NL1020508C2 - Vorm-, vul- en sluitmachine met baanlengte-volger. - Google Patents

Vorm-, vul- en sluitmachine met baanlengte-volger. Download PDF

Info

Publication number
NL1020508C2
NL1020508C2 NL1020508A NL1020508A NL1020508C2 NL 1020508 C2 NL1020508 C2 NL 1020508C2 NL 1020508 A NL1020508 A NL 1020508A NL 1020508 A NL1020508 A NL 1020508A NL 1020508 C2 NL1020508 C2 NL 1020508C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
web
zip
strip
longitudinal
length
Prior art date
Application number
NL1020508A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1020508A1 (nl
Inventor
Joseph Johan Maria Van Rens
Peter Joseph Hendriks
Wilhelmus Catharina Gerard Tax
Peter Hubertus Daal
Original Assignee
Cfs Weert Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cfs Weert Bv filed Critical Cfs Weert Bv
Priority to NL1020508A priority Critical patent/NL1020508C2/nl
Publication of NL1020508A1 publication Critical patent/NL1020508A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1020508C2 publication Critical patent/NL1020508C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B61/00Auxiliary devices, not otherwise provided for, for operating on sheets, blanks, webs, binding material, containers or packages
    • B65B61/18Auxiliary devices, not otherwise provided for, for operating on sheets, blanks, webs, binding material, containers or packages for making package-opening or unpacking elements
    • B65B61/188Auxiliary devices, not otherwise provided for, for operating on sheets, blanks, webs, binding material, containers or packages for making package-opening or unpacking elements by applying or incorporating profile-strips, e.g. for reclosable bags
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B41/00Supplying or feeding container-forming sheets or wrapping material
    • B65B41/18Registering sheets, blanks, or webs
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B9/00Enclosing successive articles, or quantities of material, e.g. liquids or semiliquids, in flat, folded, or tubular webs of flexible sheet material; Subdividing filled flexible tubes to form packages
    • B65B9/10Enclosing successive articles, or quantities of material, in preformed tubular webs, or in webs formed into tubes around filling nozzles, e.g. extruded tubular webs
    • B65B9/20Enclosing successive articles, or quantities of material, in preformed tubular webs, or in webs formed into tubes around filling nozzles, e.g. extruded tubular webs the webs being formed into tubes in situ around the filling nozzles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B9/00Enclosing successive articles, or quantities of material, e.g. liquids or semiliquids, in flat, folded, or tubular webs of flexible sheet material; Subdividing filled flexible tubes to form packages
    • B65B9/10Enclosing successive articles, or quantities of material, in preformed tubular webs, or in webs formed into tubes around filling nozzles, e.g. extruded tubular webs
    • B65B9/20Enclosing successive articles, or quantities of material, in preformed tubular webs, or in webs formed into tubes around filling nozzles, e.g. extruded tubular webs the webs being formed into tubes in situ around the filling nozzles
    • B65B9/2014Tube advancing means
    • B65B9/2028Rollers or belts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B9/00Enclosing successive articles, or quantities of material, e.g. liquids or semiliquids, in flat, folded, or tubular webs of flexible sheet material; Subdividing filled flexible tubes to form packages
    • B65B9/10Enclosing successive articles, or quantities of material, in preformed tubular webs, or in webs formed into tubes around filling nozzles, e.g. extruded tubular webs
    • B65B9/20Enclosing successive articles, or quantities of material, in preformed tubular webs, or in webs formed into tubes around filling nozzles, e.g. extruded tubular webs the webs being formed into tubes in situ around the filling nozzles
    • B65B9/213Enclosing successive articles, or quantities of material, in preformed tubular webs, or in webs formed into tubes around filling nozzles, e.g. extruded tubular webs the webs being formed into tubes in situ around the filling nozzles the web having intermittent motion

Description

Vorm-, vul- en sluitmachine met baanlencrte-volger
De uitvinding heeft betrekking op een vorm-, vul- en sluitmachine, in het bijzonder een vorm-, vul- en 5 sluitmachine waarin een baan zakmateriaal, zoals folie, voor het omvormen daarvan tot een buisvorm voorzien wordt van zogenoemde zipstroken, voor iedere te maken/vullen zak een. Deze zipstroken, die in het algemeen bestaan uit twee tegenover elkaar gelegen deelstroken die voorzien zijn van 10 met elkaar losmakelijk in ineengrijping te brengen moeren vaardelen, worden van een voorraad afgenomen en dwars op de baan aangebracht, al dan niet middels een beperkte voorlas of -hechting. In de handeling van het dwarssealen van de zakken wordt ook de zipstrook permanent vastgelast 15 aan de zakwanden.
Bij het aanbrengen van de zipstroken is een hoge beheersing van de oriëntatie en de precieze ligging van de stroken vereist, daar onvolkomenheden daarin het verdere proces kunnen hinderen en tot storingen kunnen leiden.
20 Een doel van de uitvinding is een vorm-, vul- en sluitmachine van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee een zeer hoge beheersingsgraad bij het plaatsen van de zipstroken bereikbaar is.
Een verder doel van de uitvinding is een vorm-25 , vul- en sluitmachine van de in de aanhef genoemde soort 1020508 2 te verschaffen, waarmee een hoge processnelheid gerealiseerd kan worden, met een hoge nauwkeurigheid.
Vanuit een aspect verschaft de uitvinding een vormvulsluitmachine omvattend middelen voor het door de 5 machine doorvoeren van een baan verpakkingsmateriaal volgens een procespad vanaf een baanaanvoerzijde en middelen, in het bijzonder dwarssealmiddelen en snijmiddelen, voor het omvormen van de baan tot gevulde zakken, voorts voorzien van besturingsmiddelen met eerste middelen voor 10 het opmerken van langsmarkeringen op de baan en het meten van de baanpositie, waarbij de besturingsmiddelen voorzien zijn van middelen voor opslag van gegevens betreffende de zaklengte, waarbij de machine voorzien is van tenminste één omlooprol voor de baan, die in baanrichting 15 verplaatsbaar aangebracht is op de machine en middels verplaatsingsmiddelen in positie in baanrichting instelbaar is, waarbij de besturingsmiddelen ingericht zijn om in respons op de gegevens afkomstig van de zaklengteinvoer en de eerste middelen voor het opmerken van langsmarkerin-2 0 gen op de baan en het meten van de baanpositie de verplaatsingsmiddelen van de omlooprol aan te sturen voor wijziging van de lengte die de baan te doorlopen heeft van de aanvoerzijde tot de dwarssealmiddelen en snijmiddelen. De omlooprol kan bijvoorbeeld door schuiven of door weg-25 verdraaien automatisch verplaatst worden om de baanlengte tussen zipstrook-aanbrenginrichting en dwars-sealeenheid/ snij eenheid te vergroten of te verkleinen. Hiermee wordt steeds een nauwkeurige plaatsing van de zipstrook ten opzichte van de tastvlek en de dwarsnaad verzekerd.
