NL1020300C2 - Doos met deksel met verbeterde bevestiging. - Google Patents

Description

Titel: Doos met deksel met verbeterde bevestiging.

De uitvinding heeft betrekking op een doos met deksel. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een doos met deksel waarbij het deksel eenvoudig en op economische wijze vastzetbaar is op de doos. Meer in bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een dergelijke doos met 5 deksel waarbij geen andere bevestigingsmiddelen nodig zijn dan delen uit de wanden van de doos en/of het deksel.

Gebruikelijk worden deksel op dozen voorzien die los op de doos worden gedrukt en vervolgens worden vastgezet met behulp van bindmateriaal, lijm, plakband of dergelijke. Dit is onhandig.

10 De uitvinding beoogt een door met deksel waarbij plaatsing van het deksel bijzonder eenvoudig mogelijk is, zonder additionele hulpmiddelen. Daartoe wordt een doos met deksel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.

Bij een doos met deksel volgens onderhavige uitvinding kan het 15 deksel los op de doos worden geplaatst, zodanig dat de open bovenzijde van de doos wordt afgedekt door het dekselvlak, terwijl de dekselzijwanden aanliggen tegen de buitenzijde, in het bijzonder de buitenzijde van de zijwanden van de doos. Vervolgens kunnen de lippen uit de zijwanden van de doos door de contra-uitsparingen worden getrokken en worden 20 losgelaten, zodanig dat de vrije einden van de lippen komen aan te liggen tegen de buitenzijde van de betreffende dekselzijwand, direct onder genoemde contra-uitsparing. Op deze wijze wordt eenvoudig met materiaal van doos en deksel een eenduidige, sterke sluiting verkregen die bovendien functioneert als verzegeling. Immers, elke verwijdering van het deksel zal 25 direct blijken uit de toestand van de lippen. Een verder voordeel van deze wijze van sluiten is dat de doos gesloten blijft naar buiten toe, terwijl bovendien wordt verhinderd dat (lek)water de doos kan instromen door uitsparingen, contra-uitsparingen of dergelijke.

1020300 2

Het verdient de voorkeur dat in de contra-uitsparing een contralip is voorzien, met de betreffende dekselzijwand verbonden aan de van het dekselvlak afgekeerde zijde, welke contralip ter hoogte van die verbinding bij voorkeur smaller is dan op afstand daarvan en bij plaatsing van het 5 deksel binnenwaarts wordt gedrukt, tussen het betreffende dekselzijwandvlak en de naastgelegen zijwand. Bij voorkeur wordt de contralip daarbij opgesloten tussen de lip en genoemde zijwand, althans tegen de uitsparing waaruit de lip is weggetrokken. Hierdoor wordt een nog hetere afdichting van de doos verkregen. Eventueel kan de contralip ook 10 naar binnen toe worden omgevouwen tot tegen de dekselzijwand.

Door plaatsing van een deksel volgens de uitvinding wordt bovendien een goede verbinding verkregen, waardoor de stijfheid van de doos nog verder wordt vergroot.

Bij voorkeur is aan ten minste twee tegenovergelegen zijden van de 15 doos ten minste één en bij voorkeur ten minst twee uitsparingen met bijbehorende contra-uitsparingen voorzien, zodat een los deksel kan worden toegepast dat eenvoudig kan worden bevestigd. Evenwel kan ook aan één zijde in dergelijke uitsparingen en contra-uitsparingen zijn voorzien, wanneer de tegenovergelegen zijde bijvoorbeeld via een zwenklijn met de 20 doos is verbonden.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is het deksel slechts voorzien van twee dekselzijwanden, aan tegenovergelegen zijden. Hierdoor wordt met bijzonder weinig karton een bijzonder geschikt deksel verkregen.

Binnen een doos met deksel volgens de uitvinding kan bijzonder 25 geschikt gebruik worden gemaakt van een doos zoals beschreven in

Europese octrooiaanvrage 96.200519.5 van aanvraagster, ingediend op 3 mei 1996, betreffende een visdoos, welke hierin door referentie is opgenomen en in welke doos in ten minste twee tegenover elkaar gelegen zijden uitsparingen zijn voorzien volgens de uitvinding. Binnen de 30 uitvinding wordt bij voorkeur een doos toegepast met dubbelwandige 1020300 3 wanden, waardoor grotere draagsterkte en betere isolatie wordt verkregen, hetgeen met name geschikt is bij toepassing voor verpakken van bijvoorbeeld verse vis of vleeswaren of andere voedingsproducten waarbij ijs wordt gevoegd.

5 De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor plaatsing van een deksel op een doos, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 8. Hiermee kan vol automatisch een deksel op een doos worden geplaatst, hetgeen economisch voordelig is.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor 10 vastzetten van een deksel op een doos, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 9. Met een dergelijke inrichting kan eenvoudig een deksel op een doos worden geplaatst, waarbij beschadigingen worden verhinderd als gevolg van de flexibiliteit van het grijperelement. Het zal duidelijk zijn dat deze flexibiliteit zowel kan worden verkregen met behulp van een 15 flexibele bevestiging van het grijperelement aan de bewegingsinrichting als ook door bijvoorbeeld flexibele ophanging van de bewegingsinrichting en/of enigszins flexibel uitvoeren van bijvoorbeeld het grijperelement.

