NL1018703C2 - Inrichting voor het zuiveren van afvalwater. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het zuiveren van afvalwater.

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 zuiveren van afvalwater omvattende een eerste ruimte, waarin tenminste een eerste laag filtermateriaal en tenminste een tweede laag filter-materiaal opneembaar zijn en waarbij afvalwater via tenminste één bovenin de inrichting aangebrachte inlaatopening onder invloed van de zwaartekracht door de eerste laag en de tweede laag stroomt en via tenminste één 10 onderin de inrichting aangebrachte uitlaatopening de inrichting in gezuiverde vorm verlaat.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit de Europese octrooi publicatie nr. 0 821 658.

Hoewel met name in Nederland 97% van de woonhuizen en 15 bedrijven zijn aangesloten op het rioleringssysteem, zijn met name woningen in de buitengebieden, boerderijen en campings in verband met de heersende wettelijke bepalingen met het oog op het ongezuiverd lozen van afvalwater aangewezen op een andere vorm van afval waterlozing.

Een voorziening voor het behandelen van afvalwater is de 20 opslag van ongezuiverd afvalwater in zogenoemde ondergrondse septic tanks. Dergelijke septic tanks raken na verloop van tijd vol en dienen dan ook geregeld te worden leeggepompt.

Een toepassing, welke voorziet in het ter plaatse zuiveren van afvalwater en het lozen van het gezuiverde afvalwater wordt 25 beschreven in de hiervoor opgevoerde Europese octrooipublicatie. De zuiveringsinrichting wordt bijvoorbeeld verdiept in de grond opgesteld, waarna via een bovenin de inrichting geplaatste inlaatopening het afvalwater de inrichting wordt ingeleid. Onder invloed van de zwaarte kracht stroomt of sijpelt het afvalwater door de eerste filterlaag, 30 waarbij de onopgeloste verontreinigingen in de filterlaag achterblijven. De in het afvalwater opgeloste organische verontreinigingen worden 1018703·« 2 biologisch afgebroken, dat wil zeggen door hiervoor geschikte bacteriecultures, welke zich na veelal korte tijd in het eerste, doch ook in het tweede filtermateriaal ontwikkelen.

De biologische afbraak van de in het afvalwater aanwezige 5 verontreinigingen kan onder aërobe dan wel anaërobe omstandigheden plaatsvinden. De grove filtering door het filtermateriaal en de fijne biologische fi1tering/zuivering door de bacteriecultures in het filtermateriaal resulteert in een stroom gezuiverd afvalwater, dat qua nog aanwezige verontreiniging voldoet aan de wettelijke eisen om direct op 10 het oppervlakte- en/of het grondwater geloosd te worden.

Een bekende toepassing van (biologische) waterzuivering is het de toepassing van een zandfilter, waardoor het afvalwater heen sijpelt. Nadelen van zandfilters zijn gelegen in de mogelijkheid tot dichtslibben van het zandfilter met verontreinigingen (bijvoorbeeld oliën 15 en vetten) uit slibhoudend afvalwater. Anderzijds wordt een zandfilter gekenmerkt door een relatieve hoge doorstroomsnelheid, hetgeen de ontwikkeling van de geschikte bacteriecultures minder bevordert. Daarnaast klinken zandfilters na verloop van tijd in, waardoor de functionaliteit vermindert en de filtrerende c.q. zuiverende werking van 20 het zandfilter stil kan komen te liggen.

Een oplossing om zandfilters laagsgewijs op te bouwen, waarbij in de stromingsrichting van het afvalwater gezien de verschillende zandlagen qua korrel grootte van grof naar fijn zijn opgebouwd, bieden geen afdoende maatregelen ter voorkoming van het 25 dichtslibben van het zandfilter. Na verloop van tijd dient het gehele zandfilter vervangen te worden, hetgeen de functionaliteit en de levensduur van het filtersysteem beperkt en het filtersysteem ook minder geschikt maakt om op afgelegen gebieden in te zetten.

