NL1017538C2 - Stelsel voor het verzamelen van land- of tuinbouwproducten, in het bijzonder fruit. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Stelsel voor het verzamelen van land- of tuinbouwproducten, in het bijzonder fruit.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het verzamelen van land- of tuinbouwproducten, in het bijzonder fruit, en een werkwijze waarin een dergelijk stelsel wordt gebruikt.

Fruitbomen worden vaak in een aantal evenwijdig aan elkaar 5 liggende rijen geplant. Omdat het fruit kwetsbaar is, wordt het plukken van het fruit vaak met de hand gedaan. Het geplukte fruit wordt in manden, kisten of dergelijke verzameld, die tussen of aan het einde van de rij fruitbomen zijn opgesteld. Om het fruit niet te beschadigen, moet het fruit voorzichtig in deze manden, kisten of 10 dergelijke worden gelegd. De fruitplukker moet hiervoor dan doorgaans reiken en/of bukken. Buiten dat dergelijke herhaalde bewegingen niet optimaal zijn voor de gezondheid van de fruitplukker, kost het ook extra tijd om het fruit weg te leggen.

In NL· 8603284 is een inrichting voor het verzamelen van fruit 15 geopenbaard. Deze inrichting omvat een voertuig dat langzaam langs een rij fruitbomen rijdt. De fruitplukkers lopen tijdens het plukken met het voertuig mee. Op het voertuig zijn armen aangebracht die vanaf het voertuig uitsteken, zodat zij op armafstand van de fruitplukkers zijn. In deze armen bevinden zich telkens 20 transportbanden. Het geplukte fruit wordt door de fruitplukkers op een dergelijke transportband gelegd. Via de transportband in elke arm wordt het fruit getransporteerd naar een grotere centrale transportband die het geplukte fruit transporteert naar een fruithouder, bijvoorbeeld een kist, die op het voertuig is opgesteld. 25 Het fruit wordt vanaf de centrale transportband via een transportband met rubberen vingers waarachter het fruit blijft hangen voorzichtig in de fruithouder gelegd. Wanneer een fruithouder is gevuld, wordt deze ter plaatse direct op de grond gezet. Van een aanhanger wordt een nieuwe fruithouder in de drager geplaatst, zodat deze vervolgens 30 kan worden gevuld. Een ander voertuig haalt de zware met fruit gevulde fruithouders op om ze naar een schuur of dergelijke te vervoeren voor verdere verwerking.

- 2 -

Een nadeel van de hierboven genoemde inrichting is dat het voertuig tijdens het rijden tussen de fruitbomen de grond en het zich daar op bevindende gras beschadigt. De grond wordt bovendien extra beschadigd door de voertuigen die de zware gevulde fruithouders die 5 zijn opgesteld tussen de fruitboomrijen, ophalen. Door de beschadigde grond wordt het, zeker als het vochtig is, voor de fruitplukkers vermoeiend om zich tussen de fruitbomen te bewegen. Een ander nadeel is dat een dergelijk voertuig uitlaatgassen produceert, die een nadelige invloed hebben op de ontwikkeling van de fruitbomen en het 10 fruit vervuilen. Bovendien is het niet gezond voor de fruitplukkers om de uitlaatgassen in te ademen en kan het geluid van de motoren schade opleveren voor het gehoor. Verder heeft de bekende inrichting het nadeel dat er voor het besturen of bijsturen van het voertuig een extra persoon nodig is, die dan dus niet (volledig) kan worden 15 ingezet voor het plukken van het fruit.

Het doel van de uitvinding is een verbeterde inrichting voor het tijdens de oogst verzamelen van land- of tuinbouwproducten te verschaffen, die de bovengenoemde nadelen althans grotendeels opheft en waarbij de land- of tuinbouwproducten snel kunnen worden verzameld 20 en afgevoerd.

