast instelbaar zijn. Aan dit ophangsysteem kleven dezelfde nadelen als het hiervoor besproken ophangsysteem. Een bijkomend nadeel is dat het huis in de kast zichtbaar 20 aanwezig is en effectieve kastruimte in beslag neemt.
De uitvinding beoogt een samenstel van een ophangsysteem en een met dit ophangsysteem op te hangen kast of dergelijk object, waarbij de nadelen van de bekende samenstellen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een samenstel volgens de uitvinding 25 gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Bij een samenstel volgens de uitvinding zijn de voordelen van de bekende ophangsystemen gecombineerd doordat het verstelbare deel van het ophangsysteem, de ophanginrichting, tegen de muur is bevestigd en het steunelement tegen de achterzijde van de kast is bevestigd. Dit biedt een 30 aantal voordelen. Zo wordt hierdoor het instelgemak van het
η O η Γ Ω Q
3 ophangsamenstel aanzienlijk vergroot. Dit is als volgt in te zien. Bij het ophangen van een kast worden de grootste positieafwijkingen doorgaans veroorzaakt door die onderdelen van het ophangsysteem die aan de muur worden bevestigd. Dit is inherent aan het feit dat deze onderdelen 5 handmatig worden aangebracht. De tegen de kast bevestigde onderdelen worden machinaal aangebracht en kunnen daardoor nauwkeurig worden gepositioneerd. Bij de bekende ophangsystemen doet zich daarmee de ongunstig situatie voor dat positieafwijkingen, veroorzaakt door tegen de muur bevestigde steunelementen, slechts kunnen worden gecorrigeerd met 10 behulp van de tegen de kast bevestigde verstelbare ophanginrichtingen. Deze indirecte wijze van corrigeren kan pas plaatsvinden nadat de kast is opgehangen, aangezien voorafgaand daaraan iedere referentie voor het correct instellen van de ophanginrichtingen ontbreekt.
Bij een samenstel volgens de uitvinding kunnen positieafwijkingen 15 van aan de muur bevestigde ophanginrichtingen direct worden gemeten en gecorrigeerd, dankzij de instelbaarheid van deze ophanginrichtingen. Hierdoor kan het instellen van het ophangsamenstel in hoofdzaak geschieden vóórdat de kast wordt opgehangen. De kast behoeft daardoor geen ontsierende en verzwakkende stelopeningen te bezitten en het stellen 20 kan bovendien in onbelaste toestand geschieden, waardoor minder kracht nodig is en met een relatief simpel stelmechanisme kan worden volstaan.
Voorts kan bij een samenstel volgens de uitvinding het steunelement eenvoudig zodanig worden uitgevoerd dat dit de stijfheid van de kast helpt vergroten. Het steunelement kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd 25 als een zich over de breedte van de kast uitstrekkende strip of geprofileerde lat. Veel uit de praktijk bekende kasten zijn reeds van een dergelijk steunelement voorzien en behoeven derhalve voor gebruik met een ophangsysteem volgens de uitvinding geen aanpassing. Een dergelijk steunelement verhoogt de stijfheid en stabiliteit van de kast, met name in 30 zijwaarts richting, en kan tevens als greep fungeren, waaraan de kast •i -"> O C O ^ 4 tijdens productie en verder beheer kan worden gemanipuleerd. Het steunelement kan bovendien in gebruik daarop uitgeoefende reactiekrachten gelijkmatig over de breedte van de kast verdelen.
Het steunelement kan ook zijn uitgevoerd als een 5 verstevigingsprofiel dat bijvoorbeeld in een bovenhoek van de achterwand is vastgezet tegen twee aan deze achterwand grenzende kastwanden. Een dergelijk verstevigingsprofiel fixeert de kastwanden onder de gewenste hoek en vergroot daarmee de weerstand van de kast tegen schranken en daarmee de algehele stijfheid van de kast. Bestaande kasten kunnen eenvoudig met 10 twee, bij voorkeur identieke hoekprofielen worden uitgerust waarna zij met een ophanginrichting volgens de uitvinding tegen een wand kunnen worden bevestigd.
In een voordelige uitvoeringsvorm zijn het steunelement en een verstelbaar draagdeel van de ophanginrichting, waaraan dit steunelement 15 tijdens gebruik is opgehangen, voorzien van samenwerkende profileringen waardoor het draagdeel althans in verticale richting ten opzichte van het steunelement kan worden gefixeerd. Hierdoor wordt verhinderd dat de kast ongewenst in verticale richting kan los komen. Bij voorkeur zijn de profileringen zodanig uitgevoerd, dat de fixerende werking daarvan naar 20 wens door een gebruiker kan worden uitgeschakeld, zodat het op gehangen object vervolgens eenvoudig van de ophanginrichting kan worden getild. Voorts zijn de profileringen bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat het steunelement en draagdeel, ondanks de fixatie in verticale richting, wel in horizontale richting langs elkaar verplaatsbaar zijn, evenwijdig aan het 25 vlak van de muur, teneinde de positie van de kast in zijwaartse richting te corrigeren.
