NL1017334C2 - Werkwijze en inrichting voor het bepalen van een warmtestroom naar een flu´dum. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het bepalen van een warmtestroom naar een flu´dum. Download PDF

Info

Publication number
NL1017334C2
NL1017334C2 NL1017334A NL1017334A NL1017334C2 NL 1017334 C2 NL1017334 C2 NL 1017334C2 NL 1017334 A NL1017334 A NL 1017334A NL 1017334 A NL1017334 A NL 1017334A NL 1017334 C2 NL1017334 C2 NL 1017334C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
heat
sensor
temperature
thermodynamic
fluid
Prior art date
Application number
NL1017334A
Other languages
English (en)
Inventor
Ronald Zeelen
Frank Robert Riedijk
Alexander Willem Va Herwaarden
Frederik Van Der Graaf
Johannes Franciscus M Velthuis
Jozef Franciscus Cather Smeets
Pieter Johannes Van Os
Original Assignee
Tno
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tno filed Critical Tno
Priority to NL1017334A priority Critical patent/NL1017334C2/nl
Priority to PCT/NL2002/000090 priority patent/WO2002065078A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1017334C2 publication Critical patent/NL1017334C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01KMEASURING TEMPERATURE; MEASURING QUANTITY OF HEAT; THERMALLY-SENSITIVE ELEMENTS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G01K17/00Measuring quantity of heat
    • G01K17/06Measuring quantity of heat conveyed by flowing media, e.g. in heating systems e.g. the quantity of heat in a transporting medium, delivered to or consumed in an expenditure device
    • G01K17/08Measuring quantity of heat conveyed by flowing media, e.g. in heating systems e.g. the quantity of heat in a transporting medium, delivered to or consumed in an expenditure device based upon measurement of temperature difference or of a temperature
    • G01K17/10Measuring quantity of heat conveyed by flowing media, e.g. in heating systems e.g. the quantity of heat in a transporting medium, delivered to or consumed in an expenditure device based upon measurement of temperature difference or of a temperature between an inlet and an outlet point, combined with measurement of rate of flow of the medium if such, by integration during a certain time-interval
    • G01K17/12Indicating product of flow and temperature difference directly or temperature
    • G01K17/16Indicating product of flow and temperature difference directly or temperature using electrical or magnetic means for both measurements
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01FMEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
    • G01F1/00Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow
    • G01F1/68Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using thermal effects
    • G01F1/684Structural arrangements; Mounting of elements, e.g. in relation to fluid flow
    • G01F1/6845Micromachined devices