Dit doel wordt bereikt met een stelsel voor het verzamelen van land- of tuinbouwproducten, in het bijzonder fruit, omvattende een transporteur voor het transporteren van de land- of tuinbouwproducten, gekenmerkt doordat de transporteur ten minste twee 25 afzonderlijke keerinrichtingen, een eindloze transportband en aandrijfmiddelen die de eindloze transportband in een bepaalde looprichting aandrijven, omvat. De afzonderlijke keerinrichtingen worden op afstand van elkaar en in een vaste positie ten opzichte van de grond opgesteld en de eindloze transportband is tussen de beide 30 keerinrichtingen aangebracht.

Het stelsel volgens de uitvinding is geschikt voor het tijdens de oogst verzamelen van land- of tuinbouwproducten, die van op het veld of in een kas in rijen groeiende gewassen worden geoogst, zoals groenten, bloemen, bloembollen en aardappels en is in het bijzonder 35 geschikt voor het verzamelen van fruit, zoals appels, peren en dergelijke dat wordt geoogst van fruitbomen. Het stelsel is daarbij met name geschikt voor kwetsbare land- of tuinbouwproducten die met zorg moeten worden geoogst, opdat beschadiging ervan wordt voorkomen.

- 3 -

Door het stelsel volgens de uitvinding naast een groot deel van de lengte van een rij gewassen, bij voorkeur de gehele lengte, op te stellen, is het niet nodig tijdens het oogsten van de land- of tuinbouwproducten van de rij gewassen het stelsel te verplaatsen.

5 Bovendien zal de transporteur meestal tussen twee rijen gewassen in worden geplaatst en kunnen de geoogste land- of tuinbouwproducten uit beide rijen gewassen direct met de transporteur worden verzameld zonder het stelsel tussentijds te verplaatsen. Omdat de op de transporteur gelegde land- of tuinbouwproducten naar de uiteinden van 10 de transporteur wordt afgevoerd, hoeven geen zware kisten met land-of tuinbouwproducten te worden opgehaald tussen de rijen gewassen en wordt de grond daar niet beschadigd. Aan het einde van de rijen gewassen is de grond meestal verhard en treedt beschadiging als gevolg van het rijden met zware voertuigen niet of in veel mindere 15 mate op. Daarbij verbruikt het stelsel volgens de uitvinding minder energie dan de gebruikelijke inrichtingen. Verder is het stelsel relatief licht en gemakkelijk te verplaatsen. Bij voorkeur wordt de transporteur met een electrische aandrijving uitgerust, zodat in de nabijheid van de personen die oogsten, bijvoorbeeld fruitplukkers, 20 geen schadelijke uitlaatgassen worden afgegeven.

Voordelig is het, dat het stelsel volgens de uitvinding een werkwijze voor het verzamelen van land- of tuinbouwproducten mogelijk maakt, waarbij de transporteur eenvoudig en snel kan worden verplaatst. Het stelsel volgens de uitvinding vergt minder arbeid van 25 de personen die oogsten en bovendien maakt het stelsel een eenvoudig scheiden van de geoogste land- of tuinbouwproducten in twee of meer klassen mogelijk. De werkwijze, waarbij gebruik kan worden gemaakt van het stelsel volgens de uitvinding is beschreven in de conclusies 27-31.

30 Bij voorkeur is het stelsel volgens de uitvinding voorzien van opspanmiddelen, waarmee de eindloze transportband tussen de twee keerinrichtingen op spanning wordt gebracht en gehouden. Verder omvat het stelsel met voordeel eerste en/of tweede ondersteuningsmiddelen, die het bovenlopende gedeelte respectievelijk onderlopende gedeelte 35 van de eindloze transportband tussen de twee keerinrichtingen ondersteunen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de eindloze transportband meerdere draadvormige, zich in de lengterichting van de - 4 - eindloze transportband uitstrekkende elementen, bijvoorbeeld in de vorm van kabels. De twee einden van elk draadvormig element zijn telkens met elkaar verbonden. Daarbij omvat het stelsel bij voorkeur meerdere afstandhouders die de afzonderlijke, evenwijdig lopende, 5 draadvormige elementen op een bepaalde afstand met elkaar verbinden, waarbij de afstand tussen twee naast elkaar liggende draadvormige elementen kleiner is dan de diameter van het land- of tuinbouwproduct dat op de eindloze transportband wordt getransporteerd. Door de draadvormige elementen is de eindloze transportband niet gevoelig 10 voor wind en relatief licht, waardoor het stelsel met de transportband gemakkelijk te verplaatsen is. De einden van de draadvormige elementen zijn bij voorkeur op verschillende plaatsen met elkaar te verbinden door middel van een snelsluiting, zodat eenvoudig de lengte van de eindloze transportband kan worden 15 aangepast aan de benodigde lengte voor de boomgaard. In de praktijk varieert deze lengte ongeveer tussen de honderd en driehonderd meter.