30 Opgemerkt wordt dat uit het Amerikaans octrooi- schrift 5.377.474 een vorm-, vul- en sluitmachine bekend is, die voorzien is van een wagen met een fotocel voor detecteren van markeringen die op een voorbedrukte baan verpakkingsmateriaal aangebracht zijn, op tussenafstanden 35 overeenkomend met die van de verpakking. De positie van de fotocel in baanrichting is instelbaar. Op basis van de meetgevens van de fotocel worden door een regeleenheid de 1020508 3 trekmiddelen voor transport van de baan verpakkingsmateriaal aangestuurd, opdat steeds een constante lengte baan voortbewogen wordt. Er is hier geen sprake van een aangestuurde omlooprol voor wijziging van de lengte die de baan 5 te doorlopen heeft.
Bij voorkeur omvat de vormvulsluitmachine voorts een zipstrook-aanbrenginrichting voor het aanbrengen van een zipstrook op de baan, in het bijzonder door pre-sea-len, met middelen voor het dwars op het procespad toevoe-10 ren van een zipstrook voor elke zak, welke toevoermiddelen een transporteur omvatten, die voorzien is van middelen voor het tijdens het toevoeren vasthouden of vastgrijpen van de zipstrook, en waarbij de transporteur voorzien is van aandrijfmiddelen, waarbij de eerste middelen voor het 15 opmerken van langsmarkeringen op de baan en voor het meten van de baanpositie geplaatst zijn nabij de zipstrook-aanbrenginrichting, waarbij de middelen voor het opmerken van de langsmarkeringen op in de besturingsinrichting bekende afstand gelegen zijn van de zipstrook-aanbrengin-20 richting, waarbij de omlooprol voor de baan benedenstrooms de voornoemde eerste middelen geplaatst is, waarbij de besturingsmiddelen ingericht zijn om in respons op de gegevens afkomstig van de eerste middelen voor het opmerken van langsmarkeringen op de baan en het meten van de 25 baanpositie de verplaatsingsmiddelen van de omlooprol aan te sturen voor wijziging van de baanlengte tussen de eerste middelen en de dwarsseal- en snij middelen, in het bijzonder aldaar gelegen eindsealmiddelen voor de zipstrook.
30 Bij voorkeur zijn de besturingsmiddelen voorzien van middelen voor opslag van gegevens betreffende de zaklengte, de afstand tussen de opmerkmiddelen en de zipstrook-aanbrenginrichting, de afstand tussen de langs-markering en de dwarsnaad van een gemaakte zak en de 35 afstand tussen de einddwarssealmiddelen voor de zipstrook en het snijmes voor de gemaakte zakken.
Bij voorkeur zijn de eerste opmerkmiddelen voor 1020508 4 de langsmarkeringen geplaatst benedenstrooms van de zip-strook-aanbrenginrichting.
Bij voorkeur omvatten de middelen voor het meten van de baanpositie een encoder voor het meten van de 5 lengte baan die passeert per meetperiode.
Bij voorkeur zijn de besturingsmiddelen ingericht om in respons op de gegevens afkomstig van de eerste middelen voor het opmerken van langsmarkeringen op de baan en voor het meten van de baanafstand de aandrijving (en) 10 van de zipstrook-aanbrenginrichting, in het bijzonder van de transporteur, aan te sturen.
Bij voorkeur is de vormvulsluitmachine voorts voorzien van door de besturingsmiddelen aangestuurde middelen voor het ter plaatse van de zipstrook-aanbrengin-15 richting stil houden van de baan, waarbij de omlooprol benedenstrooms van de zipstrook-aanbrenginrichting geplaatst is, waarbij de besturingsmiddelen de verplaat-singsmiddelen voor de omlooprol aansturen voor het in een periode voorafgaande aan elk stilhouden vormen van een 20 buffer-baanlengte en het afgeven daarvan tijdens het stilhouden van de baan, wanneer de besturingsmiddelen de stilhoudmiddelen hebben geactiveerd. Aldus kan een zekere, continue baanaanvoer naar de vorm- en sluitmiddelen worden verzekerd.
25 Bij voorkeur worden de middelen voor het door voeren van de baan in hoofdzaak continu aangedreven.
Bij voorkeur omvatten de besturingsmiddelen voorts tweede middelen voor het opmerken van langsmarkeringen op de baan en het meten van de baanpositie, welke 30 tweede middelen geplaatst zijn benedenstrooms de omlooprol en op bekende afstand bovenstrooms de dwarsseal- en snij-middelen, waarbij de machine ter plaatse van de dwarsseal-middelen voorzien is van transportmiddelen voor de baan, -waarbij de besturingsmiddelen ingericht zijn om in respons 35 op de gegevens afkomstig van de zaklengteinvoer en de tweede middelen voor het opmerken van langsmarkeringen op de baan en het meten van de baanpositie de 1020508 5 transportmiddelen en de dwarssealmiddelen aan te sturen voor werking daarvan in overeenstemming met de zaklengte.
Bij voorkeur zijn de transportmiddelen gelegen direct bovenstrooms van de dwarssealmiddelen.
5 Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het maken van met produkten gevulde zakken onder gebruikmaking van een vormvulsluitmachine volgens de uitvinding, zoals hiervoor omschreven, waarbij in een eerste fase de besturingsinrichting op basis van de 10 ingevoerde langsmarkeringafstand en de positie van de tweede opmerkmiddelen ten opzichte van de dwarssealmiddelen de baan de transportmiddelen aansturen voor het telkens over een zaklengte transporteren van de baan langs de dwarssealmiddelen en het bedienen van de dwarssealmiddelen 15 op de juiste plaats ten opzichte van de langsmarkeringen.
Bij voorkeur wordt in een proefcyclus de afstand LI op de baan gemeten tussen de langsmarkering en de afsnij lijn, wordt deze waarde ingevoerd in de besturingsinrichting, wordt de machine geactiveerd voor het maken 20 van een verpakking, waarbij de baan getransporteerd wordt en de tweede opmerk- en meetmiddelen geactiveerd worden, waarbij de meetmiddelen de lengte baan L2 die passeert tussen het moment dat de eerste opmerkmiddelen een langsmarkering opmerken en de stilstand van de baan tijdens het 25 volgende dwarssealen doorgeven aan de besturingsinrichting, waarna de besturingsinrichting LI vergelijkt met L2 en op basis van die uitkomst, de gegevens betreffende de afstand tussen de eerste opmerkmiddelen en de zipstrook-aanbrenginrichting, de zaklengte en de afstand tussen de 30 eindsealmiddelen voor de zipstrook ten opzichte van de snijmiddelen de verplaatsingsmiddelen voor de omlooprol aansturen voor het daarna en tijdens bedrijf juist positioneren van de aanbrengplaats op de baan van de zipstrook ten opzichte van de langsmarkering.
