NL1019593C2 - Stropdasondersteuning. - Google Patents

Description

Stropdasondersteum' ng.

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een stropdas- 5 ondersteuning.

Zoals algemeen bekend worden stropdassen gebruikelijk om de nek van de drager geslagen, zodanig, dat een tweetal parten van de stropdas vanaf de nek van de drager voor de borst van de drager afhangen om vervolgens de beide afhangende parten door aanbrengen van een knoop 10 met elkaar te verbinden. Ofschoon deze wijze van het aanbrengen van een stropdas reeds vele tientallen jaren wijd verspreid en algemeen wordt gebruikt zijn er hieraan toch meerdere nadelen verbonden.

Zo is het op de juiste wijze aanbrengen van een geschikte knoop voor vele personen moeilijk, waarbij men in het bijzonder kan 15 denken aan oudere personen, gehandicapten, verplegend personeel, dat zelf in het algemeen geen stropdas draagt, en dergelijke. Ook het op de juiste wijze afstellen van de lengte van de met elkaar verbonden parten van de stropdas geeft vaak moeilijkheden. Tengevolge van het aanbrengen van de knoop ontstaan in het materiaal van de stropdas ter hoogte van de knop 20 kreukels, die na losmaken van de knop en eventueel opnieuw aanbrengen van de knoop hinderlijk in het zicht kunnen treden. Om dit te vermijden kan een veelvuldig strijken van de stropdas vaak niet vermeden worden.

Verder heeft men soms de neiging de uiteindelijk om de nek van de drager zittende lus door verschuiven van de knoop strak aan te 25 trekken, hetgeen niet alleen ongewenste vervormingen van de boord van het overhemd, waaronder de lus van de das is aangebracht, kan veroorzaken, maar ook een ongewenste vervorming van de knoop tot gevolg kan hebben. Er bestaat dan ook reeds lange tijd behoefte aan een mogelijkheid om op eenvoudige wijze de bovengeschetste nadelen te voorkomen.

30 Volgens de uitvinding kan dit nu worden bereikt met behulp van een stropdasondersteuning, die is voorzien van een kokervormig orgaan 1019593« 2 in het inwendige waarvan een langgestrekt steundeel is aangebracht waaraan een dubbelgevouwen stropdas kan worden opgehangen, terwijl het kokervormige orgaan is voorzien van aanbrengmiddelen voor het aanbrengen van het kokervormige orgaan aan het lichaam van de drager.

5 Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan de dubbelgevouwen stropdas worden opgehangen aan het in het kokervormige orgaan aangebrachte langgestrekte steundeel, waarbij dit steundeel zich zal uitstrekken ter hoogte van de bovenop dit steundeel gelegen vouw in de dubbelgevouwen stropdas. Het kokervormige orgaan treedt hierbij in de 10 plaats van de gebruikelijk in de stropdas gevormde knoop en kan een altijd goed zittende en gewenste vorm hebben. Daarbij kan het kokervormige orgaan iedere gewenste uitvoering worden gegeven en uit ieder gewenst materiaal worden vervaardigd, al dan niet in de kleur van de in samenhang met het kokervormige orgaan gebruikte stropdas.

15 Daar in de stropdas zelf geen knoop wordt aangebracht zal geen ongewenste vervorming van het materiaal waaruit de stropdas is vervaardigd, optreden. Verder zijn de beide parten van de stropdas gemakkelijk op de gewenste lengte af te stellen. Eventueel kan de in combinatie met het kokervormige orgaan gebruikte stropdas korter worden 20 uitgevoerd dan de tot nu toe gebruikelijke stropdas, zodat voor het vervaardigen van de stropdas minder materiaal nodig zal zijn.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.

Figuur 1 toont schematisch in perspectief een stropdas-25 ondersteuning met een gedeeltelijk weergegeven stropdas.

Figuur 2 toont schematisch een doorsnede over figuur 1.

Figuur 3 toont schematisch een uitgestanst of uitgesneden stuk materiaal waaruit een kokervormig orgaan volgens de uitvinding kan worden vervaardigd.

30 Figuur 4 toont een in het kokervormige orgaan opgenomen koppeli ngsdeel.

1019593· 3

Figuren 5-8 tonen opvolgende stappen bij het vervaardigen van een stropdasondersteuning met behulp van het in figuur 3 weergegeven materiaal vel en het in figuur 4 weergegeven koppelingsdeel.