Een andere toepassing van een filtreersysteem volgens de 30 bovengenoemde aanhef maakt gebruik van filtreerlagen samengesteld uit matten van steenwol vezels. Ook bij de toepassing van steenwol matten 1018703« 3 bestaat nog immer het risico van het dichtslibben van het steenwol -materiaal door slibhoudend afvalwater, hetgeen eveneens de functionaliteit en levensduur van een filtreersysteem beperkt, dan wel hem onderhoudsonvriendelijk maakt.

5 De uitvinding beoogt een biologisch zuiveringssysteem te verschaffen, welke gekenmerkt wordt door een relatief lange levensduur, niet de nadelen bezit van de reeds bekende filtersystemen en met name zeer onderhoudsvriendelijk is, hetgeen het filtersysteem volgens de uitvinding zeer geschikt maakt om ingezet te worden op die plaatsen waar 10 een openbaar rioleringssysteem (nog) niet is aangelegd.

Overeenkomstig de uitvinding wordt de inrichting voor het zuiveren van afvalwater hiertoe gekenmerkt doordat tenminste de eerste laag filtermateriaal is opgebouwd uit een groot aantal van poreus materiaal vervaardigde eerste filtreerelementen. Bij voorkeur zijn de 15 filtreerelementen van samengepakt vezel materiaal vervaardigd. Daarbij kunnen de filtreerelementen een regelmatige vorm, bijvoorbeeld een kubus, dan wel een onregelmatige vorm bezitten.

Bij een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding waarbij de inrichting voorts een, door middel van een tussen-20 plaat van de eerste ruimte gescheiden, tweede ruimte omvat waarin tenminste een derde laag filtermateriaal opneembaar is, wordt deze gekenmerkt doordat de derde laag filtermateriaal is opgebouwd uit een groot aantal uit poreus materiaal vervaardigde derde filtreerelementen. Ook deze derde filtreerelementen kunnen van samengepakt vezelmateriaal 25 zijn vervaardigd en een regelmatige vorm, bijvoorbeeld een kubus, dan wel een onregelmatige vorm bezitten.

Bij voorkeur verschillen de eerste en derde filtreerelementen van elkaar en wel zodanig dat zij een verschillende vorm dan wel verschillende afmetingen bezitten. Bij een andere uitvoeringsvorm 30 bezitten de eerste en derde filtreerelementen een verschillende vezel-dichtheid.

10187031" 4

De toepassing van een groot aantal uit samengepakt vezel -materiaal vervaardigde filtreerelementen dient te worden gezocht in .veelal chaotische oriëntatie van de filtreerelementen ten opzichte van elkaar, waardoor enerzijds een goede filtering van de grove 5 verontreinigingen uit het afvalwater mogelijk is en anderzijds in de filtreerelementen de geschikte omstandigheden heersen, welke een biologische afbraak van verontreinigingen mogelijk maken. Het dichtslibben van een dergelijk filterbed zal zodoende niet snel optreden, terwijl tevens het afvalwater voldoende zuiver de inrichting kan 10 verlaten.

Bij een zeer functionele uitvoeringsvorm van de zuiveringsinrichting volgens de uitvinding wordt deze gekenmerkt doordat in de eerste en/of de tweede ruimte een uitneembaar compartiment plaatsbaar is voor het opnemen van de filtreerelementen. Bij een meer specifieke 15 uitvoeringsvorm is het compartiment samengesteld uit tenminste één wateren luchtdoorlatende zak. Doordat de filtreerelementen in de eerste en/of derde ruimte opgenomen zijn in een compartiment, welke uit de inrichting uitneembaar is, is deze filtreerinrichting zeer geschikt voor het ter plaatse verrichten van onderhoud, bij voorkeur verricht door de gebruiker 20 c.q. eigenaar van de zuiveringsinrichting.

Door het compartiment dan wel de water- en luchtdoorlatende zakken uit de inrichting te nemen kan door schudden de onderlinge oriëntatie van de filtreerelementen worden gewijzigd, zodat bijvoorbeeld een naderend en dreigend dichtslibben van het uit filtreerelementen 25 samengestelde filterlaag wordt doorbroken. Door terugplaatsing van het compartiment of de zak met de geheroriënteerde filtreerelementen kan de zuiveringsinrichting wederom in gebruik worden genomen, omdat door de / heroriëntatie filtering en zuivering wederom mogelijk wordt gemaakt.