Verdere voorkeursuitvoeringsvormen volgens de uitvinding zijn onderwerp van de afhankelijke conclusies.

Het stelsel volgens de uitvinding zal verder worden toegelicht 20 aan de hand van de bij gevoegde tekeningen. Hierin tonen: figuur 1 een bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel volgens de uitvinding, figuur 2 een zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 1, en 25 figuur 3 een perspectivisch aanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 1.

In de figuren 1-3 is een voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel volgens de uitvinding getoond, in het geheel aangeduid met verwijzingscijfer 1. Aan de beide uiteinden van het stelsel 1 zijn de 30 keerinrichtingen 2 respectievelijk 3 opgesteld. Tussen de keerinrichtingen 2, 3 is de eindloze transportband 4 gespannen. De eindloze transportband 4 kan zijn vervaardigd uit een voor een dergelijke toepassing gebruikelijk materiaal zoals doek of zeil van kunststof of natuurlijk weefselmateriaal. Bij voorkeur wordt de 35 eindloze transportband 4 vervaardigd uit draadvormige elementen 5, bij voorkeur met een hoge sterkte en een lage rek. De uiteinden van de draadvormige elementen 5 zijn telkens met elkaar verbonden om zo een eindloze kabel te vormen. Deze eindloze kabels zijn onderling met - 5 - elkaar verbonden en worden ten opzichte van elkaar op afstand gehouden door middel van afstandhouders 6. Elke afstandhouder 6 omvat een of meer latten of staven, waarin gaten of sleuven zijn gemaakt.

De draadvormige elementen 5 worden in deze gaten of sleuven bevestigd 5 door middel van klemmen. De klemverbinding kan bijvoorbeeld tot stand komen door een klempassing in de gaten of sleuven of door het op elkaar klemmen van twee latten of staven, waartussen de kabels zich bevinden. De afstandhouders 6 dienen ook als meenemers om het meebewegen van het fruit met de eindloze transportband te bevorderen. 10 Dit is met name voordelig als de eindloze transportband naar boven helt.

Elke keerinrichting 2, 3 omvat een keerrol 7 respectievelijk 8. De eindloze transportband 4 loopt om de twee keerrollen 7, 8. Zo worden een bovenlopend gedeelte 4' en een onderlopend gedeelte 4’ ' 15 van de eindloze transportband verkregen. Elke keerinrichting 2, 3 omvat een onderstel 9, 10 dat hier wordt opgesteld op de vaste ondergrond van een boomgaard. Het onderstel 9, 10 is bijvoorbeeld geconstrueerd als een stalen frame en is verder voorzien van middelen 11, zoals bijvoorbeeld pennen, waarmee een tractor of dergelijke de 20 keerinrichting eenvoudig kan optillen en verplaatsen. Om te zorgen dat de eindloze transportband 4 niet van een keerrol 7 respectievelijk 8 afloopt, moet de hartlijn van elke keerrol 7, 8 haaks op de looprichting van de eindloze transportband 4 staan. Het is zeer lastig de onderstellen 9, 10 bij het opstellen zo zorgvuldig 25 te plaatsen dat de hartlijnen van de beide keerrollen 7, 8 precies evenwijdig aan elkaar lopen. Daarom is het gedeelte van de keerinrichting 2, 3 waarop de keerrol 7, 8 is bevestigd, zwenkbaar om een verticale as A-A bevestigd ten opzichte van het onderstel 9, 10. Zo kan de hartlijn van de keerrol 7, 8 in de looprichting van de 30 eindloze transportband 4 worden gedraaid.