De steunelementen kunnen zijn vervaardigd uit hout, metaal of kunststof en door middel van op zichzelf bekende bevestigingsmiddelen tegen de kast worden vastgezet, zoals lijm, deuvels, schroeven, spijkers, 30 nagels of krammetjes.
λ r, fi λ r η Λ 5
Desgewenst kunnen bij een ophangsysteem volgens de uitvinding openingen in de achterwand van de kast worden voorzien teneinde de positie en stand van de kast in opgehangen toestand te kunnen (bij)stellen. De loodrechte afstand van deze openingen tot aan het of elk steunelement 5 ligt in hoofdzaak vast. Deze afstand wordt bepaald door de afmetingen van de ophanginrichting, in het bijzonder de afstand tussen de stelmiddelen en het uiteinde van het draagdeel waarop het steunelement in gebruik aanligt.
De horizontale ligging van de openingen en de ophanginrichtingen is bij gebruik van een zich over de breedte van de kast uitstrekkend 10 steunelement in grote mate vrij te kiezen. Hierdoor kan bij het plaatsen van de ophanginrichtingen rekening worden gehouden met ongeschikte bevestigingsplaatsen in de wand, bijvoorbeeld vanwege in of achter deze wand lopende leidingen, en kunnen de openingen in de achterwand zodanig worden geplaatst dat deze de kast zo weinig mogelijk verzwakken. De 15 hoogtemaat van de openingen wordt in hoofdzaak bepaald door de slag waarover het draagdeel in hoogterichting verstelbaar is.
De openingen worden na het stellen van de kast bij voorkeur afgedekt. Daartoe is bij voorkeur voorzien in een afdekplaat, welke door middel van flexibele vingers losneembaar in de openingen kan worden 20 vastgeklemd. Hierdoor blijven de stelmiddelen herhaaldelijk toegankelijk. De afdekplaat kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit kunststof of metaal.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een ophanginrichting voor gebruik in een samenstel volgens de uitvinding, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 13.
25 Doordat bij een ophanginrichting volgens de uitvinding het draagdeel en de verstelmiddelen op druk worden belast, in plaats van op trek zoals bij de bekende ophanginrichtingen, kunnen de stelmiddelen eenvoudig ten minste gedeeltelijk worden ontlast door op de bevestigingsplaat en/of de stelmiddelen geschikte steunmiddelen aan te s f', ·) η π n a 6 brengen. Hierdoor blijft de ophanginrichting, ook met daaraan op gehangen kast, licht en makkelijk instelbaar.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het ophangen van een kast met behulp van een ophanginrichting volgens de 5 uitvinding, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 15.
Bij deze werkwijze wordt de of elke aan de wand bevestigde ophanginrichting reeds voordat de kast daaraan wordt opgehangen zo goed mogelijk ingesteld, zodat na plaatsing van de kast niet of nauwelijks verdere instelhandelingen nodig zijn. Hierdoor kan veel tijd worden bespaard, 10 aangezien het instellen van de ophanginrichtingen zonder kast sneller kan geschieden dan wanneer daaraan een kast is opgehangen, bijvoorbeeld omdat de stelmiddelen zonder kast beter bereikbaar liggen en nog lichter verstelbaar zijn, dankzij het ontbreken van enige belasting.
In de verdere volgconclusies worden nadere voordelige 15 uitvoeringsvormen van een samenstel van een ophanginrichting en een op te hangen object alsmede een ophanginrichting volgens de uitvinding beschreven.
Ter verduidelijking van de uitvinding zal een uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel en ophanginrichting volgens de uitvinding worden 20 beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 in doorgesneden zijaanzicht een samenstel van een ophangsysteem en een daarmee opgehangen kast volgens de uitvinding; fig. 2A in exploded view een verstelbare ophanginrichting volgens de uitvinding, geschikt voor toepassing in het samenstel uit fig. 1; 25 fig. 2B in perspectivisch aanzicht de ophanginrichting uit fig. 2a, in samengestelde vorm; fig. 3A een alternatieve uitvoeringsvorm van een steunelement volgens de uitvinding, en i n 9 f; ς A 3 7 fig. 3B,C twee mogelijke uitvoeringsvormen van middelen om het een draagdeel van de ophanginrichting in verticale richting te fixeren ten opzichte van het steunelement uit fig. 3A.
