NL1016719C2 - Warenautomaat. - Google Patents

Description

Λ

Warenautomaat

De uitvinding heeft betrekking op een warenautomaat, zoals een snackautomaat. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het exploiteren van een dergelijke warenautomaat.

5 Warenautomaten zijn algemeen bekend. Zij bezit ten een vaste kast waarin een aantal vakken opgenomen zijn, die elk bereikbaar zijn via een klepdeur. De kast is voorts voorzien van een centrale muntinworp waarmee .de klepdeur naar keuze kan worden vrijgegegeven om door de 10 gebruiker geopend te worden. Een bekend voorbeeld van een dergelijke warenautomaat is te vinden in snackbars, in het bijzonder voor croquetten. Wanneer uit een vak een snack is gehaald kan dit vak vanaf de achterzijde, alwaar de centrale bedieningsruimte of keuken is, weer gevuld wor-15 den.

Voorts zijn bekend vaste warenautomaten waar vertikale reeksen snacks boven een bijbehorende treklade gelegen zijn. Na inworp van de munten kan door trekken aan de lade onder de reeks van de gewenste snack een snack uit 20 die lade genomen worden.

Een ander type warenautomaat omvat een grote staande kast die eigenlijk een grote ruimte vormt, waarin een aantal naast en boven elkaar geplaatste reeksen achter elkaar geplaatste individuele snackhouders, van elkaar 25 gescheiden door ringen opgesteld zijn. Na keuze van de rij van de gewenste snack (meestal door intoetsen van een nummer) en inworp van de vereiste munten in een cenrtrale muntgleuf wordt een snack vrijgegeven en valt deze uit de rij naar beneden in een bak waar de consument de snack i ί V ï 8 $ / 5 vl r 2 vast kan pakken.

Beide laatstgenoemde typen warenautomaten kunnen geplaatst zijn in openbare ruimtes, zoals stations, maar ook bij bedrijven, in het bijzonder kantines en recepties.

5 Het vullen van de bekende warenautomaten vindt plaats ter plekke. Daartoe moet een medewerker van het bedrijf waar de warenautomaat geplaatst is -of een medewerker van de verhuurder van de automaat- met aanvul -lingsvoorraad naar de automaat gaan, deze openen en de 10 lege opneemruimtes vullen. Om de automaat weer geheel te kunnen vullen moet er een aanzienlijke -gevarieerde-aanvullingsvoorraad meegenomen worden, omdat anders voor bepaalde snacks lege opneemruimtes over blijven, en aldus deze snacks -in het licht van de kennelijke populariteit 15 daarvan- onvoldoende worden aangevuld. Een ander nadeel is dat met het aanvullen veel tij-d- er. moeir.e gepaard gaat. Voorts is een nadeel dat de automaat tijdens het aanvullen niet beschikbaar is.

Een doel van de uitvinding is hierin verbetering 20 te brengen.

De uitvinding voorziet daartoe in een warenautomaat omvattend een huis met een meervoud aan opneemruimtes voor waren, zoals snacks, en vergrendelingsmiddelen voor de opneemruimtes, welke vergrendelingsmiddelen in af-25 hankelijkheid van muntinworp ontgrendelbaar zijn voor het toegankelijk maken van een gekozen opneemruimte voor het uitnemen van de waar, in het bijzonder een snack, waarbij het huis zodanig gedimensioneerd is en een zodanig gewicht heeft dat dit door een persoon meeneembaar is.

3 0 Hierdoor is het mogelijk om de warenautomaat te vervangen door een ander, gevuld exemplaar en het aan te vullen exemplaar mee te nemen naar een plaats van vulling, in het bijzonder een verhuurbedrijf. De verkoop wordt dan niet onderbroken. Op de plaats van vulling kan men onges-35 toord bepalen welke opneemruimtes met welke waar of snack gevuld moeten worden, waarbij men direct uit de voorraad kan nemen. Reparaties kunnen in alle rust worden uitge- 1016719* 3 voerd ter plaatse van het verhuurbedrijf, door deskundig personeel, nadat een defecte automaat is opgehaald en verwisseld met een vervangende automaat.