Tussen het onderstel 9, 10 en het zwenkbare gedeelte van de keerinrichting 7, 8 is bijvoorbeeld een hydraulische cilinder 12 voorzien, waarmee het zwenkbare gedeelte zo kan worden gedraaid en vastgehouden dat de keerrol 7, 8 haaks staat op de looprichting van 35 de eindloze transportband 4. De hydraulische cilinder 12 wordt aangestuurd door een signaal van ten minste een sensor 13. De sensor 13 meet de positie van de eindloze transportband 4 ten opzichte van de keerrol 7, 8. In het geval dat de eindloze transportband 4 te veel - 6 - afwijkt van zijn middenpositie op de keerrol 7, 8 wordt de keerrol 7, 8 door middel van de hydraulische cilinder 8 zodanig gedraaid, dat de eindloze transportband 4 terugkeert naar zijn middenpositie.

In plaats van een systeem met een sensor die een hydraulische 5 cilinder, stelschroef of dergelijke aanstuurt is het ook mogelijk een wrijvingsarme zwenkbare constructie te verschaffen die door de spanning in de eindloze transportband zichzelf in de correcte positie draait. Ook is het mogelijk een stelschroef, hydraulische cilinder of dergelijke met de hand in te stellen als wordt bemerkt dat de 10 eindloze transportband van de keerrollen afloopt.

De keerinrichting 2 is voorzien van aandrijfmiddelen 14 die de keerrol 7 aandrijven. De aandrijfmiddelen omvatten een elektromotor 15 en een overbrenging 16. Door de keerrol 7 aan te drijven wordt door de trekspanning in de eindloze transportband 4 ook de eindloze 15 transportband 4 aangedreven.

De aangedreven keerrol 7 is voorzien van twee flenzen die zich aan weerszijden van de eindloze transportband 4 bevinden. Wanneer de transporteur 1 moet worden verplaatst, wordt in de zich in deze flenzen bevindende openingen een staaf of dergelijke gestoken.

20 Wanneer de keerrol 7 dan wordt aangedreven wordt de eindloze transportband 4 op de keerrol 7 opgerold. De snelsluitingen die de einden van de draadvormige elementen 5 van de eindloze transportband 4 met elkaar verbinden kunnen van te voren zijn losgenomen. Is dit niet het geval, dan dienen tijdens het oprollen de keerinrichtingen 25 2, 3 naar elkaar toe te worden bewogen of moet de eindloze transportband 4 van de niet aangedreven keerrol 8 worden verwijderd.

Ondersteuningsmiddelen 17, die worden opgesteld tussen de twee keerinrichtingen 2, 3 worden gevormd door een frame 18 en een aantal ondersteuningsarmen 19, die de eindloze transportband 4 ondersteunen. 30 Het frame 18 wordt in de grond gestoken door middel van daarvoor voorziene puntvormige uitsteeksels 20. De ondersteuningsarmen 17 die zowel het bovenlopende gedeelte 4' als het onderlopende gedeelte 4'' van de eindloze transportband 4 ondersteunen zijn ten opzichte van het frame in hoogte verstelbaar om het mogelijk te maken de eindloze 35 transportband 4 in hoofdzaak horizontaal te laten lopen. Om het onderlopende gedeelte 4'' van de eindloze transportband 4 te kunnen plaatsen op een ondersteuningsarm 19 zijn in de getoonde uitvoering - 7 - de ondersteuningsarmen 19 zwenkbaar ten opzichte van een verticaal gedeelte van het frame 18 uitgevoerd.

De ondersteuningsmiddelen 17 kunnen ook worden gevormd door andere constructies. In een boomgaard zijn er vaak paaltjes geplaatst 5 die de bomen tijdens hun groei moeten ondersteunen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om aan deze paaltjes een ondersteuningsframe te hangen. Ook kan aan de paaltjes een beugel worden bevestigd waarin een pijp of paal, bijvoorbeeld een PVC buis, van de ene bomenrij naar de andere bomenrij kan liggen. De eindloze transportband kan dan over 10 deze pijpen of palen worden geleid. In de praktijk blijkt dat voor de in de getoonde voorkeursuitvoering van de uitvinding elke tien tot vijfentwintig meter een ondersteuningsframe moet worden geplaatst.

