NL1018319C2 - Stroomrailsysteem. - Google Patents

Stroomrailsysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1018319C2
NL1018319C2 NL1018319A NL1018319A NL1018319C2 NL 1018319 C2 NL1018319 C2 NL 1018319C2 NL 1018319 A NL1018319 A NL 1018319A NL 1018319 A NL1018319 A NL 1018319A NL 1018319 C2 NL1018319 C2 NL 1018319C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
strips
busbar system
profiles
legs
clamping body
Prior art date
Application number
NL1018319A
Other languages
English (en)
Inventor
Richard Bloemendal
Andre Peter Willem Van Zaalen
Original Assignee
Akapp Electro Ind B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Akapp Electro Ind B V filed Critical Akapp Electro Ind B V
Priority to NL1018319A priority Critical patent/NL1018319C2/nl
Priority to DE10262218A priority patent/DE10262218B4/de
Priority to DE2002127079 priority patent/DE10227079B4/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1018319C2 publication Critical patent/NL1018319C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G5/00Installations of bus-bars
    • H02G5/06Totally-enclosed installations, e.g. in metal casings
    • H02G5/08Connection boxes therefor

Landscapes

  • Current-Collector Devices For Electrically Propelled Vehicles (AREA)
  • Connections Effected By Soldering, Adhesion, Or Permanent Deformation (AREA)

