NL1019915C2 - Link chain. - Google Patents
Link chain. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1019915C2 NL1019915C2 NL1019915A NL1019915A NL1019915C2 NL 1019915 C2 NL1019915 C2 NL 1019915C2 NL 1019915 A NL1019915 A NL 1019915A NL 1019915 A NL1019915 A NL 1019915A NL 1019915 C2 NL1019915 C2 NL 1019915C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cradle
- link chain
- links
- recesses
- pieces
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16G—BELTS, CABLES, OR ROPES, PREDOMINANTLY USED FOR DRIVING PURPOSES; CHAINS; FITTINGS PREDOMINANTLY USED THEREFOR
- F16G5/00—V-belts, i.e. belts of tapered cross-section
- F16G5/16—V-belts, i.e. belts of tapered cross-section consisting of several parts
- F16G5/18—V-belts, i.e. belts of tapered cross-section consisting of several parts in the form of links
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Devices For Conveying Motion By Means Of Endless Flexible Members (AREA)
Description
Titel: SchakelkettingTitle: Link chain
De uitvinding heeft betrekking op een schakelketting voor traploos verstelbare kegelschijvenomspanningsaandrijvingen overeenkomstig de aanhef van elke onafhankelijke conclusie.The invention relates to a link chain for infinitely adjustable bevel disc inverters according to the preamble of each independent claim.
Een schakelketting van het bedoelde type is bijvoorbeeld bekend 5 uit DE 30 27 834. Een in de praktijk met dergelijke schakelkettingen optredend probleem is gelegen in het feit dat de schakels zijdelings relatief ten opzichte van de wiegdrukstukken resp. wiegstukken kunnen verschuiven of de wiegstukken zelfs zijdeling uit de ketting kunnen vallen, wanneer de knikhoek van de ketting een vooraf bepaalde mate te boven 10 gaat. Dit is hierin gelegen dat de bij de wiegstukken voor het borgen daarvan aanwezige aanzetstukken niet meer achter de uitsparingen van de bijbehorende schakels grijpen, zodat een zijdelingse verschuiving van de wiegstukken relatief ten opzichte van de schakels mogelijk is, welke de functionaliteit van de schakelketting in gevaar brengt.A link chain of the aforementioned type is known, for example, from DE 30 27 834. A problem occurring in practice with such link chains lies in the fact that the links are laterally relative to the cradle pressure pieces or parts. cradle pieces can shift or the cradle pieces can even fall sideways out of the chain if the buckling angle of the chain exceeds a predetermined amount. This is due to the fact that the attachments present at the cradle pieces for securing them no longer engage behind the recesses of the associated links, so that a lateral shift of the cradle pieces relative to the links is possible, which jeopardizes the functionality of the link chain brings.
15 Het doel van de uitvinding is een schakelketting van de bovenbedoelde soort zodanig te verbeteren, dat ook bij grote knikhoeken niet het gevaar bestaat dat de wiegstukken relatief ten opzichte van de schakeling zijdelings verschuiven en daardoor de functionaliteit van de ketting in gevaar brengen. Een eerste oplossing van dit probleem wordt 20 verkregen met een schakelketting volgens conclusie 1.The object of the invention is to improve a link chain of the above-mentioned type in such a way that even with large buckling angles there is no danger that the cradle pieces shift laterally relative to the circuit and thereby endanger the functionality of the chain. A first solution to this problem is obtained with a link chain according to claim 1.
Conclusie 2 is op de basisconstructie van een tweede uitvoeringsvorm van een schakelketting gericht, waarmee het doel volgens de uitvinding wordt gerealiseerd.Claim 2 is directed to the basic construction of a second embodiment of a link chain, with which the object according to the invention is realized.
De volgconclusies 3-10 geven voordeelbiedende uitvoeringsvormen 25 en verdere uitvoeringen van de schakelketting volgens conclusie 2.The subclaims 3-10 give advantageous embodiments and further embodiments of the link chain according to claim 2.
De uitvinding wordt in het navolgende aan de hand van schematische tekeningen bij wijze van voorbeeld en met verdere details toegelicht.The invention is explained below with reference to schematic drawings by way of example and with further details.
