NL1018899C2 - Fluïdumsproeier. - Google Patents

Fluïdumsproeier. Download PDF

Info

Publication number
NL1018899C2
NL1018899C2 NL1018899A NL1018899A NL1018899C2 NL 1018899 C2 NL1018899 C2 NL 1018899C2 NL 1018899 A NL1018899 A NL 1018899A NL 1018899 A NL1018899 A NL 1018899A NL 1018899 C2 NL1018899 C2 NL 1018899C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spraying
fluid
source
hose
gas
Prior art date
Application number
NL1018899A
Other languages
English (en)
Inventor
Pieter Johannes Van Der Ende
Antonie Izak Van Der Kooij
Original Assignee
Ende Pompen B V V D
Brinkman Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ende Pompen B V V D, Brinkman Bv filed Critical Ende Pompen B V V D
Priority to NL1018899A priority Critical patent/NL1018899C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1018899C2 publication Critical patent/NL1018899C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/24Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
    • A01G9/247Watering arrangements
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Description

Fluidumsproeier
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het besproeien van gewassen in kassen, waarbij 5 tenminste één sproeifluïdum wordt geleid naar en gesproeid over een gewas. Een dergelijke werkwijze voor het besproeien van gewassen in een kas is algemeen bekend.
Het gebruik van grote hoeveelheden sproeifluïda met bestrijdingsmiddelen is schadelijk voor het milieu en 10 tegelijk kostbaar.
De uitvinding beoogt een werkwijze van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen, waarbij dit bezwaar is verminderd.
Dit doel wordt bereikt bij een werkwijze vol-15 gens de uitvinding, waarbij tenminste één gas het sproei-fluïdum verstuift, voordat het sproeifluïdum over het gewas wordt gespoten. Hierdoor zal het sproeifluïdum, bijvoorbeeld een vloeistof met bestrijdingsmiddelen, beter worden verspreid over de te bespuiten gewassen.
20 Bij voorkeur wordt het sproeifluïdum onttrokken aan een bron, die verbonden is met een vast object. De bron kan bijvoorbeeld de waterleiding zijn of een tank.
Bij voorkeur wordt ook het gas vanaf een zich op afstand bevindende bron naar het gewas geleid. De op 25 afstand bevindende bron kan een tank en/of een gasfles en/of compressor zijn.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt tenminste één van de fluïda, het gas of het sproei -fluïdum, onder verhoogde druk gebracht. De druk wordt 30 aangebracht voor het verstuivingsmoment. De verhoogde druk zorgt voor een betere verstuiving van de fluïda, met dezelfde kostenbesparende gevolgen. De druk die wordt aangebracht is groter dan 1 atmosfeer, bij voorkeur 2 tot 10 atmosfeer in het bijzonder 3 tot 8 atmosfeer. De druk 35 kan worden ingesteld afhankelijk van het te bestuiven gewas. Het is tevens gunstig het fluïdum voordat het wordt geleid naar het gewas op verhoogde druk te brengen. Dit bespaart drukmiddelen ter plaatse van de verstuiving.
1018899 2
De toevoermiddelen zijn dan zodanig ingericht dat de fluïda op druk worden gehouden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de stroomhoeveelheid van de fluïda programmeerbaar. Rekening 5 kan worden gehouden met de omgeving, het te besproeien gewas, het tijdstip, alsmede de leeftijd van het gewas, waardoor de besproeiing efficiënter kan plaatsvinden. Het is zodoende mogelijk de mengverhouding op een vastgestelde manier te programmeren, alsmede afhankelijk te maken 10 van op directe tijdsbasis waargenomen factoren met daarvoor aangebrachte detectoren.
Daarnaast is het gunstig het sproeifluïdum vanaf een sproeiwagen te verstuiven. De sproeiwagen is langs de gewassen voort te bewegen. Buigzame leidingen 15 verbinden de sproeiwagen met de bronnen voor het fluïdum en het gas. In het bijzonder wordt een slang in slang leiding gebruikt voor het vervoer van de fluïda. Deze leidingen 2ijn bijzonder geschikt voor het onder verhoogde druk vervoeren van fluïda. De sproeiwagen is 20 bij voorkeur voorzien van een automatische besturing, waardoor de sproeiwagen zonder menselijk ingrijpen zich langs de gewassen voortbeweegt.
