NL1016890C1 - Aandrijfinrichting voor gereedschappen. - Google Patents

Aandrijfinrichting voor gereedschappen. Download PDF

Info

Publication number
NL1016890C1
NL1016890C1 NL1016890A NL1016890A NL1016890C1 NL 1016890 C1 NL1016890 C1 NL 1016890C1 NL 1016890 A NL1016890 A NL 1016890A NL 1016890 A NL1016890 A NL 1016890A NL 1016890 C1 NL1016890 C1 NL 1016890C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tool
drive
transfer member
drive shaft
transfer
Prior art date
Application number
NL1016890A
Other languages
English (en)
Inventor
Jozef Gijsbert Haanschoten
Original Assignee
Haanschoten Josef Gijsbert
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Haanschoten Josef Gijsbert filed Critical Haanschoten Josef Gijsbert
Priority to NL1016890A priority Critical patent/NL1016890C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1016890C1 publication Critical patent/NL1016890C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25FCOMBINATION OR MULTI-PURPOSE TOOLS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; DETAILS OR COMPONENTS OF PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS NOT PARTICULARLY RELATED TO THE OPERATIONS PERFORMED AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B25F5/00Details or components of portable power-driven tools not particularly related to the operations performed and not otherwise provided for
    • B25F5/02Construction of casings, bodies or handles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23QDETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
    • B23Q5/00Driving or feeding mechanisms; Control arrangements therefor
    • B23Q5/02Driving main working members
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25FCOMBINATION OR MULTI-PURPOSE TOOLS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; DETAILS OR COMPONENTS OF PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS NOT PARTICULARLY RELATED TO THE OPERATIONS PERFORMED AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B25F5/00Details or components of portable power-driven tools not particularly related to the operations performed and not otherwise provided for
    • B25F5/001Gearings, speed selectors, clutches or the like specially adapted for rotary tools

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Automatic Tool Replacement In Machine Tools (AREA)