Aan het einde van de eindloze transportband 4 zijn middelen voorzien voor het verwijderen van het zich op de eindloze 15 transportband 4 bevindende fruit. Deze middelen voor het verwijderen van het fruit zijn uitgevoerd als een zich schuin over de eindloze transportband 4 uitstrekkende arm 21. Door deze arm 21 wordt het fruit opzij bewogen naar de zijkant van de eindloze transportband 4, waar een (niet getoonde) bekende inrichting is geplaatst om het fruit 20 in een fruithouder te plaatsen. Om het opzij bewegen van het fruit over de draadvormige elementen 5 van de eindloze transportband 4 te vergemakkelijken is ter plaatse een plateau 22 voorzien waarover de draadvormige elementen geleid worden. In plaats van tussen de draadvormige elementen 5 te hangen steunt het fruit nu op het plateau 25 22, waardoor het iets hoger ten opzichte van de eindloze transportband 4 komt te liggen. Indien de schuine arm 21 voor het verwijderen van het fruit van de eindloze transportband niet aanwezig is, kan de inrichting voor het in een fruithouder plaatsen van het fruit ook worden opgesteld aan de van de transportband 4 afgekeerde 30 zijde van een keerrol 7, 8.

Een gedeelte van de eerste keerinrichting dat de aangedreven keerrol 7 omvat, is om een horizontale as B-B zwenkbaar ten opzichte van het onderstel 9. Tussen dit zwenkbare gedeelte en het onderstel is een hydraulische cilinder 23 aangebracht. Met deze hydraulische 35 cilinder kan de keerrol 7 van en naar de tweede keerinrichting 3 worden bewogen. Hierdoor is het mogelijk om een zekere trekspanning in de eindloze transportband 4 te verschaffen. Deze trekspanning is nodig voor het krijgen van een in hoofdzaak horizontaal vlak in de - 8 - eindloze transportband 4 en voor het aandrijven van de eindloze transportband 4. Bovendien kan de trekspanning worden gebruikt voor het haaks op de looprichting van de eindloze transportband 4 richten van de hartlijn van de keerrol 7, 8.

5 Indien het bovenbeschreven stelsel 1 volgens de uitvinding is opgesteld tussen twee bomenrijen kunnen aan beide zijden van de eindloze transportband 4 plukkers fruit plukken en op de eindloze transportband 4 leggen. De plukkers bevinden zich dan tussen de transportband 4 en de bomenrij. In de praktijk, bij de gangbare 10 afmetingen voor een gangpad, hebben de plukkers met een breedte van een meter voor de eindloze transportband voldoende ruimte om te kunnen bewegen, maar blijft ook de fruitboom en de eindloze transportband op armafstand.

Het bovenlopende gedeelte 4' en in tegengestelde richting 15 onderlopende gedeelte 4'' van de eindloze transportband 4 kunnen worden gebruikt om direct tijdens het plukken twee klassen fruit te scheiden, bijvoorbeeld appels uit de boom en valappels die reeds op de grond liggen, door de ene klasse op het bovenlopende gedeelte en de andere klasse op het onderlopende gedeelte van de eindloze 20 transportband te leggen. Het fruit van de twee klassen wordt op deze wijze naar de tegenover elkaar liggende uiteinden van de fruitbomenrij getransporteerd en in fruithouders verzameld. Bij een bewegingsrichting 4a van het bovenlopende gedeelte 4' en het onderlopende gedeelte 4'' van de eindeloze transportband 4 wordt door 25 de zich nabij keerrol 7 bevindende arm 21 fruit van het bovenlopende gedeelte 4' afgevoerd, terwijl door de zich nabij keerrol 8 bevindende arm 21 fruit van het onderlopende gedeelte 4'' wordt afgevoerd.

