NL1019404C1 - Inrichting voor het verwijderen van bladeren, naalden en doornen van langstelige gewassen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het verwijderen van bladeren, naalden en doornen van langstelige gewassen.

BESCHRIJVING

5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwijderen van bladeren, naalden en doornen van langstelige gewassen, omvattende twee borstel 1ichamen, waarbij elk borstel lichaam is voorzien van een boring voor plaatsing op een roteerbaar aandrijfbare as alsmede een eerste en tweede kopse zijde en een mantel oppervlak bezit, waarop 10 uitstekende filamenten zijn aangebracht.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage nr. 94/00077, waarbij de filamenten in vijf tot tien rijen en bij voorkeur in acht rijen op het mantel oppervlak zijn aangebracht. De twee roteerbare aandrijfassen zijn bij voorkeur vlak 15 boven of naast elkaar geplaatst, waarbij de assen op een bekende wijze worden aangedreven, zodanig dat de assen en derhalve de borstellichamen tegengesteld aan elkaar roteren. Tussen de borstell ichamen wordt aldus een schrapende c.q. afschuivend gebied gecreëerd. Door nu door dit gebied de langstelige gewassen, zoals (snij)bloemen en/of planten te voeren, 20 worden bladeren, naalden en doornen van de stelen geveegd. Het beoogde effect is dat de stelen zo weinig mogelijk beschadigingen oplopen, maar wel vrij zijn van blad, naald en of doornen.

De inrichting volgens bovengenoemde aanhef vereist voor elk langstelig gewas een aparte afstelling voor het optimaal "ontbladeren". 25 Bovendien dient de hardheid van de filamenten van het gebruikte borstel lichaam gekozen te worden voor het te "ontbladeren" langstelige gewas, zulks om onder andere onnodige beschadiging aan de stelen te voorkomen. Zachte filamenten worden gebruikt voor het ontbladeren van tere bloemen, zoals anjers, chrysanten en kasrozen, terwijl hardere 30 filamenten met name gebruikt worden voor het ontdoornen van zware kasrozen en buitenrozen.

2

Een bekend nadeel bij de bekende inrichting is dat veelvuldig slijtage aan de filamenten optreedt door frictie en wrijving langs de stelen, bladeren, naalden en doornen, waardoor de borstel-lichamen in zijn geheel dienen te worden vervangen door nieuwe. Het is 5 met de huidige bekende borstel lichamen niet mogelijk de werkelijk versleten filamenten te vervangen, zodat men genoodzaakt is de gehele borstel te vervangen, ook al zijn meer dan de helft van de filamenten nog intact en derhalve goed bruikbaar. Daarnaast is het niet mogelijk om de rijen filamenten meerdere hardheden te monteren terwijl men uit ervaring 10 weet dat de eerste pennen aan de inloopzijde de hoogste slijtage oplopen.

De uitvinding beoogt een inrichting volgens de bovengenoemde aanhef te verschaffen, welke bovengenoemde bezwaren niet bezit, doch enerzijds eenvoudig te onderhouden is en bovendien eenvoudig om te stellen is naar een ander langstelig gewas. Hiertoe wordt de inrichting 15 gekenmerkt, doordat het roteerbare borstel lichaam is samengesteld uit tenminste één schijf, waarbij langs de omtrek op het mantel oppervlak slechts één rij, bestaande uit twee of meer filamenten zijn aangebracht. Zodoende is het niet alleen mogelijk om het borstel 1 ichaam tot een willekeurige lengte te construeren, bovendien is het zo eenvoudig 20 mogelijk om eventuele beschadigde filamenten te vervangen door de gehele schijf uit de inrichting te nemen en te vervangen voor een andere schijf. Derhalve kunnen andere schijven met onbeschadigde filamenten, waaruit het borstel lichaam is opgebouwd in de inrichting achterblijven. Een en ander resulteert niet alleen in een goedkopere constructie, doch ook in een 25 inrichting waarvan het borstel lichaam minder onderhoud vereist.