35 Bij voorkeur meten tijdens bedrijf de eerste opmerk- en meetmiddelen de afstanden tussen de langsmarkeringen en geven deze door aan de besturingsinrichting, 1020508 6 waarbij de besturingsinrichting die gegeven vergelijkt met de ingevoerde zaklengte en op basis van een daaruitblij-kend verschil de verplaatsingsmiddelen aanstuurt voor het dienovereenkomstig wijzigen van de baanlengte tussen de 5 eerste opmerkmiddelen en de dwarssealmiddelen.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bij gevoegde figuren weergegeven voorbeeld-uitvoering. Getoond wordt in: figuur 1 een vormvulsluitmachine volgens de 10 uitvinding in zijaanzicht; figuur 2 een aanzicht in perspectief op de vormvulsluitmachine van figuur 1, schuin vanaf de voorzijde daarvan; figuur 2A een detail van de vormvulsluitmachine 15 van figuur 2; figuur 3 een aanzicht in perspectief aan de achterzijde van de vormvulsluitmachine van de figuren 1 en 2; figuren 4A-D een zipstrook-aanbrenginrichting 20 van de vormvulsluitmachines van figuren 1-3, in opeenvolgende stadia van gebruik; figuren 5A-C enige details van de middelen voor het instellen van de werkzame lengte van de zipstrook-aanbrenginrichting; 25 figuur 6 een schematische doorsnede door een gedeelte van de zipstrook-aanbrenginrichting van de figuren 4A-D; figuren 7A en 7B respectievelijk een doorsnede en een bovenaanzicht op een zogenaamde crunch eenheid voor 30 gebruik in een vormvulsluitmachine met zipstrook-aanbren-ging; en figuren 8A en 8B respectievelijk een schematisch perspectivisch aanzicht van de loop van een foliebaan naar een om een vormschouder met aansluitende vulkoker in een 35 vormvulsluitmachine; en een dwarsdoorsnede door voornoemde vulkoker.
De in de figuren 1-3 weergegeven vormvulsluitma- 1020508 7 chine 1 omvat een chassis of frame 2, waarop diverse onderdelen en besturingsmiddelen aangebracht zijn om van een foliebaan 6, die aangeleverd wordt op rol 4, een serie met stortgoed, zoals voedselprodukten, maar ook niet 5 eetbare stortgoederen, gevulde zakken 6b te vervaardigen.
Op gestel 2 zijn uithouders 3 voorzien, waarin een dwarsas 5 daar weer ondersteund kan worden. Op de as 5 is een rol 4 van foliebaan 6 geplaatst.
Om redenen van eenvoud zal nu een aantal onder-10 delen in procesrichting benoemd worden. De foliebaan 6 wordt om een aantal balansrollen 7' rollen geleid, die er tevens voor zorgen dat de foliebaan plaatselijk op de gewenste spanning verkeert, en een aantal rollen 7.
Na enige rollen 7 en 7' te zijn gepasseerd gaat 15 de baan 6 langs een incrementele en-coder 15, en daarna over een zipstrook-aanbrenginrichting 11 en daarbij onder een pre-seal eenheid 12. De zipstrook-aanbrenginrichting 11 voert, zoals nog nader besproken zal worden, zipstroken aan in de richting dwars op de procespad van de baan 6. De 20 pre-seal eenheid 12 bevestigt de zipstrook aan de foliebaan 6 middels warmte toevoeging en druk, zodat de zipstrook op zekere wijze meegevoerd wordt naar het station waar de zakken uiteindelijk gevormd en gesloten worden.
Benedenstrooms daarvan is een baankantvolger 18 25 opgesteld, die op akoestische wijze, met zender en ontvanger die aan die kant aan weerszijden van de foliebaan gelegen zijn, opmerkt waar zich -in dwarsrichting beschouwd- foliebaanmateriaal bevindt en waar niet, en daarmee de positie van de foliebaankant opmerkt.
30 Benedenstrooms daarvan bevindt zich een fotocel 14, waarvan de positie in dwarsrichting verstelbaar is, en die bestemd is om tastvlekken 40 op de foliebaan op te merken.
Vervolgens komt de baan ter plaatse van een 3 5 baanlengte-manipulator 13, die voorzien is van een looprol 7a die gelagerd is in gleuven 70 en door middel van spin-delmotor 71 in de richting D verplaatst kan worden en een 1020508 8 door een algemene besturingsinrichting (niet verder weergegeven) van de machine berekende positie inneemt.
Daarna vervolgt de foliebaan in de richting C, om dan neerwaarts gevoerd te worden langs incrementele en-5 coder 16, en dan vervolgens weer omhoog langs tastvlek- fotocel 17, ook weergegeven in figuur 2A.
Vervolgens komt de foliebaan 6 aan bij een vormschouder 8, alwaar de foliebaan 6 wordt omgevormd tot een buisvorm 6a. De vormschouder 8 omgeeft een vulbuis 9, 10 die aan boveneind voorzien is van een storttrechter 19 voor het stortgoed. Gewoonlijk wordt het stortgoed portie- gewijs afgegeven in de trechter 19.
De foliebuis 6a wordt in langsrichting gesealed middels verticale langssealbalk 22. Aan weerszijden van de 15 foliebuis 6a zijn vacuüm banden 20 opgesteld, die niet alleen zorgen voor transport van de foliebuis 6a, maar voor het gehele transport van de foliebaan door de inrichting 1.
Aan het benedenstroomse eind van de vulbuis 9 20 zijn dwarslasstaven 21a, 21b aangebracht, die naar elkaar toe kunnen worden bewogen om tegelijkertijd de bovenste naad van een onderste zak te maken en de onderste naad van een daaropvolgende, bovengelegen zak, en tegelijkertijd beide zakken van elkaar te scheiden. Hierbij wordt ook de 25 zipstrook finaal vastgesealed aan de folie. Bovendien is aldaar een snijmes aanwezig voor het van elkaar scheiden van de zakken, tussen twee dwarssealen.
Voor de besturing van de diverse onderdelen en de onderlinge afstelling daarvan is een verder niet weer-30 gegeven besturingseenheid opgenomen, waarop ook bedieningspaneel 10 aangesloten is.