De uitvinding betreft en verschaft eveneens een inrichting voor het besproeien van gewassen in kassen, 25 omvattende sproeimiddelen, ten minste één zich op afstand bevindende bron met een sproeifluïdum, en toevoermiddelen, voor de verbinding van de bron met de sproeimiddelen. Deze inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de inrichting tevens omvat toevoermiddelen 30 voor de verbinding van de sproeimiddelen met tenminste één tweede fluïdumbron.
Een zeer geschikte uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt echter gekenmerkt door een tweede fluïdumbron, die zich op afstand bevindt. 35 Ook deze fluïdumbron is met toevoermiddelen verbonden aan het sproeimiddelen. De op afstand bevindende fluïdumbron heeft als bijkomend voordeel dat gebruik kan worden gemaakt van vrijwel onbeperkte voorraden.
1018898 3
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de tweede fluïdumbron een gas, dan wel gasvormig.
Bij voorkeur omvatten de sproeimiddelen ver-stuivingsmiddelen, die de fluida bij elkaar brengen op 5 een moment voor de besproeiing van het gewas. De verstui-vingsmiddelen zijn zodanig uitgevoerd dat verstuiving op een efficiënte wijze plaatsvindt. Het bestrijdingsmidde-lenhoudende fluïdum op efficiënte wijze op de gewassen aangebracht. Het is gunstig 6,7,8,9,10 of meer verstui -10 vingsmiddelen te gebruiken, zodat een gewas op efficiënte wijze wordt bespoten.
Een verdere ontwikkeling maakt gebruik van mengmiddelen, die de mengverhouding controleren. De meng-middelen kunnen worden geprogrammeerd, dan wel reageren 15 op waargenomen omgevingsfactoren.
Het is gunstig de sproeimiddelen aan te brengen op een langs de gewassen verplaatsbaar sproeiwagengestel. De sproeiwagen is dan bij voorkeur voorzien van bewe-gingsmiddelen en aandrijfmiddelen, die verplaatsing langs 20 de gewassen mogelijk maakt.
Bij voorkeur is tenminste één van de fluïdum-bronnen aangebracht op een tweede sproeiwagengestel met bewegingsmiddelen. Het tweede sproeiwagengestel is onafhankelijk van het eerste sproeiwagengestel. Het tweede 25 sproeiwagengestel kan zijn uitgerust met controlemiddelen voor de besturing van het eerste sproeiwagengestel, aangezien het tweede sproeiwagengestel zich niet tussen de gewassen behoeft te bewegen.
Een gunstige verdere ontwikkeling is het aan-30 brengen van een compressor bij ten minste één van de fluïdumbronnen, de toevoermiddelen, ten minste één van de sproeiwagengestellen, en/of de sproeimiddelen. De compressor verhoogt de druk van het fluïdum, voordat dit de sproeimiddelen verlaat.
35 In de voorkeursuitvoeringsvorm is het toevoer- middel, dat voor verbinding tussen de bron en het sproeiwagengestel, of tussen de respectievelijke sproeiwagengestellen dient, uitgevoerd als een buigzame leiding met 1018898 4 een grote doorsnede, die in zich een buigzame leiding omvat van een kleinere doorsnede. Deze slang-in-slang inrichting zorgt voor een efficiënte wijze van vervoer van de fluïda.
5 Daarnaast is in een geschikte uitvoeringsvorm ten minste één van de sproeiwagengestellen uitgerust met besturingsmiddelen voor aandrijfmiddelen, toevoermiddelen en/of sproeimiddelen. Op geschikte wijze kunnen onderdelen voor het besproeien van de gewassen worden geautoma-10 tiseerd. De besturingsmiddelen kunnen worden geprogrammeerd, zodanig dat de taken op een juiste manier worden uitgevoerd. De besturingsmiddelen verzorgen de controle van alle actieve onderdelen van de inrichting.
In de voorkeursuitvoeringsvorm zijn de sproei-15 middelen zodanig instelbaar, dat het gewas volledig wordt besproeid of verstoven.
Bij voorkeur zijn de bewegingsmiddelen uitgevoerd voor het rijden over een geleidingsbaan, zoals die gewoonlijk aanwezig is in kassen. De bewegingsmiddelen 20 omvatten vier gelagerde wielen, die aangrijpen in de geleidingsbaan. In de voorkeursuitvoeringsvorm drijven de aandrijvingsmiddelen ten minste één van de wielen aan.