Figuur 1 toont in doorgesneden zijaanzicht een samenstel van een 5 ophangsysteem 1 en een daarmee op te hangen object volgens de uitvinding. Het ophangsysteem 1 omvat een steunelement 4, dat tegen de achterzijde 3 van het op te hangen object, in dit geval een kast, is aangebracht, en een ophanginrichting 5, welke met op zichzelf bekende bevestigingsmiddelen 8 tegen een wand 3 is vastgezet.
10 Het steunelement 4 strekt zich uit over de hele breedte van de kast en verleent deze kast daarmee de nodige stijfheid en weerstand tegen schranken. Het steunelement 4 kan bijvoorbeeld een houten lat zijn, of een profiel van metaal of kunststof, voorzien van een geprofileerde onderrand 9 of andere inhaakvoorziening.
15 Wanneer in deze beschrijving de termen onder en boven worden gebruikt dan wordt daarmee verwezen naar wat in de in figuur 1 getoonde bevestigde stand als onder en boven wordt gezien. Hetzelfde geldt voor de termen omhoog en omlaag en voor- en achterzijde.
De ophanginrichting 5 (zie figuren 2A en B) omvat een in 20 hoofdzaak rechthoekige bevestigingsplaat 7 en een draagdeel 6, dat door middel van eerste en tweede stelmiddelen 10,12 verstelbaar op de bevestigingsplaat 7 is vastgezet.
Het draagdeel 6 omvat een in hoofdzaak rechthoekig voorvlak 14, dat aan drie zijden wordt begrensd door respectievelijk twee tegenover 25 elkaar gelegen langsranden 15 en een kopse rand 16. Deze langsranden 15 en kopse rand 16 sluiten respectievelijk een hoek van ongeveer 90° en een hoek van minder dan 90° in met het voorvlak 14, waardoor het draagdeel 6 in zijaanzicht gezien (zie fig. 1) een afgeschuind uiteinde 11 heeft. Het tegenover het afgeschuinde einde 11 gelegen open einde 13 van het 30 draagdeel 6 is afgesloten door een in hoofdzaak rechthoekige loopplaat 18, 1 n 9 n i; ö q 8 welke met twee versmalde uiteinden 19 roteerbaar in openingen 17 tussen de langsranden 15 is opgenomen. Voorts is in het voorvlak 14 een slobgat 20 voorzien, waarvan een lengterichting zich haaks uitstrekt op de loopplaat 18. In het verlengde van het slobgat 20 kan een tweede opening 21 zijn 5 voorzien op het nut waarvan nog nader zal worden teruggekomen.
De eerste stelmiddelen 10 omvatten een schroef 30 met een kop 32, welke langs haar omtrek is voorzien van een zich in radiale richting uitstrekkende vertanding, en een aandrijfkop 33, welke aan een onderzijde is voorzien van een zich in axiale richting uitstrekkende vertanding. Deze 10 aandrijfkop 33 ligt in een gemonteerde stand met een deel van haar vertande onderzijde aan tegen de omtrek van de schroefkop 32, waarbij de vertandingen van beide koppen 32, 33 in elkaar grijpen, waardoor een rotatie van de aandrijfkop 33 rond haar hartlijn A wordt omgezet in een rotatie van de schroef 30 rond haar lengteas, welke ongeveer haaks op 15 voornoemde hartlijn staat.
De schroef 30 is, in gemonteerde stand, door een centrale opening 22 in de met het draagdeel 6 verbonden loopplaat 18 geschroefd en is voorts met een voetdeel 31 en kop 32 in respectievelijk een opsluitplaat 35 en een steunflens 24 vastgezet, welke beide vast met de bevestigingsplaat 7 zijn 20 verbonden. De kop 32 is daarbij zover door de steunflens 24 gestoken dat een direct onder de kop 32 aangebrachte kraag 34 aanligt tegen de flens 24. De opsluitplaat 35 en de steunflens 24 strekken zich in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uit, haaks op de bevestigingsplaat 7, op een onderlinge afstand L die in hoofdzaak overeenkomt met de lengte van de 25 schroef 30, gemeten tussen het voetdeel 31 en de kraag 34.
De opsluitplaat 35 is in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld als los element op de bevestigingsplaat 7 vastgezet in twee in de bevestigingsplaat 7 voorziene centreergaten 28, terwijl de steunflens 24 integraal uit de bevestigingsplaat 7 is gevormd. Het moge duidelijk zijn dat de opsluitplaat 30 35 ook integraal uit de bevestigingsplaat 7 kan zijn gevormd, terwijl de i ' · O Cr f' fa 9 steunflens 24 ook als los onderdeel op de bevestigingsplaat kan zijn bevestigd.
