NL1017112C2

NL1017112C2 - Blokkeerinrichting.

Info

Publication number: NL1017112C2
Application number: NL1017112A
Authority: NL
Inventors: Jakob Lassche
Original assignee: Jakob Lassche
Priority date: 2001-01-15
Filing date: 2001-01-15
Publication date: 2002-07-16
Also published as: EP1223262A1

Description

BLOKKEERINRICHTING

De uitvinding betreft een blokkeerinrichting voor het blokkeren en deblokkeren van een in een verticale sleuf geleide pen.

Bij zonweringen, waarbij een doek verticaal 5 langs de ruit geleid wordt, is aan de onderzijde van het doek een profielbalk aangebracht, die aan weerszijden 2 pennen omvat, die in verticale geleidingen geleid zijn. Wanneer het nu winderig weer is, dan zal het doek heen en weer klapperen, waardoor de onderbalk in de verticale 10 geleidingen zal gaan rammelen. Het is derhalve gewenst deze onderbalk in de verticale geleidingen te kunnen vergrendelen, zodat het doek strak gespannen kan worden en het klapperen voorkomen wordt.

Dit bovengenoemde is een doel van de uitvinding.

15 Dit doel wordt bereikt met een inrichting voor het blokkeren en deblokkeren van een in een verticale sleuf geleide pen, welke inrichting omvat: - een grendellichaam, dat tussen een onderste positie en een bovenste positie verticaal geleid is en 20 dat in de bovenste positie tussen een eerste en tweede positie horizontaal geleid is, waarbij het grendellichaam verder een haakdeel omvat voor aangrijping op de in de verticale sleuf geleide pen en waarbij het grendellichaam een bedieningsvlak omvat voor bediening van het 25 grendellichaam door de in de verticale sleuf geleide pen, ten einde het grendellichaam in de onderste positie te dringen; en - veermiddelen, die althans in de bovenste positie aangrijpen op het grendellichaam ten einde het 30 grendellichaam vanuit de eerste positie naar de tweede positie te dringen.

'10171 1 2 - 2

Met een inrichting volgens de uitvinding wordt op bijzonder eenvoudige wijze een blokkeer- en deblokkeerinrichting verkregen.

Daarbij kunnen de bovenste, onderste, eerste en 5 tweede positie gedefinieerd zijn door een L-vormige sleuf.

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het bedieningsvlak boogvormig. Hierdoor kan de pen nooit achter het bedieningsvlak blijven haken en 10 wordt een betrouwbare bediening van de inrichting gewaarborgd.

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de inrichting verend opgehangen. Teneinde speling in bijvoorbeeld het doek op te vangen, kan het 15 voordelig zijn de inrichting verend op te hangen.

Bij een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is in het haakdeel een veerelement aangebracht, dat eveneens tot doel heeft enige speling uit het doek te halen.

20 De uitvinding omvat verder een zonnewering, omvattende een zich verticaal uitstrekkend oprolbaar doek, dat aan de onderzijde aan weerszijden in verticale rails is geleid, waarbij in de verticale rails tenminste een inrichting volgens de uitvinding is aangebracht, 25 teneinde de onderzijde van het doek in de verticale rails te kunnen blokkeren.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

30 Figuur 1 toont een zonwering met een blokkeerinrichting volgens de uitvinding.

Figuren 2, 3 en 4 tonen in perspectivisch aanzicht met gedeeltelijk weggenomen delen de inrichting volgens de uitvinding in verschillende standen.

35 Figuur 5 toont in perspectivisch aanzicht en met gedeeltelijk weggenomen delen een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.

! U i i ii UI

3

Figuur 6 toont in perspectivisch aanzicht een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een 5 ruit 1 waarvoor een verticaal zonwerend doek 2 is gespannen. Dit doek 2 kan opgerold worden in een behuizing 3. Aan de onderzijde van het doek 2 is een profielbalk 4 aangebracht, die in zijgeleidingen 5 is geleid. In de zijgeleiding 5 is een blokkeerinrichting 6 10 volgens de uitvinding aangebracht teneinde de profielbalk 4 op een bepaalde positie in de zijgeleiding 5 te kunnen blokkeren en zo het doek 2 te kunnen spannen, waardoor klapperen bij winderig weer voorkomen wordt.

In figuren 2, 3 en 4 wordt de blokkeerinrichting 15 6 volgens figuur 1 in verschillende standen nader getoond.

In de profielbalk 4 is aan de kopse zijde een pen 7 aangebracht, die tussen twee strips 8 van de inrichting 6 geleid worden. Op één van de strips 8 is het 20 grendellichaam 9 door middel van een pen 10 aangebracht. Deze pen 10 is in een sleuf 11 in het grendellichaam 9 geleid. Door deze sleuf 11 worden de verschillende standen van het grendellichaam ten opzichte van de strips 8 bepaald. Verder is in het grendellichaam 9 een haakdeel 25 12 aangebracht, dat op de pen 7 kan aangrijpen. Verder heeft het grendellichaam 9 een bedieningsvlak 13.