Description

51 roomra i1svst eem
De uitvinding heeft betrekking op een stroom-railsysteem voor een stroomafnemer, omvattend tenminste twee aangrenzende kunststof profielen die in hoofdzaak U-vormig zijn en waarin een aantal zich in profielrichting 5 uitstrekkende stroomgeleidende stroken gemonteerd zijn.
Stroomrailprof ielen voor stroomafnemers van kranen en dergelijke, zoals in een hal of op opslagter-reinen, kunnen een grote lengte bezitten, bijvoorbeeld zo'n 60 meter. Deze lengte wordt gerealiseerd met een 10 reeks opeenvolgende profielen. Aan een eind is een eerste railprofiel plaatsvast bevestigd en de volgende profielen zijn vrij verschuifbaar opgehangen in beugels.
De railprofielen zijn van kunststof en doorgaans door extrusie gevormd, terwijl de daarin opgenomen stroom-15 geleidende stroken van metaal, zoals koper, zijn vervaardigd. Hierdoor zijn de warmte-uitzettingscoëfficiënten verschillend, zodanig dat het profiel verder uitzet dan de stroken. Bij deze bewegingen moet er voor gezorgd worden dat de stroken van van elkaar opvolgende profielen op 20 stroomgeleidende wijze met elkaar verbonden blijven.
Een bekende manier om dit te doen is op de einden van de stroken stekers te monteren, welke stekers in elkaar geschoven kunnen worden. Een andere bekende verbindingsmethode is om de stroken aan de einden haaks om 1018319 2 te zetten en dan de omgezette einden middels bout-moerver-bindingen tegen elkaar te klemmen.
Nadelig aan deze bekende montagemethodes is dat deze veel montagehandelingen vergen en/of aanpassing van 5 de profieleinden.
Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen.
Vanuit een aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een stroomrail systeem van de in de aanhef genoemde 10 soort, waarbij het systeem voorts omvat middelen voor onderlinge, stroomgeleidende verbinding van met elkaar in lijn liggende stroken van de twee aangrenzende profielen, waarbij de stroken in profielrichting uitsteken van de profielen, waarbij de verbindingsmiddelen vervaardigd zijn 15 van stroomgeleidend materiaal en gevormd zijn als klem-lichaam voor klemming op de met elkaar te verbinden stroken, in het bijzonder om te klemmen om de langsranden van de stroken.
Aldus wordt op gemakkelijke wijze, met behulp 20 van slechts een enkel voorwerp, het klemlichaam, een stroomvoerende verbinding van de stroken gerealiseerd. De montage is hierdoor sterk vereenvoudigd. De stroken kunnen hierbij reeds vooraf in de profielen gevoerd zijn, voordat de profielen geplaatst worden. Met de klemming volgens de 25 uitvinding wordt een betrouwbaar contact verzekerd, ter plaatse van de randen van de stroken. Demontage is eveneens eenvoudig. De lengte van de uitstekende strookeinden kan worden benut.
Bij voorkeur werkt het klemlichaam klemmend op 30 de stroken in een richting in het vlak van de stroken, dwars op de lengterichting.
De stroken kunnen omgezette einden bezitten, in welk geval het voordelig is dat het klemlichaam gevormd is om de omgezette einden van beide stroken te omgrijpen. Het 35 klemlichaam kan een stroomvoerende verbinding vormen tussen de omgezette einden, en/of de omgezette einden vormen een met de stroken een geheel vormend middel voor 1018319 3 het in profielrichting vastleggen van de positie van het klemlichaam op de stroken.
Bij voorkeur bezit het klemlichaam een U-vormige dwarsdoorsnede, waarbij de benen van de U-vorm opneemruim-5 tes bepalen voor de langsranden van de stroken. Door de U-vorm is het klemlichaam makkelijk en zeker hanteerbaar tijdens de montagehandelingen. De opneemruimtes zijn bij voorkeur begrensd door hol gebogen gedeelten van de benen.
Bij voorkeur zijn de opneemruimtes aan de einden 10 van de benen gelegen, waardoor montage vanuit een richting dwars op de stroken vergemakkelijkt wordt.
Het heeft daarbij verder de voorkeur dat de opneemruimtes aan de einden van het klemlichaam een in-voergedeelte vormen, zodat -indien gewenst- ook (vooraf) 15 montage in lengterichting van de profielen vergemakkelijkt wordt.
Het heeft hierbij verder de voorkeur dat de U-vorm veerkrachtig is, zodat de benen bij montage enigszins kunnen wijken om daarna weer terug te veren voor het 20 vasthoudend contact maken met de stroken.