Eventueel kan de gebruiker c.q. eigenaar van de zuiverings-30 inrichting het betreffende compartiment of de zak zelf met behulp van water reinigen, zodat de filtreerelementen in een gereinigde vorm weer 4018703« 5 geschikt zijn om ingezet te worden als filtermateriaal. Het zal duidelijk zijn dat hierdoor de levensduur van de filtreer- annex zuiveringsinrichting aanmerkelijk wordt verlengd (tot wel twee keer de tot nu toe gebruikelijke levensduur) en eventueel onderhoud dan wel vervanging van 5 het filtermateriaal achterwege kan blijven en ook de inzet van geschikt onderhoudspersoneel niet langer noodzakelijk is.

Bij een andere uitvoeringsvorm van de inrichting wordt deze gekenmerkt doordat de tweede laag filtermateriaal is samengesteld uit tot een vlakke plaat van poreus materiaal, bijvoorbeeld samengepakte 10 vezels. Hiertoe kan bij de specifieke uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding de dichtheid van het poreuze materiaal in de stromings-richting van het afvalwater gezien veranderen en bij een verbijzondering in de stromingsrichting van het afvalwater gezien toenemen.

Meer specifiek is de vlakke plaat van poreus materiaal 15 samengesteld uit een deel laag met een lage dichtheid en een deel laag met een hoge dichtheid.

De toepassing van een dergelijke tweede laag filtermateriaal verschaft een aanvullend filtrerend en zuiverend effect. Terwijl de filtreerelementen in de eerste laag deze tweede laag filter-20 materiaal tegen dichtslibben beschermen, doordat de onopgeloste verontreinigingen door de eerste filtreerelementen uit het afvalwater worden onttrokken, biedt de deellaag met een lage dichtheid van de tweede filtreerlaag de mogelijkheid om kleine verontreinigingen verspreid over de eerste deellaag op te nemen, zodat ook hier dichtslibben en blokkering 25 van de tweede filtreerlaag wordt voorkomen. In de deellaag met een lage dichtheid en de deellaag met een hoge dichtheid kan zodoende de geschikte bacteriecultures zich ontwikkelen ten behoeve van de biologische afbraak van de in het afvalwater aanwezige kleine verontreinigingen.

Ter bevordering van een met name aërobe afbraak van afval-30 stoffen uit het afvalwater wordt de inrichting overeenkomstig de uitvinding gekenmerkt doordat vlak onder de eerste ruimte in de 1018703· 6 inrichting tenminste één inlaatopening voor lucht is aangebracht.

De uitvinding zal nu aan de hand van een tekening nader worden toegelicht welke tekening toont:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het 5 zuiveren van afvalwater overeenkomstig de uitvinding.

De in de Figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm voor een inrichting voor het zuiveren van afvalwater wordt gevormd door een huis 1 dat geheel verdiept in de bodem opneembaar is. Bij deze uitvoeringsvorm bezit de uitvoering een eerste ruimte 2 alsmede een tweede ruimte 3 welke 10 door middel van een tussenplaat 4 van elkaar zijn gescheiden.

In de eerste ruimte 2 zijn op elkaar en in de stromings-richting van het afvalwater gezien een eerste filtreerlaag 5 en een tweede filtreerlaag 7 opgenomen. Overeenkomstig de uitvinding is de eerste filtreerlaag 5 opgebouwd uit een groot aantal filtreerelementen 6, 15 welke van een poreus materiaal zijn vervaardigd, bijvoorbeeld samengepakt vezel materiaal. Zoals de figuur toont bezitten de vele filtreerelementen 6 een onregelmatige vorm. Anderzijds kunnen de filtreerelementen in de vorm van een kubus zijn vervaardigd.

