NL1019535C2

NL1019535C2 - Sliding guide, closing block and method for mounting a sliding guide.

Info

Publication number: NL1019535C2
Application number: NL1019535A
Authority: NL
Inventors: Hendricus Tadeus Wojcik
Original assignee: Thomas Regout B V
Priority date: 2001-12-11
Filing date: 2001-12-11
Publication date: 2003-06-13
Also published as: PL369200A1; WO2003051156A1; AU2002351448A1; EP1453400A1

Description

Titel: Schuifgeleiding, sluitblok en werkwijze voor monteren van een schuifgeleiding.Title: Sliding guide, locking block and method for mounting a sliding guide.

De uitvinding heeft betrekking op een schuifgeleiding met intrekmiddelen voor het vanaf een bijna ingetrokken stand verder intrekken van de schuifgeleiding. Een dergelijke schuifgeleiding is uit de praktijk bekend.The invention relates to a sliding guide with retracting means for further retracting the sliding guide from an almost retracted position. Such a sliding guide is known from practice.

5 Standaard schuifgeleidingen zoals ladegeleiders met daaraan gemonteerd een lade dienen voor het sluiten van een lade te worden geduwd naar een ingeschoven stand. Deze bekende schuifgeleidingen hebben als nadeel dat de lade over het gehele traject dient te worden geduwd tot in de gesloten stand.Standard sliding guides such as drawer guides with a drawer mounted thereon must be pushed to a retracted position before closing a drawer. These known sliding guides have the drawback that the drawer must be pushed over the entire path into the closed position.

10 Voorgesteld is tussen de geleideprofielen een intrekinrichting op te nemen, nabij een achterliggend einde daarvan, waarmee de schuifgeleiding over een laatste deel van de inschuifbeweging wordt getrokken naar de ingetrokken stand en daarin wordt vastgehouden. Daarmee wordt steeds verzekerd dat de lade gesloten wordt en gesloten wordt gehouden. Bij deze 15 bekende intrekinrichting wordt bij uittrekken van de lade een veer in de intrekinrichting gespannen doordat een nok op een ten opzichte van de intrekinrichting bewegend profiel aangrijpt op een eerste uitsteeksel van een met een eerste einde van de veer verbonden element en dit meeneemt, terwijl het tegenovergelegen tweede einde van de veer vast is verbonden 20 met een huis van de intrekinrichting. Bij het bereiken van het einde van de bewegingsbaan van genoemd element wordt dit enigszins gekanteld als gevolg van een gebogen geleidebaan waarin het element beweegt. In deze gekantelde stand wordt het element vastgezet aan genoemd huis terwijl het genoemde profiel verder beweegt. De nok passeert daarbij bovenlangs 25 genoemde eerste uitsteeksel en de veer wordt onder spanning gehouden.It has been proposed to include a retracting device between the guide profiles, near a rear end thereof, with which the sliding guide is pulled over a final part of the sliding movement to the retracted position and is retained therein. This always ensures that the drawer is closed and kept closed. In this known retracting device, when the drawer is pulled out, a spring is tensioned in the retracting device in that a cam on a profile moving with respect to the retracting device engages a first protrusion of an element connected to a first end of the spring and takes this along, while the opposite second end of the spring is fixedly connected to a housing of the retractor. Upon reaching the end of the path of movement of said element, this is tilted slightly as a result of a curved guide path in which the element moves. In this tilted position the element is fixed to said housing while said profile continues to move. The cam thereby passes above said first protrusion and the spring is kept under tension.

< r> ·<-, 'i - 1 U ' .”·' · -1 2<r> · <-, 'i - 1 U'. ”· '· -1 2

Bij terug inschuiven van de lade loopt genoemde nok weer bovenlangs genoemd eerste uitsteeksel en loopt aan tegen een tweede uitsteeksel op genoemd element, waardoor dit vrij komt uit zijn opsluiting in de behuizing en door de veer wordt teruggetrokken. Het element wordt 5 daarbij teruggekanteld en de nok grijpt aan op het eerste uitsteeksel, waarmee het genoemde bewegende profiel tot in de gewenste ingetrokken stand wordt getrokken.Upon retracting the drawer, said cam again runs above said first protrusion and runs into a second protrusion on said element, whereby it is released from its confinement in the housing and is withdrawn by the spring. The element is thereby tilted back and the cam engages the first protrusion, with which said moving profile is pulled into the desired retracted position.

Deze bekende intrekinrichting is bijzonder ingewikkeld in opbouw en moeilijk te monteren, terwijl deze bovendien erg storingsgevoelig is.This known retracting device is particularly complicated in construction and difficult to assemble, while moreover it is very susceptible to malfunction.

10 Gebleken is dat de positie van de uitsteeksels en de nok, alsmede de plaatsing van de intrekinrichting bijzonder kritisch is. Bij verkeerde plaatsing c.q. positionering van uitsteeksels, nok en/of intrekinrichting zal het element bijvoorbeeld niet goed opgesloten worden in de behuizing, waardoor dit direct wordt teruggetrokken door de veer en de veer niet 15 gespannen blijft of zal het element juist niet meer uit de opgesloten stand vrijgegeven kunnen worden. Bovendien vergt het uittrekken van de lade en daarbij spannen van de veer relatief veel kracht. Voorts is een dergelijke intrekinrichting en daarmee de schuifgeleiding relatief duur.It has been found that the position of the protrusions and the cam, as well as the placement of the retractor, is particularly critical. In the case of incorrect placement or positioning of protrusions, cam and / or retracting device, for example, the element will not be properly locked in the housing, as a result of which it will be immediately retracted by the spring and the spring will not be tensioned or the element will just no longer be locked out of the locked position can be released. Moreover, pulling out the drawer and thereby tensioning the spring requires relatively much force. Furthermore, such a retracting device and thus the sliding guide are relatively expensive.

De uitvinding beoogt een schuifgeleiding van de in de aanhef 20 beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.The object of the invention is to provide a sliding guide of the type described in the preamble, wherein the drawbacks mentioned are avoided, while maintaining the advantages thereof. To that end, a device according to the invention is characterized by the features of claim 1.

