NL1017578C2 - Zijdelings zwenkbaar en losneembaar onder een vaartuig bevestigd zwaard. - Google Patents

Description

ZIJDELINGS ZWENKBAAR EN LOSNEEMBAAR ONDER EEN VAARTUIG BEVESTIGD ZWAARD

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vaartuig, voorzien van een in het middenlangsvlak onder het vaartuig vast te maken zwaard en daarmee koppelbare zwaard verplaatsingsmiddelen.

10 De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een zwaard inbouw eenheid, voorzien van zijwaartse zwenkmiddelen voor toepassing in een vaartuig volgens de uitvinding.

15 Van algemene bekendheid zijn vaartuigen -waarbij in het bijzonder gedacht kan worden aan de wat kleinere boten, zoals zeilboten- die zijn voorzien van een zogeheten zwaard, dat de stabiliteit, gewichtsverdeling en de vaareigenschappen van het vaartuig gunstig beïnvloedt. Een 20 dergelijk zwaard bevindt zich of ter zijde van de boot, of in het middenlangsvlak van de boot. Sommige vaartuigen in de wat zwaardere gewichtsklasse hebben een vast onder het vaartuig bevestigd zwaard. Bij sommige andere van die vaartuigen is het zwaard door een zich in het 25 middenlangsvlak bevindende sleuf in de bodem met behulp van zwaard verplaatsingsmiddelen op te halen of neer te laten. De wat lichtere of kleinere vaartuigen ontberen vaak een zwaard, zodat in bijvoorbeeld ondiep water daar beter mee gepeddeld kan worden. De grotere vaartuigen die 30 wel een zwaard hebben zijn meestal te zwaar en hebben een te grote diepgang om daarmee in ondiep water te peddelen.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel om een vaartuig te verschaffen dat universeel bruikbaar is, 35 waarmee kan worden gepeddeld, en dat toch ook de gunstige 1017578 - 2 - vaar- en stabiliteitseigenschappen van een groter vaartuig met zwaard bezit.

Daartoe bezit het vaartuig overeenkomstig de uitvinding 5 het kenmerk dat de zwaard verplaatsingsmiddelen zijn uitgevoerd als zijwaartse zwenkmiddelen om het zwaard zijwaarts uit het middenlangsvlak te bewegen.

Het voordeel van het vaartuig overeenkomstig de uitvinding is, dat het zwaard kan worden uitgezet of neergelaten, 10 door het naar het middellangsvlak te bewegen. Het zwaard staat dan centraal uit onder het vaartuig. Het dient dan om de stabiliteit, de gewichtsverdeling en de vaareigenschappen van het vaartuig te verbeteren, zoals dat ook bij de wat grotere en zwaardere vaartuigen het 15 geval is. Deze voordelen zijn echter ook bij bijvoorbeeld zeilboten van belang, omdat een dergelijk centraal aangebracht zwaard leidt tot verminderde afdrijfgevoeligheid, verbeterde laveerbaarheid -ook bij een kruisen tegen de wind in, zelfs, afhankelijk van de 20 golfslag, bij windkracht 3-4 Beaufort. Bovendien is de kans op omslaan door toepassing van de uitvinding op de kleinere boten verkleind. Dit is van bijzonder belang voor zeilboten die zich nu veiliger dan voorheen in open gebied of open zee kunnen wagen, waar sprake is van significante 25 golfslag. Als in ondiep water wordt gevaren, of als de wens bestaat om te peddelen, is dat met het vaartuig volgens de uitvinding echter ook mogelijk. Daartoe kan het zwaard eenvoudig zijwaarts uit het middenlangsvlak worden weggedraaid, om in ingetrokken toestand desgewenst tegen 30 de zij- en/of onderkant van de scheepswand te worden vastgehouden of vastgezet.

Een uitvoeringsvorm van het vaartuig overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat de zijwaartse 35 zwenkmiddelen van een aan het zwaard vast te maken borging ,·' -·· - ' S~x - 3 - zijn voorzien voor het tegen zwenken borgen van het zwaard.

Van voordeel is, dat voorzien is in een borging, teneinde een ongewenst bewegen van het zwaard in uitstaande of 5 ingetrokken toestand te beletten.