Het is ook mogelijk het fruit dat op het bovenlopende gedeelte 30 4' dan wel het onderlopend gedeelte 4'' van de eindloze transportband 4 ligt te scheiden door aan het einde van de eindloze transportband 4 het fruit dat aan verschillende zijden van de eindloze transportband ligt apart af te voeren. Op deze manier wordt het mogelijk wel vier of meer klassen tijdens het plukken te onderscheiden en als zodanig 35 af te voeren. Verder is het met het stelsel volgens de uitvinding eenvoudig mogelijk het fruit aan het einde van de eindloze transportband te behandelen tegen bewaarziektes en dergelijke.

- 9 -

Indien het stelsel 1 naar een ander gangpad tussen twee bomenrijen moet worden verplaatst, wordt eerst de trekspanning uit de eindloze transportband gehaald door de hydraulische cilinder 23 in te trekken. Vervolgens wordt, nadat ook de ondersteuningsmiddelen 17 5 zijn verwijderd, de eindloze transportband 4 op de aangedreven keerrol 7 gerold door een staaf of dergelijke door de openingen in de flenzen van de keerrol 7 te steken. De eindloze transportband 4 wordt hiervoor bij de snelsluiting losgekoppeld of de keerinrichtingen 2,3 worden naar elkaar toe bewogen. In het tweede geval tilt bijvoorbeeld 10 een tractor de tweede keerinrichting 3 op en rijdt tijdens het oprollen achteruit naar de eerste keerinrichting 2. Vervolgens wordt het stelsel naar het andere gangpad overgebracht. Bijvoorbeeld wordt ook de eerste keerinrichting 2 met een tweede tractor opgetild en rijden de beide tractoren naar een volgend gangpad. Hier wordt in min 15 of meer tegenovergesteld aan de hierboven beschreven stappen het stelsel 1 weer opgebouwd voor volgend gebruik.

Hierboven is het stelsel volgens de uitvinding beschreven voor het verzamelen van fruit, zoals appels en dergelijke. Het zal duidelijk zijn dat het stelsel volgens de uitvinding ook geschikt is 20 voor het transporteren van andere land- en tuinbouwproducten zoals groenten, aardappelen, bloemen, bloembollen en dergelijke.

Claims (31)

1. Stelsel voor het verzamelen van land- of tuinbouwproducten, in het bijzonder fruit, omvattende een transporteur voor het 5 transporteren van de land- of tuinbouwproducten, met het kenmerk, dat de transporteur ten minste omvat: - twee afzonderlijke keerinrichtingen, - een eindloze transportband, en - aandrijfmiddelen voor het in een bepaalde looprichting aandrijven 10 van de eindloze transportband, waarbij de afzonderlijke keerinrichtingen op afstand van elkaar en in een vaste positie ten opzichte van de grond zijn opgesteld en de eindloze transportband tussen de beide keerinrichtingen is aangebracht. 15

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het stelsel verder opspanmiddelen omvat, waarmee de eindloze transportband tussen de twee keerinrichtingen op spanning wordt gebracht en gehouden.

3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het stelsel verder eerste ondersteuningsmiddelen omvat voor het tussen de twee keerinrichtingen ondersteunen van een bovenlopend gedeelte van de eindloze transportband.

4. Stelsel volgens een of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de eindloze transportband meerdere draadvormige, zich in de lengterichting van de transportband uitstrekkende elementen omvat, waarbij de twee einden van elk draadvormig element telkens met elkaar zijn verbonden. 30

5. Stelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de eindloze transportband verder meerdere afstandhouders omvat, die de afzonderlijke draadvormige elementen evenwijdig aan elkaar op een bepaalde afstand met elkaar verbinden, waarbij de afstand tussen twee 35 naast elkaar liggende draadvormige elementen kleiner is dan de diameter van het land- of tuinbouwproduct dat op de eindloze transportband wordt getransporteerd. - 11 -

6. Stelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat elke afstandhouder een of meer latten of staven omvat, waarin gaten of sleuven zijn aangebracht, waarbij de draadvormige elementen in deze gaten of sleuven kunnen worden aangebracht. 5

7. Stelsel volgens een of meer van de conclusies 4-6, met het kenmerk, dat de einden van de draadvormige elementen met een snelsluiting aan elkaar zijn vastgezet en op verschillende plaatsen langs de lengte van de draadvormige elementen met elkaar verbonden 10 kunnen worden, zodat de eindloze transportband met overeenkomstige draadvormige elementen in een aantal verschillende lengtes kan worden gevormd.