Bij een schuifgeleiding volgens de uitvinding hoeft bij uittrekken van een lade, althans de schuifgeleiding slechts het of elk verende element 25 enigszins verend te worden weggedrukt bij passeren daarvan door de nok. Hierbij is de plaatsing van het of elk verende element en de of elke betreffende nok weinig kritisch. Immers, voor het verende element hoeft geen opsluitstand of dergelijke te worden bereikt. Na passeren van de nok kan het betreffende verende element eenvoudig terugveren naar de 30 uitgangsstand. Er hoeft slechts voldoende ruimte te worden verschaft voor 3 de benodigde verplaatsing en/of vervorming van het of elk verend element en/of de daarmee samenwerkende nok. Een intrekinrichting voor een schuifgeleiding volgens de uitvinding kan bijzonder eenvoudig en tegen lage kosten worden vervaardigd, met een zeer gering aantal onderdelen, is 5 robuust en eenvoudig plaatsbaar, terwijl bij uitgetrokken stand van de schuifgeleiding het verende element niet gespannen gehouden hoeft te worden.With a sliding guide according to the invention, when a drawer, at least the sliding guide, is pulled out, only the or each resilient element 25 has to be slightly resiliently pushed away when it is passed through the cam. Here, the placement of the or each resilient element and the or each relevant cam is not very critical. After all, no retaining position or the like has to be achieved for the resilient element. After passing the cam, the relevant resilient element can simply spring back to the starting position. Sufficient space need only be provided for the required displacement and / or deformation of the or each resilient element and / or the cam cooperating therewith. A retracting device for a sliding guide according to the invention can be manufactured in a particularly simple and low-cost manner, with a very small number of parts, is robust and can be easily placed, while the resilient element does not have to be kept tensioned when the sliding guide is pulled out.

In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een schuifgeleiding volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens 10 conclusie 2.In an advantageous embodiment, a sliding guide according to the invention is further characterized by the features of claim 2.

Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt het voordeel bereikt dat bij inschuiven van een schuifgeleiding de nok eenvoudig tegen het aanloopgedeelte kan aanlopen, welk aanloopgedeelte zich kan uitstrekken vanaf een positie aan een eerste zijde van de bewegingsbaan van de nok tot 15 aan de apex, welke zich aan de tegenovergelegen zijde van de bewegingsbaan van de nok uitstrekt, zodat de nok steeds in contact zal komen met genoemd aanloopgedeelte, terwijl het aan de tegenovergelegen zijde van de apex gelegen afloop gedeelte ervoor zorg dat de schuifgeleiding automatisch in de ingetrokken stand wordt gebracht. Het verdient daarbij 20 de voorkeur dat het aanloopgedeelte en het afloopgedeelte beide hellen ten opzichte van de lengterichting van de beide profielen, waardoor een goede geleiding van de nok ten opzichte van het verende element wordt verkregen en een voordelige krachten doorleiding optreedt. Door daarbij de hellingshoek van het aanloopgedeelte althans gemiddeld kleiner te kiezen 25 dan de hellingshoek van het afloopgedeelte wordt daarbij het voordeel bereikt dat bij in de intrekbeweging bewegen van het geleideprofiel met de nok dit eenvoudig tot aan en voorbij de apex kan worden gedrukt als gevolg van de lange, relatief vlakke helling van het aanloopgedeelte, terwijl na passeren van de apex de nok en daarmee het bewegende geleideprofiel 30 relatief sterk naar de ingetrokken stand zal worden gedrukt als gevolg van 4 de steilere helling van het afloop gedeelte. Bovendien wordt hiermee een sterke opsluiting verkregen. Immers, bij uittrekken van de schuifgeleiding zal een grotere kracht nodig zijn voor passeren van de apex dan hij inschuiven van de schuifgeleiding. Onder gemiddelde hellingshoek dient in 5 deze ten minste te worden begrepen de hellingshoek van een rechte lijn getrokken tussen het eerste aanrakingspunt van de nok met het aanloop gedeelte respectievelijk het afloopgedeelte op afstand van de apex en de apex zelf met de lengterichting, in het bijzonder de intrekrichting van de schuifgeleiding.With such an embodiment, the advantage is achieved that when a sliding guide is pushed in, the cam can easily touch the run-on part, which run-on part can extend from a position on a first side of the path of movement of the cam to the apex which adopts the opposite side of the movement path of the cam extends, so that the cam will always come into contact with said run-in part, while the run-out part located on the opposite side of the apex ensures that the sliding guide is automatically brought into the retracted position. It is preferred here that the run-in part and the run-out part both slope with respect to the longitudinal direction of the two profiles, as a result of which a good guiding of the cam relative to the resilient element is obtained and an advantageous force transmission occurs. By thereby choosing the angle of inclination of the run-up part at least on average smaller than the angle of inclination of the run-out part, the advantage is thereby achieved that when the guide profile is moved into the retracting movement with the cam, it can simply be pressed up to and beyond the apex as a result of the long, relatively flat slope of the run-in section, while after passing the apex the cam and thus the moving guide profile 30 will be pressed relatively strongly towards the retracted position as a result of the steeper slope of the run-out section. Moreover, a strong confinement is hereby obtained. After all, when the sliding guide is pulled out, a greater force will be required to pass the apex than it pushes in the sliding guide. The average angle of inclination in this context is to be understood to mean at least the angle of inclination of a straight line drawn between the first contact point of the ridge with the run-in part and the run-out part at a distance from the apex and the apex itself with the longitudinal direction, in particular the retraction direction of the sliding guide.

10 In een nadere voordelige uitvoeringsvorm wordt een schuifgeleiding volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 6.In a further advantageous embodiment, a sliding guide according to the invention is further characterized by the features of claim 6.

Toepassing van twee verende elementen, alsmede twee nokken waarbij de verende elementen ongeveer gelijkvormig zijn en ten opzichte 15 van een middenvlak gespiegeld zijn opgesteld, wordt het voordeel bereikt dat een in hoofdzaak symmetrische belasting wordt verkregen, terwijl bovendien een dergelijke schuifgeleiding, althans intrekinrichting zodanig symmetrisch kan worden uitgevoerd dat deze zowel voor een linker als een rechter schuifgeleiding voor bijvoorbeeld een lade kan worden gebruikt 20 zonder dat nadere aanpassing daarvoor noodzakelijk is. Opgemerkt wordt dat dit laatste voordeel ook opgaat bij gebruik van slecht één nok.The use of two resilient elements, as well as two cams, wherein the resilient elements are approximately uniform and are arranged mirrored relative to a central surface, the advantage is achieved that a substantially symmetrical load is obtained, while moreover such a sliding guide, or at least retracting device, is symmetrical it can be realized that it can be used for both a left and a right sliding guide for for instance a drawer without further adjustment being necessary for this. It is noted that this latter advantage also applies when using only one cam.