Description

V
-1-
Aandrijfinrichting voor gereedschappen.
De onderhavige aanvrage heeft betrekking op een aandrijf-inrichting voor gereedschappen welke een motor omvat, 5 schakelmiddelen en/of besturingsmiddelen voor het in- en uitschakelen en/of regelen van de aandrijving, koppelmid-delen voor het kunnen koppelen van de aandrijfinrichting met een aan te drijven gereedschap en een aandrijfas voor het aan een gereedschap kunnen overbrengen van de aan-10 drijving.
Aandrijvingen voor werktuigen en gereedschappen zijn op zich in vele uitvoeringsvormen bekend, waarbij de aandrijvingen doorgaans vast met het betreffende gereedschap 15 verbonden zijn en/of in één behuizing ondergebracht zijn. Daarnaast zijn ook onafhankelijke aandrijfinrichtingen bekend waarbij dan steeds via een zelfde overbrenging een werktuig of gereedschap met de aandrijfinrichting gekoppeld dient te worden. Dit geeft problemen indien de op-20 eenvolgend te gebruiken gereedschappen geheel verschillend ten opzichte van de aandrijving gepositioneerd dienen te worden om daar op de juiste wijze mee te kunnen werken.
25 Het doel van de uitvinding is dan ook in een aandrijfinrichting te voorzien waarbij het mogelijk is om tenminste twee verschillend ten opzichte van de aandrijfinrichting te positioneren gereedschappen aan te drijven en waarbij het eveneens mogelijk is de gereedschappen makkelijk en 30 snel te kunnen vervangen.
Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in voorzien dat de aandrijfas van de inrichting voorzien is van twee of meer overbrengorganen die beide op de hart-35 lijn van de aandrijfas zijn gelegen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn er twee over- ' π i g p5 η 0¾¾ -2- brengorganen op de aandrijfas van de aandrijfinrichting aangebracht, waarbij een eerste overbrengorgaan uitgevoerd is de aandrijving onder een hoek over te brengen en een tweede overbrengorgaan uitgevoerd is de aandrijving 5 in axiale richting over te brengen.
Met een dergelijke uitvoeringsvorm is het mogelijk om snel gereedschappen te wisselen en aan te drijven die vaak in combinatie gebruikt worden en waarbij een ver-10 schil in positionering essentieel is. Een goed voorbeeld is bijvoorbeeld het afwisselend gebruik van een haakse slijper en een rechte slijper, waarbij de rechte slijper bijvoorbeeld bedoeld is voor moeilijk te bereiken delen van een te behandelen werkstuk. Verder kan ook gedacht 15 worden aan onder een hoek of in axiale richting boren of frezen van gaten of het in- en uitdraaien van schroeven, bouten of moeren.
Een verder belangrijk voordeel van de inrichting met twee 20 overbrengorganen op een gezamenlijke as is dat de te gebruiken gereedschappen relatief eenvoudig uitgevoerd kunnen worden. Het gereedschap dat normaal gesproken een overbrenging over een hoek of een rechte hoek zou moeten hebben kan nu zonder een dergelijke overbrenging uitge-25 voerd worden. Dit heeft als voordeel dat bij vervaardiging in serie van dergelijke gereedschappen een belangrijke besparing bereikt kan worden.
Volgens een nadere uitwerking is er in voorzien dat het 30 eerste overbrengorgaan in hoofdzaak bestaat uit een ke-gelschijf met een op het manteldeel van de kegelschijf aangebrachte vertanding. Met een dergelijk overbrengorgaan ook in het aan te drijven gereedschap kan de overbrenging over een voorafbepaalde hoek plaatsvinden, waar-35 bij deze hoek bijvoorbeeld 90° kan zijn. Het is natuurlijk evengoed mogelijk om een andere hoek, bijvoorbeeld een -3- stompe hoek of juist een scherpe hoek te kiezen.
Het tweede overbrengorgaan is volgens een nadere uitwerking in doorsnede niet-rond of is voorzien van een ver-5 tanding en is bestemd samen te werken met een coaxiaal te plaatsen complementair opneemorgaan. Dit complementaire opneemorgaan maakt deel uit van het aan te drijven gereedschap .
10 Een eenvoudige uitvoering van het tweede overbrengorgaan bestaat er in dat het in doorsnede een veelhoek is, zoals bijvoorbeeld een zeshoek. Een dergelijk overbrengorgaan kan een bout met een zeskantige kop zijn die in axiale richting in de aandrijfas of in het eerste overbrengor-15 gaan gedraaid kan worden. Bij voorkeur wordt een derge- lijk tweede overbrengorgaan in axiale richting gezien als het meest buitenste overbrengorgaan aangebracht, waarbij de diameter van het buitenste, het tweede overbrengorgaan een kleinere diameter heeft dan de kleinste diameter van 20 het eerst overbrengorgaan.
