NL1016912C2

NL1016912C2 - Alarminrichting voor duikers.

Info

Publication number: NL1016912C2
Application number: NL1016912A
Authority: NL
Inventors: Eric Alexander Schmets
Original assignee: Eric Alexander Schmets; Eric Van Der Werff
Priority date: 2000-12-19
Filing date: 2000-12-19
Publication date: 2002-06-21
Also published as: EP1343685A1; WO2002049910A1; US7201539B2; US20050019101A1; AU2552202A

Description

Korte aanduiding: Alarminrichting voor duikers 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een alarminrichting voor duikers.

Een dergelijke alarminrichting is in de stand van de techniek bekend en bijvoorbeeld beschreven in FR-A-2 695 747. In deze Franse octrooiaanvrage is een alarminrichting voor bevestiging aan het 10 lichaam beschreven. Deze inrichting omvat twee ten opzichte van elkaar draaibare onderdelen, die ten opzichte van elkaar vergrendeld zijn met behulp van een grendelpen. Voor het in werking stellen van de alarminrichting dient deze grendelpen te worden verwijderd.

Voorts is uit FR-A-2 755 023 een alarminrichting bekend welke 15 een behuizing met een batterij en geluidsopwekmiddelen omvat. De behuizing omvat een drukknop voor het in werking stellen van de alarminrichting. Deze alarminrichting wordt aan een op de behuizing aanwezig oogje bevestigd.

In de praktijk blijkt dat een grote groep duikers slechts een 20 of twee maal per jaar duiken. Dit is onder de duikers de grootste risicogroep. Gebleken is dat wanneer een dergelijke onervaren duiker in nood of in gevaar is hij gemiddeld slechts drie seconde voor eventueel handelen heeft. In de eerste seconde wordt de nood of het gevaar opgemerkt, in de tweede seconde wordt de duiker zich bewust 25 van het probleem en in de derde seconde is de duiker in paniek. De meest voorkomende reactie van dergelijke duikers is om zo snel mogelijk naar het oppervlak te zwemmen, met alle levensbedreigende risico's van dien.

In de panieksituatie blijken in het bijzonder deze onervaren 30 duikers niet in staat tot enige gecoördineerde beweging, bijvoorbeeld om een alarminrichting volgens de stand van.de techniek in werking te stellen. De bekende alarminrichtingen blijken dan ook niet té voldoen. De duiker die in paniek is, is niet in staat om een grendelpen te verwijderen of een drukknopje op een loshangende 35 inrichting in te drukken. Voorts wordt er zeer dikwijls met handschoenen gedoken hetgeen dergelijke handelingen nog aanvullend bemoeilijkt. Ook is de bewegingsvrijheid van een volledig uitgeruste duiker zeer beperkt. Met andere woorden een duiker is niet goed in staat om een zich dichtbij het lichaam bevindend voorwerp gemakkelijk 40 te localiseren en te bedienen.

1016912 - 2 -

Bovendien is gebleken dat dergelijke panieksituaties bij nood of gevaar zich eveneens voordoen bij de ervaren en geoefende duiker. Ook onder deze groep doen zich jaarlijks vele ongevallen voor, die grotendeels het gevolg zijn van een paniekreactie van de duiker.

5 Er bestaan eveneens alarminrichtingen die op perslucht werken en dus aangesloten zijn op het persluchtsysteem van de duiker. Een voorkomende probleem is dat de duiker geen lucht krijgt omdat de lucht in het persluchtsysteem op is of dat er zich een storing in het persluchtsysteem voordoet. Dergelijke inrichtingen zijn dus 10 onvoldoende betrouwbaar, zelfs al zou de duiker in staat zijn de activeringsmiddelen in werking te stellen.

De belangrijkste oorzaak voor paniek is angst. Deze angst wordt door duikers doorgaans niet alleen onder water gevoeld, doch eveneens voorafgaand aan het duiken, bijvoorbeeld op de boot. De onervaren 15 duiker beseft zich dat hij er onder water grotendeels alleen voorstaat omdat hem de middelen ontbreken om bij paniek acuut de aandacht van zijn mededuikers te verkrijgen. Omdat er thans geen betrouwbare en bedrijfszekere alarminrichting bestaat is de angst een belangrijk probleem, hetgeen de kans op een paniekaanval alleen maar 20 vergroot.

Met andere woorden er is in de stand van de techniek een grote behoefte aan een alarminrichting die de eerdergenoemde problemen niet bezit. Alle in de stand van de techniek bekende alarminrichtingen vereisen gecoördineerde bewegingen van de duiker en blijken in de 25 praktijk dus niet te voldoen.