Het of welk verend element bij een schuifgeleiding volgens de uitvinding heeft bij voorkeur een vloeiend gebogen verloop. Bijzonder geschikte vormen zijn gegeven in de bij deze beschrijving horende figuren.The or which resilient element in a sliding guide according to the invention preferably has a smoothly curved course. Particularly suitable forms are given in the figures accompanying this description.

25 In een verdere nadere uitvoeringsvorm wordt een schuifgeleiding volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 10.In a further further embodiment, a sliding guide according to the invention is further characterized by the features of claim 10.

Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt een bijzonder eenvoudige opbouw verkregen waarbij de geleideprofielen en lagering volledig gereed 30 kunnen worden vervaardigd en worden gemonteerd, waarna deze door 101953Ö 5 aanbrengen van het sluitblok ten opzichte van elkaar worden opgesloten zodat losraken wordt verhinderd. Bovendien wordt daarmee direct ook de intrekinrichting geplaatst.In such an embodiment a particularly simple structure is obtained in which the guide profiles and bearing can be manufactured and assembled completely ready, whereafter these are locked relative to each other by arranging the closing block so that loosening occurs is prevented. Moreover, the retraction device is thereby also placed directly.

In een verdere alternatieve uitvoeringsvorm wordt een 5 schuifgeleiding volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12.In a further alternative embodiment, a sliding guide according to the invention is characterized by the features of claim 12.

Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt het nadere voordeel bereikt dat de schuifgeleiding, nadat deze is samengebouwd, bijzonder eenvoudig kan worden verbonden met een lade, bijvoorbeeld door inschuiven 10 of klikken van de lade over de schuifgeleiding.In such an embodiment, the further advantage is achieved that the sliding guide, after it has been assembled, can be connected particularly easily to a drawer, for instance by sliding in or clicking the drawer over the sliding guide.

Bij voorkeur is een sluitblok toegepast waaraan zowel blokkeernokken als opsluitnokken en de verende elementen zijn voorzien, meer in het bijzonder eendelig vervaardigd door bijvoorbeeld spuitgieten. Hiermee wordt een bijzonder voordelige, relatief goedkope en eenduidig te 15 gebruiken inrichting verkregen.Preferably, a closing block is used on which both locking cams and locking cams and the resilient elements are provided, more particularly manufactured in one piece by, for example, injection molding. A particularly advantageous, relatively inexpensive and unambiguous device to be used is hereby obtained.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een sluitblok voor toepassing in een schuifgeleiding volgens de uitvinding, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 15.The invention furthermore relates to a closing block for use in a sliding guide according to the invention, characterized by the features of claim 15.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het 20 monteren van een schuifgeleiding, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 16.The invention further relates to a method for mounting a sliding guide, characterized by the features of claim 16.

Een dergelijke werkwijze biedt het voordeel dat de geleideprofielen los van elkaar volledig kunnen worden vervaardigd, evenals de lagermiddelen, waarna deze kunnen worden samengebouwd tot de gewenste 25 schuifgeleiding en waarbij door aanbrengen van het sluitblok uiteindelijke opsluiting van de geleideprofielen en de lagermiddelen wordt verkregen alsmede de intrekinrichting wordt geplaatst.Such a method offers the advantage that the guide profiles can be manufactured completely independently of each other, just like the bearing means, after which they can be assembled into the desired sliding guide and whereby by enclosing the closing block final confinement of the guide profiles and the bearing means is obtained as well as the bearing means. retracting device is placed.

In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen van een schuifinrichting volgens de uitvinding 30 beschreven.Further advantageous embodiments of a sliding device according to the invention are described in the further subclaims.

66

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een schuifgeleiding, sluitblok en werkwijze volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: 5 Figuur 1 in zijaanzicht een samengestelde schuifgeleider volgens de uitvinding; figuur 2 in zij- en achteraanzicht een eerste geleideprofiel voor een schuifgeleiding volgens figuur 1, met daarop gemonteerd sluitblok met intrekinrichting; 10 figuur 3 in bovenaanzicht een gedeelte van een geleideprofiel volgens figuur 2; figuur 4 in zij- en vooraanzicht een tweede geleide profiel voor een schuifgeleiding volgens figuur 1; figuur 5 in zij-, onder- en achteraanzicht een sluitblok met 15 intrekinrichting volgens de uitvinding; figuur 6 in perspectivisch aanzicht een intrekinrichting volgens de uitvinding; figuur 7 in uitvergroting een vooraanzicht van een schuifgeleiding volgens de uitvinding met gemonteerd sluitblok met intrekmechanisme; en 20 figuur 8 in gedeeltelijk doorgesneden bovenaanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een einde van een schuifgeleiding met intrekinrichtingTo clarify the invention, exemplary embodiments of a sliding guide, closing block and method according to the invention will be further elucidated with reference to the drawing. In the drawing: Figure 1 shows in side view a assembled sliding guide according to the invention; Figure 2 shows, in side and rear view, a first guide profile for a sliding guide according to Figure 1, with a closing block with retracting device mounted thereon; Figure 3 shows in top view a part of a guide profile according to figure 2; figure 4 shows a second guided profile for a sliding guide according to figure 1 in side and front view; figure 5 shows a closing block with retraction device according to the invention in side, bottom and rear view; figure 6 shows a perspective view of a retracting device according to the invention; Fig. 7 is an enlarged front view of a sliding guide according to the invention with mounted closing block with retraction mechanism; and figure 8 shows, in partly sectional top plan view, an alternative embodiment of an end of a sliding guide with retractor

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de in de tekening getoonde 25 uitvoeringsvoorbeelden is steeds slechts een tweetal geleideprofielen voorzien voor een tweedelige schuifgeleiding. Het zal evenwel duidelijk zijn dat op vergelijkbare wijze ook eenvoudig een schuifgeleiding kan worden vervaardigd met bijvoorbeeld drie profielen, bijvoorbeeld door op gebruikelijke wijze tussen de in de figuren getoonde eerste en tweede 30 geleideprofielen een derde geleideprofiel op te nemen met bijbehorende 7 lagering. Aanpassingen van bewegingslengte zullen voor de vakman direct duidelijk zijn.In this description, the same or corresponding parts have the same or corresponding reference numerals. In the exemplary embodiments shown in the drawing, only two guide profiles are always provided for a two-part sliding guide. It will be clear, however, that in a comparable manner, a sliding guide can also be manufactured with, for example, three profiles, for instance by incorporating a third guide profile with associated bearing between the first and second guide profiles shown in the figures. Adjustments of movement length will be immediately clear to the skilled person.

