NL1019714C2 - Dubbel gordijn met variabele transparantie. - Google Patents

Description

' . : L

DUBBEL GORDIJN MET VARIABELE TRANSPARANTIE

De uitvinding betreft een raamdecoratie voor het naar keuze gedeeltelijk of geheel bedekken van een raam, welke raamdecoratie omvat: - een eerste verplaatsbaar 5 raambedekkingselement; en - een tweede verplaatsbaar raambedekkingselement, dat parallel aan het eerste raambedekkingselement is aangebracht.

Uit US-A-2 142 822 is bijvoorbeeld een 10 raamdecoratie bekend, waarbij twee rolgordijnen achter elkaar zijn geplaatst. Elk rolgordijn omvat horizontale stroken met een ten opzichte van het overige gedeelte van het gordijn betere transparantie. Wanneer de stroken van beide gordijnen parallel aan elkaar verlopen wordt een 15 grote hoeveelheid licht doorgelaten en wanneer de rolgordijnen over een kleine afstand verticaal verplaatst worden, is het gehele raamoppervlak verduisterd.

In een omgeving waar beeldschermwerk verricht wordt, is het noodzakelijk dat de hoeveelheid van buiten 20 invallend licht aanzienlijk gereduceerd wordt om zo schitteringen in het beeldscherm te verminderen of zelfs te voorkomen.

Het nadeel van een bovengenoemde raamdecoratie of bijvoorbeeld een gordijn of horizontale jaloezie is 25 dat het gehele raamoppervlak verduisterd wordt en zo geen enkel licht meer de ruimte binnenkomt.

Voor een betere werksfeer is het van belang dat enerzijds het raamoppervlak voldoende verduisterd kan worden en anderzijds voldoende zicht naar buiten 30 overblijft.

Het is een doel van de uitvinding een raamdecoratie te verschaffen, welke aan de bovengenoemde eisen voldoet.

7 0 1 o · ' · 2

Dit doel wordt bereikt met een raamdecoratie volgens de aanhef, welke gekenmerkt wordt doordat beide raambedekkingselementen transparant zijn.

Onder transparant wordt zowel doorzichtig als 5 doorschijnend verstaan. Door het neerlaten van het eerste bedekkingselement wordt de lichtinval verminderd. Deze vermindering kan zodanig zijn dat een en ander aan de andere zijde van de raamdecoratie nog waargenomen kan worden. Door het neerlaten van het tweede 10 raambedekkingselement wordt de lichtinval verder verminderd. Door het tweede raambedekkingselement niet geheel neer te laten, kan door het onderste deel van het raam nog steeds de andere zijde waargenomen worden, terwijl aan de bovenzijde de lichtinval zodanig 15 gereduceerd wordt zodat er bijvoorbeeld geen schitteringen ontstaan in beeldschermen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een raamdecoratie volgens de uitvinding heeft het eerste raambedekkingselement een van het tweede 20 raambedekkingselement afwijkende transparantie. Zo kunnen met de raamdecoratie volgens de uitvinding drie verschillende transparanties verkregen worden. De transparantie van het eerste raambedekkingselement, de transparantie van het tweede raambedekkingselement en de 25 gecombineerde transparantie van beide raambedekkingselementen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een raamdecoratie volgens de uitvinding heeft het eerste raambedekkingselement een transparantie in het gebied van 30 2% - 50% en het tweede raambedekkingselement een transparantie in het gebied van 1% - 10%.

Zeer geprefereerd is dat het eerste raambedekkingselement een transparantie heeft van 20% en het tweede raambedekkingselement een transparantie heeft 35 van 5%. Zo kunnen drie verschillende transparanties gecreëerd worden van 20%, 5% en 1%. De transparantie van 20% zorgt voor nog goed zicht naar buiten, terwijl de felheid van het licht, in het bijzonder op zomerse dagen, 3 zodanig gereduceerd wordt, dat dit niet meer hinderlijk is. Door het neerlaten van het raambedekkingselement met een transparantie van 5% ontstaat in het bovenste deel van de raamdecoratie een transparantie van 1%. Dit blijkt 5 zeer gewenst te zijn om schitteringen in beeldschermen te reduceren.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de raamdecoratie volgens de uitvinding omvat het eerste en tweede raambedekkingselement elk één van een rolgordijn 10 of plisségordijn.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.