In het geval van omgezette einden van de stroken heeft het de voorkeur dat de U-vorm in de benen voorzien is van dwars op de profielrichting staande gleuven voor opname van de omgezette einden, zodat de strookeinden in 25 profielrichting vastgelegd zijn, eventueel met speling, maar ook een montage vanuit een richting dwars op de lengterichting van de profielen mogelijk is.
Het heeft daarbij de voorkeur dat in elk been een centrale gleuf aanwezig is, zodat het klemlichaam 30 eenvoudig blijft.
Invoering in genoemde dwarsrichting van de omgezette strookeinden wordt bevorderd indien de gleuf een uitlopend invoergedeelte bezit.
Indien het klemlichaam met lengtespeling aan-35 gebracht is tussen de beide profielen hebben de profielen voldoende (relatief) uitzettingsruimte.
Vanuit en ander aspect voorziet de uitvinding in 10 183 19 4 een stroomrailsysteem van de in de aanhef genoemde soort, voorts voorzien van een U-vormige mof die over de tussenruimte tussen de profielen reikt en over eindgedeelten van de beide profielen, waarbij de mof bestaat uit twee 5 samenklikbare delen. Hiermee wordt bereikt dat op eenvoudige wijze de opening tussen de beide profielen af-gedekt wordt tussen vuil en voorts de profielen met elkaar in lijn worden gehouden. De beide mofdelen zijn makkelijk plaatsbaar door de snapverbinding.
10 Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een stroomrailsysteem van de in de aanhef genoemde soort, voorts voorzien van een U-vormige mof die over de tussenruimte tussen de profielen reikt en over eindgedeelten van de beide profielen, waarbij de mof aan 15 het eind van beide benen van de U-vorm voorzien is van een steunstrook, die in lijn ligt met voor de stroomafnemer bestemde steunstroken aan de aansluitende benen van de U-vormige profielen. Door de steunstrook wordt de mof een extra functie gegeven, namelijk die van voortgezette en 20 . nagenoeg aansluitende ondersteuning voor de stroomafnemer.
De steunstroken vormen voorts een begrenzing voor de mate waarin de profielen elkaar kunnen naderen.
Bij voorkeur zijn de steunstroken voorzien van een opneemruimte voor bevestiging van een afdichtstrip, 25 zodat de voor de profielen gebruikelijke afdichtstrip kan doorlopen.
De uitvinding voorziet voorts in een klemlichaam en/of een mof kennelijk geschikt en bestemd voor het stroomrailsysteem volgens de uitvinding.
3 0 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voor-beelduitvoering. Getoond wordt in:
Figuur 1 een voorbeeld van een verbindingssamen-stel volgens de uitvinding in een stroomrailsysteem, in 35 uiteengenomen toestand;
Figuren 2A-D respectievelijk een zij-aanzicht, eindaanzicht, onderaanzicht en perspectief op een klem in 1018319 5 het verbindingssamenstel van figuur 1;
Figuren 3A en 3B een doorsnede op het verbindingssamenstel van de voorgaande figuren, respectievelijk tijdens het maken van de verbinding en op een moment 5 daarna;
Figuren 4A-C schematische weergaven van enige gebruiksmomenten van het verbindingssamenstel volgens de uitvinding;
Figuren 5A-F enige aanzichten en doorsneden van 10 het verbindingssamenstel volgens de uitvinding, tijdens en na het plaatsen van een mof daarvoor.
In figuur 1 zijn weergegeven twee railprofielen 2a, 2b, die middels extrusie vervaardigd zijn van bijvoorbeeld PVC. Zoals te zien is in figuren 3A en 3B zijn deze 15 profielen 2a, 2b in hoofdzaak U-vormig, met een binnenruimte 12 waardoorheen een stroomafnemer (niet weergegeven) verplaatst kan worden, waarbij de opening 16 aan de onderzijde dient voor de verbindingsdelen tussen de stroomafnemer en de kabel voor de daarmee verbonden kraan 20 of iets dergelijks. Aan de binnenomtrek is het profiel 2a, 2b voorzien van omgezette stroken 13, die opneemruimtes 14 voor de koperstrippen 3a, 3b bepalen. Aan weerszijden van de doorgang 16 zijn in naar binnen omgeslagen gedeelten van het profiel 2a opneemruimtes 15 gevormd, waarin een 25 flexibele afdichtstrook (niet weergegeven) bevestigd kan worden. Hiermee wordt op op zich bekende wijze stof en dergelijke uit de binnenruimte 12 gehouden, in welke binnenruimte ook de stripvormige kopergeleiders 3a dan wel 3b opgenomen zijn. Tegen deze koperstrippen drukken de 30 koolborstels van de niet weergegeven stroomafnemer.
Zoals in figuur 1 gesuggereerd is zijn de koperstrippen 3a, 3b langer dan de profielen 2a, 2b. In een voorbeeld kan dit aan elk profieleind 3 0 mm zijn. Aan de einden zijn de koperstrippen 3a, 3b haaks omgezet in 35 lippen 23a, 23b. Deze omzetting kan in dit voorbeeld 7,5 mm zijn.