101 g o 1 1 v~' w ·) 2101 g o 1 1 v ~ 'w ·) 2
Daarbij toont: fig. 1 een zij-aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een schakelketting; fig. 2 een vergroot aanzicht van de doorsnede II in figuur 1; 5 fig. 3 een detailaanzicht van figuur 1 doorgesneden in het vlak III- III in fig. 1; fig. 4 een zij-aanzicht van een borgbeugel met daarin op genomen wiegstukken van een verdere uitvoeringsvorm van een borging; fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een borgbeugel; 10 fig. 6 een schematisch aanzicht van de borging van de wiegstukken in een deeldoorsnede-aanzicht van de schakelketting; fig. 7 een perspectivisch aanzicht van een wiegstuk zoals dat in combinatie met de borgbeugel wordt toegepast; fig. 8 een vergroot deelaanzicht van de borgbeugel volgens 15 conclusie 5; fig. 9 een zij-aanzicht van een schakelketting met een verdere uitvoeringsvorm van een borging; fig. 10 een doorsnede-aanzicht van fig. 11 doorgesneden in het vlak X-X; 20 fig. 11 een bovenaanzicht op een schakelketting volgens fig. 9; fig. 12 een zij-aanzicht van een schakelketting met een verdere uitvoeringsvorm van een borging; fig. 13 een zij-aanzicht op een schakel met een gewijzigde uitvoeringsvorm van een borging; en 25 fig. 14 een doorsnede-aanzicht van fig. 13 doorgesneden in het vlak XIV-XIV.In the drawing: Fig. 1 shows a side view of a first embodiment of a link chain; Fig. 2 is an enlarged view of the section II in Fig. 1; Fig. 3 shows a detailed view of Fig. 1 cut through in the plane III-III in Fig. 1; Fig. 4 is a side view of a locking bracket with cradle pieces received therein of a further embodiment of a locking device; Fig. 5 is a perspective view of a locking bracket; Fig. 6 is a schematic view of the securing of the cradle pieces in a partial cross-sectional view of the link chain; Fig. 7 is a perspective view of a cradle piece as used in combination with the locking bracket; Fig. 8 is an enlarged partial view of the locking bracket according to claim 5; Fig. 9 is a side view of a link chain with a further embodiment of a lock; Fig. 10 is a sectional view of Fig. 11 cut through in the X-X plane; Fig. 11 is a top view of a link chain according to Fig. 9; Fig. 12 is a side view of a link chain with a further embodiment of a lock; Fig. 13 is a side view of a link with a modified embodiment of a lock; and Fig. 14 is a sectional view of Fig. 13 cut through in the plane XIV-XIV.
Figuur 1 toont in zij-aanzicht drie schakels 2, 4, 6 van een wat zijn opbouw betreft op zich bekende schakelketting. De schakel 2 is een buitenste schakel; de schakels 4 en 6 zijn telkens aan de buitenste schakel 2 30 zijdelings grenzende schakels, die relatief ten opzichte van de buitenste ✓* . : . -Figure 1 shows in side view three links 2, 4, 6 of a link chain known per se as to its structure. The link 2 is an outer link; the links 4 and 6 are in each case laterally adjacent links on the outer link 2 which are relative to the outer link *. :. -
v' ' ' v ' Ov '' 'v' O
3 schakel 2 in langsrichting versprongen zijn aangebracht. Elke schakel is voorzien van een opening resp. een uitsparing 8, waar telkens twee wiegstukparen 10 doorheen reiken. Zoals uit fig. 1 blijkt, zijn de schakels 2 en 4 via het linker wiegstukpaar en de schakels 2 en 6 via het rechter 5 wiegstukpaar in langsrichting van de schakelketting onderling verbonden. Daarbij steunen bij in langsrichting van de schakelketting werkzame trek het linker wiegstuk 12 van het linker wiegstukpaar 10 op de linker binnenrand van de uitsparing 8 van de schakel 2 en het rechter wiegstuk 14 van het rechter wiegstukpaar 10 op de rechter binnenrand van de 10 uitsparing 8 van de schakel 2. Het rechter wiegstuk 14 van het linker wiegstukpaar 10 steunt op de rechter binnenrand van de uitsparing 8 van de schakel 4, terwijl het linker wiegstuk 12 van het rechter wiegstukpaar 10 op de linker binnenrand van de uitsparing 8 van de schakel 6 steunt. De buitenzijde van de wiegstukken 12 en 14 zijn telkens zodanig vormgegeven, 15 dat deze in vorm aansluitend resp. draaivast ingrijpen op de binnenzijde van de betreffende uitsparing. Wanneer de schakels 2 en 6 resp. 2 en 8 bij een buiging van de schakelketting ten opzichte van elkaar verdraaien, rollen zich in onderling contact bevindende, naar elkaar toegekeerde zijden van de wiegstukken 12 en 14 uitgevoerde walsvlakken 16 en 18 over elkaar. 