NL1016433C2 - Werkwijze en inrichting voor het bepalen van zaagsneden aan botdelen van ledematen, alsmede positiegever, indicator en kit van positiegever en indicator. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het bepalen van zaagsneden aan botdelen van ledematen, alsmede positiegever, indicator en kit van positiegever en indicator. Download PDF

Info

Publication number
NL1016433C2
NL1016433C2 NL1016433A NL1016433A NL1016433C2 NL 1016433 C2 NL1016433 C2 NL 1016433C2 NL 1016433 A NL1016433 A NL 1016433A NL 1016433 A NL1016433 A NL 1016433A NL 1016433 C2 NL1016433 C2 NL 1016433C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
indicator
leg
rotation
center
detector
Prior art date
Application number
NL1016433A
Other languages
English (en)
Inventor
Cees Van Rij
Ger Olyhoek
Original Assignee
Cees Van Rij
Ger Olyhoek
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cees Van Rij, Ger Olyhoek filed Critical Cees Van Rij
Priority to NL1016433A priority Critical patent/NL1016433C2/nl
Priority to PCT/NL2001/000767 priority patent/WO2002032328A2/en
Priority to AU2002212834A priority patent/AU2002212834A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1016433C2 publication Critical patent/NL1016433C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/14Surgical saws ; Accessories therefor
    • A61B17/15Guides therefor
    • A61B17/154Guides therefor for preparing bone for knee prosthesis
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/14Surgical saws ; Accessories therefor
    • A61B17/15Guides therefor
    • A61B17/154Guides therefor for preparing bone for knee prosthesis
    • A61B17/155Cutting femur
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/14Surgical saws ; Accessories therefor
    • A61B17/15Guides therefor
    • A61B17/154Guides therefor for preparing bone for knee prosthesis
    • A61B17/157Cutting tibia
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B90/00Instruments, implements or accessories specially adapted for surgery or diagnosis and not covered by any of the groups A61B1/00 - A61B50/00, e.g. for luxation treatment or for protecting wound edges
    • A61B90/39Markers, e.g. radio-opaque or breast lesions markers
    • A61B2090/3904Markers, e.g. radio-opaque or breast lesions markers specially adapted for marking specified tissue
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B90/00Instruments, implements or accessories specially adapted for surgery or diagnosis and not covered by any of the groups A61B1/00 - A61B50/00, e.g. for luxation treatment or for protecting wound edges
    • A61B90/39Markers, e.g. radio-opaque or breast lesions markers
    • A61B2090/3954Markers, e.g. radio-opaque or breast lesions markers magnetic, e.g. NMR or MRI
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B5/00Measuring for diagnostic purposes; Identification of persons
    • A61B5/06Devices, other than using radiation, for detecting or locating foreign bodies ; determining position of probes within or on the body of the patient
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B5/00Measuring for diagnostic purposes; Identification of persons
    • A61B5/45For evaluating or diagnosing the musculoskeletal system or teeth
    • A61B5/4528Joints

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Surgery (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Physical Education & Sports Medicine (AREA)
  • Orthopedic Medicine & Surgery (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transplantation (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Surgical Instruments (AREA)