8. Stelsel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met 15 het kenmerk, dat elke keerinrichting een keerrol omvat, waaromheen de eindloze transportband via een gedeelte van de mantel van de keerrol is gekeerd.

9. Stelsel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elke keerrol 20 zwenkbaar ten opzichte van een onderstel is bevestigd, waarbij de hartlijn van de keerrol zwenkbaar is ten opzichte van de looprichting van de eindloze transportband.

10. Stelsel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat het stelsel verder richtmiddelen omvat, waarmee elke keerrol in hoofdzaak haaks op de looprichting van de eindloze transportband kan worden gezet, zodanig dat de eindloze transportband niet van de keerrol afloopt.

11. Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, de richtmiddelen ten minste een stelschroef, hydraulische cilinder of dergelijke omvatten waarmee de hartlijn van een keerrol kan worden gedraaid en vastgehouden ten opzichte van de looprichting van de eindloze transportband.

12. Stelsel volgens een van de conclusies 10 of 11, met het kenmerk, dat de stelschroef hydraulische cilinder of dergelijke wordt aangestuurd door een signaal van een sensor, welke sensor de positie 35 - 12 - van de eindloze transportband ten opzichte van de door de stelschroef, hydraulische cilinder of dergelijke te zwenken keerrol bepaalt.

13. Stelsel volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de keerrol vrij zwenkbaar is ten opzichte van het onderstel.

14. Stelsel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een elektromotor omvatten, die ten minste een van de 10 keerrollen aandrijft.

15. Stelsel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat ten minste de aangedreven keerrol van twee flenzen is voorzien, waartussen de eindloze transportband zich bevindt. 15

16. Stelsel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat in de flenzen evenwijdig aan de hartlijn en op een afstand van de hartlijn die groter is dan de afstand van de hartlijn naar de mantel van de keerrol, openingen zijn aangebracht, door welke openingen een staaf 20 of dergelijke kan worden gestoken.

17. Stelsel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het stelsel tweede ondersteuningsmiddelen omvat voor het tussen de twee keerinrichtingen ondersteunen van een onderlopend 25 gedeelte van de eindloze transportband.

18. Stelsel volgens een of meer van de conclusies 3-17, met het kenmerk, dat de eerste en/of tweede ondersteuningsmiddelen een frame omvatten dat op de grond kan worden opgesteld, en een of meer aan het 30 frame bevestigde ondersteuningsarmen die ten opzichte van het frame in hoogte verstelbaar zijn.

19. Stelsel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat aan de onderzijde van het frame punten zijn aangebracht die in de grond 35 kunnen worden gestoken.

20. Stelsel volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de een of meer ondersteuningsarmen in in hoofdzaak horizontale richting - 13 - zwenkbaar zijn aangebracht ten opzichte van een verticale staander van het frame.

21. Stelsel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met 5 het kenmerk, dat nabij ten minste het uiteinde van de transporteur in de richting waarvan een land- of tuinbouwproduct wordt getransporteerd, verwijderingsmiddelen zijn voorzien, waarmee het land- of tuinbouwproduct dat het uiteinde van de transporteur nadert, van de eindloze transportband wordt verwijderd. 10

22. Stelsel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de verwijderingsmiddelen ten minste een arm omvatten die zich boven en schuin over het bovenoppervlak van een bovenlopend gedeelte dan wel onderlopend gedeelte van de eindloze transportband uitstrekt, waarbij 15 de afstand tussen de arm en het bovenoppervlak van de eindloze transportband kleiner is dan de diameter van het land- of tuinbouwproduct.

