NL1019940C1 - Inrichting voor het afgeven en in rijen brengen van hoogkant gepositioneerde producten. - Google Patents

Inrichting voor het afgeven en in rijen brengen van hoogkant gepositioneerde producten. Download PDF

Info

Publication number
NL1019940C1
NL1019940C1 NL1019940A NL1019940A NL1019940C1 NL 1019940 C1 NL1019940 C1 NL 1019940C1 NL 1019940 A NL1019940 A NL 1019940A NL 1019940 A NL1019940 A NL 1019940A NL 1019940 C1 NL1019940 C1 NL 1019940C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
products
guides
supply channels
conductors
end stop
Prior art date
Application number
NL1019940A
Other languages
English (en)
Inventor
Henricus Nicolaas Johanne Jong
Original Assignee
Machf Houdijk B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Machf Houdijk B V filed Critical Machf Houdijk B V
Priority to NL1019940A priority Critical patent/NL1019940C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1019940C1 publication Critical patent/NL1019940C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B23/00Packaging fragile or shock-sensitive articles other than bottles; Unpacking eggs
    • B65B23/10Packaging biscuits
    • B65B23/16Inserting the biscuits, or wrapped groups thereof, into already preformed containers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B23/00Packaging fragile or shock-sensitive articles other than bottles; Unpacking eggs
    • B65B23/10Packaging biscuits
    • B65B23/12Arranging, feeding or orientating the biscuits to be packaged
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/02Devices for feeding articles or materials to conveyors
    • B65G47/04Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles
    • B65G47/06Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from a single group of articles arranged in orderly pattern, e.g. workpieces in magazines
    • B65G47/08Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from a single group of articles arranged in orderly pattern, e.g. workpieces in magazines spacing or grouping the articles during feeding
    • B65G47/082Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from a single group of articles arranged in orderly pattern, e.g. workpieces in magazines spacing or grouping the articles during feeding grouping articles in rows

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)