Onder de eerste filtreerlaag 5 is een tweede filtreerlaag 7 20 opgenomen, welke bij voorkeur is samengesteld uit een mat welke van poreus materiaal, bijvoorbeeld steenwol vezels is vervaardigd. Meer specifiek bezit de laag 7 een dichtheid, welke in de stromingsrichting van het afvalwater gezien, dit is in de tekening gezien van boven naar beneden, verandert, en wel meer in het bijzonder toeneemt. Bij een zeer 25 specifieke uitvoeringsvorm welke ook in de Figuur 1 wordt getoond bestaat de tweede filtreerlaag 7 uit een eerste deel laag 8 van samengepakte steenwol vezels welke een lage dichtheid bezit, alsmede een tweede deel 1aag 9 eveneens vervaardigd uit samengepakte steenwol vezels, echter nu met een hogere dichtheid. De functie van deze qua dichtheid 30 veranderende tweede filtreerlaag 7 zal verderop in de beschrijving worden toegelicht.

$018703« 7

Zoals de Figuur 1 tevens toont zijn vlak onder de eerste ruimte 2 en meer in het bijzonder vlak onder de tussenplaat 4 welke de eerste ruimte 2 scheidt van de tweede ruimte 3 een inlaatopening 16 aangebracht voor het inbrengen van lucht. Deze lucht zal mede worden 5 opgenomen door het water, dat door de tussenplaat 4 de eerste ruimte verlaat. De lucht- en met name zuurstof opname in het water bevordert een aërobe biologische afbraak van verontreiniging in de tweede ruimte en bij voorkeur in de derde laag 10. Teneinde de opname van lucht in het afvalwater te bevorderen is vlak onder de tussenplaat 4 ter hoogte van de 10 inlaatopening 16 een groot aantal van kunststof vervaardigde elementen 17 aangebracht.

Hoewel een inrichting voor het zuiveren van afvalwater overeenkomstig de uitvinding zeer goed kan functioneren indien deze slechts één ruimte 2 met daarin opgenomen de eerste filtreerlaag 5 en de 15 tweede filtreerlaag 7 bevat, beschikt de inrichting overeenkomstig de uitvinding bij deze uitvoeringsvorm over een tweede ruimte 3, welke door middel van een tussenlaag 4 van de eerste ruimte 2 wordt gescheiden.

Overeenkomstig de uitvinding is ook in de tweede ruimte 3 een derde filtreerlaag 10 opgenomen, welke overeenkomstig de uitvinding 20 net als de eerste filtreerlaag 5 is samengesteld uit een groot van poreus materiaal bijvoorbeeld samengepakt vezelmateriaal vervaardigde derde fiItreerelementen 11. De derde filtreerelementen 11 kunnen een kleinere vorm dan de eerste filtreerelementen 6 uit de eerste filtreerlaag 5 bezitten en ook de vorm is regelmatig, zijnde een kubus. Eventueel kan de 25 dichtheid van de derde filtreerelementen 11 verschillen van de dichtheid van de eerste filtreerelementen 6. Optioneel is de dichtheid van de derde filtreerelementen 11 hoger dan de dichtheid van de eerste filtreerelementen 5.

Optioneel is bij deze bij een andere uitvoeringsvorm in de 30 ruimte 3 nog een aanvullende vierde laag filtermateriaal 12 opgenomen, welke eveneens bestaat uit een groot aantal in dit geval vierde filtreer- 98018703-* 8 elementen 13. Deze poreuze filtreerelementen 13 bezitten een nog kleinere vorm dan de derde filtreerelementen 11, respectievelijk eerste filtreerelementen 6, zijn eveneens bij voorkeur van samengepakt vezelmateriaal vervaardigd.

5 Voor het zuiveren van afvalwater zijn bovenin de inrichting 1 één of meerdere inlaatopeningen 14 aangebracht waardoor afvalwater de inrichting 1 kan worden ingeleid. Onder invloed van de zwaartekracht sijpelt dit afvalwater door de eerste filtreerlaag 5, de tweede filtreer-laag 7, de tussenplaat 4, en vervolgens door de derde filtreerlaag 10, 10 optioneel door de vierde filtreerlaag 12 en verlaat dan in min of meer gezuiverde vorm de inrichting via één of meerdere uitlaatopeningen 15.