20 Op het wiegstuk, dat zich in draaivaste ingrijping bevindt met de buitenste schakel 2, dat wil zeggen op het linker wiegstuk 12 van figuur 1 en het rechter wiegstuk 14 is telkens een borgaanzetstuk 20 aangebracht, dat over de rand van de uitsparing 8 resp. het zijvlak van de schakel 2 grijpt en bewerkstelligt, dat het betreffende wiegstuk ten opzichte van de schakel 25 2 geborgd is tegen zijdelingse verschuivingen.3 link 2 are arranged staggered in the longitudinal direction. Each link has an opening resp. a recess 8, through which two cradle piece pairs 10 extend. As can be seen from Fig. 1, the links 2 and 4 are interconnected via the left-hand cradle pair and the links 2 and 6 via the right-hand cradle pair in the longitudinal direction of the link chain. In the case of pull active in the longitudinal direction of the link chain, the left cradle piece 12 of the left cradle pair 10 rests on the left inner edge of the recess 8 of the link 2 and the right cradle piece 14 of the right cradle pair 10 on the right inner edge of the recess 8 of the link 2. The right cradle 14 of the left cradle pair 10 is supported on the right inner edge of the recess 8 of the link 4, while the left cradle 12 of the right cradle pair 10 is on the left inner edge of the recess 8 of the link 6 supports. The outside of the cradle pieces 12 and 14 are in each case designed in such a way that they conform respectively to their shape. engage in a rotational manner on the inside of the relevant recess. When links 2 and 6 resp. 2 and 8 when the link chain is bent with respect to each other, roll surfaces 16 and 18 of mutually contacting sides of the cradle pieces 12 and 14 roll over one another. On the cradle piece, which is in rotatable engagement with the outer link 2, i.e. on the left-hand cradle piece 12 of Fig. 1 and the right-hand cradle piece 14, there is in each case provided a locking attachment 20, which is over the edge of the recess 8 and 8, respectively. the side surface of the link 2 engages and ensures that the respective cradle piece is secured relative to the link 2 against lateral displacements.
Bij een corresponderend borgaanzetstuk, dat op het wiegstuk 14 van het linker schakelpaar 10 resp. het linker wiegstuk 12 van het rechter schakelpaar 10 zou zijn aangebracht, zou het gevaar bestaan, dat dit bij een relatieve draaiing tussen dit wiegstuk onder de schakel 2 in het geval van 30 een buiging van de schakelketting niet meer over de rand van de uitsparing 4 8 van de schakel 2 zou grijpen, zodat het betreffende wiegstuk niet meer tegen een zijdelingse verschuiving ten opzichte van de schakel 2 zou zijn geborgd.With a corresponding locking attachment, which is mounted on the cradle piece 14 of the left-hand pair of switches 10 resp. If the left-hand cradle 12 of the right-hand switch pair 10 were arranged, there would be a risk that, with a relative rotation between this cradle below the link 2, in the case of a bend of the link chain no longer over the edge of the recess 4 8 of the link 2, so that the relevant cradle piece would no longer be secured against a lateral shift with respect to the link 2.
Om dit probleem te elimineren is overeenkomstig de uitvinding op 5 de walsvlakken 16 van het wiegstuk 12 van het linker schakelpaar 10 een neus resp. een uitsteeksel 22 (fïg. 2) aangebracht, dat grijpt in een in het walsvlak 18 van het tegenover gelegen wiegstuk 14 aangebrachte gleuf resp. uitsparing 24. Het spreekt voor zich, dat het uitsteeksel en de uitsparing zodanig zijn uitgevoerd, dat de beide walsvlakken 16 en 18 verder over 10 elkaar kunnen rollen. Verder is de uitsparing 24 zodanig uitgevoerd, dat deze een onderlinge verschuiving van de beide wiegstukken 12 en 14 in zijdelingse richting van de schakelketting slechts zeer beperkt toelaat resp. verhindert (fïg. 3).In order to eliminate this problem, according to the invention, on the roller faces 16 of the cradle piece 12 of the left-hand switching pair 10 a nose or nose is provided. a protrusion 22 (Fig. 2) is provided, which engages in a groove or groove provided in the roller surface 18 of the opposite cradle piece 14. recess 24. It goes without saying that the protrusion and the recess are designed such that the two roller faces 16 and 18 can further roll over each other. Furthermore, the recess 24 is designed in such a way that it allows a mutual displacement of the two cradle pieces 12 and 14 in the lateral direction of the link chain only to a very limited extent respectively. (Fig. 3).
Het uitsteeksel 22 kan bijvoorbeeld op het walsvlak 16 zijn gelast 15 of direct bij de vervaardiging integraal met het wiegstuk zijn gevormd. Evenzo kan de uitsparing achteraf worden vervaardigd of bij de vervaardiging van het wiegstuk worden aangebracht.The protrusion 22 may, for example, be welded to the roller surface 16 or be integrally formed with the cradle directly during manufacture. Similarly, the recess can be made afterwards or made in the manufacture of the cradle piece.
Het spreekt voor zich dat het uitsteeksel en de uitsparing ook op het telkens andere wiegstuk kunnen zijn gevormd en dat het rechter 20 wiegstukpaar 10 van fig. 1 op corresponderende wijze is uitgevoerd.It is self-evident that the protrusion and the recess can also be formed on the respective different cradle piece and that the right-hand cradle pair 10 of Fig. 1 is designed in a corresponding manner.