Description

Inrichting voor het afgeven en in rijen brengen van hoog- H
kant gepositioneerde produkten. H
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrich- H
5 ting voor het afgeven en in rijen brengen van hoogkant H
gepositioneerde produkten die voorzien is van een aantal I
afzonderlijke aanvoerkanalen, een langs de aanvoerkanalen I
lopende transportband en een aantal meeneemorganen die I
boven de transportband langs de aanvoerkanalen gevoerd I
10 worden. I
Dergelijke inrichtingen zijn in verschillende uitvoe- I
ringsvorraen bekend. Uit het Nederlandse octrooi NL-C- I
1006157 is een dergelijke inrichting bekend waarbij uit I
15 een aantal aanvoerkanalen steeds eenzelfde hoeveelheid I
produkten afgenomen en aan een te vormen rij toegevoegd I
wordt. Het uiteinde van een op deze wijze te vormen rij I
produkten komt tegen een schuin ten opzichte van de I
transportrichting van de rijen produkten verlopende ge- I
20 leiding te liggen waardoor de produkten in de rijen I
steeds in de gewenste hoogkante positie worden gehouden. I
Noodzakelijk hierbij is dat de aanvoer door elk van de I
aanvoerkanalen steeds verzekerd moet zijn zodat elk van I
de rijen steeds met het ingestelde increment vergroot I
25 kunnen worden.
Het doel van de uitvinding is om in een inrichting te I
voorzien waarbij voor het vormen van rijen produkten het
niet noodzakelijk is om een rij per aanvoerkanaal met I
30 steeds eenzelfde increment te laten groeien. H
Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in H
voorzien dat de meeneemorganen uit op afstand en evenwij- I
dig aan elkaar verlopende geleiders bestaan, waarbij de I
35 ruimte tussen opeenvolgende geleiders bestemd is voor het I
opnemen van een rij produkten, en dat voorzien is in ver- I
1019940 I
I ~2" I schuifbaar op de geleiders aangebrachte stoporganen die I dienen als eindstop voor afzonderlijke rijen produkten.
I De uiteindelijke lengte van een rij produkten wordt be- I 5 paald door niet iedere vrijgekomen positie tussen de mee- I neemorganen te vullen met een nieuw produkt. Dit is moge- I lijk door de aangevoerde rij produkten op gezette tijden I niet tussen de meeneemorganen te doseren. Tevens is het I mogelijk de verplaatsingen van de meeneemorganen op dat I 10 moment te versnellen zodat de optimale capaciteit van de I aanvoerinrichting wordt benut.
I Volgens een nadere uitwerking is er in voorzien dat de I eindstoppen bij een voorafbepaalde daar op uitgeoefende I 15 kracht over de geleiders zullen gaan verschuiven. Deze I kracht wordt afhankelijk van de grootte, gewicht en het I soort produkt gekozen en wel zodanig dat het produkt niet I beschadigd kan worden door een te grote daarop uit te oe- I fenen kracht voor het verschuiven van een rij produkten I 20 of dat de eindstop onder het gewicht van één of meer daar I tegen steunende produkten reeds zou kunnen verschuiven en I een rij produkten om zou vallen.
I Teneinde dit te realiseren is de eindstop voorzien van I 25 frictiemiddelen waarmee het op een geleider aangrijpt.
I Een eenvoudige uitvoeringsvorm bestaat er in dat de fric- I tiemiddelen aangebracht zijn in een doorgang in een eind- I stop voor het opnemen van een geleider. Een dergelijke I doorgang kan een ronde of niet ronde doorgang in de eind- I 30 stop zijn, waarmee de eindstop geheel of gedeeltelijk om I de geleider grijpt. Echter is het evengoed mogelijk om de I frictiemiddelen op een andere plaats aan te brengen, bij- I voorbeeld niet in een doorgang voor het opnemen van een I geleider maar op een plaats daarachter en/of daarvoor. De I 35 frictiemiddelen kunnen daarbij op een gedeelte van de om- I trek van de geleider aangrijpen.
I . ' j -3-
Teneinde de frictie te kunnen regelen kan verder voorzien worden in middelen om de aangrijping van de frictiemidde-len op een geleider in te kunnen stellen. Over het alge-5 meen zal een bepaalde instelling voldoen voor een groot deel of het gehele produktassortiment en zal instelling alleen nodig zijn wanneer slijtage van de frictiemiddelen is opgetreden.
10 De op de geleiders aangebrachte eindstoppen strekken zich over tenminste een deel van de afstand tussen opeenvolgende geleiders uit ten einde een rij produkten voldoende ondersteuning te kunnen bieden. Doorgaans zal een eind-stop zich dan ook tot voorbij het midden tussen opeenvol-15 gende geleiders uitstrekken.
Een zich op deze wijze uitstrekkende eindstop loopt alleen dan vrij van de zich onder de geleiders bevindende transportband indien bijvoorbeeld de eindstop niet om de 20 geleider kan draaien. Bij toepassing van in doorsnede ronde geleiders komen de eindstoppen op de transportband te rusten.