Meer in het bijzonder kunnen de filamenten gelijkmatig verdeeld om de omtrek van het mantel oppervlak zijn aangebracht.

Teneinde het uit meerdere schijven samenstellen van het borstel lichaam aanzienlijk te vereenvoudigen doch ook om een stevige 30 onderling verband te verkrijgen, is de schijf voorzien van middelen, welke een rotatie ten opzichte van de aandrijfas en/of verdere schijven 3 voorkomen. Daarbij kunnen de middelen samenwerken met overeenkomstige middelen aangebracht op een verdere, op de aandrijfas geplaatste, schijf.

Daarbij zijn de middelen op één of beide kopse zijden van de schijf of op het mantel oppervlak van de schijf of aan het 5 binnenoppervlak van de boring van de schijf aangebracht.

Bij specifieke uitvoersvorm waarmee het eenvoudig is om de verschillende schijven tot een borstel lichaam samen te stellen, wordt de inrichting overeenkomstig de uitvinding gekenmerkt, doordat de middelen uit tenminste één pen-gatverbinding bestaan, waarbij tenminste één pen 10 aangebracht op een kopse zijde van de schijf opneembaar is in tenminste één overeenkomende opening aangebracht in een kopse zijde van een verdere schijf. Door nu een schijf met filamenten met een grotere hardheid zodanig in het borstel 1ichaam op te nemen, waar de grootste slijtage tijdens bedrijf kan worden verwacht, wordt zodoende niet alleen de 15 levensduur van het samengestelde borstellichaam verlengd, maar bovendien is vervanging van een eventueel versleten schijf eenvoudiger uit te voeren, terwijl de overige schijven nog in de inrichting aanwezig blijven.

Daarnaast kunnen bij een andere uitvoeringsvorm de middelen 20 bestaan uit een spiebaanverbinding, zowel aangebracht aan het binnenoppervlak van de opening en op de aandrijfas.

Voor een meer vereenvoudigde montage van meerdere schijven op de aandrijfas voor het samenstellen van een borstellichaam kunnen de middelen onderling samenwerken, ongeacht de positie en de oriëntatie van 25 de filamenten van de verschillende schijven.

Teneinde te voorkomen dat de verschillende schijven tijdens bedrijf door plantenresten en plantensappen verontreinigd en aangetast raken, waardoor een eventueel vastzitten van het borstellichaam wordt voorkomen, is het materiaal van de schijf ter plaatse waar de schijf op 30 de aandrijfas is geplaatst vervaardigd van een corrosie-werend materiaal.

Meer in het bijzonder kan hiervoor de schijf geheel uit 4 kunststof zijn vervaardigd.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een schijf voor toepassing in een inrichting voor het verwijderen van bladeren, naalden en doornen van langstelige gewassen volgens de uitvinding.

5 De uitvinding zal nu aan de hand van een tekening nader worden toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont in: figuren la-lc een inrichting volgens stand van de techniek; figuren 2a-2b een uitvoeringsvorm van een uit schijven samengesteld borstel lichaam voor toepassing in een inrichting volgens de 10 uitvinding; figuren 3a-3c verschillende uitvoeringsvormen van een schijf overeenkomstig de uitvinding; figuur 4 een andere uitvoeringsvorm van een samengesteld borstel lichaam volgens de uitvinding.

15 In de figuren la-lc wordt een borstel 1 ichaam c.q. een inrichting voor het verwijderen van bladeren, naalden en doornen gebruikmakend van een dergelijk borstel 1ichaam volgens de stand van techniek getoond. Voor de eenvoud en helderheid zijn hierbij de overeenkomende onderdelen met hetzelfde referentiecijfer aangeduid.