Het verbindingssamenstel van figuur 1 omvat 1018319 6 voorts messing klemmen 4, die nader weergegeven zijn in figuren 2A-D. Zij zijn in doorsnede (figuur 2B) U-vormig, met benen 6a, 6b en brug 6c, als één geheel gevormd. De benen 6a, 6b zijn aan hun uiteinden 7a, 7b gebogen om naar 5 elkaar toegekeerde langsgroeven 8a, 8b te vormen. Deze groeven passen bij de koperstrippen 3a, 3b.
Zoals in figuur 2A te zien is zijn in beide benen 6a, 6b in het langsmidden daarvan naar beneden openende gleuven 9a voorzien, die voorzien zijn van schui-10 ne inloopranden 10a. Inloopranden 11a, 11b zijn ook gevormd aan de langsuiteinden van de uiteinden 7a, 7b, zie figuur 2C.
Tenslotte is in figuur 1 nog een mof 5 weergegeven, die bestaat uit identieke delen 5a, 5b. Zoals in de 15 figuren 5A-F te zien is bezit elk mofdeel 5a, 5b een zijwaarts gerichte opneemruimte 24a, 24b, met scheidings- schotten 40a, 40b, alsmede een samengestelde bovenopneem- ruimte 31. Naast de opneemruimten 24a, 24b en 31 bevinden zich wanden 25a, 25b, die in U-vorm passen over de buiten-20 omtrek van de rails 2a, 2b.
Aan weerszijden van de bovenopneemruimte 31 bevinden zich flenzen 34a, 34b, die elk nabij één eind voorzien zijn van een snapvork 26a, 2 6b, en nabij het andere eind voorzien zijn van een snapkokers 27a, 27b.
25 Aan de onderzijde zijn de mofdelen 5a, 5b voor zien van horizontaal binnenwaarts reikende langsstroken 28a, 28b (figuur 5F) , die elk een opneemruimte 33a, 33b voor de voornoemde afdichtstrook bepalen. De stroken 28a, 28b laten tussen zich een spleetruimte 32 over, die gelijk 30 is aan spleetruimte 16 van het profiel 2a, 2b.
Bij het samenstellen van de verbinding worden de omgezette einden 23a, 23b van met elkaar in lijn liggende koperen strippen 3a, 3b dicht tegen elkaar geplaatst, en dan, achtereenvolgens voor de maximaal zeven koperen 35 strippen, de klemmen 4 aangebracht. Hiertoe plaatst men bijvoorbeeld de groef 8a op de bovenrand van de koperen strips 3a, 3b, in de toestand weergegeven links onderin 1018319 7 figuur 3A. De omgezette gedeelten 23a, 23b reiken hierbij door de gleuf 9a en eventueel 9b. De klem 4 kan dan verdraaid worden in de richting B naar de positie weergegeven links midden in figuur 3A. De omgezette gedeelten 23a 5 reiken dan ook door de gleuf 9b. Tenslotte is de situatie links boven in figuur 3A bereikt, waarin ook de groef 8b om de koperstrippen 3a, 3b geklikt is. De inherente veer-spanning in de klem 4 zorgt ervoor dat de klem 4 stevig om de randen van de koperen strippen 3a, 3b klemt en daarmee 10 geleidend contact maakt. De omgezette gedeelten 23a, 23b blijven hierbij reiken door de gleuven 9a, 9b.
Uiteindelijk is de situatie weergegeven in figuur 3B bereikt, en kunnen de mofdelen 5a, 5b aangebracht worden. Eerst wordt bijvoorbeeld mofdeel 5b ge-15 plaatst, waarbij de steunstrook 28b past tussen de beide profielen 2a, 2b (zie bijvoorbeeld figuren 5A-C) . Dan brengt men het mof deel 5a aan, waarbij de snapvorken 26a, 26b achter de randen in de eindopeningen van de snapkokers 27a, 27b grijpen, zoals weergegeven in figuur 5D. De mof 5 20 is dan vastgelegd, en de toestand weergegeven in figuur 5F gerealiseerd.
De mof 5 biedt met gedeelten 25a, 25b voldoende lengte voor verschuiving van de profielen 2a, 2b ten opzichte daarvan. De begrenzing wordt gevormd door de 25 lengte van de steunstroken voor de stroomafnemer 28a, 28b. De wanddelen 25a, 25b bevorderen daarenboven de uitlijning tussen de profielen 2a, 2b.
De klemmen 4 hebben een lengte die vergelijkbaar is met die van de steunstroken 2 8a, 28b. Door de gleuven 30 9a, 9b worden de beide omgezette gedeelten althans vlak bij elkaar gehouden. Het geleidende contact tussen de strips 3a, 3b wordt verkregen door het langwerpige contact van de omgezette einden 7a, 7b met de randen van de koperen strips 3a, 3b.
35 Zoals te zien is in figuren 4A-C kunnen de profielen 2a, 2b vrij uitzetten ten opzichte van de koperen strippen 3a, 3b, zonder dat de verbinding zich wij- 1018319 8 zigt. Is in figuur 4A sprake van een kleinste referentie-lengte van de profielen 2a, 2b, bijvoorbeeld bij -20°C, waarbij de afstand aan weerszijden van de klem 4 ten opzichte van de profieleinden SI bedraagt, in figuur 4B is 5 sprake van de situatie van 20°C, waarin de tussenafstanden verkleind zijn tot S2. In figuur 4C is sprake van warme omstandigheden, bijvoorbeeld 50°C, waarin de profielen bijna maximaal zijn uitgezet, en de voornoemde afstand verkleind is tot S3.
1018319