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Measuring Volume Flow (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het bepalen van een warmtestroom naar een fluïdum.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het bepalen van een warmtestroom van ten minste één thermodynamische sensor naar 5 een fluïdum. Deze kunnen onder andere toegepast worden voor het afleiden van de stroomsnelheid en/of -richting in een fluïdum, zoals een vloeistof of een gas.
Stroomsensoren zijn algemeen bekend en worden toegepast in vele gebieden, zoals het meten van luchtsnelheid. Veel stroomsensoren werken op basis van het thermodynamische principe. Sensoren die werken op basis van dit principe voeren een 10 bekende hoeveelheid thermisch vermogen toe aan het fluïdum en meten de resulterende temperatuurtoename. In een andere uitvoeringsvorm houdt de sensor een bepaald temperatuurverschil tussen de sensor en het fluïdum in stand en meet de hoeveelheid thermisch vermogen die toegevoerd moet worden om dit verschil in stand te houden. Om het temperatuurverschil te bepalen wordt een afzonderlijke temperatuursensor 15 toegepast voor het meten van de absolute omgevingstemperatuur.
Nadelen van deze sensoren zijn dat deze een merkbare verminderde nauwkeurigheid bij hogere stroomsnelheden vertonen en een relatief langzame dynamische reactie hebben door thermische capaciteiten. Daarnaast kan de nauwkeurigheid van de stroom- en stroomrichtingmeting verstoord worden door 20 omgevingsinvloeden zoals verwarming door zonlicht of ruimtelijk ongelijke verwarming en/of afkoeling van de omhulling van de sensor en zijn omgeving door andere thermische bronnen. Daarnaast hebben deze sensoren het nadeel dat ze een niet-robuuste constructie vertonen en qua oppervlak niet vlak uitgevoerd zijn.
Het is een doelstelling van de onderhavige aanvrage om een werkwijze en een 25 inrichting te verschaffen met een snelle dynamische reactie en een breed meetgebied. Verder dient de uitvinding een compacte en robuuste meting mogelijk te maken, d.w.z. dat meting onder zware omgevingsomstandigheden mogelijk moet zijn.
Deze doelstelling wordt in een eerste aspect bereikt door een werkwijze van de bij aanhef gedefinieerde soort, omvattende de stappen van het maken van een model 30 van warmtestromen van en naar de ten minste ene thermodynamische sensor met behulp van ten minste één warmte-impedantie, waarbij de ten minste ene warmte-impedantie bepaalde thermische eigenschappen heeft, en het model ten minste één tijdsafhankelijke temperatuurvergelijking over de ten minste ene warmte-impedantie 1017334 2 omvat, het toevoeren van warmte aan de ten minste ene thermodynamische sensor, het meten van een eerste temperatuur aan een zijde van de ten minste ene warmte-impedantie en een tweede temperatuur aan een andere zijde van de ten minste ene warmte-impedantie, en het berekenen van de warmtestroom naar het fluïdum door het 5 invoeren van de eerste en tweede temperatuur van de ten minste ene warmte- impedantie in het model. Bij voorkeur omvatten de bepaalde thermische eigenschappen van de ten minste ene warmte-impedantie de warmtecapaciteit en warmtegeleiding, uitgedrukt in Joule/kgK, respectievelijk Watt/mK, indien nodig als functie van de temperatuur.
10 Door middel van het model kunnen alle warmtestromen van of naar de thermodynamische sensor worden bepaald, gemodelleerd als warmte-impedanties.
Voor elk van de warmtestromen zijn de paden in het model vastgelegd in termen van warmtegeleiding en warmtecapaciteit. Bij voorkeur zijn de warmte-impedanties gekoppeld aan feitelijke constructiedelen van een inrichting die de werkwijze 15 implementeert, zoals een laag met bekende thermische eigenschappen tussen de thermodynamische sensor en een bevestigingslichaam op een lagere temperatuur of de warmtecapaciteit van de thermodynamische sensor zelf. De onderhavige uitvinding maakt het mogelijk om met behulp van snel te meten grootheden, zoals temperatuur, en snel uit te voeren berekeningen de warmtestroom naar het fluïdum te bepalen. Hierdoor 20 zijn bepalingen met een hoge frequentie mogelijk (bijvoorbeeld 100 Hz) en ontstaat een verbeterd dynamisch bereik in een breed meetgebied en een verbeterd dynamisch gedrag. Door in meer of minder detail warmte-impedanties naar mogelijke warmtebronnen en warmteputten in het model mee te nemen, kan de nauwkeurigheid van de meting beïnvloed worden.
25 Een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige werkwijze omvat verder de stap van het bepalen van een warmteoverdrachtcoëfficiënt uit het quotiënt van de warmtestroom van de ten minste ene thermodynamische sensor naar het fluïdum en het verschil van de temperatuur van de ten minste ene thermodynamische sensor en de temperatuur van het fluïdum.
30 In een nog verdere uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de verdere stap van het bepalen van een warmteoverdrachtcoëfficiënt uit twee of meer warmtestromen behorend bij verschillende van de ten minste ene thermodynamische sensor, waarbij de verschillende van de ten minste ene thermodynamische sensor op verschillende 1 0 1 7 3 3 4 3 temperaturen bedreven worden. Door het gebruik van twee of meer sensoren is het niet nodig de temperatuur van het fluïdum afzonderlijk te meten, en neemt tevens de gevoeligheid voor externe invloeden (zoals verwarming door zonnestraling) beduidend af. Tevens kan een hogere integratiegraad worden bereikt, waardoor een meer 5 compacte inrichting vervaardigd kan worden, mede omdat er minder externe componenten nodig zijn.