Bij de gebruikelijke vervaardigingswijzen van de borgaanzetstukken 20, bijvoorbeeld bij het door lassen aanbrengen, ontstaat bij het betreffende wiegstuk een metallurgische verzwakking. Verder is de materiaalkeuze voor het borgaanzetstuk beperkt, aangezien er sprake moet 25 zijn van goede lasbaarheid op het wiegstuk.In the usual manufacturing methods of the locking attachments 20, for example during welding, a metallurgical weakening occurs at the relevant cradle piece. Furthermore, the choice of material for the locking attachment is limited, since there must be good weldability on the cradle.
Aan de hand van fig. 4 tot 8 wordt een borging beschreven, waarbij dergelijke borgaanzetstukken niet zijn vereist.A locking is described with reference to Figs. 4 to 8, such locking attachments not being required.
De borging van de wiegstukken 12 en 14 tegen een zijdelingse verschuiving ten opzichte van de schakels geschiedt bij deze 30 uitvoeringsvorm door middel van een borgbeugel 30, die met een rug 32 over 10199 1¾ 5 de schakelketting grijpt en waarvan de benen 34 zijn voorzien van uitsparingen 36, waar telkens door de eindgebieden van de uit de telkens buitenste schakel 2 (fig. 6) uitstekende wiegstukparen doorheen reiken. Aan de van elkaar afgekeerde zijvlakken van de wiegstukken 12 en 14 zijn 5 afgeschuinde uitsparingen 38 gevormd, waarin de uitsteeksels 40 steken, die aan de randen van de uitsparingen 36 zijn aangebracht. Door deze vorm van de in totaliteit aan de dwarsdoorsnede van de wiegstukken aangepaste uitsparingen 36 wordt bereikt, dat de wiegstukken 12, 14 telkens door de uitsparingen 36 heen kunnen reiken, doch tegen een zijdelings verschuiven 10 zijn geborgd, omdat de uitsteeksels 40 bij een zijdelingse verschuiving van de wiegstukken 12 of 14 ten opzichte van de borgbeugels 30 tot aanslag tegen de afgeschuinde basisvlakken van de uitsparingen 38 geraken. De borgbeugels 30 worden op niet kwijt te raken en onwrikbare wijze gedragen door de schakelketting.The securing of the cradle pieces 12 and 14 against a lateral shift with respect to the links takes place in this embodiment by means of a locking bracket 30 which grips the link chain with a back 32 over 1019915 and whose legs 34 are provided with recesses 36, through which each time the end regions of the cradle piece projections protruding from the respective outer link 2 (FIG. 6) extend. Beveled recesses 38 are formed on the lateral faces of the cradle pieces 12 and 14, into which protrusions 40 protrude, which are arranged on the edges of the recesses 36. This shape of the recesses 36, which are adapted to the cross-section of the cradle pieces in general, ensures that the cradle pieces 12, 14 can each time pass through the recesses 36, but are secured against lateral displacement 10, because the protrusions 40 at a lateral side displacement of the cradle pieces 12 or 14 relative to the retaining brackets 30 touches the beveled base surfaces of the recesses 38. The retaining brackets 30 are carried by the link chain in an unstoppable and immovable manner.
15 Opdat de borgbeugel 30 bij in de schakelketting geplaatste wiegstukken op de schakelketting kunnen worden aangebracht, zijn deze in het bijzonder in het gebied van de rug 32 elastisch meegevend uitgevoerd, zodat deze door elastisch verbuigen kunnen worden aangebracht en door terugveren dan de wiegstukken in de uitsparingen opnemen.In order for cradle pieces placed in the link chain to be arranged on the link chain so that the securing bracket 30 can be arranged elastically resiliently in the region of the back 32, so that they can be arranged by elastic bending and then spring back the cradle parts in the include recesses.
20 Het spreekt voor zich, dat de uitsteeksels 40 en de uitsparingen 38 in elke andere geschikte vorm kunnen zijn uitgevoerd, waarbij de uitsparingen 38 niet hoeven te worden afgeschuind. De borgbeugels 30 zijn bij voorkeur eenvoudige plaatdelen, waarin de uitsparingen 36 zijn gestanst.It is obvious that the projections 40 and the recesses 38 can be designed in any other suitable form, wherein the recesses 38 do not have to be chamfered. The retaining brackets 30 are preferably simple plate parts in which the recesses 36 are punched.
Een verder voordeel, dat met de borgbeugels 30 wordt bereikt, is 25 gelegen in het feit, dat deze de scharniergeleiding van de schakelketting kunnen overnemen, aangezien hun uitsparingen zodanig kunnen zijn uitgevoerd, dat ze de wiegstukparen in hun totaliteit dicht omsluiten. Daarbij kan de vorm van de uitsparingen zodanig zijn, dat de wiegstukken bij een buiging van de ketting op elkaar kunnen afrollen.A further advantage achieved with the locking brackets 30 lies in the fact that they can take over the hinged guide of the link chain, since their recesses can be designed such that they completely enclose the cradle pairs. The shape of the recesses can be such that the cradle pieces can roll onto each other when the chain is bent.