Verder is op één van de strips 8 een veerelement 14 aangebracht, dat kan aangrijpen op het grendellichaam 9 .

30 De werking van de inrichting 6 volgens de uitvinding is als volgt. In figuur 2 is de inrichting 6 in zijn ruststand getoond, waarbij het grendellichaam 9 zich in de onderste positie bevindt. Wanneer nu de profielbalk 4 met zijn pen 7 vanaf bovenaf tussen de 35 strips 8 naar beneden geleid wordt, dan zal het grendellichaam 9 opzij gedrukt worden. Wanneer vervolgens de profielbalk 4 weer omhooggebracht wordt, dan zal de pen 7 in het haakdeel 12 van het grendellichaam 9 komen λ n 1 71 1 4 en zo het grendellichaam vanuit zijn onderste positie naar zijn bovenste positie brengen (zie figuur 3). Tegelijkertijd zal het veerelement 14 aangrijpen op het grendellichaam 9, waardoor het grendellichaam 9 vanuit de 5 eerste positie in hoofdzaak horizontaal verplaatst wordt naar de tweede positie. In deze tweede positie kan het grendellichaam 9 niet direct naar de onderste positie schuiven. In deze positie van de blokkeerinrichting 6 kan het zonwerend doek 2 strak gespannen worden.

10 Wanneer vervolgens de profielbalk 4 weer naar beneden gelaten wordt (zie figuur 4), dan zal het grendellichaam in zijn tweede positie door het veerelement 14 zodanig geroteerd worden, dat het haakdeel 12 van het grendellichaam 9 buiten de sleuf tussen de 15 strips 8 komt en het bedieningsvlak 13 juist binnen deze sleuf komt. Wanneer nu vervolgens de profielbalk 4 opnieuw omhoog bewogen wordt, dan zal de pen 7 tegen het bedieningsvlak 13 aankomen en zo het grendellichaam 9 naar zijn eerste positie en vervolgens van zijn bovenste 20 positie naar zijn onderste positie bedienen, waardoor het grendellichaam 9 in zijn ruststand volgens figuur 2 komt.

In figuur 5 is een tweede uitvoeringsvorm 20 van de inrichting volgens de uitvinding getoond. Deze inrichting 20 komt grotendeels overeen met de inrichting 25 6 en gelijke delen zijn dan ook met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. Een van de strips 8 is door middel van pennen 21 in verticale sleuven geleid. Een van de pennen 21 is met een spiraalveer 22 verbonden, waardoor de strip 8 in verticale richting verend is 30 opgehangen. Wanneer nu het grendellichaam 9, zoals getoond, in blokkeerstand is kan speling of extra druk op het doek 2 opgevangen worden door de veer 22.

In figuur 6 is een derde uitvoeringsvorm 30 volgens de uitvinding getoond. Ook deze uitvoeringsvorm 35 komt grotendeels overeen met de blokkeerinrichting 6 en gelijke delen zijn dan ook met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. In de zijgeleiding 5 zijn twee blokkeerinrichtingen 30 aangebracht, zodat de profielbalk *·, - V ^ " -f ' >· 'i -·· , : ) f L· \ · i * 1 5 4 op twee verschillende posities geblokkeerd kan worden. Op het grendellichaam 9 is een tweede veerelement 31 aangebracht, dat zich uitstrekt nabij het haakdeel 12. Wanneer nu de pen 7 in het haakdeel ligt, dan zal het 5 veerelement 31 op de pen 7 aangrijpen. Hierdoor is opnieuw een verende werking verkregen waardoor speling opgevangen kan worden.

‘J ii l *

Claims

1.Inrichting voor het blokkeren en deblokkeren van een in een verticale sleuf geleide pen, welke inrichting omvat: - een grendellichaam, dat tussen een onderste 5 positie en een bovenste positie verticaal geleid is en dat in de bovenste positie tussen een eerste en tweede positie horizontaal geleid is, waarbij het grendellichaam verder een haakdeel omvat voor aangrijping op de in de verticale sleuf geleide pen en waarbij het grendellichaam 10 een bedieningsvlak omvat voor bediening van het grendellichaam door de in de verticale sleuf geleide pen, ten einde het grendellichaam in de onderste positie te dringen; en - veermiddelen, die althans in de bovenste 15 positie aangrijpen op het grendellichaam ten einde het grendellichaam vanuit de eerste positie naar de tweede positie te dringen.

2.Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de bovenste, onderste, eerste en tweede positie gedefinieerd 20 zijn door een L-vormige sleuf.

3.Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het bedieningsvlak boogvormig is.

4.Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting verend is opgehangen. 25

5.Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in het haakdeel een veerelement is aangebracht.

6.Zonwering omvattende een zich verticaal uitstrekkend oprolbaar doek, dat aan de onderzijde aan 30 weerszijden in verticale rails is geleid, waarbij in de verticale rails ten minste een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies is aangebracht, ten einde de ; . 1 1 ^ J 0 i- L -Λ j j onderzijde van het doek in de verticale rails te kunnen blokkeren. ; ' ) j u __