Aangezien de kasgeleidingsbanen veelal een hoofdgeleidingsbaan omvat en een dwars daarop staande 25 gewasgeleidingsbaan, die langs de gewassen voert, zijn de bewegingsmiddelen van het eerste sproeiwagengestel uitgevoerd omvattende ten minste twee standen. In de eerste stand grijpen de bewegingsmiddelen, gevormd door ten minste drie wielen, aan op de hoofdgeleidingsbaan, m de 30 tweede stand, waarbij de gewasgeleidingsmiddelen worden gevormd door ten minste drie wielen, grijpen de bewegingsmiddelen aan op de gewasgeleidingsbaan. Het eerste sproeiwagengestel omvat tevens een omzettmgsmiddel, zodat van de eerste naar de tweede stand en vice versa 35 kan worden gewisseld. Op correcte wijze uitgevoerd kan het eerste sproeiwagengestel eerst aangrijpen op de hoofdgeleidingsbaan en na omzetting aangrijpen op de dwars daarop staande gewasgeleidingsbaan. De bewegings- 1018SS3 5 middelen maken het vervolgens mogelijk over deze gelei-dingsbaan heen te bewegen.
De uitvinding wordt verder toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bij gevoegde 5 figuren van enige uitvoeringsvoorbeelden.
Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een fluïdumsproeier volgens de uitvinding in een kas.
Figuur 2 toont een perspectivisch linker aanzicht van het eerste sproeiwagengestel volgens een eerste 10 uitvoeringsvorm.
Figuur 3 toont een perspectivisch rechter aanzicht van het eerste sproeiwagengestel volgens een eerste uitvoeringsvorm.
Figuur 4 toont een detail van een sproeimiddel 15 volgens de uitvinding.
In figuur 1 wordt een eerste sproeiwagengestel 1 getoond, alsmede een tweede sproeiwagengestel 2, beiden geplaatst op een geleidingsbaan, de gewasgeleidingsbaan 3 respectievelijk de hoofdgeleidingsbaan 4. De wielen 5-8 grijpen 20 aan op de gewasgeleidingsbaan en maken een voorwaartse beweging tussen de gewassen 9 mogelijk. Het eerste sproeiwagengestel 1 is uitgerust met tien sproeimiddelen 10, die zodanig zijn aangebracht dat het gewas 9, waartussen het gestel 1 zich bevindt, over de gehele hoogte 25 wordt besproeid. De besproeiing vindt aan weerszijden van het gestel 1 plaats.
De fluïda, waarmee gewas 9 wordt besproeid, worden aan het eerste sproeiwagengestel 1 toegevoerd door middel van slang-in-slang 11 of andere verbinding. In de 30 voorkeursuitvoeringsvorm worden twee fluida, een bestrij-dingsmiddelhoudende vloeistof en lucht, door deze slang gevoerd. Slang-in-slang 11 doorsnede vertoont een buitenste omtreksrand van de slang 11 en daarbinnen een tweede omtreksrand van een kleinere omtrek dan de buitenste. Het 35 materiaal van de slang-in-slang 11 is niet-permeabel, zodat de fluïda in het binnenste en buitenste slangdoor-snedegebied onafhankelijk van elkaar worden gevoerd. Aan een uiteinde van de slang-in-slang 11 bevinden zich slan- 1018899 6 gen 12 en 13, die respectievelijk verbonden zijn met de binnenste slangruimte en de buitenste slangruimte.
Slang 12 is verbonden met luchtcompressor 14. Slang 12 en de daarmee verbonden binnenste slangruimte 5 van de slang-in-slang 11 worden voorzien van op druk gebrachte lucht. Compressor 14 is verbonden met accu 15.
In plaats daarvan kan compressor 14 ook elektrisch verbonden zijn aan het elektriciteitsnet voor zijn voeding. Luchtcompressor 14 haalt zijn lucht bij voorkeur uit de 10 buitenlucht.