Teneinde dit te voorkomen is er volgens een nadere uit-25 werking in voorzien dat de eindstoppen een arm hebben die aangrijpt op een voorafgaande of opvolgende geleider. Evengoed is het mogelijk om de arm van een eindstop bij het langs de aanvoerkanalen voeren op de bovenzijde van een voorafgaande of opvolgende geleider of op die gelei-30 der aangebrachte eindstop te laten rusten.
Het heeft echter de voorkeur om er in te voorzien dat de arm van een eindstop gevorkt is en ten dele om een voorafgaande of opvolgende geleider of op die geleider aange-35 brachte eindstop aangrijpt. Hiermee wordt bereikt dat de eindstoppen in aangrijping blijven met een voorafgaande ; Π * o λ 3 -4- I of opvolgende geleider of daarop aangebrachte eindstop en I niet omslaan bij het doorlopen van de geleiders van een I rondgaande baan. De vork in de arm zorgt er voor dat va- I riaties in de afstand tussen opeenvolgende geleiders op- I 5 gevangen kunnen worden zonder dat de aangrijping verloren I gaat. Dergelijke variaties ontstaan bij bochten in een I kettingtransportsysteem waarbij de uiteinden van de ge- I leiders met enige schalmen tussenruimte met de ketting I verbonden zijn.
I 10 I Verder is het ook mogelijk om er in te voorzien dat de I arm zodanig op een geleider of een daarop aangebrachte I eindstop aangrijpt dat een verschuiving van een eindstop I tenminste voor een deel op een voorafgaande of opvolgende I 15 eindstop overgebracht wordt. Bij het vormen van rijen I produkten zal dit slechts in enkele gevallen een voordeel I kunnen hebben, aangezien opeenvolgende rijen daarmee niet I meer geheel onafhankelijk van elkaar zijn. Een dergelijke I voorziening kan echter wel uitkomst bieden bij het naar I 20 een aanvangspositie brengen van de eindstoppen voordat de I betreffende geleiders weer langs de aanvoerkanalen ge- I voerd worden. Hiertoe zijn geleidingsmiddelen aangebracht I waarmee de eindstoppen langs de respectievelijke gelei- I ders naar de aanvangspositie gedwongen worden, waarbij I 25 echter het op elkaar aangrijpen van de eindstoppen deze I beweging kan vergemakkelijken.
I Het opschuiven van de tussen opeenvolgende geleiders ge- I brachte produkten geschiedt met behulp van geleidingen I 30 die aangebracht zijn nabij de uiteinden van de aanvoerka- I nalen, zodanig dat een rij produkten tussen twee opeen- I volgende geleiders dwars op de transportrichting naar I buiten gedwongen worden bij het passeren van een gelei- I ding. De afstand waarover de produkten verplaatst worden I 35 komt overeen met minimaal de dikte van één of een aantal I produkten. Volgens een nadere uitwerking is er daarbij in
-5- I
voorzien dat elk van de geleidingen zich uitstrekken I
langs één of meer aanvoerkanalen, waarbij de geleidingen I
en bijbehorende aanvoerkanalen schuin ten opzichte van de H
transportband en geleiders verlopen en ten opzichte van I
5 elkaar verspringen over een afstand gelijk aan minimaal I
de dikte van één of een aantal produkten. Op deze wijze H
schuiven de produkten in een rij of rijen precies zover H
door dat voldoende ruimte gemaakt is voor de produkten H
afgegeven bij het volgende aanvoerkanaal of stel aanvoer- H
10 kanalen. I
Daarbij is er verder in voorzien dat de afstand van de I
geleidingen ten opzichte van de uiteinden van de aanvoer- I
kanalen instelbaar is. Hierdoor kan de inrichting inge- I
15 steld worden voor produkten van verschillende dikte of H
voor het per aanvoerkanaal afgegeven van meer dan één I
produkt tegelijkertijd. I
De uitvinding wordt in het navolgende nader toegelicht I
aan de hand van het in de tekening gegeven voorbeeld, I
20 waarin: H
fig.l de inrichting met aanvoerorgaan in zijaanzicht H
en doorsnede toont, H
fig.2 in bovenaanzicht schematisch de geleiders met H
25 eindstoppen en de aanvoerkanalen met de gelei- I
ders toont, en H
fig.3 een zijaanzicht van de geleiders met de eind- I
stoppen, de transportband en een band met con- H
tainers voor het opvangen van rijen produkten H
30 toont.
In het zij-aanzicht volgens fig. 1 is de inrichting 1 ge- H
toond met een aanvoerorgaan 2. Het aanvoerorgaan 2 mondt H
uit in een aantal aanvoerkanalen 3 waardoor de produkten H
35 4 aan de inrichting 1 worden toegevoerd. De aanvoerkana-
len 3 zijn hierbij zodanig uitgevoerd dat de produkten 4 H
I -6- I hoogkant gepositioneerd afgegeven worden aan de inrich- I ting 1, ongeacht de positie van de produkten 4 in de aan- I voerkanalen 3.
I 5 De inrichting 1 heeft een gestel 5 waarin een eindloze I transportband 6 is aangebracht, eindloze kettingen 7 I waartussen geleiders 8 zijn aangebracht en een eindloze I band 9 met containers 10 voor het opvangen van gevormde I rijen produkten 4.