De onderhavige uitvinding beoogt aan deze vraag te voldoen en verschaft daartoe een alarminrichting voor duikers, tenminste omvattende een elektrische voeding, geluidsopwekmiddelen en activeringsmiddelen voor het in werking stellen van de 30 geluidsopwekmiddelen, waarbij de activeringsmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat deze bij gebruik van de alarminrichting in werking kunnen worden gesteld door een ongecontroleerde schokbelasting en dat de inrichting middelen omvat voor bevestiging aan het lichaam of de uitrusting van de duiker in een ondubbelzinnige oriëntatie.

35 De alarminrichting volgens de uitvinding blijkt uitstekend te voldoen, zelfs in een panieksituatie van een onervaren duiker. Een duiker in paniek blijkt namelijk uitsluitend in staat te zijn om een ongecoördineerd slagbeweging met een hand te maken in de richting van de alarminrichting. Dit is voor de inrichting volgens de uitvinding 1016912 - 3 - voldoende om deze in werking te stellen en de mededuikers op de nood of het gevaar attent te maken.

De inrichting volgens de uitvinding blijkt zo goed te voldoen, dat zelfs de eerdergenoemde initiële angst van duikers voorafgaand 5 aan duiken nagenoeg volledig wordt weggenomen. Zelfs zeer ervaren duikers blijken zeer veel waarde te hechten aan het gebruik van een alarminrichting volgens de uitvinding.

De activeringsmiddelen van de alarminrichting volgens de uitvinding kunnen in werking worden gesteld door een ongecontroleerde 10 schokbelasting. Dit betekent dat de duiker bijvoorbeeld met de hand tegen de alarminrichting kan slaan, of het lichaamsdeel, danwel het onderdeel van de uitrusting, waaraan de alarminrichting is bevestigd heftig kan schudden om de activeringsmiddelen in werking te stellen.

Afgezien van geluidsopwekmiddelen kunnen vanzelfsprekend ook 15 andere middelen voor alarmering van mededuikers worden toegepast. Bij voorkeur omvat de inrichting voorts met de activeringsmiddelen gekoppelde lichtsignaalopwekmiddelen.

Onder water is de snelheid van het geluid vele malen hoger dan in lucht. Dit heeft tot gevolg dat het menselijk oor onder water niet 20 in staat is om de richting van geluid vast te stellen. Derhalve heeft het de voorkeur om lichtsignaalopwekmiddelen toe te passen, zoals bijvoorbeeld een stroboscooplamp of een stroboscoop-LED. Dergelijke verlichtingsmiddelen zijn in de stand van de techniek bekend. De lichtsignaalopwekmiddelen zijn in het bijzonder van voordeel in 25 troebel water of bij nacht.

De activeringsmiddelen kunnen volgens de uitvinding op velerlei wijzen worden uitgevoerd. Bij voorkeur omvattende activeringmiddelen een betrekkelijk grote drukknop. De drukknop is zodanig groot, dat deze door een willekeurige ongecontroleerde slagbeweging zeker kan 30 worden ingedrukt. Met voordeel is de oppervlakte van de drukknop tenminste 1 cm2, in het bijzonder tenminste 2 cm2, bij voorkeur tenminste 3 cm2, en met de meeste voorkeur zo groot mogelijk. In een bijzondere uitvoeringsvorm steekt de drukknop voorts enigszins uit het oppervlak van de alarminrichting.

35 Met voordeel omvatten de activeringsmiddelen een versnellingsdetector. Hierbij kan worden gedacht aan een zogenaamde 'tilt’-detector. Dit zijn schakelaars die in de stand van de techniek bekend zijn en door een schokbelasting in werking kunnen worden gesteld, zonder dat de richting van de schokbelasting van belang is.

1016912 - 4 -

De alarminrichting kan een AAN/UIT-knop omvatten, voor het juist voorafgaand aan duiken inschakelen van de inrichting, en het na duiken uitschakelen daarvan. Bij voorkeur omvat de inrichting waterdetectiemiddelen voor het in werking stellen van de 5 alarminrichting. Dergelijke waterdetectiemiddelen zijn in de stand van de techniek bekend. Een voorbeeld van deze middelen zijn de detectie-elektroden die ook op duikcomputers worden toegepast.

In het bijzonder is de alarminrichting zodanig uitgevoerd, dat deze aan de pols kan worden gedragen. In de praktijk is gebleken dat 10 de pols een geschikte plaats is om de alarminrichting te bevestigen, daar deze in de praktijk gemakkelijk met de andere hand kan worden bereikt, zodat in een panieksituatie bij ongecoördineerd bewegen de alarminrichting in werking kan worden gesteld.