Slang 13 en de daarmee verbonden buitenste slangruimte van de slang-in-slang 11 is verbonden met compressor 16, die is uitgerust om de bestrijdmgsmiddel-houdende vloeistof op druk te zetten. Compressor 16 is 15 verbonden met aggregaat 15. De bestrijdingsmiddelhoudende vloeistof wordt aan compressor 16 toegevoerd via slang 17, die is verbonden met mengmiddel 18. Mengmiddel 18 mengt de haar toegevoerde vloeistof nu uit de tanken 19 en 20, bij voorkeur bestrijdingsmiddel en water. Mengmid-20 del 18 is uitgerust met middelen die de mengverhouding van bestrijdingsmiddel en water kunnen aanpassen. Bij voorkeur is mengmiddel 18 programmeerbaar en uitgerust met een invoerkanaal, zodat de mengverhouding kan worden aangepast aan op directe tijdsbasis waargenomen omstan- 25 digheden.
Het tweede sproeiwagengestel 2 is uitgerust met wielen 21, die aangrijpen op de hoof dgeleidmgsbaan 4. Het tweede sproeiwagengestel 2 is uitgerust met aandrijf-middelen (niet getoond), die de wielen 21 aandrijven, 30 zodat het tweede sproeiwagengestel op afstand bestuurbaar is over de hoofdgeleidingsbaan 4. De aandrijfmiddelen worden gevoed door aggregaat 15.
In het vervolg wordt de eerste uitvoeringsvorm van het eerste sproeiwagengestel 1 verder uitgewerkt. De 35 eerste uitvoeringsvorm van het eerste sproeiwagengestel 1 wordt getoond in figuren 1, 2 en 3. In deze figuren worden gelijke onderdelen met hetzelfde referentienummer aangeduid.
101SS99 7
Het eerste sproeiwagengestel 1 omvat wielen 5-8, die aangrijpen op de gewasgeleidingsbaan 3. Daarnaast omvat het gestel 1 tevens een tweede set van wielen 21-24, die kunnen aangrijpen op de hoofdgeleidingsbaan 4. In 5 figuur 1 en 3 is het eerste sproeiwagengestel 1 geplaatst op de gewasgeleidingsbaan, in figuur 2 is het eerste sProe^-waHen9r6stel 1 geplaatst op de hoofdgeleidingsbaan 4. Dit zijn de twee standen die de bewegingsmiddelen, in dit geval de wielen, kunnen innemen. De wielen 21-24 zijn 10 gelagerd aangebracht op een omzettingsinrichting 25, die door middel van een omzethefboom 26 variabel tussen twee standen geplaatst kan worden. In de eerste stand, de hoofdbaanstand, getoond in figuur 2, bevinden wielen 21-24 zich lager dan wielen 5-8, zodat wielen 21-24 aangrij-15 pen op de hoofdgeleidingsbaan 4. In de tweede stand, gewasgeleidingsbaanstand, waarbij omzethefboom 26 van de horizontale positie naar de hoofdzakelijke verticale positie volgens figuur 1 en 3 wordt verzwenkt naar de uitstekende hoofdzakelijke horizontale positie, veroor-20 zaakt omzetinrichting 25 het omhoogklappen van de wielen 21-24, zodanig dat de wielen 5-8 aangrijpen op de gewasgeleidingsbaan .
De bewegingsmiddelen, de wielen 5-8 en wielen 21-24, worden aangedreven met een aandrijfmiddel 27, dat 25 zich bevindt in kast 28. Het aandrijfmiddel, bijvoorbeeld een elektrische motor, is met een V-snaar 29 verbonden met wiel 7. De elektrische motor 27 wordt gevoed door een accu 30. De elektrische motor 27 is tevens verbonden met besturingsmiddelen (niet getoond), zodanig dat de bestu-30 nngsmiddelen de beweging van het eerste sproeiwagengestel 1 controleren.
De verschillende fluïda worden aan het eerste sproeiwagengestel 1 toegevoerd via slang-in-slang 11. De slang-in-slang 11 wordt opgerold om rol 31. De rol 31 35 wordt door V-snaar 32, die aangrijpt op een wiel rond de as van rol 31, aangedreven door aandri j fmiddel 33. Het aandrijfmiddel 33 is bij voorkeur een elektrische motor, die is verbonden met accu 3 0 en de besturingsmiddelen 1018899 8 (niet getoond). Grijper 34, tevens verbonden met aan-drijfmiddel 33, zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de slang-in-slang 11 over de rol 31.