Het grijperelement wordt bij voorkeur onder een hoek in de contra-uitsparing bewogen, in het bijzonder enigszins gericht in de richting van de 20 bodem, waardoor het vrije einde van de lip eenvoudig kan worden aangegrepen en door de contra-uitsparing naar buiten toe kan worden weggetrokken.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal een uitvoeringsvoorbeeld van een doos met deksel volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan 25 de hand van de tekening, evenals een werkwijze en inrichting voor gebruik daarbij. Daarin toont:

Figuur 1 in plano een doos met deksel volgens de uitvinding, in vlakke toestand; 1020300 4 figuur 2 in perspectivisch aanzicht een gedeelte van een zijde van een doos met daarop geplaatst deksel, met daarnaast een inrichting voor bevestiging van het deksel op de doos; en figuur 3 schematisch in drie stappen gebruik van de inrichting bij 5 een werkwijze volgens de uitvinding.

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. Het zal duidelijk zijn dat de in deze beschrijving getoonde uitvoeringsvoorbeelden slechts ter illustratie zijn getoond en geenszins de uitvinding beperken.

10 Figuur 1 toont ter linker zijde in plano een doos 1 volgens de uitvinding, nader beschreven in bijvoorbeeld Europese octrooiaanvrage EP 96200519.5, hierin door referentie opgenomen, waarin extra lippen zijn voorzien zoals nog nader zal worden beschreven, alsmede ter rechter zijde een deksel 2 volgens de uitvinding. De doos 1 omvat een bodem 3 en vier 15 daarmee via eerste vouwlijnen 4 verbonden zijwanden 5, 6. Twee tegenover elkaar gelegen zijwanden 6 zijn dubbelwandig uitgevoerd, omvattende een bij opgezette doos 1 binnenste zijwand 7 en een buitenste zijwand, verder als zijwand 8 aan te duiden zijwand waarin steeds twee lippen 9 in uitsparingen 10 zij gevormd. Linksboven in figuur 1 is een dergelijke lip 9 20 door een zwart kader omgeven ter verduidelijking. In de doos 1 zijn derhalve vier lippen 9 voorzien. Evenwel kan elk gewenst aantal lippen worden toegepast, ook in de overige zijwanden 5. Elke lip 9 is, zoals nader aangeduid in figuur 3A enigszins trapeziumvormig en via een eerste zijde 11, afgekeerd van de bodem 3, verbonden met de betreffende zijwand 8, 25 terwijl de overige drie zijden van de lip 9 zijn losgesneden onder vorming van genoemde uitsparing 10. Het van het eerste einde afgekeerde vrije einde 12 van de lip 9 is relatief smal ten opzichte van het de basis vormende eerste einde 11. De lippen 9 zijn met het eerste einde 12 op een afstand D van de bovenste langsrand 13 van de betreffende zijwand 8 gepositioneerd, 30 om nog nader te noemen redenen.

1020300 5

In figuur 1 ter rechter zijde is een deksel 2 getoond, omvattende een dekselvlak 14 en twee aan tegenovergelegen langsranden via tweede vouwlijnen 15 daarmee verbonden dekselzijwandvlakken 16, welke tijdens gebruik ongeveer haaks worden omgevouwen ten opzichte van het 5 dekselvlak 14, zoals getoond in figuur 3. In beide dekselzijwandvlakken 16 zijn contra-uitsparingen 17 voorzien met daarin contralippen 18, welke met een eerste einde 19 zijn verbonden met het betreffende dekselzijwandvlak, waarbij de contralip 18 zich vanaf genoemd eerste einde 19 uitstrekt in de richting van de tweede vouwlijn 15. Het tegenovergelegen vrije einde 20 van 10 de contralip 18 ligt daarbij op een afstand van de tweede vouwlijn 15 die ongeveer overeenkomt met de afstand tussen het eerste einde 11 van de lip 9 en de nabijgelegen langsrand 13.

In figuur 2 is een gedeelte van een doos 1 met een deksel 2 getoond, in het bijzonder een zijwand 8 met een dekselzijwand 16, waarin duidelijk 15 zichtbaar zijn de contra-uitsparingen 17, in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een reeks, met daardoorheen reikende lippen 9, welke met het vrije einde 12 aanliggen tegen de buitenzijde van de betreffende dekselzijwand 16. Bij deze uitvoeringsvorm zijn de contralippen 18, anders dan getoond in figuren 3B-D, naar onder toe dubbelgevouwen, in de richting 20 van de vrije langsrand 21 van het betreffende dekselzijwandvlak, zodanig dat deze wordt opgenomen tussen genoemde dekselzijwand 16 en de naastgelegen zijwand 8 van de doos 1.