De stropdasondersteuning volgens de uitvinding omvat een 5 schematisch in figuur 1 weergegeven kokervormig orgaan 1, dat in vooraanzicht min of meer de vorm heeft van een afgeknotte kegel waarvan de korte basiszijde aan de onderzijde en de lange basiszijde aan de bovenzijde van afgeknotte kegel is gelegen.

In zijaanzicht gezien (figuur 2) strekken de voorzijde 2 en 10 de achterzijde 3 van het kokervormige orgaan zich in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uit en deze voorzijde en achterzijde sluiten, zoals uit figuur 1 duidelijk zal zijn, op elkaar aan via afgeronde gedeelten 4.

In het inwendige van het kokervormige orgaan is een langgestrekt steundeel 5 gelegen, dat in het weergegeven uitvoerings-15 voorbeeld deel uitmaakt van een elastiek 6, dat door een tweetal op afstand van elkaar gelegen openingen 7 in het achterste wanddeel 3 naar buiten is gevoerd.

Een dubbelgevouwen stropdas 8 is ter hoogte van de de beide afhangende parten 9 en 10 van de stropdas met elkaar verbindende vouw 11 20 aan dit langgestrekte steundeel 5 opgehangen, waarbij de vouw bovenop dit langgestrekte steundeel rust, zoals duidelijk zal zijn uit figuur 2.

Het zal duidelijk zijn, dat zo het kokervormige orgaan 1 de gebruikelijk in een stropdas 8 aan te brengen knoop vervangt en wat betreft aanzicht in hoofdzaak hetzelfde aanzicht kan hebben als de 25 gebruikelijke in een stropdas aangebrachte knoop.

Verder zal het duidelijk zijn, dat de stropdas 8 gemakkelijk in het kokervormige orgaan 1 kan worden opgehangen en de lengte van de beide parten 9 en 10 van de stropdas eenvoudig juist ten opzichte van elkaar kan worden afgesteld.

30 Het kokervormige orgaan kan bijvoorbeeld uit hetzelfde materiaal zijn vervaardigd als de stropdas, zodat het kokervormige orgaan 10195934 4 dezelfde kleur als de stropdas zal hebben. Het is echter ook mogelijk om het kokervormig materiaal een ander design resp. kleur dan de stropdas te geven, bijvoorbeeld om speciale kokervormige organen te gebruiken bij feestdagen, festiviteiten en dergelijke. Verder leent het kokervormige 5 orgaan zich ook bijzonder goed voor het aanbrengen van sieraden, bedrijfslogo's en dergelijke.

Aan de hand van de figuren 3-8 zal een geschikte manier worden beschreven voor het vervaardigen van een stropdasondersteuning volgens de uitvinding, maar het zal duidelijk zijn, dat binnen de geest 10 en beschermingsomvang ook andere vervaardigingswerkwijzen en/of uitvoeringen van de stropdasondersteuning, in het bijzonder van het kokervormige orgaan en het in het inwendige daarvan gelegen langgestrekte steundeel denkbaar zullen zijn.

Voor de vervaardiging van het kokervormige orgaan 1 wordt 15 uitgegaan van een in figuur 3 weergegeven uitgestanst of uitgesneden materiaalvel 12. Dit materiaalvel kan bestaat uit stof, kunststof of dergelijke en eventueel al dan niet zijn opgebouwd uit meerdere lagen.

Zoals uit figuur 3 blijkt is het materiaalvel 12 opgebouwd uit een drietal min of meer trapeziumvormige delen 13, 14 en 15, die 20 langs vouwlijnen 16 resp. 17 op elkaar aansluiten. Zoals verder uit figuur 3 blijkt neemt de breedte van het in figuur 3 bovenste deel 13 in de richting van het deel 14 geleidelijk af, waarbij de uiteinden van de twee zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende begrenzingsranden 16 en 18 van het deel 13 zijn verbonden door rechte zijranden 19.

25 De beide delen 14 en 15 zijn spiegel symmetrisch ten opzichte van de vouwlijn 17. Daarbij worden de zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende randen 16 en 17 van het deel 14 en de zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende randen 17 en 19 van het deel 15 verbonden door begrenzingslijnen 20 resp. 21, die zich vanaf de van elkaar afgekeerde 30 randen 16 en 19 van de beide delen 14 en 15 aanvankelijk in een schuin van elkaar afgekeerde richting rechtlijnig uitstrekken om over te gaan in 1019593« 5 op de gemeenschappelijke begrenzingslijn/vouwlijn 17 aansluitende gekromde delen.