I 10 I In het bovenaanzicht volgens fig. 2 zijn schematisch de I aanvoerkanalen 3 getoond, die schuin verlopen ten opzich- I te van de transportbond 6 waarvan het bovenste deel in de I tekening van links naar rechts loopt. De uit de aanvoer- I 15 kanalen 3 afkomstige produkten 4 worden hoogkant geposi- I tioneerd tussen opeenvolgende geleiders 8 gebracht, waar- I bij deze op de transportband 6 komen te rusten. In het in I de tekening gegeven voorbeeld kunnen de produkten 4 per I twee opeenvolgende aanvoerkanalen tegelijk afgegeven wor- I 20 den maar ook afzonderlijk per aanvoerkanaal. De produkten I 4 worden hierbij afgegeven vóór een geleiding 11 die I eveneens schuin ten opzichte van de transportrichting van I de lopende band 6 staat. De geleiding 11 bevindt zich di- I rekt tussen de uit de aanvoerkanalen afkomstige produkten I 25 en de produkten die reeds in de rij zijn geplaatst. Bij I het verdere transport van de produkten, waarbij de trans- I portband 6 en de geleiders 8 tegelijkertijd met een even I grote snelheid vooruit bewogen worden, zorgen de gelei- I ders 11 er voor dat de reeds gevormde rijen over een af- I 30 stand dwars op de transportrichting verplaatst worden.
I Het transport kan hierbij een continue beweging zijn of I een stapsgewijze beweging. De afstand waarover de rijen I verplaatst worden, wordt bepaald door de hoek waaronder I de geleiding 11 ten opzichte van de transportband ver- | 35 loopt en de lengte van de geleiding 11 en komt ten minste I overeen met eenmaal de dikte van een produkt 4.
* o i ri "i. Λ 'ï
De uiteinden van de geleiders 8 zijn opgenomen in de I
evenwijdige eindloze kettingen 7. Deze eindloze kettingen I
7 doorlopen een baan die uiteindelijk uit het vlak van I
5 tekening omhoog terugloopt naar een aanvangspositie voor
de aanvoerkanalen, waarbij de geleiders weer op vaste af- H
stand boven de transportband 6 uitkomen. H
Op de geleiders 8 zijn verschuifbaar eindstoppen 12 aan- I
10 gebracht, die bij verplaatsing van een rij produkten door H
de geleiding 11 over de geleider 8 mee opschuiven. In de H
eindstop 12 zijn frictiemiddelen 13 aangebracht die op H
een geleider 8 aangrijpen. In het gegeven voorbeeld zijn H
de frictiemiddelen 13 aangebracht in een in de eindstop I
15 12 aangebrachte doorgang voor het opnemen van een gelei- H
der 8. De frictie waarmee de frictiemiddelen 13 op een I
geleider 8 aangrijpen is zodanig groot dat bij het door H
de geleiding 11 verschuiven van een rij produkten 4 deze I
niet kapot gedrukt kunnen worden, maar ook zodanig dat fl
20 een eindstop niet verschoven kan worden onder het gewicht I
van een omvallende rij produkten.
De eindstoppen 12 grijpen met een gevorkte arm 14 aan op I
een voorafgaande geleider 8. Op deze wijze kan makkelijk I
25 de gehele afstand tussen twee opeenvolgende geleiders 8 I
overbrugd worden waardoor een goed aanligvlak voor een I
rij produkten gerealiseerd wordt en er bovendien geen mo- I
mentkracht door de eindstop 12 uitgeoefend wordt op ge- I
leider 8. Dit laatste is van belang om binnen nauwe mar- H
30 ges binnen de voorafbepaalde of ingestelde frictie te H
kunnen blijven, die door de frictiemiddelen 13 op de ge- H
leider 8 uitgeoefend worden. H
Aan het einde van de gezamenlijke baan van transportband H
35 6 en de geleiders 8, aansluitend op het laatste aanvoer- H
kanaal of het laatste stel aanvoerkanalen 3 is een zijge- I
I -8- I leiding 15 aangebracht waarmee de rijen produkten 4 pre- I cies in de uiteindelijke positie gebracht worden om in I een container 10 geplaatst te kunnen worden. Deze contai- I ners 10,10",10"" kunnen van verschillende grootte zijn al I 5 naar gelang de grootte van de afgegeven gevormde rijen I produkten 4.
I In fig.3 is een zij-aanzicht getoond van de inrichting 1 I met transportband 6, de tussen de eindloze kettingen 7 I 10 aangebrachte geleiders 8 met eindstoppen 12 en de eindlo- I ze band 9 met containers 10 voor het opvangen van de ge- I vormde rijen produkten 4.
I De eindloze transportband 6 loopt via keerrol 16 en ge- I 15 leidingsrol 17 terug, waarbij voor het schoonmaken van de I band 6 nog in een schraaporgaan 18 is voorzien. Bij de I keerrol 16 is een hellende geleiding 19 aangebracht waar- I langs de gevormde rijen produkten 4 van de transportband I 6 af via een verdere horizontale geleiding 20 naar de la- I 20 ger gelegen eindloze band 9 met containers 10 gevoerd I worden.
I Na het in de containers 10 brengen van de gevormde rijen I produkten 4 voert de baan van de eindloze kettingen 7 met I 25 geleiders 8 en de daarop aangebrachte eindstoppen 12 om- I hoog en weer terug naar het begin van het bovenste hori- I zontale deel van de transportband 6. Hierbij is in niet I nader in de tekening aangeduide geleidingsmiddelen voor- I zien waarmee de eindstoppen 12 van de positie op de res- I 30 pectievelijke geleiders 8 zoals uiteindelijk ingenomen I bij het vormen van de respectievelijke rijen produkten 4 I teruggevoerd worden naar een aanvangspositie op de gelei- I ders 8.

