NL1019329C2 - Manier voor het transporteren van Fischer-Tropsch-producten. - Google Patents

Description

Γ

Manier voor het transporteren van Fischer-Tropsch-producten

Deze uitvinding betreft in het algemeen het gebied van de Fischer-Tropsch-syn-these en meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een efficiënte en veili-5 ge manier voor het transporteren van producten uit de Fischer-Tropsch-synthese.

Ruwe olie is een mengsel van koolwaterstoffen als het nit de bodem komt. Ge-woonJijk wordt het mengsel gescheiden in ten minste drie fracties, een gasftactie, een tussenfractie en een ruwe-olie-fractie, waarbij er enige mate van overlap tussen de fracties is. De gasfractie omvat in hoofdzaak C1-3 koolwaterstoffen, de ruwe-olie-fractie 10 omvat C4+ koolwaterstoffen en de tussenfractie omvat in hoofdzaak C).s koolwaterstoffen.

Ruwe olie wordt vaak verkregen op een plaats ververwijderd van waar deze uiteindelijk wordt omgezet in destillaatbrandstofsamenstellingen en andere producten, en wordt getransporteerd naar commerciële raffinaderijen nadat de gas- en tussenfracties 15 en eventueel naftafracties zijn verwijderd. Ruwe-olie-fracties moeten vanwege veiligheidsvoorschriften alsook praktische grenzen aan het pompen en opslaan van vluchtige ruwe olie een betrekkelijk lage dampdruk hebben als ze worden getransporteerd. Het is echter algemeen gebruikelijk om ruwe olie te vervoeren die vluchtige componenten omvat in concentraties die ervoor zorgt dat de ruwe olie de dampdnücspecificatie niet 20 overschrijdt of het API-soortelijk gewicht buitensporig toeneemt Op petroleum gebaseerde ruwe olie omvat derhalve gewoonlijk C5+ koolwaterstoffen, met een hoeveelheid butaan die ervoor zorgt dat de ruwe olie de dampdrukspecificatie niet overschrijdt Propaan en lichtere koolwaterstoffen worden vanwege hun vluchtigheid vermeden.

De vluchtigheid van ruwe olie in commerciële tankers is gewoonlijk beperkt tot 25 ongeveer 9 psia, indien gemeten bij de temperatuur van vervoeren. Internationale maritieme voorschriften beperken de maximale Reid-dampdruk van ruwe olie die wordt meegevoerd aan boord van commerciële tankers tot "lager dan atmosferische druk" (d.w.z. lager dan 14,7 psia). Deze zelfde voorschriften beperken het ontvlammingspunt in een gesloten vat tot "niet hoger dan 60°C" (Safety of Life at Sea (SOLAS), hoofd-30 stuk 22, voorschrift 55.1). Een praktische operationele grens is een feitelijke dampdruk (niet Reid-dampdruk) van ongeveer 9-10 psia voor conventionele tankers. Door een feitelijke dampdruk hoger dan ongeveer 10 of 11 psia tijdens het pompen is het moeilijk, zo niet onmogelijk, de tanks in het ruim van de tanker volledig leeg te maken, hoe- 1019 329 r 2 wel de feitelijke pompprestatie afhangt van het desbetreffende schip. Ontvangende terminals aan de wal hebben gewoonlijk een maximale grens van de feitelijke damp-druk van 11 psia, gebaseerd op de maximale capaciteit van opslagtanks met een zwevend dak.

5 Was-achtige ruwe oliën bevatten gewoonlijk geen significante hoeveelheden vluchtige componenten en kunnen worden vervoerd bij temperaturen tot ongeveer 160°F zonder dat de maximale dampdruk wordt overschreden. Slak-wassen van petro-leum-ontolie- en ontwasbewerkingen kunnen eveneens in gesmolten toestand met een tanker worden vervoerd. Deze wassen omvatten in hoofdzaak koolwaterstoffen met een 10 hoog molecuulgewicht en omvatten gewoonlijk geen significante hoeveelheden vluchtige lichte componenten, die problemen veroorzaken met een overmatige dampdruk als de wassen gesmolten zijn. Dienovereenkomstig omvat een voorkeursmanier voor het transporteren van dergelijke wassen het transporteren in de gesmolten toestand.

Net als ruwe olie bevindt aardgas zich gewoonlijk in afgelegen gebieden. Het is 15 vaak economischer het aardgas in afgelegen gebieden om te zetten in koolwaterstoffen met een hoger molecuulgewicht dan het aardgas voor omzetting naar een andere plaats te transporteren. Veel processen, zoals Fischer-Tropsch-synthese, kunnen methaan omzetten in koolwaterstoffen met een hoger molecuulgewicht. De Fischer-Tropsch-synthese omvat de aanvankelijke omzetting van methaan in synthesegas ("syngas") en de 20 erop volgende omzetting van syngas in producten met een hoger molecuulgewicht. Omdat het gewenst is de hoeveelheid verwerkingsapparatuur op afgelegen gebieden te beperken kunnen de Fischer-Tropsch-producten aan een hydrobewerking worden onderworpen in commerciële raffinaderijen die ver verwijderd zijn van de plaats waar de Fischer-Tropsch-synthese wordt uitgevoerd.

25 De producten van de Fischer-Tropsch-synthese zijn meestal lineaire koolwater stoffen die vaak was met een hoog smeltpunt omvatten. Er kan een C5+ productstroom, die vast is bij kamertemperatuur, worden geïsoleerd. Deze productstroom wordt gewoonlijk aangeduid als "syncrude" en kan worden geïsoleerd. In de Mossgas-installatie in Zuid Afrika en de installatie van Shell in Maleisië (beide ontwikkelden installaties 30 met lage tot gemiddelde kapitaalkosten) wordt methaan omgezet in Fischer-Tropsch-syncrude, dat ter plaatse wordt geraffineerd tot gerede verkoopbare producten. Als kapitaalkosten op afgelegen lokaties hoog zijn kan de syncrude ook naar commerciële raffinaderijen worden getransporteerd voor hydrobewerking, bijvoorbeeld door hydro- « 3 kraken, hydroisomerisatie en hydrobehandeling, voor het verschaffen van producten met de gewenste eigenschappen. Hierdoor wordt de constructie van dure installaties op afgelegen lokaties verminderd.