20 In figuur la wordt een borstel 1ichaam 1 getoond dat geplaatst is op een aandrijfas 2. Het borstellichaam bezit een cilinder deel 4, waarop rijen 3 (in dit voorbeeld acht rijen) van filamenten 5 zijn geplaatst. De rijen 3 bezitten elk dertien filamenten, welke veelal van een rubber of rubberachtig materiaal zijn vervaardigd.

25 De figuren lb en lc tonen respectievelijk een zij-aanzicht en een doorsnede van deze inrichting voor het verwijderen van bladeren, naalden en doornen van langstelige gewassen bestaande uit een tweetal boven elkaar geplaatste roteerbaar aandrijfbare assen 2a en 2b, waarbij elke as 2a-2b voorzien is van een borstellichaam 1, zoals getoond in de 30 figuur la. De as 2a wordt door niet weergegeven aandrijfmiddelen 6 roteerbaar aangedreven, waarbij via een tandwieloverbrenging 7 bestaande 5 uit een tweetal in elkaar grijpende tandwielen 7a en 7b de as 2b in tegengestelde richting wordt aangedreven.

In de figuren 2a en 2b wordt een uitvoeringsvorm getoond van een borstel lichaam overeenkomstig de uitvinding, welk borstel lichaam 5 is samengesteld uit meerdere schijven 4a-4m, welke naast elkaar op de aandrijfas 2 zijn gemonteerd en zo een samengesteld borstellichaam 1 vormen. Deze constructie verschaft een aanzienlijke vereenvoudiging in het onderhoud en omstellen van de ontbladerinrichting, bijvoorbeeld als gevolg van slijtage aan de filamenten 5 of ten behoeve van een 10 noodzakelijke omstel ling voor het bewerken van een ander langstelig gewas.

In plaats van bij de reeds bekende borstel lichamen waarbij het gehele borstel lichaam dient te worden vervangen, kan bij slijtage aan de filamenten van bijvoorbeeld de schijf 4g, de schijven 4a-4g eenvoudig 15 van de aandrijfas 2 afgenomen worden, waarna de versleten schijf 4g wordt vervangen door een andere schijf 4g', waarna de oorspronkelijke schijven 4a-4f weer teruggeplaatst worden op de aandrijfas 2.

Veelal worden de schijven 4a-4m ieder afzonderlijk met behulp van reeds bekende bevestigingsmiddelen, zoals schroeven en/of 20 axiaal werkende klemmen op de as 2 bevestigd. Anderzijds kan elke schijf zijn voorzien van middelen, welke een rotatie ten opzichte van de aandrijfas 2 en/of verdere schijven voorkomen. Meer in het bijzonder kunnen de afzonderlijke schijven 4a-4m voorzien zijn van middelen, welke tijdens de montage op de aandrijfas 2 samenwerken met overeenkomstige 25 middelen aangebracht van een direct ernaast gemonteerde verdere schijf.

Een uitvoeringsconstructie van deze samenwerkingsmiddelen, waardoor de afzonderlijke schijven tot één geheel kunnen worden geformeerd (hetgeen een onderlinge fixatie van de schijven verschaft) en onderlinge verdraaiing onderling en ten opzichte van de aandrijfas 30 voorkomt wordt getoond in de figuur 3a.

Deze figuur toont een schijf 4 met een opening 13 voor 6 opname van de aandrijfas 2 (niet getoond) en een uitwendig mantel oppervlak 11a en een inwendig mantel oppervlak 11b. Voorts bezit de schijf een eerste kopse zijde 14a en een tweede kopse zijde 14b. Tijdens het samenstellen van het borstel 1ichaam overeenkomstig de uitvinding 5 worden de afzonderlijke schijven 4 over de aandrijfas 2 geschoven, waarbij de kopse zijde 14a aan komt liggen tegen de kopse zijde 14b van een naastgelegen schijf enz. enz.