In figuur 1 is in samenstelling een schuifgeleiding 1 volgens de uitvinding getoond vanaf een zijde waarmee deze tegen bijvoorbeeld een 5 kast wordt gemonteerd. Deze schuifgeleiding 1 omvat een eerste geleideprofiel 2 met een in hoofdzaak C-vormige doorsnede en relatief grote lengte. Dit eerste geleideprofiel 2 is los getoond in figuur 2. Een tweede geleideprofiel 4 is voorzien met kleinere lengte, hetwelk los is getekend in figuur 4. Op het tweede geleideprofiel 4 is een tweetal in hoofdzaak U-10 vormige beugels 6 bevestigd waarvan het horizontale been 7 lager ligt dan de onderzijde 8 van de schuifgeleiding 1, zodanig dat een schort van een lade op bekende wijze over de schuifgeleiding heen kan heen reiken en tussen de beide verticale benen 10, 11 kan doorbewegen bij uittrekken of intrekken van de schuifgeleiding. In figuur 7 is dit in uitvergroting 15 schematisch getoond, waarbij het schort van de lade in streep-stippellijnen is weergegeven. In de beugels 6 zijn openingen 12 voorzien waarmee de beugels tegen bijvoorbeeld een kastwand kunnen worden vastgezet. Tussen het eerste profiel 2 en het tweede profiel 4 zijn lagermiddelen 14 opgenomen, in het bijzonder een kogellagerkooi 16, in figuur 1 schematisch 20 ingetekend, met stopblok 18. Een dergelijke opbouw van een ladegeleider is genoegzaam bekend. Het zal overigens duidelijk zijn dat ook andersoortige bevestigingsmiddelen kunnen worden toe gepast voor bevestiging van de geleiding aan een omkasting en/of een lade of dergelijke.Figure 1 shows in composition a sliding guide 1 according to the invention from a side with which it is mounted against, for example, a cupboard. This sliding guide 1 comprises a first guide profile 2 with a substantially C-shaped cross-section and a relatively large length. This first guide profile 2 is shown separately in Figure 2. A second guide profile 4 is provided with a smaller length, which is shown separately in Figure 4. Two second U-10-shaped brackets 6 are mounted on the second guide profile 4, of which the horizontal leg 7 is lower than the underside 8 of the sliding guide 1, such that an apron of a drawer can extend over the sliding guide in a known manner and can continue to move between the two vertical legs 10, 11 when the sliding guide is pulled out or retracted. Figure 7 shows this schematically in enlargement 15, the apron of the drawer being shown in dotted lines. Openings 12 are provided in the brackets 6 through which the brackets can be fixed against, for example, a wall of a cupboard. Bearing means 14 are accommodated between the first profile 2 and the second profile 4, in particular a ball bearing cage 16, schematically shown in Figure 1, with stop block 18. Such a structure of a drawer guide is sufficiently known. It will be clear, incidentally, that different types of fastening means can also be used for fixing the guide to a casing and / or a drawer or the like.

In de schuifgeleiding 1 volgens de uitvinding is nabij een eerste 25 einde 20, in de tekeningen het linker einde, hetwelk bij deze uitvoeringsvorm het voorliggende, dat wil zeggen in gemonteerde toestand buitenwaarts gerichte einde is een sluitblok 22 met intrekinrichting 24 voorzien, welke nader zijn getoond in de figuren 5 en 6. De intrekinrichting 24 omvat in het eerste geleideprofiel 2 twee verende elementen 26, welke 30 symmetrisch ten opzichte van een middellijn 28 van het eerste geleideprofiel 8 zijn opgesteld nabij genoemd voorste einde 20. De verende elementen 26 zijn bij deze uitvoeringsvorm integraal gevormd uit kunststof door bijvoorbeeld spuitgieten en omvatten elk een apex 30 en zijn vanaf de apex aan beide zijden in de richting van het tegenovergelegen verende element 26 gebogen.In the sliding guide 1 according to the invention, near a first end 20, in the drawings the left end, which in this embodiment is the front end, that is to say in the mounted state outwardly mounted, a closing block 22 with retraction device 24 is provided, which are more detailed. 5 and 6. In the first guide profile 2, the retractor 24 comprises two resilient elements 26, which are arranged symmetrically with respect to a center line 28 of the first guide profile 8 near said front end 20. The resilient elements 26 are at this embodiment is integrally formed from plastic by, for example, injection molding and each comprises an apex 30 and is bent from the apex on both sides in the direction of the opposite resilient element 26.

5 Beide verende elementen 26 hebben daardoor een vloeiend gebogen verloop. In figuur 6 is de intrekinrichting 24 in perspectivisch aanzicht weergegeven. Duidelijk is daarbij nabij een eerste einde een montage-element 32 dat op een lip 34 van het sluitblok 22 kan worden vastgezet. Tussen de apex 30 en het montage-element 32 strekt zich bij elk verend element een 10 afloop gedeelte 36 uit met een hellend verloop ten opzichte van de middellijn 28. Nabij het van het montage-element afgekeerde einde 38 is een tweetal vleugels 40 voorzien welke zich buitenwaarts uitstrekken en kunnen worden vastgezet in de kogelbaan van het eerste geleideprofïel. Daarmee kan genoemd tweede einde 38 eenvoudig worden gepositioneerd. Uiteraard 15 kan dit ook op andere wijze gebeuren, bijvoorbeeld door vastzetten van genoemd tweede einde 38 op of onder een uit het profiel gestanste lip of op andere, geschikte wijze. Eventueel kan dit tweede einde 38 ook los blijven binnen het eerste profiel 2. Tussen genoemd tweede einde 38 en de apex van elk verend element strekt zich een aanloopgedeelte 42 uit met een vloeiend 20 hellend verloop. De hellingshoek α van het afloop gedeelte 36 is gemiddeld groter dan de hellingshoek β van het aanloopgedeelte 42, om nog nader te noemen redenen. De beide verende elementen 26 zijn zodanig uitgevoerd, in zodanig materiaal dat elke apex in de richting van de middellijn 28 kan worden gedrukt, onder elastische vervorming van de verende elementen.Both spring elements 26 therefore have a smoothly curved course. Figure 6 shows the retraction device 24 in perspective view. Clearly, near a first end, there is a mounting element 32 which can be fixed on a lip 34 of the closing block 22. Between the apex 30 and the mounting element 32, at each resilient element, a run-out part 36 extends with an inclined course with respect to the center line 28. Near the end 38 remote from the mounting element, two wings 40 are provided which extend outwardly and can be secured in the trajectory of the first guide profile. With this, said second end 38 can easily be positioned. Of course, this can also be done in a different manner, for example by fixing said second end 38 on or under a lip punched out of the profile or in another suitable manner. Optionally, this second end 38 can also remain loose within the first profile 2. Between the second end 38 and the apex of each resilient element, a run-in portion 42 with a smoothly sloping course extends. The angle of inclination α of the run-out part 36 is on average larger than the angle of inclination β of the run-on part 42, for reasons to be explained later. The two resilient elements 26 are designed in such a material that each apex can be pressed in the direction of the center line 28, with elastic deformation of the resilient elements.