Met behulp van de onderhavige uitvinding kan bijvoorbeeld een afschuifspanning in het fluïdum uit de warmteoverdrachtcoëfficiënt berekend worden, bijvoorbeeld aan de hand van een empirisch bepaalde relatie. In de empirisch bepaalde relatie is onder 10 meer de invloed van de geometrie van de inrichting die de ten minste ene thermodynamische sensor omvat, meegenomen.
In een verdere uitvoeringsvorm wordt de stroomsnelheid en/of -richting van het fluïdum uit de warmteoverdrachtcoëfficiënt bepaald. Ook in deze uitvoeringsvorm wordt dit bij voorkeur bereikt met een empirisch bepaalde relatie, waarin de geometrie 15 van de inrichting is meegenomen.
Een nog verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de verdere stap van het detecteren van een omslagpunt van een laminaire stroming naar een turbulente stroming in het fluïdum indien de afgeleide in tijd van de warmteoverdrachtcoëfficiënt boven een bepaalde drempelwaarde ligt. Als de afgeleide 20 in tijd van de met de onderhavige werkwijze bepaalde warmteoverdrachtcoëfficiënt boven een bepaalde drempelwaarde ligt, is dit een indicatie dat er in korte tijd een grote verandering van de warmteoverdrachtcoëfficiënt optreedt, hetgeen een indicatie is voor een overgang van een laminaire stroming naar een turbulente stroming, of omgekeerd. De bepaalde drempelwaarde is in absolute waarde groter dan de afgeleide in tijd bij een 25 zuiver laminaire of een zuiver turbulente stroming.
In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de verdere stap van het detecteren van een omslagpunt van een laminaire stroming naar een turbulente stroming in het fluïdum door het analyseren van de energie-inhoud van het frequentiespectrum van de warmteoverdrachtcoëfficiënt. Een overgang van een 30 laminaire stroming naar een turbulente stroming wordt gekenmerkt door een verschuiving in de energie-inhoud van het frequentiespectrum van lage naar hoge frequenties.
1 0 1 7 33 4 4
Een verder aspect van de onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het bepalen een warmtestroom naar een fluïdum, omvattende ten minste één thermodynamische sensor en met de ten minste ene thermodynamische sensor verbonden verwerkingsmiddelen, waarbij de verwerkingsmiddelen zijn ingericht voor 5 het uitvoeren van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. Met de inrichting zijn op een effectieve wijze de boven genoemde uitvoeringsvormen van de werkwijze in de praktijk te brengen.
In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting verder een ondersteunend lichaam, waarbij de ten minste ene thermodynamische sensor op het ondersteunend lichaam 10 bevestigd is met behulp van een bevestigingslaag. Bij voorkeur is de bevestigingslaag een bevestigingslaag met bepaalde thermische eigenschappen. Doordat de thermodynamische sensor bevestigd is op het ondersteunend lichaam, bijvoorbeeld met behulp van een thermisch geleidende lijmlaag, ontstaat een veel robuustere inrichting.
In een nog verdere uitvoeringsvorm omvat de inrichting verder een eerste 15 temperatuursensor voor het meten van een eerste temperatuur van de bevestigingslaag aan de zijde van de thermodynamische sensor, een tweede temperatuursensor voor het meten van een tweede temperatuur van de bevestigingslaag aan de zijde van het ondersteunend lichaam, en een warmtesensor voor het meten van de aan de ten minste ene thermodynamische sensor toegevoerde warmte.
20 Deze voorkeursuitvoeringsvorm maakt het mogelijk dat de inrichting met een hoge frequentie gegevens betreffende de stroomsnelheid levert (bijvoorbeeld met een frequentie van 100 Hz), doordat de inrichting gebruik maakt van grootheden die snel te meten zijn en verwerkingsstappen die snel uitvoerbaar zijn.
Bij voorkeur zijn de verwerkingsmiddelen verder ingericht om de 25 bedrijfstemperatuur van de ten minste ene thermodynamische sensor in te stellen. Deze behoeven tijdens bedrijf niet constant te zijn. Hierdoor wordt het mogelijk om in uiteenlopende externe omstandigheden (temperatuur, druk, enz.) de inrichting in een breed meetgebied te laten werken.
In een verdere uitvoeringsvorm is de ten minste ene thermodynamische sensor 30 gevormd door een dunne chip, bijvoorbeeld een silicium chip. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat de warmtecapaciteit van de thermodynamische sensor beperkt is, waardoor het dynamische gedrag van de inrichting verbetert. De warmtecapaciteit van de sensor kan meegenomen worden in de berekeningen.
1 0 1 7 3 3 A
5
In een nog verdere uitvoeringsvorm wordt de sensor omgeven door een isotherme omhulling, om te zorgen dat het effect van een warmtebron buiten de sensor verspreid wordt over de gehele sensor. De isotherme omhulling leidt ertoe dat de temperatuurgradiënten buiten de sensor en asymmetrisch ten opzichte van de sensor ter 5 plaatse van de sensor als het ware omgezet worden tot een voor de sensor aanvaardbare minimale resterende temperatuurgradiënt Door de zeer goede warmtegeleiding van de isotherme omhulling treedt verspreiding van de warmte op terwijl de temperatuur van de isotherme omhulling nagenoeg homogeen blijft. De sensor ziet daardoor deze nagenoeg homogene temperatuur. In deze uitvoeringsvorm is de inrichting nog beter 10 bestand tegen externe invloeden.