Manieren voor het transporteren van via Fischer-Tiopsch verkregen syncrude van 5 een afgelegen lokatie naar een commerciële raffinaderij zijn bekend uit de stand der techniek (zie bijvoorbeeld de Amerikaanse octrooischriften S968991; 5945459; 5856261; 5856260 en 5863856). Een benadering was het isoleren van een C20-.36 syncrude en deze samenstelling als vaste stof te vervoeren. Een beperking van deze benadering is dat het moeilijk en duur is om vaste stoffen te transporteren, omdat hiervoor 10 dure vormings-, laad- en los-installaties vereist zijn.

Andere benaderingen waren gericht op het transporteren van syncrude, of een syncrude die gedeeltelijk geraffineerd is voor het omzetten van een gedeelte van de lineaire koolwaterstoffen in isoparaffinen en aldus een syncrude te vormen die vloeibaar is in de buurt van omgevingstemperatuur. Een benadering voor het transporteren 15 van syncrude in de vloeibare toestand omvat het gedeeltelijk ontwassen van de syncrude voor het vormen van een pompbare vloeistof (zie bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooischrift 5292989). Dit ontwassen kan echter de constructie van installaties vereisen die duur zijn en die moeilijk te bedrijven zijn op afgelegen lokaties.

Een andere benadering omvat het transporteren van de syncrude als gesmolten 20 was. Deze manier van transporteren vereist geen vormings-, laad- en los-installaties die nodig zijn voor het transporteren van vaste stoffen, of de ontwas-installaties die nodig zijn voor het omzetten van de syncrude in een product dat vloeibaar is bij kamertemperatuur. Fischer-Tropsch-producten omvatten echter een voldoende hoeveelheid vluchtige koolwaterstoffen die ervoor zorgen dat de producten de dampdrukspecificaties 25 overschrijden als de syncrude zou worden vervoerd bij een temperatuur waarbij de syncrude wordt gesmolten.

Het zou voordelig zijn een efficiënte werkwijze te verschaffen voor het produceren en transporteren van syncrude in vloeibare toestand zonder dat ontwas-omstandig-heden worden vereist en zonder dat de dampdrukspecificaties voor de manier van 30 transporteren worden overschreden. De onderhavige uitvinding verschaft een dergelijke werkwijze.

Er worden een nieuw transporteerbaar vloeibaar Fischer-Tropsch-syncrudepro-duct en een werkwijze voor het produceren en (transporteren en/of ontvangen) van het « 4 product beschreven. Deze producten verschillen van gebruikelijke vloeibare Fischer-Tropsch-syncrudeproducten, die zowel vluchtige als was-achtige componenten bevatten, waarbij het mengsel een feitelijke dampdruk heeft hoger dan 15 psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transporteren. De transporteerbare producten volgens 5 de uitvinding hebben een feitelijke dampdruk lager dan ongeveer 15 psia, bij voorkeur lager dan 11 psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transporteren daarvan.

De werkwijze omvat het omzetten van een lichte koolwaterstofVoeding in syngas, het ontzetten van het syngas in producten via Fischer-Tropsch-synthese en het isoleren van een veelheid van transport eerbare producten van de Fischer-Tropsch-synthese. De 10 producten hebben feitelijke dampdrukken lager dan ongeveer 15 psia, bij vooikeur lager dan ongeveer 11 psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transporteren daarvan. Ten minste een van de transporteerbare producten heeft een vloeipunt hoger dan 20°C. Ten minste twee van de producten worden afzonderlijk in vloeibare vorm getransporteerd.

15 De producten kunnen worden getransporteerd onder toepassing van alle gewoon lijk toegepaste transportmiddelen, waaronder maritieme tankers, spoorwegwagons, pijpleidingen, vrachtwagens, schepen en combinaties daarvan. Een transportmiddel dat de voorkeur heeft is een maritieme tanker en met meer voorkeur wordt elk transpor-teerbaar product ofwel in een afzonderlijke maritieme tanker ofwel in afzonderlijke 20 zones in dezelfde tanker getransporteerd. Bij transport per trein, vrachtwagen of schip wordt elk transport eerbaar product bij voorkeur ofwel in een afzonderlijke wagon, vrachtwagen of schip ofwel in afzondalijke zones voor elk transporteeibaar product in dezelfde wagon, vrachtwagen of schip getransporteerd.

Er kan ook een Cu fractie worden geïsoleerd uit de Fischer-Tropsch-synthese en 25 stroomopwaarts van een proces voor het genereren van syngas worden recycled, worden afgefakkeld, worden gebruikt voor het produceren van waterstof en/of worden gebruikt als brandstof. Er kan ook een met Cj verrijkte fractie, die meer dan 5 gew.% C3, bij voorkeur meer dan 20 gew.% C3 en met de meeste voorkeur meer dan 40 gew.% C3 omvat, worden verkregen. Deze fractie kan stroomopwaarts van een proces voor het 30 genereren van syngas worden recycled, worden afgefakkeld, worden gebruikt als brandstof, worden getransporteerd in onder druk staande tankers en/of worden getransporteerd in gekoelde tankers.

5

In een uitvoeringsvorm van een proces en zakelijke werkwijze die de voorkeur heeft kunnen petroleumproducten zoals ruwe olie worden gemengd met een of meer van de transport eerbare Fischer-Tropsch-producten, zolang de verkregen gemengde samenstelling een feitelijke dampdruk heeft die lager is dan ongeveer 15 psia, bij voor-5 keur lager dan 11 psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transporteren daarvan, en waarbij het Fischer-Tropsch-product ten minste 60 gew.%, bij voorkeur ten minste 75 gew.% lineaire koolwaterstoffen omvat De verkregen samenstelling heeft bij voorkeur een vloeipunt hoger dan 20°C. Het mengen van fracties kan op iedere plaats gebeuren; de afgelegen Fischer-Tropsch-lokatie, een lokatie voor het produceren van 10 smeerolie, de lokatie van een destillaatraffïnaderij of een andere lokatie..

Thans worden voorkeursuitvoeringsvormen als niet-beperkende illustraties van de geclaimde uitvinding beschreven. De producten in voorkeursuitvoeringsvormen hebben een feitelijke dampdruk lager dan ongeveer 15 psia, bij voorkeur lager dan 11 psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transport daarvan, en omvatten ten 15 minste 60 gew.%, bij voorkeur ten minste 75 gew.% lineiare koolwaterstoffen. Tor minste een product heeft bij voorkeur een vloeipunt hoger dan 20°C, met meer voorkeur hoger dan 40°C en met de meeste voorkeur hoger dan 60°C. Het is dit product of deze component met de hogere temperatuur welke de onveilige transportomstandighe-den heeft gecreëerd, tenzij de isolatie volgens de uitvinding voor het creëren van de 20 transport eerbare producten wordt toegepast.