25 Het sluitblok 22 heeft zodanige afmetingen dat dit vanaf een voorste einde 20 in het C-vormige eerste geleideprofïel 2 kan worden geschoven. Aan de boven- en onderzijde van het sluitblok 22 zijn eerste verende nokken 44 voorzien, welke kunnen aangrijpen in openingen 46 in de boven-, respectievelijk onderzijde van het eerste geleideprofïel 2, zodanig 30 dat bij inschuiven de eerste nokken 44 elastisch worden weggedrukt en in 10 1:4 4 3 5 9 de opening 46 kunnen terugveren. In het verticale profieldeel 48 van het eerste profiel 2 is nabij het eerste einde 20 een verdere opening voorzien (niet getoond) waardoorheen een verende blokkeernok kan reiken, welke, zoals getoond in figuur 7 kan aangrijpen in een opening 52 in een zijkant 5 van een lade, waardoor snelmontage mogelijk is. Immers, door inschuiven van de schuifgeleiding onder het schort 54 zal de blokkeernok 50 aangrijpen in genoemde opening 52 en zich daardoor in lengterichting positievast blokkeren. Aan het tegenovergelegen tweede einde van het eerste profiel 2 is een uit het verticale profieldeel 48 omgezette lip 56 voorzien die in een 10 verdere opening in bijvoorbeeld de lade-achterzijde kan aangrijpen voor het verder vastzetten van het eerste profiel aan de wand van een lade.The closing block 22 has dimensions such that it can be slid from a front end 20 into the C-shaped first guide profile 2. On the top and bottom of the closing block 22, first resilient cams 44 are provided, which can engage in openings 46 in the top or bottom side of the first guide profile 2, such that when pushed in, the first cams 44 are elastically pushed away and pushed into 10 1: 4 4 3 5 9 the spring 46 can spring back. In the vertical profile part 48 of the first profile 2, a further opening (not shown) is provided near the first end 20 through which a resilient blocking cam can extend, which, as shown in Figure 7, can engage in an opening 52 in a side 5 of a drawer, which makes quick mounting possible. After all, by sliding in the sliding guide under the apron 54, the blocking cam 50 will engage in said opening 52 and thereby block itself in position-wise position. Provided at the opposite second end of the first profile 2 is a lip 56 turned over from the vertical profile part 48, which lip can engage in a further opening in, for example, the rear of the drawer for further securing the first profile to the wall of a drawer.

Het sluitblok 22 omvat steunen 23 die de ruimte opvullen tussen lade-zijkant en schort, als dikte compensatie en centrering. Daardoor wordt de nok 50 nog beter in de opening 52 gedwongen. In het vooreinde 58 van 15 het tweede profiel 4 is een uitsparing 59 voorzien, waarvan de randen 61 bij ingetrokken geleider 1 aanliggen tegen randen 63 van het sluitblok 22. Daardoor wordt een hoogte compensatie verkregen. Dit biedt het bijkomende voordeel dat bij een reeks laden opgehangen met schuifgeleidingen 1 volgens de uitvinding, de ladefronten netjes worden 20 utgelijnd.The closing block 22 comprises supports 23 which fill the space between the drawer side and the apron, as thickness compensation and centering. As a result, the cam 50 is forced into the opening 52 even better. Provided in the front end 58 of the second profile 4 is a recess 59, the edges 61 of which, when the guide 1 is retracted, abut against edges 63 of the closing block 22. A height compensation is obtained as a result. This offers the additional advantage that with a series of drawers suspended with sliding guides 1 according to the invention, the drawer fronts are neatly aligned.