66
Figuren 9 tot 11 tonen een verdere uitvoeringsvorm van een borging. Bij deze uitvoeringsvorm zijn de uit de buitenste schakel 2 stekende eindgebieden van de wiegstukken 12 en 14 in het gebied van hun naar elkaar toegekeerde zijvlakken, die de walsvlakken 16 en 18 vormen, 5 voorzien van gleuven 42 en 44, die zich over de totale hoogte van de wiegstukken uitstrekken. In de tegenover elkaar gelegen gleuven 42 en 44 zijn bijvoorbeeld uit verenstraaldraad bestaande veerelementen geschoven, die met hun eindgebieden over de buitengelegen zijvlakken van de schakel 2 grijpen. De veerelementen 46 zijn elk voorzien van twee tegenover elkaar 10 gelegen armen 48, die via een eendelig daarmee uitgevoerde ronde beugel 50 onderling zijn verbonden en elastisch uit elkaar worden gedrukt. De gleuven 42 en 44 zijn in hun totaliteit buitenwaarts gewelfd uitgevoerd, waarbij de vorm van de armen 48 is aangepast aan die van de gleuven, zodat de veerelementen 46, die ten opzichte van de bodem van de gleuven elastisch 15 zijn voorgespannen, betrouwbaar in de gleuven worden gehouden. Het inzetten van de veerelementen in de gleuven kan op eenvoudige wijze geschieden doordat elk veerelement met de zich sluitende eindgebieden van de armen 48 in het door de beide tegenover gelegen gleuven 12 en 14 gevormde kanaal wordt geschoven, waarbij de veerelementen eerst 20 binnenwaarts worden verbogen en de veerelementen dan onder verwijding van de gleuven insnappen.Figures 9 to 11 show a further embodiment of a lock. In this embodiment, the end regions of the cradle pieces 12 and 14 protruding from the outer link 2 are provided with slots 42 and 44 over the total height in the region of their side faces facing each other, which form the roller faces 16 and 18. extend from the cradle pieces. Slotted into the opposite slots 42 and 44 are spring elements consisting of, for example, spring-jet wire, which extend with their end regions over the outer side faces of the link 2. The spring elements 46 are each provided with two arms 48 opposite each other, which are mutually connected via a round bracket 50 designed with one another and are elastically pressed apart. The slots 42 and 44 are, as a whole, curved outwards, the shape of the arms 48 being adapted to that of the slots, so that the spring elements 46, which are elastically prestressed relative to the bottom of the slots, are reliably in the slots are kept. The insertion of the spring elements into the slots can take place in a simple manner in that each spring element with the closing end regions of the arms 48 is pushed into the channel formed by the two opposite slots 12 and 14, the spring elements first being bent inwards and snap in the spring elements while widening the slots.
Fig. 12 toont een gewijzigde uitvoeringsvorm van een borgend element, zoals bijvoorbeeld een veerelement. Het veerelement is gevormd als een eenarmige haak 54, waarvan de eindgebieden 56 en 58 bij voorkeur 25 tegengesteld zijn omgebogen en telkens een van de wiegstukken 12 tot 14 met of zonder voorspanning omsluiten. De vorm van de gleuven 42 en 44 is zodanig aan de dwarsdoorsnede van de haken 54 aangepast, dat de haak 54 onafhankelijk van de onderlinge rolpositie van de wiegstukken 12 en 14 tenminste gedeeltelijk in elk van de gleuven 42 en 44 is opgenomen, zodat 30 de wiegstukken betrouwbaar worden vastgehouden door de haak 54. Bij een , >FIG. 12 shows a modified embodiment of a securing element, such as, for example, a spring element. The spring element is formed as a one-armed hook 54, the end regions 56 and 58 of which are preferably bent in opposite directions and in each case enclose one of the cradle pieces 12 to 14 with or without bias. The shape of the slots 42 and 44 is adapted to the cross-section of the hooks 54 such that the hook 54 is received at least partially in each of the slots 42 and 44 irrespective of the mutual rolling position of the cradle pieces 12 and 14, so that the cradle pieces are reliably held by the hook 54. At a,>
' J"J
7 onderlinge verdraaiing van de wiegstukken 12 en 14 ten opzichte van elkaar wordt de haak 54 eventueel meevervormd. De omgebogen eindgebieden 56 en 58 van de haak 54 kunnen aanvullend grijpen in in de wiegstukken 12 en 14 gevormde uitsparingen.7 With respect to the mutual rotation of the cradle pieces 12 and 14 relative to each other, the hook 54 is possibly also deformed. The bent end regions 56 and 58 of the hook 54 can additionally engage in recesses formed in the cradle pieces 12 and 14.