Bij voorkeur is het huis hiertoe voorzien van 5 een handgreep, zodat het meevoeren vergemakkelijkt wordt, en eventueel door een persoon twee automaten meegenomen kunnen worden.

In een verdere ontwikkeling van de warenautomaat volgens de uitvinding omvat deze voorts voor elke opneem-10 ruimte eigen muntontvangmiddelen en munthoudmiddelen, waarbij de vergrendelingsmiddelen voor elke opneemruimte een grendel omvatten, die beweegbaar is tussen een actieve stand -bij afwezigheid van een munt of munten- en een gedeactiveerde stand -bij aanwezigheid van een munt of 15 munten, waarbij de munthoudmiddelen ingericht zijn voor hët'“liOuden var; de munt of munten in een positie waarin de munt aan kan grijpen op de grendel voor beweging daarvan naar de gedeactiveerde stand.

De munten kunnen hierbij dichtbij de gewenste 20 opneemruimte ingeworpen, zodat het proces van kiezen, muntinworp en uitname van een snack op efficiënte en gemakkelijke wijze kan plaatsvinden. Het ontgrendel ingsmechanisme kan hierbij zeer compact en eenvoudig gehouden worden. De munt wordt op stabiele wijze op een 25 bepaalde plaats gehouden om daarin met zijn vorm een rol te spelen in de ontgrendeling. Bij voorkeur zijn de houd-middelen dan ingericht voor het houden van de munt of munten in een positie ten opzichte van de grendel om de munt of de munten een ontgrendelend oploopvlak voor de 30 grendel te laten vormen.

Bij voorkeur zijn de vergrendelingsmiddelen tevens voorzien van middelen voor het in de houdmiddelen houden van de munt of munten in de actieve stand van de grendel, zodat zij een dubbele functie uitoefenen. Het 35 heeft daarbij de voorkeur dat de grendel gevormd is als een naar de munthoudmiddelen gespannen tong, die voorzien is van middelen voor tegenhoudende aangrijping van de rand ; .

4 van een munt. Wanneer de grendel ontgrendeld wordt komt tevens de munt vrij om bijvoorbeeld opgenomen te worden in een bij de opneemruimte behorende of alternatief, bij voorkeur, c ent rale opvangbak.

5 Bij voorkeur zijn de opneemruimtes bestemd voor opname van een enkele snack.

Het heeft voorts de voorkeur dat de opneemruimtes gevormd zijn als schuifladen. Hiermee kan de schuif-beweging benut worden voor het ontgrendelen, waardoor het 10 vergrendelingsmechanisme eenvoudig van opzet kan zijn en daardoor betrouwbaar en storingsvrij. De lades kunnen aan de achterzijde toegankelijk zijn voor vulling daarvan, waartoe zij bij voorkeur een open achtereind bezitten.

Het huis van de warenautomaat volgens de uitvin-15 ding kan voorzien zijn van middelen voor losmaakbare koppeling met andere vergelijkbare huizen- van warenautomaten. aldus kunnen op zich zelfstandige eenheden verbonden worden tot een groter geheel, met behoud van alle voordelen van een enkele warenautomaat.

2 0 De warenautomaat volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor een verkoopopzet, volgens welke snacks worden aangeboden in een ruimte, in het bijzonder kantoorruimte, omvattend het plaatsen van een met snacks gevulde warenautomaat, althans het huis met opneemruimtes 25 en eventuele geldopvangbak, volgens een der voorgaande conclusies in de betreffende ruimte, het na een bepaalde gebruikstijd weghalen van de warenautomaat onder het plaatsen van een weer volledig met snacks gevuld volgende warenautomaat, het transporteren van de weggehaalde waren-30 automaat naar een plaats van opslag, het verwijderen van de ingeworpen munten en het vullen van de lege opneemruimtes, en uiteindelijk het transporteren van de nu gevulde warenautomaat naar een andere ruimte om deze daar te plaatsen.