Onder verwijzing naar figuur 4A zal nu de zipstrook-aanbrenginrichting 11 besproken worden. De zipstrook-aanbrenginrichting 11 is bevestigd op uithouders 35 30a, 30b, die in de richting D in- en uitschuifbaar zijn uit het frame 2 van de vormvulsluitmachine 1. Eén en ander is schematisch weergegeven, waarbij de uithouder 30a 1020508 9 steunt op houder 32 (uithouder 30b wordt op vergelijkbare wijze ondersteund) , en met behulp van draaiknop 33 in de bedrijfsstand vastgezet kan worden. Dit kan ook gebeuren middels verder niet weergegeven klikmiddelen. Verder niet 5 weergegeven middelen zijn voorzien om de bedrijfsstand van de inrichting 11 door te geven aan de besturingseenheid van de machine 1. Voor het vergemakkelijken van het in-respectievelijk uitschuiven van de inrichting 11 is deze voorzien van handgreep 38.
10 Tussen de uithouders 3 0a, 30b bevindt zich een dwarsgestel 31, waarop een spindelmotor 3 9 met één eind bevestigd is. Met het andere eind is de spindelmotor bevestigd aan gesteldeel 31a, dat om dit bij bediening in de richting E te kunnen verplaatsen en in een gekozen 15 stand vast te zetten, hetgeen dan ook geschiedt door de spindelmotor 39.
Het gesteldeel 31a is tevens voorzien van een uithouder 37, waarop een steun 34 met een doorvoerspleet 36 voor een zipstrook 25 aangebracht is. Verder zijn op de 20 doorvoer 36 vrij dragende rollen 35a en 35b voorzien, voor geleiding van de zipstrook 25 in de toevoer. De machine 1 kan verder voorzien zijn van middelen voor het span-ningsloos houden van de zipstrook 25, zodat er voldoende aanvoerlengte beschikbaar is voor de inrichting 11, zonder 25 dat de zipstrook 25 van een voorraadrol hoeft te worden afgetrokken door de inrichting 11 zelf.
Het gesteldeel 31a is tevens voorzien van twee vacuüminrichtingen 41 en 42, die in lengterichting naast elkaar geplaatst zijn en waartussen een in opwaartse 30 richting snijdend mes 51 geplaatst is. Boven het mes 51 bevindt zich een verder niet aangeduid aambeeld.
De vacuüminrichting 41 wordt in bovenwaartse richting begrensd door een eerste vacuüm band 43, en de vacuüminrichting 42 wordt naar boven toe begrensd door 35 tweede vacuüm transportband 44. Beide banden 43 en 44 zijn omlopend en worden aangedreven middels eigen ser-vomotoren 48, 49, die onafhankelijk van elkaar aangestuurd 1020508 10 kunnen worden door de in de machine 1 opgenomen bestu-rings inri cht ing.
In de figuren 5A, 5B en 5C zijn enige middelen voor het instellen van de werkbare lengte van de tweede 5 vacuüm transportband 44 toegelicht.
Zoals in figuur 5A te zien is, is het pre-seal station 18 kort boven de zipstrook-aanbrenginrichting 11 gelegen. De pre-seal inrichting 18 is voorzien van een houder 81, waarin een pre-sealstaaf 82 opgenomen is.
10 Zoals ook duidelijk is weergegeven in figuur 5B
is de zipstrook-aanbrenginrichting 11 met gedeelte 31a uitgerust met een omlopende vacuümband 44, die voorzien is van vacuümgaten 44a. De transportrichting van de baan C is hierbij overigens omgekeerd aan die van de nog te 15 bespreken figuur 6. Dit betekent dat de te pre-sealen strook 2 5c van de zipstrook 25 aan de (benedenstroomse) linkerkant gelegen is, in de tekening boven een siliconenstrook 50, die als aambeeld dient voor de las-staaf 82 (in richting F, figuur 6) . De strook 50 wordt 20 ondersteund op gedeelte 96, dat wegneembaar is om de vacuümband 44 te kunnen vervangen.
In de bovenloop van de vacuümband 44 loopt deze over langssteun 90, die voorzien is van een zich over de hele lengte daarvan uitstrekkende reeks vacuümgaten 91. 25 Deze vacuümgaten 91 staan in stromingscontact met een zelfde reeks doorgangen 92, die gemaakt zijn in het blok 31a. De doorgangen 92 staan in verbinding met gatenreeks 94, die aangebracht is in de wand van de roteerbaar in het blok 31a opgenomen vacuümbuis 93. Deze vacuümbuis 93 staat 30 op verder niet weergegeven wijze in verbinding met een vacuümbron in de machine 1.
Zoals te zien is in figuur 5C, waarin zes rota-tie-posities zijn weergegeven van de vacuümbuis 93, kan door verdraaiing van de buis 93 middels de voor de opera-35 tor in de uitgenomen toestand van de inrichting 11 goed bereikbare instelknop 74, de gewenste gaatjesreeks 94 voor de doorgangen 92 gebracht worden. Begrepen zal worden dat 1020508 11 alleen de doorgangen 92 daarmee ook de gaten 91, die in verbinding komen te staan met gaatjes 94, werkzaam zullen zijn. De werkzame lengte van de vacuümband 44 zal dan overeenkomen met de afstand L3 van de gaatjesreeks 94, dan 5 te rekenen vanaf het mes 51.
De met betrekking tot de procesrichting C bovenst roomse zijde van de banden 43 en 44 is op het gesteldeel 31a een strook 45 bevestigd, die voorzien is van op regelmatige afstand van elkaar gelegen uitsteeksels 46. De 10 uitsteeksels 46 zijn bestemd om tussen de samenstellende stroken van de zipstrook 25, die respectievelijk voorzien zijn van het moer- en het vaardeel van de koppeling, te grijpen, reikend tot aan die moer- en vaardelen, en de zipstrook in het bijzonder in het horizontale vlak 15 gestrekt te houden tijdens het transport van de zipstrook, waarbij door de sparingen tussen de tanden 46 de wrijving geminimaliseerd is. Hiervoor kan ook worden verwezen naar de doorsnede volgens figuur 6.