De vele filtreerelementen 6 welke de eerste filtreerlaag 5 vormen dienen voor het onttrekken van grove verontreinigingen uit het afvalwater dat via de inlaatopening(en) 14 de zuiveringsinrichting wordt 15 ingeleid. Afvalwater sijpelt daarbij door de vele tussenruimtes tussen de verschillende filtreerelementen 6. Omdat de filtreerelementen 6 van samengepakt vezelmateriaal zijn vervaardigd en daarbij een poreuze samenstelling bezitten, nemen deze filtreerelementen 6 ook water op, zodat zij na verloop van tijd volledig verzadigd zijn met afvalwater. 20 Door de relatief grote tussenruimten tussen de filtreerelementen 6 kan tevens lucht de eerste filtreerlaag 5 binnendringen hetgeen een geschikte omstandigheid geeft voor het creëren van aërobe bacteriecultures voor een biologische zuivering van het afvalwater, dat in de verschillende filtreerelementen 6 wordt geabsorbeerd. Door de relatieve grote 25 tussenruimtes tussen de verschillende filtreerelementen 6 is de kans op een dichtslibben van de eerste filtreerlaag 5 door de grove verontreinigingen uit het veelal slibhoudend afvalwater gering, omdat er immers altijd andere openingen tussen de verschillende filtreerelementen 6 bestaan waardoor het afvalwater onder invloed van de zwaartekracht naar 30 beneden kan wegsijpelen.

De chaotische oriëntatie van de filtreerelementen 6 in de f013703· 9 laag 5 (en de filtreerelementen 11 in de laag 10) resulteert in een telkens andere vezel oriëntatie van de verschillende filtreerelementen ten opzichte van de stromingsrichting van het afvalwater. Dit betekent dat door deze vezel oriëntatie bepaalde filtreerelementen water absorberen, 5 zodat in dergelijke filtreerelementen een biologische afbraak van verontreinigingen optreedt, terwijl in filtreerelementen met een andere vezel oriëntatie afvalwater door het element heen sijpelt, resulterende in een filtering van het water.

Het afvalwater dat in de eerste filtreerlaag 5 reeds 10 gezuiverd is van de kleine, onopgeloste verontreinigingen kan vervolgens door de tweede filtreerlaag 7 sijpelen, welke volgens de uitvinding bij voorkeur is samengesteld uit een eerste en tweede deellaag 8 respectievelijk 9, welke deellagen elk samengesteld zijn uit samengepakte vezels echter van een verschillende dichtheid. Overeenkomstig de 15 uitvinding bezit de eerste deellaag 8 een lage meer open dichtheid, terwijl de tweede deellaag 9 een hogere dichtheid, dat wil zeggen een meer compacte vorm bezit. Door de lagere dichtheid van de eerste deellaag 8 kunnen eventuele nog in het afvalwater aanwezige kleine verontreinigingen over een relatief groot oppervlak en diepte in de 20 eerste deellaag 8 worden ingekapseld, zonder dat dit nu direct leidt tot een dichtslibben van de tweede filter!aag 7.

Hoewel dit dichtslibben van de tweede filterlaag 7 al wordt vermeden door de samenstelling van de eerste filtreerlaag 5 is het altijd mogelijk dat door de relatief grote tussenruimtes tussen de verschillende 25 eerste filtreerelementen 6 verontreinigingen in het afvalwater de tweede filterlaag 7 kunnen bereiken.

Bij een eerste uitvoeringsvorm van de zuiveringsinrichting overeenkomstig de uitvinding kan het afvalwater dat door de eerste filtreerlaag 5 en de tweede filtreerlaag 7 is gezuiverd een dusdanige 30 kwaliteit bezitten dat dit afvalwater direct op het oppervlaktewater en/of grondwater kan worden geloosd. Echter bij meer vervuild afvalwater 1018708· 10 en ook ten einde afvalwater met een hoger zuiver gehalte te verkrijgen bezit de inrichting overeenkomstig de uitvinding een tweede ruimte 3, waarin een derde filterlaag 10 en optioneel een vierde filterlaag 12 is opgenomen.

5 Analoog aan de samenstelling van de eerste filtreerlaag 5 bezit de derde filtreerlaag 10 (en optioneel de vierde filtreerlaag 12) een groot aantal filtreerelementen 11 (respectievelijk 13) welke eveneens van samengepakt vezelmateriaal is vervaardigd. In deze derde filterlaag 10 treedt een verdere biologische afbraak van het in het afvalwater 10 aanwezige verontreinigingen en wel veelal onder anaërobe omstandigheden.