35 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven vóórheel duit voering. Getoond wordt in: 5 figuren IA-1B perspectivische voor- en achteraanzichten op een warenautomaat volgens de uitvinding en figuur 1C een opengesneden verticale dwarsdoornsnede daarvan; 5 figuren 2A-2E aanzichten op een opneemruimte met lade in de warenautomaat volgens figuren 1A-C, respectievelijk gezien in perspectivisch achteraanzicht, bovenaanzicht, zij-aanzicht, vooraanzicht en in detail; figuren 3 en 3A respectievelijk een zij-aanzicht 10 van het samenstel van figuren 2A-E en een detail daarvan, na inworp van een munt; figuren 4 en 4A respectievelijk een zij-aanzicht van het samenstel van figuur 3, en een detail daarvan, na muntinworp en tijdens het uitschuiven van de lade; 15 figuren 5 en 5A respectievelijk een zij-aanzicht van het 'samonstel van figuren 3 en 4 en een detail daarvan, na het voor een deel uitschuiven van de lade; figuur 6 een gebruikscyclus van de warenautomaat van figuur 1; en 20 figuren 7 en 7A een doorsnede van de warenauto maat volgens de voorgaande figuren en een detail daarvan, met een inzetstuk voor het dichten van een munntinworp-gleuf en voor het ontgrendelen.

De warenautomaat weergegeven in figuur 1 wordt 25 gevormd door een aluminium kast 1 van bijvoorbeeld 0,6 x 0,2 x 0,4 m, met een voet 6, een bovenwand 2, zijwanden 5, een achterwand 40 en een open voorwand 4. Vanaf de voorzijde 4 zijn een reeks (hier 20) smalle en een reeks (hier 20) brede opneemruimten 7 toega 30 nkelijk. Deze zullen hieronder nader beschreven worden.

Aan de bovenwand is een handgreep 3 voorzien, waarmee de warenautomaat 1 met de hand opgenomen kan worden voor transport daarvan. Met de voet 6 kan de warenautomaat op stabiele wijze op een tafel of iets dergelijks 35 geplaatst worden. Eventueel kan daarbij gebruik gemaakt worden van een slot voor bevestiging van de voet 6 op een tafel of iets dergelijks. Aan de achterzijde is een weg- 10 t 6 7 ; g - 6 klapbare danwel in-/uitschuifbare afstandhouder 41 voorzien, waarmee voor de schuine kast 1 een extra borg tegen achteroverklappen verschaft wordt, danwel indien de kast 1 opgehangen wordt met behulp van hanglippen 43 aan een 5 muur, een afstandhouder voor tegen de muur verschaft is.

De achterwand 40 is aan zijn boveneind op de plaats van 42 scharnierbaar bevestigd aan de kast 1. De achterwand 40 kan in de richting E omgescharnierd worden, wanneer het slot 45 (zie figuur 1B) open gezet is. Wanneer 10 de achterwand 40 omhoog gescharnierd is, is over de volle breedte en hoogte van de kast 1 een verticale ruimte 4 6 toegankelijk en daarmee de nog nader te bespreken opneem-ruimtes 7 in de kast 1 voor het aanvullen van de waren. De ruimte 46 dient bovendien als valruimte voor ingeworpen 15 munten, die worden verzameld in bak 44, die zich hier over de breedte van de kast 1 uitstrekt.

Elke opneemruimte 7 is begrensd door horizontale wanden 8 en aan de ene zijde door een wand 9a en aan de andere zijde door een samengestelde wand 9b. In de opneem-20 ruimte 7 bevindt zich een op, met de wanden 9a, 9b meegevormde steungeleidingen 36a, 36b, ondersteunde lade 10, die uitsteekt van het achtereind van de opneemruimte 7 en een open achtereind 10a bezit. Het vooreinde van de lade 10 is voorzien van een greep 12 voor de vingers van een 2 5 consument.