In een alternatieve -of verder ontwikkelde-20 uitvoering kan tussen de doorvoer 34 en het gestel 31/31a een zogenaamde crunchunit geplaatst zijn. Deze is verder alleen schematisch weergegeven in de figuren 7A en 7B. Het zogenaamde crunchen van een zipstrook wordt gedaan om de beide samenstellende stroken 25a respectievelijk 25b/c aan 25 elkaar te bevestigen, zodat hun onderlinge positie in een zak ook na het openen van de zipstrook daarin behouden blijft en hersluiting van de zipstrook makkelijk is. Gewoonlijk gebeurt dit crunchen met behulp van sealmid-delen die de zipstrook ter plekke van de moer- en vaar-30 delen, boven en onder, aangrijpen en onder druk sealen. Het nadeel hiervan is dat het materiaal zijwaarts uitstulpt. Deze uitstulpingen kunnen problemen geven bij het verder transporteren van de zipstrook over de geleidingen in de machine.
35 Een ander nadeel is dat de plaats waar de crunch eenheid werkzaam is precies afgestemd moet zijn op de plaats van het mes dat de zipstroken afscheidt.
1020508 12
Met de crunch eenheid volgens de uitvinding, die opgesteld is om in een vlak dwars op het werkvlak van de bekende crunch eenheden te werken, worden deze problemen opgelost. In het voorbeeld van de figuren 7A en 7B is er 5 sprake van een roterend aambeeld 61, dat opgesteld is direct langs/tegen de bewegingsbaan van de moer- en vaar-delen. Doordat het aambeeld 61 meeroteert met de zipstrook wordt op een wrijvingsarme manier steeds een tegenvlak voor het crunchen verschaft.
10 Het crunchen zelf vindt plaats met behulp van hoorn 62, die op bijvoorbeeld pneumatische wijze heen en weer verplaatsbaar is in een richting dwars op de zipstrook tussen een stilstand en een bedrijfsstand, en kan reiken in de ruimte tussen de flenzen 25a en 25b van de 15 zipstrook 25. Bij activering zal de hoorn ultrasoon trillen. Doordat het crunchen nu plaats kan vinden op een lopende zipstrook is het niet meer nodig de afstand van de cruncheenheid tot het mes in te stellen op de zipstrook-lengte. Voldoende is eenmalig die afstand als gegeven in 20 te voeren in de besturingseenheid. Deze kan dan het moment van activeren van de hoorn 62 bepalen, mede op basis van de gegevens inzake de aanvoersnelheid strook en de gewenste zipstrooklengte, en deze aansturen.
Bij het zijdelings crunchen kan het materiaal 25 alleen in lengterichting van de zipstrook wegvloeien, hetgeen niet nadelig is voor het verder transport van de zipstrook. Uitstulpingen die de geleiding van de zipstrook bemoeilijken zijn dan afwezig.
In de figuren 8A en 8B is een verder aspect van 30 de inrichting volgens de aanvrage weergegeven, bestemd voor gebruik bij het maken van zakken waarbij gebruik gemaakt wordt van een vierkante of rechthoekige vul/vorm-buis. De baan 6 wordt door de vormschouder 8 omgevormd tot de buis 6a, waarbij de zipstrook 25 aan de achterzijde 35 gelegen zal zijn. Om nu elke torsie van de buis 6a tijdens neerwaarts transport uit te sluiten is de vulbuis 9 voorzien van wanden 26c, 2 6a, 2 6b en 26d, waarbij de wanden 1020508 13 26a en 26b reiken tot voorbij de wand 26d, om een doorlopende opneemruimte of kanaal 26e te bepalen voor de zip-stroken 25. Indien een andere zakbreedte en zipstrookleng-te toegepast moet worden kan men daarvoor een op die maten 5 afgestemde vulbuis-/vormschouder-samenstel plaatsen. In figuur 8A is te zien dat de vulbuis 9 een eenheid vormt met een montageplaat 27, die middels bouten 28 bevestigd is in het gestel 2.
De in de figuren 1-3 weergegeven vormvulsluitma-10 chine 1 werkt als volgt. Via de besturingsmiddelen en het bedieningspaneel 10 wordt een aantal basisgegevens ingevoerd door de operator. De belangrijkste hiervan zijn: zaktype, zaklengte en zakbreedte, en het type van de langsnaad seal. Daarna geven de besturingsmiddelen via het 15 bedieningspaneel aan op welke positie op de oplegas 5 de folierol 4 geplaatst moet worden, zodat later het verpakkingsmateriaal de juiste positie heeft ten opzichte van de vormschouder 8. Hiertoe is de oplegas 5 voorzien van een schaalverdeling. De besturingsinrichting stuurt de motor 20 39 op basis van de gegevens betreffende zakbreedte en zaktype aan om de inrichting 11 op de gewenste plaats in breedterichting te brengen. Dit gebeurt zonder folie, en is zogenaamde breedte-positionering.
De operator plaatst een rol folie 4 aan de 25 achterzijde van A van de machine 1. Met de hand wordt foliebaanmateriaal 6 van de rol afgetrokken en om de diverse omlooprollen 7 heen geleid, om de vormschouder 8 en om de vulbuis 9, totdat de folie tenminste in aangrij-ping verkeerd met de vacuüm transportbanden 2 0.
30 Vervolgens laat men de machine 1 enige tijd lopen. Tijdens dit lopen worden de tastvlekken 40 opgemerkt met behulp van de fotocel 17. De positie van de fotocel 17 en de en-coder 16 ten opzichte van de dwarslas-kaken 21a, 21b is precies bekend in de besturingsinrich- 35 ting, waarin ook via paneel 10 de tastvlekafstand t ingevoerd is. De tastvlekaf stand t komt overeen met de zaklengte. Tussen de tastvlekken bevindt zich het bedruk- 1020508 14 kingspatroon. De bedoeling is natuurlijk dat dwarslassen niet gemaakt worden door het bedrukkingspatroon heen.
Door de besturingsinrichting wordt aan de hand van de vermelde gegevens, en met behulp van de vacuümban-5 den 20, de juiste lengte folie getransporteerd en dusdanig gepositioneerd ten opzichte van de dwars1asbekken 21a/b dat, nadat genoemde bekken sluiten, het bedrukkingspatroon op de gerede verpakking, correct is. De verpakkingsmachine loopt zogenaamd 'in fotocel'.