Hierbij is het mogelijk om het eerste overbrengorgaan met bijvoorbeeld een tapeind axiaal in de aandrijfas te bevestigen en het tweede overbrengorgaan in het eerste 25 overbrengorgaan te draaien. Een andere mogelijkheid is met het tweede overbrengorgaan het eerste overbrengorgaan op de aandrijfas te bevestigen, waartoe in het eerste overbrengorgaan een draadgat is aangebracht of op een andere wijze in een borging tegen het ten opzichte van de 30 aandrijfas kunnen verdraaien van het eerste overbrengorgaan is voorzien.
Volgens een nog nadere uitwerking is er in voorzien dat de twee overbrengorganen één geheel vormen en demonteer-35 baar op de aandrijfas van de motor bevestigd zijn. Hierbij kan er tegelijkertijd in voorzien zijn dat de vertan-ding van het eerste overbrengorgaan overgaat in een in -Ί r ' λ .
-4- axiale richting recht verlopende radiale vertanding van het tweede overbrengorgaan. De vertanding van het eerste overbrengorgaan kan eveneens een rechte vertanding zijn, maar het is evengoed mogelijk om een gebogen vertanding 5 toe te passen voor het beter in elkaar kunnen laten grij-pen van de complementaire vertandingen van het overbrengorgaan en het tandwiel van het aangedreven gereedschap.
Teneinde de aandrijfinrichting te kunnen koppelen met en 10 aan te drijven gereedschap wordt er volgens de uitvinding in voorzien dat de koppelmiddelen voor het kunnen koppelen van de aandrijfinrichting met een aan te drijven gereedschap tenminste één of meer tapeinden of draadgaten in de inrichting en daarmee samenwerkende moeren of bou-15 ten omvatten. Daarbij wordt er verder in voorzien dat aansluitend op een in een gereedschap aangebrachte opening, die correspondeert met een tapeind of een draadgat van de inrichting, een verende lip aangebracht is, waarbij de verende lip bestemd is aan te grijpen op een kar-20 teling aangebracht aan een zijde van een moer of boutkop.
Met deze middelen kan een gereedschap snel en makkelijk met de aandrijving gekoppeld worden, waarbij lostrillen van het gereedschap uitgesloten is.
25
Volgens de uitvinding wordt ook voorzien in een rechte slijper die van bijzonder eenvoudige constructie kan zijn en die bijzonder doeltreffend in combinatie met de aandrij f inrichting te gebruiken is.
30
Ten slotte wordt nog voorzien in een werkwijze voor het ombouwen van een gereedschap met een in de behuizing ondergebrachte overbrenging over een hoek tot een aandrijf-inrichting volgens de uitvinding waarbij deze ten minste 35 de navolgende stappen omvat: verwijderen van het tandwielhuis met de overbrenging onder een hoek, -5- van de aandrijfas verwijderen van het aandrijftand-. wiel, vervaardigen van een nieuw aan te brengen lagerhuis met een lagering voor de aandrijfas, 5 - op de aandrijfas aanbrengen van een eerste en een tweede overbrengorgaan,
Daarbij wordt er verder in voorzien dat de werkwijze ook de stap omvat van de 10 - vervaardiging van op het huis aan te brengen gereed schappen, die voorzien zijn van een complementair overbreng- of opneemorgaan bestemd aan te grijpen op het eerste of het tweede overbrengorgaan.
15 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van het in de tekening gegeven voorbeeld, waarin: fig.l in doorsnede de aandrijfinrichting met een daaraan gekoppeld gereedschap toont met een over-20 brenging onder een hoek, fig.2 in doorsnede de aandrijfinrichting met een daaraan gekoppeld gereedschap toont met een rechte overbrenging en een eerste uitvoeringsvorm van het tweede overbrengorgaan, 25 fig-3 in doorsnede de aandrijfinrichting met een daaraan gekoppeld gereedschap toont met een rechte overbrenging en een tweede uitvoeringsvorm van het tweede overbrengorgaan, en fig.4A,B een boven- en zijaanzicht toont van de koppel-30 middelen voor het aan de aandrijfinrichting kop pelen van een gereedschap.
In fig.l is een motorhuis 1 getoond met daarin een elektromotor waarvan schematisch alleen het anker 2 getoond 35 is met aandrijfas 3. In plaats van een elektromotor kan even goed met bijvoorbeeld een hydromotor gewerkt worden. Aan het uiteinde van het motorhuis 1 is een lagerhuis 4 ; ί :· ·' ’ ; Λ ' : s"" ' KJ'ÜF- -6- aangebracht met en lager 5 voor het aan deze zijde opnemen van de aandrijfas 3. De aandrijfas 3 is voorzien van een eerste overbrengorgaan 6 en een tweede overbrengor-gaan 7.
5
Het lagerhuis 4 is aan de bovenzijde voorzien van een pasflens 8 voor het precies kunnen positioneren van een gereedschap 9 dat daartoe voorzien is van een complementaire uitsparing 10. Het gereedschap 9 kan met de koppel-10 middelen 11,12 op de aandrijfinrichting vastgezet worden, zie ook fig.4.