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het bepalen van zaagsneden aan botdelen van ledematen, alsmede positiegever, indicator en kit van positiegever en indicator.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het ter voorbereiding op het plaatsen van een knieprothese bepalen van zaagsneden aan botdelen van een menselijk been.
Het bepalen van zaagsneden aan botdelen die moeten worden 5 afgezaagd tijdens een chirurgische operatie waarbij in het been een totale knieprothese wordt geplaatst, is in de praktijk een probleem. De hoekstand en positie van de zaagsnede van een afgezaagd botdeel is namelijk van grote invloed op de wijze waarop het zaagvlak van het afgezaagde botdeel met een prothese samenwerkt.
10 In het bijzonder is bij het plaatsen van een knieprothese het bepalen van de plaats en de hoekstand van de zaagsneden aan tibia en femur bijzonder kritisch. Om een juiste gewichtsbelasting van de knieprothese te verkrijgen moet de prothese zodanig met het boven- en onderbeen worden verbonden dat, in staande stand van het been, het 15 rotatiemidden van de knieprothese is gelegen op de anatomische as die zich uitstrekt door het rotatiemidden van de kop van de femur en het rotatiemidden van het enkelgewicht van de tibia van het been. Daar langs de anatomische as van het been het gewicht van de persoon wordt gedragen, kan een hoekafwijking van het rotatiemidden van slechts 4° ten opzichte 20 van de anatomische as reeds tot onaanvaardbaar snelle slijtage van de knieprotese leiden.
Aangezien de prothese ter plaatse van het door de zaagsnede bepaalde zaagvlak van respectievelijk het distale uiteinde van de femur en het proximale uiteinde van de tibia aanligt, is het derhalve van groot belang 25 dat de zaagsneden een juiste positie en hoekstand hebben. In het bijzonder is het wenselijk dat de zaagsneden zich loodrecht uitstrekken op de 10 1 6 433 2 anatomische as. Het door de zaagsnede bepaalde afgezaagde vlak kan daardoor een hulpvlak vormen voor het in de femur en de tibia aanbrengen van een boring voor het opnemen van een verankering van de prothese, of voor het aanbrengen van verdere steunvlakken of verankeringsvlakken 5 tussen prothese en botuiteinde.
In de praktijk is het een probleem om tijdens een operatie vast te stellen waar de rotatiemiddens van de kop van de femur en het enkelgewricht aan het distale uiteinde van de tibia zich bevinden. Voorts is het een probleem om tijdens een operatie de anatomische as vast te stellen 10 en om de zaagsneden loodrecht op de anatomische as door de rotatiemiddens van de kop van de femur en het enkelgewicht van de tibia te bepalen.
Voorgesteld is reeds om uitlijngereedschappen ultramedulair aan femur en/of tibia te bevestigen waarmee femur en tibia zodanig kunnen worden gepositioneerd dat het rotatiemidden van de knieprothese in de 15 anatomische as kan worden opgenomen. Een nadeel van een dergelijk intramedulair uitlijnsysteem is echter dat de operatieve ingreep wordt verzwaard en dat niet altijd voldoende ruimte in femur en/of tibia beschikbaar is voor intramedulaire bevestiging.
Om dit nadeel te vermijden is reeds in WO 95/00076 voorgesteld 20 om tijdens een operatie met behulp van een computer door beweging van de ledematen het rotatiemidden van de heupkop te bepalen. Een nadeel van deze methode is dat hiervoor ingewikkelde apparatuur beschikbaar moet zijn.
In de praktijk wordt de anatomische as van de femur en de tibia 25 onafhankelijk van elkaar op het oog bepaald, waarbij bij voorkeur wordt uitgegaan van een voorafgaand aan de operatie op het lichaam van de patiënt boven het rotatiemidden van de heupkop en enkelgewricht aangebrachte markering. Het volgen van deze markering is echter een probleem, aangezien de markering tijdens de operatie veelal afgedekt is 30 door een operatielaken.
H01 6 43 3 3
Een verder nadeel van de bekende gereedschappen en uitlijnmethoden is dat de zaagvlakken aan femur en tibia onafhankelijk van elkaar worden bepaald, hetgeen een foutieve bepaling van de anatomische as mogelijk maakt.
5 De uitvinding beoogt een inrichting en werkwijze van de in de aanhef genoemde soort, waarbij bovengenoemde nadelen worden vermeden. Daartoe voorziet de uitvinding in een inrichting voor het ter voorbereiding op het plaatsen van een knieprothese bepalen van zaagsneden aan botdelen van een menselijk been, omvattende een zich tussen een proximaal en een 10 distaai uiteinde langs een langsas uitstrekkende langsgeleider die is voorzien van een eerste indicator die tijdens gebruik boven het rotatiemidden van de kop van de femur van een bovenbeen kan worden geplaatst en die voorts is voorzien van een tweede indicator die tijdens gebruik boven het rotatiemidden van het enkelgewricht van de tibia van het 15 onderbeen kan worden geplaatst, en waarbij de langsgeleider is voorzien van twee langs de langsas verplaatsbare, zich dwars op de langsas uitstrekkende dwarsgeleiders voor het daarlangs bepalen van een zaagsnede aan respectievelijk een distaai uiteinde van de femur en een proximaal uiteinde van de tibia.