Direct onder de steunflens 24 is een kubusvormig, kunststof steunblok 36 aangebracht, op twee zich vanaf de bevestigingsplaat 7 5 uitstrekkende nokken 29. Het steunblok 36 is aan een naar de steunflens 24 gekeerde zijde voorzien van een uitsparing 37, geschikt voor opname van de schroefkop 32 en de aandrijfkop 33 (zie figuur 1). Voorts is in een van de bevestigingsplaat 7 afgekeerde zijde van het steunblok 36 een opening 38 voorzien, welke toegang biedt tot de aandrijfkop 33.
10 De tweede stelmiddelen 12 omvatten een stelschroef 40, welke door het slobgat 20 in het draagdeel 6 is gestoken en in de daaronder gelegen bevestigingsplaat 7 is vastgeschroefd, in een plaatselijk verhoogd brugdeel 25 daarvan. De afmetingen van de stelschroef 40 zijn zodanig gekozen dat de steel vrij in het slobgat 20 kan bewegen, terwijl de kop zich ten minste 15 gedeeltelijk aan weerszijden van het slobgat 20 uitstrekt.
Zowel de bevestigingsplaat 7 als het draagdeel 6 zijn in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld vervaardigd uit metalen plaatmateriaal, zoals staal of aluminium, met behulp van op zichzelf bekende plaatbewerkingstechnieken zoals snijden, ponsen en omzetten. Uiteraard 20 kunnen de bevestigingsplaat 7 en het draagdeel 6 ook uit ander materialen en op andere wijze worden vervaardigd, bijvoorbeeld uit kunststof worden gespuitgiet.
De eerste en tweede stelmiddelen 10, 12 werken als volgt. Nadat de ophanginrichting 5 met de bevestigingsplaat 7 tegen een wand 3 is 25 bevestigd kan de hoogte van het draagdeel 6 worden bijgeste ld met behulp van de eerste stelmiddelen 10, door de aandrijfkop 33, via de opening 38 in het steunblok 36, met behulp van een schroevendraaier of dergelijk gereedschap te roteren. Deze rotatie wordt door de in elkaar grijpende vertandingen van de aandrijfkop 33 en de schroefkop 32 omgezet in een 30 rotatie van de schroef 30 rond haar lengteas. Hierdoor zal de loopplaat 18,
Λ f* . ,·"·\ ï*" /*H
10 afhankelijk van de rotatierichting van de schroef 30, door de schroefdraad omhoog of omlaag worden gevoerd, in de richting van pijl H, daarbij het draagdeel 6 meevoerend. Het slobgat 20 zorgt ervoor dat het draagdeel in zijn opwaartse of neergaande beweging niet wordt belemmerd door de 5 stelschroef 40.
Voorts kan de afstand van het draagdeel 6, in het bijzonder het uiteinde 11 daarvan, tot aan de bevestigingsplaat 7 worden ingesteld met behulp van de tweede stelmiddelen 12. Daartoe wordt de stelschroef 40 aangedraaid of losgedraaid, waardoor het draagdeel 6 door de kop van de 10 stelschroef 40 respectievelijk richting de bevestigingsplaat 7 wordt verzwenkt of de ruimte krijgt om naar voren, richting het op te hangen object te hellen. Hierbij fungeren de uiteinden 19 van de loopplaat 18 als rotatieas B voor het draagdeel 6.
De beschreven stelmogelijkheden kunnen ook worden uitgevoerd 15 wanneer aan het draagdeel 6 een kast als getoond in figuur 1 is opgehangen. In dat geval zorgen het steunblok 36 en de op de steunflens 24 rustende kraag 34 ervoor dat de schroef 30 althans gedeeltelijk wordt ontlast, waardoor het draagdeel 6 met relatief lage krachten instelbaar is. Voorts dienen in dat geval in de achterwand 2 van de kast openingen 42 te worden 20 voorzien, via welke toegang wordt verkregen tot de achter de kast gelegen ophanginrichtingen 5 en stelmiddelen 10,12.
De ligging van deze openingen 42 ten opzichte van het steunelement 4 wordt in hoogterichting bepaald door de afmetingen van de ophanginrichting 5, in het bijzonder de afstand vanaf het uiteinde 11 van 25 het draagdeel 6 tot aan de eerste en tweede stelmiddelen 10, 12. De afmeting van de openingen 42 in hoogterichting gezien is ten minste gelijk aan de slag S waarover het draagdeel 6 in hoogterichting verstelbaar is. Deze slag S komt in hoofdzaak overeen met de lengte L van de schroef 30 tussen het voetdeel 31 en de steunkraag 34.