Claims (16)

1. Inrichting voor het afgeven en in rijen brengen van I hoogkant gepositioneerde produkten die voorzien is van H 5 een aantal afzonderlijke aanvoerkanalen, een langs de I aanvoerkanalen lopende transportband en een aantal mee- I neemorganen die boven de transportband langs de aanvoer- I kanalen gevoerd worden, met het kenmerk dat de meeneemor- I ganen uit op afstand en evenwijdig aan elkaar verlopende I 10 geleiders bestaan, waarbij de ruimte tussen opeenvolgende geleiders bestemd is voor het opnemen van een rij produk- I ten, en dat voorzien is in verschuifbaar op de geleiders I aangebrachte stoporganen die dienen als eindstop voor af- I zonderlijke rijen produkten. I
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de I eindstoppen bij een voorafbepaalde kracht over de gelei- I ders verschuifbaar zijn. I
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat I een eindstop voorzien is van frictiemiddelen waarmee het I op een geleider aangrijpt. I
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de I 25 frictiemiddelen aangebracht zijn in een doorgang waarmee een eindstop om een geleider grijpt. I
5. Inrichting volgens conclusies 2-3, met het kenmerk dat H voorzien is in middelen om de aangrijping van de frictie- H 30 middelen op een geleider in te kunnen stellen. H
6. Inrichting volgens conclusie 1-5, met het kenmerk dat I een eindstop over één geleider verschuifbaar aangebracht I is en zich uitstrekt over tenminste een deel van de af- I 35 stand tussen opeenvolgende geleiders. I I -ιο ί
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de I geleiders een cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben, waar- I bij de eindstoppen voorzien zijn van een arm die aan- I grijpt op een voorafgaande of opvolgende geleider. I 5
8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de I arm van een eindstop bij het langs de aanvoerkanalen νοεί ren op de bovenzijde van een voorafgaande of opvolgende I geleider of op die geleider aangebrachte eindstop rust. I 10
9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de I arm van een eindstop gevorkt is en ten dele om een voor- I afgaande of opvolgende geleider of op die geleider aange- I brachte eindstop aangrijpt. I 15
10. Inrichting volgens conclusie 7-9, met het kenmerk dat I de arm zodanig op een geleider of een daarop aangebrachte I eindstop aangrijpt dat een verschuiving van een eindstop I tenminste voor een deel op een voorafgaande of opvolgende I 20 eindstop overgebracht wordt.
11. Inrichting volgens conclusie 1-10, met het kenmerk I dat de geleidingen en eindstoppen in een eindloze baan I opgenomen zijn, waarbij in geleidingsmiddelen voorzien is I 25 waarmee de eindstoppen naar een aanvangspositie gebracht I worden voordat de betreffende geleiders langs de aanvoer- I kanalen gevoerd worden.
12. Inrichting volgens conclusies 1-11, met het kenmerk I 30 dat nabij de uiteinden van de aanvoerkanalen geleidingen I aangebracht zijn bestemd om een rij produkten tussen twee I geleiders dwars op de transportrichting naar buiten te I dwingen bij het passeren van de geleiding. I 35
13. Inrichting volgens conclusies 12, met het kenmerk dat I de geleidingen op afstand van de uiteinden van de aan- voerkanalen zijn aangebracht, waarbij de afstand overeen- I komt met minimaal de dikte van één of een aantal produk- I
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk dat I elk van de geleidingen zich uitstrekken langs één of meer I aanvoerkanalen, waarbij de geleidingen en bijbehorende I aanvoerkanalen schuin ten opzichte van de transportband H en geleiders verlopen en ten opzichte van elkaar ver- I 10 springen over een afstand gelijk aan minimaal de dikte I van één of een aantal produkten. H
15. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk dat I de afstand van de geleidingen ten opzichte van de uitein- H 15 den van de aanvoerkanalen instelbaar is. I
16. Inrichting volgens conclusies 1-15, met het kenmerk H dat het afgeven van produkten uit de aanvoerkanalen vrij H bestuurbaar is. I
NL1019940A 2002-02-11 2002-02-11 Inrichting voor het afgeven en in rijen brengen van hoogkant gepositioneerde producten. NL1019940C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019940A NL1019940C1 (nl) 2002-02-11 2002-02-11 Inrichting voor het afgeven en in rijen brengen van hoogkant gepositioneerde producten.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019940A NL1019940C1 (nl) 2002-02-11 2002-02-11 Inrichting voor het afgeven en in rijen brengen van hoogkant gepositioneerde producten.
NL1019940 2002-02-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019940C1 true NL1019940C1 (nl) 2003-08-13