Bij voorkeur wordt het ondersteunend lichaam gevormd wordt door een thermisch geleidend lichaam dat thermisch verbonden is met een koelelement, zoals een Peltier-element. Doordat het ondersteunend element op een bepaald temperatuurverschil ten opzichte van de thermodynamische sensor wordt gehouden, 15 wordt verzekerd dat het ondersteunend lichaam in een breed temperatuurgebied daadwerkelijk thermisch stabiel is of in ieder geval met een zekere thermische traagheid warmte afvoert. Hierdoor wordt het dynamisch bereik van de onderhavige inrichting verzekerd in een groot temperatuurgebied.
In een verdere uitvoeringsvorm is een bovenzijde van de ten minste ene 20 thermodynamische sensor voorzien van een beschermende laag, waarbij de beschermende laag tijdens bedrijf in contact staat met het fluïdum. Deze beschermende laag biedt bescherming van de thermodynamische sensor tegen ongunstige invloeden van buitenaf, zoals tegen beschadigingen door regen, hagel, agressieve stoffen en dergelijke en tegen slijtage door bijvoorbeeld zand.
25 De onderhavige uitvinding zal nu in meer detail worden toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm en de bij gevoegde tekeningen, waarin
Fig. 1 een doorsnee-aanzicht toont van een thermodynamische sensor die toegepast wordt in een stroomsensor volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 30 Fig. 2 een doorsnee-aanzicht toont van een stroomsensor volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en
Fig. 3 een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht toont van de stroomsensor van Fig. 2.
1017334 6
In Fig. 1 wordt een doorsnee-aanzicht getoond van een thermodynamische sensor 1 die toegepast wordt in een inrichting volgens de onderhavige uitvinding. De inrichting kan worden toegepast voor het meten van een stroomsnelheid en/of -richting in een fluïdum 15, zoals een vloeistof of een gas (bijvoorbeeld lucht), of voor het meten 5 van de afschuifspanning en/of -richting in het fluïdum. Toepassingsgebieden van de onderhavige inrichting en werkwijze zijn onder meer transportmiddelen (vliegtuigen, treinen, auto's, schepen), compressoren of windmolens. De thermodynamische sensor 1 kan een op zich bekende thermodynamische sensor zijn, bijvoorbeeld een halfgeleider chip die voorzien is van een meetpunt aan elke rand of hoek van de sensor teneinde ook 10 de richting van de stroom te kunnen bepalen. Dit vindt plaats door het temperatuurverschil te bepalen tussen meetpunten op tegenover elkaar liggende randen of hoeken.
De thermodynamische sensor 1 is (mechanisch) verbonden met een ondersteunend lichaam 3, via een bevestigingslaag 2, waarvan de thermische 15 eigenschappen bij voorkeur bekend zijn. Het ondersteunend lichaam 3 is bij voorkeur thermisch stabiel of heeft een zekere thermische traagheid. Het ondersteunend lichaam 3 kan bijvoorbeeld een warmteput ('heat sink') zijn en de bevestigingslaag 2 kan bijvoorbeeld een lijmlaag zijn. De bevestigingslaag 2 werkte als het ware als een warmte-impedantie met een bepaalde warmtecapaciteit en warmtegeleidbaarheid, die 20 tussen de warmtebron op de thermodynamische sensor 1 en het ondersteunend lichaam 3 geschakeld is. Doordat de thermodynamische sensor 1 op het ondersteunend lichaam 3 is bevestigd met behulp van de lijmlaag 2, ontstaat een zeer robuuste constructie van de stroomsensor. De thermodynamische sensor 1 is bij voorkeur uitgevoerd als een dunne chip, die door zijn afmetingen niet goed bestand is tegen mechanische krachten, 25 die bijvoorbeeld door schokken, regendruppels of hagel veroorzaakt kunnen worden. Door de thermodynamische sensor 1 in zijn gehele vlak te ondersteunen ontstaat een mechanisch sterke constructie.
In het ideale geval zou de thermodynamische sensor 1 aan de onderzijde volledig thermisch geïsoleerd zijn, bijvoorbeeld met een vacuüm, waardoor alle in de 30 thermodynamische sensor 1 opgewekte warmte naar de omgeving van de sensor 1 zou stromen. Dit zou echter leiden tot een veel minder robuuste constructie van de inrichting.
1 0 1 7 3 3 4 7
Door de thermodynamische sensor 1 uit te voeren als een dunne chip, bijvoorbeeld in siliciumtechniek, is het mogelijk om op de thermodynamische sensor 1 tevens verwerkingsmiddelen te integreren voor het uitvoeren van signaalbewerking en -verwerking.
5 De thermodynamische sensor 1 is voorzien van ten minste een weerstand 4 voor het meten van de dissipatie van de thermodynamische sensor 1. Deze meting kan zeer snel verlopen. Daarnaast is de thermodynamische sensor 1 voorzien van ten minste een temperatuursensor 5 voor het meten van de (oppervlakte-) temperatuur van de thermodynamische sensor 1. Ook het warmteafvoerend lichaam is voorzien van een 10 temperatuursensor 6 voor het meten van de temperatuur van het warmteafvoerend lichaam 3. De weerstand 4 kan tevens gebruikt worden voor het gecontroleerd toevoeren van warmte aan de thermodynamische sensor 1.
De werking van de stroomsensor volgens de onderhavige uitvinding zal nu worden verklaard. Aangenomen wordt dat de thermodynamische sensor 1 warmte 15 verliest naar het fluïdum 15 en naar het ondersteunend lichaam 3 (en eventueel naar andere warmteputten). Indien andere warmtestromen optreden, kan dit op een analoge wijze meegenomen worden.
Om de stroomsnelheid van het fluïdum 15 met een hoge frequentie (bijvoorbeeld 100 Hz) te bepalen, is het van belang te weten hoeveel warmte vloeit naar het fluïdum 20 15. Dit is te bepalen uit het verschil van de in de thermodynamische sensor 1 gedissipeerde warmte minus de naar het ondersteunend lichaam 3 vloeiende warmte.
De gedissipeerde warmte kan snel gemeten worden met behulp van bijvoorbeeld weerstand 4.