Het tweede profiel 4 is nabij het voorste einde 58 voorzien van twee binnenwaarts gerichte lippen 60, welke in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld ongeveer vlak zijn en zich evenwijdig aan elkaar ongeveer haaks op het verticale wanddeel 62 van het tweede profiel 4 25 uitstrekken. De lipvormige nokken 60 zijn uit het wanddeel 62 gestanst en omgezet en hebben een hoogte die ongeveer gelijk is aan de breedte B van het tweede profiel 4. Uiteraard kunnen deze nokken 60 ook op andere wijze worden voorzien, bijvoorbeeld een ingeklikt, ingelijmd of gelast element. De afstand D tussen de nokken 60 is afgestemd op de intrekinrichting 24, in het 30 bijzonder op de positie en de vorm en afmetingen van de verende elementen dl ? (. ►· i ' 10 26. De afstand D is ten minste groter dan de dikte S2 van het eerste einde 38 van de intrekinrichting 24 , welk einde 38 een geleidefunctie kan hebben voor het eerste profiel 2, en ten minste kleiner dan de afstand Si tussen de beide apex 30. In figuur 5 zijn in het zijaanzicht de beide nokken 60 in 5 onderbroken lijnen weergegeven daar waar zij juist het aanloop gedeelte 42 raken. Duidelijk is derhalve dat de verende elementen 26 zich in de bewegingsbanen van de nokken 60 uitstrekken, althans in onvervormde toestand. Worden de nokken 60 bij inschuiven van de schuifgeleiding verder bewogen in de richting D dan zullen deze langs de aanloopgedeelten 42 10 bewegen, daarbij de verende elementen 26 naar elkaar toe vervormend, zolang tot de nokken 60 zich ter hoogte van de apex 30 bevinden, waarbij de apex 30 tot dicht bij elkaar zijn bewogen. Alsdan kunnen de lippen 60 de apex en daarmee de verende elementen 26 bovenlangs c.q. onderlangs passeren. Aangezien de verende elementen 26 daarbij elastisch zijn 15 vervormd zullen deze een buitenwaarts gerichte kracht uitoefenen op de nokken 60. Bij verder bewegen van de lippen 60 in de richting D zullen deze worden aangegrepen door de afloop gedeelten 36 van de verende elementen 26 en daarbij, als gevolg van de resultanten van de buitenwaarts gerichte kracht verder in de richting van het sluitblok 22, althans het montage-20 element 32 worden gedwongen, bijvoorbeeld tot het voorliggende einde 58 van het tweede profiel 4 een aanlooprand 64 van het sluitblok 22 raakt. De afstand X tussen het voorliggende einde 58 van het tweede profiel en de daarvan afgekeerde zijde van de nokken 60 is bij voorkeur zodanig gekozen dat de verende elementen 26 niet of slechts zeer gering zijn vervormd 25 wanneer de schuifgeleiding in de in figuur 1 volledig ingetrokken stand is gebracht. Hierdoor wordt vermoeiing van de verende elementen 26 verhinderd. Wel wordt daarbij de schuifgeleiding 1 in de ingetrokken stand geblokkeerd, waardoor bijvoorbeeld de lade opgehangen aan deze schuifgeleiding gesloten wordt gehouden.The second profile 4 is provided near the front end 58 with two inwardly directed lips 60, which in the embodiment shown are approximately flat and extend parallel to each other approximately perpendicular to the vertical wall part 62 of the second profile 4. The lip-shaped cams 60 are punched and turned out of the wall part 62 and have a height that is approximately equal to the width B of the second profile 4. Of course, these cams 60 can also be provided in a different manner, for instance a snap-in, glued-in or welded element . The distance D between the cams 60 is adjusted to the retractor 24, in particular to the position and shape and dimensions of the resilient elements d1? 26. The distance D is at least greater than the thickness S2 of the first end 38 of the retractor 24, which end 38 can have a guiding function for the first profile 2, and at least smaller than the distance Si between the two apex 30. In Figure 5, the two cams 60 are shown in broken lines in the side view where they just touch the run-in part 42. It is therefore clear that the resilient elements 26 extend in the pathways of the cams 60 If the cams 60 are moved further in the direction D when the sliding guide is pushed in, they will move along the run-on parts 42, thereby deforming the resilient elements 26 towards each other, until the cams 60 are at the height of the apex 30, the apex 30 being moved close to each other, then the lips 60 can pass the apex and thus the resilient elements 26 at the top or at the bottom. 26 are elastically deformed thereby they will exert an outwardly directed force on the cams 60. When the lips 60 move further in the direction D, they will be engaged by the run-off portions 36 of the resilient elements 26 and thereby, as a result of the resultants of the outwardly directed force are further forced in the direction of the closing block 22, at least the mounting element 32, for example, until the leading end 58 of the second profile 4 touches a leading edge 64 of the closing block 22. The distance X between the front end 58 of the second profile and the side of the cams 60 remote from it is preferably chosen such that the resilient elements 26 are not distorted or only very slightly distorted when the sliding guide in the position fully retracted in Figure 1 has been brought. This prevents fatigue of the resilient elements 26. However, the sliding guide 1 is blocked in the retracted position, as a result of which, for example, the drawer suspended from this sliding guide is kept closed.

1111

Bij uittrekken van de schuifgeleiding worden de nokken 60 in de tegengestelde richting bewogen, langs de afloopgedeelten 36, daarbij de verende elementen wederom elastisch vervormend naar een meer vlakke vorm, totdat de nokken 60 de apex 30 passeren, waarna verder uittrekken 5 van de schuifgeleiding eenvoudig mogelijk is, over het eerste stuk ondersteund door de terugverende verende elementen 26, welke de lippen 60 als gevolg van de resultante kracht licht in de uitgeschoven stand zullen dwingen. Vanaf de in figuur 5 getoonde stand van de nokken 60 oefenen zij geen kracht meer uit op de verende elementen welke daardoor in 10 ontspannen toestand blijven staan.When the sliding guide is pulled out, the cams 60 are moved in the opposite direction, along the drain portions 36, thereby resiliently reshaping the resilient elements to a more flat shape, until the cams 60 pass the apex 30, after which further pulling out of the sliding guide is simple. is possible, supported over the first part by the resilient spring elements 26, which, as a result of the resultant force, will force the lips 60 slightly into the extended position. From the position of the cams 60 shown in Figure 5, they no longer exert any force on the resilient elements, which thereby remain in a relaxed state.

Als gevolg van het verschil in hellingshoek α, β van het afloop gedeelte 36 respectievelijk aanloopgedeelte 42 wordt het voordeel bereikt dat de resultante van de kracht uitgeoefend door het afloop gedeelte op de nokken 60 groter zal zijn (in de richting van het sluitblok 22) dan de 15 kracht uitgeoefend door het aanloopgedeelte 42 op de nokken 60 (in de van -het sluitblok afgekeerde richting). Bij inschuiven van de lade zullen de nokken derhalve eenvoudig tot aan de apex 30 kunnen worden gedrukt met relatief weinig kracht, waarna een sterke verder intrekkende kracht zal worden verkregen als gevolg van de resultante van de kracht uitgeoefend op 20 de nokken 60 door de afloopgedeelten 36. Bij uittrekken van de schuifgeleiding treedt het tegenovergestelde effect op.As a result of the difference in angle of inclination α, β of the bleed portion 36 and run-on portion 42, the advantage is achieved that the resultant of the force exerted by the bleed portion on the cams 60 will be greater (in the direction of the closing block 22) than the force exerted by the run-on portion 42 on the cams 60 (in the direction away from the closing block). Upon retracting the drawer, the cams will therefore be able to be pressed simply up to the apex 30 with relatively little force, whereafter a strong further retracting force will be obtained as a result of the resultant of the force exerted on the cams 60 through the bleed portions 36 The opposite effect occurs when the sliding guide is pulled out.