20 Door de langsgeleider te voorzien van zowel een eerste indicator als een tweede indicator die boven respectievelijk het rotatiemidden van de kop van de femur en het rotatiemidden van het enkelgewricht kan worden geplaatst, kan met behulp van de langsgeleider de anatomische as van het been worden gesimuleerd. Met behulp van de zich dwars op de langsas 25 uitstrekkende dwarsgeleiders kan hierdoor een zich dwars op de anatomische as uitstrekkende zaagsnede aan respectievelijk de femur en de tibia worden bepaald. De geleider maakt het mogelijk om de zaagvlakken aan boven- en onderbeen gelijktijdig te bepalen, zodat de kans op een foutieve bepaling van de anatomische as aanzienlijk kleiner is.
iO 16 433 4
In een voordelige uitvoeringsvorm omvat de inrichting de maatregelen volgens conclusie 2. Door de langsgeleider te voorzien van twee zich langs een rechte langsas uitstrekkende delen die zwenkbaar zijn verbonden ten opzichte van het snijpunt van de langsassen kruisende 5 zwenkas wordt bereikt dat de langsgeleider de langsas van een in het sagitaal vlak gekromd boven- en/of onderbeen beter kan volgen. De zich door het snijpunt van de langsassen uitstrekkende zwenkas draagt er daarbij zorg voor dat de dwarsgeleiders ten opzichte van elkaar een zodanige hoek maken dat, wanneer de door de zaagsneden bepaalde 10 zaagvlakken aan het boven- en onderbeen na loszagen van het kniegewricht parallel worden geplaatst, de zaagvlakken zich dwars op de anatomische as door het rotatiemidden van de kop van de femur en het enkelgewricht uitstrekken. Het rotatiemidden van het kniegewricht kan dan gemakkelijk op de anatomische as worden geplaatst. Een patiënt met een been waarbij 15 het rotatiemidden van het kniegewricht naast de anatomische as is gelegen, zoals een O- of X-been, kan dan beter worden behandeld.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm is het eerste en/of tweede deel zwenkbaar ten opzichte van een tweede zwenkas die zich loodrecht uitstrekt op de eerste zwenkas. Hierdoor wordt bereikt dat de 20 langsgeleider een kromming van het been in het zich dwars op het sagitale vlak uitstrekkende langsvlak goed kan volgen. In het bijzonder kan hierdoor worden bereikt dat boven- en onderbeen tijdens het bepalen van de zaagvlakken in genoemd langsvlak een hoek kunnen insluiten, bijvoorbeeld 90°.
25 In een verdere voordelige uitvoeringsvorm is de eerste indicator aan het proximale uiteinde van het eerste deel van de langsgeleider aangebracht en is de tweede indicator aan het distale uiteinde van het tweede deel van de langsgeleider aangebracht. Hierdoor wordt bereikt dat het boven het rotatiemidden van respectievelijk de kop van de femur en het 30 enkelgewricht plaatsen van de indicatoren kan worden vergemakkelijkt. Bij 4016433 5 voorkeur is daarbij de axiale afstand tussen de eerste en/of de tweede indicator en de eerste zwenkas instelbaar, bijvoorbeeld door het eerste en/of tweede deel van de langsgeleider axiaal telescoperend uit te voeren. Uiteraard kan de afstand langs de langsas ook op een andere wijze 5 instelbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld door het eerste en het tweede deel van de langsgeleider via een of twee sleufgaten en een verbindingspen te verbinden, waarbij de verbindingspen de eerste zwenkas vormt.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat tenminste een van de indicatoren van de inrichting een detector voor het 10 contactloos detecteren van een boven het rotatiemidden op de huid aangebrachte positiegever en is de inrichting voorts voorzien van een signaalgever voor het afhankelijk van de relatieve positie van de positiegever ten opzichte van de detector afgeven van een signaal. Hierdoor wordt bereikt dat het boven de rotatiemiddens positioneren van de 15 indicatoren kan worden vergemakkelijkt. In het bijzonder kan hierdoor met zekerheid een juiste positionering worden bereikt wanneer de heup en/of de enkel zijn afgedekt met een operatielaken. Bij voorkeur is de detector en/of de signaalgever losneembaar met de inrichting verbonden. Hierdoor wordt bereikt dat de detector en/of de signaalgever als wegwerpcomponenten 20 kunnen worden uitgevoerd. Bij voorkeur zijn de detector en/of de signaalgever daartoe uitgevoerd uit steriliseerbaar materiaal, bijvoorbeeld materiaal dat met behulp van met γ-straling of ethyleenoxide steriliseerbaar is. De overige delen van de inrichting zijn bij voorkeur uitgevoerd uit chirurgisch staal dat op de gebruikelijke wijze met behulp van stoom in een 25 autoclaaf kan worden gesteriliseerd.