11
Per stelmiddel 10, 12 kan een aparte opening 42 worden voorzien, als getoond in figuur 1, of een enkele grotere opening. De of elke opening 42 wordt na het stellen van de kast bij voorkeur afgedekt met een afdekplaat 44 van bijvoorbeeld kunststof of metaal. De afdekplaat 44 kan met behulp 5 van klikvingers 45 in de openingen 42 worden vastgeklemd of tegen de binnenzijde van de achterwand 2 worden vastgelijmd, geschroefd of op andere bekende wijze worden vastgezet. Klikvingers 45 bieden evenwel het voordeel dat de afdekplaat 44 hierdoor herhaald kan worden verwijderd zodat de positie en stand van de kast steeds opnieuw kunnen worden 10 bijgesteld.
Bij het ophangen van een kast worden bij voorkeur twee ophanginrichtingen 5 toegepast. De plaatsing daarvan tegen de wand is in de breedterichting van de kast gezien in beginsel volledig vrij te kiezen. Dankzij deze positioneervrijheid kunnen de ophanginrichtingen 5 steeds 15 zodanig worden geplaatst dat deze tot een zo gunstig mogelijke krachtenspel op de kast leiden. Voorts kan hierdoor rekening worden gehouden met minder geschikte bevestigingslocaties op de wand, bijvoorbeeld vanwege in deze wand aanwezige leidingen of plaatselijk zwakke delen.
Wanneer de ophanginrichtingen 5 ook bij daaraan opgehangen kast 20 verstelbaar dienen te zijn, verdient het uiteraard de voorkeur de ophanginrichtingen 5 op een onderlinge afstand te plaatsen die correspondeert met de afstand tussen de openingen 42 in de achterwand 2 van de kast. De ligging van de openingen 42 is bij voorkeur zodanig gekozen dat deze de stijfheid van de kast zo min mogelijk compromitteren.
25 Figuur 3A toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een steunelement 4' volgens de uitvinding, bestemd voor bevestiging tegen de achterzijde van een kast, in een bovenhoek daarvan. Deze uitvoeringsvorm is bij voorkeur vervaardigd uit metaalplaat en met name geschikt voor kasten, waarvan de zijwanden en de bovenwand uitsteken tot voorbij de 30 achterwand van de kast. Het steunelement 4’ omvat een vlakke grondplaat
1 f: > OKOO
12 50 met ten minste één rechte hoek, welke hoek is begrensd door een zich haaks op de grondplaat 50 uitstrekkende bovenrand 51 en zijrand 52. Voorts is in de grondplaat 50 een haakdeel 54 gevormd, bijvoorbeeld door stansen en omzetten, welk haakdeel 54 achter het draagdeel 6 van een 5 ophanginrichting 5 kan worden vastgehaakt.
In gebruik wordt het steunelement 4' met deze randen 51, 52 vastgezet in een bovenhoek van de kast, tegen respectievelijk een aan die bovenhoek grenzende bovenwand en zijwand. Aldus fungeert het steunelement 4' als hoekverstevigingsprofiel en wordt hiermee de algehele 10 stijfheid van de kast vergroot. Het steunelement 4' kan op een zelfde wijze als hiervoor beschreven worden gebruikt in combinatie met een verstelbare ophanginrichting 5. Daarbij kunnen in de achterwand, onder het steunelement 4', een of meerdere openingen worden aangebracht, zodat de ophanginrichting 5 vanuit de binnenzijde van de kast kan worden ingesteld. 15 Ofschoon deze openingen zich relatief dicht bij de bovenhoeken zullen bevinden, zullen deze de stijfheid van de kast niet in gevaar brengen, dankzij de hoekverstevigende werking van de steunelementen 4'.
Tussen het haakdeel 54 en de grondplaat 50 kunnen middelen zijn voorzien om het draagdeel 6 in verticale richting ten opzichte van het 20 steunelement 4' te fixeren teneinde te verhinderen dat de kast ongewenst van de ophanginrichting kan worden gelicht. In de figuren 3B en C zijn twee mogelijke uitvoeringsvormen van dergelijke fixeermiddelen getoond.