De samengestelde wand 9b bezit twee wanddelen 13a, 13b, die met elkaar verbonden zijn door dunner wanddeel 17. Wanddeel 17 vormt een scheiding tussen twee naar achter hellende gleuven 14a, 14b, waarvan gleuf 14b 30 naar de lade toe begrensd is door wand 35b en de gleuf 14a naar de andere richting begrensd is door wand 35a, die eventueel een geheel kan vormen met wand 9a van een naastgelegen opneemruimte 7. De gleuven 14a, 14b worden in neerwaartse richting begrensd door aan weerszijden van 35 wanddeel 17 gelegen hellende bovenranden 15a, 15b van wandgedeelte 13. De hellende randen 15a, 15b gaan over in een convexe neerwaartse treden 16a, 16b, die gevormd zijn 7 overeenkomstig een gewenste munt, bijvoorbeeld 1 euro of 50 eurocent.

In het wanddeel 17 en in de wand 35a zijn horizontale gleuven 18a, 18b voorzien, die begrensd zijn 5 door onderranden 19a, 19b. De onderranden 19a, 19b gaan op enige horizontale afstand achter de treden 16a, 16b over in treden 31a, 31b, en vervolgens in lager gelegen horizontale randen 32a, 32b.

Zoals te zien is in de figuren 2A-2E steunen 10 tegen de treden 31a, 31b uiteinden 21a, 21b van lippen 2 0a, 20b, die vast bevestigd of gevormd zijn aan een zijwand van de lade 10. De lippen 20a, 20b zijn onaf hankelijk van elkaar op elastische wijze vervormbaar in de richtingen B. De lippen 20a, 20b reiken dwars in de 15 gleuven 14a, 14b.

De lade -10 is voorzien van een opneemruimte 11 voor een snack. In de in de figuren 2A-2E weergegeven situatie kan een consument de lade 10 niet uitschuiven, omdat dit verhinderd wordt door de lippen 20a, 20b, die 20 met hun uiteinden 21a, 21b tegen de treden 31a, 31b aankomen.

Wanneer de consument op rechtmatige wijze de snack wil verkrijgen, dan dient hij munten 30 in de muntgleuven 14a, 14b te duwen, waarna de munten 30 over de 25 randen 15a, 15b in de richting A rollen totdat de munten, passend opgenomen worden in de bijbehorende concave treden 16a, 16b, daarbij tegengehouden door de uiteinden van de lippen 20a, 20b. Dan is de situatie weergegeven in figuur 3 verkregen.

30 Doordat de muntdiameter overeenstemt met de voorafbepaalde afstand tussen lipuiteinde 21a, 21b en treden 16a, 16b alsmede de vorm van die treden, zullen wanneer de consument de lade 10 aan het greepeind 12 beetpakt en in de richting C uittrekt de muntranden 35 functioneren als oploopvlak voor de lipuiteinden 21a, 21b. Pas wanneer beide geschikte munten in de betreffende opneemruimtes 14a, 14b geplaatst zijn kunnen beide lippen 8 21a, 21b opwaarts gedwongen worden. De lipuiteinden zullen dan veerkrachtig omhoog gedwongen worden (de munten worden op zijn plaats gehouden door de treden 16a, 16b) en over de treden 31a, 31b op de onderranden 19a, 19b van de 5 spleten 19a, 19b terecht komen. De onderranden 19a, 19b vormen dan een geleiding voor de lipuiteinden 21a, 21b, zodat de consument de lade 10 verder uit kan trekken in de richting C, zoals weergegeven in de figuren 4 en 5.