Claims (19)

1. Stroomrailsysteem voor een stroomafnemer, omvattend tenminste twee aangrenzende kunststof profielen die in hoofdzaak U-vormig zijn en waarin een aantal zich in profielrichting uitstrekkende stroomgeleidende stroken 5 gemonteerd zijn, waarbij het systeem voorts omvat middelen voor onderlinge, stroomgeleidende verbinding van met elkaar in lijn liggende stroken van de twee aangrenzende profielen, waarbij de stroken in profielrichting uitsteken van de profielen, waarbij de verbindingsmiddelen vervaar- 10 digd zijn van stroomge leidend materiaal en gevormd zijn als klemlichaam voor klemming op de met elkaar te verbinden stroken, in het bijzonder om te klemmen op de langsranden van de stroken.
2. Stroomrailsysteem volgens conclusie 1, waar- 15 bij het klemlichaam klemmend werkt op de stroken in een richting in het vlak van de stroken, dwars op de langs-richting.
3. Stroomrailsysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij het klemlichaam een U-vormige dwarsdoorsnede 20 bezit, waarbij de benen van de U-vorm opneemruimtes bepalen voor de langsranden van de stroken.
4. Stroomrailsysteem volgens conclusie 3, waarbij de opneemruimtes begrensd zijn door hol gebogen gedeelten van de benen.
5. Stroomrailsysteem volgens conclusie 3 of 4, waarbij de opneemruimtes aan de einden van de benen gelegen zijn.
6. Stroomrailsysteem volgens conclusie 4 of 5, waarbij de opneemruimtes aan de einden van het klemlichaam 30 een invoergedeelte vormen.
7. Stroomrailsysteem volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij de U-vorm veerkrachtig is. 1018319
8. Stroomrailsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de stroken omgezette einden bezitten, waarbij het klemlichaam bij voorkeur gevormd is om de omgezette einden van beide stroken te omgrijpen.
9. Stroomrailsysteem volgens conclusies 4 en 8, waarbij de U-vorm in de benen voorzien is van dwars op de profielrichting staande gleuven voor opname van de omgezette einden.
10. Stroomrailsysteem volgens conclusie 9, waar- 10 bij in elk been een centrale gleuf aanwezig is.
11. Stroomrailsysteem volgens conclusie 9 of 10, waarbij de gleuf een uitlopend invoergedeelte bezit.
12. Stroomrailsysteem volgens een der conclusies 5-9, waarbij het klemlichaam met lengtespeling aangebracht 15 is tussen de beide profielen.
13. Stroomrailsysteem volgens een der voorgaande conclusies, voorts voorzien van een U-vormige mof die over de tussenruimte tussen de profielen reikt en over eindgedeelten van de beide profielen, waarbij de mof 20 bestaat uit twee samenklikbare delen.
14. Stroomrailsysteem volgens conclusie 13, waarbij de mofdelen aan het eind van de benen van de U-vorm voorzien zijn van een steunstrook, die in lijn ligt met voor de stroomafnemer bestemde steunstroken aan de 25 aansluitende benen van de U-vormige profielen.
15. Stroomrailsysteem volgens een der conclusies 1-12, voorts voorzien van een U-vormige mof die over de tussenruimte tussen de profielen reikt en over eindgedeelten van de beide profielen, waarbij de mof aan 30 het eind van beide benen van de U-vorm voorzien is van een steunstrook, die in lijn ligt met voor de stroomafnemer bestemde steunstroken aan de aansluitende benen van de U-vormige profielen.
16. Stroomrailsysteem volgens conclusie 15, 35 waarbij de steunstroken voorzien zijn van een opneemruimte voor bevestiging van een afdichtstrip, zodat de voor de profielen gebruikelijke afdichtstrip kan doorlopen. 1018319
17. Stroomrailsysteem voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
18. Klemlichaam kennelijk geschikt en bestemd voor het stroomrailsysteem volgens een der voorgaande conclusies.
19. Mof kennelijk geschikt en bestemd voor het stroomrailsysteem volgens een der conclusies 13-16. 10 -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/MB 10183 19
NL1018319A 2001-06-18 2001-06-18 Stroomrailsysteem. NL1018319C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018319A NL1018319C2 (nl) 2001-06-18 2001-06-18 Stroomrailsysteem.
DE10262218A DE10262218B4 (de) 2001-06-18 2002-06-17 Stromschienensystem
DE2002127079 DE10227079B4 (de) 2001-06-18 2002-06-17 Stromschienesystem

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018319A NL1018319C2 (nl) 2001-06-18 2001-06-18 Stroomrailsysteem.
NL1018319 2001-06-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018319C2 true NL1018319C2 (nl) 2002-12-19

Family

ID=19773570

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018319A NL1018319C2 (nl) 2001-06-18 2001-06-18 Stroomrailsysteem.