In figuren 1 en 2 wordt een eerste 15 uitvoeringsvorm van een raamdecoratie volgens de uitvinding getoond in twee verschillende standen.

Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van een raamdecoratie volgens de uitvinding.

In de figuren 1 en 2 wordt een raamdecoratie 1 20 in twee verschillende standen getoond. Deze raamdecoratie 1 is geplaatst voor een in een kozijn 2 geplaatste ruit 3. De raamdecoratie 1 heeft een eerste rolgordijn 4, dat met een trekkoord 5 bedienbaar is en een tweede rolgordijn 6, dat met een tweede trekkoord 7 bedienbaar 25 is. Het trekkoord 7 kan ook vervangen worden door andere bedieningselementen zoals een electromotor.

In de twee figuren 1 en 2 heeft het eerste rolgordijn 4 een transparantie van bijvoorbeeld 20%. Het tweede rolgordijn 6 heeft bijvoorbeeld een transparantie 30 van 5%. In figuur 1 is alleen het eerste rolgordijn 4 gedeeltelijk neergelaten. Zo ontstaat een onderste deel met transparantie van 100%, aangezien dit niet bedekt is met een rolgordijn en een bovenste deel met een transparantie van 20%, dat alleen met het rolgordijn 4 is 35 bedekt.

In figuur 2 is het eerste rolgordijn 4 verder neergelaten zodat slechts een kleine onderste spleet aanwezig is, waarbij de ruit 3 onbedekt is en aldus een • 'ï - ·· ,i ’ ,, , : 4 4 transparantie van 100% heeft. Daarboven is alleen het rolgordijn 4 aanwezig, zodat daar een transparantie van 20% geldt. Verder is het rolgordijn 6 gedeeltelijk neergelaten. Aangezien dit rolgordijn 6 zelf een 5 transparantie van 5% heeft, ontstaat door de combinatie van rolgordijn 4 en rolgordijn 6 in het bovenste deel een transparantie van 5% x 20% = 1 %.

In plaats van het eerste rolgordijn 4 als eerste neer te laten, is het ook mogelijk om het tweede 10 rolgordijn 6 als eerste neer te laten. Zo kunnen er vlakken gecreëerd worden met een transparantie van 100%, 5% en 1%. Zo is het mogelijk om de licht doorlaat van het raam te variëren, waarbij oogcontact met de buitenwereld behouden kan blijven.

15 In figuur 3 is een tweede uitvoeringsvorm van een raamdecoratie 10 volgens de uitvinding getoond. Deze tweede raamdecoratie 10 is eveneens voor een in een kozijn 11 aangebrachte ruit 12 aangebracht.

De raamdecoratie 10 heeft een eerste 20 plisségordijn 13, dat met een trekkoord 14 bedienbaar is en een tweede plisségordijn 15 dat met een tweede trekkoord 16 bedienbaar is.

Ook hier heeft het de voorkeur dat het plisségordijn 13 een van het plisségordijn 15 25 verschillende transparantie heeft. Verder heeft deze tweede uitvoeringsvorm van een raamdecoratie 10 volgens de uitvinding dezelfde variatiemogelijkheden als de raamdecoratie 1 volgens figuren 1 en 2.

Verder spreekt het voor zich dat naast plissé 30 ook rolgordijn of combinaties daarvan tot de mogelijkheden behoren.

1 · / ;!

Claims (5)

1. Raamdecoratie voor het naar keuze gedeeltelijk of geheel bedekken van een raam, welke raamdecoratie omvat: - een eerste verplaatsbaar 5 raambedekkingselement; en - een tweede verplaatsbaar raambedekkingselement, dat parallel aan het eerste raambedekkingselement is aangebracht, met het kenmerk, dat 10 beide raambedekkingselement transparant zijn.

2. Raamdecoratie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste raambedekkingselement een van het tweede raambedekkingselement afwijkende transparantie 15 heeft.

3. Raamdecoratie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste raambedekkingselement een transparantie heeft in het gebied van 2% - 50% en het 20 tweede raambedekkingselement een transparantie heeft in het gebied van 1% - 10%.

4. Raambedekkingselement volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat 25 het eerste raambedekkingselement een transparantie heeft van 20% en het tweede raambedekkingselement een transparantie heeft van 5%.

5. Raamdecoratie volgens één van de voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat het eerste en tweede raambedekkingselement elk één van een rolgordijn of plisségordijn omvat.