Nog een uitvoeringsvorm van het vaartuig overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat de zijwaartse zwenkmiddelen van een in lengterichting onder het vaartuig 10 aangebrachte draaibare zwaarddrager zijn voorzien. Deze uitvoering heeft bovendien een minimale wrijvingweerstand als gevolg van de zich in lengterichting onder het vaartuig uitstrekkende draaibare zwaarddrager. In dit geval kan de draaibare zwaarddrager eenvoudig aan een 15 einde van het zwaard zijn bevestigd.

Een verdere uitvoeringsvorm van het vaartuig overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat een uiteinde van de draaibare zwaarddrager met de borging in 20 verbinding is te brengen. De borging kan als koppeling zijn uitgevoerd. De koppeling kan een door middel van een kabel vrij te geven bedieningsorgaan bezitten, hetgeen het voordeel verschaft dat het zwaard door middel van het bedieningsorgaan in uitgezette of ingetrokken toestand kan 25 worden geborgd of vrijgegeven.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van het vaartuig overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat de borging in de bodem van het vaartuig te bevestigen is en 30 van een holle doorvoer is voorzien voor het geleiden van een met het bedieningsorgaan verbonden kabel.

Zodoende kan men zittend in het vaartuig het bedieningsorgaan bedienen om met uitgezet of ingetrokken zwaard te kunnen varen.

35

i t i : O

- 4 -

Een volgende uitvoeringsvorm van het vaartuig overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat de zwaard verplaatsingsmiddelen van een aan het andere einde van het zwaard bevestigbare kiellijn zijn voorzien voor 5 het zwenken van het zwaard.

Dit vereenvoudigd het handmatig omhoog halen en neerlaten van het zwaard.

Zonodig kan in een andere uitvoeringsvorm van het vaartuig 10 overeenkomstig de uitvinding het andere einde van het zwaard een kielballast hebben, die bij voorkeur, bijvoorbeeld met een klikverbinding losneembaar aan het andere einde van het zwaard bevestigbaar is.

15 Een voorkeursuitvoeringsvorm van het vaartuig volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat een tweede uiteinde van de draaibare zwaarddrager losneembaar in een met het vaartuig gekoppeld arreteerdeel hangt, terwijl het arreteerdeel is verbonden met een verstelbaar 20 excentermechanisme, waarmede een instellen van de hoek die het zwaard met de lengte-as van het vaartuig maakt, mogelijk is.

Het voordeel van deze voorkeursuitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding is dat wanneer bijvoorbeeld 25 tegen de wind en/of golven in wordt gezeild, bij behoud van een gewenste koers de verdraaiing van het roer van het vaartuig minder kan zijn, indien met het excentermechanisme een kleine corresponderende hoek van het zwaard is ingesteld. Daarmee kan het vaartuig volgens 30 de uitvinding een hogere voorwaartse snelheid bereiken, dan zonder zwaard hoekinstelling met grotere roer verdraaiing mogelijk zou zijn geweest. Hiermede is ook een voor dat doel soms bij grotere boten toegepaste additionele vin overbodig, terwijl het daarmee gewenste 35 effect in de praktijk toch wordt bereikt.

1 o ; 7 ; - 5 -

Thans zal de onderhavige uitvinding, tezamen met de verdere voordelen en aan de hand van de bijgaande tekening, waarin overeenkomstige in de verschillende figuren aangeduide onderdelen van dezelfde 5 verwijzigingscijfers zijn voorzien, nader worden toegelicht. Daarbij toont:

Figuur 1 een schematische weergave van een vaartuig volgens de uitvinding, dat is voorzien van een ingebouwde zwaard inbouw eenheid en van een uitlegger met 10 aangekoppelde drijver;

Figuur 2 een detail van de koppeling waarmee een zwaarddrager met zijdelings zwenkbaar zwaard met het vaartuig van figuur 1 koppelbaar is; en

Figuur 3 een zich aan een uiteinde van de 15 zwaarddrager van figuur 2 bevindend excentermechanisme voor het verstellen van de hoek die het zwaard met de lengteas van het vaartuig volgens de uitvinding maakt.