Het gezuiverde afvalwater kan via één of meerdere uitlaat-openingen 15 de inrichting verlaten en voldoet qua vervuiling aan de wettelijke voorschriften om direct op het oppervlakte- en/of grondwater te kunnen worden geloosd.

15 Dit maakt de zuiveringsinrichting volgens de uitvinding zeer geschikt om ingezet te worden op plaatsen waar een openbaar rioleringssysteem nog niet aanwezig is, bijvoorbeeld bij woningen in de buitengebieden, op boerderijen en campings. De inrichting overeenkomstig de uitvinding is derhalve zeer goed geschikt om toegepast te worden in 20 landen, waarbij het rioleringssysteem nog niet zo ver ontwikkeld is. Met een dergelijke zuiveringsinrichting kan alsnog voor wat betreft de lozing van afvalwater aan de (Europese) wettelijke voorschriften voldoen worden.

Teneinde de levensduur van de zuiveringsinrichting volgens de uitvinding aanzienlijk te verlengen, en met name het onderhoud van de 25 inrichting te vereenvoudigen, zijn de eerste filtreerelementen 6, welke de eerste filtreerlaag 5 vormen, overeenkomstig de uitvinding opgenomen in een compartiment 18 welke eenvoudig uit de inrichting 1 uitneembaar is. Zodoende kan de gebruiker c.q. eigenaar van de zuiveringsinrichting ter plaatse de eerste filtreerlaag 5 uitnemen en eventueel reinigen zodat 30 de filtreerlaag 5 weer geschikt is voor de eerste grove zuivering van het afvalwater. Dit reinigen van de eerste filtreerlaag kan met name 1018703« 11 noodzakelijk zijn in het geval van een naderend dichtslibben wat ondanks de grote tussenruimtes tussen de verschillende filtreerelementen 6 na verloop van tijd toch op kan treden. Hoewel de gebruiker c.q. eigenaar de eerste filtreerlaag 5 niet specifiek met behulp van een hogedrukslang 5 hoeft schoon te spuiten, kan een eenvoudig omschudden van de in het compartiment 18 losgeplaatste filtreerelementen 6 eveneens een nieuwe heroriëntatie van de filtreerelementen 6 opleveren, waarbij door de heroriëntatie c.q. losschudden van de filtreerelementen 6 wederom open tussenruimtes tussen de filtreerelementen 6 ontstaan voor het transport 10 van afvalwater en de onttrekking van grove verontreinigingen hieruit. Dit losschudden c.q. heroriënteren van de filtreerelementen 6 bewerkstelligt tevens een verplaatsing van de eerste grove verontreinigingen door de gehele eerste filtreerlaag 5 en niet specifiek bovenin de eerste filtreerlaag 5. Ook hierdoor wordt een te snel dichtslibben van de 15 filtreerlaag 5 voorkomen en de levensduur van de inrichting aanzienlijk verlengd.

Bij een andere uitvoeringsvorm van de zuiveringsinrichting overeenkomstig de uitvinding beschikt de eerste ruimte 1 niet over compartiment 18, maar zijn de eerste filtreerelementen 6 opgenomen in één 20 of meer water- en luchtdoorlatende zakken 19, welke bijvoorbeeld van stof of maasvormig materiaal kunnen worden vervaardigd. De zakken of het net 19 met filtreerelementen 6 kan eenvoudig door de gebruiker uit de inrichting worden weggenomen en door husselen of schudden kan de oriëntatie van de filtreerelementen 6 worden veranderd. Ook maakt het 25 toepassen van een zak het reinigen hiervan een stuk gemakkelijker.