De hoeveelheid warmte die wegvloeit naar het ondersteunend lichaam 3 kan 25 bepaald worden door de temperatuur te meten aan weerszijden van de bevestigingslaag met bekende thermische eigenschappen 2. De temperatuur van de thermodynamische sensor 1 wordt gemeten met behulp van temperatuursensor 5. Wanneer de thermodynamische sensor 1 is uitgevoerd als een halfgeleider chip, maakt de plaats van de temperatuursensor 5 niet veel uit, en geeft deze met goede nauwkeurigheid de 30 temperatuur op de overgang tussen thermodynamische sensor 1 en bevestigingslaag 2 aan. De temperatuur van het ondersteunend lichaam 3, die gemeten wordt met behulp van temperatuursensor 6, ijlt sterk na omdat de temperatuurverdeling over de bevestigingslaag 2 niet lineair is en in tijd varieert.
a £ / 3^4 8
Om toch met een hoge frequentie de hoeveelheid warmte die vloeit over de bevestigingslaag 2 naar het ondersteunend lichaam 3 te kunnen bepalen, wordt volgens de onderhavige uitvinding de tijdsafhankelijke temperatuurvergelijking over de bevestigingslaag 2 uitgerekend, met als randvoorwaarden de temperaturen die aan 5 weerszijden van de bevestigingslaag 2 gemeten zijn. Ook voor andere paden waarlangs warmte vloeit kunnen dergelijke tijdsafhankelijke temperatuurvergelijkingen meegenomen worden in een model. Hiertoe is het noodzakelijk dat van de bevestigingslaag 2 (en eventuele andere warmte-impedanties) de warmtegeleidbaarheid en warmtecapaciteit nauwkeurig bepaald worden (eventueel als functie van 10 temperatuur). Omdat dit grootheden zijn die de bevestigingslaag 2 karakteriseren, kan dit vooraf gebeuren. Uit de berekende temperatuurverdeling over de bevestigingslaag 2 (hetgeen een snelle berekening kan zijn) kan nu de hoeveelheid warmte berekend worden die vloeit van de thermodynamische sensor 1 naar het ondersteunend lichaam 3. Ook dit gebeurt met een snelle berekening in de verwerkingsmiddelen.
15 Van de thermodynamische sensor 1 is bekend wat het dynamisch gedrag is, gekenmerkt door de warmtecapaciteit en -geleiding van de thermodynamische sensor 1. Het dynamisch gedrag van de thermodynamische sensor 1 kan derhalve meegenomen worden om met hoge frequentie (bijvoorbeeld 100 Hz) de warmtestroom van de thermodynamische sensor 1 naar het fluïdum 15 te berekenen.
20 De omrekening van de warmtestroom naar het fluïdum 15 in een stroomsnelheid en/of afschuifspanning wordt bij voorkeur uitgevoerd via berekening van de warmteoverdrachtcoëfïïciënt. Dit is een op zich bekende grootheid, die voor een bepaalde configuratie van de stroomsensor en gegeven dat de stroming in het fluïdum 15 laminair of turbulent is, een eenduidige functie is van de stroomsnelheid. Om 25 eigenschappen van het fluïdum 15 te kunnen verdisconteren, is deze relatie vastgelegd in een dimensieloze vorm, als een zogenaamde Nusselt-Reynold-Prandtl relatie.
Als voorbeeld wordt een parallelle omstroming van een vlakke plaat genomen.
De warmteoverdrachtcoëfficiënt hx, gemeten op een afstand x van de voorkant van de plaat, kan worden omgerekend naar de luchtsnelheid buiten de grenslaag en vervolgens 30 naar de lokale wandschuifspanning τχ met behulp van de volgende algemeen bekende relaties:
Nu = hxx / λ = 0332Re x°'5 Pr ix =0.644Re/05 0.5pv2 1017334 9 waarbij
Nu het dimensieloos Nusseltgetal is [-]; x de afstand van een punt op de plaat tot aan de voorkant is [m]; hx de warmteoverdrachtcoëfficiënt op afstand x is [W/raK]; 5 λ de warmtegeleidingscoëfficiënt in lucht is [W/mK];
Rex het dimensieloze Reynoldsgetal is, betrokken op afstand x;
Pr het dimensieloze Prandtlgetal is; τχ de schuifspanning op afstand x is [N/m2]; p de dichtheid van lucht is [kg/m3]; en 10 υ de snelheid van lucht buiten de grenslaag is.
Deze relaties gelden voor een laminaire grenslaag (Rex<3*105). Voor andere geometrieën en bijvoorbeeld turbulente grenslagen, kunnen andere relaties worden vastgesteld om de warmteoverdrachtcoëfficiënt om te rekenen naar een wandschuifspanning. De manier waarop dit gebeurt, is analoog aan hetgeen hierboven 15 is beschreven.
Door de afgeleide in tijd van de berekende warmteoverdrachtcoëfficiënt te bewaken, is het mogelijk om (bij gelijke externe omstandigheden) een overgang van een laminaire stroming naar een turbulente stroming te detecteren. Zodra de afgeleide in tijd boven een bepaalde drempelwaarde komt, is er een grote verandering in korte 20 tijd van de warmteoverdrachtcoëfficiënt, wat kenmerkend is voor een dergelijke omslag.
Als alternatief kan het frequentiespectrum van de warmteoverdrachtcoëfficiënt geanalyseerd worden. Een overgang van laminaire naar turbulente stroming kenmerkt zich door een verschuiving in het frequentiespectrum van lage naar hoge frequenties.
25 De warmteoverdrachtcoëfficiënt kan berekend worden door de warmtestroom naar het fluïdum 15 te delen door het verschil in temperatuur van de thermodynamische sensor 1 en het fluïdum 15. De temperatuur van de thermodynamische sensor 1 wordt reeds gemeten door de temperatuursensor 5. De temperatuur van het fluïdum 15 vlak boven de thermodynamische sensor 1 kan gemeten worden door een temperatuursensor 30 te plaatsen in de stroom van het fluïdum 15. eventueel kan ook op een andere plaats de temperatuur van het fluïdum 15 gemeten worden, maar dit leidt in het algemeen tot een minder nauwkeurig resultaat.
10 1 7 3 JÏé 10