Het einde van slang-in-slang 11 bevindt zich 5 nabij de as van rol 31. De fluïda worden daar, nog steeds gescheiden van elkaar, gevoerd naar de weerszijden van de as. Aan weerszijden van de as wordt het bestrijdingsmiddel en het gas afgetapt, 35 respectievelijk 36. Het bestrijdingsmiddel wordt toegevoerd aan slang 37, het gas 10 toegevoerd aan slang 38. De slangen 37, 38 zijn verbonden aan kranen 39 respectievelijk 40. De kranen 39, 40 zijn uitgerust met drukmeters en afsluitmiddelen, die handmatig, dan wel bestuurbaar zijn uitgevoerd. Wanneer de kranen verbonden worden met de besturingsmiddelen (niet 15 getoond), wordt de toevoer, alsmede de mengverhouding van de verschillende fluida gecontroleerd.
Bestrijdingsmiddelenkraan 39 is door slang 41 gekoppeld aan verdeelbuis 42. Aan verdeelbuis 42 zijn tien sproeiers 10 aangebracht. In het binnenwerk van 20 verdeelbuis 42 wordt het door slang 41 toegevoerde fluïdum verdeeld over de tien sproeiers 10.
Luchtkraan 40 is verbonden met twee slangen 43, 44, die beiden zijn verbonden met verdeelbuis 45. De verdeelbuis 45 verdeelt de lucht, die onder druk staat, 25 over vijf uitgangspunten met verdeelkoppen 46, die elk verbonden zijn met twee slangen 47 en een tweetal sproeiers 10. In de sproeier 10 wordt de lucht vermengd met het bestrijdingsmiddel.
Verdeelbuis 42 en 4 5 zijn vast verbonden met 30 het klemmiddel 48, dat verstelbaar aangrijpt aan de vast aan het gestel verbonden stang 49.
Aan het boveneinde van stang 49 is waarneemkast 50 aangebracht. Hierin bevinden zich waarneemmiddelen, die de omstandigheden meet ter plaatse van de besproei-35 ing. De waarneemmiddelen kunnen bijvoorbeeld omvatten een temperatuurmeter, vochtigheidsmeter etc. De waarneemmiddelen zijn gekoppeld met de besturingsmiddelen (niet getoond). De besturingsmiddelen omvat programmatuur voor 1018899 9 de interpretatie van de waargenomen omstandigheden, zodat de besproeiing kan worden geoptimaliseerd naar aanleiding van de waargenomen omstandigheden. De mengverhouding van de fluïda kan worden aangepast, door middel van controle 5 van kranen 3 9 en 40, alsmede de mengverhouding van het bestrijdingsmiddel en het water, door middel van mengkast 18. Eveneens kan de druk worden aangepast door controle van compressor 14 of 16.
Figuur 4 toont een detail van de sproeier 10. 10 De sproeier 10 is verbonden met verdeelbuis 42 en slang 47, voor de toevoer van fluïdum met bestrijdingsmiddel, respectievelijk lucht. Met stippellijn zijn de doorvoerkanalen door sproeier 10 weergegeven. Het fluïdum met bestrijdingsmiddel komt vrij, voordat het gemengd is, aan 15 een uiteinde van sproeier 10 en spuit daarbij op het verdeeloppervlakte 51 van mengkop 52. Mengkop 52 is verdraaibaar aan sproeier 10 bevestigd, zodat de besproeiing gericht kan worden op het gewas 9. Tezamen met het bestrijdingsmiddelfluïdum wordt lucht op een 20 zelfde plek op het verdeeloppervlakte 51 gericht. Deze wijze van vermenging veroorzaakt bij de besproeiing een zeer efficiënte wijze van verstuiving van het bestrij-dingsmiddelfluïdum.
De getoonde en beschreven inrichting is de 25 voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding. Het is echter mogelijk de diverse onderdelen van de inrichting op andere wijzen te combineren. De plaatsing van de luchtcompressor, volgens de voorkeursuitvoeringsvorm op het tweede sproeiwagengestel, is niet noodzakelijk, maar 30 kan ook worden geplaatst op het eerste sproeiwagengestel.
Volgens de uitvinding kan ook op andere wijze het gewas in een kas worden bespoten. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een gestel dat verplaatsbaar is tussen of over de gewassen heen, en waarmee de spuitmiddelen 35 verplaatst worden, zodat het gewas binnen het bereik van de spuitmiddelen komt.