Wanneer de lippen 20a, 20b voorbij de treden 10 31a, 31b zijn geraakt zullen de lipuiteinden 21a, 21b ook geen blokkerende werking meer kunnen uitoefenen op de munten 30, die dan, zoals weergegeven is in figuur 5, verder kunnen rollen in de richting D. De munten 30 vallen dan aan de achterwand van de wand 9b uit, naar een in de 15 warenautomaat 1, in het bijzonder in het voetstuk 6, ge-' * vormde verzamelruimte voor munten afkomstig uit de opne-m- ruimtes 7. Het einde van de spleten 18a, 18b vormt een stop voor de uitschuifbeweging van de lade 10, door aankomst daartegen van de lipuiteinden 21a, 21b.

20 Wanneer de consument de snack heeft uitgenomen uit de ruimte 11 van de lade 10 kan hij de lade 10 weer terug duwen, zodat de lippen 20a, 20b weer op veerkrach tige wijze achter de trede 31 snappen.

Het wandsamenstel 9b kan ook geschikt gemaakt 25 zijn voor ontvangst van een enkele munt, in welk geval er slechts een enkele gleuf 14 aanwezig zal zijn, of voor meerdere munten, in welk geval er meer dan twee gleuven 14 aanwezig zullen zijn.

De uitvinding verschaft voorts een hulpmiddel 30 dat gebruikt kan worden om indien er, zoals in dit voorbeeld, twee muntgleuven aanwezig zijn, maar voor de betreffende waar slechts met één munt betaald hoeft te worden, de niet te gebruiken gleuf afsluit. Hiertoe is het langwerpige, platte inzetsstuk 50 voorzien, dat (zie 35 figuren 7 en 7A) in de richting van F vanaf de (alleen voor bevoegden toegankelijke) ruimte 46 in de achtereinden van de betreffende gleuf 14 geschoven kan worden. Het 1016ϊΊ3< 9 inzetstuk 50 is voorzien van een platte verticale eindrand 51, waarmee de invoeropening van de betreffende gleuf 14 afgedicht wordt. Meer naar achter is het inzetstuk 50 voorzien van een schouder 52, waarmee het uiteinde van de 5 betreffende lip omhooggedrukt wordt, zodat de blokkerende werking voor die gleuf/lip opgeheven wordt.

Wanneer een warenautomaat 1 in een verhuurbedrijf van de warenautomaat gevuld moet worden met snacks klapt men de achterwand 40 op, waardoor de ruimte 46 en 10 daarmee ook de open achtereinden 10a van de lades 10 bereikbaar worden voor handmatige danwel machinale vulling met de gewenste snacks. De snacks kunnen verschillend zijn, een en ander overeenkomstig de afspraak met de afnemer. Vervolgens sluit men de achterwand 40 weer, sluit 15 men het slot 45 en neemt een vertegenwoordiger de warenautomaat 1 met de hand -mee; .naar zijn auto, en rijdt vervolgens daarmee naar de afnemer, doorgaans een bedrijf met meerdere werknemers. Aldaar aangekomen plaatst hij de warenautomaat 1 op een daarvoor bestemde plaats, in het 20 bijzonder een kantine of een receptie, en gaat vervolgens naar een volgende klant.

Werknemers van het bedrijf van de klant kunnen in de loop der tijd na inworp van de vereiste munten de snacks uitnemen uit de warenautomaat 1. Na verloop van 25 tijd is de warenautomaat zodanig leeggeraakt, dat voor-raadaanvulling gewenst is. Daartoe komt de vertegenwoordiger weer langs met een ander exemplaar van de warenautomaat, nu echter geheel gevuld. De warenautomaten 1 worden omgewisseld en de oude warenautomaat wordt weer terugge-30 bracht naar het verhuurbedrijf om aldaar weer opnieuw gevuld te worden, in. overeenstemming met de wensen van een andere klant. Alternatief kan afgesproken worden de warenautomaten op vaste tussenpozen te vervangen.