Indien gestreefd wordt naar een stroomsensor met een vlakke constructie, kan geen uitstekende temperatuursensor voor het fluïdum 15 gebruikt worden. Fig. 2 toont een uitvoeringsvorm van de stroomsensor volgens de onderhavige uitvinding die een alternatief biedt door de stroomsensor te voorzien van een tweede thermodynamische 5 sensor lb. Indien de twee thermodynamische sensoren la, lb op een verschillende temperatuur worden bedreven, kan de warmteoverdrachtcoëfficiënt (en dus de stroomsnelheid van het fluïdum 15) bepaald worden uit de twee bepaalde warmtestromen. In dat geval zal immers de (onbekende) temperatuur van het fluïdum 15 wegvallen uit de vergelijkingen. Dit kan alleen indien de 10 warmteoverdrachtcoëfficiënten van beide thermodynamische sensors la, lb gelijk zijn, hetgeen bereikt kan worden door de afmetingen van de thermodynamische sensors la, lb klein te houden en ze dicht bij elkaar te plaatsen. Bij voorkeur worden de twee thermodynamische sensors la, lb dan niet te dicht bij elkaar of stroomafwaarts van elkaar geplaatst om onderlinge beïnvloeding door de thermische grenslaag te 15 voorkomen.
In een nog verdere uitvoeringsvorm van de stroomsensor volgens de onderhavige uitvinding is de stroomsensor voorzien van twee of meer thermodynamische sensors la, lb. Afhankelijk van de omstandigheden (oriëntatie van stroming ten opzichte van de thermodynamische sensors) kunnen dan twee sensoren ingeschakeld worden die 20 elkaar niet beïnvloeden
Het combineren van de signalen van twee of meer thermodynamische sensors la, lb, heeft tevens als voordeel, dat omgevingsinvloeden die op beide thermodynamische sensors la, lb dezelfde invloed hebben, wegvallen in het uiteindelijke resultaat. Dit geldt bijvoorbeeld voor de invloed van (gereflecteerd) zonlicht op de stroomsensor of 25 andere externe omstandigheden.
Door het instellen van de bedrijfstemperatuur van de twee thermodynamische sensors la, lb in absolute zin en ten opzichte van elkaar en het regelen van het gedissipeerde vermogen in elk van de thermodynamische sensors la, lb kan in uiteenlopende omgevingsomstandigheden de stroomsensor in een optimaal werkgebied 30 gehouden worden en zijn snelle en nauwkeurige metingen over een groot gebied mogelijk.
Voor het berekenen van de warmteoverdrachtcoëfficiënt dienen een aantal karakteristieke eigenschappen van het fluïdum 15 bekend te zijn, zoals de temperatuur, 1 0 1 7 33 * 11 druk, dichtheid, viscositeit, samenstelling en/of het vochtgehalte. Er kan echter aangetoond worden dat deze eigenschappen niet met een zeer grote nauwkeurigheid gemeten hoeven te worden, zodat het ook mogelijk is deze op een meer gunstige plaats te meten (dus niet vlak boven de thermodynamische sensor la, lb).
5 Bij voorkeur is de stroomsensor volgens de onderhavige uitvinding voorzien van verwerkingsmiddelen die zijn ingericht om de bovengenoemde berekeningen uit te voeren. Bij voorkeur zijn de verwerkingsmiddelen geïntegreerd op de thermodynamische sensor 1, zodat de signaalverwerking lokaal kan plaatsvinden, bijvoorbeeld in siliciumtechnologie. Als alternatief worden de meetsignalen (van de 10 weerstand 4 en de temperatuursensoren 5,6) via geleiders naar buiten gevoerd, om op afstand door verwerkingsmiddelen verwerkt te worden volgens de boven genoemde berekeningen.
In Fig. 2 is een dwarsdoorsnede getoond van een stroomsensor volgens de onderhavige uitvinding. Fig. 3 toont in een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht 15 dezelfde stroomsensor. De stoomsensor omvat een behuizing 12, waarbinnen een ondersteunend lichaam 3 is geplaatst. De temperatuur van het ondersteunend lichaam 3 wordt aan de onderzijde op een bepaalde, lage waarde gehouden, waardoor een temperatuurverschil ontstaat ten opzichte van de thermodynamische sensor 1 en het ondersteunend lichaam 3 zal werken als een warmteput ('heat sink'). Dit kan 20 bijvoorbeeld bereikt worden met behulp van een koelelement 13, zoals een Peltier-element.
De behuizing 12 is aan de bovenzijde (waarlangs het fluïdum 15 stroomt) voorzien van een opening, waarin een masker 10 geplaatst is. Het masker 10 is voorzien van twee openingen voor de twee thermodynamische sensors la, lb. In de in 25 Fig. 2 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is boven de thermodynamische sensors la, lb een beschermende laag 9a, 9b geplaatst, die de thermodynamische sensors la, lb beschermen tegen invloeden van buitenaf (zoals krassen of slijtage).
De thermodynamische sensors la, lb zijn met behulp van lijmlagen 2a, 2b, vastgezet op het ondersteunend lichaam 3. Voor redenen van duidelijkheid zijn verdere 30 details, zoals de plaats van temperatuursensoren 5, 6 en bedrading van de thermodynamische sensors la, lb uit Fig. 2 weggelaten. De verbinding van de chip met de thermodynamische sensors la, lb met de buitenwereld kan bijvoorbeeld plaats vinden via de met verwijzingscijfer 11 aangeduide flexibele printkaart. In Fig. 3 is voor 1017334 12 de duidelijkheid een mogelijke plaats van temperatuursensor 6 voor het meten van de temperatuur van het ondersteunend lichaam 3 getoond, dicht bij de overgang van warmteafvoerend lichaam 3 naar de bevestigingslaag 2b.
In Fig. 2 en 3 is verder getoond dat de stroomsensor een behuizing 12 omvat, die 5 het warmteafvoerend lichaam 3 als een isotherme omhulling omgeeft. Alleen ter plaatse van de thermodynamische sensors la, lb zijn openingen gemaakt in de isotherme omhulling 12. De isotherme omhulling 12 zorgt voor een verdere afname van de gevoeligheid van de stroomsensor voor externe invloeden door de warmte die de sensor binnenkomt vanaf een bepaald punt buiten de sensor egaal te verdelen over de 10 hele sensor.
Voor de deskundige zal het duidelijk zijn dat de getoonde voorbeelden slechts uitvoeringsvormen zijn van de onderhavige uitvinding, en dat varianten op deze voorbeelden ook geacht worden onder de onderhavige uitvinding te vallen.
1 0 17 331