Het zal duidelijk zijn dat een compartiment 18 eventueel ook in de tweede ruimte 3 kan worden opgenomen. Het zal ook duidelijk zijn dat de derde filtreerlaag 10 dan wel de vierde filtreerlaag 12 eveneens kan worden opgenomen in tenminste één zak 19 zoals getoond in de 30 tweede ruimte 2, zodat ook de filtreerelementen 11 respectievelijk 13 voor reiniging uit de inrichting kunnen worden weggenomen. Anderzijds 1018708· 12 moet worden opgemerkt dat door de specifieke constructie van de zuiveringsinrichting volgens de uitvinding een dermate goede zuivering van het afvalwater en dan met name een zeer goede zuivering van de grove verontreinig!ngen van uit het afvalwater reeds in de eerste ruimte 2 5 wordt verkregen, dat de derde en optionele vierde filtreerlaag 12 permanent in de inrichting 1 worden opgenomen.

Door de toepassing van filtreerelementen 6 in de eerste filtreerlaag 5, welke filtreerelementen 6 bij voorkeur met behulp van het compartiment 18 of de zakken 19 uitneembaar zijn, wordt reeds een zeer 10 goede zuivering van het afvalwater voor wat betreft de grove verontreinigingen verkregen. Het risico van een dichtslibben c.q. verstoppen van de derde filtreerlaag 10 en de optionele vierde filtreerlaag 12 door de grove verontreinigingen wordt hierdoor voorkomen. De zuivering van het afval-water in de tweede ruimte 3 is dan vrijwel 15 volledig biologisch en aëroob van aard.

f0l8703w

Claims (18)

1. Inrichting voor het zuiveren van afvalwater omvattende een eerste ruimte, waarin tenminste een eerste laag filtermateriaal en 5 tenminste een tweede laag filtermateriaal opneembaar zijn en waarbij afvalwater via tenminste één bovenin de inrichting aangebrachte inlaat-opening onder invloed van de zwaartekracht door de eerste laag en de tweede laag stroomt en via tenminste één onderin de inrichting aangebrachte uitlaatopening de inrichting in gezuiverde vorm verlaat, met 10 het kenmerk, dat tenminste de eerste laag filtermateriaal is opgebouwd uit een groot aantal van poreus materiaal vervaardigde eerste filtreerelementen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste filtreerelementen van samengepakt vezelmateriaal zijn vervaardigd.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de eerste filtreerelementen een regelmatige vorm bezitten, bijvoorbeeld een kubus.

4. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste filtreerelementen een 20 onregelmatige vorm bezitten.

4 *

5. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting voorts een, door middel van een tussenplaat van de eerste ruimte gescheiden, tweede ruimte omvat waarin tenminste een derde laag filtermateriaal opneembaar is, met het kenmerk, 25 dat de derde laag filtermateriaal is opgebouwd uit een groot aantal van poreus materiaal vervaardigde derde filtreerelementen.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de derde filtreerelementen van samengepakt vezelmateriaal zijn vervaardigd.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat 30 de derde filtreerelementen een regelmatige vorm bezitten, bijvoorbeeld een kubus. 1018709« 4 ‘

8. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de derde filtreerelementen een onregelmatige vorm bezitten.

9. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 5 tot en met 8, met het kenmerk, dat de eerste en de derde filtreerelementen een 5 verschillende vorm bezitten.

10. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 5 tot en met 9, met het kenmerk, dat de eerste en de derde filtreerelementen verschillende afmetingen bezitten.

11. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 5 tot en 10 met 10, met het kenmerk, dat de eerste en de derde filtreerelementen een verschillende vezel dichtheid bezitten.

12. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de eerste en/of de tweede ruimte een uitneembaar compartiment plaatsbaar is voor het opnemen van de 15 filtreerelementen.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het compartiment is samengesteld uit tenminste één als een water- en luchtdoorlatende zak.

14. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat de tweede laag filtermateriaal is samengesteld uit een vlakke plaat van poreus materiaal, bijvoorbeeld van samengepakte vezels.

15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de dichtheid van het poreuze materiaal in de stromingsrichting van het 25 afvalwater gezien verandert.

16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de dichtheid van het poreuze materiaal in de stromingsrichting van het afvalwater gezien toeneemt.

17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de 30 vlakke plaat van poreus materiaal is samengesteld uit een deel laag met een lage dichtheid en een deel laag met een hoge dichtheid. 1018701· I ‘

18. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat vlak onder de eerste ruimte in de • inrichting tenminste één inlaatopening voor lucht is aangebracht. 5 1018703«