Opgemerkt wordt dat onder het bepalen van zaagsneden in deze context niet alleen het aftekenen van een zaagsnede voorafgaand aan de operatie verstaan kan worden, maar ook het maken van een zaagsnede. De dwarsgeleiders kunnen derhalve niet alleen dienen voor het geleiden van το 1 e 433 6 een aftekeninstrument, zoals een pen, maar ook voor het geleiden van een zaaginstrument, zoals een cirkelzaag.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een positie gever, een indicator, een kit van tenminste één positiegever en een indicator en op een 5 werkwijze voor het bepalen van zaagsneden aan een menselijk been.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven.In de tekening 10 toont: fig. 1 een schematisch bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van een indicator en een positiegever; 15 fig. 3 een schematisch bovenaanzicht van een been waarin de botstructuur is getoond; fig. 4 een schematisch bovenaanzicht van een been waarop de inrichting van fig. 1 is aangebracht; fig. 5 een schematisch bovenaanzicht van een been waarin een 20 knieprothese is aangebracht; fig. 6 een schematisch bovenaanzicht van een O-been waarin de botstructuur is getoond; fig. 7 een schematisch bovenaanzicht van een O-been waarop de inrichting van fig. 1 is aangebracht; en 25 fig. 8 een schematisch bovenaanzicht van een O-been waarin een knieprothese is aangebracht.
De figuren zijn slechts schematische weergaven van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding. In de tekening zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven.
10 16 433 7
Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het ter voorbereiding op het plaatsen van een knieprothese bepalen van zaagsneden aan een menselijk been. De inrichting 1 omvat een zich tussen een proximaal uiteinde 2 en een distaai uiteinde 3 langs een langsas 4 uitstrekkend eerste deel 5A van een 5 langsgeleider 5. Het eerste deel 5A van de langsgeleider draagt een eerste dwarsgeleider 6 die langs de langsas 4 van het eerste deel 5A van de langsgeleider 5 verplaatsbaar is.
De inrichting 1 omvat voorts een zich tussen een proximaal uiteinde 7 en een distaai uiteinde 8 langs een rechte langsas 9 uitstrekkend 10 tweede deel 5B van de langsgeleider 5. Het tweede deel 5B van de langsgeleider 5 draagt een tweede dwarsgeleider 10 die langs de langsas 9 van het tweede deel 5B van de langsgeleider 5 verplaatsbaar is. Het distale uiteinde 3 van het eerste deel 5A van de langsgeleider 5 en het proximale uiteinde 7 van het tweede deel 5B van de langsgeleider 5 zijn via een 15 verbindingsdeel 11 zwenkbaar verbonden ten opzichte van een zich door het snijpunt van de langsassen 4, 9 van het eerste deel 5A en het tweede deel 5B van de langsgeleider 5 uitstrekkende eerste zwenkas 12. In figuur 1 zijn de langsassen 4, 9 in eikaars verlengde gelegen en strekt de zwenkas 12 zich loodrecht op het vlak van tekening uit. Aan het proximale uiteinde 2 20 van het eerste deel 5A van de langsgeleider 5 is een eerste indicator 13 aangebracht, terwijl aan het distale uiteinde 8 van het tweede deel 5B van de langsgeleider 5 een tweede indicator 14 is aangebracht. Zoals in het hierna volgende nog zal worden toegelicht kan de eerste indicator 13 tijdens gebruik boven het rotatiemidden van de kop van de femur van een 25 bovenbeen worden geplaatst, terwijl de tweede indicator 14 tijdens gebruik boven het rotatiemidden van het enkelgewricht van de tibia van een onderbeen worden geplaatst.
Het eerste deel 5A en het tweede deel 5B van de langsgeleider 5 zijn beiden op gebouwd uit twee parallel opgestelde geleidingsprofielen 15.
30 De geleidingsprofielen 15 omvatten elk twee telescoperende delen 15A, 15B, 1016433 8 zodat de afstand in asrichting tussen de eerste zwenkas 12 en de eerste indicator 14 respectievelijk de tweede indicator 15 instelbaar is. Het distale uiteinde 3 van het eerste deel 5A van de langsgeleider 5 is zwenkbaar verbonden met het verbindingsdeel 11, zodanig dat het kan zwenken ten 5 opzichte van een zich loodrecht op de eerste zwenkas 13 uitstrekkende tweede zwenkas 16. Op corresponderende wijze is het proximale uiteinde 7 van het tweede deel 5B van de langsgeleider 5 zwenkbaar verbonden met het verbindingsdeel 11, zodat het zwenkbaar is ten opzichte van een zich parallel aan de tweede zwenkas 16, eveneens loodrecht op de eerste 10 zwenkas 12 uitstrekkende derde zwenkas 17.
De dwarsgeleiders 6, 10 dienen voor het bepalen van een zaagsnede aan het been. In de praktijk kan de zaagsnede worden bepaald door met behulp van de dwarsgeleider een markering op de huid van het been aan te brengen, bijvoorbeeld door een viltstift langs de dwarsgeleider 15 te bewegen. Uiteraard kan de zaagsnede eveneens worden bepaald door een zaag langs de dwarsgeleider te geleiden, bijvoorbeeld een cirkelzaag. De geleidingsprofielen 15 kunnen daartoe worden voorzien van een zodanige tussenafstand dat het aftekenen of het uitvoeren van de zaagsnede tussen de geleidingsprofielen 15 kan plaatsvinden.
20 De bovengenoemde onderdelen van de inrichting 1 zijn bij voorkeur uitgevoerd uit chirurgisch staal. De zwenkbare delen en de schuifbare delen worden bij voorkeur vastzetbaar uitgevoerd, zodat de inrichting in een gewenste stand kan worden gefixeerd.
De eerste indicator 13 en de tweede indicator 14 omvatten elk een 25 detector 18 voor het contactloos detecteren van een boven het rotatiemidden van de kop van de femur respectievelijk boven het rotatiemidden van het enkelgewricht van de tibia op de huid van het been aangebracht positiegever. De inrichting 1 is voorts voorzien van een signaalgever 19 voor het afhankelijk van de relatieve positie van de positiegever ten opzichte van 30 de detector afgeven van een signaal.