Het getoonde gereedschap 9 bestaat uit een huis 13 met een lagerkap 14. In de lagerkap 14 is een lager 15 opge-15 nomen voor de as 16. Het tegenovergelegen uiteinde van de as 16 is met bijvoorbeeld een niet nader weergegeven naaldlager in het huis 13 gelagerd. Op de as 16 is een conisch tandwiel 17 aangebracht dat bestemd is samen te werken met het eerste overbrengorgaan 6, dat eveneens een 20 conisch tandwiel is. De in de figuur getoonde hoek tussen de aandrijfas 3 en de as 16 van het gereedschap is een rechte hoek, maar duidelijk zal zijn dat ook een andere hoek gekozen kan worden. In de uitvoering met een rechte hoek is het gereedschap bijvoorbeeld bijzonder geschikt 25 om in combinatie met een slijpschijf gebruikt te worden.
In fig.2 is de aandrijving getoond met daaraan gekoppeld een gereedschap 18 dat bestemd is samen te werken met het tweede overbrengorgaan 7. Het gereedschap 18 bestaat uit 30 een huis 19 dat eveneens met een uitsparing 10 op de pasflens 8 van de aandrijving past en met de koppelmiddelen 11,12 daaraan bevestigd kan worden. In het huis 19 is met twee lagers 20,21 een as 22 opgenomen, waarbij aan het aan de zijde van het overbrengorgaan 7 gelegen uiteinde 35 van de as 22 een opneemorgaan 23 aangebracht is voor het kunnen opnemen van het overbrengorgaan 7. In de getoonde uitvoeringsvorm heeft het opneemorgaan 23 een niet ronde -7- uitsparing 24 die overeenkomt met de vorm van het over-brengorgaan 7. Een eenvoudige uitvoeringsvorm voor het overbrengorgaan 7 is bijvoorbeeld een bout met een zes-kantige kop die in het eerste overbrengorgaan 6 en/of in 5 de as 3 gedraaid kan worden.
De as 22 is aan het vrije uiteinde voorzien van bijvoorbeeld een spankop 25 voor het kunnen opnemen van een frees. De as 22 heeft aan dit uiteinde een verbreding 26 10 waarmee de as tegen het lager 20 aanligt. Tussen de lagers 20,21 is een afstandsbus 27 aangebracht waarmee de lagers op een voorafbepaalde afstand van elkaar gehouden worden. Door het in de as 22 kunnen draaien van het op-neemorgaan 23 kan het geheel van as 22, lagers 20,21 en 15 afstandsbus 27 op doeltreffende wijze in het huis 19 opgesloten worden. In plaats van as 22 met spankop 25 is het ook mogelijk om direkt een frees aan te brengen die met een versmald deel precies in de lagers 20,21 en afstandsbus 27 past. De frees kan dan met het opneemorgaan 20 23 vastgezet worden, waarbij tegelijkertijd de lagers 20,21 met afstandsbus 27 in het huis 19 geklemd worden.
In fig.3 is de aandrijfinrichting met een zelfde gereedschap 18 getoond als in fig.2, waarbij echter in een an-25 dere uitvoeringsvorm van het tweede overbrengorgaan 7" en het opneemorgaan 23" is voorzien. Het tweede overbrengorgaan 7" heeft evenals het eerste overbrengorgaan 6 een vertanding. De overbrengorganen 6,7" kunnen uit één stuk vervaardigd worden, waarbij het ook mogelijk is de ver-30 tanding door te laten lopen van het eerste naar het tweede overbrengorgaan. Daarbij is het altijd wel een voorwaarde dat de diameter van het tweede overbrengorgaan 7,7" een zodanige afmeting heeft dat het vrij loopt wanneer een gereedschap met behulp van het eerste overbreng-35 orgaan 6 aangedreven wordt.
De figuren 4A,B tonen een vergrendelsysteem voor de kop- -8- pelmiddelen 11,12 waarmee een gereedschap met de aandrijf inrichting gekoppeld kan worden. In de hier schematisch aangegeven behuizing 28 van de aandrijfinrichting is een draadeind 29 aangebracht dat door een flens 30 van 5 het huis van een niet nader getoond gereedschap steekt.
Op het draadeind 29 is een moer 31 aangebracht, bijvoorbeeld een moer met een in een cirkel verlopende en bij voorkeur geribbelde omtreksrand. Aan de onderzijde van de moer 31 is een karteling aangebracht met een rechte flank 10 32 en een hellende flank 33. De moer 31 is bestemd om met de zijde met de karteling aan te grijpen op een verende lip 34. De lip 34 is vast aangebracht op flens 30 van het gereedschap, bijvoorbeeld met een bus 35 met omgezette rand 36 waarbij de bus 35 in een gat voor het draadeind 15 29 is geperst.
Door het aandraaien van de geribbelde moer 31 komt de verende lip 34 steeds verder onder spanning te staan en wel zodanig dat een voldoend grote klemkracht bereikt kan 20 worden. In de praktijk blijkt dat een gereedschap al snel met voldoende klemkracht tegen de aandrijfinrichting geklemd kan worden, waardoor het goed mogelijk is in een moer te voorzien die uitgevoerd is om met de hand aangedraaid te worden.
25
Door het systeem van de op de karteling 32,33 aangrijpende verende lip 34 wordt voorkomen dat de moer 31 tijdens het gebruik van het gereedschap zou kunnen verdraaien en het gereedschap met speling op de aandrijfinrichting zou 30 kunnen komen te zitten of zelfs los zou kunnen geraken.
De verende lip 34 strekt zich tot buiten de omtrek van de moer 31 uit, waardoor de lip 34 makkelijk met bijvoorbeeld een vinger ingedrukt kan worden en de moer van het draadeind 29 afgedraaid kan worden.
.¾ '1 ' - ...
V .· ' ‘ r