Figuur 2 toont verder een inrichting 22 voor het door de contra-uitsparing trekken van de lip 9, althans het vrije einde 12 daarvan. Deze 25 inrichting omvat een zuiger-cilindersamenstel 23, bedienbaar op bekende wijze via een luchtslang 24. De zuiger is verbonden met een zuigerstang 25 waarop op het vrije einde een grijperelement 26 is voorzien, met de zuigerstang 25 verbonden via een flexibele verbinding 27. Het grijperelement 26 is gevormd uit een strip 28 met een omgebogen vrij einde 30 29. Bij bevestiging van het deksel 2 op de doos 1 worden de contralippen 18 1020300 6 voor de lippen 9 gehouden, zoals getoond in figuur 3B. De strip 28 wordt met het vrije einde 29 door de contra-uitsparing gedrukt (figuur 3C), waardoor het omgezette einde 29 onder het vrije einde 12 van de lip 9 grijpt. Daarbij wordt de contralip 18 weggedrukt. Door vervolgens terugtrekken van het 5 grijperelement 26 wordt de lip 9 meegetrokken en door de contra-uitsparing getrokken, naar de in fig. 3D getoonde stand, waardoor het deksel 2 is vastgezet. Deze toestand is in vooraanzicht getoond in fig. 3A.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de getoonde uitvoeringsvoorbeelden. vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door 10 de conclusies geschetste raam van de uitvinding.

1020300

Claims (10)

1. Doos met deksel, beide gevouwen uit plaatvormig materiaal zoals karton, waarbij de doos ten minste een bodem en opstaande zijwanden omvat en het deksel ten minste een dekselvlak en twee aan tegenover elkaar gelegen randen van het dekselvlak gelegen dekselzijwanden omvat, 5 waarbij in ten minste een zijwand ten minste één lip in een uitsparing is voorzien, welke met een van de bodem afgekeerde eerste zijde is verbonden met de zijwand en in ten minste één dekselzijwand een contra-uitsparing is voorzien, waarbij de lip een vrij einde heeft, tegenover de genoemde eerste zijde, welk vrije einde op een afstand van de van de bodem afgekeerde 10 langsrand van de betreffende zijwand is gelegen die zodanig is gekozen dat wanneer het deksel op de doos wordt gedrukt, tegen de van de bodem afgekeerde langsranden van de zijwanden, de lip door de uitsparing kan worden getrokken, zodanig dat genoemd vrije einde van de lip met de naar de binnenzijde van de doos gekeerde zijde aanligt tegen de buitenzijde van 15 de dekselzijwand waarin de betreffende uitsparing is aangebracht.

2. Doos met deksel volgens conclusie 1, waarbij in de genoemde uitsparing een contralip is voorzien, welke met een eerste einde aan de van het dekselvlak afgekeerde zijde is verbonden met de betreffende dekselzijwand.

3. Doos met deksel volgens conclusie 2, waarbij bij plaatsing van het deksel de contralip binnenwaarts wordt omgevouwen, zodanig dat deze wordt opgenomen tussen de dekselzijwand en de zijwand van de doos.

4. Doos met deksel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan ten minste twee tegenovergelen zijden van de doos ten minste één en bij 25 voorkeur ten minste twee uitsparingen en contra-uitsparingen zijn voorzien.

5. Doos met deksel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het deksel slechts twee dekselzijwanden omvat. 1020300

6. Doos met deksel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de doos is uitgevoerd als beschreven in EP 96.200519.5, voorzien van uitsparingen in ten minste twee tegenover elkaar gelegen zijden.

7. Doos met deksel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 5 ten minste twee zijwanden van de doos dubbelwandig zijn uitgevoerd.

8. Werkwijze voor plaatsing van een deksel op een doos in een samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het deksel los op de open bovenzijde van de doos wordt geplaatst, waarna de lip door de contra-uitsparing heen in de uitsparing wordt aangegrepen, bij voorkeur 10 nabij het vrije einde daarvan, met behulp van een grijpelement, eventueel onder wegdrukken naar binnen van een contralip, waarna met behulp van het grijpelement de lip met het vrije einde door de contra-uitsparing wordt getrokken en vervolgens wordt losgelaten buiten de doos.

9. Inrichting voor het vastzetten van een deksel op een doos, in het 15 bijzonder met een werkwijze volgens conclusie 8, waarbij een grijperelement op een bewegingsinrichting, in het bijzonder een zuiger-cilindersamenstel is voorzien, welk grijperelement met een vrij einde door een contra-uitsparing beweegbaar is en waarbij het grijperelement enigszins flexibel is bevestigd aan de bewegingsinrichting.

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de bewegingsinrichting een bewegingrichting bepaalt die enigszins helt ten opzichte van de zijwanden van de doos ten tijde van het bevestigen van het deksel, in het bijzonderin de richting van de bodem van de doos. 1020300