De werkwijze omvat het omzetten van een lichte koolwaterstofvoeding zoals aardgas in syngas, het omzetten van het syngas in producten via Fischer-Tropsch-syn-these en het isoleren van een veelheid van transporteerbare producten van de Fischer-Tropsch-synthese. De producten hebben feitelijke dampdrukken lager dan ongeveer 25 lSpsia, bij voorkeur lager dan ongeveer 11 psia, indien gemeten bij de temperatuur van transport daarvan. Ten minste een van de transporteerbare producten heeft een vloeipunt hoger dan 20°C, met meer voorkeur hoger dan 40°C en met de meeste voorkeur hoger dan 60°C. Ten minste twee van de producten worden afzonderlijk in vloeibare vorm getransporteerd 30 Bij wijze van voorbeeld werd de dampdruk van twee in de handel verkrijgbare was-achtige zweetoliën met een laag molecuulgewicht, verkregen uit de verwerking van petroleum, bepaald onder toepassing van de procedures die zijn beschreven door Jentoft et al. Deze oliën worden gewoonlijk bij 180°F opgeslagen en vervoerd De eer- 6 \ ste zweetolie (142 zweetolie) was een product van de bereiding van een was met een smeltpunt van 140°F. De tweede (Cut 1A) was een gedestilleerd product dat lichter is dan de was met het laagste smeltpunt die wordt geproduceerd in deze installatie (een was met een smeltpunt van 126°F). Dus monster 142 zweetolie vertegenwoordigt een 5 gebruikelijk was-achtig product in het middentraject en monster IA vertegenwoordigt het lichtste en meest vluchtige product dat wordt verwacht bij het huidige commerciële transport van was-achtige petroleumoliën en wassen. De resultaten van de feitelijke dampdruk (in psia) van deze monsters wordt hieronder getoond:

Temperatuur van

de meting, °F 142 zweetolie Cut IA

1ÖÖ OjÖÖ 0 2ÖÖ WÖ 0,0004 3ÖÖ 0,0004 0^)269 4ÖÖ 0,0162 Ö/75Ï 5ÖÖ Ö]288 10^8 10

Omdat temperaturen van het commercieel vervoeren van was nooit hoger zijn dan 300°F (en zelden hoger zijn dan 200°F) is de maximale feitelijke dampdruk voor het transporteren van gesmolten wasproducten van dit type hooguit 0,03 psia. Het is niet noodzakelijk syncrude-mengsels met deze zeer lage feitelijke dampdruk te berei-15 den en te vervoeren, omdat hogere drukken binnen de aanvaardbare grenzen vallen en toegepast kunnen worden voor het effectief transporteren van meer product, b.v. de meer vluchtige componenten, in een gezamenlijk compartiment Dus vanuit het oogpunt van het maximaliseren van de hoeveelheid gemengd product, terwijl aanvaardbare drukken in stand worden gehouden, kan het mengsel drukken hebben tussen 0,03 en 4 20 psia.

In uitvoeringsvormen die bijzondere voorkeur hebben, hebben porties van het syncrude-mengsel met vloeipunten van ongeveer 80°C, die worden vervoerd bij temperaturen hoger dan 20°C, die b.v. worden vervoerd bij 100°C, feitelijke dampdrukken lager dan 3,8 psia teneinde het verlies van lading te minimaliseren en de veiligheid te 25 bevorderen. Natuurlijk wordt door het selecteren van mengsels met nog lagere dampdrukken de veiligheid vader bevorderd en het verlies van lading verder verminderd. In 7 het ideale geval wordt het selecteren van de laagst mogelijke temperatuur voor het vervoeren en drukken lager dan 1 psia voor mengsels met vloeipunten hoger dan 20°C het meest gewenst.

De volgende definities zijn behulpzaam bij het begrijpen van de hierin beschre-5 ven samenstellingen en werkwijzen.

Lineaire koolwaterstof: de klasse van verbindingen die lineaire paraffinen, lineaire alkenen (interne en alfa), lineaire alcoholen en lineaire zuren omvat. Leden van deze klasse van verbindingen hoger dan C20. ofwel afzonderlijk ofwel in mengsels, zijn gewoonlijk vast of was-achtig bij omgevingstemperatuur (20°C). Vloeibare lineaire 10 koolwaterstoffen kunnen worden geanalyseerd door gaschromatografle. De concentratie van bij kamertemperatuur vaste lineaire koolwaterstoffen kan worden bepaald door middel van een oplosmiddel-ontwas-werkwijze. Een aanvaardbare werkwijze omvat het volgende: een portie van 300 g van een monster wordt opgelost in 1200 ml van een 1:1 tolueen-MEK-oplosmiddel. Verwarmen kan noodzakelijk zijn voor het bereiken 15 van volledig oplossen. De oplossing wordt vervolgens een nacht op -15 tot -20°F af gekoeld teneinde de was te kristalliseren. De gevormde waskristallen worden afgefiltreerd en gewonnen. Het fïltraat wordt aan vacuümdestillatie onderworpen om het tolueen-MEK-oplosmiddel af te scheiden van de ontwaste olie. In de was opgesloten oplosmiddel wordt verwijderd door verwarmen van de was op een kookplaat, waarbij stikstof 20 over het oppervlak wordt geblazen. De gewichten van de gewonnen olie en was worden gedeeld door het oorspronkelijke gewicht van het monster teneinde het percentage olie en was te verkrijgen.

Temperatuur van het transporteren: Voor materialen die bij omgevingstemperatuur (20°C) of lager vloeibaar zijn bedraagt de temperatuur van het transporteren 20°C. 25 Voor materialen die vast zijn bij gebruikelijke omgevingstemperatuur is de temperatuur van het transporteren 5°C hoger dan het vloeipunt, bij voorkeur 10°C hoger dan het vloeipunt en met de meeste voorkeur 20°C hoger dan het vloeipunt, zoals gemeten volgens ASTM D-97.