5 Aan de hand van fïg. 13 en 14 wordt een verdere uitvoeringsvorm van een borging beschreven. De wiegstukken 12 en 14 van de wiegstukparen 10 zijn bij een schakelketting, waarbij de borging overeenkomstig fig. 13 wordt toegepast, voorzien van borgaanzetstukken 20, zoals Heze aan de hand van fig. 1 werden toegelicht. Opdat de 10 borgaanzetstukken 20 van de telkens binnengelegen wiegstukken ook bij een afrollen van de binnengelegen wiegstukken op de telkens buitengelegen wiegstukken in functie blijven, is op de buitenzijde van de in breedterichting van de ketting telkens buitenste schakel 2 een borgelement 60 bevestigd.5 Based on FIG. 13 and 14 a further embodiment of a locking is described. The cradle pieces 12 and 14 of the cradle piece pairs 10 are provided with locking attachments 20, such as Heze, with reference to FIG. 1, in a link chain in which the locking according to FIG. 13 is applied. In order that the securing attachments 20 of the respective inner cradle pieces remain in function even when the inner cradle pieces are unrolled on the respective outer cradle pieces, a locking element 60 is fixed on the outside of the outer link 2 in the width direction of the chain.
Het borgelement 60, dat een eenvoudig gestanst plaatdeel kan zijn, overdekt 15 met een basisdeel 52 de tussen de wiegstukparen 10 vrijblijvende ruimte van de uitsparing 8. Van het basisdeel 62 gaan armen 64 uit, die aan de buitenzijde van de schakel 2 bijvoorbeeld door lijmen of op een andere mechanische wijze zijn bevestigd. De buitencontour van het basisdeel 62 is zodanig gevormd, dat de borgaanzetstukken 20 het aangrenzende wiegstuk 20 onafhankelijk van de draaistand van het borgelement 60 overlappen en op deze wijze tegen verschuiven geborgd worden vastgehouden. Het spreekt voor zich, dat een borgelement aan telkens de buitenste schakel is aangebracht. Soortgelijk als de borgbeugels 30 van fïg. 5 kunnen de borgelementen 60 de scharniergeleiding van de schakelketting overnemen. 25 De borgelementen 60 kunnen op elke geschikte wijze zijn gevormd waarbij deze een functie van de borgaanzetstukken 20 waarborgen en de schakels overlappen.The securing element 60, which can be a simply punched-out plate part, covers 15 with a base part 52 the space of the recess 8 that remains free between the pair of cradle pairs 10. The base part 62 leaves arms 64 which are glued to the outside of the link 2, for example. or be attached in any other mechanical way. The outer contour of the base part 62 is formed in such a way that the locking attachments 20 overlap the adjacent cradle piece 20 independently of the rotational position of the locking element 60 and are thus secured against sliding. It is obvious that a locking element is arranged on the outer link each time. Similar to the retaining brackets 30 of FIG. 5, the locking elements 60 can take over the hinge guide of the link chain. The locking elements 60 can be formed in any suitable manner, ensuring a function of the locking attachments 20 and overlapping the links.
De uitvinding kan voor de meest verschillende schakelkettingen worden gebruikt, dergelijke, waarbij telkens in zijdelingse richting daarop 30 volgend aangrenzende schakels overeenkomen of dergelijke, waarbij de GÓ i '·} J U ; 8 schakelopstelling zich telkens na drie aangrenzende schakels herhaalt, dergelijke, die schakels met telkens twee uitsparingen omvatten, waarin telkens een wiegstukpaar is aangebracht, enzovoorts.The invention can be used for the most different link chains, such, wherein in each case lateral links adjoining adjacent links, or the like, wherein the G0; 8, the switching arrangement repeats itself after three adjacent links, the like comprising links with two recesses each, in which a pair of cradle pairs are arranged, and so on.
De met de aanvrage ingediende conclusies zijn 5 formuleringsvoorstellen zonder prejudicie voor het verkrijgen van verdergaande octrooibescherming. Aanvraagster behoudt zich het recht voor nog verdere, tot dusverre slechts in de beschrijving en/of tekeningen geopenbaarde maatregelencombinaties te claimen.The claims submitted with the application are formulation proposals without preliminary reference for obtaining more extensive patent protection. The applicant reserves the right to claim further combinations of measures, hitherto only disclosed in the description and / or drawings.
In volgconclusies toegepaste terugverwijzingen wijzen op de 10 verdere uitvoering van het onderwerp van de hoofdconclusie door de maatregelen van de betreffende volgconclusies; deze zijn niet als een afzien van verkrijging van een zelfstandige, onderwerpelijke bescherming voor de maatregelencombinaties van de terugverwijzende volgconclusies op te vatten.Referenced references used in subclaims point to the further implementation of the subject of the main claim by the measures of the subclaims concerned; these cannot be regarded as a refraining from obtaining independent, subjective protection for the combinations of measures of the referring subclaims.