Country Status (2)

Country Link
DE (2) DE10227079B4 (nl)
NL (1) NL1018319C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102007039143B4 (de) * 2007-08-18 2010-06-17 Conductix-Wampfler Ag Klemmverbinder für eine Schleifleitung
DE102009034792A1 (de) * 2009-07-25 2011-01-27 Demag Cranes & Components Gmbh Anordnung zum Verbinden von zwei aufeinander folgenden Schleifleitungsschienen
EP4270680A1 (en) * 2022-04-28 2023-11-01 Zumtobel Lighting GmbH Busbar and trunking rail for luminaires or other electrical devices

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH339963A (de) * 1954-11-22 1959-07-31 Tourtellier S A R L Ets Stromschienenanlage zur nicht ortfesten Entnahme von elektrischem Strom
DE59003629D1 (de) * 1990-04-13 1994-01-05 Fahrleitungsbau Gmbh Verfahren zum Montieren eines Bahnsystems und hierfür geeigneter Verbinder.
DE4141799C2 (de) * 1991-12-18 1999-04-22 Vahle Paul Kg Stromschienenverbinder
FR2759329B1 (fr) * 1997-02-10 1999-05-07 Const Electr Fels Dispositif d'alimentation electrique par gaine et prise mobile de courant
DE19807792C2 (de) * 1998-02-19 2000-01-27 Mannesmann Ag Verbinder für zwei aufeinanderfolgende Schleifleitungsteilstücke
DE19845902C2 (de) * 1998-10-06 2002-05-08 Vahle Paul Kg Verbinder für Stromschienen von Sicherheitsschleifleitungen

Also Published As

Publication number Publication date
DE10227079B4 (de) 2010-06-02
DE10227079A1 (de) 2003-02-06
DE10262218B4 (de) 2009-07-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6193434B1 (en) Connecting splice for cable trough sections, and resulting cable trough sections
US5046766A (en) Connector for corrugated tubes
NL1018319C2 (nl) Stroomrailsysteem.
RU2431911C1 (ru) Решетчатый желоб, соединение решетчатых желобов и способ изготовления такого решетчатого желоба
US4521838A (en) Tubular electric lamp fixture
CA1119263A (en) Transmission line carrier
US6315600B1 (en) Cable connector and method for connecting a cable to a cable connector
FI77106C (fi) Kantfoerband foer mot varandra stoedande straengpressningsprofiler.
CN100407530C (zh) 母线接头
NL8000758A (nl) Inrichting voor het afdichten van verbindingsplaatsen bij een doorlopend voorwerp, in het bijzonder van kabelmoffen.
EP2346129B1 (en) Clamping system for connecting wire mesh cable channel sections
EP1866187B1 (fr) Dispositif de support et de guidage de conducteurs optiques, pneumatiques, hydrauliques ou electriques
JPH01289080A (ja) 変形自在の電気接続システム
US6782997B2 (en) Deflecting device for conveyor
NL1029102C2 (nl) Meervoudige buizenklem.
JPH0251684A (ja) 少なくとも1個の細長い丸形部材を固定するためのホルダー
EP0910137A1 (en) Improvements in power tracks
JPS595458B2 (ja) 剛体トロリ線
GB2038109A (en) Improvements in or relating to cable ladders
EP0636753A2 (fr) Bras articulé pour ensemble support de toile de store
WO2004105196A1 (en) Connection device for prefabricated electric ducts in electric lines for lighting systems
FR2525579A1 (fr) Perfectionnements aux tourets
NL1035255C2 (nl) Beugel.
NL1013323C2 (nl) Stroomafnemer en koppelstuk daarvoor.
NL9101887A (nl) Ladderkabelbaan.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Effective date: 20150210

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150701