Afgelegen lokatie: een afgelegen lokatie is een lokatie die ver verwijderd is van 30 een raffinaderij of markt en waarbij de kosten van constructie hoger zijn dan de kosten van constructie bij de raffinaderij of markt. In kwantitatieve termen bedraagt de afstand tussen de afgelegen lokatie en de raffinaderij of markt (de afstand voor transport) ten % 8 minste 100 mijl, bij voorkeur meer dan S00 mijl en met de meeste voorkeur meer dan 1000 mijl.

Transport in vloeibare vorm: dit betekent dat ten minste een gedeelte van het product vloeibaar is, terwijl de rest vast kan zijn. Het gedeelte dat vloeibaar is bedraagt ten S minste 10%, bij voorkeur meer dan 2S% en met de meeste voorkeur meer dan 50%. Het valt binnen de omvang van de hierin beschreven werkwijzen dat was-achtige producten volledig vloeibaar zijn, of ten minste een pompbare suspensie zijn, bij het aanvankelijke laden in een transportvat en bij lossen van het vat, maar ten minste een gedeelte kan vast worden tijdens het transport als het product afkoelt. Deze vaste stof kan gemakke-10 lijk worden gesmolten aan het ontvangende uiteinde, bijvoorbeeld door toepassing van stoomverhitters. Het is echter uitermate wenselijk dat de samenstellingen pompbaar zijn als ze worden geladen en gelost, en dat het product niet volledig vast wordt tijdens het transport.

Afzonderlijk getransporteerd: dit betekent dat ten minste twee componenten wor-15 den getransporteerd in afzonderlijke inrichtingen of in dezelfde inrichting met interne afscheidingen. De inrichting kan een maritieme tanker, een spoorwegwagon, een pijpleiding, vrachtwagens, een schip en dergelijke omvatten. Dit kan dus het vervoeren van ten minste twee componenten in afzonderlijke maritieme tankers, afzonderlijke spoor-wegwagons, afzonderlijke pijpleidingen, afzondalijke vrachtwagens of afzonderlijke 20 schepen omvatten. Het kan ook het vervoeren van de twee componenten met verschillende inrichtingen omvatten. Het kan ook het vervoeren in de maritieme tankers, spoorwegwagons, pijpleidingen, vrachtwagens of schepen, maar met afscheidingen om de componenten fysiek gescheiden te houden, omvatten.

Lichte koolwaterstofvoeding: deze voedingen kunnen methaan, ethaan, propaan, 25 butaan en mengsels daarvan omvatten. Daarnaast kunnen kooldioxide, koolmonoxide, etheen, propeen en butenen aanwezig zijn.

Syncrude: een mengsel dat is verkregen uit een Fischer-Tropsch-proces, dat niet voldoet aan alle specificaties voor een gereed verkoopbaar product, zoals vliegtuigbrandstof, dieselbrandstof, smeermiddelbasisuitgangsstof, volledig geraffineerde was, 30 benzine en dergelijke, zonder verdere verwerking. Verschillende transporteerbare syn-crude-samenstellingen worden hieronder meer gedetailleerd beschreven.

Manier van transport: de manier van transport kan variëren, maar omvat bij voorkeur de toepassing van een gesloten vat met geen significante blootstelling aan lucht 9 tijdens het transport. Bij de temperatuur waarbij de samenstellingen worden getransporteerd dient de druk in het vat niet hoger te zijn dan ongeveer 14,9 psia.

Feitelijke dampdruk: een druk, uitgedrukt in psia bij een gedefinieerde temperatuur, b.v. de temperatuur van het transporteren. Deze druk kan worden gemeten volgens S een aantal technieken, waarvan de keuze afhangt van de eigenschappen van de fractie, zoals het kooktraject daarvan. De geschikte werkwijzen omvatten ASTM D2889; ASTM D5482; ASTM D323; ASTM D6377-99; ASTM El 194-87; het Engineering Data Book, deel I, secties 1-16 van de Gas Processors Suppliers Association, 1994; Jentoft, R.E., Carlstrom, A.A. en Gouw, T.H., Analytical Chemistry, "Rapid Determi-10 nation of the Vapor Pressure of Lubricating Oils and Hydraulic Fluids", 40, 1014 (1968); en dergelijke. De feitelijke dampdruk kan ook worden berekend uit een destillatie volgens D2887, door omzetting van de gewichtsverdeling in een molpercentage, onder aanname van een uniforme UOPK-factor voor alle fracties, schatting van Antoi-ne-constanten en toepassing van de Wet van Raoult. De berekende drukken dienen ge-15 calibreerd te worden met gemeten waarden die hoger zijn dan 1 psia. De voorkeurs-weikwijze voor het meten van de feitelijke dampdruk voor monsters die vloeipunten hoger dan 20°C hebben is de werkwijze van Jentoft et al.

Maritieme tanker: een schip dat wordt gebruikt voor het transporteren van koolwaterstoffen, gewoonlijk, maar niet beperkt tot, ruwe olie en geraffineerde producten.

20 Paraffine: een koolwaterstof met de formule C„H2n+2·

Alkeen: een koolwaterstof met ten minste een dubbele koolstof-koolstof-binding.

Oxygeneringsproduct: een koolwaters to fhoudende verbinding die ten minste een zuurstofatoom bevat.

Destillaatbrandstof: een materiaal dat koolwaterstoffen met kookpunten tussen 25 ongeveer 60 en 1100°F bevat. De uitdrukking "destillaat" betekent dat gebruikelijke brandstoffen van dit type gegenereerd kunnen worden uit damp-topstromen van het destilleren van ruwe petroleum. In tegenstelling daarmee kunnen resterende brandstoffen niet worden gegenereerd uit damp-topstromen door het destilleren van ruwe petroleum, en zijn dan een niet-verdampbaar resterend gedeelte. Binnen de brede categorie 30 van destillaatbrandstoffen zijn er specifieke brandstoffen, omvattende: nafta, viegtuig-brandstof, dieselbrandstof, kerosine, 1 uchtvaartbenzine, stookolie en mengsels daarvan.

Benzine: een materiaal dat geschikt is voor toepassing in motoren met interne verbranding met vonkontsteking voor auto’s en kleine vrachtwagens (motoibenzine) en 10 in vliegtuigen met zuigermotoren (luchtvaartbeozine) dat voldoet aan de huidige versie van ten minste een van de volgende specificaties: • ASTM D4818 voor motorbenzine • Europese standaard EN 228 voor motorbenzine 5 · Japanse standaard J1S K2202 voor motorbenzine • ASTM D910 voor luchtvaartbenzine • ASTM D6227 "Standard Specification for Grade 82 Unleaded Aviation Gasoline".