15 Aangezien de onderwerpen van de volgconclusies met het oog op de stand van de techniek op de prioriteitsdag eigen en onafhankelijke uitvindingen kunnen vormen, behoudt aanvraagster zich het recht voor deze tot onderwerp van onafhankelijke conclusies of afgesplitste aanvragen te maken. Ze kunnen verder ook zelfstandige uitvindingen bevatten, die een 20 van de onderwerpen van de voorgaande volgconclusies onafhankelijke vorm hebben.15 Since the subjects of the subclaims may, in view of the state of the art on the priority day, constitute own and independent inventions, the applicant reserves the right to make them the subject of independent claims or apportioned applications. They may furthermore also comprise independent inventions which have an independent form of the subjects of the preceding subclaims.
De uitvoeringsvoorbeelden zijn niet op te vatten als een beperking van de uitvinding. Veeleer zijn in het kader van de onderhavige openbaring talrijke wijzigingen en modificaties mogelijk, in het bijzonder dergelijke 25 varianten, elementen en combinaties en/of materialen, die bijvoorbeeld een combinatie of wijziging van afzonderlijke in verbinding met de in de algemene beschrijving en uitvoeringsvormen evenals de conclusies beschreven en in de tekeningen opgenomen maatregelen resp. elementen of werkwijzestappen voor de deskundige met het oog op de oplossing van het 30 probleem zijn te ontlenen en door combineerbare maatregelen tot een nieuw 9 onderwerp of tot nieuwe werkwijzestappen resp. werkwijzestapvolgorden leiden, ook in zoverre deze vervaardigings-, beproevings- en bedrijfswerkwijzen betreffen.The exemplary embodiments are not to be construed as a limitation of the invention. Rather, numerous modifications and modifications are possible within the scope of the present disclosure, in particular such variants, elements and combinations and / or materials, which, for example, are a combination or modification of individual in connection with the general description and embodiments as well as the described and claims included in the drawings. elements or process steps for the person skilled in the art with a view to solving the problem can be derived and by combining measures to a new subject or to new process steps or processes. lead process sequence orders, also insofar as they concern manufacturing, testing and operating methods.
Claims (10)
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE10105741 | 2001-02-08 | ||
DE10105741 | 2001-02-08 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1019915A1 NL1019915A1 (en) | 2002-08-12 |
NL1019915C2 true NL1019915C2 (en) | 2002-08-22 |
Family
ID=7673292
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1019915A NL1019915C2 (en) | 2001-02-08 | 2002-02-07 | Link chain. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JP4780368B2 (en) |
DE (1) | DE10203942B4 (en) |
NL (1) | NL1019915C2 (en) |
Families Citing this family (15)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2005068874A1 (en) * | 2004-01-19 | 2005-07-28 | Kabushiki Kaisha Equos Research | Transmission endless belt |
JPWO2005085673A1 (en) * | 2004-03-05 | 2008-01-24 | 株式会社ジェイテクト | Power transmission chain and power transmission device |
WO2008017257A1 (en) * | 2006-08-02 | 2008-02-14 | Hangzhou Huitong Driving Chain Co., Ltd. | A bended link plate and the method to making thereof |
DE102012219773A1 (en) | 2012-10-29 | 2014-04-30 | Schaeffler Technologies Gmbh & Co. Kg | Cradle-type plate link chain for cone pulley belt transmission, has cradle-type joint links connected by connecting links, and spacers arranged between roller pieces to represent different spacing divisions between cradle-type joint links |
DE102012221962A1 (en) | 2012-11-30 | 2014-06-05 | Schaeffler Technologies Gmbh & Co. Kg | Plate link chain for continuously variable transmission gear of motor vehicle, has retaining rings with projection and rocker pins with recess whose inner contours are formed such that clearance angle is reduced to zero in straight run |
DE102012221967A1 (en) * | 2012-11-30 | 2014-06-05 | Schaeffler Technologies Gmbh & Co. Kg | Tab chain for continuously variable step-up gear of motor car, has tabs articulated by cradle thrust piece pairs, where setting angles between thrust pieces are reduced to straight run or zero by rotation of one of pieces relative to tabs |