1018899

Claims (19)

1. Werkwijze voor het besproeien van gewassen in kassen, waarbij tenminste één sproeitluïdum wordt 5 geleid naar én gesproeid over een gewas, met het kenmerk, dat tenminste één gas het sproeitluïdum verstuift, voordat het sproeifluïdum over het gewas wordt gespoten.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het sproeifluïdum uit tenminste één vaste 10 bron wordt geleid.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het gas uit een vaste bron wordt geleid.
4. Werkwijze volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat tenminste één van de fluïda onder druk 15 staat.
5. Werkwijze volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de stroom van de fluïda programmeerbaar is.
6. Werkwijze volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat het verstuiven zich langs de gewassen be- 20 weegt en op afstand wordt gecontroleerd.
7. Inrichting voor het besproeien van gewassen in kassen, omvattende ten minste één sproeimiddel, ten minste één zich op afstand bevindende bron met een sproeifluïdum, en toevoermiddelen, voor een verbinding van 25 de bron met de sproeimiddelen, met het kenmerk, dat de inrichting omvat toevoermiddelen voor de verbinding van de sproeimiddelen met tenminste één tweede fluïdumbron.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de tweede fluïdumbron zich op afstand be- 30 vindt.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de tweede fluïdumbron een gas is.
10. Inrichting volgens conclusie 7-9, met het kenmerk, dat de sproeimiddelen tevens verstuivingsmidde- 35 len omvatten.
11. Inrichting volgens conclusie 7-10, met het kenmerk, dat besturingsmiddelen zijn aangebracht die de vermenging controleren. 1018899
12. Inrichting volgens conclusie 7-11, met het kenmerk, dat de sproeimiddelen zijn aangebracht op een langs de gewassen verplaatsbaar sproeiwagengestel, waarbij het sproeiwagengestel tevens omvat bewegingsmiddelen 5 en aandrijfmiddelen.
13. Inrichting volgens conclusie 7-12, met het kenmerk, dat tenminste één van de fluïdumbronnen is aangebracht op een tweede sproeiwagengestel met bewegingsmiddelen en de toevoermiddelen de sproeimiddelen 10 verbinden met deze bron.
14. Inrichting volgens conclusie 7-13, met het kenmerk, dat de toevoermiddelen van tenminste één van de fluïdumbronnen een compressor omvatten.
15. Inrichting volgens conclusie 7-14, met het 15 kenmerk, dat ten minste één van de toevoermiddelen van de fluïdumbronnen een slang-in-slang inrichting omvatten.
16. Inrichting volgens conclusie 7-15, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen de aandrijfmiddelen, de toevoermiddelen en de sproeimiddelen controleren. 20
17· Inrichting volgens conclusie 7-16, met het kenmerk, dat de sproeirichting van de sproeimiddelen instelbaar is.
18. Inrichting volgens conclusie 7-17, met het kenmerk, dat de bewegingsmiddelen van een sproeiwagenge- 25 stel zijn uitgevoerd voor het rijden op een geleidings-baan.
19. Inrichting volgens conclusie 7-18, met het kenmerk, dat de bewegingsmiddelen van het eerste sproeiwagengestel twee wielgroepen omvatten, een eerste wiel- 30 groep, omvattende tenminste drie wielen, die gelagerd aan het gestel verplaatsbaar zijn over een hoofdgeleidings-baan, en een tweede wielgroep, omvattende tenminste drie wielen, die gelagerd aan het gestel verplaatsbaar zijn over een gewasgeleidingsbaan, en het sproeiwagengestel 35 tevens een middel omvat dat twee standen kent, een eerste stand waarbij de eerste wielgroep verplaatsbaar is over de hoofdgeleidingsbaan, en een tweede stand, waarbij de 1018899 tweede wielgroep verplaatsbaar is over de gewasgelei -dingsbaan. 101SSS9
NL1018899A 2001-09-06 2001-09-06 Fluïdumsproeier. NL1018899C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018899A NL1018899C2 (nl) 2001-09-06 2001-09-06 Fluïdumsproeier.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018899A NL1018899C2 (nl) 2001-09-06 2001-09-06 Fluïdumsproeier.