10 Nadat de machine 1 'in fotocel' loopt wordt op een gemaakte verpakking met de hand de afstand gemeten tussen de tastvlek en de afsnij lijn. Deze waarde (LI) wordt alsnog via het bedieningspaneel 10 in de besturings-middelen ingegeven. Daarna drukt de operator een toets 15 (proefcyclus) in. De machine 1 maakt dan een verpakking waarbij de fotocel 14 en de en-coder 15 aan de achterzijde van de machine 1 actief worden. Daarbij meet de en-coder 15 de lengtebaan die over een meettijd passeert en registreert de fotocel 14 het moment waarop de tastvlek aan de 20 fotocel 14 voorbij komt. Wanneer het folietransport weer stopt, de dwarslasbekken dichtgaan en het snijmes de verpakking afsnijdt, dan heeft de en-coder 15 gemeten welke lengte baan ligt tussen de positie van de tastvlek 40 op dat moment en de positie van de tastvlek toen deze 25 werd opgemerkt door de fotocel 14. Deze afstand L2 wordt vergeleken met de afstand LI. Op basis van het verschil tussen LI en L2, de fysieke afstand tussen de fotocel 14 en de positie van de pre-seal unit 12, de zaklengte en de' fysieke positie (afstand) van de in de bij de dwarsseal-30 bekken geplaatste post-sealbek voor de zipstrook aan de verpakking ten opzichte van het snijmes dat in de dwarssealbekken aanwezig is, sturen de besturingsmiddelen de spindelmotor 71 aan om de bufferrol 7a zodanig (hier 'in horizontale richting, geleid door de horizontale gleuven 35 70) te verzetten, dat de zipstrook op de juiste positie, gezien in baanrichting, ten opzichte van de tastvlek door middel van de pre-seal unit 12 in het verpakkingsmateriaal 1 020508 15 gesealed wordt. Dit is het lengte-positioneringssysteem.
Door aldus geen gebruik te maken van de fysieke afstand tussen de dwarssealbekken 2la,b en de positie van de pre-seal unit is het besturingssysteem ongevoelig voor 5 fouten die ontstaan door elastische folieën, waardoor de theoretische afstanden niet overeen zouden kunnen komen met de werkelijke afstanden, alsmede van lengte afwijkingen als gevolg van de aanwezigheid van vele gepre-sealde zipstroken op de baan. De positionering van de zipstrook 10 25 ten opzichte van de tastvlek 40 vindt in feite plaats met behulp van een autonoom systeem aan de achterzijde A van de machine.
Het verder instellen van de zipstrook-aanbreng-inrichting 11 zelf vindt als volgt plaats. De inrichting 15 11 wordt door de operator in zijn geheel naar achteren een eind uit de machine getrokken. Hierdoor ontstaat een maximale bereikbaarheid voor het invoeren van de zipstrook. Tevens kunnen dan tests aan de inrichting 11 uitgevoerd worden om te kijken of al de functies daarvan 2 0 werken. De zipstrook 25 wordt met de hand door de door- voerspleet 36 heengevoerd, en op de vacuümband 43 gelegd, waarbij de tanden 46 tussen de moer- en vaardeelstroken reiken. Vervolgens wordt de lengte van aangrijping door de tweede transporteur 44 ingesteld via de instelknop 74, 25 waarmee de bij de betreffende werkzame lengte behorende gaatjesreeks in werkzaam verband gebracht kan worden met de vacuümband en de vacuümbron. Via de sensor 73 wordt de werkzame lengte opgemerkt en doorgegeven aan de bestu-ringsmiddelen, en afgebeeld op het bedieningspaneel 10. 30 Bij het testen van het positioneren van de zipstrook 25 met behulp van de tweede transporteur 44 kan gebruik worden gemaakt van de schaalverdeling 47, die reikt vanaf het mes en aangeeft hoe lang het afgesneden zipstrookge-deelte is.
35 , Nadat deze instelling voltooid is zal de opera tor de inrichting 11 weer in de machine terugduwen, waarbij een juiste positionering van inrichting 11 weer in de 1020508 16 machine opgemerkt wordt door een verder niet weergegeven sensor, waardoor in de besturingsmiddelen de machine op dit punt wordt vrijgegeven.
De machine 1 is na een bepaalde periode van 5 proefdraaien, waarin de besturingsmiddelen voor de juiste instelling zorgen, gereed voor het vorm- vul- sluitproces van zakken. De baan 6 loopt hierbij in de richting C, waarbij in het eerste station, ter plaatse van de aan-brenginrichting 11, de zipstroken 25 worden aangebracht.
10 Het aanbrengen van de zipstroken 25 vindt dan als volgt plaats. De zipstrook 25 wordt met behulp van de eerste transporteur 43, vastgehouden door vacuüm, in de richting van G getransporteerd (zie figuur 4B). Het verdere gedeelte van de zipstrook 25 ligt in voorraad in een 15 grote lus, zodat geen bijzondere tegenkrachten overwonnen hoeven te worden. Hierdoor zal geen slip optreden tussen de zipstrook 25 en de transporteur 43. Bij het transporteren reiken de tanden 46 tussen de beide flenzen 25a en 25b van de zipstrook 25. Hierdoor worden de nadelige gevolgen 20 van de golfvorming in de zipstrook 25 tegengegaan, en het -in het bijzonder in horizontaal vlak- gestrekte transport van de zipstrook 25 bevorderd.
Wanneer het voorloopeind van de zipstrook 25 aankomt bij de tweede transporteur 44, wordt dat eind 25 aangegrepen door het vacuüm van die transporteur. Met behulp van de door de besturingsinrichting gestuurde servomotoren 4 8 en 4 9 worden de beide transporteurs 43 en 44 aangedreven, op gelijke snelheid, of voor de tweede transporteur met een iets hogere snelheid om de zipstrook 30 steeds gespannen te houden. Een in de servomotor 48 aanwezige resolver zorgt er tezamen met een grote overzetver-houding voor dat er een heel nauwkeurige lengte zipstrook afgegeven wordt aan de tweede transporteur 44. Zodra de juiste lengte bereikt is wordt het mes 51 geactiveerd. De 35 eerste transporteur 43 kan ook beschouwd worden als toevoer transporteur en als lengte-/doseertransporteur.
Tijdens het snijden blijft in beide transpor- 1020508 17 teurs het vacuüm gehandhaafd. Vervolgens wordt de servomotor 49 weer geactiveerd, en wordt de transporteur 44 aangedreven in de richting G, om de afgesneden zipstrook 25 tot een juiste positie in dwarsrichting van de baan 6 5 te brengen en daaronder vast te houden. Een in de servomotor 49 aanwezige resolver zorgt er tezamen met een grote overzetverhouding voor dat de afgesneden lengte zipstrook nauwkeurig gepositioneerd wordt. Dan wordt de pre-seal eenheid 12 bediend om de flens 25c te bevestigen 10 aan de foliebaan 6. De siliconenstrook 50 dient hierbij als aambeeld.
De pre-seal eenheid 12 bevestigt de zipstrook 25 aan de bovenzijde van de foliebaan, welke later de binnenzijde van de zak vormt. De sealbalk 81/82 van de sealeen-15 heid 12 wordt pneumatisch aangedreven. Ook de positie van de sealbalk is in dwarsrichting instelbaar. Afhankelijk van de breedte van de zipstrook 25 die ingeseald moet worden, wordt een andere sealbalk in de houder geplaatst.