Figuur 3B toont een kantelnok, voorzien van een zich in verticale richting uitstrekkend been 55 en een zich haaks op de grondplaat 25 uitstrekkend aanslagvlak 57. Beide kunnen roteren rond een zich haaks op het vlak van de tekening uitstrekkende rotatieas 56. In fig. 3B staat de nok in zijn ongefixeerde stand. Wordt nu een draagdeel 6 onder het haakdeel 54 geschoven, dan zal bij aanraking van het aanslagvlak 57 het been 55 kastinwaarts roteren, richting het haakdeel 54 en daarbij aangrijpen in de 30 tweede opening 21 in het draagdeel 6 (zie fig. 2A). Hierdoor zal het \ Li*-'! vV: o o 13 draagdeel 6 tegen verdere verticale verplaatsing zijn opgesloten. Uiteraard kunnen (niet getoonde) ontkoppelmiddelen zijn voorzien, waarmee de fixerende werking van de kantelnok kan worden opgeheven, bij voorkeur vanaf de binnenzijde van de kast. De kantelnok kan bijvoorbeeld zijn 5 voorzien van een aangrijpdeel dat via de opening 42 in de achterwand van de kast bereikbaar is en door verplaatsing waarvan nok 55 uit opening 21 van het draagdeel 6 wordt gedwongen, waarna de kast van het draagdeel 6 kan worden gelicht.
Fig. 3C toont een alternatieve uitvoering, waarbij de grondplaat 50 10 is voorzien van een verend opgestelde nok 58 welke bij het passeren van het draagdeel 6 wordt ingedrukt, totdat de tweede opening 21 de nok 58 passeert. Op dat moment veert de nok 58 terug tot door de opening 21, daarbij verdere verticale verplaatsing van het draagdeel 6 belettend. Uiteraard zijn naast de in figuur 3B en 3C getoonde uitvoeringsvormen vele 15 andere oplossingen denkbaar om het draagdeel 6 in verticale richting op te sluiten. Bij voorkeur geschiedt de opsluiting zodanig, dat het haakdeel 54 en het draagdeel 6 nog wel in horizontale richting ten opzichte van elkaar kunnen verplaatsen.
Alle combinaties van delen van de getoonde uitvoeringsvormen 20 worden geacht hierin te zijn opgenomen. De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
Zo kunnen met een ophangsysteem volgens de uitvinding niet 25 alleen kasten worden opgehangen doch ook andere objecten, met name objecten die nauwkeurige stelmogelijkheden vereisen. Voorts kunnen de in de bevestigde stand tegen elkaar liggende vlakken van het steunelement en het draagdeel anders van vorm zijn dan in de uitvoeringsvormen is getoond, bijvoorbeeld concaaf en convex, of rechthoekig. De getoonde complementaire 30 vorm biedt het voordeel dat hierdoor een groot effectief steunoppervlak
Λ ft 'i Π Γ O
14 wordt verkregen, waardoor de op het steunelement en de ophanginrichting werkende reactiekrachten gelijkmatig kunnen worden verdeeld.
Ook kan het steunelement verstelbaar zijn uitgevoerd, zodat hiermee ten minste een deel van de instelling van de kast kan worden 5 verzorgd.
Deze en vele variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
1 π 7 n s a · ".

Claims (16)

1. Samenstel van een ophangsysteem en een met dit ophangsysteem op te hangen kast of dergelijk object, omvattende ten minste een steunelement (4) en ten minste één ophanginrichting (5), welke ophanginrichting (5) een bevestigingsplaat (7) omvat en een met behulp van 5 stelmiddelen (10, 12) ten opzichte van de bevestigingsplaat (7) verstelbaar draagdeel (6), waarbij het steunelement (4) tegen een achterzijde (2) van de kast is bevestigd en de ophanginrichting (5) met de bevestigingsplaat (7) tegen een wand (3) is bevestigd, en waarbij het steunelement (4) in een bevestigde stand op of aan het draagdeel (6) hangt.
2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij het draagdeel (6) in de bevestigde stand ten minste verstelbaar is in verticale richting.
3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het draagdeel (6) in de bevestigde stand verstelbaar is in een zich in hoofdzaak haaks op het vlak van de wand (3) uitstrekkende richting.
4. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het steunelement (4) een zich in de breedte van de kast (2) uitstrekkend profiel omvat.
5. Samenstel volgens een van de conclusies 1-3, waarbij het steunelement (4) twee verstevigingsprofielen omvat, welke elk nabij een 20 bovenhoek van een kast zijn vastgezet, tegen ten minste twee aan de achterwand grenzende kastwanden.
6. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het steunelement (4) en het draagdeel (6) elk zijn voorzien van met elkaar samenwerkende profileringen, welke in een bevestigde stand zodanig in 25 elkaar grijpen dat het draagdeel (6) althans in verticale richting ten opzichte van het steunelement (4) is gefixeerd. λ, /*\ 'v r*. ··' vri /*-*
7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij voorts ontkoppelmiddelen zijn voorzien, voor het opheffen van de fixatie door de samenwerkende profileringen.
8. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een 5 met het draagdeel (6) samenwerkend deel van het of elk steunelement (4) zodanig is ingericht, dat het draagdeel (6) in horizontale richting, evenwijdig aan het vlak van de wand (3) langs het of elk steunelement (4) verschuifbaar is.
9. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in 10 een achterwand (2) van de kast ten minste één opening (42) is voorzien, op een zodanige afstand onder het steunelement (4), dat de opening (42) in de bevestigde stand op in hoofdzaak dezelfde hoogte is gelegen als de stelmiddelen (10, 12) van een of elke zich achter de achterwand (2) uitstrekkende ophanginrichting (5).
10. Samenstel volgens conclusie 9, waarbij de afmeting van de ten minste ene opening (42) in verticale richting in hoofdzaak gelijk is aan een afstand (L) waarover het draagdeel (6) in verticale richting instelbaar is.
11. Samenstel volgens conclusie 9 of 10, waarbij een afdekplaat (44) is voorzien, voor het afdekken van de of elke opening (42).
12. Samenstel volgens conclusie 11, waarbij de afdekplaat (44) klikvingers (45) omvat, voor bevestiging van in de ten minste ene opening (42).
13. Ophanginrichting voor gebruik in een samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een bevestigingsplaat (7) en een 25 draagdeel (6), welk draagdeel (6) door middel van stelmiddelen (10, 12) in ten minste een richting ten opzichte van de bevestigingsplaat (7) verstelbaar is, waarbij de stelmiddelen (10, 12) zich in hoofdzaak tussen de bevestigingsplaat (7) en het draagdeel (6) uitstrekken en waarbij een voor stelhandelingen vatbaar gedeelte van de stelmiddelen (10, 12) zich uitstrekt 30 aan een zelfde zijde van de bevestigingsplaat (7) als het draagdeel (6). 1 0 ? Π K A 3
14. Ophanginrichting volgens conclusie 13, waarbij het draagdeel (6) in de bevestigde stand op druk is belast en waarbij steunmiddelen (24, 34; 36) zijn voorzien voor het in de bevestigde stand ten minste gedeeltelijk ontlasten van de stelmiddelen (10).
15. Werkwijze voor het ophangen van een kast of dergelijk object met behulp van een ophanginrichting volgens conclusies 13 of 14, omvattende de volgende stappen: aanbrengen van een steunelement (4) tegen een achterzijde van het op te hangen object; 10. aanbrengen van ten minste een verstelbare ophanginrichting (5) tegen een wand; stellen van het draagdeel (6) van de ophanginrichting (5) in hoogte-en/of diepterichting, zodat een het steunelement (4) in de bevestigde stand ondersteunend aanligvlak (16) van het draagdeel (6) ongeveer een gewenste 15 stand en positie inneemt; ophangen van het object aan de ophanginrichting (5) met behulp van het steunelement (4);
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij de stand en positie van de kast, nadat deze aan de ophanginrichting (5) is opgehangen, worden 20 aangepast door de stelmiddelen (10, 12) bij te stellen via een in de achterwand van de kast voorziene opening (42), waarna de opening (42) wordt afgedekt met een afdekplaat (44). 1
NL1020583A 2002-05-13 2002-05-13 Ophangsysteem, ophanginrichting voor gebruik in een dergelijk ophangsysteem en werkwijze voor het met behulp van een dergelijk ophangsysteem ophangen van een kast. NL1020583C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020583A NL1020583C2 (nl) 2002-05-13 2002-05-13 Ophangsysteem, ophanginrichting voor gebruik in een dergelijk ophangsysteem en werkwijze voor het met behulp van een dergelijk ophangsysteem ophangen van een kast.
EP03076434A EP1362531A1 (en) 2002-05-13 2003-05-13 Suspension system, suspension device for use in such a suspension system, and method for suspending a cupboard using such suspension system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020583A NL1020583C2 (nl) 2002-05-13 2002-05-13 Ophangsysteem, ophanginrichting voor gebruik in een dergelijk ophangsysteem en werkwijze voor het met behulp van een dergelijk ophangsysteem ophangen van een kast.
NL1020583 2002-05-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020583C2 true NL1020583C2 (nl) 2003-11-14

Family

ID=29268071

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020583A NL1020583C2 (nl) 2002-05-13 2002-05-13 Ophangsysteem, ophanginrichting voor gebruik in een dergelijk ophangsysteem en werkwijze voor het met behulp van een dergelijk ophangsysteem ophangen van een kast.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1362531A1 (nl)
NL (1) NL1020583C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT201700110599A1 (it) * 2017-10-03 2019-04-03 Leonardo Srl Gruppo reggipensile nascosto resistente allo strappo e con regolazione in profondita’ precisa

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2830863A (en) * 1955-11-25 1958-04-15 Gen Electric Cabinet hanger
DE3041144A1 (de) * 1979-11-14 1981-05-21 Julius Blum Gesellschaft mbH, 6973 Höchst Beschlag zum aufhaengen eines schrankes o.dgl.