Op het uitwendige mantel oppervlak 11a zijn bij deze uitvoeringsvorm vier filamenten 5 gelijk over de omtrek verdeeld. De vier 10 filamenten maken derhalve een hoek van 90° ten opzichte van elkaar, terwijl in de figuur 3b een uitvoeringsvorm van een schijf wordt vertoond voorzien van drie filamenten 5, welke elk afzonderlijk een hoek van 120° insluiten.

Teneinde de schijven bij montage op de aandrijfas 2 ten 15 opzichte van elkaar te fixeren zijn aan de kopse zijden 14a respectievelijk 14b van elke schijf middelen aangebracht, welke met overeenkomende middelen aangebracht op de kopse zijde van een direct naastgelegen schijf samenwerken. Bij de uitvoeringsvorm in de figuur 3a bestaan deze middelen uit een pen-gatverbinding 8a-8b, 9a-9b, bestaande 20 uit twee of meer pennen 8a, 8b welke bij plaatsing op de aandrijfas 2 (zie figuur 2) kunnen reiken in overeenkomende openingen 9a-9b aangebracht in een kopse zijde van de nabij gelegen schijf. Het aantal pennen 8a-8b respectievelijk het aantal openingen 9a-9b kan willekeurig gekozen worden. Bij deze uitvoeringsvorm worden twee gaten 25 respectievelijk twee openingen toegepast, echter teneinde een betere fixatie te verkrijgen kunnen ook drie of meer pennen respectievelijk drie of meer openingen worden toegepast.

De uitvoeringsvorm in figuur 3b is analoog aan het getoonde in de figuur 3a op beide kopse zijden 14a respectievelijk 14b voorzien 30 van pennen 8a-8b en openingen 9a-9b.

In de figuur 3c wordt een andere uitvoeringsvorm getoond 7 van de schijf 4 overeenkomstig de uitvinding, waarbij de fixatie van de schijven 4 ten opzichte van de rotatie-as niet door middel van bekende radiale schroeven wordt bewerkstelligd, maar door middel van een vertanding of spiebaan-constructie. Hiertoe zijn bij deze uitvoeringsvorm 5 op het inwendige mantel oppervlak 11b van de schijf 4 drie uitstekende en in langsrichting verlopende randen 10a-10c aangebracht, welke bij plaatsing op de aandrijfas 2 (door schuiven) reiken in overeenkomende groefbanen 12a-12c, welke zich over de volledige lengte-as van de aandrijfas 2 uitstrekken. Zodoende wordt de schijf 4 ten opzichte van de 10 as 2 in rotatie-richting gefixeerd, terwijl voorts de schijven 4 nog onderling door middel van de in de figuur 3a en 3b getoonde pen-gat verbindingen met elkaar worden verbonden.

Anderzijds kan de schijfopening 13 aan zijn mantel oppervlak 11b zijn voorzien van groeven, welke de rotatie-gefixeerde montage in, op 15 de aandrijfas aangebrachte uitstekende randen mogelijk maakt.

In de figuur 4 wordt nog een borstel lichaam overeenkomstig de uitvinding getoond, welk is samengesteld uit een groot aantal afzonderlijke schijven 4a-4t, welke hierbij in versprongen oriëntatie ten opzichte van elkaar op de aandrijfas 2 zijn aangebracht. Deze onderlinge 20 versprongen oriëntatie tussen opeenvolgende schijven 4a, 4b, 4c enz. enz.

kan eenvoudig worden bewerkstelligd door middel van de vertanding of spiebaanconstructie zoals getoond in figuur 3c, waar in deze uitvoeringsvorm drie vertandingen 10a-10c zijn geopenbaard. Het zal echter duidelijk zijn dat ook meer of minder vertandingen kunnen worden aangebracht op het 25 binnenmanteloppervlak 11b van de schijf 4, welke vertandingen samen kunnen werken met een overeenkomend aantal spiebanen aangebracht in het mantel oppervlak 2c van de aandrijfas 2.