Figuur 1 toont een vaartuig 1, dat bijvoorbeeld een 20 roeiboot, een opvouwbare boot of een zeilboot zou kunnen zijn. Het vaartuig 1 is voorzien van een bodem 2 die opstaande zijwanden 3 verbindt, waarop hier een brug 4 is aangebracht, waarvoor en/of waarachter een persoon kan gaan zitten. Onder de bodem 2 is een zwaard 5 losneembaar 25 gemonteerd. Bij montage is in de bodem 2 een tweetal gaten geboord, ten behoeve van enerzijds een arreteerplaat 6, en anderzijds een borgplaat 7. Tussen de platen 6 en 7, bevindt zich in de weergegeven uitvoeringsvorm een draaibare draagas of zwaarddrager 8, welke zich in het 30 middenloodvlak of middenlangsvlak van het vaartuig 2 bevindt. De draagas 8 die een einde van het zwaard 5 draagt, maakt deel uit van als zijwaartse zwenkmiddelen uitgevoerde zwaard draagmiddelen.

1 0 J ? r, y * I o — 6 -

Zoals figuur 2 in groter detail toont hangt het ene uiteinde 9 van de draagas 8 in een arreteerdeel 10, dat op de arreteerplaat 6 is gemonteerd, terwijl het andere uiteinde 11 van de draagas 8 losneembaar in een borging of 5 koppeling 12 vastzit die op de borgplaat 7 is gemonteerd. Arreteerdeel 10 en koppeling 12 zijn zodanig uitgevoerd dat de uiteinden 9 en 11 van de draagas 8 daar eenvoudig in kunnen worden gestoken en daaruit kunnen worden losgenomen.

10

Op de koppeling 12 is in het vaartuig 1 een holle doorvoer 13 gestoken, waaraan bijvoorbeeld een mast M kan worden vastgemaakt. In de weergegeven uitvoeringsvorm wordt een veerbelast bedieningsorgaan of vrijgavemechanisme in de 15 koppeling 12 bedient door middel van een kabel 14 die door de holle doorvoer 13 en de zwaarddrager 8 naar het uiteinde 9 loopt. Als de kabel 14 vervolgens aan een stop 15 op uiteinde 9 wordt vastgemaakt, zal bij het in het vaartuig 1 aan de kabel 14 trekken de borging of koppeling 20 12 contact maken, terwijl op de stop 15 aangebrachte pennen 16 in op het arreteerdeel 10 aangebrachte gaten 17 zullen vallen. Nu kan het zwaard 5 bijvoorbeeld met een peddel of met de hand worden neergedrukt en klikt de koppeling 12 vast, terwijl een veer 18 in de koppeling 12 25 wordt ingedrukt. Indien stevig aan de kabel 14 wordt getrokken lost de koppeling 12, is het zwaard 5 niet langer tegen verdraaiing geborgd en zal als vanzelf omhoog komen. Het zwaard 5 kan met zwaarddrager 8 dan desgewenst uit de koppeling 12 en het arreteerdeel 10 worden genomen, 30 terwijl het nog wordt vastgehouden door de kabel 14 en dus niet onverhoopt in het water verdwijnt. In plaats van de kabel 14 kan ook een andere geschikte bedieningswijze voor het koppeling vrijgavemechanisme worden geïmplementeerd, bijvoorbeeld door middel van een handel en passend 35 stangenmechanisme. Desgewenst kan op de brug 4 een - 7 - kabelspanmechanisme K zijn aangebracht, teneinde de kabel 14 vast te zetten en deze niet in hand hoeft te worden gehouden.

5 Om na vrijgave van de koppeling 12 het omhoog halen van het zwaard 5 te vergemakkelijken kan aan het zwaard 5, bijvoorbeeld aan de onderzijde ervan, een kiellijn 19 zijn bevestigd. Desgewenst kan een mogelijk losneembare kielballast 20 aan het onderste einde 21 van het zwaard 5 10 zijn bevestigd. Zwaard en kielballast hebben dan een totaalgewicht van ongeveer 21 kg. Losneembaarheid van de kielballast 20 wordt bijvoorbeeld gerealiseerd door middel van een welbekend klik- of klemmechanisme.

15 Het zwaard 5 wordt met alle bovengenoemde toebehoren ten behoeve van de inbouw door particulieren als zelfbouw eenheid op de markt gebracht. Verwijdering en hernieuwde inbouw van de eenheid uit het vaartuig 1 is eenvoudig mogelijk, waarna het tweetal geboorde gaten, eventueel 20 tijdelijk, wordt gedicht.