Claims (15)

1. Aandrijfinrichting voor gereedschappen welke een motor omvat, schakelmiddelen en/of besturingsmiddelen voor het 5 in- en uitschakelen en/of regelen van de aandrijving, koppelmiddelen voor het kunnen koppelen van de aandrijf-inrichting met een aan te drijven gereedschap en een aandrijfas voor het aan een gereedschap kunnen overbrengen van de aandrijving, met het kenmerk dat de aandrijfas 10 voorzien is van twee of meer overbrengorganen die beide op de hartlijn van de aandrijfas zijn gelegen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat een eerste overbrengorgaan uitgevoerd is de aandrijving 15 onder een hoek over te brengen en een tweede overbrengorgaan uitgevoerd is de aandrijving in axiale richting over te brengen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat 20 het eerste overbrengorgaan in hoofdzaak bestaat uit een kegelschijf met een op het manteldeel van de kegelschijf aangebrachte vertanding.
4. Inrichting volgens conclusies 2-3, met het kenmerk dat 25 het tweede overbrengorgaan in doorsnede niet-rond is of voorzien is van een vertanding en bestemd is samen te werken met een coaxiaal te plaatsen complementair orgaan.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat 30 het tweede overbrengorgaan in doorsnede de vorm van een veelhoek heeft.
6. Inrichting volgens conclusies 3-4, met het kenmerk dat de vertanding van het eerste overbrengorgaan overgaat in 35 een in axiale richting recht verlopende radiale vertan- -10- ding van het tweede overbrengorgaan.
7. Inrichting volgens conclusies 2-6, met het kenmerk dat de twee overbrengorganen één geheel vormen en demonteer-5 baar op de aandrijfas van de motor bevestigd zijn.
8. Inrichting volgens conclusies 1-7, met het kenmerk dat de koppelmiddelen voor het kunnen koppelen van de aandrijf inrichting met een aan te drijven gereedschap ten 10 minste één of meer tapeinden of draadgaten in de inrichting omvatten en daarmee samenwerkende moeren of bouten.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat aansluitend op een in een gereedschap aangebrachte ope-15 ning, welke correspondeert met een tapeind of een draad-gat van de inrichting, een verende lip aangebracht is, waarbij de verende lip bestemd is aan te grijpen op een karteling aangebracht aan een zijde van een moer of houtkop . 20
10. Inrichting volgens conclusies 1-9, met het kenmerk dat in positioneringsmiddelen voorzien is waarmee de inrichting en een daarmee te koppelen gereedschap op ten minste één punt ten opzichte van elkaar gepositioneerd 25 kunnen worden..
11. Gereedschap te gebruiken in combinatie met een inrichting volgens conclusie 1-10, met het kenmerk dat het gereedschap een behuizing omvat, met een daarin gelagerde 30 aan te drijven as, die aan een uiteinde voorzien is van een opneemorgaan voor een gereedschaphulpstuk en aan het tegenovergelegen uiteinde van een met het tweede overbrengorgaan complementair opneemorgaan.
12. Gereedschap volgens conclusie 11, met het kenmerk dat 1 Π '·' ·"'.· -11- het complementaire opneemorgaan in een axiaal in de aan te drijven as aangebracht draadgat opgenomen is.
13. Gereedschap volgens conclusie 12, met het kenmerk dat 5 de aandrijfas aan de zijde van het opneemorgaan met een kraag tegen een eerste lagering aanligt, met het complementaire orgaan tegen een tweede lagering aanligt en tussen eerste en tweede lagering een afstandbus aangebracht is. 10
14. Werkwijze voor het ombouwen van een gereedschap met een in de behuizing ondergebrachte overbrenging over een hoek tot een aandrijfinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-10, met het kenmerk dat deze ten minste 15 de navolgende stappen omvat: verwijderen van het tandwielhuis met de overbrenging onder een hoek, van de aandrijfas verwijderen van het aandrijftandwiel, 20. vervaardigen van een nieuw aan te brengen lagerhuis met een lagering voor de aandrijfas, op de aandrijfas aanbrengen van een eerste en een tweede overbrengorgaan,
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk dat deze ook de stap omvat van de vervaardiging van op het huis aan te brengen gereedschappen, die voorzien zijn van een complementair overbreng- of opneemorgaan bestemd aan te grijpen op 30 het eerste of het tweede overbrengorgaan. ·£.
NL1016890A 2000-12-15 2000-12-15 Aandrijfinrichting voor gereedschappen. NL1016890C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016890A NL1016890C1 (nl) 2000-12-15 2000-12-15 Aandrijfinrichting voor gereedschappen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016890A NL1016890C1 (nl) 2000-12-15 2000-12-15 Aandrijfinrichting voor gereedschappen.
NL1016890 2000-12-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016890C1 true NL1016890C1 (nl) 2002-06-18