Afhankelijk van het aantal toegepaste spiebanen dan wel het aantal pen-gatverbindingen zoals getoond in de figuren 3a en 3b kan een 30 getrapte onderlinge oriëntatie van de verschillende schijven 4 worden bewerkstelligd.

* 8

Bij voorkeur kunnen de uit meerdere filamenten 5a samengestelde rijen 3 een verschillende hardheid bezitten afhankelijk van het te bewerken langstelige gewas. Zo kunnen op plaatsen waar slijtage het meest voorkomt filamenten 5 met een hogere hardheid worden toegepast 5 dan op plaatsen waar slijtage minder snel optreedt. Zodoende kan een borstellichaam worden verkregen, welke volledig vrij door de gebruiker kan worden samengesteld. Niet alleen kunnen zo beschadigde of versleten schijven 4 eenvoudig worden vervangen, bovendien is het omstellen naar een ander soort langste!ig gewas zeer snel en eenvoudig uit te voeren.

10 Teneinde eventuele corrosie van de schijven 4a-4t en de as 2 te voorkomen als gevolg van verontreinigingen en corrosieve plantensappen kan het inwendige mantel oppervlak 11b van elke schijf 4 zijn voorzien van een corrosie-werend materiaal 20 bijvoorbeeld een kunststof. Eventueel kan de gehele schijf 4 inclusief de filamenten 5 van 15 een kunststof zijn vervaardigd, welke de algehele constructie niet alleen bijzonder licht, maakt maar bovendien goedkoop en eenvoudig te construeren.

Λ» {Γ - , i t f · ' 1 . i • -·' V - *

Claims (13)

1. Inrichting voor het verwijderen van bladeren, naalden en doornen van langstelige gewassen, omvattende twee borstel lichamen, 5 waarbij elk borstel 1ichaam is voorzien van een boring voor plaatsing op een roteerbaar aandrijfbare as alsmede een eerste en tweede kopse zijde en een mantel oppervlak bezit, waarop uitstekende filamenten zijn aangebracht, met het kenmerk, dat het borstel!ichaam is samengesteld uit tenminste één schijf, waarbij langs de omtrek op het mantel oppervlak 10 slechts één rij, bestaande uit twee of meer filamenten zijn aangebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de filamenten gelijkmatig verdeeld om de omtrek van het mantel oppervlak zijn aangebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 15 de schijf is voorzien van middelen, welke een rotatie ten opzichte van de aandrijfas en/of verdere schijven voorkomen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de middelen samenwerken met overeenkomstige middelen aangebracht op een verdere, op de aandrijfas geplaatste, schijf. 20 5.. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de middelen op één of beide kopse zijden van de schijf zijn aangebracht.

6. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de middelen op het mantel oppervlak van de schijf zijn aangebracht.

7. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat 25 de middelen op aan het binnenoppervlak van de boring van de schijf zijn aangebracht.

8. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de middelen bestaan uit een pen-gat-verbinding, waarbij tenminste één pen aangebracht op een kopse zijde van de schijf opneembaar is in een 30 overeenkomende opening aangebracht in een kopse zijde van een verdere schijf.

9. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 7, met het kenmerk, dat de middelen bestaan uit een spiebaanverbinding, zowel aangebracht aan het binnenoppervlak van de opening en op de aandrijfas.

10. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 3-9, met 5 het kenmerk, dat ongeacht de positie en oriëntatie van de filamenten van de verschillende schijven, de middelen onderling kunnen samenwerken.

11. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de aandrijfas twee of meer schijven zijn geplaatst, waarvan de filamenten een verschillende hardheid 10 bezitten.

12. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ter plaatse waar de schijf op de aandrijfas is geplaatst het materiaal van de schijf een corrosie-werend materi aal i s.

13. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schijf geheel uit kunststof is vervaardigd.

14. Schijf voor toepassing in een inrichting voor het verwijderen van bladeren, naalden en doornen van langstelige gewassen 20 volgens één of meer van de voorgaande conclusies.