In figuur 1 is verder nog een uitlegger 22, bijvoorbeeld in de vorm van een al aanwezige peddel, op een of andere wijze tegen de brug 4 bevestigd, waarbij aan een uiteinde 25 van de uitlegger 22 een drijver 23 losneembaar is vastgemaakt. De additionele veiligheid biedende drijver 23 heeft een inhoud van ongeveer 9,5 liter. Hiermee wordt voorts tijdens het varen de zijdelingse stabiliteit verbeterd en tijdens het stil liggen op het water 30 vereenvoudigd een dergelijke uitlegger het veilig en vlot vanuit het water in het vaartuig 1 komen en het vanuit het vaartuig 1 te water gaan van een of meer personen.

Figuur 3 toont in detail een mogelijk toe te passen 35 uitvoeringsvorm van het vaartuig 1. Deze toont de stop 15 1 Cl? .·: 7 ' - 8 - die hier van een verbindingsdeel in de vorm van een paar uitsteeksels 16 is voorzien die contact maken met een ander verbindingsdeel in de vorm van een tweetal openingen 17 die in het arreteerdeel 10 zijn aangebracht. Op deze 5 wijze hangt het uiteinde 9 van de draaibare zwaarddrager 8 losneembaar in het arreteerdeel 10. Het arreteerdeel 10 is van een pen 24 voorzien die in een over zekere hoek verstelbaar excentermechanisme 26 valt. Het mechanisme 26 is van een gat 25 voor de pen 24 voorzien, zodat bij het 10 verstellen van het mechanisme 26 de hoek die het zwaard 5 met de lengte-as van het vaartuig 1 maakt kan worden beïnvloed.

1 0 1 7 5 7 8

Claims (15)

1. Vaartuig, voorzien van een in het middenlangsvlak onder het vaartuig vast te maken zwaard en 5 daarmee koppelbare zwaard verplaatsingsmiddelen, met het kenmerk dat de zwaard verplaatsingsmiddelen zijn uitgevoerd als zijwaartse zwenkmiddelen om het zwaard zijwaarts uit het middenlangsvlak te bewegen.

2. Vaartuig volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de zijwaartse zwenkmiddelen van een aan het zwaard vast te maken borging zijn voorzien voor het tegen zwenken borgen van het zwaard.

3. Vaartuig volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de zijwaartse zwenkmiddelen van een in lengterichting onder het vaartuig aangebrachte draaibare zwaarddrager zijn voorzien.

4. Vaartuig volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de draaibare zwaarddrager aan een einde van het zwaard is bevestigd.

5. Vaartuig volgens een van de conclusies 3 of 4, '25 met het kenmerk dat een eerste uiteinde van de draaibare zwaarddrager met de borging in verbinding is te brengen.

6. Vaartuig volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de borging als koppeling uitgevoerd. 30

7. Vaartuig volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de borging een door middel van een kabel vrij te geven bedieningsorgaan bezit. 1Ü17 5/8 - 10 -

8. Vaartuig volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de borging in de bodem van het vaartuig te bevestigen is en van een holle doorvoer is voorzien voor het geleiden van een met het bedieningsorgaan verbonden kabel. 5

9. Vaartuig volgens een van de conclusies 3-8, met het kenmerk dat de zwaard verplaatsingsmiddelen van een aan het andere einde van het zwaard bevestigbare kiellijn zijn voorzien voor het zwenken van het zwaard.

10. Vaartuig volgens een van de conclusies 1-9, met het kenmerk dat het andere einde van het zwaard een kielballast heeft.

11. Vaartuig volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de kielballast losneembaar aan het andere einde van het zwaard bevestigbaar is.

12. Vaartuig volgens conclusie 11, met het 20 kenmerk dat de losneembare bevestiging een klem- of klikverbinding bevat.

13. Vaartuig volgens een van de conclusies 1-12, met het kenmerk dat een tweede uiteinde van de draaibare 25 zwaarddrager losneembaar in een met het vaartuig gekoppeld arreteerdeel hangt.

14. Vaartuig volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het arreteerdeel van een pen is voorzien die 30 in een verstelbaar excentermechanisme valt, waarmede een instellen van de hoek die het zwaard met de lengte-as van het vaartuig maakt, mogelijk is. 1 o 1 7 578 - 11 -

15. Zwaard inbouw eenheid, voorzien van zijwaartse zwenkraiddelen en eventuele toebehoren voor toepassing in een vaartuig volgens een van de conclusies 1-14 . 1OT 7 57 8