Claims (17)

1. Werkwijze voor het bepalen van een warmtestroom van ten minste één thermodynamische sensor (1) naar een fluïdum (15), omvattende de stappen van: 5 het maken van een model van warmtestromen van en naar de ten minste ene thermodynamische sensor (1) met behulp van ten minste één warmte-impedantie, waarbij de ten minste ene warmte-impedantie bepaalde thermische eigenschappen heeft, en het model ten minste één tijdsafhankelijke temperatuurvergelijking over de ten minste ene warmte-impedantie omvat, 10 het toevoeren van warmte aan de ten minste ene thermodynamische sensor (1), het meten van een eerste temperatuur aan een zijde van de ten minste ene warmte-impedantie en een tweede temperatuur aan een andere zijde van de ten minste ene warmte-impedantie, en het berekenen van de warmtestroom naar het fluïdum (15) door het invoeren van 15 de eerste en tweede temperatuur van de ten minste ene warmte-impedantie in het model.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de bepaalde thermische eigenschappen van de ten minste ene warmte-impedantie een warmtecapaciteit en een 20 warmtegeleidbaarheid omvatten.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende de stap van het bepalen van een warmteoverdrachtcoëfficiënt uit het quotiënt van de warmtestroom van de ten minste ene thermodynamische sensor naar het fluïdum en het verschil van de 25 temperatuur van de ten minste ene thermodynamische sensor en de temperatuur van het fluïdum.
4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende de stap van het bepalen van een warmteoverdrachtcoëfficiënt uit de twee of meer warmtestromen 30 behorend bij verschillende van de ten minste ene thermodynamische sensor, waarbij de verschillende van de ten minste ene thermodynamische sensor op verschillende temperaturen bedreven worden. 1 0 17 33 4
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, omvattende de verdere stap van het berekenen van een afschuifspanning en/of -richting in het fluïdum (15) uit de warmteoverdrachtcoëfficiënt.
6. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, omvattende de verdere stap van het berekenen van de stroomsnelheid en/of -richting van het fluïdum (15) uit de warmteoverdrachtcoëfficiënt.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, omvattende de verdere stap van het detecteren 10 van een omslagpunt van een laminaire stroming naar een turbulente stroming in het fluïdum (15) indien de afgeleide in tijd van de warmteoverdrachtcoëfficiënt boven een bepaalde drempelwaarde ligt.
8. Werkwijze volgens conclusie 6, omvattende de verdere stap van het detecteren 15 van een omslagpunt van een laminaire stroming naar een turbulente stroming in het fluïdum (15) door het analyseren van de energie-inhoud van het frequentiespectrum van de warmteoverdrachtcoëfficiënt.
9. Inrichting voor het bepalen van een warmtestroom naar een fluïdum (15), 20 omvattende ten minste een thermodynamische sensor (1) en met de ten minste ene thermodynamische sensor (1) verbonden verwerkingsmiddelen, waarbij de verwerkingsmiddelen zijn ingericht voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 8. 25
10. Inrichting volgens conclusie 9, verder omvattende een ondersteunend lichaam (3), waarbij de ten minste ene thermodynamische sensor (1) op het ondersteunend lichaam (3) bevestigd is met behulp van een bevestigingslaag (2).
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de bevestigingslaag (2) bepaalde thermische eigenschappen heeft.
12. Inrichting volgens conclusie 9, 10 of 11, waarbij de inrichting verder omvat 1017334 een eerste temperatuursensor (5) voor het meten van een eerste temperatuur van de bevestigingslaag (2) aan de zijde van de thermodynamische sensor (1), een tweede temperatuursensor (6) voor het meten van een tweede temperatuur van de bevestigingslaag (2) aan de zijde van het ondersteunend lichaam (3), 5 een warmtesensor (4) voor het meten van de aan de ten minste ene thermodynamische sensor (1) toegevoerde warmte.
13. Inrichting volgens een van de conclusies 9 t/m 12, waarbij de verwerkingsmiddelen verder zijn ingericht om de bedrijfstemperatuur van de ten minste 10 ene thermodynamische sensor (1) in te stellen.
14. Inrichting volgens een van de conclusies 9 t/m 13, waarbij de ten minste ene thermodynamische sensor (1) gevormd wordt door een dunne chip.
15. Inrichting volgens een van de conclusies 9 t/m 14, waarbij de ten minste ene thermodynamische sensor (1) omgeven wordt door een isotherme omhulling (12).
16. Inrichting volgens een van de conclusies 10 t/m 15, waarbij het ondersteunend lichaam (3) gevormd wordt door een thermisch geleidend lichaam dat 20 thermisch verbonden is met een koelelement (13).
17. Inrichting volgens een van de conclusies 9 t/m 16, waarbij een bovenzijde van de ten minste ene thermodynamische sensor (1) voorzien is van een beschermende laag, waarbij de beschermende laag (9a, 9b) tijdens bedrijf in contact staat met het fluïdum 25 (15). 1 0 1 7 3 3 4
NL1017334A 2001-02-12 2001-02-12 Werkwijze en inrichting voor het bepalen van een warmtestroom naar een flu´dum. NL1017334C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017334A NL1017334C2 (nl) 2001-02-12 2001-02-12 Werkwijze en inrichting voor het bepalen van een warmtestroom naar een flu´dum.
PCT/NL2002/000090 WO2002065078A1 (en) 2001-02-12 2002-02-12 Method and device for determining a heat flow to a fluid