• UK Ministry of Defence Standard 91-90/Issue 1 (DERD 2485),

10 GASOLINE, AVIATION: GRADES 80/87,100/130 en 100/130 LOW

LEAD

Dieselbrandstof: een materiaal dat geschikt is voor toepassing in dieselmotoren en dat voldoet aan de huidige versie van ten minste een van de volgende specificaties: • ASTM D 975 - "Standard Specification for Diesel Fuel Oils" 15 · Europese kwaliteit CEN 90 • Japanse brandstofstandaards JIS K 2204 • de richtlijnen van de United States National Conference on Weights and Measures (NCWM) voor eerste kwaliteit dieselbrandstof • de aanbevolen richtlijn van de United States Engine Manufacturers Asso- 20 ciation voor eerste kwaliteit dieselbrandstof (FQP-1A)

Vliegtuigbrandstof: een materiaal dat geschikt is voor toepassing in turbinemoto-ren van vliegtuigen of andere toepassingen dat voldoet aan de huidige versie van ten minste een van de volgende specificaties: • ASTM D1655 25 · DEF STAN 91-91/3 (DERD 2494), TURBINE FUEL, AVIATION, KEROSINE TYPE, JET A-l, NATO CODE: F-35 • International Air Transportation Association (IATA) "Guidance Material for Aviation Turbine Fuels Specifications", vierde druk, maart 2000 • United States Military Jet fuel specifications MIL-DTL-5624 (voor JP-4 en 30 JP-5) en MIL DTL-83133 (voor JP-8).

Smeermiddelbasisolie en smeermiddelbasisuitgangsstof: materialen die voldoen aan de huidige verzie van de definitie in API 1509.

11

Volledig geraffineerde was: volledig geraffineerde was voldoet aan de FDA-eisen voor voedselkwaliteit zoals gedefinieerd in titel 21 van de Code of Federal Regulations, secties 178.3710 en 172.886. Volledig geraffineerde wassen hebben zeer weinig geur (ASTM D1833), een oliegehalte lager dan 0,5% (ASTM D721) en een Saybolt-kleur 5 van +25 tot +30 (ASTM Dl56).

Aardgas is een voorbeeld van een lichte koolwaterstoivoeding. Naast methaan omvat aardgas enkele zwaardere koolwaterstoffen (vooral C2 5 parafïinen) en andere verontreinigingen, b.v. mercaptanen en andere zwavel bevattende verbindingen, kooldioxide, stikstof, helium, water en zure niet-koolwaterstofgassen. Aardgasvelden be-10 vatten tevens gewoonlijk een significante hoeveelheid C$+ materiaal, dat bij omgevingsomstandigheden vloeibaar is.

Het methaan, en eventueel ethaan en/of andere koolwaterstoffen, kan worden geïsoleerd en worden gebruikt voor het genereren van syngas. Verschillende andere verontreinigingen kunnen gemakkelijk worden afgescheiden. Inerte verontreinigingen 15 zoals stikstof en helium kunnen worden getolereerd. Het methaan in aardgas kan worden geïsoleerd, bijvoorbeeld in een demethaniseerinrichting, en kan vervolgens worden ontzwaveld en naar een syngas-generator worden gevoerd.. De C2+ producten kunnen vervolgens worden afgescheiden, bijvoorbeeld in een de-ethaniseerinrichting, teneinde ethaan en een Cj+ productstroom te verschaffen. Propaan, n-butaan en isobutaan kun-20 nen worden geïsoleerd, bijvoorbeeld in een turbo-expansie-inrichting, waarbij propaan en butanen worden afgescheiden met behulp van een depropaniseerinrichting.

Methaan (en/of ethaan en zwaardere koolwaterstoffen) kunnen door een gebruikelijke syngas-generator worden gevoerd teneinde synthesegas te verschaffen. Gewoonlijk bevat synthesegas waterstof en koolmonoxide, en kan het kleinere hoeveelhe-25 den kooldioxide, water, niet omgezette lichte koolwaterstoivoeding en verschillende andere verontreinigingen omvatten. De aanwezigheid van zwavel-, stikstof-, halogeen-, seleen-, fosfor- en arseenverontreinigingen in het syngas is ongewenst. Derhalve heeft het de voorkeur zwavel en andere verontreinigingen uit de voeding te verwijderen voordat de Fischer-Tropsch-chemie of een andere koolwaterstofsynthese wordt uitge-30 voerd. Manieren voor het verwijderen van deze verontreinigingen zijn bekend bij de deskundige. Bijvoorbeeld hebben ZnO-beschermingsbedden de voorkeur voor het verwijderen van zwavel-verontreinigingen. Manieren voor het verwijderen van andere verontreinigingen zijn bekend bij de deskundige.

12

De Fischer-Tropsch-reactie kan worden uitgevoerd in een reactor met een vast bed, in een reactor met een suspensiebed of in een reactor met een gefluïdiseerd bed. De omstandigheden van de Fischer-Tropsch-ieactie kunnen de toepassing van een reactietemperatuur tussen 190°C en 340°C omvatten, waarbij de feitelijke reactietem-5 peratuur grotendeels door de configuratie van de reactor wordt bepaald. Als dus een reactor met gefluïdiseerd bed wordt toegepast ligt de reactietemperatuur bij voorkeur tussen 300°C en 340°C; als een reactor met een vast bed wordt toegepast ligt de reactietemperatuur bij voorkeur tussen 200°C en 250°C; en als een reactor met suspensiebed wordt toegepast ligt de reactietemperatuur bij voorkeur tussen 190°C en 270°C.

10 Er kan een toevoerdruk van synthesegas naar de Fischer-Tropsch-reactor tussen 1 en 50 bar, bij voorkeur tussen 15 en 50 bar, worden toegepast Het synthesegas kan een H2:COmolveihouding, in de verse voeding, hebben van 1,5:1 tot 2,5:1, bij voorkeur 1,8:1 tot 2,2:1. Het synthesegas omvat gewoonlijk 0,1 wppm zwavel of minder. Er kan eventueel een gasrecycle worden toegepast bij de reacties tap, en de verhouding van de 15 gas-recyclesnelheid tot de toevoersnelheid van vers synthesegas, op molaire basis, kan tussen 1:1 en 3:1, bij voorkeur tussen 1,5:1 en 2,5:1, liggen. Er kan een ruimtesnelheid, in m3 (kg katalysator)'1 uur'1, van 1 tot 20, bij voorkeur 8 tot 12, worden toegepast in de reactiestap.