De hellingshoek α is bij voorkeur niet te groot gekozen, bijvoorbeeld minder dan 30°, meer in het bijzonder tussen 5 en 15°, bijvoorbeeld ongeveer 10°, waardoor de intrekkracht niet ongewenst groot wordt, terwijl 25 bovendien de kracht nodig voor het uittrekken van de schuifgeleiding 1 niet ongewenst groot is. Uiteraard kunnen deze hellingshoeken vrij worden gekozen, afhankelijk van de gebruikte materialen, de afmetingen van schuifgeleidingen, de te dragen lade of dergelijke elementen en dergelijke. Bovendien kunnen deze afhankelijk zijn of worden gekozen van bijvoorbeeld 12 een gewenste lengte van de verende elementen, gezien in de lengterichting van de schuifgeleiding.The angle of inclination α is preferably not chosen too large, for instance less than 30 °, more in particular between 5 and 15 °, for example approximately 10 °, whereby the retraction force does not become undesirably large, while moreover the force required for pulling out the sliding guide 1 is not undesirably large. Of course, these inclination angles can be freely selected, depending on the materials used, the dimensions of sliding guides, the drawer to be supported or the like elements and the like. Moreover, they may depend on or be selected from, for example, a desired length of the resilient elements, viewed in the longitudinal direction of the sliding guide.

Een schuifgeleiding 1 volgens de uitvinding kan eenvoudig worden op gebouwd. Het eerste geleideprofiel 2, dat nabij het achterste einde 66 is 5 voorzien van een binnenwaarts omgezette lip 68 kan volledig gereed worden vervaardigd, evenals het tweede geleideprofiel 4. Het tweede geleideprofiel 4 kan, tezamen met de lagermiddelen 14, in het eerste geleideprofiel 2 worden geschoven, vanaf het voorste einde 20. Nadere behandeling van de profielen en/of de lagermiddelen is niet nodig. Vervolgens wordt, indien tweedelige 10 intrekmiddelen worden gebruikt, de intrekinrichting 24 met het montage-element 32 over de lip 34 geschoven en wordt vervolgens vanaf genoemd eerste einde 20 in het eerste geleideprofiel 2 geschoven totdat de eerste nokken 44 aangrijpen in de openingen 46. Daarbij worden de vleugels 40 in de kogelbanen 70 geleid. Hiermee is snel en eenvoudig een schuifgeleiding 1 15 volgens de uitvinding verkregen.A sliding guide 1 according to the invention can easily be built on. The first guide profile 2, which is provided with an inwardly turned lip 68 near the rear end 66, can be manufactured completely ready, just like the second guide profile 4. The second guide profile 4, together with the bearing means 14, can be inserted into the first guide profile 2. shifted, from the front end 20. Further treatment of the profiles and / or the bearing means is not necessary. Subsequently, if two-part retraction means are used, the retraction device 24 with the mounting element 32 is slid over the lip 34 and is then pushed from said first end 20 into the first guide profile 2 until the first cams 44 engage in the openings 46. the wings 40 are guided in the ball tracks 70. A sliding guide 1 according to the invention is hereby obtained quickly and easily.

Het zal duidelijk zijn dat een intrekinrichting 24 eenvoudig met een sluitblok 22 kan worden geïntegreerd tot één onderdeel, hetwelk bijvoorbeeld eenvoudig kan worden vervaardigd door spuitgieten uit kunststof. Hiermee wordt een extra montagehandeling uitgespaard.It will be clear that a retracting device 24 can easily be integrated with a closing block 22 into one component, which can for instance be easily manufactured by injection molding from plastic. This saves an additional assembly operation.

20 Voordeel van tweedelige vervaardiging kan zijn dat sluitblokken ook zonder intrekinrichtingen kunnen worden toegepast, terwijl een intrekinrichting 24 volgens de uitvinding ook op andere wijze kan worden gemonteerd, bijvoorbeeld op een lip gestanst uit het profiel 2, waarover het montage-element 32 eenvoudig kan worden geschoven. Een ander voordeel van 25 tweedelige vervaardiging is dat voor de intrekinrichting 24, in het bijzonder de verende elementen 26 een ander materiaal kan worden gebruikt dan voor het sluitblok 22. Bijvoorbeeld kunnen metalen plaatveren worden toegepast.The advantage of two-part manufacture can be that locking blocks can also be used without retracting devices, while a retracting device 24 according to the invention can also be mounted in a different way, for instance on a lip punched out of the profile 2, over which the mounting element 32 can be easily fitted. pushed. Another advantage of two-part manufacture is that a different material can be used for the retracting device 24, in particular the resilient elements 26, than for the closing block 22. For example, metal plate springs can be used.

In een alternatieve, niet getoonde uitvoeringsvorm is slechts één verend element voorzien, waarbij bovendien kan worden volstaan met 30 slechts één nok. Gebruik van twee verende elementen, symmetrisch 101 95;ï 5 13 opgesteld zoals getoond in de tekening heeft evenwel het voordeel dat dit zowel in een linker als rechter schuifgeleiding toepasbaar is en dat daarop optredende krachten symmetrisch verdeeld worden.In an alternative embodiment, not shown, only one resilient element is provided, wherein moreover only one cam is sufficient. However, the use of two resilient elements arranged symmetrically as shown in the drawing has the advantage that this can be used in both a left and right sliding guide and that forces occurring thereon are symmetrically distributed.

In fig. 8 is in bovenaanzicht een einde 20 van een schuifgeleiding 1 getoond, 5 gedeeltelijk in doorsnede. Hierbij is een intrekinrichting 24 voorzien met een verend element 26 dat rust tegen het verticale wanddeel 48 van het eerste profiel 2 en met een montageblok 22 is vastgezet. Het verende element 26 heeft wederom een apex 30 met daarop aansluitend aan- en afloopgedeelten 36, 42. Het tweede profiel 4 omvat één naar binnen 10 omgezette nok 60 die over het verende element 26 kan lopen, onder vervorming daarvan, voor het verkrijgen van de gewenste intrekkracht. Dit is een eenvoudige, robuuste uitvoeringsvorm.Fig. 8 shows in top view an end 20 of a sliding guide 1, partly in section. A retracting device 24 is herein provided with a resilient element 26 which rests against the vertical wall part 48 of the first profile 2 and is fixed with a mounting block 22. The resilient element 26 again has an apex 30 with adjoining end and end sections 36, 42. The second profile 4 comprises one cam 60 which is turned inwardly and which can run over the resilient element 26 for deformation thereof. desired retraction force. This is a simple, robust embodiment.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en tekeningen getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn 15 mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.The invention is in no way limited to the exemplary embodiments shown in the description and drawings. Many variations thereof are possible within the scope of the invention as defined by the claims.