Indien tijdens de werking van de machine 1 de 20 foliebaan onverhoopt in dwarsrichting verschuift wordt dit opgemerkt door de baankant sensor 18. Deze opmerking wordt door de besturingsinrichting omgezet in een evenredige aansturing van de spindelmotor 39.
Alternatief kan erin voorzien zijn dat de bestu-25 ringsinrichting in plaats van de spindelmotor 39 dan de servomotor 49 gewijzigd aanstuurt. In dat geval zal de instelling van de werkzame lengte van de band 44 natuurlijk ook daarvoor voldoende moeten zijn.
Opgemerkt wordt dat de besturingsinrichting ook 30 tijdens het normale bedrijf de posities van de tastvlekken 40 met behulp van de voornoemde sensoren blijft opmerken. Het komt voor dat de onderlinge afstand van de tastvlekken 40 op een rol varieert. In dat geval zal automatisch vereffening plaatsvinden in de baanlengte tussen de sensor 35 14 en de dwarslasbekken 21a,b door bediening van de spin delmotor 71 en daarmee verplaatsing van de rol 7a. Dit is dan het lengte-volg systeem.
1 0 ά ö .% 0 3 18
De vormvulsluitmachine 1 zal in het algemeen stapsgewijs werken. Er zijn echter ook continu baantrans-porterende vormvulsluitmachines. Ook daar kunnen de voorzieningen volgens de uitvinding aangepast worden, waarbij 5 dan bijzonder voordelig gebruik gemaakt kan worden van de opstelling met de beweegbare bufferrol 7a. Hierbij wordt de machine 1 voorzien van een rem 80 voor de baan 6, om deze ter plaatse van het zipaanbrengstation 11 geheel stil te houden. Dan kan op een zeer beheersbare wijze een zip-10 strook worden aangebracht. Daarna wordt de werking van de rem 8 0 door de besturingsinrichting opgeheven en vindt er weer baantransport plaats, totdat de volgende zipstrook moet worden aangebracht.
De besturingsinrichting zal tijdens het baan-15 transport de spindelmotor 71 bedienen om de rol 7a van de voorzijde naar de achterzijde toe te bewegen. Hierdoor wordt de baanlengte aldaar vergroot, en wel met een dubbele afstand vergeleken met de afstand van verplaatsing van de rol 7a. De bufferlengte die hiermee wordt gecreëerd is 20 gelijk aan de baanlengte die bij een normale werking getransporteerd zou worden indien de rem 80 niet geactiveerd zou zijn. Er zal dan voor de vacuüm transportbanden 20 aan de voorzijde van de machine 1 steeds voldoende baanmateriaal voorradig zijn voor een ononderbroken, 25 continue werking.
1020508

Claims (16)

1 Q2ü^ö§ strook-aanbrenginrichting stil houden van de baan, waarbij de omlooprol benedenstrooms van de zipstrook-aanbrengin-richting geplaatst is, waarbij de besturingsmiddelen de verplaatsingsmiddelen voor de omlooprol aansturen voor het 5 in een periode voorafgaande aan elk stilhouden vormen van een buffer-baanlengte en het afgeven daarvan tijdens het stilhouden van de baan, wanneer de besturingsmiddelen de stilhoudmiddelen hebben geactiveerd.
1. Vormvulsluitmachine omvattend middelen voor het door de machine doorvoeren van een baan verpakkingsmateriaal volgens een procespad vanaf een baanaanvoerzijde en middelen, in het bijzonder dwarssealmiddelen en sni j - 5 middelen, voor het omvormen van de baan tot gevulde zakken, voorts voorzien van besturingsmiddelen met eerste middelen voor het opmerken van langsmarkeringen op de baan en het meten van de baanpositie, waarbij de besturingsmiddelen voorzien zijn van middelen voor opslag van gegevens 10 betreffende de zaklengte, waarbij de machine voorzien is van tenminste één omlooprol voor de baan, die in baan-richting verplaatsbaar aangebracht is op de machine en middels verplaatsingsmiddelen in positie in baanrichting instelbaar is, waarbij de besturingsmiddelen ingericht 15 zijn om in respons op de gegevens afkomstig van de zak-lengteinvoer en de eerste middelen voor het opmerken van langsmarkeringen op de baan en het meten van de baanpositie de verplaatsingsmiddelen van de omlooprol aan te sturen voor wijziging van de lengte die de baan te doorlo-2 0 pen heeft van de aanvoerzijde tot de dwarssealmiddelen en snijmiddelen.
2. Vormvulsluitmachine volgens conclusie 1, voorts omvattend een zipstrook-aanbrenginrichting voor het aanbrengen van een zipstrook op de baan, in het bijzonder 25 door pre-sealen, met middelen voor het dwars op het procespad toevoeren van een zipstrook voor elke zak, welke toevoermiddelen een transporteur omvatten, die voorzien is van middelen voor het tijdens het toevoeren vasthouden of vastgrijpen van de zipstrook, en waarbij de transporteur 30 voorzien is van aandrijfmiddelen, waarbij de eerste middelen voor het opmerken van langsmarkeringen op de baan en voor het meten van de baanpositie geplaatst zijn nabij de zipstrook-aanbrenginrichting, waarbij de middelen voor het 1020508 opmerken van de langsmarkeringen op in de besturingsinrichting bekende afstand gelegen zijn van de zipstrook-aanbrenginrichting, waarbij de omlooprol voor de baan benedenstrooms de voornoemde eerste middelen geplaatst is, 5 waarbij de besturingsmiddelen ingericht zijn om in respons op de gegevens afkomstig van de eerste middelen voor het opmerken van langsmarkeringen op de baan en het meten van de baanpositie de verplaatsingsmiddelen van de omlooprol aan te sturen voor wijziging van de baanlengte tussen de 10 eerste middelen en de dwarsseal- en snijmiddelen, in het bijzonder aldaar gelegen eindsealmiddelen voor de zip-strook.
3. Vormvulsluitmachine volgens conclusie 2, waarbij de besturingsmiddelen voorzien zijn van middelen 15 voor opslag van gegevens betreffende de afstand tussen de opmerkmiddelen en de zipstrook-aanbrenginrichting, de afstand tussen de langsmarkering en de dwarsnaad van een gemaakte zak en de afstand tussen de eindsealmiddelen voor de zipstrook en het snijmes voor de gemaakte zakken.
4. Vormvulsluitmachine volgens conclusie 2 of 3, waarbij de eerste opmerkmiddelen voor de langsmarkeringen geplaatst zijn benedenstrooms van de zipstrook-aanbrenginrichting .