Claims (16)

1. Warenautomaat omvattend een huis met een meervoud aan opneemruimtes voor waren, in het bijzonder snacks, vergrendelingsmiddelen voor de opneemruimtes, 5 welke vergrendelingsmiddelen in afhankelijkheid van mun-tinworp ontgrendelbaar zijn voor het toegankelijk maken van een gekozen opneemruimte voor het uitnemen van de waar, in het bijzonder snack, waarbij het huis zodanig gedimensioneerd is en een zodanig gewicht heeft dat dit 10 door een persoon meeneembaar is.

2. Warenautomaat volgens conclusie 1, waarbij het huis voorzien is van een handgreep. .....3. Warenautomaat volgens conclusie 1 of voorts omvattend voor elke opneemruimte eigen mun-15 tontvangmiddelen en munthoudmiddelen, waarbij de vergrendel ingsmiddelen voor elke opneemruimte een grendel omvatten, die beweegbaar is tussen een actieve stand -bij afwezigheid van een munt of munten- en een gedeactiveerde stand -bij aanwezigheid van een munt of munten, waarbij de 2 0 munthoudmiddelen ingericht zijn voor het houden van de munt of munten in een positie waarin de munt aan kan grijpen op de grendel voor beweging daarvan naar de gedeactiveerde stand.

4. Warenautomaat volgens conclusie 3, waarbij de 25 houdmiddelen ingericht zijn voor het houden van de munt of munten in een positie ten opzichte van de grendel om de munt of de munten een ontgrendelend oploopvlak voor de grendel te laten vormen.

5. Warenautomaat volgens conclusie 3 of 4, 30 waarbij de vergrendelingsmiddelen tevens voorzien zijn van middelen voor het in de houdmiddelen houden van de munt of munten in de actieve stand van de grendel.

6. Warenautomaat volgens conclusie 5, waarbij de grendel gevormd is als een naar de munthoudmiddelen gespannen tong, die voorzien is van middelen voor tegenhoudende aangrijping van de rand van een munt.

7. Warenautomaat volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opneemruimtes bestemd zijn voor 5 opname van een enkele snack.

8. Warenautomaat volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opneemruimtes gevormd zijn als schuifladen, die bij voorkeur aan de achterzijde toegankelijk zijn voor vulling daarvan.

9. Warenautomaat volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het huis voorts voorzien is van opslagmiddelen voor opslag van de ingeworpen munten.

10. Warenautomaat volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het huis voorzien is van middelen voor 15 losmaakbare koppeling met andere vergelijkbare huizen van warenautomaten.

12. Warenautomaat volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van middelen voor het indien gewenst buiten werking stellen van de vergrendelingsmiddelen.

13. Warenautomaat volgens conlusie 12 en 3, waarbij de middelen voor het buiten werking stellen van de vergrendelingsmiddelen gevormd worden door een inzetstuk dat op verwijderbare wijze in de muntontvangmiddelen geschoven kan worden, vanaf een beveiligde zijde.

14. Warenautomaat volgens een der conclusies 3- 6, voorts voorzien van middelen voor het dichten van de toegang van de muntontvangmiddelen.

15. Warenautomaat volgens conclusies 13 en 14, waarbij het inzetstuk ook de middelen voor het dichten van 30 de toegang van de muntontvangmiddelen vormt.

16. Werkwijze voor het ten verkoop aanbieden van snacks in een ruimte, in het bijzonder bedrijfsruimte, omvattend het plaatsen van een met snacks gevulde warenautomaat, althans het huis met opneemruimtes en eventuele 35 geldopvangbak, volgens een der voorgaande conclusies in de betreffende ruimte, het na een bepaalde gebruikstijd weghalen van de warenautomaat onder het plaatsen van een 1 Π 1 RV ·; C; · ·* weer volledig met snacks gevuld volgende warenautomaat, het transporteren van de weggehaaalde warenautomaat naar een plaats van opslag, het verwijderen van de ingeworpen munten en het vullen van de lege opneemruimtes, en uitein-5 delijk het transporteren van de nu gevulde warenautomaat naar een andere ruimte om deze daar te plaatsen.

17. Warenautomaat voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

18. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende stappen. . -ini*