DE3409227A1 (de) 1983-09-26 1985-09-19 Hetal-Werke Franz Hettich Gmbh & Co, 7297 Alpirsbach Beschlag zum haengenden befestigen eines wandschrankes an einer gebaeudewand
DE3909957A1 (de) * 1989-03-27 1990-10-04 E Norm Beschlag Gmbh Vorrichtung zum aufhaengen von schraenken
EP0746996A1 (de) * 1995-06-09 1996-12-11 Zeyko GmbH Kopp + Zeyher Aufhängevorrichtung für Hängeelemente, insbesondere für Wandschränke
EP1051930A2 (de) * 1999-05-12 2000-11-15 Küppersbusch Grossküchentechnik GmbH Aufhängevorrichtung mit einem Installationsträger
DE20103728U1 (de) 2001-03-03 2001-05-03 Hettich Paul Gmbh & Co Schrankaufhängevorrichtung

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT375536B (de) * 1979-12-06 1984-08-10 Blum Gmbh Julius Aufhaengebeschlag, insbesondere fuer haengeschraenke
DE29507071U1 (de) * 1995-04-27 1995-08-24 Hettich Hetal Werke Verstellbarer Aufhängebeschlag
ES2160024B1 (es) * 1998-12-10 2002-04-16 Ind Aux Es S A Nuevo colgador oculto regulable para muebles de cocina y similares.

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2830863A (en) * 1955-11-25 1958-04-15 Gen Electric Cabinet hanger
DE3041144A1 (de) * 1979-11-14 1981-05-21 Julius Blum Gesellschaft mbH, 6973 Höchst Beschlag zum aufhaengen eines schrankes o.dgl.
DE3409227A1 (de) 1983-09-26 1985-09-19 Hetal-Werke Franz Hettich Gmbh & Co, 7297 Alpirsbach Beschlag zum haengenden befestigen eines wandschrankes an einer gebaeudewand
DE3909957A1 (de) * 1989-03-27 1990-10-04 E Norm Beschlag Gmbh Vorrichtung zum aufhaengen von schraenken
EP0746996A1 (de) * 1995-06-09 1996-12-11 Zeyko GmbH Kopp + Zeyher Aufhängevorrichtung für Hängeelemente, insbesondere für Wandschränke
EP1051930A2 (de) * 1999-05-12 2000-11-15 Küppersbusch Grossküchentechnik GmbH Aufhängevorrichtung mit einem Installationsträger
DE20103728U1 (de) 2001-03-03 2001-05-03 Hettich Paul Gmbh & Co Schrankaufhängevorrichtung

Also Published As

Publication number Publication date
EP1362531A1 (en) 2003-11-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6196141B1 (en) Vertically stabilized adjustable shelf bracket assembly
US8444235B2 (en) Storage system
US10376048B2 (en) Adjustable shelving system
US20030006681A1 (en) Vertically stabilized adjustable shelf bracket assembly
US8061539B2 (en) Storage system with accessory mounting rail
US20040173549A1 (en) Vertically stabilized adjustable shelf bracket assembly
US8662322B2 (en) Tool holder
US20190247995A1 (en) Container attachment system
NL7905705A (nl) Uitstalplateausysteem voor montage aan een muur.
JP2005508685A5 (nl)
US8960458B1 (en) Storage apparatus
US11241784B2 (en) Workbench with collapsible pegboard
US20090242497A1 (en) Tool holder
US20040020884A1 (en) System for detachable suspension of shelves, drawers or the like
NL1020583C2 (nl) Ophangsysteem, ophanginrichting voor gebruik in een dergelijk ophangsysteem en werkwijze voor het met behulp van een dergelijk ophangsysteem ophangen van een kast.
US20090242329A1 (en) Sawhorse with Opposing Fixed and Moveable Sides
US5570792A (en) Hanging file storage unit
NL9201392A (nl) Flessenhouder
US5339969A (en) Quick assembly hanging file folder frame
CA2558809A1 (en) Shelf shipping clip
EP0862876A1 (en) Shelf units
US20060278767A1 (en) Accessory tray for a ladder
NO323948B1 (no) Opphengningsanordning
US2874613A (en) Support for tilting mirrors
NL1024596C2 (nl) Voetstuk voor een stelling.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20220512