Zo kan het of elk verend element 26 uiteraard op andere wijze worden uitgevoerd dan de stripvormige uitvoering zoals getoond in de tekening. Bijvoorbeeld kunnen de verende elementen 26 worden vervaardigd uit een samendrukbaar materiaal, bijvoorbeeld een zacht 20 kunststof of rubber blok met bijvoorbeeld een vorm als bepaald door de beide verende elementen als getoond in figuur 5, welk element al dan niet massief kan worden uitgevoerd. Voorts kunnen de vereende elementen 26 op andere posities worden aangebracht, bijvoorbeeld nabij de kogelbanen. Daarbij kunnen eventueel de apex naar de middellijn 28 van het betreffende 25 profiel zijn gekeerd. Uiteraard zullen de nokken 60 op bijpassende posities moeten worden geplaatst. Ook kan een intrekinrichting volgens de uitvinding worden geplaatst nabij een achtereinde van het tweede profiel, dat wil zeggen het profiel dat positievast is geplaatst, waarbij de nokken op geschikte positie op het eerste profiel dienen te zijn geplaatst. Ook kan nabij 30 beide einden een intrekinrichting worden voorzien, zodanig dat de 14 schuifgeleiding actief in zowel een volledig ingetrokken stand als in een volledig uitgeschoven stand wordt getrokken wordt vastgezet.For example, the or each resilient element 26 can of course be designed in a different manner than the strip-shaped embodiment as shown in the drawing. The resilient elements 26 can for instance be manufactured from a compressible material, for instance a soft plastic or rubber block with for instance a shape as determined by the two resilient elements as shown in figure 5, which element may or may not be solid. Furthermore, the united elements 26 can be arranged at other positions, for example near the ball tracks. In this case the apex can optionally be turned towards the center line 28 of the relevant profile. Naturally, the cams 60 will have to be placed at matching positions. A retracting device according to the invention can also be placed near a rear end of the second profile, that is to say the profile which is fixed in position, wherein the cams must be placed at a suitable position on the first profile. A retracting device can also be provided near both ends, such that the sliding guide is actively pulled into both a fully retracted position and a fully extended position.

Bij een inrichting volgens de uitvinding zijn steeds geleideprofielen toegepast met in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsneden. Evenwel kunnen 5 uiteraard ook andersoortige profielen worden toegepast, evenals andere lagermiddelen.In a device according to the invention, guide profiles are always used with substantially C-shaped cross sections. However, other types of profiles can of course also be used, as well as other bearing means.

Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.These and many comparable variations are understood to fall within the scope of the invention as set forth in the claims.

1010

Claims

1. Sliding guide, comprising at least a first and a second elongate profile which is slidable relative to it in longitudinal direction with bearing means accommodated therebetween, wherein near one end of the sliding guide retracting means are included for biasing them in a retracted state, which retracting means are at least comprise one curved, resilient element which is connected to the first profile and extends in the path of movement of a cam on the second profile, wherein the resilient element comprises at least one apex and wherein the resilient element is designed such that in a retraction direction passing said apex through said cam the resilient element is at least partially pushed away from said path of movement, with elastic deformation, after which when resilient said resilient element after the cam has passed the apex the cam and thus the second profile with respect to the first profile further in the retraction direction w is forced and brought into a withdrawn position.

2. Sliding guide as claimed in claim 1, wherein the resilient element comprises a run-on part on a first side of said at least one apex and a run-out part on the opposite side, designed such that upon movement of the second profile in the pull-in direction the cam runs along the run-in part moves and thereby pushes the resilient element away, while after passing the apex the cam runs down the run-out part and is displaced by the resilient element.

3. Sliding guide according to claim 2, wherein the run-in part and the run-out part are inclined with respect to the longitudinal direction of the two profiles, wherein the angle of inclination of the run-in part is at least on average smaller than the angle of inclination of the run-out part. O 'v' r '3 f1'

A sliding guide according to claim 2 or 3, wherein the resilient element is fixed near the end of the bleed portion remote from the apex.

Sliding guide according to claim 5, wherein the resilient element 5 is furthermore fixed near the end of the run-in part remote from the apex.

6. Sliding guide as claimed in any of the foregoing claims, wherein two resilient elements are provided, as well as two cams, the resilient elements being approximately uniform and arranged mirrored with respect to a central surface.

A sliding guide according to any one of the preceding claims, wherein the or each resilient element has a smoothly curved course.

A sliding guide according to any one of the preceding claims, wherein the or each resilient element has a shape as shown in the figures.

9. Sliding guide according to any one of the preceding claims, wherein the or each resilient element is substantially included between the profiles when the guide is retracted.

10. Sliding guide as claimed in any of the foregoing claims, wherein the or each resilient element is mounted on or integrated with a closing block on at least one of the profiles, such that after coupling of at least the first and second profile and the bearing means the closing block with the or each resilient element can be placed for confining at least the bearing means between the two profiles and limiting the possibility of movement of the two profiles relative to each other.

11. Sliding guide as claimed in claim 10, wherein the closing block is provided with at least one resilient blocking cam extending outwardly at right angles to the direction of draw-in of the drawer guide which, upon mounting, can engage an opening in a side of the profile in which the closing block is mounted, for locking the position block of the locking block. Γ'1

12. Sliding guide as claimed in any of the foregoing claims, wherein the or each resilient element is mounted on or integrated with a closing block on one of the profiles, the closing block being provided with a resilient locking cam which, when the closing block is mounted, extends through an opening in the profile 5 in which the closing block is mounted, such that this resilient cam can engage into an opening in a drawer in which or on which the sliding guide is mounted for position-proof mounting of the sliding guide, at least of the relevant profile on or to said drawer.

13. Sliding guide according to claim 10 or 11 and 12, wherein the or each blocking cam and the or each retaining cam are provided on the closing block, preferably on different surfaces thereof.

A sliding guide according to any one of the preceding claims, wherein the or each resilient element is made of plastic.

15. Locking block with at least one resilient element mounted thereon or integrated therewith, comprising at least one apex, for use with a sliding guide according to any one of the preceding claims, wherein preferably the closing block and the or each resilient element are manufactured from plastic, in in particular by integral injection molding.

16. Method for mounting a sliding guide, wherein in a first guide profile provided with a stop near a first end, bearing means and a second guide profile are slid from the second end, in the direction of the stop, such that the bearing means and the second guide profile cannot pass the stop, after which a closing block is attached in the second end with at least one resilient element that is slid between the two guide profiles, said resilient element being or being provided with an apex which is positioned in the path of movement of a cam on the second guide profile, such that when the second profile moves in the direction of the closing block, the cam pushes the resilient element away until said cam passes said apex, whereafter the resilient element springs back and thereby the cam and thus the second guide profile further in the direction of the closing block, into a retracted position.