JP6190743B2 (en) | 2014-03-24 | 2017-08-30 | 本田技研工業株式会社 | Link plate chain for continuously variable transmission |
DE102015201717B4 (en) * | 2015-02-02 | 2017-05-04 | Schaeffler Technologies AG & Co. KG | Belting with tabs and pressure pieces |
DE112016004277A5 (en) * | 2015-09-22 | 2018-06-07 | Schaeffler Technologies AG & Co. KG | link chain |
DE102017113959B4 (en) | 2017-06-23 | 2019-11-21 | Schaeffler Technologies AG & Co. KG | link chain |
DE102018113750A1 (en) * | 2018-06-08 | 2019-12-12 | Schaeffler Technologies AG & Co. KG | link chain |
DE102018117404A1 (en) | 2018-07-18 | 2020-01-23 | Schaeffler Technologies AG & Co. KG | Link chain with a securing element forming a protruding nose as a contact point and a method for producing a link chain |
DE102018122103A1 (en) * | 2018-09-11 | 2020-03-12 | Schaeffler Technologies AG & Co. KG | Link chain |
DE102019132234B3 (en) * | 2019-11-28 | 2021-03-18 | Schaeffler Technologies AG & Co. KG | Rocker pressure piece for a rocker pressure piece pair of a link chain |
DE102020108835B3 (en) * | 2020-03-31 | 2021-07-29 | Schaeffler Technologies AG & Co. KG | Rocker pressure piece for a rocker pressure piece pair of a link chain, belt drive, drive train and assembly process |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1302795B (en) * | 1964-11-25 | 1970-11-12 | ||
DE2356289C2 (en) * | 1973-11-10 | 1975-06-26 | P.I.V. Antrieb, Werner Reimers Kg, 6380 Bad Homburg | Plate chain for bevel pulley gear |
DE3027834C2 (en) * | 1980-07-23 | 1982-11-04 | P.I.V. Antrieb Werner Reimers GmbH & Co KG, 6380 Bad Homburg | Plate chain for infinitely adjustable conical pulley gear |
DE3526062A1 (en) * | 1985-07-20 | 1987-01-22 | Piv Antrieb Reimers Kg Werner | LASHER CHAIN FOR CONE DISC GEARBOX |
JPS6382844A (en) * | 1986-09-26 | 1988-04-13 | Mitsui Mining & Smelting Co Ltd | Mirror device for vehicle |
JPS6415554A (en) * | 1987-07-08 | 1989-01-19 | Nhk Spring Co Ltd | Block of power transmission belt |
GB2332726B (en) * | 1997-12-05 | 2002-02-27 | Luk Getriebe Systeme Gmbh | Transmission chain for continuously variable cone pulley gearbox |
-
2001
- 2001-09-25 JP JP2001290604A patent/JP4780368B2/en not_active Expired - Fee Related
-
2002
- 2002-02-01 DE DE10203942.9A patent/DE10203942B4/en not_active Expired - Fee Related
- 2002-02-07 NL NL1019915A patent/NL1019915C2/en not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JP2002242994A (en) | 2002-08-28 |
JP4780368B2 (en) | 2011-09-28 |
NL1019915A1 (en) | 2002-08-12 |
DE10203942B4 (en) | 2014-02-20 |
DE10203942A1 (en) | 2002-09-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1019915C2 (en) | Link chain. | |
NL1002501C2 (en) | Plastic module for a transport mat. | |
JP3870339B2 (en) | Seat longitudinal adjustment device | |
US6176460B1 (en) | Seat sliding apparatus for a vehicle | |
KR20140015504A (en) | Cable carrier chain with deformable joint elements | |
JP5813113B2 (en) | Blade tensioner with spring retaining mechanism | |
RU2005135635A (en) | FASTENING DEVICE FOR FIXING VARIOUS ELEMENTS ON THE SUPPORT | |
EP0751599A1 (en) | Means for attaching horizontal brackets to a vertical stand with rack and pinion means | |
NL192338C (en) | Chain link for a conveyor chain. | |
EP0444565A1 (en) | Device for fixing a junction block on a symmetrical profile support | |
FR2735335A1 (en) | BRACELET CLASP WITH DEPLOYING LOOP | |
NL2011933C2 (en) | Coupling of conveyor belt modules. | |
US4903444A (en) | Floor grating | |
NL8302959A (en) | DRIVE BELT. | |
NL1030956C2 (en) | Device for attaching a safety structure to a rail. | |
FR2584761A3 (en) | Metal platform, particularly for scaffolding | |
FR2667347A1 (en) | Articulated supports for doors and windows | |
NL1015489C2 (en) | Drive belt and cross element for a drive belt. | |
KR101348527B1 (en) | Door checker of vehicle | |
BE1020901A3 (en) | TENSION SYSTEM FOR A CLOTH OR LIKE. | |
EP0894743B1 (en) | Module of a conveyor belt and conveyor belt using this module | |
WO2013103296A1 (en) | Link chain for retractable screens | |
NL1011032C2 (en) | Clamp for attaching mesh to a longitudinally bulged post. | |
FR2759407A1 (en) | TOP GUIDE FOR SLIDING DOOR | |
JP2510003Y2 (en) | Blind shutter slatter |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1B | A search report has been drawn up | ||
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150901 |