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017334 2001-02-12
NL1017334A NL1017334C2 (nl) 2001-02-12 2001-02-12 Werkwijze en inrichting voor het bepalen van een warmtestroom naar een flu´dum.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017334C2 true NL1017334C2 (nl) 2002-08-13

Family

ID=19772882

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017334A NL1017334C2 (nl) 2001-02-12 2001-02-12 Werkwijze en inrichting voor het bepalen van een warmtestroom naar een flu´dum.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1017334C2 (nl)
WO (1) WO2002065078A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102007023824B4 (de) * 2007-05-21 2010-01-07 Abb Ag Thermischer Massendurchflussmesser
EP2615430A4 (en) * 2010-09-08 2014-06-18 Toyota Motor Co Ltd DEVICE FOR DETECTING FLOW RANGE

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0101119A1 (en) * 1982-08-02 1984-02-22 CC Controls B.V. Method and device for measuring the flow of a physical quantity
EP0403142A2 (en) * 1989-06-08 1990-12-19 Brian Ellis Mickler Compensated thermal flux mass flowmeter

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0101119A1 (en) * 1982-08-02 1984-02-22 CC Controls B.V. Method and device for measuring the flow of a physical quantity
EP0403142A2 (en) * 1989-06-08 1990-12-19 Brian Ellis Mickler Compensated thermal flux mass flowmeter

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
JOUWSMA W: "MARKETING AND DESIGN IN FLOW SENSING*", SENSORS AND ACTUATORS A, ELSEVIER SEQUOIA S.A., LAUSANNE, CH, vol. A37-A38, 1 June 1993 (1993-06-01), pages 274 - 279, XP000411403, ISSN: 0924-4247 *
VETTER G ET AL: "MESSUNG UND DOSIERUNG SEHR KLEINER PULSIERENDER FLUESSIGKEITSSTROEME", WAGEN UND DOSIEREN, VERLAGSGESELLSCHAFT KEPPLER, MAINZ, DE, vol. 26, no. 5, 1 September 1995 (1995-09-01), pages 3 - 4,6-9, XP000524560, ISSN: 0342-5916 *

Also Published As

Publication number Publication date
WO2002065078A1 (en) 2002-08-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5997174A (en) Method for determining a thermal parameter of a device by measuring thermal resistance of a substrate carrying the device
US6203191B1 (en) Method of junction temperature determination and control utilizing heat flow
TWI436039B (zh) 流量計
KR102595005B1 (ko) 분석 가스의 농도 측정용 가스 센서
Keltner Heat flux measurements: theory and applications
US4781065A (en) Solid-state anemometers and temperature gauges
NL2011975C2 (nl) Stromingsmeetapparaat van het thermische type.
US11169102B2 (en) Method and measurement device for ascertaining the thermal conductivity of a fluid
US8690421B2 (en) Apparatus and a method for measuring the body core temperature for elevated ambient temperatures
McNamara et al. Infrared imaging microscope as an effective tool for measuring thermal resistance of emerging interface materials
CN108931551A (zh) 一种固体表面结合部接触热导测量装置
NL1017334C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bepalen van een warmtestroom naar een flu´dum.
NL1017335C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bepalen van een warmteoverdrachtcoÙfficiÙnt van een sensorsamenstel naar een flu´dum.
WO2016143528A1 (ja) 内部温度測定装置及び温度差測定モジュール
JPH07190971A (ja) 露点測定方法および装置
US20020005068A1 (en) Capacitive sensor condensation-type hygrometer
JP6642392B2 (ja) 表面粗さ測定方法及び表面粗さ測定装置
AboRas et al. Limitations and accuracy of steady state technique for thermal characterization of thermal interface materials and substrates
KR100755295B1 (ko) 전력 종속 피드백을 사용한 전자소자 제어
US6250134B1 (en) Apparatus for determining the dew-point and/or the content of vapor in the air
US3542123A (en) Temperature measurement apparatus
Wunderle et al. In-situ measurement of various thin bond-line-thickness thermal interface materials with correlation to structural features
Stoukatch et al. Non-contact thermal characterization using IR camera for compact metal-oxide gas sensor
KR20110051792A (ko) 접촉열전도재 특성 측정 장치 및 방법
Ashauer et al. Thermal characterization of microsystems by means of high-resolution thermography

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050901