Family

ID=28036279

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019940A NL1019940C1 (nl) 2002-02-11 2002-02-11 Inrichting voor het afgeven en in rijen brengen van hoogkant gepositioneerde producten.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1019940C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1953090A1 (en) * 2007-02-05 2008-08-06 CAVANNA S.p.A. A device for forming groups of products

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1953090A1 (en) * 2007-02-05 2008-08-06 CAVANNA S.p.A. A device for forming groups of products

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1030617C2 (nl) Inrichting voor het bufferen van producten.
US5046598A (en) Apparatus for conveying, accumulating in succession and arranging products or ready-made articles in groups
US7588139B1 (en) Conveyor assembly
EP1849725B1 (en) A conveyor for transporting and accumulating discrete products
CA2718742C (en) Device for conveying products
NL8006243A (nl) Met een verpakkingsmachine verbonden inrichting voor het vormen van stapeltjes van schijfvormige voorwerpen.
US5161664A (en) Infeed grouping mechanism for a packaging machine
US5450941A (en) Apparatus for separating, conveying and grouping flat items
CN102275728B (zh) 物品传送用输送线
NL2000266C2 (nl) Transporteur voor het transporteren en bufferen van stukgoederen.
US20070221477A1 (en) Method and Device for Buffering Products
NL1019940C1 (nl) Inrichting voor het afgeven en in rijen brengen van hoogkant gepositioneerde producten.
JPH0764417B2 (ja) 卵のごとき物品の受容または転送、垂直搬送および供給装置
JP2000507529A (ja) 積重ね物品群をカートンに装填する装置
US6966423B2 (en) Station for connecting a packaging machine, in particular blistering machine, with a feeding line, leading to a boxing machine
WO2005021410A1 (en) Conveyor with two supply conveyors, two discharge coveyors and transfer means therebetween
NL8005261A (nl) Inrichting voor het verwerken van afzonderlijke voorwerpen, in het bijzonder eieren.
NL8600225A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verpakken van eieren of soortgelijke kwetsbare voorwerpen.
NL7906965A (nl) Stelsel voor het toevoeren van voorwerpen.
US702408A (en) Conveyer.
US3627102A (en) Converger and feeder for cookies for wrapping
AU642466B2 (en) Infeed grouping mechanism for a packaging machine
US4324326A (en) Discharge assembly for an oven
US668079A (en) Conveyer.
NL9300442A (nl) Stapelinrichting.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070901