10 1 6 433 9
Refererend aan fig. 2 is in detail weergegeven dat de detector 18 en de signaalgever 19 losneembaar met de indicator 13 zijn verbonden. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de detector 18 uitgevoerd als een magnetisch bedienbaar elektrisch contact van het type dat bij de vakman bekend is als 5 "read" contact. De signaalgever 19 is uitgevoerd als een elektrische lichtbron die bij de vakman als LED bekend is. Het read contact 15 en de LED 19 zijn in serie met een stroombron verbonden. Het moge duidelijk zijn dat in. plaats van één LED en één read contact, ook een reeks parallel geschakelde LED's kan worden toegepast die elk via een read contact met 10 een Elektromagnetische Kracht (EMK) 20, zoals een knoopcelbatterij, fotocel of inductiespoel zijn verbonden. De in fig. 2 weergegeven elektronische componenten van de indicator zijn bij voorkeur op een printplaat ondergebracht zodat zij na gebruik als eenheid kunnen worden losgenomen en kunnen worden weggeworpen. Het wegwerpbare deel van de 15 indicator met de elektronica is bij voorkeur vervaardigd uit door middel van γ-straling of met behulp van ethyleenoxide steriliseerbaar materiaal en kan samen met de hierna te bespreken positiegever als steriele kit worden aangeleverd.
Opnieuw refererend aan fig. 2 is een positiegever 29 getoond. De 20 positiegever 21 omvat een van een magnetische schijf 21 voorziene pleister 22, waarvan de kleefzijde na losnemen van een beschermlaag op de huid van het been 24 kan worden geplaatst. De pleister 22 kan aan een van de kleefzijde afgekeerde bovenzijde worden voorzien van een markering 25 die bij het aanbrengen kan worden opgelijnd met een vooraf op het been 25 aangebracht merkteken 26 dat op de huid 23 van het been 24 dat bijvoorbeeld boven het rotatiemidden 27 van de kop van de femur kan worden geplaatst. Het merkteken 26 voor het aangeven van het rotatiemidden kan vooraf worden aangebracht, bijvoorbeeld aan de hand van een röntgenfoto. Op voordelige wijze wordt de positiegever voorafgaand 30 aan de chirurgische operatie, bijvoorbeeld tenminste 12 of 24 uur eerder, 10 1 6 433 10 tijdens het maken van een röntgenopname aangebracht, zodat een juiste positionering boven het rotatiemidden gewaarborgd is. Bij het aanbrengen van de positiegever wordt de hoekstand van het been, in het bijzonder de hoek tussen boven- en onderbeen in het langsvlak gelijk gekozen aan de 5 hoekstand tijdens het bepalen van de zaagsneden.
In figuur 2 is getoond dat het been 24 is afgedekt met behulp van een chirurgisch doek 28, zodat de positiegever 29 niet zichtbaar is. Door de indicator 13 over het doek 28 te bewegen kan de eerste indicator 13 boven de positiegever 17 worden geplaatst. Aangezien de magnetische schijf 21 het 10 read contact 8 contactloos kan bedienen wanneer deze voldoende nabij elkaar zijn, kan afhankelijk van de relatieve positie van de indicator 13 ten opzichte van de positiegever 29 door de signaalgever 19 een signaal worden opgewekt. In het bijzonder kan wanneer het read contact zich boven de magneet bevindt een stroomkring worden gesloten, zodat de LED 19 gaat 15 branden. Wanneer een reeks parallel geschakelde read contacten 18 en LED's 19 wordt toegepast, kan eveneens worden vastgesteld in hoeverre de positie van de indicator ten opzichte van de positiegever afwijkt van de gewenste, in dit geval boven elkaar gelegen, positie. Uiteraard kan in plaats van een lichtsignaal ook een geluidsignaal worden afgegeven, bijvoorbeeld 20 een geluidsignaal dat door contactloze bediening van perifere read contacten wordt afgegeven wanneer de indicator dichtbij, maar nog niet boven de positiegever is geplaatst, terwijl het signaal wordt onderbroken wanneer de indicator boven de positiegever is geplaatst. Hierdoor kan tevens een waarschuwing worden afgegeven wanneer van de gewenste relatieve positie 25 tussen de indicator en de positiegever wordt afgeweken.
Opgemerkt wordt dat in plaats van een magnetische schijf ook een al of niet gemagnetiseerde metaalfolie in de pleister 22 kan worden toegepast. Op voordelige wijze is het contactvlak van de positiegever voorzien van drukgevoelige lijm, zodat deze, zodra deze in de juiste positie is 30 geplaatst, kan worden vastgedrukt. Voorts kan de positiegever op velerlei '10 1 6 433 11 wijze worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als een transponder die contactloos kan worden uitgelezen door een detector.
Opgemerkt wordt voorts dat het met behulp van een detector contactloos detecteren van een onder een chirurgisch doek op de huid van 5 het lichaam aangebrachte positiegever en met behulp van een signaalgever bepalen van een gewenste relatieve positie van de detector ten opzichte van de signaalgever op zichzelf reeds op voordelige wijze in de chirurgie kan worden toe gepast in andere situaties waarin de positie van een door het chirurgische doek afgedekt lichaamsdeel moet worden vastgesteld.