NL1018899 2001-09-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018899C2 true NL1018899C2 (nl) 2003-03-07

Family

ID=19773969

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018899A NL1018899C2 (nl) 2001-09-06 2001-09-06 Fluïdumsproeier.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1018899C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2274666A1 (es) * 2004-07-08 2007-05-16 Francisco Cortes Alvarez Sistema de atomizacion para invernaderos.
CN104663322A (zh) * 2015-02-06 2015-06-03 徐存然 一种大棚用滑轨水箱
CN105197849A (zh) * 2015-09-17 2015-12-30 沈阳农业大学 一种温室用多功能轨道作业车

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3513458A1 (de) * 1984-04-16 1985-10-31 Hans Baden Badertscher Verfahren und einrichtung zur luftbefeuchtung und/oder adiabatischen kuehlung in geschlossenen raeumen
EP0292561A1 (de) * 1986-11-12 1988-11-30 Nauchno-Proizvodstvennoe Obiedinenie Po Selskokhozyaistvennomu Mashinostroeniju Npo Viskhom Vorrichtung zum behandeln von spalierpflanzen in freistehenden wärmehäusern
DE19922435A1 (de) * 1999-05-14 2000-11-30 Bernd Pfalz Verfahren und Geräteaufbau zum Schnellkaltnebeln in großflächigen Gewächshäusern
GR1003586B (el) * 2000-02-14 2001-05-22 Θεοφιλος Κουτσουρελακης Νεφελοψεκαστικο αυτοματο μηχανημα θερμοκηπιων.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3513458A1 (de) * 1984-04-16 1985-10-31 Hans Baden Badertscher Verfahren und einrichtung zur luftbefeuchtung und/oder adiabatischen kuehlung in geschlossenen raeumen
EP0292561A1 (de) * 1986-11-12 1988-11-30 Nauchno-Proizvodstvennoe Obiedinenie Po Selskokhozyaistvennomu Mashinostroeniju Npo Viskhom Vorrichtung zum behandeln von spalierpflanzen in freistehenden wärmehäusern
DE19922435A1 (de) * 1999-05-14 2000-11-30 Bernd Pfalz Verfahren und Geräteaufbau zum Schnellkaltnebeln in großflächigen Gewächshäusern
GR1003586B (el) * 2000-02-14 2001-05-22 Θεοφιλος Κουτσουρελακης Νεφελοψεκαστικο αυτοματο μηχανημα θερμοκηπιων.

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2274666A1 (es) * 2004-07-08 2007-05-16 Francisco Cortes Alvarez Sistema de atomizacion para invernaderos.
CN104663322A (zh) * 2015-02-06 2015-06-03 徐存然 一种大棚用滑轨水箱
CN105197849A (zh) * 2015-09-17 2015-12-30 沈阳农业大学 一种温室用多功能轨道作业车

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2010100869A4 (en) Spraying
EP3456196B1 (en) Sprayer systems with retractable drop apparatuses
US3301487A (en) Sprayer construction for yard tractors employing electro-magnetic clutch and solenoid valves
KR100901835B1 (ko) 주행용 동력분무기
US20060131444A1 (en) Spraying apparatus
US2581678A (en) Wheeled spraying device
RU2654341C1 (ru) Многосекционная дождевальная машина кругового действия
KR100720621B1 (ko) 농작물 재배용 하우스형 시설의 농약 자동살포장치
CZ173496A3 (en) Agricultural sprinkling unit and a system for producing air jet of the agricultural sprinkling unit
US4277026A (en) Liquid chemical spraying apparatus movable by a tower-type water irrigation system
NL1018899C2 (nl) Fluïdumsproeier.
EP1785032A2 (en) Spraying apparatus
JP2015501725A (ja) リキャプチャ用噴霧器シェル
WO1988001539A1 (en) Crop-spraying apparatus
US5383599A (en) Agricultural air/liquid sprayer having an inflatable spraying sleeve
US5489066A (en) Pesticide spray system
RU2705784C1 (ru) Многофункциональный опрыскиватель
US4669662A (en) Mobile spray apparatus
US7337982B1 (en) Irrigation device
JP2009232774A (ja) 農用作業車の薬液散布装置
JP2008017731A (ja) 液体散布支援システム
US2731295A (en) Spraying apparatus
JPH067046A (ja) 散水方法及び散水装置
US20210121900A1 (en) Material Clearing System For An Agricultural Machine
US2883115A (en) Spraying apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100401