23. Stelsel volgens een of meer van de conclusies 2-22, met het 20 kenmerk, dat de opspanmiddelen een of meer hydraulische cilinders omvatten, die tenminste de keerrollen van de beide keerinrichtingen uit elkaar trekken, zodanig dat er een zekere spanning in de eindloze transportband ontstaat.

24. Stelsel volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de hydraulische cilinder is aangebracht tussen het onderstel en een gedeelte van de keerinrichting waaraan de keerrol is bevestigd, waarbij het gedeelte door middel van de hydraulische cilinder beweegbaar is ten opzichte van het onderstel, zodanig dat de keerrol 30 kan worden bewogen van en naar de zich aan het andere uiteinde van de transporteur bevindende keerinrichting.

25. Keerinrichting kennelijk bestemd voor gebruik in een stelsel volgens een of meer van de conclusies 1-24. 35

26. Eindloze transportband kennelijk bestemd voor gebruik in een stelsel volgens een of meer van de conclusies 1-24. - 14 -

27. Werkwijze voor het verzamelen van land- of tuinbouwproducten, in het bijzonder fruit, tijdens het oogsten van land- of tuinbouwproducten van in een of meer rijen opgestelde gewassen, met het kenmerk, 5 dat de land- of tuinbouwproducten met een transporteur worden verzameld, waarbij de transporteur ten minste omvat: - twee afzonderlijke keerinrichtingen, die elk nabij de rij gewassen op een vast positie ten opzichte van de ondergrond zijn opgesteld, - een eindloze transportband, die tussen de twee keerinrichtingen is 10 aangebracht, en - aandrijfmiddelen voor het in een bepaalde looprichting aandrijven van de eindloze transportband, waarbij het land- of tuinbouwproduct op de eindloze transportband wordt gelegd, welke eindloze transportband zich bij voorkeur op 15 armafstand van en op geschikte hoogte voor een persoon die oogst, bevindt, waarbij vervolgens het op de eindloze transportband gelegde land- of tuinbouwproduct afhankelijk van de looprichting van de eindloze transportband naar een van de uiteinden van de transporteur wordt getransporteerd. 20

28. Werkwijze volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de transporteur, afhankelijk van de rij of rijen gewassen waarvan de land- of tuinbouwproducten moeten worden geoogst, wordt verplaatst van de ene rij gewassen naar de andere. 25

29. Werkwijze volgens een van de conclusies 27 of 28, met het kenmerk, dat de land- of tuinbouwproducten tijdens het verzamelen in twee klassen worden gescheiden, waarbij het land- of tuinbouwproduct van de ene klasse op het bovenlopende gedeelte van de eindloze 30 transportband en het land- of tuinbouwproduct van de andere klasse op het onderlopende gedeelte van de eindloze transportband wordt gelegd, zodat het op de eindloze transportband gelegde land- of tuinbouwproduct van de ene klasse naar het ene uiteinde, en het land-of tuinbouwproduct van de andere klasse naar het andere uiteinde van 35 de transporteur wordt getransporteerd. - 15 -

30. Werkwijze voor het opstellen van een transporteur die wordt gebruikt in een stelsel volgens een of meer van de conclusies 1-24, gekenmerkt door de volgende stappen: - de aangedreven keerinrichting wordt opgesteld in de nabijheid 5 van een eerste einde van een rij gewassen, die moeten worden geoogst, - de tweede niet aangedreven keerinrichting wordt in de nabijheid van het andere einde van de rij gewassen opgesteld, en - de eindloze transportband wordt in de gebruikspositie op de keerrollen van de keerinrichtingen geplaatst. 10

31. Werkwijze volgens conclusie 30, gekenmerkt door het vervolgens uitvoeren van een of meer van de volgende stappen: - de ondersteuningsmiddelen worden tussen de twee keerinrichtingen opgesteld, 15. de eindloze transportband wordt geleid over de ondersteuningsarmen, - de ondersteuningsarmen worden op de juiste hoogte geplaatst, - door middel van de opspanmiddelen wordt de eindloze transportband op spanning gebracht, 20. met behulp van de richtmiddelen wordt de hartlijn van elke keerrol haaks op de looprichting van de eindloze transportband gezet.