Family

ID=19772590

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016890A NL1016890C1 (nl) 2000-12-15 2000-12-15 Aandrijfinrichting voor gereedschappen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1016890C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
LU92280B1 (de) * 2013-09-17 2015-03-18 Proxxon Sa Bohrschleifer mit wartungsfreundlicher Lagerung

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
LU92280B1 (de) * 2013-09-17 2015-03-18 Proxxon Sa Bohrschleifer mit wartungsfreundlicher Lagerung

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7666070B2 (en) Tool holder for a disc-shaped working tool
NL1033069C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aantrekken van een op een draadeind gedraaide moer en samengestelde onderlegring en moer voor een dergelijke inrichting.
US5020280A (en) Grinding tool and spacer assembly for use therein
KR100559944B1 (ko) 대상물을 조이고 푸는 방법
US5967709A (en) Adaptor for rotating tools
US9924632B2 (en) Quick connect mower blade system
US6910355B2 (en) Fastener lockout device
US7448834B2 (en) Tool clamping device
WO1989010815A1 (en) Hole saw and drive
US5383383A (en) Tool mounting means and implement therefor
US7001119B2 (en) Arbor apparatus for rotary tools
NL1016890C1 (nl) Aandrijfinrichting voor gereedschappen.
US6058810A (en) Power tool for and a method of moving an element relative to an object
US9352407B2 (en) Thread whirling device and a tool for installing a whirling ring
GB2425500A (en) Power tool for moving elements relative to an object
EP0958083B1 (en) Adaptor for rotating tools
KR20200088230A (ko) 스프링 장착식 조절 가능한 헤드
US20060280569A1 (en) Hole Saw Arbor System For Power Drill Assisted Tightening And Loosening
CN107661991B (zh) 用于刀具的夹紧装置和所述夹紧装置的应用
CN1517565A (zh) 螺母、带螺母的紧固件及其紧固装置
JPH01164504A (ja) 工具
US5758399A (en) Tool turret with torque overload protection
EP3202533A1 (de) Spannvorrichtung
JP3999997B2 (ja) 雄ねじ部品
NL2000138C2 (nl) Aangedreven gereedschapswerktuig en werkwijze voor het bewegen van elementen ten opzichte van een object.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050701