In principe kan een op ijzer gebaseerde, een op kobalt gebaseerde of een op ijzer/ 20 kobalt gebaseerde Fischer-Tropsch-katalysator worden toegepast tijdens de Fischer-Tropsch-reactiestap. De op ijzer gebaseerde Fischer-Tropsch-katalysator kan ijzer en/of ijzeroxiden, die zijn geprecipiteerd of geanelleerd, omvatten. Er kunnen echter ook ijzer en/of ijzeroxiden, die zijn gesinterd, gecementeerd of geïmpregneerd op een geschikte drager, worden toegepast. Het ijzer dient voor de Fischer-Tropsch-synthese te 25 zijn gereduceerd tot metalliek Fe. De op ijzer gebaseerde katalysator kan verschillende hoeveelheden aan promoters bevatten, waarvan de rol het veranderen van de activiteit, de stabiliteit en/of de selectiviteit van de uiteindelijke katalysator kan zijn.

Promoters die de voorkeur hebben zijn die, die het oppervlak van het gereduceerde ijzer beïnvloeden ("structurele promoters") en deze omvatten oxiden of metalen van 30 Mn, Ti, Mg, Cr, Ca, Si, Al of Cu of combinaties daarvan.

De producten van Fischer-Tropsch-reacties die worden uitgevoerd in reactoren met een suspensiebed omvatten in het algemeen een gasvormig reactieproduct en een vloeibaar reactieproduct Het gasvormige reactieproduct omvat koolwaterstoffen die 13 . ‘ koken bij een temperatuur lager dan ongeveer 650°F (b.v. staartgassen tot en met mid-deldestillaten). Het vloeibare reactieproduct omvat koolwaterstoffen die koken bij een temperatuur hoger dan ongeveer 650° F (b.v. vacuüragasolie tot en met zware paraffi-nen). De producten van Fischer-Tropsch-reacties die worden uitgevoerd in Fischer-5 Tropsch-reactoren met een hoge temperatuur zijn in het algemeen gasvormige producten, die een vloeibaar product kunnen vormen als een gedeelte van het gasvormige product condenseert.

Het product van een temperatuur lager dan 650° F kan worden gescheiden in een staartgasfractie en een condensaatfractie, d.w.z. ongeveer CS-C20 normale paraffinen en 10 koolwaterstoffen met een hoger kookpunt, onder toepassing van bijvoorbeeld een hoge-druk- en/of lage-temperatuur-damp-vloeistof-scheider of lage-druk-scheiders of een combinatie van scheiders. De fractie die kookt bij een temperatuur hoger dan ongeveer 650°F (de was-fractie) bevat in hoofdzaak C20-C30 lineaire paraffinen met betrekkelijk kleine hoeveelheden vertakte paraffinen met een hoger kookpunt 15 Als een C5+ fractie wordt geïsoleerd uit een Fischer-Tropsch-synthese die wordt uitgevoerd onder omstandigheden die gunstig zijn voor de vorming van was en zware producten, in plaats van methaan en lichte (C34) producten, dan is de fractie waarschijnlijk vast bij kamertemperatuur. Bij de hierin beschreven manieren wordt de C5+ fractie in gesmolten vorm getransporteerd. Bij de temperatuur waarbij de producten 20 worden gesmolten zijn de lichtere koolwaterstoffen (ruwweg tussen ongeveer C5 en C14-20) echter vluchtig. Als de lichte en zware koolwaterstoffen samen in gesmolten toestand in een afgesloten houder worden getransporteerd zou de resulterende druk de specificaties voor de meeste manieren van transport overschrijden. Dit probleem wordt overwonnen door het verwijderen van vluchtige koolwaterstoffen die de druk tot hoger 25 dan 15 psia, met meer voorkeur hoger dan 11 psia, bij de temperatuur van transport verhogen.

Er kan ook een C1-2 fractie worden geïsoleerd en stroomopwaarts van een syngas-generatieproces worden recycled, worden afgefakkeld, worden gebruikt voor het produceren van waterstof en/of als brandstof worden gebruikt. Er kan ook een met C3 ver-30 rijkte fractie, die meer dan 5 gew.% C3, bij voorkeur meer dan 20 gew.% C3 en met de meeste voorkeur meer dan 40 gew.% C3 omvat, worden verkregen. Deze fractie kan stroomopwaarts van een syngas-generatieproces worden recycled, worden afgefakkeld, % 14 als brandstof worden gebruikt, worden getransporteerd in onder druk staande tankers en/of worden getransporteerd in gekoelde tankers.

Er kan ook een LPG-fractie worden geïsoleerd. De LPG-fracties omvatten bij voorkeur in hoofdzaak C3.5 koolwaterstoffen en omvatten bij voorkeur in hoofdzaak S propaan, n-butaan en isobutaan. Ze kunnen tevens kleine hoeveelheden pentanen en, met minder voorkeur, C3-5 alkenen bevatten. In een voorkeursuitvoeringsvoim is het LPG een primaire propaanrijke en/of butaanrijke productstroom zoals de stromen die bekend zijn uit de stand der techniek. Het is geschikt voor alle mogelijke uiteindelijke toepassingen, zoals bijvoorbeeld als een alternatieve bron van brandstof voor automo-10 bielen. Met de meeste voorkeur valt de samenstelling binnen de strenge specificaties voor LPG-productstromen bij een gebruikelijke toepassing van LPG-brandstof en op het gebied van alternatieve brandstoffen. De LPG-fractie kan een aanzienlijke hoeveelheid alkenen en/of oxygeneringsproducten omvatten, die aan een hydrobehandeling onderworpen kunnen worden teneinde paraffinen te vormen. In een LPG-product dat de IS voorkeur heelt bedraagt de hoeveelheid ethaan minder dan ongeveer vijf volumepro-cent van het mengsel, bedraagt de hoeveelheid propeen minder dan ongeveer een vo-lumeprocent van het propaan en bedraagt de hoeveelheid buteen minder dan ongeveer een volumeprocent van het butaan. De C5+ koolwaterstoffen bedragen bij voorkeur minder dan ongeveer vijfentwintig volumeprocent van het mengsel. Het zwavelgehalte 20 is bij voorkeur lager dan ongeveer 150 ppm.