Met voordeel omvatten de middelen voor bevestiging van de 15 inrichting aan de uitrusting van de duiker een klem. Dit wordt in de praktijk ook wel een clip-bevestiging genoemd. Met deze wijze van bevestigen van de inrichting kan eveneens een ondubbelzinnige oriëntatie van de inrichting ten opzichte van het lichaam van de duiker worden verkregen.

20 In een bijzonder uitvoeringsvorm vormt de inrichting een onderdeel van een gangbare duikcomputer.

In het navolgende zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, daarin toont:

Fig.l een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een 25 alarminrichting volgens de uitvinding;

Fig.2 een aanzicht in perspectief van de uitvoeringsvorm volgens fig.l;

Fig.3 een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een alarminrichting volgens de uitvinding; en 30 Fig.4 een aanzicht in perspectief van de uitvoeringsvorm volgens fig.3.

In fig.l is een uitvoeringsvorm van een alarminrichting volgens de uitvinding getoond, die geschikt is voor bevestiging om de pols.

De alarminrichting omvat een behuizing 1 met daarop een grote 35 drukknop 2 en geluidsopwekmiddelen 3. Met 5 zijn twee waterdetectie-elektroden aangegeven, die dienen voor het in werking stellen van de inrichting bij contact met water.

Met 6 is een polsbandje aangegeven voor bevestiging van de inrichting aan de pols van een duiker.

1016912 - 5 -

Met 7 tenslotte is een zogenaamde resetknop aangegeven waarmee de inrichting na in werking stelling kan worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld wanneer de duiker in nood of gevaar gered is.

Voor het testen van de werking van de inrichting volgens de 5 uitvinding boven water kan de inrichting worden ingeschakeld door de elektroden met bevochtigde vingertoppen aan te raken.

Het zal duidelijk zijn dat wanneer in een panieksituatie op ongecontroleerde wijze met de hand in de richting van de alarminrichting volgens de uitvinding wordt geslagen de inrichting op 10 zekere wijze in werking kan worden gesteld. Een en ander is door uitgebreid testen bevestigd.

De geluidsopwekmiddelen zijn in dit geval uitgevoerd in de vorm van een piezo-geluidsopwekinrichting.

Fig.2 toont de inrichting volgens fig.l in perspectivisch 15 aanzicht. Hierin is duidelijk zichtbaar dat de grote drukknop 2 enigszins uit het oppervlak van de inrichting steekt, zodat deze eenvoudig kan worden ingedrukt.

In fig.3 en 4 is een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een alarminrichting volgens de uitvinding getoond, waarbij soortgelijke 20 onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangegeven.

Deze inrichting omvat afgezien van de geluidsopwekmiddelen eveneens een stroboscopisch LED 8, voor het opwekken van een lichtalarm. Bij gebruik van deze inrichting zal de duiker in nood/gevaar niet alleen met behulp van een hoorbaar geluidssignaal, 25 doch eveneens met lichtsignalen zijn positie kan aangeven. Hierdoor kan de duiker nog sneller door de mededuikers worden gevonden.

30 1016912

Claims

1. Alarminrichting voor duikers, tenminste omvattende een elektrische voeding, geluidsopwekmiddelen (3) en activeringsmiddelen (2) voor het in werking stellen van de geluidsopwekmiddelen (3), waarbij de activeringsmiddelen (3) zodanig zijn uitgevoerd dat deze 5 bij gebruik van de alarminrichting in werking kunnen worden gesteld door een ongecontroleerde schokbelasting en dat de inrichting middelen (6) omvat voor bevestiging aan het lichaam of de uitrusting van de duiker in een ondubbelzinnige oriëntatie.

2. Alarminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting voorts met de activeringsmiddelen (3) gekoppelde lichtsignaalopwekmiddelen (8) omvat.

3. Alarminrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 15 dat de activeringsmiddelen een betrekkelijk grote drukknop (3) omvatten.

4. Alarminrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de activeringsmiddelen een versnellings-detector omvatten. 20

5. Alarminrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting waterdetectiemiddelen (5) omvat waarmee de inrichting in werking kan worden gesteld.

6. Alarminrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is uitgevoerd in de vorm van een polshorloge.

7. Alarminrichting volgens een of meer van de voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor bevestiging van de inrichting aan de uitrusting van de duiker een klem omvatten.

8. Alarminrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een onderdeel vormt 35 van een gangbare duikcomputer. 10 16 9 12