10 Refererend aan fïg. 3 is daarin een been 30 getoond met een femur 31 en een tibia 32. Het proximale uiteinde 31A van de femur 31 draagt een heupkop 33 waarvan het rotatiemidden 27 in de figuur is weergegeven.
Tussen het distale uiteinde 34 van de femur 31 en het proximale uiteinde 35 van de tibia 32 wordt het kniegewricht 36 gevormd waarvan het 15 rotatiemidden 37 in de figuur is weergegeven. Het distale uiteinde 38 van de tibia 35 vormt samen met de niet weergegeven voet het enkelgewricht 39 waarvan het rotatiemidden 40 in de figuur is weergegeven. In figuur 3 is voorts de anatomische as 42 door het rotatiemidden 27 van de heupkop en het rotatiemidden 40 van het enkelgewricht 39 getoond. In de figuur is een 20 recht been getoond waarvan het rotatiemidden 37 van het kniegewricht 36 op de anatomische as 42 is gelegen. In figuur 3 is voorts weergegeven dat boven het rotatiemidden 27 van de heupkop op de huid van het been een eerste positiegever 29 is aangebracht en dat boven het rotatiemidden 40 van het enkelgewricht 39 van de tibia 31 een tweede positiegever 43 is 25 aangebracht. Het been wordt vervolgens althans ter plaatse van de positiegevers afgedekt met behulp van een chirurgisch doek dat in de figuur voor de duidelijkheid niet is weergegeven. Opgemerkt wordt dat in de figuur de positiegever omwille van de duidelijkheid vergroot is weergegeven, maar dat deze precies correspondeert met de loodrechte projectie van het 30 rotatiemidden op de huid van het been.
10 1 6 433 12
Refererend aan figuur 4 wordt vervolgens langs het been over de met het doek afgedekte delen van het been de langsgeleider 5 van de inrichting 1 aangebracht, zodanig dat de eerste indicator 13 daarvan boven het rotatiemidden 27 van de kop van de femur wordt geplaatst en de tweede 5 indicator 14 boven het rotatiemidden 40 van het enkelgewricht 39 van de tibia wordt geplaatst.
Daarbij wordt, zoals hierboven uiteengezet, contactloos de relatieve positie van de eerste indicator 13 ten opzichte van de eerste positiegever 29 bepaald aan de hand van een door de signaalgever 19 met betrekking tot de 10 relatieve positie van de eerste indicator 13 en de eerste positiegever 29 afgegeven signaal en wordt de eerste indicator 13 boven de eerste positiegever 29 en derhalve het rotatiemidden 27 van de heupkop 33 geplaatst. Daarna wordt met behulp van de in de tweede indicator 14 aangebrachte tweede detector 46 contactloos de relatieve positie van de 15 tweede indicator 14 ten opzichte van de tweede positiegever 43 bepaald en wordt aan de hand van een tweede signaalgever 45 met betrekking tot de relatieve positie van de tweede indicator 14 ten opzichte van de tweede positiegever 43 afgegeven signaal, de tweede indicator 14 boven de tweede positiegever 43 plaatst.
20 Tijdens het plaatsen wordt de axiale lengte van de langsgeleider 5 zodanig ingesteld dat de indicatoren 13, 14 juist boven de positiegevers 29, 43 kunnen worden geplaatst, terwijl door verzwenking van de eerste, tweede en derde zwenkas 12, 16, 17 de stand van de inrichting 1 zodanig wordt ingesteld dat het been 30 zo goed mogelijk kan worden gevolgd.
25 Vervolgens worden de eerste dwarsgeleider 6 en de tweede dwarsgeleider 10 langs de respectievelijke eerste langsgeleider 5A en tweede langsgeleider 5B bewogen tot zij op de gewenste plaats aan respectievelijk de femur 31 en de tibia 32 een laagvlak bepalen. De langsgeleider 5 simuleert daarbij de anatomische as 42 en de dwarsgeleiders 6, 10 dragen er zorg voor dat de 30 zaagsnede zich dwars op de anatomische as 42 uitstrekt.
*0 1 6 433 13
In figuur 5 is weergegeven dat de langs de zaagsnede afgezaagde zaagvlakken 47, 48 van respectievelijk femur 31 en tibia 32 elk dienen als aanligvlak voor een knieprothese 46. De boringen 50, 51 voor de verankering van de knieprothese 46 strekken zich dwars op de zaagvlakken 5 47, 48 uit. De zaagvlakken 47, 48 verlopen parallel, zodat het rotatiemidden 49 van de knieprothese 46 op de anatomische as 42 ligt door het rotatiemidden 27 van de kop van de femur 31 en het rotatiemidden 40 van het enkelgewricht 39 van de tibia 32.
In figuren 6, 7 en 8 is analoog aan figuren 3 en 5 weergegeven hoe 10 door verzwenking van het eerste deel 5A en het tweede deel 5B van de langsgeleider 5 ten opzichte van de zwenkas 12 een O-been kan worden behandeld. De zwenkas 12 wordt daarbij bij voorkeur boven het rotatiemidden 37 van het te vervangen kniegewricht 36 geplaatst. De zaagvlakken 47 en 48 worden, na loszagen van het kniegewricht 36 langs de 15 door de dwarsgeleiders 6, 7 bepaalde zaagsneden, in een parallelle stand geplaatst, zodat het rotatiemidden 49 van de knieprothese 46 op de anatomische as 42 komt te liggen.
Op gemerkt wordt, dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier beschreven voorkeursuitvoeringsvorm en dat zeer veel varianten mogelijk 20 zijn binnen het raam van de uitvinding zoals verwoord in de hierna volgende conclusies.
tO 1 6 4 3 3