De LPG-fractie kan worden getransporteerd bij een temperatuur waarbij de vluchtigheid de commerciële specificaties niet overschrijdt (d.w.z. lager dan ongeveer 15 psia, bij voorkeur lager dan ongeveer 11 psia). LPG heeft in het algemeen een druk van ongeveer 120 psia bij omgevingstemperaturen, dus het moet worden gekoeld als 25 het wordt vervoerd zodat het voldoet aan deze specificaties, tenzij het onder druk in commerciële transportmiddelen, die deze specificaties niet hebben, wordt vervoerd.

In een uitvoeringsvorm worden afzonderlijke propaan- «1 butaanstromen geïsoleerd in plaats van LPG. Dit kan gebeuren door bijvoorbeeld een mengsel dat Cm koolwaterstoffen omvat door een demethaniseerinrichting, een de-ethaniseerinrichting 30 en een depropaniseerinrichting te voeren.

Als het gasvormige reactieproduct van de Fischer-Tropsch-reactiestap wordt afgekoeld en verschillende fracties worden verzameld hebben de eerste fracties die worden verzameld hogere gemiddelde molecuulgewichten dan erop volgende fracties. Er 15 kan een C 14.20 fractie worden verkegen, en worden gecombineerd met de vloeibare reactieproducten voor het vormen van een C14+ syncrude, door het isoleren van de fractie terwijl de gasvormige reactieproducten worden afgekoeld. Er kan ook een C14-20 fractie worden verkregen door destilleren van de C5-13 koolwaterstoffen van de C14+ 5 producten nadat de middeldestillaatfractie is verzameld. De C14-20 fractie kan, ongeacht de wijze van isoleren, worden gecombineerd met de condensaatfractie, waarbij een transporteerbare syncrude-samenstelling wordt verkregen, die ten minste 60 gew.%, bij voorkeur ten minste 75 gew.% lineaire koolwaterstoffen omvat en die vast is bij kamertemperatuur.

10 De dampdruk van de samenstelling kan onder toepassing van technieken die be kend zijn bij de deskundige bij de temperatuur van het transport worden gemeten. Als de dampdruk van de samenstelling de specificaties bij de temperatuur van het transport overschrijdt kunnen koolwaterstoffen met een lager kookpunt worden verwijderd uit de samenstelling, bijvoorbeeld via vacuümdestillatie of andere geschikte manieren die 15 bekend zij n bij de deskundige.

Naast de syncrude en eventueel een LPG-fractie kan ook een Cs-C 14.20 fractie worden verkregen en worden vervoerd bij een temperatuur, waarbij de vluchtigheid de commerciële specificaties niet overschrijdt (d.w.z. lager dan ongeveer 15 psia, bij voorkeur lager dan ongeveer 11 psia). De C5-C 14.20 fractie kan worden getransporteerd 20 bij of rond omgevingstemperatuur, hoewel in het algemeen temperaturen hoger dan 200°C, met meer voorkeur 100*C, vermeden dienen te worden. Als het materiaal vloeibaar of ten minste een pompbare suspensie is bij of rond omgevingstemperatuur hebben temperaturen rond omgevingstemperatuur de voorkeur.

De hierboven beschreven fracties kunnen eventueel worden gecombineerd met 25 koolwaterstoffen uit andere stromen, hoewel dergelijke koolwaterstoffen de druk van de samenstelling bij de temperatuur van het transport niet dienen te verhogen tot hoger dan ongeveer 14,7 psia. Aan LPG kan bijvoorbeeld LPG, dat is verkregen uit een aardgasveld, worden toegevoegd. Een Cs-C 14-20 fractie kan worden gecombineerd met een overeenkomstige fractie, die is verkregen uit de fractionele destillatie van ruwe olie. De 30 syncrude kan worden gecombineerd met was-achtige ruwe oliën, ruwe oliën en/of slak-wassen van ontolie- en ontwas-bewerkingen van petroleum.

Er worden ten minste twee afzonderlijke vloeibare producten uit de Fischer-Tropsch-synthese geïsoleerd en getransporteerd. Ten minste een van de producten is 16 een syncrudeproduct. De producten kunnen worden getransporteerd onder toepassing van gewoonlijk toegepaste transportmiddelen, waaronder maritieme tankers, spoorwegwagens, pijpleidingen, vrachtwagens, schepen en combinaties daarvan. Een transportmiddel dat de voorkeur heeft is een maritieme tanker en met meer voorkeur wordt 5 ieder transporteerbaar product ofwel in een afzonderlijke maritieme tanker ofwel in afzonderlijke zones in dezelfde tanka' getransporteerd. Bij transport pa spoor, vrachtwagen of schip wordt ieda transporteerbaar product bij voorkeur ofwel in een afzondalijke wagon, vrachtwagen of schip, ofwel in afzonderlijke zones voor elk transpor-teerbaar product in dezelfde wagon, vrachtwagen of schip getransporteerd. Bij elke 10 zone in een transportmiddel of bij elk afzondalijk transportmiddel moet de temperatuur geregeld kunnen worden, zodat ieder product kan voldoen aan de gewenste drukspeci-fïcaties. Dahlave moeten bij het transportmiddel de LPG-fracties die worden getransporteerd gekoeld kunnen worden (of moeten anders vahoogde drukken valig gehanteerd kunnen worden), moeten Cs-C 14.20 fracties op of rond kamertemperatuur gehou-15 den kunnen worden en moet het syncrudeproduct op een temperatuur gehouden kunnen worden waarbij dit gesmolten is, ten minste terwijl het product in of uit het transportmiddel wordt gepompt, waarbij de temperatuur in het algemeen ten minste 5’C hoger is dan het vloeipunt, bij voorkeur 10‘C hoger is dan het vloeipunt en in ieder geval niet hoga is dan 250°C, met meer voorkeur lager is dan 200*C en met de meeste voorkeur 20 lager is dan 150*C.

Voor de deskundige zijn veel equivalenten van de hierin beschreven specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding duidelijk, of kan hij deze aan de hand van routine-experimenten bepalen. Het is de bedoeling dat dergelijke equivalenten waden omvat door de volgende conclusies.