Voor het aanbrengen van het langgestrekte steundeel in het kokervormige orgaan wordt in deze uitvoeringsvorm gebruik gemaakt van een 5 in figuur 4 weergegeven koppelingsdeel 22, dat wordt gevormd door een langgestrekte materiaal strook, dat al dan niet uit hetzelfde materiaal kan zijn vervaardigd als het materiaalvel 12. Nabij de uiteinden van dit koppelingsdeel 22 zijn in het koppelingsdeel gaten 23 aangebracht, die, indien gewenst, versterkt kunnen worden met in de gaten aan te brengen 10 niet weergegeven stalen oogjes. Dit koppel ingsdeel 22 wordt, zoals weergegeven in figuur 5, op korte afstand van de vouwlijn 16 aan het deel 13 van het materiaalvel 12 gehecht over de lengte van het gearceerde gedeelte van het koppel ingsdeel 22 zodanig, dat de aan de uiteinden van dit koppel ingsdeel gelegen van gaten 23 voorziene oren 24 niet op dit 15 deel 13 worden vastgezet. Daarbij wordt het koppelingsdeel 22 aan die zijde van het deel 13 bevestigd, die bij voltooid kokervormig orgaan aan de binnenzijde van dit kokervormig orgaan zal zijn gelegen.

Vervolgens wordt het deel 15 om de vouwlijn 17 ten opzichte van het deel 14 zodanig omgevouwen, dat het deel 15 vlak komt aan te 20 liggen tegen die zijde van het deel 14, die afgekeerd is van de zijde van het materiaalvel 12 waaraan het koppelingsdeel 22 is bevestigd.

Daarna wordt deel 13 om vouwlijn 16 zodanig omgevouwen dat dit deel 13 aan komt te liggen tegen de van deel 14 afgekeerde zijde van deel 15, zoals weergegeven in figuur 6.

25 Door het zo omvouwen van de drie delen 13-15 wordt bereikt, dat in het in figuur 6 weergegeven product de bovenrand en de onderrand wordt gevormd door een omgevouwen deel van het materiaalvel 12.

Voor het op bovenbeschreven wijze bevestigen van het koppelingsdeel aan het materiaalvel 12 en van de delen 13-15 van het 30 materiaalvel 12 aan elkaar kunnen verschillende technieken worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld stikken, lijmen of gebruikmaken van T019593* 6 dubbelzijdig klevende vliestape. Dit laatste zal in het algemeen de voorkeur verdienen, daar gebruikmaken van vliestape milieuvriendelijker zal zijn dan bijvoorbeeld het gebruiken van lijm en ook gemakkelijker toepasbaar zal zijn dan lijmen of naaien.

5 Indien noodzakelijk en gewenst kan eventueel de contour van het zo volgens figuur 6 gevormde product aan de omtreksranden worden bijgesneden en/of worden afgewerkt met bijvoorbeeld een zigzagsteek, zoals aangeduid bij 25.

Verder worden in de op elkaar liggende delen 13, 14 en 15 10 ter hoogte van de uiteinden van het koppelingsdeel doorlopende gaten 26 gestanst, die naar wens eventueel kunnen worden versterkt met niet weergegeven metalen ringetjes.

Voor het vormen van het in figuur 1 schematisch weergegeven kokervormige orgaan 1 kan nu het zo gevormde samenstel worden gevouwen om 15 de denkbeeldig in figuur 8 aangeduide as A-A waarbij de door de kromlijnige delen van de begrenzingsranden 20, 21 van de op elkaar liggende delen 14 en 15 begrensde gedeelten in een elkaar overlappende stand worden gebracht en aan elkaar bevestigd. Hiertoe kunnen deze gedeelten bijvoorbeeld in de punten 27 en 28 zijn voorzien van 20 bijeenpassende mannetjes- en vrouwtjesdrukknopen of van klittenband of dergelijke.