Claims (25)

1. Inrichting voor het ter voorbereiding op het plaatsen van een knieprothese bepalen van zaagsneden aan een menselijk been, omvattende een zich tussen een proximaal en een distaai uiteinde langs een langsas uitstrekkende langsgeleider die is voorzien van een eerste indicator die 5 tijdens gebruik boven het rotatiemidden van de kop van de femur van een bovenbeen kan worden geplaatst en die voorts is voorzien van een tweede indicator die tijdens gebruik boven het rotatiemidden van het enkelgewricht van de tibia van het onderbeen kan worden geplaatst, en waarbij de langsgeleider is voorzien van twee langs de langsas verplaatsbare, zich 10 dwars op de langsas uitstrekkende dwarsgeleiders voor het daarlangs bepalen van een zaagsnede aan respectievelijk een distaai uiteinde van de femur en een proximaal uiteinde van de tibia.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de langsgeleider een zich langs een rechte langsas tussen een proximaal en een distaai uiteinde 15 uitstrekkend eerste deel omvat, waarlangs de eerste dwarsgeleider verplaatsbaar is en een zich eveneens langs een rechte langsas tussen een proximaal en een distaai uiteinde uitstrekkend tweede deel omvat waarlangs de tweede dwarsgeleider verplaatsbaar is, en waarbij voorts het distale uiteinde van het eerste deel en het proximale uiteinde van het 20 tweede deel zwenkbaar zijn verbonden ten opzichte van een zich door het snijpunt van de langsassen van het eerste en het tweede deel uitstrekkende eerste zwenkas.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste en het tweede deel zijn verbonden via een verbindingsdeel.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij het eerste en/of het tweede deel zwenkbaar is ten opzichte van een verdere zwenkas die zich loodrecht uitstrekt op de eerste zwenkas. 101 6 433
5. Inrichting volgens een der conclusies 2-4, waarbij de eerste indicator aan het proximale uiteinde van het eerste deel van de langsgeleider is aangebracht en waarbij de tweede indicator aan het distale uiteinde van het tweede deel van de langsgeleider is aangebracht.
6. Inrichting volgens een der conclusies 2-5, waarbij de afstand langs de langsas tussen de eerste en/of de tweede indicator enerzijds en de eerste zwenkas anderzijds instelbaar is.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het eerste en/of het tweede deel van de langsgeleider axiaal telescoperend is uitgevoerd.
8. Inrichting volgens een der conclusies 2-7, waarbij het eerste en/of het tweede deel van de langsgeleider twee parallel opgestelde geleidingsprofielen omvat.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en/of de tweede indicator een detector omvat voor het contactloos detecteren 15 van een boven het rotatiemidden van de kop van de femur respectievelijk het rotatiemidden van het enkelgewricht van de tibia op de huid van het been aangebrachte positiegever, en waarbij voorts is voorzien in een signaalgever voor het afhankelijk van de relatieve positie van de positiegever ten opzichte van de detector afgeven van een signaal.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de detector tenminste één magnetisch bedienbaar elektrisch contact omvat.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij de signaalgever tenminste één elektrische lichtbron omvat.
12. Inrichting volgens een der conclusies 9-11, waarbij de detector en/of 25 de signaalgever losneembaar met de inrichting is verbonden.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, vervaardigd uit steriliseerbaar materiaal.
14. Werkwijze voor het ter voorbereiding op het plaatsen van een knieprothese bepalen van zaagsneden aan botdelen van een menselijk been, 30 omvattende de volgende stappen: 1016433 het boven het rotatiemidden van de kop van de femur op de huid van een been aanbrengen van een eerste positiegever; het met behulp van chirurgisch doek ter plaatse van de aangebrachte eerste positiegever afdekken van het been; 5. het langs het been althans gedeeltelijk over het doek aanbrengen van een langsgeleider, zodanig dat een eerste indicator daarvan boven het rotatiemidden van de kop van de femur wordt geplaatst en een tweede indicator boven het rotatiemidden van het enkelgewricht van de tibia wordt geplaatst, 10 waarbij met behulp van een in de eerste indicator aangebrachte detector contactloos de relatieve positie van de eerste indicator ten opzichte van de eerste positiegever wordt bepaald en waarbij aan de hand van een door een signaalgever met betrekking tot de relatieve positie van de eerste indicator en de eerste positiegever afgegeven signaal de eerste indicator boven de 15 eerste positiegever wordt geplaatst.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, voorts omvattende de stappen van het boven het rotatiemidden van het enkelgewricht van de positiegever aanbrengen van een tweede positiegever het met behulp van chirurgisch doek ter plaatse van de 20 aangebrachte tweede positiegever afdekken van het been, en waarbij voorts met behulp van een in de tweede indicator aangebrachte detector contactloos de relatieve positie van de tweede indicator ten opzichte van de tweede positiegever wordt bepaald en waarbij aan de hand van een door een signaalgever met betrekking tot de relatieve positie van de tweede indicator 25 en de tweede positiegever afgegeven signaal de tweede indicator boven de tweede positiegever wordt geplaatst.
16. Indicator, in het bijzonder voor gebruik bij een inrichting volgens een der conclusies 1-13 en/of een werkwijze volgens een der conclusies 14 of 15, omvattende een uit steriliseerbaar materiaal vervaardigd samenstel van 30 een detector voor het contactloos detecteren van een op de huid van een to 1 6 4 3 3 lichaamsdeel aangebrachte positiegever en een signaalgever voor het afhankelijk van de relatieve positie van de positiegever ten opzichte van de detector afgeven van een signaal.
17. Indicator volgens conclusie 16, waarbij de signaalgever een reeks 5 parallel geschakelde LED's omvat en waarbij de detector een reeks parallel geschakelde read-contacten omvat, waarbij de LED's telkens via een read-contact met een elektromagnetische krachtbron zijn verbonden.
18. Positiegever, in het bijzonder voor gebruik met een inrichting volgens een der conclusies 1-14 of een werkwijze volgens conclusie 15 of 16, 10 omvattende een uit steriliseerbaar materiaal vervaardigde, een metaalhoudend deel omvattende, in hoofdzaak platte inrichting, voorzien van een op de huid van een lichaamsdeel bevestigbaar contactvlak dat is voorzien van adhesief materiaal.
19. Positiegever volgens conclusie 18, waarbij het contactvlak een 15 drukgevoelige lijm omvat.
20. Positiegever volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het adhesieve materiaal is voorzien van een losneembare beschermlaag.
21. Positiegever volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het contactvlak wordt gevormd door de kleefzijde van een van metaal voorziene 20 pleister.
22. Positiegever volgens conclusie 21, waarbij een tegenover het contactvlak gelegen zijde van de pleister is voorzien van merktekens.
23. Positiegever volgens conclusie 21 of 22, waarbij de pleister een schijf-, plaat- of folievormig metaalhoudend deel omvat.
24. Positiegever volgens een der conclusies 18-23, waarbij het metaalhoudende deel magnetisch is.
25. Kit, omvattende tenminste één steriele positiegever volgens een der conclusies 18-24 en tenminste één steriele indicator volgens een der conclusies 16 of 17. lliO 1 6 4 3 3
NL1016433A 2000-10-18 2000-10-18 Werkwijze en inrichting voor het bepalen van zaagsneden aan botdelen van ledematen, alsmede positiegever, indicator en kit van positiegever en indicator. NL1016433C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016433A NL1016433C2 (nl) 2000-10-18 2000-10-18 Werkwijze en inrichting voor het bepalen van zaagsneden aan botdelen van ledematen, alsmede positiegever, indicator en kit van positiegever en indicator.
PCT/NL2001/000767 WO2002032328A2 (en) 2000-10-18 2001-10-18 Marker, indikator, guide and method for bone resection
AU2002212834A AU2002212834A1 (en) 2000-10-18 2001-10-18 Method and device for determining saw cuts on bone parts of limbs, and position transmitter, indicator and kit comprising position transmitter and indicator