5. Vormvulsluitmachine volgens conclusie 2, 3 of 25 4, waarbij de middelen voor het meten van de baanpositie een encoder omvatten voor het meten van de lengte baan die passeert per meetperiode.
6. Vormvulsluitmachine volgens een der conclusies 2-5, waarbij de besturingsmiddelen ingericht zijn om 30 in respons op de gegevens afkomstig van de eerste middelen voor het opmerken van langsmarkeringen op de baan en voor het meten van de baanafstand de aandrijving(en) van de zipstrook-aanbrenginrichting, in het bijzonder van de transporteur, aan te sturen.
7. Vormvulsluitmachine volgens een der conclu sies 2-6, voorts voorzien van door de besturingsmiddelen aangestuurde middelen voor het ter plaatse van de zip-
8. Vormvulsluitmachine volgens een der voorgaan-10 de conclusies, waarbij de middelen voor het doorvoeren van de baan in hoofdzaak continu aangedreven worden.
9. Vormvulsluitmachine volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de besturingsmiddelen voorts omvatten tweede middelen voor het opmerken van langsmarkeringen 15 op de baan en het meten van de baanpositie, welke tweede middelen geplaatst zijn benedenstrooms de omlooprol en op bekende afstand bovenstrooms de dwarsseal- en snijmidde-len, waarbij de machine ter plaatse van de dwarssealmidde-len voorzien is van transportmiddelen voor de baan, waar-2 0 bij de besturingsmiddelen ingericht zijn om in respons op de gegevens afkomstig van de zaklengteinvoer en de tweede middelen voor het opmerken van langsmarkeringen op de baan en het meten van de baanpositie de transportmiddelen en de dwarssealmiddelen aan te sturen voor werking daarvan in 25 overeenstemming met de zaklengte.
10. Vormvulsluitmachine volgens conclusie 9, waarbij de transportmiddelen gelegen zijn direct bovenstrooms van de dwarssealmiddelen.
11. Werkwijze voor het maken van met produkten 30 gevulde zakken onder gebruikmaking van een vormvulsluitmachine volgens conclusies 3 en 9, waarbij in een eerste fase de besturingsinrichting op basis van de ingevoerde langsmarkeringafstand en de positie van de tweede opmerk-middelen ten opzichte van de dwarssealmiddelen de baan de 35 transportmiddelen aansturen voor het telkens over een zaklengte transporteren van de baan langs de dwarssealmiddelen en het bedienen van de dwarssealmiddelen op de 1020508 juiste plaats ten opzichte van de langsmarkeringen.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij in een proef cyclus de afstand LI op de baan wordt gemeten tussen de langsmarkering en de afsnij lijn, deze waarde 5 wordt ingevoerd in de besturingsinrichting, de machine geactiveerd wordt voor het maken van een verpakking, waarbij de baan getransporteerd wordt en de tweede opmerken meetmiddelen geactiveerd worden, waarbij de meetmiddelen de lengte baan L2 die passeert tussen het moment dat 10 de eerste opmerkmiddelen een langsmarkering opmerken en de stilstand van de baan tijdens het volgende dwarssealen doorgeven aan de besturingsinrichting, waarna de besturingsinrichting LI vergelijkt met L2 en op basis van die uitkomst, de gegevens betreffende de afstand tussen de 15 eerste opmerkmiddelen en de zipstrook-aanbrenginrichting, de zaklengte en de afstand tussen de eindsealmiddelen voor de zipstrook ten opzichte van de snijmiddelen de verplaat-singsmiddelen voor de omlooprol aansturen voor het daarna en tijdens bedrijf juist positioneren van de aanbreng-2 0 plaats op de baan van de zipstrook ten opzichte van de langsmarkering.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij tijdens bedrijf de eerste opmerk- en meetmiddelen de afstanden tussen de langsmarkeringen meten en doorgeven 25 aan de besturingsinrichting, waarbij de besturingsinrichting die gegeven vergelijkt met de ingevoerde zaklengte en op basis van een daaruitblijkend verschil de verplaat-singsmiddelen aanstuurt voor het dienovereenkomstig wijzigen van de baanlengte tussen de eerste opmerkmiddelen en 30 de dwarssealmiddelen.
14. Vormvulsluitmachine voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
15. Samenstel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 1020508
16. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/MB 1 020508
NL1020508A 2002-05-01 2002-05-01 Vorm-, vul- en sluitmachine met baanlengte-volger. NL1020508C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020508A NL1020508C2 (nl) 2002-05-01 2002-05-01 Vorm-, vul- en sluitmachine met baanlengte-volger.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020508 2002-05-01
NL1020508A NL1020508C2 (nl) 2002-05-01 2002-05-01 Vorm-, vul- en sluitmachine met baanlengte-volger.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1020508A1 NL1020508A1 (nl) 2002-06-11
NL1020508C2 true NL1020508C2 (nl) 2003-01-14

Family

ID=19774520

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020508A NL1020508C2 (nl) 2002-05-01 2002-05-01 Vorm-, vul- en sluitmachine met baanlengte-volger.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1020508C2 (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL1020508A1 (nl) 2002-06-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1016524C2 (nl) Vorm-, vul- en sluitmachine.
US6247293B1 (en) Modular packaging machine with web tension control
US6195967B1 (en) Packaging machine having continuous and intermittent modes
US5092831A (en) Method of and apparatus for opening a folded web of heat-sealable packaging material prior to formation of the web into sealed reclosable packages
US6272815B1 (en) Servo-controlled pouch making apparatus
EP0618869A1 (en) Form-fill-seal packaging apparatus
WO1994010038B1 (en) Form-fill-seal packaging apparatus
EP3265386B1 (en) Device for continuous compensation of stretching of film during drawing applicable on packaging machines
US6021629A (en) Registration system for sealed tray packaging machine
MX2014007539A (es) Maquina llenadora.
NL1020508C2 (nl) Vorm-, vul- en sluitmachine met baanlengte-volger.
NL1020510C2 (nl) Vorm-, vul- en sluitmachine met baankantvolger.
EP0307125B1 (en) Apparatus for tracking a web
NL1020507C2 (nl) Vorm-, vul- en sluitmachine met buffer.
AU712551B2 (en) Packaging machine with a stripping device
NL1020509C2 (nl) Vorm-, vul- en sluitmachine met zipstrookgeleiding.
US20020053184A1 (en) Automatic web height control in a packaging machine
GB2328425A (en) Vertical form fill and seal packaging machines with optional use of stripping bars
JPS63281920A (ja) 包装装置
CZ292876B6 (cs) Způsob tvorby hadicových sáčků a zařízení k jeho provádění

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070601