Vervolgens kan het elastiek 6 worden geregen door de openingen 26 en door de in de in het kokervormige orgaan 1 enigszins naar binnen afgevouwen oren 24 aangebrachte openingen 23, zodanig, dat het 25 tussen de oren 24 gelegen deel 5 van het elastiek 6 het langgestrekte steundeel zal vormen. Daarna kan de das 8 in het kokervormige orgaan 1 worden aangebracht. Het elastiek kan om de nek van de drager, onder de boord van het overhemd of dergelijke worden aangebracht, waarbij het elastiek het kokervormige orgaan met de daarin opgehangen stropdas onder 30 voldoende spanning zal aantrekken.

Het zal denkbaar zijn om in plaats van door de gaten 26 het 1019593· 7 elastiek 6 vanaf de in de oren 24 aangebrachte openingen 23 gezien in figuur 1 over de bovenrand van het kokervormige orgaan 1 te leiden, maar hierbij kan het gevaar ontstaan, dat het kokervormige orgaan enigszins scheef getrokken wordt. Een dergelijk scheef trekken wordt op effectieve 5 wijze vermeden door het elastiek 6 te voeren door in het kokervormige orgaan aangebrachte openingen 26, die ongeveer ter hoogte van de openingen 23 in het koppelingsdeel zijn gelegen.

Het zal duidelijk zijn, dat op de bovenbeschreven uitvoeringsvorm binnen de geest en beschermingsomvang variaties denkbaar 10 zijn. Zo is het bijvoorbeeld denkbaar om het 1anggestrekte steundeel 5 deel uit te laten maken van een kort bij voorkeur veerkrachtig draadvormig orgaan, waarvan de uiteinden over korte afstand buiten het kokervormige orgaan 1 uitsteken en zijn voorzien van aankoppelmiddelen voor het aankoppelen van een om de nek van de drager aan te brengen band 15 of dergelijke. Verder kan in plaats van een elastiek of uit dergelijk veerkrachtig materiaal bestaande band ook gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld een stoffen band, die voorzien is van een instelbaar haak-of gespmechanisme.

Verder zal het mogelijk zijn om gebruik te maken van een 20 langgestrekt steundeel, dat bijvoorbeeld met zijn uiteinden vastgezet is aan de wanddelen 4 en 5 van het in figuur 1 weergegeven kokervormige orgaan 1, terwijl een los daarvan staande band of draad als aanbrengmiddel voor het aanbrengen van het kokervormige orgaan aan de lichaam van de drager wordt benut.

é019593·

Claims (9)

1. Stropdasondersteuning, met het kenmerk, dat de stropdasondersteuning is voorzien van een kokervormig orgaan in het 5 inwendige waarvan een langgestrekt steundeel is aangebracht waaraan een dubbelgevouwen stropdas kan worden opgehangen, terwijl het kokervormige orgaan is voorzien van aanbrengmiddelen voor het aanbrengen van het kokervormige orgaan aan het lichaam van de drager.

2. Stropdasondersteuning volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat het langgestrekte steundeel is geleid door een tweetal in de achterzijde van het kokervormige orgaan gevormde openingen en aansluit op de aanbrengmiddelen.

3. Stropdasondersteuning volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het langgestrekte steundeel is geleid door een tweetal 15 openingen, die zijn aangebracht in in het inwendige van het kokervormige orgaan uitstekende op afstand van elkaar gelegen oren.

4. Stropdasondersteuning volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het langgestrekte steundeel en de aanbrengmiddelen een geheel met elkaar vormen.

5. Stropdasondersteuning volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kokervormige orgaan vervaardigd is uit buigzaam materiaal.

6. Stropdasondersteuning volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in dwarsdoorsnede gezien het 25 kokervormige orgaan in hoofdzaak de vorm heeft van twee op afstand van elkaar gelegen in hoofdzaak rechte zijden, die onderling zijn verbonden door gebogen wanddelen van het kokervormige orgaan.

7. Stropdasondersteuning volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aanbrengmiddelen worden gevormd door 30 een om de nek van de gebruiker aan te brengen, bij voorkeur veerkrachtig, draad- of bandvormig orgaan. 1019593·

8. Stropdasondersteuning volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aanbrengmiddelen worden gevormd door een elastiek.

9. Stropdasondersteuning volgens een der voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat het kokervormige orgaan is vervaardigd uit een materiaal vel dat is onderverdeeld in een drietal samenhangende delen, die tegen elkaar zodanig omgevouwen zijn, dat de bovenrand en de onderrand van het kokervormige orgaan worden gevormd door delen van het materiaal vel met elkaar verbindende vouwen. 1019593«