NL1018329C1

NL1018329C1 - Parketsysteem.

Info

Publication number: NL1018329C1
Application number: NL1018329A
Authority: NL
Inventors: Jan De Vries
Original assignee: Some Vena Handelmij B V
Priority date: 2001-06-19
Filing date: 2001-06-19
Publication date: 2002-12-20

Description

- I -

Korte aanduiding: Parketsysteem

De uitvinding heeft betrekking op een parketsysteem dat par-kettegels en/of parketstroken omvat.

Zwevend parket, dat wil zeggen een parket dat niet vastgespij-5 kerd of gelijmd wordt op de ondergrond maar dat opneembaar moet blijven, wordt gewoonlijk voorzien van een messing- en groefverbinding. Niet alleen is een messing wat moeilijker te vervaardigen dan een groef, maar vooral heeft hij het risico dat hij beschadigt of zelfs geheel of gedeeltelijk afbreekt, waardoor dan geen goede verbinding 10 van naburige tegels of stroken meer kan worden verkregen. Dit bescha-digings- en breukrisico bestaat bij de fabricage, het transport en bij het leggen.

De uitvinding beoogt hiervoor een oplossing te verschaffen.

Daartoe omvat het parketsysteem volgens de utvinding parkette-15 gels of -stroken die voorzien zijn van groeven aan alle zijden, en in . twee tegenover elkaar liggende groefdoorsneden passende verbindings-strips. De verbindingsstrips kunnen uiteraard uit kunststof worden vervaardigd, waardoor het gevaar van beschadiging, dat bij een messing resulteert in het feit dat hij deel uitmaakt van het hout van 20 het parketdeel, in het geheel niet meer aanwezig is.

Bij voorkeur zijn de verbindingsstrips aan beide einden naar weerszijden onder 45° afgeschuind, waardoor de strips die in een te-gelhoek bij elkaar komen in verstek kunnen komen te liggen.

Het inschuiven van de strips in de groeven van de parkettegels 25 of -stroken wordt vergemakkelijkt wanneer de verbindingsstrips in de dwarsdoorsnede afgeronde, of eventueel afgeschuinde hoeken hebben.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 1 toont twee parkettegels met een verbindingsstrip vóór 30 de montage.

Fig. 2 is een doorsnede volgens de pijlen II-II in fig. 1;

Fig. 3 geeft een voorkeursuitvoering van een verbindingsstrip, waarbij

Fig. 4 een detail op grotere schaal toont.

f O f ^ '·, " S-.S £- V..

- 2 -

Men ziet in fig. 1 dat alle tegels 1, 2 aan alle zijden voorzien zijn van een groef 3, 4.

Tussen eik paar tegen elkaar te leggen zijden van naburige tegels kan een verbindingsstrip 5 worden aangebracht, zoals die wederom 5 voor de montage in fig. 2 in doorsnede weergegeven is. De doorsnede van de verbindingsstrip 5 is in hoofdzaak rechthoekig, waarbij evenwel alle hoeken van de doorsnede een kleine afrondingsstraal R of eventueel een afschuir.ing bezitten, zodat styrip 5 makkelijker in de groef 4 geschoven kan worden.

10 De breedte van strip 5 is bij voorkeur uiteraard zo gekozen dat hij gelijk is aan het dubbele van de diepte van de groeven zoals 4, zodat hij na het tegen elkaar tikken van de beide tegels de hele ruimte van de cp e_kaar aansluitende groeven in de twee tegels opvult .

15 Zoals blijkt uit fig. 1 is de lengte van strip 5 bij voorkeur zo gekozen dat hij overeenkomt met de uitwendige tegelmaat, en dan voorzien van afschuiningen onder 45" , zoals aangeduid door 6, naar weerskanten, zodat de strips in de tegelhoeken in verstek tegen elkaar aan komen te liggen.

20 Fig. 3 geeft bijzonderheden van een voorkeursuitveering van zo'n strip 5. Die is dan van kunststofmateriaal vervaardigd waarbij als materiaalbesparing uitsparingen 7 in de dwarsdoorsnede van het materiaal aangebracht kunnen zijn.

Voor lange stroken behoeft men de strips niet altijd op leng-25 ten te leveren die overeenkomen met de strooklengte, maar er kunnen dan meerdere korte strips worden toegepast, waardoor de montage van de stroken wordt vereenvoudigd. Om de strips vanuit een standaardlengte te verkorten ziet men uit het detail van fig. 4 nog dat er op één plaats (maar het kan ook op meerdere plaatsen) inkepingen zoals 30 8, 8' en 9 zijn aangebracht. Deze dienen als aanduiding van te maken zaagsneden voor hec verkorten van een standaard striplengte. Zoals de tekening laat zier., zijn die inkepingen 8, 9 dan bij voorkeur zo aangebracht dat weer een punt met een afschuining onder 45° ontstaat om op de hoek van de parketcegel of de parketstrcok de scrips weer in 35 verstek tegen elkaar te kunnen leggen.

Claims

1. Parketsysteem, omvattende parkettegels (1, 2) of -stroken, met het kenmerk dat de tegels of stroken voorzien zijn van groeven (3, 4) 5 aan alle zijden, en in twee tegenover elkaar liggende groefdoorsneden passende verbindingsstrips (5) aanwezig zijn.

2. Parketsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de verbindingsstrips (5) aan beide einden naar weerszijden onder 45° (6) afgeschuind zijn.

3. Parketsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de verbindingsstrips (5) op een of meer plaatsen voorzien zijn van inkepingen (8, 8', 9) als aanduiding voor zaagsneden om de strips in te korten.

4. Parketsysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de inke-15 pingen (8, 8', 9) zo aangebracht zijn dat na doorzagen weer een naar weerszijden onder 45° afgeschuind einde ontstaat.

5. Parketsysteem volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk dat der verbindingsstrips (5) vervaardigd zijn van kunststof met uitsparingen (7) in het materiaal binnen de randen.

6. Parketsysteem volgdns een der conclusies 1-5, met het kenmerk dat de verbindingsstrips (5) in de dwarsdoorsnede afgeronde of afgeschuinde hoeken hebben.