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016433 2000-10-18
NL1016433A NL1016433C2 (nl) 2000-10-18 2000-10-18 Werkwijze en inrichting voor het bepalen van zaagsneden aan botdelen van ledematen, alsmede positiegever, indicator en kit van positiegever en indicator.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016433C2 true NL1016433C2 (nl) 2002-04-22

Family

ID=19772268

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016433A NL1016433C2 (nl) 2000-10-18 2000-10-18 Werkwijze en inrichting voor het bepalen van zaagsneden aan botdelen van ledematen, alsmede positiegever, indicator en kit van positiegever en indicator.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU2002212834A1 (nl)
NL (1) NL1016433C2 (nl)
WO (1) WO2002032328A2 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7458977B2 (en) * 2003-02-04 2008-12-02 Zimmer Technology, Inc. Surgical navigation instrument useful in marking anatomical structures
DE10340002B3 (de) * 2003-08-29 2005-04-14 Siemens Ag Positioniervorrichtung zum Positionieren eines Patienten
FR2859902B1 (fr) * 2003-09-23 2005-11-25 Michel Assor Dispositif de pose sans malposition rotatoire dans les trois plan de l'espace d'une prothese unicompartimentale (et par extension totale)du genou
FR2899091A1 (fr) * 2006-04-04 2007-10-05 Michel Assor Systeme ancillaire de pose de prothese totale du genou par voie minimale sans effraction du quadriceps, avec reglage de l'equilibre ligamentaire et de la rotation horizontale
US8565853B2 (en) 2006-08-11 2013-10-22 DePuy Synthes Products, LLC Simulated bone or tissue manipulation
CN107669349A (zh) * 2017-10-11 2018-02-09 余江 一种对股骨头中心、髌骨中点和第二趾骨进行定位的装置和定位设备

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0315732A1 (en) * 1987-11-11 1989-05-17 Aso Pharmaceutical Co., Ltd. Process for producing first-aid adhesive bandages
FR2635259A1 (fr) * 1988-08-11 1990-02-16 Marthan Erick Appareil pour reperer la position d'une piece metallique dans un corps humain ou animal
WO1995000076A1 (en) 1993-06-21 1995-01-05 Osteonics Corp. Apparatus and method for aligning knee prostheses
FR2710255A1 (fr) * 1993-09-20 1995-03-31 Smith & Nephew Richards France Dispositif de détermination d'un plan de coupe de l'extrémité proximale d'un tibia.
US5611353A (en) * 1993-06-21 1997-03-18 Osteonics Corp. Method and apparatus for locating functional structures of the lower leg during knee surgery

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0315732A1 (en) * 1987-11-11 1989-05-17 Aso Pharmaceutical Co., Ltd. Process for producing first-aid adhesive bandages
FR2635259A1 (fr) * 1988-08-11 1990-02-16 Marthan Erick Appareil pour reperer la position d'une piece metallique dans un corps humain ou animal
WO1995000076A1 (en) 1993-06-21 1995-01-05 Osteonics Corp. Apparatus and method for aligning knee prostheses
US5611353A (en) * 1993-06-21 1997-03-18 Osteonics Corp. Method and apparatus for locating functional structures of the lower leg during knee surgery
FR2710255A1 (fr) * 1993-09-20 1995-03-31 Smith & Nephew Richards France Dispositif de détermination d'un plan de coupe de l'extrémité proximale d'un tibia.

Also Published As

Publication number Publication date
AU2002212834A1 (en) 2002-04-29
WO2002032328A2 (en) 2002-04-25
WO2002032328A3 (en) 2002-06-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11684392B2 (en) Systems and methods for joint replacement
EP1444962B1 (en) Surgical navigation instrument useful in marking anatomical structures
US9421019B2 (en) Robotic guide assembly for use in computer-aided surgery
EP1430841B1 (en) Surgical instrument
CA2453706C (en) Surgical instrument and positioning method
US20070118140A1 (en) Method and apparatus for navigating a cutting tool during orthopedic surgery using a localization system
US7837635B2 (en) Device and method for determining at least one characteristic point of joint to be orthopedically measured
EP3797715B1 (en) Surgical robot with passive end effector
US20110004224A1 (en) Tracking cas system
JP2005137904A (ja) 手術中にディジタル化される標認点に対して二次元画像データを位置合わせするシステムおよび方法
CN112568996A (zh) 外科手术系统
US20210030481A1 (en) Scanning Apparatus For Scanning An Anatomical Region
US20110144704A1 (en) Device and method for assisting the alignment of limbs
NL1016433C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bepalen van zaagsneden aan botdelen van ledematen, alsmede positiegever, indicator en kit van positiegever en indicator.
CN113491576B (zh) 用于导航销引导驱动器的系统和方法
CN112568997A (zh) 直接刀片引导系统
JP2007508901A (ja) 手術ナビゲーションシステム構成部品誤動作防止インタフェース及び関連する方法
BE1028689B1 (nl) Instrument
AU2018282467B2 (en) Soft tissue balancing in articular surgery

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050501