1019329

Claims (20)

1. Proces voor het bereiden van transporteert) are Fischer-Tropsch- syncrudeproducten omvattende: S (a) het omzetten van een lichte koolwaterstofvoeding in syngas, (b) het via Fischer-Tropsch-synthese omzetten van ten minste een gedeelte van het syngas in producten; (c) het winnen van een veelheid aan transport eerbare producten van de Fischer-Tropsch-synthese, waarbij de feitelijke dampdrukken van ten minste twee 10 van de transporteert»are producten lager zijn dan ongeveer IS psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transport daarvan, waarbij ten minste een van de twee transporteert»are producten een vloeipunt hoger dan 20°C heeft; en (d) het afzonderlijk transporteren van ten minste twee van de transporteerbare 15 producten in vloeibare vorm, waarbij de producten meer dan 60 gew.% lineaire koolwaterstoffen omvatten.

2. Proces volgens conclusie 1, waarbij de producten meer dan 75 gew.% lineaire koolwaterstoffen omvatten.

3. Proces volgens conclusie 1 of conclusie 2, waarbij de feitelijke dampdrukken van 20 elk van de transporteerbare producten lager is dan ongeveer 11 psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transport daarvan, en bij voorkeur 0,03 tot 4 psia bedraagt.

4. Proces volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het transport wordt gekozen uit de groep die bestaat uit een maritieme tanker, een spoorwegwagon, 25 een pijpleiding, een vrachtwagen, een schip of een combinatie daarvan.

5. Proces volgens conclusie 4, waarbij ieder transport eerbaar product afzonderlijk wordt getransporteerd.

6. Proces volgens een der voorgaande conclusies, dat verder het winnen van een Cj_2 fractie omvat.

7. Proces volgens conclusie 6, dat verder de stappen omvat die worden gekozen uit de groep die bestaat uit het recyclen van de C\.i fractie stroomopwaarts van een proces voor het genereren van syngas, het afFakkelen van de C1-2 fractie, het 1 01 9 329 ► toepassen van de C1-2 fractie voor het produceren van waterstof, het toepassen van de C1-2 fractie als brandstof en combinaties daarvan.

8. Proces volgens een der voorgaande conclusies, dat verder het winnen van een met C3 verrijkte fractie omvat die meer dan 5 gew.% C3 omvat.

9. Proces volgens conclusie 8, waarbij de met C3 verrijkte fractie meer dan 20 gew.% C3 omvat.

10. Proces volgens conclusie 8 of conclusie 8, waarbij de met C3 verrijkte fractie meer dan 40 gew.% C3 omvat.

11. Proces volgens een der conclusies 8 - 10, dat verder de stappen omvat die 10 worden gekozen uit de groep die bestaat uit het recyclen van de met C3 verrijkte fractie stroomopwaarts van een proces voor het genereren van syngas, het affakkelen van de met C3 verrijkte fractie, het toepassen van de met C3 verrijkte fractie als brandstof, het transporteren van de met C3 verrijkte fractie in onder druk staande tankers, het transporteren van de met C3 verrijkte fractie in gekoelde 15 tankers en combinaties daarvan.

12. Proces volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het transporteerbare vloeibare Fischer-Tropsch-syncrudeproduct een feitelijke dampdruk van het product heeft die hoger is dan de dampdruk van gesmolten was maar lager dan ongeveer 15 psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transport daarvan, en 20 waarbij ten minste het product een vloeipunt heeft dat hoger is dan 40*C.

13. Proces volgens conclusie 12, waarbij het product meer dan 75 gew.% lineaire koolwaterstoffen omvat, waarbij de feitelijke dampdruk van het product lager is dan ongeveer II psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transport daarvan, en bij voorkeur 0,03 tot 4 psia bedraagt.

14. Proces volgens conclusie 11 of conclusie 12, dat verder materialen omvat, die worden gekozen van de lijst van: ruwe petroleum, petroleumfracties, producten die zijn verkregen uit petroleum en mengsels daarvan.

15. Transporteerbare vloeibare Fischer-Tropsch-syncrude, waarbij de feitelijke dampdruk van het product hoger is dan de dampdruk van gesmolten gerede was 30 maar lager dan ongeveer 15 psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transport daarvan, en waarbij tra minste het product een vloeipunt heeft dat hoger is dan 40"C. L ' >

16. Product volgens conclusie 15, dat meer dan 75 gew.% lineaire koolwaterstoffen omvat, waarbij de feitelijke dampdruk van het product lager is dan 11 psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transport daarvan, en bij voorkeur 0,03 tot 4 psia bedraagt.

17. Product volgens conclusie 15 of conclusie 16, dat verder materialen omvat, die worden gekozen van de lijst van: ruwe petroleum, petroleumfracties, producten die zijn verkregen uit petroleum en mengsels daarvan.

18. Proces voor het bereiden van een gereed verkoopbaar product, dat ten minste een eerste locatie en ten minste een tweede locatie omvat, die ver van elkaar 10 verwijderd zijn, waarbij op een of een veelheid van eerste locaties een transport eerbaar Fischer-Tropsch-syncrudeproduct wordt gevormd dat wordt toegepast op de tweede locatie(s), waarbij op de tweede locatie(s) het gerede verkoopbare product wordt gevormd, waarbij het proces omvat: (a) het op de tweede locatie ontvangen van een transporteerbaar Fischer-15 Tropsch-syncrudeproduct met een feitelijke dampdruk hoger dan de dampdruk van gesmolten gerede was maar lager dan 15 psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transport daarvan, en met een vloeipunt dat hoger is dan 40°C, dat is bereid met een werkwijze omvattende: (i) het omzetten van een lichte koolwaterstofvoeding in syngas, 20 (ii) het onderwerpen van het syngas aan een Fischer-Tropsch-synthese voor het vormen van een in hoofdzaak lineair koolwaterstofproduct en (iii) het isoleren van een transporteerbaar Fischer-Tropsch- syncrudeproduct uit het product van de Fischer-Tropsch-synthese, 25 (b) het omzetten van et transporteerbare Fischer-Tropsch-syncrudeproduct in een gereed verkoopbaar product.

19. Proces volgens conclusie 18, waarbij het Fischer-Tropsch-syncrudeproduct verder materialen omvat, die worden gekozen van de lijst van: ruwe petroleum, petroleumfracties, producten die zijn verkregen uit petroleum en mengsels 30 daarvan.

20. Proces volgens conclusie 18 of conclusie 19, waarbij het Fischer-Tropsch-syncrudeproduct meer dan 75 gew.% lineaire koolwaterstoffen omvat en de ft- feitelijke dampdruk van het product lager is dan 11 psia, indien gemeten bij de temperatuur van het transport daarvan, en bij voorkeur 0,03 tot 4 psia bedraagt. 1019329